Nije Gaast Dubbelstraat 8a 8561 BC Balk. Bezoekadres: Dubbelstraat 8a 8561 BC Balk. Coördinatie: Rika Tulner. Eindredactie: Rika Tulner



Vergelijkbare documenten
Bij de behandeling van punt 5 en 6 is het College van Bestuur aanwezig in de personen van Ep en Jurjen.

BESTUURSVERSLAG 2016

Jaarverslag publieksversie

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

Inleiding. Begrippenkader

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING MEDEZEGGENSCHAP BIJ STICHTING PRISMA Samenstelling Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)...

Korte versie beleidsplan

Profielschets. Voorzitter College van Bestuur. Nije Gaast

Beleid TussenSchoolseOpvang.

JAARVERSLAG GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Schooljaarplan obs de Skûle

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Besluit Regeling van de gevolgen. Samenvoeging Sterrenschool op één locatie

STICHTING PRIMAIR ONDERWIJS ZUNDERT. 4/11/2018 Vacature Bestuurder SPOZ

Schoolondersteuningsprofiel

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Wij danken iedereen die heeft meegewerkt aan de behaalde resultaten van onze scholen. Bestuur Stichting Poolster

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Raadsvergadering : 22 april 2013 Agendanr. 15

Samen werken, samen ontwikkelen

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Jaarplan De Berkel

15 maart /02/19 22/02/19 15/03/19

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

2. In kaart brengen van deskundigheden, ambities en grenzen (online enquête)

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Strategisch BeleidsPlan en nu verder

kwaliteitsbeleid Actiepunten Gewenst resultaat Acties Wie Wanneer Borging

Schoolondersteuningsprofiel. 08BD Prins Willem Alexander

5.5 Managementstatuut

Jaarplan De Berkel

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

Nieuwsbrief september 2017

Managementstatuut VO - PO

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

ondersteuningsprofiel Gomarus College praktijkonderwijs

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Anne Frankschool Ellecom

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

Schooljaarverslag SBO De Meerpaal Groningen

3. Concept verslag vergadering 14 maart 2016 vaststelling (in uw bezit)

Bovenschools Jaarplan niet apart maar samen

Jaarplan Sint Jozefschool Moordrecht

Jaarverslag Medezeggenschapsraad RSG Enkhuizen. Schooljaar 2014/2015

Informatie vervolgtraject bestuursfusie VCBO G2

De organisatie en gezagstructuur van stichting Prisma Almere

JAARVERSLAG GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

PROFIELSCHETS DIRECTEUR-BESTUURDER SKOVV

Mobiliteit. Antoine De Saint Exupéry

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord

Situatie- en profielschets SKO West- Friesland

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK C.B.S. IT GROVESTINSHÔF

Schoolondersteuningsprofiel. 06NI00 De Adelaar

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Notitie t.b.v. bestuur SWV passend onderwijs Apeldoorn PO

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Schoolondersteuningsprofiel

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Jaarplan Medezeggenschapsraad OBS de Weide 2015 / 2016

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester

Mobiliteitscentrum/flexpool BDOF Wenkend perspectief

Schoolondersteuningsprofiel. 14QN00 IBS De Twamester

Jaarplan Basisschool De Regenboog

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas

Mini ALV. 21 maart 2013

Samen op weg naar een nieuwe school

Bestuurs- en managementstatuut

Jaarverslag De Berkel

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht

MR Basisschool Sint Antonius MR Jaarverslag schooljaar

Jaarplan De Zwaneridder

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland

Bestuursformatieplan VCO Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Oost-Groningen

Als er sprake is van een klacht, is de klachtenregeling van BOOR van toepassing. Hierin klachten

Jaarverslag Medezeggenschapsraad Schooljaar

Ondersteuningsplan

SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI

COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

MANAGEMENTSTATUUT. Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel

Het leerlingaantal op de Montinischool is de afgelopen jaren stabiel gebleken, zo rond de 275 leerlingen. We maken geen gebruik van leerling weging.

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

De toekomst van het christelijk onderwijs in de Alblasserwaard. ALV besturenfusie. 25 januari en 8 februari 2017

dit gaat over mij en mijn vak het is snel en gemakkelijk en je ziet wat je hebt bereikt

JAARPLAN OBS De Driehoek

NIEUWSBULLETIN NIEUWS VAN- EN VOOR PLATEAU OPENBAAR ONDERWIJS ASSEN AAN: PERSONEEL / DIRECTIES / GMR / MEDEWERKERS BUREAU ONDERWIJS / BESTUUR

Jaarverslag Medezeggenschapsraad

Profiel lid Raad van Toezicht

NIEUWSBULLETIN NIEUWS VAN- EN VOOR PLATEAU OPENBAAR ONDERWIJS ASSEN AAN: PERSONEEL / DIRECTIES / GMR / MEDEWERKERS BUREAU ONDERWIJS / BESTUUR

MEDEZEGGENSCHAPSRAAD obs Juliana van Stolberg Castricum JAARVERSLAG

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Transcriptie:

Bestuursverslag 2014 Dit bestuursverslag is een uitgave van Nije Gaast, Stichting voor Christelijk en Algemeen/Neutraal Bijzonder Basisonderwijs in de gemeenten de Friese Meren en Sudwest Fryslân

Colofon Nije Gaast Dubbelstraat 8a 8561 BC Balk Tel. 0514-602843 Email: secretariaat@nijegaast.nl Internet: www.nijegaast.nl Bezoekadres: Dubbelstraat 8a 8561 BC Balk Coördinatie: Rika Tulner Eindredactie: Rika Tulner Teksten: Rika Tulner André Brouwer Vormgeving: MangerEco, Assen Fotografie: Ep van Hijum Stichting voor Christelijk en Algemeen/Neutraal Bijzonder Basisonderwijs in de gemeenten Gaasterlân- Sleat en Nijefurd Nije Gaast 2

Bestuursverslag 2014 Inhoud - Voorwoord 4 - Inleiding 5 - Missie, visie en doelstellingen 6 - Organisatie 8 - Onderwijs 14 - Personeel 18 - Beheer 24 - Financiën 26 - Continuïteitsparagraaf 40 3

voorwoord Het bestuursverslag is ingericht in overeenstemming met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs, die het Ministerie elk bestuur oplegt. Het bestuursverslag wordt opgesteld als verantwoording naar het ministerie en ter verantwoording naar de Raad van Toezicht, maar ook als een verantwoording naar alle betrokkenen bij Stichting Nije Gaast. Dit jaarverslag publiceren we ook op onze website. De jaarcijfers in dit bestuursverslag zijn ontleend aan de jaarrekening 2014. Deze jaarrekening is voorzien van een goedkeuring door de accountant. Al het werk wat gedaan wordt op bovenschools niveau doen we voor het onderwijs in en het personeel van Nije Gaast. Goed onderwijs wat zich vertaald in een goede kwaliteit. Het beschrijven in een jaarverslag is één, het doen is twee! Hoe u dit verslag ook leest, selectief, diagonaal, op hoofdlijnen enz., ik hoop dat u een beeld krijgt van de doelen en resultaten, de financiële realisatie, de risico s en de uitdagingen. Ik hoop dat u vooral ook een beeld krijgt van de inzet van al onze personeelsleden, die iedere dag weer geïnspireerd en gemotiveerd werken aan goed onderwijs voor onze kinderen. Hun inzet, scholing, vernieuwingsdrang, visie, ambitie, het toepassen van al de ontwikkelingen met als pedagogische basis liefde en aandacht voor ieder kind is de basis van ons onderwijs en maakt daardoor het onderwijs aan de kinderen gericht en bijzonder! Rika Tulner, Voorzitter College van Bestuur 4

INLEIDING Bestuursverslag 2014 Het jaar 2014 was een jaar met bovenschoolse veranderingen. Op 1 oktober nam Ep van Hijum afscheid als college van bestuur. Ep is vanaf de oprichting van Stichting Nije Gaast in 2003 algemeen directeur en daarna voorzitter college van bestuur geweest. Vanaf 1 september 2013 lid college van bestuur. Op 1 oktober 2014 nam hij afscheid als bestuurder en werkte daarna nog tot 1 april 2015 voor 1 dag in de week op het gebied van huisvesting. De cultuurveranderingen, die in 2013 in gang zijn gezet, gaan door. Ik noem daarnaast een paar grote aandachtsgebieden. Krimp en kleine scholen De krimp blijft een aandachtsgebied in Nije Gaast. Het teveel aan kleine scholen ook. Het is niet meer haalbaar meerdere (zeer) kleine scholen in stand te houden wanneer er niet een groot aantal grote scholen tegenover staan. Ook in 2014 werken we met zeer kleine groepen, kleine teams en een vermindering van de financien. De toekomst van de scholen en de cultuurveranderingen hebben in het jaar 2014 veel tijd en energie gevraagd van het college van bestuur. Dat is ook goed. Een zorgvuldige communicatie met alle geledingen draagt er toe bij dat de processen dit schooljaar goed zijn verlopen. In 2014 hebben twee scholenfusies plaatsgevonden; de fusie tussen de school in Wijckel met de school in Sondel en de school in It Heidenskip met de school in Workum. De fusie tussen de school in Elahuizen en de school in Oudega is opgestart. De verwachting is dat deze beide scholen fuseren per 01-08-2015. Er wordt in Warns gewerkt aan een samenwerkingsschool. We verwachten dat deze samenwerkingsschool in 2016 als 1 school verder zal gaan. Onderwijs is ons vak In 2014 is door alle betrokken personeelsleden veel geinvesteerd in handelingsgericht werken. Bij handelingsgericht werken redeneer je niet meer vanuit je rol als leerkracht die bepalend is voor wat er geleerd wordt. Je leert kijken naar de onderwijsbehoefte van de leerlingen en daarop bied je de leerstof aan. Dat vraagt een andere manier van kijken en werken. Dat vraagt een andere onderwijscultuur. De komende jaren gaan we hier volop op inzetten. We zien dan het handelingsgericht denken en werken, gekoppeld aan hoge doelen en resultaten, terug in de hele school. De lerende organisatie In 2014 zijn we, vanuit directie-team-studies, aan het werk gegaan met de Lerende Organisatie. Leren als teams. Hoe maken we van de scholen lerende teams. Iedere schoolleider heeft een mindmap gemaakt van zijn eigen lerende school. Welke structuren zijn er op jouw school nodig om deze visie en ontwikkeling goed vorm te geven, welke houding van onszelf. Hoe leven we dit voor en vertalen we dit in al onze scholen. Op de scholen heeft de schoolleider hierin een cruciale positie. De komende jaren gaan we deze visie verder ontwikkelen en vertalen in de scholen en de organisatie. Passend Onderwijs. Er is intensief gewerkt aan de voorbereidingen voor Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband 302 houdt op te bestaan. Vanaf 1 augustus 2014 is er in Friesland voor het Primair Onderwijs 1 samenwerkingsverband. Voor ouders brengt dit ook veranderingen met zich mee. De leerling gebonden financiering verdwijnt. Het aannamebeleid op de scholen verandert. In Nije Gaast hebben we een zorgteam opgericht. Dit zorgteam bespreekt alle zware zorg en geeft school/leerkracht en ouders advies. Financiën De financiën lieten in de realisatie van 2013 een groot oplopend tekort zien. Dit tekort was er al een aantal jaren. De Raad van Toezicht heeft de begroting 2014 goedgekeurd met oplegging van een taakstelling aan het college van bestuur. Samen met de controller ben ik in 2014 bezig geweest met het maken van analyses. Van daaruit de plannen gemaakt en ze op onderdelen al in gang gezet. De eerste resultaten waren zichtbaar in de kwartaalrapportage van augustus 2014 en in deze jaarrekening. Deze resultaten en de vooruitzichten zijn positief. Voor een nadere inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 7: Financiën. 5

Missie, visie en doelstellingen 2 Stichting Nije Gaast verzorgt vanuit haar doelstelling Christelijk en Algemeen/ Neutraal Bijzonder Basisonderwijs in de gemeenten Súdwest Fryslân (6 scholen) en de Friese Meren (7 scholen). De centrale waarden in ons onderwijs en in onze omgang met elkaar zijn liefde voor de medemens, steun aan de zwakkere en het respecteren en het behoeden van de schepping, zoals in de Bijbel benoemd. Een waardenpatroon dat leidend is bij de identiteitsvorming van kinderen tot moreel besef, verantwoordelijkheidsgevoel en zelfstandig handelen. Daar staat Stichting Nije Gaast voor. Die identiteit moet zichtbaar zijn in de scholen. De kernwaarden voor Nije Gaast zijn: Waardengedreven Ontwikkeling Professionaliteit Zelf/samen Openheid Alle medewerkers op alle niveaus in de organisatie worden gestimuleerd om vanuit deze kernwaarden te handelen en elkaar daarop aan te spreken. In de Strategische Koers t/m 2015 staat beschreven: Plannen op papier zetten is een eerste stap. Plannen realiseren vergt meer. Elke geleding heeft hierin een rol. Plannen zijn geen doel op zich, maar plannen bevorderen de ontwikkeling van leerkrachten en teams, verhogen de professionaliteit en versterken de organisatie. Dit vergt professionaliteit van het management: hoe wordt geluisterd en hoe wordt rekening gehouden met elke geleding. Communicatie en coaching zijn kernwoorden in dit proces en horen optimaal te zijn bij ieder lid van het management. Het management biedt ruimte aan de professionals en zij schept de randvoorwaarden waarbinnen leerkrachten het onderwijs kunnen geven. Zij stimuleert het personeel zich in te zetten voor goed onderwijs. Leerkrachten dienen kinderen een omgeving aan te bieden waarin ze optimaal kunnen floreren. Het management draagt er zorg voor dat de ouders betrokken zijn bij de school van hun kinderen. Dit vraagt om een laagdrempelig team en een goede communicatie naar de ouders. Ouders en school informeren elkaar over het wel en wee van de kinderen, zodat er een open sfeer gecreëerd wordt waarin onderwijs aan het kind centraal staat. Visie Vanuit de kernwaarden luidt de visie van Nije Gaast: Bij Nije Gaast ontplooien kinderen hun kwaliteiten optimaal: - Met uitdagende en stimulerende begeleiding - Vanuit een bijzondere inspirerende identiteit - Vanuit een veilige omgeving Elf scholen van Nije Gaast zijn christelijke scholen, twee scholen zijn algemeen/neutraal bijzonder. Voor de christelijke scholen geldt dat de Bijbelse verhalen over God en mensen inspireren tot actieve betrokkenheid op de waardevolle omgeving waarin we leven: de omringende schepping met mensen, dieren en planten. Voor de ab/nb scholen geldt dat het onderwijs wordt aangeboden aan leerlingen van alle gezindten met dien verstande dat dit onderwijs uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle godsdiensten, levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. De levensbeschouwelijke, pedagogische en onderwijskundige identiteit is zichtbaar in ons onderwijs. De veranderende maatschappij vraagt steeds opnieuw om een keuze. Van al onze medewerkers wordt gevraagd om binnen Nije Gaast actief bij te dragen aan de realisatie van onze visie en missie. 6

Bestuursverslag 2014 Doelstellingen In de strategische koers zijn de volgende doelen benoemd: De invulling van identiteit gebeurt op schoolniveau en is duidelijk zichtbaar voor ouders. Het is dé opdracht voor de school: laat zien wat je bent, wat je beweegt en waar je voor staat. Nije Gaast geeft elke school de ruimte de christelijke en algemeen/neutraal bijzondere identiteit op een eigen manier in te vullen, binnen de kaders van de statuten van de Vereniging en de strategische koers. Elk kind heeft recht op veiligheid en moet zijn/haar talenten kunnen ontwikkelen en ontplooien. In Nije Gaast werken leerkrachten met vakkennis. Zij werken voortdurend aan de ontwikkeling van hun competenties. Ouders worden betrokken bij het onderwijs, waardoor er optimale kansen geschapen worden voor hun kind. Nije Gaast heeft korte communicatielijnen, levert maatwerk voor de scholen, legt verantwoording af en is transparant. In Nije Gaast staat het kind centraal en is er aandacht voor elk kind. De schoolgebouwen in Nije Gaast hebben een aantrekkelijke en uitdagende uitstraling. Er is een transparant systeem van financiële planning en control. Nije Gaast heeft een optimaal ontwikkelde zorgstructuur. De missie, visie en doelstellingen zijn verwoord in de strategische koers van Nije Gaast. 7

Organisatie 3 Juridische structuur Bij de oprichting van Nije Gaast op 1 augustus 2003 is gekozen voor de verenigingsvorm. De vereniging droeg de naam: Vereniging voor christelijk en algemeen neutraal / bijzonder basisonderwijs Nije Gaast in de gemeenten Nijefurd en Gaasterlân-Sleat. Het centrale onderwijsbureau is gevestigd in Balk. Vanaf augustus 2006 werd gewerkt met een bestuur op hoofdlijnen. Een managementstatuut regelde de verantwoordelijkheden tussen bestuur en algemeen directeur. In oktober 2010 is de discussie gestart over een duidelijke scheiding tussen besturen en toezicht houden. De nieuwe wet: Goed onderwijs, goed bestuur regelt de governance en verantwoording. Per 1 januari 2012 kwam er een Raad van Toezicht en een professioneel bestuur, het college van bestuur, en veranderde de vereniging in een stichting. de op 21 januari 2010 door de leden van de PO-raad vastgestelde code Code Goed Bestuur in het primair onderwijs. Ook de wijzigingen, het laatst vastgelegd in januari 2014, onderschrijft Nije Gaast. Raad van Toezicht (RvT) Bij de vervulling van zijn taak richt de RvT zich op het belang van de stichting en de scholen behorend tot de stichting. De samenstelling, taken en bevoegdheden zijn zodanig, dat de RvT een deugdelijk en onafhankelijk toezicht uit kan oefenen. Leden van de Raad van Toezicht De raad van toezicht heeft expertise op het gebied van Identiteit, maatschappelijke betrokkenheid, management, financiën, juridische zaken, politiek en ouderbetrokkenheid. In 2014 hebben zitting in deze raad: Code goed bestuur Het scheiden van de functies van bestuur en intern toezicht is een belangrijk governancebeginsel. Op 1 augustus 2010 is de wet Goed onderwijs, goed bestuur van kracht geworden. De nieuwe wet geeft aan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor goed bestuurde scholen en een goed bestuurde organisatie en dat de toezichthouder toezicht moet houden op de wijze van besturen. De Code Goed Bestuur van de PO-Raad zegt hierover: Het intern toezichtsorgaan houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het schoolbestuur in het bijzonder. Goed onderwijsbestuur heeft te maken met het goed sturen op onderwijskwaliteit, identiteit, bedrijfsvoering en goed werkgeverschap. Goed toezicht heeft te maken met integraal toezicht hierop. Per 1 januari 2012 is het scheiden van de functies van bestuur en toezicht in Nije Gaast gerealiseerd. Nije Gaast is lid van de PO-raad. Nije Gaast onderschrijft en voldoet aan De heer C. Wierda voorzitter tot 1 september 2014 De heer D. Hylkema vice-voorzitter Mevrouw J. Winkel-Veenstra lid De heer Y. de Boer lid Mevrouw M.E. van der Eijk-Klinkhamer lid De heer D.J. van Tuinen lid De heer J. Wesselius voorzitter vanaf 1 september 2014 De heer R. Tax lid vanaf 1 september 2014 Beloning (Wet normering topinkomens) De Raad van Toezicht heeft in 2014 een vergoeding gekregen van 750,- per persoon. De raad is lid van de VTOI. Dit betekent voor de beloning van de bestuurder dat er gewerkt dient te worden met de CAO voor bestuurders. 8

Bestuursverslag 2014 College van Bestuur (CvB) Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van Stichting Nije Gaast. Zij is belast met het besturen van de onder de stichting ressorterende scholen en draagt tevens de eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding van de stichting en van de onder de stichting vallende scholen. Zij onderhoudt hiervoor o.a. contact met de schoolleiders in de vorm van gesprekken en gestructureerd overleg in het MT (Management team). Stafmedewerkers ondersteunen het college van bestuur, bereidien beleid voor en geven het CvB de nodige adviezen. Een volledige beschrijving van de taken en bevoegdheden van het College van Bestuur is beschreven in het bestuurs- en managementstatuut. College van Bestuur: mevrouw R. Tulner voorzitter de heer E. van Hijum lid tot 1 oktober 2014 Beleidszaken die worden ontwikkeld worden meegenomen voor bespreking in de GMR. Staf en administratie Nije Gaast maakt al een aantal jaren gebruik van een controller van Confina-Drachten, het administratiekantoor waar we bij aan zijn gesloten. Op het gebied van personeel wordt een personeelsspecialist ingekocht van Metrium Leeuwarden. Voor het gebied Zorg is per september 2014 een vervangend stafmedewerker aangesteld. Het gebied Onderwijs wordt vanaf september waar nodig bemand door het college van bestuur. Een onderhoudsmedewerker is voor 1 dag in de week aanwezig. Het secretariaat wordt 32 uur per week bemand. Nije Gaast is voor de financiele- en salarisadministratie aangesloten bij Confina. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR bestaat uit een ouder- en een personeelsgeleding. Iedere geleding bestaat uit zes personen. Samen bespreken zij zaken op het niveau van de organisatie. Het CvB is een gedeelte van de vergadering aanwezig om de GMR leden te informeren, met ze in gesprek te gaan over verschillende onderwerpen en om het beleid en de besluiten voor advies dan wel instemming te bespreken en voor te leggen. De GMR heeft in 2014 onder meer gesproken over en instemming/advies verleend aan de volgende plannen: Onderwijskundig jaarverslag 2013-2014 Begroting 2014 Mobiliteitsbeleid Ontslagbeleid Toekomst van de scholen in Nije Gaast Bestuursformatieplan IPB 9

Organisatie Schoolleiders Onder Stichting Nije Gaast vallen tot 1 augustus vijftien scholen, na 1 augustus 13 scholen. De scholen zijn te karakteriseren als traditionele scholen. Drie schoolleiders geven leiding aan twee scholen, twee schoolleider zijn naast hun werkzaamheden als schoolleider ook leerkracht, een schoolleider is tevens interne begeleider en de anderen zijn schoolleider van één school. De schoolleider is belast met de algehele leiding van de school en legt over het totale functioneren van de school verantwoording af aan het CvB. In 2014 kennen de scholen de volgende schoolleiders: NIJE GAAST Schoolleider chr.bao De Bolster Wikelerdyk 14 8561 BE Balk www.bolster.nl 05 LP S.Horjus abb Us Nije Gea Buorren 8 8581 KE Elahuizen www.usnijegea 04 AX M. Tjerkstra nbb De Barte Nicolaaswei 10 8584 VW Hemelum www.barte.nl 04 AW H. Reidsma chr.bao De Brêge Heidenskipsterdyk 28a 8724 HW It Heidenskip www.brege.nl 05 PG D. Weerstra chr.bao It Grovestinshôf t Heale Paed 1 8723 AG Koudum www.grovestinshof.nl 06 QN A. Stapensèa chr.bao It Swannenêst Westerich 1 8722 HR Molkwerum www.swannenest.nl 04 KH P. Jongsma chr.bao De Stapstien Lyclemawei 25 8566 JH Nijemirdum www.stapstien.nl 05 RM C. Glastra chr.bao De Skeakel Aldewei 37 8582 KX Oudega www.skeakel.nl 04 NA Y. Hoekstra chr.bao De Wâlikker Jan Schotanuswei 46 8567 LC Oudemirdum www.walikker.nl 06 UN P. Braam chr.bao De Klinkert Wyckelerweg 172 8556 XB Sloten www.klinkert.nl 05 TH D. Weerstra chr.bao Op 'e Terp J. Boomsmastraat 23 8565 GE Sondel www.opeterp.nl 04 TQ K. Altena chr.bao De Skutslùs Voorstraat 7 8715 HW Stavoren www.skutslus.nl 05 TM P. Jongsma chr.bao De Skoalfinne Himmelumerdyk 2 8721 GT Warns www.skoalfinne.nl 06 UM Y. Hoekstra chr.bao It Finster Fûgelikkers 2 8711 DB Workum www.finster.nl 10 IC J. Volbeda chr.bao De Regenboog Dr. Hattinkstrjitte 1 8563 AC Wyckel www.regenboog.nl 03 YR P. Braam Werkgroepen Op het gebied van onderwijs, zorg, financiën en personeel kent Nije Gaast werkgroepen van schoolleiders, stafmedewerkers en het CvB. Vanuit o.a. de positionering van stafmedewerkers op het kantoor, krijgen de werkgroepen ook een herpositionering. In 2014 is de rol, taak en werkwijze van de werkgroepen opnieuw besproken, herkaderd en in werking gezet. Naast deze werkgroepen kent de organisatie een structurele werkgroep ICT en hoogbegaafdheid. Incidentele werkgroepen zijn er ook. Denk hierbij als voorbeeld aan de werkgroep Ontslagbeleid en de werkgroep van schooleiders en college van bestuur voor de personeelsdag. 10

Bestuursverslag 2014 Netwerken Nije Gaast neemt deel aan diverse netwerken in de beide gemeenten Súdwest Fryslân en de Friese Meren, in de regio en in de provincie. Het gemeentelijk overleg richt zich vooral op het Lokaal Onderwijsbeleid (OOGO, LEA en REA). Er is een constructieve samenwerking tussen de besturen van de diverse denominaties: christelijk, openbaar en rooms-katholiek. Ditzelfde geldt ook voor het Voortgezet Onderwijs. Tevens participeert Nije Gaast in: Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslan Het oude WSNS 302 CBO Fryslân (coöperatieverband van alle christelijke besturen in Fryslân) Stenden Hogeschool resonansgroep Bestuurlijk zijn er diverse regio-overleggen om samenwerking te onderzoeken en op te zoeken en waar mogelijk de kwetsbaarheid met betrekking tot landelijk beleid te minimaliseren. Nije Gaast is aangesloten bij de PO-raad en bij Verus. Met deze organsaties wordt contact gezocht vanuit expertisevragen, ondersteuning en vanuit scholing. Klachtencommissie In Nije Gaast heeft elke school een vertrouwenspersoon en Nije Gaast heeft een klachtencommissie. De vertrouwenspersonen en klachtencommissie zijn beschikbaar voor ouders/verzorgers, kinderen en medewerkers van Nije Gaast. Er zijn in 2014 geen klachten ingediend. Wel heeft op een van de scholen een incident gespeeld waarin grensoverschrijdend gedrag is geconstateerd. Dit is gemeld bij de vertrouwensinspecteur. Met alle zorg, in overleg met alle partijen en met externe ondersteuning is dit naar tevredenheid opgelost. Leerlingaantallen en prognoses Op de teldatum 1 oktober 2014 zijn op onze scholen 1.128 leerlingen ingeschreven. In onze regio hebben we al jaren te maken met een langzame daling van leerlingen die zich de komende jaar doorzet. In 2020 verwachten wij dat er 1.024 leerlingen staan ingeschreven. De krimp en het overheidsbeleid vraagt zwaarwegende maatregelen van de organisatie. Het aantal kleine scholen is te groot om op alle tereinnen gezond te kunnen blijven. Zeer kleine groepen zijn bovendien niet wenselijk voor een opgroeiend kind. Het is geen goede afspiegeling van de maatschappij. Organigram 11

Organisatie Toekomst van de scholen Achtergrondinformatie 1. Als meest risicovolle aspect wordt voor Nije Gaast de ontwikkeling van het aantal leerlingen en de veelheid aan zeer kleine scholen ingeschat. Hoewel de situatie in de gemeenten De Friese Meren en Súdwest Fryslân (het verzorgingsgebied van Nije Gaast) wellicht niet zo dramatisch is als sommige andere gebieden in Friesland, Drenthe en zeker Noord- Groningen, is er de komende jaren duidelijk sprake van dalende leerlingenaantallen. voldoen. De groepsgemiddelden zijn te klein om voldoende financiering van het ministerie te ontvangen om vanuit de materiele bekostiging en de gebouwafhankelijke kosten de school te kunnen financieren. Vanaf 2012 heeft het bestuur gecommuniceerd met de ouders over de toekomst van de scholen in Nije Gaast. Dit proces heeft voor veel onrust gezorgd. In 2013 is een externe begeleider aangesteld. Ouders en teamleden zijn met elkaar in gesprek gegaan over de toekomst de school. Eind 2013, begin 2014 zijn situationeel drie fusietrajecten in verband met de te kleine scholen opgestart. In 2014 is dit intensief uitgewerkt. Het traject voor 1 school in Warns is in 2014 opgestart. 2. Nije Gaast kent veel kleine scholen. 4 scholen hebben minder dan 50 leerlingen, 5 scholen zitten tussen 50 en 100 leerlingen, 3 scholen tussen 100 en 200 leerlingen en 1 school heeft meer dan 200 leerlingen. (situatie teldatum 01-08-2014) Grote scholen compenseren de kleine scholen. Nije Gaast heeft te weinig scholen met een voldoende aantal kinderen om de kleine scholen te compenseren. 3. Kleine scholen kenmerken zich door een extra grote inzet van leerkrachten, om ook als kleine school dezelfde opbrengsten te halen als grote scholen. Ondanks deze inzet wordt het steeds lastiger de gewenste kwaliteit in absolute kwaliteit vol te houden en uit te bouwen naar wat de huidige maatschappij vraagt van het onderwijs. En dat is meer dan een goede groepsleerkracht voor de klas. Specialisten kunnen moeilijk aan de kleine school worden toegevoegd; een ICT-coordinator, een taalspecialist wordt per kleine school lastig. IB-ers staan in Nije Gaast, volgens vastgesteld beleid, niet voor de groep. Dat betekent dat sommige IB-ers op 3 of 4 scholen moeten werken om aan hun werktijdsfactor tegemoet te komen. Hiermee zijn duidelijke grenzen bereikt. 4. Een tweede risico betreft de financiën van de kleine school. De kleine school ontvangt weliswaar een relatief hoger subsidiebedrag dan de grotere scholen (als gevolg van de zogenaamde kleine scholen toeslag die wordt toegevoegd aan de personele inzet), maar dit is in absolute zin onvoldoende om aan de basisbehoefte van de kleine school te In 2013 kwam vanuit het ministerie het bericht dat de kleinescholentoeslag zou gaan verdwijnen. Zonder deze toeslag is het ondenkbaar dat kleine scholen (minder dan 145 leerlingen) kunnen blijven voortbestaan. Juni 2014 heeft de staatssecretaris een brief gestuuurd aan de Tweede Kamer, waarin hij diverse maatregelen aankondigd om fusies tussen scholen te stimuleren. De Regenboog, Wyckel Het traject de Toekomst van de scholen heeft veel gevolgen gehad voor de Regenboog te Wyckel. Op De Regenboog zaten op 1 oktober 2013 5 kinderen. De school fuseert daarom op 1 augustus 2014 met Op e Terp te Sondel. De Brêge, It Heidenskip Op 1 oktober 2013 waren er 22 leerlingen op deze school. De prognoses laten de komende jaren geen noemenswaardige groei van het aantal leerlingen zien. Dat heeft geresulteerd in een fusie per 01-08-2014 met It Finster te Workum. Us Nije Gea, Elahuizen In 2013 is deze fusie opgestart en bespreekbaar gemaakt tussen beide scholen en de beide MR-en. In 2014 heeft de fusie tussen Us Nije Gea in Elahuizen en de Skeakel in Oudega zijn voortgang gekregen. De intentieverklaring tot fusie is door beide MR-en ondertekend. Het fusieproces wordt constructief doorlopen. Verwachte fusiedatum is 01-08-2015. 12

Bestuursverslag 2014 De Skoalfinne, Warns In 2013 is de oudergeleding van de MR met het college van bestuur in gesprek gegaan over de wenselijkheid van he t samengaan van de beide scholen in Warns, die sinds een paar jaargehuisvest zijn in hetzelfde nieuwe gebouw. Ook de oudergeleding MR van de Welle, de andere school in het dorp, heeft met hun college van bestuur contact gezocht over het samengaan van beide scholen. In 2014 heeft het college van bestuur van de beide scholen dit traject opgepakt. Voor de zomervakantie en na de zomervakantie zijn ouderavonden georganiseerd. Het college van bestuur heeft in het najaar 2014 een projectleiding aangesteld. De route om te komen tot een sterke school in het dorp is uitgezet. Vanuit de spreiding van onderwijsdenominaites in de regio hebben beide bestuurders ervoor gekozen om de school in Warns onder te brengen bij de Gearhing. De intentieverklaring tot fusie wordt in 2014 voorbereid en begin 2015 aan de beide MR-en verzonden. 1. Gemeente De Friese Meren 1 okt 2012 2013 2014 2020 schooljaar 13-14 14-15 15-16 21-22 Balk 225 224 216 205 Oudemirdum 106 112 108 127 Sloten 87 85 89 92 Wyckel 49 5 Nijemirdum 49 46 41 39 Sondel 50 50 55 38 Elahuizen 33 32 27 26 Oudega 26 28 25 28 TOTAAL 625 582 561 555 2. Gemeente Súdwest-Fryslân 1 okt 2012 2013 2014 2020 schooljaar 13-14 14-15 15-16 15-16 Hemelum 80 80 75 61 Molkwerum 31 36 32 31 It Heidenskip 27 22 Stavoren 82 79 82 94 Koudum 121 120 132 102 Warns 61 51 59 39 Workum 183 179 187 142 TOTAAL 585 567 567 469 3. Totaal 2012 2013 2014 2020 Totaal GS 625 582 561 555 Totaal SWFrl 585 567 567 469 totaal 1210 1149 1128 1024 13

Onderwijs 4 Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs en leren op de scholen. Nije Gaast streeft naar een hoge onderwijs standaard, waarin elke leerling tot zijn/haar recht komt en wordt uitgedaagd. Een opbrengstgerichte cultuur waarbij handelingsgericht werken centraal staat, is daarbij van wezenlijk belang. In 2014 is daar vanuit Nije Gaast gericht aan gewerkt in het IB-netwerk en op de scholen. Elk jaar wordt een kwaliteitsprofiel gemaakt van de school. In dit profiel staan de gegevens van de school: eindopbrengsten, tussenopbrengsten, uitslag enquêtes, inspectiebezoeken, sociale competenties en diverse andere kengetallen. De kwaliteitsprofielen zijn opgenomen in het onderwijskundig jaarverslag 2013-2014 en zijn gepubliceerd op de website van elke school. Een kernachtige samenvatting zou kunnen zijn: elke school zit in het basisarrangement van de inspectie en voldoet minimaal aan de kwaliteit die de inspectie stelt. Planning en controlcyclus op schoolniveau Elk jaar stelt de schoolleider voor aanvang van het nieuwe schooljaar het schoolwerkplan (swp) op. In het swp formuleert de schoolleider de verbeterpunten en ontwikkelingsonderwerpen. Deze swp s worden jaarlijks vastgesteld door het CvB. Elk jaar maakt de schoolleider een schooljaarverslag. In dit verslag komen belangrijke gegevens van het afgelopen schooljaar. Naast een analyse van de leerlingpopulatie wordt met name aandacht geschonken aan de opbrengsten van de school. Zijn de ambities van de school gehaald? Het schooljaarverslag wordt besproken met de schoolleider en vervolgens vastgesteld door het CvB. Jaarlijks gaat de schoolleider met het team na of de kwaliteitszorg voldoende is. In Nije Gaast gebruiken de scholen hiervoor de kwaliteitskaarten of de kwaliteitsmeter. Inspectiebezoeken De inspectie voor het onderwijs heeft in 2014 de Skeakel in Oudega bezocht. Alle scholen zijn in het basisarrangement van de inspectie opgenomen. Het jaarlijkse bestuursgesprek met de inspectie heeft met name betrekking op de tussenresultaten en de eindopbrengsten van de school. In 2014 zijn tien scholen in het basisarrangement geplaatst en drie scholen kregen een basisarrangement met attendering (Bolster, Stapstien en Walikker) De attendering geldt voor de onvoldoende eindopbrengsten in 2014. De betreffende scholen hebben extra inzet gepleegd om de eindresultaten op voldoende niveau te brengen. Samenwerkingsverband 302 Het samenwerkingsverband (swv) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van Passend Onderwijs. Het CvB van Nije Gaast is tot 1 augustus 2014 vertegenwoordigd in het bestuur van het swv dat ieder jaar het zorgplan vaststelt. Nieuwe ontwikkelingen en vast te stellen beleid worden besproken in de werkgroep van alle algemene directie- of bestuursleden die werkzaam zijn in het werkgebied van het swv. 1 augustus 2014 is het Samenwerkingsverband Fryslan van start gegaan. 1 samenwerkingsverband vanuit het denken en werken met Passend Onderwijs. In 2014 is dit samenwerkingsverband vooral actief geweest in het neerzetten van de nieuwe structuren en het regelen van alle financiele zaken die geregeld moeten worden. Ieder schoolbestuur ontvangt een budget voor de ondersteuning van zorg. Bij Passsend Onderwiijs wordt er ook niet meer gedacht vanuit de leerling gebonden financiering. De LGF financiering is vanaf 01-08-2014 voor de SO3 en SO4 scholen niet meer van toepassing. Vanaf 2016 ook niet meer voor de SO2 scholen. Nije Gaast heeft in 2014 een zorgteam opgericht. Doel is om de zware zorgvragen van scholen te bespreken en de scholen advies te geven over het vervolg. Dit vanuit een match tussen het ondersteuningsprofiel van de school en de ondersteuningsbehoefte van het kind. 14

Bestuursverslag 2014 Nije Gaast Academie In het najaar van 2013 is de Nije Gaast Academie van start gegaan. Deze academie biedt scholing aan leerkrachten. De cursussen kennen een kort karakter. Een, hooguit twee avonden per onderwerp. De cursussen worden voornamelijk verzorgd door eigen leerkrachten met een specifieke deskundigheid. Er zijn 27 cursussen aangeboden. Naast algemene onderwerpen (hoe bepaal ik bijvoorbeeld het ontwikkelingsperspectief) zijn er ook prikkelende cursussen (o.a. Human Dynamics) aangeboden. De reacties van de cursisten zijn erg positief. Vanuit een jaarlijkse evaluatie worden aanpassingen gedaan en groeit deze opzet verder tot wat deelnemers graag willen en tot wat de organsisatie ondersteunt. Verwijzingspercentage Nije Gaast Schooljaar Teldatum Aantal kinderen Verwijzing % 08-09 1-10-2008 1321 10 0,68% 09-10 1-10-2009 1273 5 0,39% 10-11 1-10-2010 1249 8 0,64% 11-12 1-10-2011 1220 2 0,16% 12-13 1-10-2012 1212 6 0,69% 13-14 1-10-2013 1148 4 0,34% Hoogbegaafdheid / Plusklas In de tweede helft van 2013 is Nije Gaast begonnen met de Plusklas. De hoogbegaafdheidsspecialist van Nije Gaast begeleidt ook in 2014 twee groepen leerlingen op twee ochtenden. Voor de start van deze plusklas heeft Nije Gaast een intensief traject aangeboden aan de scholen over hoe om te gaan met hoogbegaafdheid in de klas en op school. In 2014 zijn er bouwbijeenkomsten geweest onder leiding van een extern expert. Voor de coordinatoren per school zijn er twee keer per schooljaar bijeenkomsten. Alle aanvragen voor plaatsing van leerlingen worden gescreend op de toelatingseisen door een toelatingscommissie. Reacties vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen zijn erg positief. De hoogbegaafdheidcoordinator leidt 2 ochtenden per week een groep kinderen en heeft voor de coordinerende taken 2 middagen per week. De financiele middelen voor deze twee dagen komen uit de prestatiebox. In 2015 wordt het beleid en de werkwijze opnieuw geevalueerd door de coordinatoren, IB-ers en schoolleiders en wordt er vanuit de analyses gekeken naar de voortgang in ontwikkeling en scholing. Invoering Passend Onderwijs in Nije Gaast Augustus 2014 is Passend Onderwijs ingevoerd. Alle scholen van Nije Gaast werken met een ondersteuningsprofiel. De zorg aan kinderen die geboden kan worden heeft een match nodig met dit ondersteuningsprofiel. Het zorgteam is ingesteld en gaat de zware zorg coordineren. In 2015 zal dit verder uitgewerkt worden. Het aannamebeleid van Nije Gaast wordt in 2015 aangepast aan de wet op Passend Onderwijs. 15

Onderwijs ICT ICT verdient een volwaardige plek in het onderwijs. Zowel ICT beheer, hardware als ook het gebruik van ICT in het onderwijs. In 2013 is Nije Gaast gaan werken met een ICT werkgroep, bestaande uit schoolleiders, leerkrachten, systeembeheer en het CvB. Doel was om te spreken over de ontwikkelingen die nodig zijn voor de komende jaren. In de zomervakantie 2014 is Nije Gaast wat automatisering betreft overgegaan naar SKOOL. Het automatiseringsbedrijf waar we bij aangesloten waren, ging stoppen. Daarbij was duidelijk dat het komende contract veel goedkoper kon worden afgesloten. De overgang naar SKOOL is over het algemeen soepel verlopen. De werkgroep buigt zich verder over ICT beleid binnen Nije Gaast. Ook het bespreken van een nieuwe ICT-structuur staat op het programma. Hierbij denken we aan de ondersteuning in beheer alsook de meer onderwijskundige aangelegenheden. De organisatie krijgt in 2015 een nieuwe website. Het gebruik van tablets in het onderwijs wordt besproken. Scholen in Nije Gaast werken met veel computers. Er zijn scholen met een gemiddelde van 1 computer op 2 kinderen, sommige scholen werken met een gemiddelde van 1 computer op 4 kinderen. Vervanging van computers gebeurt wanneer de computer minimaal 7 jaar oud zijn. Ze worden vervangen door refurbished computers. Digiborden en beamers worden ook minimaal 7 jaren gebruikt. Wanneer de financiële middelen meer op orde zijn is een grote wens om nieuwe ICT materialen aan te kunnen schaffen. Dit zorgt voor veel werkplezier, meer snelheid en mogelijkheden, minder uitval en problemen. In 2015 wordt de bedrading op de scholen nader bekeken, evenals wifi op alle scholen. 16

Bestuursverslag 2014 17

Personeel 5 Formatie In de afgelopen jaren zijn door de afname van leerlingen sommige scholen steeds iets kleiner geworden. Om de organisatie gezond te houden moeten rijksvergoeding en personele kosten met elkaar in overeenstemming zijn. Werknemers hebben een bestuursaanstelling en kunnen door de krimp geplaatst worden op andere scholen. Nije Gaast werkt met een vacaturestop. Tijdelijk personeel wordt via de payroll constructie aangesteld. Ook in de formatie van 2014-2015 is zichtbaar, evenals voorgaande jaren, dat Nije Gaast in alle afvloeiingsgroepen bovenformatief werkt. Vanaf 2012 is Nije Gaast merkbaar bezig met bijstellingen in de formatie. Door middel van natuurlijk verloop en regelingen hebben verschillende leerkrachten het onderwijs verlaten. In 2014 heeft Nije Gaast een bijeenkomst georganiseerd over de pensioenregelingen. Vanuit deze beide regelingen hebben personeelsleden met in totaal 5 fte het onderwijs verlaten. Het vertrek van leerkrachten en een juiste verdeling van de formatie over de scholen heeft er voor gezorgd dat de personele bekostiging beter aan ging sluiten bij de te ontvangen bedragen van het ministerie. Door uitstroom van personeelsleden is de RDDF ruimte in 2014 niet gebruikt. Ook in 2015 zal er daadkrachtig moeten worden gewerkt om de personele uitgaven verder in verhouding te brengen met de baten die van het ministerie worden ontvangen. De RDDF ruimte is wederom voor 2015 in zijn geheel ingezet. Conciërges en administratieve ondersteuners staan wat uren verdeling betreft, niet evenredig verdeeld over de scholen. Sommige scholen kennen geen ondersteuning, sommige schooldagen hebben voor 2 dagen in de week ondersteuning. In 2014 heeft het CvB hierover het gesprek opgestart met de schoolleiders. In 2015 zal een eerlijke verdeling van deze ondersteuning vanuit Nije Gaast worden vastgelegd. vrijwillige mobiliteit. Met deze wensen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. In 2014 is er weinig mobiliteit aangevraagd. Mobiliteit bevorderen blijft voor Nije Gaast een aandachtspunt. In geval van incidenteel te veel formatie op een school of een teruggang in formatie op een school kan het voor komen dat leerkrachten op een andere school van Nije Gaast worden geplaatst. De schoolleider doet hiertoe een voorstel aan het college van bestuur. Payrolling Om de gevolgen van de krimp ook in de (nabije) toekomst goed op te kunnen vangen en om de huidige personele risico s zoveel mogelijk te beperken, wordt gebruik gemaakt van de payroll constructie. In Nije Gaast wordt payroll ingezet in 4,5 a 5 % van formatie. Een lager percentage is ook voor de toekomst niet wenselijk. Krimp en het samengaan van scholen kan dan wat personeel betreft, niet meer worden opgevangen. Natuurlijk verloop werving en selectie Door de verschillende vormen van natuurlijk verloop zijn in de loop van 2014 medewerkers met een dienstverband voor onbepaalde tijd uitgestroomd. Door de krimp is er geen ruimte voor werving en selectie van nieuw personeel. Voor alle functies werken we met een vacaturestop. Met invalleerkrachten wordt, voorafgaande aan de inschrijving, een intakegesprek gehouden. Het aantal invallers loopt terug. In 2014 hebben we steeds voldoende invallers kunnen vinden. Nije Gaast werkt met goede tot zeer goede leerkrachten vanuit de payroll constructie en met goede invallers. Natuurlijk verloop zal in de nabije toekomst een wezenlijk aandachtspunt zijn om het teveel aan formatie terug te dringen. Mobiliteit Mobiliteit is verfrissend en kan leiden tot kwaliteitsverbetering. We denken hierbij aan interne mobiliteit( in de school zelf) en externe mobiliteit (naar andere scholen van Nije Gaast). Het beleid van Nije Gaast is gericht op Integraal personeelsbeleid en competentiemanagement Nije Gaast heeft beleid ontwikkeld voor de gesprekkencyclus, de POP ontwikkeling en het bekwaamheidsdossier. Dit alles vanuit de visie dat Integraal Personeels Beleid (IPB) zorgt voor een goede afstemming tussen de doelen van de organisatie, de doelen van de school en de ontwikkeling 18

Bestuursverslag 2014 van de medewerkers. In 2013 is kenbaar gemaakt door het CvB dat het gehele IPB beleid wordt geëvalueerd en een nieuwe impuls tot ontwikkeling krijgt. Vanaf 2014 wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van nieuw beleid. Middels studiedagen voor schoolleiders wordt het beleid opnieuw besproken en stapsgewijs vastgesteld. Dit vraagt de komende jaren continuering, zodat alle zaken die annex zijn met IPB worden besproken en een werkwijze wordt vastgelegd. Alle beleid en afspraken zijn vanaf vaststelling zichtbaar in alle scholen. De schoolleiders zijn de cultuurdragers hiervoor. Doen wat we belangrijk vinden en hebben afgesproken draagt bij aan een professionele en lerende organisatie. Functiemix Door de kleinschaligheid van het merendeel van onze scholen zijn de voor de functiemix landelijk voorgeschreven percentages LB op schoolniveau onmogelijk te halen. Ook op bestuursniveau is dit niet zo uit te voeren. LB functies vragen inhoudelijk en beleidsmatig wat van de werknemer. Ook financieel is het niet haalbaar Verzuimcijfers % ziekteverzuim 2011 2012 2013 2014 Nije Gaast 5,23 6,71 4,56 2,94 Landelijk regio Noord 6,73 6,72 7,1 nog niet bekend Landelijk o.b.v. A.V.R. gegevens 6,7 6,8 6,5 nog niet bekend Meldingsfrequentie 2011 2012 2013 Nije Gaast 0,83 0,61 0,69 0,59 Landelijk regio Noord 0,95 1,06 1,1 nog niet bekend Landelijk 1,05 1,05 1,2 nog niet bekend de landelijke percentages te halen. Personeelsbudgetten nemen af, salariskosten worden jaarlijks hoger, organisaties hebben steeds meer financiële middelen nodig op het gebied van Personeel om de grote risico s die worden gelopen op te kunnen vangen. De LB functies worden vanuit het bovenstaande niet actief ingevuld in 2014. Dit zal in 2015 ook de werkwijze zijn. Ontslagbeleid Nije Gaast hanteert het ontslagbeleid. Vanuit een hiervoor opgerichte werkgroep, vanuit het MT en de GMR, wordt al een aantal jaren nagedacht over ontslagbeleid. Voorstel is om leeftijdscohorten aan het ontslagbeleid te verbinden. In 2014 is het CvB intensief met deze zaak bezig geweest. De ontwikkelingen met betrekking tot de CAO, het niet wijzigen van beleid lopende RDDF plaatsingen heeft het CvB doen besluiten om de werkgroep op te heffen en de landelijke ontwikkelingen af te wachten. Nu beleid wijzigen zorgt ervoor dat we de onrust bij werknemers niet weg kunnen nemen. Het ontslagbeleid wordt daarom gehanteerd. Arbo en verzuim Het gehele jaar 2014 had Nije Gaast een contract bij Perspectief diensten. Standaard worden de dossiers van zieke werknemers eens per 6 weken besproken. Ook preventieve zaken worden dan doorgesproken en waar nodig wordt er actie ondernomen. Vaak is er tussentijds contact tussen de personeelsadviseur en Perspectief. De Wet Verbeterde Poortwachter volgend, worden langdurig zieken opgeroepen voor een consult bij de bedrijfsarts. Er zijn probleemanalyses opgesteld en plannen van aanpak geschreven en uitgevoerd. Er is de mogelijkheid om versneld een (extra) consult aan te vragen door zowel casemanager als betrokkene. Waar nodig zijn medewerkers doorverwezen naar externe hulpverleners. Nije Gaast maakt voor voortgangsgesprekken en dossierbesprekingen gebruik van een verzuimconsultant van Perspectief. De schoolleider is de casemanager. Overleg, advies en sturing vindt plaats vanuit personeelszaken. Er is in 2013 en 2014 een actief verzuimbeleid door het bestuur gevoerd. Dat werpt zijn vruchten af. De uitwerking van het gehele verzuimbeleid verdient opnieuw de aandacht. 19

Personeel Wet en regelgeving. Veranderingen. De drie hieronder genoemde wet- en regelgevingen vragen om veel veranderingen in het onderwijs. In de tweede helft van 2014 was dit landelijk in voorbereiding. Vanaf 2015 vraagt dit binnen de organisatie de vertaling in aangepast beleid en duidelijke afspraken. Hieronder worden ze genoemd. CAO-PO 2014 2015 In december 2014 is de tekst voor de nieuwe CAO PO 2014-2015 bekend geworden. Vanaf dan kan de nieuwe cao worden vertaald naar beleid voor de praktijk. Eerder was niet haalbaar omdat de partijen landelijk lastig tot overeenstemming konden komen over de op te nemen teksten. In de eerste helft van 2015 krijgen de aandachtsgebieden die zijn veranderd de aandacht. We denken hierbij aan de afschaffing van de BAPO-regeling en het invoeren van de duurzame inzetbaarheid, aan de professionalisering, aan de 40-urige werkweek en aan de invulling van de normjaartaak. Wet Werk en Zekerheid (WWZ) De Wet Werk en Zekerheid en dan met name de ketenbepaling heeft grote gevolgen voor het onderwijs. In 2014 is deze wet in voorbereiding en roert het gehele onderwijsveld. Vanuit de coöperatie in Friesland, CBO Fryslan, is er landelijk en in de regio intensief en gedegen actie gevoerd. De ketenbepaling heeft grote gevolgen voor de invallers die op de scholen worden ingezet bij ziekte. De onderwijsorganisatie dient sneller een vast contract af te geven aan vervangers. Daarbij wordt voor de invaller de niet werkbare periode tussen vervangingen in verdubbeld om een organisatie te ontslaan aan deze verplichting. In 2015 gaat het onderwijs georganiseerd verder werken om deze problemen in gezamenlijkheid op te pakken en samen te werken waar mogelijk. Voor 1 juli, de inwerking treden van de wet, is hier duidelijkheid over. vervangingen volgens 8.7 en 8.8 van de CAO moeten worden bekostigd door het eigen bestuur. Binnen Nije Gaast werd nog niet gewerkt met een teruggang van declaraties. In 2015 wordt vastgesteld welke vervangingen door Nije Gaast worden bekostigd en welke niet. Kengetallen personeel Iedere twee jaar wordt er naast de leerling-enquête (ieder schooljaar) en de ouderenquête ( per twee jaar) een leerkrachtenquête uitgevoerd. De meest recente leerkrachtenquête wordt gepresenteerd in dit schooljaarverslag. In het najaar 2014 zou de leerkracht enquête opnieuw worden opgestart en begin 2015 worden afgenomen. In de contacten met het extern bureau die de enquête verzorgd, is aangegeven dat de websitebouwer van Nije Gaast de verwerking van de gegevens niet meer webbased ondersteund. Nije Gaast laat in 2015 een nieuwe website bouwen. De enquêtes zullen hierin worden meegenomen. De leerkracht enquête wordt daarom uitgesteld totdat de techniek van de website dit weer ondersteund. De volgende tabellen bevatten de gegevens van 2012. Vervangingsfonds (Vf) Het vervangingsfonds is bezig met een modernisering van de vervangingen. De uitkering voor vervangingen wordt drastisch veranderd. Rechtspositioneel verlof, in de CAO beschreven onder hoofdstuk 8.7 en 8.8 wordt niet meer vergoed per 1 januari 2015. Al een aantal jaren kon er op dit verlof minder worden gedeclareerd door de onderwijskoepels PO. Vanaf 1 januari 2015 kan alleen nog ziekte worden gedeclareerd. Alle andere Aantal jaren diensttijd 20

Bestuursverslag 2014 Aantal functies in Nije Gaast Aantal functies in Nije Gaast 21

Personeel OMGANG/PROFESSIONALITEIT COLLEGA S 22

Bestuursverslag 2014 23

Beheer 6 Meerdere zaken hebben in 2014 een rol gespeeld. Nieuwbouw, verbouw en lopend onderhoud aan de scholen, sluiting van twee scholen, overleg over integrale huisvestingsplannen in de gemeenten De Friese Meren en Súdwest Fryslân, overleg over een nieuwe huisvestingsverordening en voorbereidingen treffen ten aanzien van de overdraging van het buitenonderhoud aan het bestuur van Nije Gaast. Onderhoudsplan / meerjarenonderhoudsplan In 2014 is een contract afgesloten met Lindhorst huisvestingsadviseurs voor een digitaal (meerjaren)onderhoudsplan voor de scholen. Het binnen en buitenponderhoud is in kaart gebracht. Het onderhoudsplan is de basis voor een goede uitvoering van het onderhoud op de scholen, een goede meerjarenplanning voor de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden en de plannen vormen de basis voor het opstellen van een (meerjaren)begroting voor het onderhoud aan de binnen- en buitenzijde van het gebouw. Het gemak van een digitale uitvoering is evident: er kunnen op eenvoudige wijze overzichten worden gemaakt per school en op stichtingsniveau voor onderhouden en kosten. Digitaal wordt aangegeven wat is uitgevoerd. Dit vormt de basis van een actueel overzicht van het onderhoud. Bij de opstelling van het onderhoudsplan vinden ook controles plaats op gebied van brandveiligheid, veiligheid van speeltoestellen binnen en buiten, NEN-keuringen van het elektra e.d.. Hiermee voldoet Nije Gaast aan de wettelijke voorschriften. Onderhoud Jaarlijks zijn er diverse zaken die volgens de onderhoudsplanning moeten worden uitgevoerd. Dit betreffen kleine en grote schilderwerkzaamheden, herstelwerkzaamheden, vernieuwingen e.d. Alle werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens planning. Nieuwbouw/verbouw De Barte, Hemelum. Vanwege niet bestede budgetten uit onderwijskundige vernieuwingen en wegens de toename van het aantal leerlingen, mocht er in De Barte een extra lokaal worden bijgebouwd met een eigen entree. Deze werkzaamheden zijn in 2014 uitgevoerd. Voor 2015 staat nog een extra directie- en IB ruimte in de planning om te worden uitgevoerd. De gemeente heeft voor deze verbouw de beschikking in 2014 afgegeven. It Grovestinshôf, Koudum. Samen met de openbare basissischool De Welle te Koudum mag Nije Gaast nieuwbouw realiseren. 2014 heeft het hele jaar in het teken gestaan van de voorbereidingen op deze nieuwbouw. Eind december 2014 heeft de school een noodlocatie betrokken. Eind 2015 zal nieuwbouw zijn gerealiseerd en kan de nieuwe locatie in gebruik worden genomen. It Finster, Workum. In het huisvestingsplan 2014 had It Finster toestemming gekregen tot een zeer noodzakelijke verbouw van dit uit 1974 daterende gebouw. In overleg met de gemeente is besloten om hier geen uitvoering aan te geven. Verbouw kan niet gerealiseerd worden voor het budget dat hiervoor was uitgetrokken. In overleg met de gemeente is besloten een aanvraag in te dienen voor nieuwbouw in het huisvestingsplan 2015. Er is samen met De Pipegaal (openbaar onderwijs te Workum) een aanvraag ingediend, omdat ook zij in een vergelijkbare positie verkeren. Mocht er geen goedkeuring worden gegeven, dan kan Nije Gaast in 2015 alsnog gebruik maken van het budget voor verbouw. Echter de kansen voor nieuwbouw zijn kansrijk Energiebesparende maatregelen Energieverbruik Uit de financiële cijfers blijkt dat Nije Gaast jaarlijks meer dan 50.000,- energie meer verbruikt dan er wordt vergoed in de pve s. In 2013 is onderzocht hoe wij op onze 13 scholen energie kunnen besparen en welke maatregelen het meeste effect geven. In 2014 is voorzichtig begonnen met de uitvoering hiervan en de komende jaren gaan we volop investeren in energiebesparing. Vloerisolatie / stankoverlast In 2014 is de keuze gemaakt om op twee scholen ( De Wâlikker te Oudemirdum en De Skutslús te Stavoren) de kruipruimte te isoleren. In Oudemirdum is dit prima verlopen, in Stavoren kregen we te maken met stankoverlast. Deze stankoverlast bleek achteraf veroorzaakt te zijn door de riolering. Na een chemisch onderzoek is gebleken dat er geen gevaar was en is geweest voor leerlingen en personeel. 24

Bestuursverslag 2014 Zonnepanelen In 2014 heeft Nije Gaast zich georiënteerd op de plaatsing van zonnepanelen op een drietal scholen. In de begroting van 2015 is een bedrag uitgetrokken voor investering in zonnepanelen. Energy Challenges Dit project wordt ondersteund door de twee gemeenten waarin Nije Gaast werkt. Beide gemeenten hebben een fors bedrag uitgetrokken voor subsidie. Het project richt zich op educatie én energiebesparing. De leerlingen doen een project om te laten zien hoe de school kan besparen. Energy Challenges verschaft apparatuur om de besparing te meten. Energy Challenges wordt uitgevoerd op alle scholen van Nije Gaast. Sluiting van scholen Op 1 augustus 2014 hebben twee scholen hun deuren gesloten. De Regenboog te Wyckel en De Brêge in It Heidenskip. De inventaris van deze scholen is verdeeld onder de resterende 13 scholen en de schoolgebouwen zijn per 1 oktober 2014 overgedragen aan de gemeente. Verordening In beide gemeenten is overleg geweest over een nieuwe Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. De verordening moest worden gewijzigd, omdat per 1 januari 2015 de kosten voor het buitenonderhoud bij het bestuur komen te liggen. Bovendien heeft de VNG voorstellen gedaan om de bestaande verordening te vereenvoudigen. In Súdwest- Fryslân is de verordening ondertussen vastgesteld, in De Friese Meren loopt het traject nog. Dit wordt in 2015 afgerond. Schoonmaak De schoonmaaksituatie in Nije Gaast is nog divers: in enkele scholen zijn schoonmaakbedrijven werkzaam, maar in de meeste scholen is nog schoonmaakpersoneel in eigen dienst. De schoonmaaklasten staan hierdoor niet in verhouding tot de baten die de organisatie hiervoor ontvangt. Beleid is dat bij veranderingen in de situatie de werkzaamheden bij een schoonmaakbedrijf worden ondergebracht. Ook vervangingen worden ingezet vanuit personeel en werkwijze en werkplanningen van het schoonmaakbedrijf. In 2013 is besloten hiervoor een versneld traject te volgen, maar het gaat minder snel dan Nije Gaast had gedacht. In de komende jaren zal de uitvoering van het uitgangspunt zijn beslag krijgen. 25

Financiën 7 De vastgestelde begroting 2014 van Nije Gaast sloot met een geraamd tekort van ruim 295.000. Het bijbehorende meerjarenperspectief vertoonde destijds aflopende tekorten van bijna -/- 128.000 in 2015 tot bijna -/- 75.000 in 2017. Gezien de tekorten die de laatste jaren reeds waren gerealiseerd en de geraamde tekorten in de begroting van 2014 en het bijbehorende meerjarenperspectief, heeft de Raad van Toezicht de aangeboden begroting destijds goedgekeurd onder de voorwaarde dat er door het college van bestuur een taakstellende bezuiniging van 75.000 zou worden doorgevoerd. Door het college van bestuur waren reeds beleidsmatige ombuigingen geformuleerd die als uitvloeisel van de door de Raad van toezicht opgelegde bezuinigingsopdracht zijn gekoppeld aan de hiervoor opgestelde taakstelling. De voortgang van de taakstelling is gedurende 2014 nauwgezet gemonitord. In de communicatie met de Raad van Toezicht is de voortgang periodiek aan de orde gekomen. De taakstelling, die zowel een personeel als ook een materieel karakter draagt, heeft in 2014 duidelijk effect gehad. Met name als gevolg van een aantal beleidsombuigingen in de toe te kennen formatie aan de scholen, is er sinds augustus 2014 een financiële omslag zichtbaar. Werden er tot en met juli 2014 nog rode cijfers geschreven, ingaande augustus 2014 is dat omgeslagen in voordelige exploitatiesaldi. In de begroting werd zoals reeds vermeld een tekort geraamd van ruim 295.000. Mede als uitvloeisel van de doorgevoerde beleidsmatige ombuigingen is over 2014 uiteindelijk een nadelig resultaat gerealiseerd van nog geen 113.000. Hiermee is het tekort van 2014 beduidend lager dan oorspronkelijk in de begroting werd geraamd. Ook ten opzichte van de uitkomsten van 2013 is het tekort iets kleiner. De verwachting is bovendien dat de exploitatie van 2015 voor het eerst sinds jaren weer een positief beeld zal gaan geven. Het resultaat van 2014 is in onderstaande balans reeds in mindering gebracht op de reserves. De reserves (algemene reserve plus de private en publieke bestemmingsreserves) na resultaatverdeling per 31 december 2014 bedragen ruim 2,85 miljoen. Gezien de omvang van de stichting kan daarmee worden gesteld dat de stichting financieel gezond is. Balans per 31 december Het balanstotaal van de stichting is in 2014 met ruim 31.300 afgenomen tot bijna 4.110.000. Zoals blijkt uit de bovenstaande balans wordt de afname op de debetzijde van de balans met name veroorzaakt door een afname van de liquide middelen en een toename van de financiële vaste activa. Op de creditzijde van de balans nemen de voorzieningen met ruim 151.000 toe, maar dalen de kortlopende schulden met circa 69.500. De reserves nemen per saldo af met het bedrag van het jaarrekeningresultaat: bijna 113.000. De aanzienlijke verschuiving op de debetzijde van de balans tussen de financiële vaste activa en de liquide middelen wordt veroorzaakt doordat in februari 2014 vanuit private middelen certificaten van de Rabobank zijn gekocht voor een bedrag van circa 250.000. De toename van de voorzieningen is met name veroorzaakt doordat in 2014 een eenmalige extra dotatie aan de onderhoudsvoorziening heeft plaats gevonden in verband met de overdracht van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud aan de buitenkant van het gebouw van de gemeente naar het onderwijs. De extra dotatie daarvoor bedraagt in 2014 ruim 113.000. Balans Het resultaat van de jaarrekening 2014 bedraagt 112.975 nadelig. Het resultaat in beide voorgaande jaren was eveneens nadelig: 2013 -/- 122.276 en 2012 -/- 127.569. Het resultaat van 2014 ligt daarmee in lijn met voorgaande jaren. 26

Bestuursverslag 2014 ACTIVA 31-12-2014 31-12-2013 PASSIVA 31-12-2014 31-12-2013 Vaste activa Vaste passiva Materiële activa Eigen vermogen - Gebouwen en terreinen 181.530 158.343 - Algemene reserve 1.201.450 1.335.260 - Inventaris en apparatuur 489.123 559.258 - Bestemmingsreserves publiek 30.686 54.530 - Andere vaste bedrijfsmiddelen 272.859 304.435 - Bestemmingsreserves privaat 1.622.210 1.577.530 943.512 1.022.036 2.854.346 2.967.320 Financiële activa Voorzieningen - Effecten 252.803 0 - Personeelsvoorzieningen 106.265 122.753 - Overige vorderingen 12.778 13.577 - Overige voorzieningen 401.947 234.341 265.581 13.577 508.212 357.094 Totaal vaste activa 1.209.093 1.035.613 Totaal vaste passiva 3.362.558 3.324.414 Vlottende activa Vlottende passiva Vorderingen Kortlopende schulden - Debiteuren 48.443 0 - Crediteuren 142.262 33.494 - OCW 387.883 358.648 - OCW 0 7.900 - Overige overheden 46.082 105.551 - Belastingen en soc.verzek.premies 188.560 206.329 - Overige vorderingen 57.714 92.483 - Pensioenen 69.919 83.126 - Overlopende activa 49.639 47.536 - Overige kortlopende schulden 90.913 135.470 - Af: voorzieningen oninbaarheid 0 0 - Overlopende passiva 255.391 350.214 589.761 604.219 747.045 816.533 Liquide middelen - Kasmiddelen 0 54 - Bank- en girosaldi 2.310.749 2.501.060 2.310.749 2.501.115 Totaal vlottende activa 2.900.510 3.105.334 Totaal vlottende passiva 747.045 816.533 TOTAAL ACTIVA 4.109.603 4.140.947 TOTAAL PASSIVA 4.109.603 4.140.947 27

Financiën Kengetallen Mede uit de hiervoor gepresenteerde balans kunnen diverse kengetallen worden afgeleid/berekend. Een kengetal of financiële ratio is een verhoudingsgetal dat veel gebruikt wordt als analyse-instrument. Een kengetal heeft als voordeel dat organisaties op relevante onderdelen rationeel met elkaar vergeleken kunnen worden (externe benchmark). Binnen de eigen organisatie ontstaat er bovendien in de loop van de tijd een trend die een signaleren werking heeft (interne benchmark). In onderstaande tabel staan kengetallen van 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 genoemd. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de financiële veerkracht van de stichting. Is de stichting voldoende in staat eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen vormt daarmee een buffer voor eventuele calamiteiten. In zijn algemeenheid wordt gesteld dat een weerstandsvermogen beneden de 10% te laag is en het dan de weerbaarheid van de stichting om risico s op te kunnen vangen in gevaar brengt. Het weerstandsvermogen van Nije Gaast is ten opzichte van het voorgaande jaar iets (circa 0,39%) teruggelopen. Gezien de omvang van het weerstandsvermogen mag desondanks zeker gesteld worden dat de stichting een gezonde financiële situatie kent. Het lagere weerstandsvermogen van 2014 ten opzichte van het voorgaande verslagjaar wordt volledig veroorzaakt door het negatieve jaarrekeningresultaat. Als streefwaarde is door Nije Gaast de minimale eis van 20% gesteld. Het feitelijke percentage ligt hier derhalve ruim boven. Solvabiliteit De ratio solvabiliteit geeft de mate aan waarin Nije Gaast in staat is om op de lange termijn aan al haar financiële verplichtingen te voldoen. Als norm werd hierbij vaak gesteld dat deze verhouding op minimaal 33% diende te liggen. In 2009 heeft de commissie Don echter gesteld dat voor alle onderwijssectoren een solvabiliteit van 20% als ondergrens kan worden gehanteerd. Een solvabiliteitsratio zoals die bij de stichting per 31 december 2014 aanwezig is (bijna 70%), is derhalve ruim voldoende. Liquiditeit Deze ratio berust op de gedachte dat voor de vlottende activa (voor zover niet in liquide vorm aanwezig) op korte termijn geld wordt ontvangen (debiteuren worden geïnd), terwijl daar tegenover voor het kort vreemd vermogen op korte termijn geld moet worden uitgegeven. Als tegenover de schulden maar voldoende vlottende activa aanwezig zijn, is de liquiditeit in orde. In beginsel dient dit verhoudingsgetal minimaal 1 te bedragen. In principe is dit - zeker in het primair onderwijs in het algemeen en bij Nije Gaast in het bijzonder waar op de balans geen voorraden worden gewaardeerd voldoende. Per 31 december 2014 was de liquiditeit in orde. Ten opzichte van het verantwoordingsjaar 2013 is deze ratio, met name als gevolg van een afname van de kortlopende schulden, nog iets verder gestegen. Rentabiliteit Veelal wordt bij dit kengetal gesproken over een maat voor het begrotingsoverschot Als norm voor dit kengetal kan worden genoemd een percentage van 0% tot 3%. Bij een negatief jaarrekeningresultaat ontstaat er dus een negatief percentage Bij een percentage van 0% is er daarbij bovendien geen sprake van koopkrachthandhaving Als gevolg van het feit dat de laatste verantwoordingsjaren zijn afgesloten met een negatief jaarrekeningresultaat, zijn deze percentages vanaf 2011 steeds negatief. Kapitalisatiefactor Eind september 2009 is door de commissie Don het definitieve rapport opgeleverd inzake het financieel beleid van onderwijsinstellingen. De commissie had tot taak een onderzoek uit te voeren naar de financieringsstructuren en financiële risico s van onderwijsinstellingen alsmede het in kaart brengen van mogelijkheden tot optimalisatie van de financieringsstructuur in relatie tot de aanwezige risico s en/of tot een andere verdeling van de risico s. Één van de conclusies van de commissies was dat het hanteren van financiële kengetallen het bestuur kan helpen bij het financiële beleid. Voor een beoordeling van het vermogensbeheer stelt de commissie de totale behoefte aan kapitaal centraal. Uitgaande van het nieuwe vertrekpunt hanteert de commissie de kapitalisatiefactor (gedefinieerd als Totaal Kapitaal -/- Boekwaarde Gebouwen gedeeld door Totale Baten: TK-BWG/TB) als nieuw kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Als 28

Bestuursverslag 2014 instellingen meer kapitaal hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal kennelijk niet efficiënt benut: men zou immers dezelfde diensten moeten kunnen leveren met minder kapitaal. Omdat signaleringsgrenzen niet perfect zijn, zullen er overigens zeker instellingen zijn die boven de signaleringsgrens uitkomen en waarbij uit nader onderzoek blijkt dat er geen sprake is van onderbenutting van kapitaal. De kapitalisatiefactor van Nije Gaast bedraagt: Cijfers jaarrekening 2010 2011 2012 2013 2014 Voor schoolbesturen in PO en VO die geen gebouwen en terreinen op hun balans hebben, adviseert de commissie een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen en 60% voor kleine instellingen. Tussen deze beide percentages wordt het percentage naar rato berekend. Kapitalisatiefactor cie. Don Totale activa -/- boekwaarde gebouwen Totale baten - 54,92% 51,16% 51,32% 52,03% 29

Financiën Exploitatierekening De exploitatierekening van 2014 kan, enigszins vereenvoudigd, als volgt worden weergegeven: Rekening Begroting Rekening Rek. 2014 Rek. 2014 2014 2014 2013 vs. vs. Rek. 2013 Begr. 2013 Baten Rijksbijdragen OCW 6.997.906 6.997.991 7.177.188-179.282-85 Overige overheidsbijdragen 103.702 99.257 87.596 16.106 4.445 Werk in opdracht van derden 0 0 Overige baten 393.790 492.000 448.294-54.504-98.210 Financiële baten 53.542 35.000 47.137 6.405 18.542 Totaal baten 7.548.940 7.624.248 7.760.215-211.275-75.308 Lasten Personele lasten 6.338.867 6.609.023 6.481.277-142.410-270.156 Afschrijvingen 155.174 153.719 141.574 13.600 1.455 Huisvestingslasten 500.318 409.453 519.353-19.035 90.865 Overige lasten 660.619 746.158 734.468-73.849-85.539 Financiële lasten 6.936 1.500 5.819 1.117 5.436 Totaal lasten 7.661.915 7.919.853 7.882.491-220.576-257.938 Exploitatiesaldo -112.975-295.605-122.276 Afwijking 9.301 182.630 30

Bestuursverslag 2014 In de begroting werd een tekort geraamd van ruim 295.000. Uiteindelijk is een nadelig resultaat gerealiseerd van nog geen 113.000. Hiermee is het tekort van 2014 beduidend lager dan oorspronkelijk in de begroting werd geraamd. Ook ten opzichte van de uitkomsten van 2013 is het tekort iets kleiner. Bestemming van het resultaat In het voorstel tot resultaatbestemming wordt voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen: De exploitatieresultaten over de laatste jaren kunnen als volgt worden weergegeven: Jaar Resultaat 2006 212.860 2007 698.905 2008-113.848 2009-91.782 2010 27.595 2011-122.487 2012-127.569 2013-122.276 2014-112.975 248.423 Zoals blijkt uit de resultaten zijn de negatieve resultaten van de laatste vier jaar relatief beperkt en kunnen ze worden gedekt uit de reserves. Toch moet tegelijkertijd ook worden vastgesteld dat van de laatste zeven jaarrekeningen er zes met een negatief resultaat zijn afgesloten. Alleen in 2010 konden zwarte cijfers worden geschreven, zij het dan ook nog beperkt: 27.595. Van belang is verder te onderkennen dat het verantwoordingjaar 2013 nog incidenteel positief werd beïnvloed door ontvangen middelen in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord en Jonge Leerkrachten van in totaal 240.000. Waren deze middelen niet toegekend, dan was het tekort aanzienlijk groter geweest (ca. 360.000). Gezien de uitkomsten van 2014 kan tevreden worden vastgesteld dat de ingezette lijn tot het realiseren van beleidsombuigingen waardoor de stichting op termijn weer zwarte cijfers kan schrijven effect beginnen te sorteren. Verdeling van het resultaat Het is van belang om te weten hoe het resultaat van 2014 is opgebouwd. Een bekend fenomeen in het primair onderwijs is dat de materiële instandhouding van OCW onvoldoende is om de kosten te dekken. Dit wordt door vrijwel alle partijen al jaren onderkend en het wordt ook bevestigd in ministeriële rapporten. Voor schoolbesturen in plattelandsgemeenten (Nije Gaast is hier één van) geldt dat wellicht zelfs in het bijzonder. Scholen zijn over het algemeen ruimer qua opzet (waardoor bijvoorbeeld een hoger energieverbruik ontstaat) en hebben vaak aanzienlijk grotere schoolpleinen. De daarbij behorende vergoedingen voor energielasten en tuinonderhoud van OCW zijn daardoor niet kostendekkend. Er ontstaat derhalve op de materiële exploitatie een structureel verlies dat zal moeten worden gedekt door additionele baten. Indien additionele financiering niet voorhanden is, zal het tekort moeten worden gefinancierd vanuit de personele bekostiging. 31

Financiën Een verdeling van het resultaat van 2014 in onder andere een personeel - deel en een materieel -deel, kan voor Nije Gaast als volgt worden weergegeven: Verdeling van het resultaat Resultaat op personeel 93.000 Resultaat op materieel -251.000 Resultaat private baten en lasten -2.000 'Rente' resultaat 47.000-113.000 Uit bovenstaande resultaten blijkt dat een belangrijke oorzaak van het tekort ligt in de overschrijding van de materiële lasten (de overschrijding op deze post bedraagt 251.000. Uiteraard kan de rente c.a. worden ingezet ter (gedeeltelijke) dekking van het tekort op de materiële lasten, maar dan nog resteert een materieel tekort van ruim 204.000. Er wordt daarom ook in de komende jaren veel aandacht geschonken aan het terugdringen van de materiële lasten. Energiebesparende maatregelen is daar ook een belangrijk onderdeel in. Rekening 2014 versus Begroting 2014 Op grond van onderstaande tabel wordt duidelijk dat het positieve resultaat ten opzichte van de begroting ad 182.630 voor ruim 75.000 kan worden toegerekend aan de lager dan verwachte baten en voor bijna 258.000 wordt veroorzaakt door lagere lasten. De baten zijn daarmee 0,99% lager en de lasten zijn 3,26% lager dan verwacht. Baten Rijksbijdragen De rijksbijdragen zijn vrijwel gelijk aan de begroting (verschil bedraagt slechts 85). De belangrijkste parameters die de hoogte van de rijksbekostiging bepalen zijn het leerlingenaantal, het aantal scholen, de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL) en de gemiddelde personele last (GPL) van het onderwijzend personeel. De rijksbekostiging wordt per brinnummer (dus per school) berekend. Als gevolg van loonkostenstijgingen met name voortvloeiende uit het stijgen van de sociale verzekeringspremies is de rijksvergoeding voor de personele lasten als gevolg van een opwaartse bijstelling van de GPL hoger uitkomen dan in de begroting was geraamd. In het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) is reeds in 2013 gesproken over de toekenning van structurele middelen, maar de exacte omvang daarvan per onderwijssector was lange tijd onbekend. Pas in het voorjaar van 2015 is de precieze uitwerking bekend gemaakt. Ingaande het schooljaar 2014/2015 zijn structureel middelen toegevoegd aan de personele bekostiging regulier en aan de bekostiging in het kader van het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid. Ten opzichte van de begroting 2014, waar in het geheel niet werd gerekend met een toekenning van extra middelen, is het kalenderjaar daardoor positief beïnvloed met een bedrag van in totaal 56.000 Als gevolg van de fusie van een viertal scholen, vervalt in de financiering van het Rijk een aantal vaste bedragen. Als gevolg van het wegvallen van deze drempelbedragen worden de voordelige effecten van de opwaartse bijstelling van de GPL en het toekennen van NOA-middelen volledig gecompenseerd. Uiteindelijk wijken de werkelijke rijksbijdragen daardoor vrijwel niet af van de geraamde rijksbijdragen. Overige baten De overige baten zijn ruim 98.200 lager dan verwacht. Dit wordt met name veroorzaakt door de lagere declarabele bedragen bij het Vervangingsfonds (Vf). Deze post verloopt in de exploitatie per saldo echter volledig budgettair neutraal, aangezien de personele lasten (loonkosten vervanging) ook lager zijn. Daarnaast zijn ook de private baten lager dan verwacht. Ook deze post is echter voor een groot deel budgettair neutraal aangezien ook de lasten lager zijn. 32

Bestuursverslag 2014 Lasten Personele lasten De personele lasten onderschrijden de begroting met ruim 270.000 (4,09%). Deze onderschrijding wordt veroorzaakt doordat het beleid er sinds 2014 op is gericht om aan de scholen in beginsel niet meer formatie toe te kennen, dan er vanuit het rijk aan formatie wordt gefinancierd. In de begroting werd nog uitgegaan van de formatie van september 2013. Deze formatie lag hoger dan vanuit het rijk bekostigd kon worden. Met name ten behoeve van het schooljaar 2014/2015 is ingezet op een voor alle scholen eerlijke formatietoedeling die gebaseerd is op de personele bekostiging zoals die door het rijk wordt vastgesteld. Met name als gevolg van deze insteek, is de negatieve ontwikkeling van de laatste jaren doorbroken en is een positieve weg ingeslagen voor wat betreft de exploitatieresultaten. Ten opzichte van de begroting is er op de personele lasten dus een voordeel ontstaan. Dit ondanks het feit dat salarisstijgingen als gevolg van CAO-ontwikkelingen en premiestijgingen van de sociale verzekeringen niet worden geraamd. Deze kostenstijgingen worden bewust niet meegenomen omdat daarmee duidelijker in de cijfers tot uitdrukking kan worden gebracht of er sprake is van een stijging of daling van het personeelsbestand (inzicht is van belang om een goede match te kunnen maken tussen de formatie en de dalende bekostiging als gevolg van de leerlingenkrimp!). Optredend nadeel daarbij is dan wel dat de werkelijke lasten als gevolg van deze premie- en tredestijgingen in zijn algemeenheid hoger zullen zijn dan begroot. Financieel is het daarbij behorende risico in beginsel echter zeer beperkt omdat bij het berekenen van de baten (rijksbijdragen van OCW) geen rekening wordt gehouden met het stijgen van de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL). Tredestijgingen worden gefinancierd uit een hogere GGL; premiestijgingen uit een hogere GPL. Een tweede component die leidt tot lagere personele lasten is de afname van de inhuur van extern personeel op basis van payroll. Met name doordat vier scholen per 1 augustus 2014 met elkaar zijn gefuseerd, heeft de verdeling van de (eigen) vaste formatie efficiënt(er) over de overgebleven scholen plaats kunnen vinden. Daardoor kon de inzet van payroll-medewerkers worden beperkt. Toch blijft ook nu nog gelden dat - gezien de ontwikkelingen op het gebied van leerlingaantallen (optredende krimp) - bij vacatures er op dit moment geen personeelsleden in vaste dienst kunnen worden genomen. Aangezien (tijdelijke) invulling van vacatures vaak wel noodzakelijk is, wordt gebruik gemaakt van inhuur (in dit geval meestal in de vorm van payroll-constructies). Hoewel hier wel een verhoogd kostenaspect mee is gemoeid, wordt wel bewerkstelligd dat er de noodzakelijke flexibiliteit in het personeelsbestand blijft bestaan. Aan extern personeel is in 2014 een bedrag uitgegeven van ruim 389.000 (2013: 518.300). Tenslotte dient te worden vastgesteld dat op rekeningbasis de personele lasten in 2014 uit de daarvoor bedoelde personele middelen konden worden gedekt. De uitputting van de personele bijdragen in de laatste jaren is in de onderstaande tabel weergegeven. Rekening Rekening Rekening Rekening 2014 2013 2012 2011 Lasten Bruto-lonen en salarissen 4.018.000 4.108.000 4.350.000 4.468.000 Sociale lasten 993.000 934.000 970.000 936.000 Pensioenlasten 607.000 630.000 619.000 594.000 Bapo-lasten 156.000 131.000 155.000 170.000 Inhuur derden 389.000 518.000 251.000 276.000 Overige personele kosten 24.000 15.000 23.000 65.000 Totaal lasten 6.187.000 6.336.000 6.368.000 6.509.000 Baten Lumpsumvergoeding OCW 4.918.000 4.927.000 4.916.000 4.965.000 Jonge leerkrachten (2013 incl. NOA) 37.000 244.000 0 0 Budget Pers. & Arbeidsm.beleid 699.000 693.000 704.000 707.000 Vervangingsfonds 172.000 167.000 295.000 281.000 Subsidie OOP-personeel 23.000 23.000 25.000 27.000 Leerlinggebonden financiering 42.000 48.000 56.000 86.000 Middelen SWV (WSNS) 118.000 78.000 104.000 88.000 In- en doorstroombanen 39.000 46.000 37.000 41.000 Prestatiebox 135.000 134.000 104.000 0 Impulsgebieden 31.000 37.000 34.000 47.000 Overige personele vergoedingen 66.000 77.000 68.000 130.000 Totaalbaten 6.280.000 6.474.000 6.343.000 6.372.000 Afwijking 93.000 138.000-25.000-137.000 overschot overschot tekort tekort Uit dit overzicht blijkt dat er op de personele component een overschot ontstaat van afgerond 93.000. Vorig jaar bestond er een overschot van 138.000. De jaren daarvoor ontstonden er tekorten. 33

Financiën Het uitgangspunt binnen Nije Gaast is dat de toe te kennen formatie aan de scholen (basisformatie, schoolleiding en interne begeleiding) moet worden bekostigd uit de reguliere personele rijksbekostiging (bestaande uit de personele bekostiging regulier inclusief de kleine scholentoeslag, de middelen van de jonge leerkrachten en 65% van het P&A-budget en de prestatiebox). Als gevolg van frictieformatie en onvoldoende rddfruimte bestaat hierop de laatste jaren nog wel een tekort. Als gevolg van andere personele bekostiging ontstaat er op rekeningbasis uiteindelijk toch een overschot op de personele exploitatie van 1,5%. Een overschot op de totale personele exploitatie is ook noodzakelijk omdat in het primair onderwijs in plattelandsgebieden de materiële exploitatie in het algemeen structureel nadelig is. Het optredende voordeel op de personele lasten wordt voor een deel weer teniet gedaan door een nadeel op de huisvestingslasten: 91.000. Dit nadeel draagt echter een bijzonder karakter. Tot en met 2014 lag de verantwoordelijkheid voor het groot onderhoud aan de buitenkant van het gebouw nog bij de gemeenten. Ingaande 2015 is deze verantwoordelijkheid over gegaan naar het onderwijs. Aangezien het tot en met 2013 op grond van de onderwijswetgeving niet was toegestaan om alvast bedragen te gaan doteren aan de onderhoudsvoorziening, waren er per 31 december 2013 nog geen bedragen gereserveerd voor het groot onderhoud aan de buitenkant van het gebouw voor de jaren 2015 en verder. Voor Nije Gaast staan er de komende 10 jaar een aantal grote onderhoudswerkzaamheden buitenkant op het programma. De jaarverslaggevingsregels zijn inmiddels aangepast, zodat over 2014 al wel een dotatie aan de voorziening mag worden gedaan. Op basis van dezelfde systematiek zoals die ook voor het reguliere onderhoud wordt gehanteerd, is vervolgens voor het buitenonderhoud voor het jaar 2014 een extra dotatie berekend van in ruim 113.000. Als gevolg van deze extra dotatie wordt het huisvestingsbudget in 2014 overschreden: 91.000. Op de overige lasten ontstaat uiteindelijk een voordeel: 86.000. Een belangrijk deel daarvan wordt veroorzaakt doordat de private lasten lager zijn uitgekomen dan was verwacht. 34

Bestuursverslag 2014 Rekening 2014 versus Rekening 2013 De uitkomsten van de beide jaarrekeningen liggen uiteindelijk wederom dicht bij elkaar. Tussen de beide verantwoordingsjaren ontstaat per saldo een positief verschil van ruim 9.300. Zowel de baten als de lasten dalen in 2014 ten opzichte van 2013; respectievelijk met 2,72% en 2,80%. Rekening Rekening Rek. 2013 vs. R2012 2014 2013 absoluut relatief Baten Rijksbijdragen OCW 6.997.906 7.177.188-179.282-2,50% Overige overheidsbijdragen 103.702 87.596 16.106 18,39% Werk in opdracht van derden 0 0 0 Overige baten 393.790 448.294-54.504-12,16% Financiële baten 53.542 47.137 6.405 13,59% Totaal baten 7.548.940 7.760.215-211.275-2,72% Lasten Personele lasten 6.338.867 6.481.277-142.410-2,20% Afschrijvingen 155.174 141.574 13.600 9,61% Huisvestingslasten 500.318 519.353-19.035-3,67% Overige lasten 660.619 734.468-73.849-10,05% Financiële lasten 6.936 5.819 1.117 19,20% Totaal lasten 7.661.915 7.882.491-220.576-2,80% Exploitatiesaldo -112.975-122.276 Afwijking 9.301 Baten De daling van de baten ( 211.275) wordt met name veroorzaakt door lagere Rijksbijdragen, hogere Overige overheidsbijdragen en lagere Overige baten. Rijksbijdragen De rijksbijdragen zijn in 2013 hoger dan in 2014 ( 7.177.188 versus 6.997.906). Naast het feit dat de rijksbijdragen in 2014 zijn gedaald door een lager aantal leerlingen, vindt er ook een daling van de bijdragen plaats als gevolg van de sluiting van De Regenboog en De Brêge per 1 augustus 2014. De belangrijkste reden voor de hogere rijksbijdragen in 2013 is echter gelegen in de incidentele middelen die van het rijk zijn ontvangen in december 2013: Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO 223.000 Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen laten ten opzichte van vorig jaar een stijging zien. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door de subsidie van de gemeente De Friese Meren ten behoeve van de invoering van Passend Onderwijs. Overige baten De overige baten zijn bijna 55.000 lager dan voorgaand verslagjaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de incidentele bate WAO/WIA-premie van de Belastingsdienst in 2013: teruggave van 25.000. Daarnaast was ook de afrekening (teruggave ad 23.500) van het Vervangingsfonds in 2013 aanzienlijk hoger. Lasten Personele lasten Arbeidsvoorwaardelijke wijzigingen, CAO-stijgingen en premiewijzigingen leiden in 2014 tot hogere personele lasten per persoon. Als gevolg van onvoldoende rijksfinanciering en de dalende leerlingaantallen moet Nije Gaast voortdurend bezuinigen. Dit heeft er toe geleid dat de personele formatie ook in 2014 weer verder is teruggebracht (ruim 6 fte s). Hierdoor komen de personele lasten - als deze worden vergeleken met de personele lasten van voorgaand verslagjaar - lager uit dan in 2013: 142.400 (2,20%). 35

Financiën Overige lasten Het voordeel van de lagere personele lasten van 2014 ten opzichte van 2013 wordt verder verstrekt door een voordeel op de overige lasten. Ten opzichte van 2013 zijn de overige lasten in 2014 teruggelopen met bijna 74.000 (ruim 10%). Naast het feit dat er in 2014 door de scholen minder is uitgegeven aan leermiddelen ( voordeel 32.000), wordt de onderuitputting ten opzichte van het voorgaande verslagjaar met name veroorzaakt door lagere overige instellingslasten : 38.000. De afname in deze lasten wordt met name veroorzaakt doordat in 2013 aanzienlijk meer kosten zijn gemaakt voor Toekomst van de Scholen (kosten in verband met de fusies) Treasury Treasury kan worden omschreven als het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. Treasury bij onderwijsinstellingen heeft de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen en ontwikkelt zich nog steeds. Belangrijke redenen daarvoor zijn met name de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkten, de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten en de voortschrijdende professionalisering die van de treasury in het algemeen wordt geëist. Treasury is een belangrijk instrument geworden en krijgt daardoor steeds meer bestuurlijke betekenis. Het bestuur heeft daarom zorg gedragen voor een verantwoordelijke en professionele inrichting van de treasuryfunctie. Een bindend kader hiertoe is in de Regeling Beleggen en belenen weergegeven die sinds 2001 van kracht is. In 2010 is deze regeling deels herzien en geactualiseerd. In deze regeling wordt op grond van artikel 2 het volgende voorgeschreven: Nije Gaast heeft nog nooit leningen afgesloten. De beleggingen hebben een prudent karakter. Een belangrijk deel wordt bij de huisbankier op een internetspaarrekening (zogenaamd VermogenSparen) geplaatst. Deze rekening kent opnamebeperkingen, zodat hiermee bij de liquiditeitsprognoses rekening moet worden gehouden. Ook is er een (relatief gering) bedrag gestort op een spaarrekening bij een andere bank. Tenslotte beschikt Nije Gaast per 31 december 2014 nog over - uit private middelen gefinancierdecertificaten van de Rabobank. Deze certificaten zijn in februari 2014 gekocht tegen een koers van 106,16%. De marktwaarde van deze certificaten wordt beïnvloed door het rentepercentage op de kapitaalmarkt (hoe lager de rente op de kapitaalmarkt, des te hoger de marktwaarde). De inschatting van Nije Gaast van de kapitaalmarktrente was in het voorjaar van 2013 dat deze het laagste niveau zo n beetje had bereikt. Na 2013 zou deze rente bovendien wel weer eens (licht) kunnen gaan oplopen. In 2014 is de rente echter zelfs nog iets verder gezakt. In 2014 is uiteindelijk toch nog een koerswinst op de certificaten gerealiseerd van ruim 3.000. Het verantwoordingsjaar 2013 werd nog afgesloten met een koersverlies op de destijds in portefeuille zijnde obligaties van ruim 13.000. De uitvoering van de treasuryfunctie is vooral reactief: reagerend op ontwikkelingen in de markt en uitgaande van de actuele liquiditeitspositie 36

Bestuursverslag 2014 worden middelen uitgezet of worden uitgezette middelen weer teruggehaald. Dit reageren op de markt heeft uiteindelijk een positief effect op het renteniveau. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is in de jaarrekening opgenomen. Uit dit overzicht blijkt dat het saldo aan liquide middelen in 2014 is afgenomen met 190.365. Dit kan in een eenvoudig kasstroomoverzicht als volgt worden gespecificeerd: Rekening 2014 ( - = nadelig) Rekeningresultaat (excl. rente) 2014-159.581 Afschrijvingen (wel kosten; geen uitgaven) 155.174 Investeringen (wel uitgaven; geen kosten) -328.653 Afname vorderingen (debiteuren zijn ontvangen) 14.458 Afname kortlopende schulden (crediteuren zijn betaald) -69.488 Voorzieningen; toename (wel kosten, geen uitgaven) 151.118 Ontvangen rente 46.606-30.785 Toename liquide middelen -190.366 Liquide middelen per 1-1 2.501.115 Liquide middelen per 31-12 2.310.749-190.366 Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat het saldo aan liquide middelen in 2015 een stabilisatie zal laten zien. 37

Financiën Overzicht liquide middelen Een specificatie van de liquide middelen per 31 december 2014 kan als volgt worden weergegeven: Omschrijving Soort Privaat Bedrag Publiek 56.95.37.134 Onderwijsbureau Spaarrekening 107.105 1096.215.632 Onderwijsbureau Spaarrekening 1.988.730 3721.25.166 Onderwijsbureau Spaarrekening 4.129 Ten aanzien van de hierboven genoemde liquide middelen bestaan er geen opnamebeperkingen. Hierop bestaat één uitzondering; de spaarrekening van het onderwijsbureau met rekeningnummer 1096.215.632 betreft zogenaamd VermogenSparen. Hiervoor gelden wel opnamebeperkingen; beperkingen overigens waarmee bij de toekomstige liquiditeitsbehoefte rekening is gehouden. Daar staat bovendien tegenover dat de rentevergoeding circa 0,8% hoger is dan op een gewone spaarrekening. Voor de bankrekeningen van de scholen geldt bovendien dat deze niet beschikken over een kredietfaciliteit; rood staan op deze bankrekeningen is derhalve niet mogelijk. 3288.36.516 Onderwijsbureau Rekening-courant 78.101 1679.96.479 De Bolster Rekening-courant 657 1679.96.487 Us Nije Gea Rekening-courant 3.926 1679.96.495 De Barte Rekening-courant 3.782 1679.96.509 De Brêge Rekening-courant 190 1679.96.517 It Grovestinshôf Rekening-courant 8.398 1679.96.525 It Swannenest Rekening-courant 1.450 1679.96.533 De Stapstien Rekening-courant 72 1679.96.541 De Skeakel Rekening-courant 2.621 1684.30.282 De Wâlikker Rekening-courant 2.693 1684.45.735 De Klinkert Rekening-courant 296 1684.45.743 Op 'e Terp Rekening-courant 2.737 1684.62.583 De Skutslús Rekening-courant 150 1684.62.591 De Skoalfinne Rekening-courant 2.275 1684.62.605 It Finster Rekening-courant 2.932 1684.62.613 De Regenboog Rekening-courant 7.778 Financiering De functie van het eigen vermogen van Nije Gaast is vierledig en wordt in onderstaand diagram weergegeven. Het aanwezige eigen vermogen van Nije Gaast heeft altijd een financieringsfunctie, maar kent daarnaast nog een drietal andere functies: Kas De Barte 0 Kas Op 'e Terp 0 3052.62.084 De Bolster Rekening-courant 4.479 3288.32.162 Us Nije Gea Rekening-courant 11.085 3288.28.157 De Barte Rekening-courant 12 3288.38.306 De Brêge Rekening-courant 4.588 3335.03.589 It Grovestinshôf Rekening-courant 5.411 3288.16.434 It Swannenêst Rekening-courant 12.731 3288.39.523 De Stapstien Rekening-courant 1.910 3388.39.531 De Skeakel Rekening-courant 3.593 3288.39.450 De Wâlikker Rekening-courant 2.841 3288.45.027 De Klinkert Rekening-courant 908 3288.37.369 Op é Terp Rekening-courant 10.441 3678.02.929 De Skutslús Rekening-courant 4.970 3288.36.761 De Skoalfinne Rekening-courant 3.235 3288.16.426 It Finster Rekening-courant 26.480 3288.28.165 De Regenboog Rekening-courant 41 92.725 2.218.024 2.310.749 Bufferfunctie: De bufferfunctie is eigenlijk de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Reserves zijn één van de instrumenten om risico s af te dekken. Reserves maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit van Nije Gaast: de middelen die kunnen worden ingezet om tegenvallers op te vangen. Naast de reserves 38

Bestuursverslag 2014 zijn dit langlopende voorzieningen en ruimte op de begroting. De verhouding tussen weerstandscapaciteit en risico s is het weerstandsvermogen. Dit is het vermogen van Nije Gaast om financiële tegenvallers op te vangen teneinde de onderwijstaken te kunnen voortzetten. Bestedingsfunctie: Nije Gaast heeft de mogelijkheid geld te sparen om het vervolgens uit te geven. Als de bestemming van een reserve uiteindelijk consumptieve uitgaven betreft, wordt gesproken over een reserve met een bestedingsfunctie. Inkomensfunctie: Renteopbrengsten voortvloeiende uit reserves kunnen op verschillende manieren worden besteed. Ten eerste kunnen de rentebaten aan het eigen vermogen worden toegevoegd (voor een deel wellicht noodzakelijk om te zorgen voor koopkrachthandhaving). Daarnaast kan de rente zowel incidenteel als structureel worden gebruikt als dekking in de begroting. Er is sprake van reserves met een inkomensfunctie wanneer de rente structureel wordt gebruikt als dekkingsmiddel. Deze reserves kunnen niet voor iets anders worden gebruikt. Bij een besluit dit toch te doen zal het ontstane dekkingstekort op de begroting moeten worden opgevangen door aanvullende inkomensstromen of bezuinigingen op de uitgaven. Voor een verdere uiteenzetting ten aanzien van het eigen vermogen en een aantal zaken die daarmee annex zijn, wordt tevens verwezen naar de continuïteitsparagraaf. 39

Continuïteitsparagraaf 8 Schoolbesturen moeten ingaande 2013 in het jaarverslag (bestuursverslag) een continuïteitsparagraaf opnemen, waarin de financiële situatie van de instelling wordt verantwoord aan de hand van een aantal vastgestelde onderwerpen. Ook in toekomstige jaarverslagen zal een dergelijke paragraaf verplicht worden gesteld. Dit past in een trend om in het jaarverslag niet alleen te rapporteren over het handelen in het verleden, maar ook aandacht te besteden aan de continuïteit van de organisatie in de toekomst. Kengetallen De toekomst laat ten aanzien van de ontwikkeling van het aantal leerlingen op de scholen een continue krimp zien. Aangezien de onderwijsbekostiging voor het belangrijkste deel is gebaseerd op het aantal leerlingen, betekent dit dat komende jaren minder rijksbijdragen zullen worden ontvangen. Uiteraard heeft de daling van de rijksbijdragen consequenties voor de begroting 2015 en het Meerjarenperspectief (MJP) van de stichting. Deze ontwikkelingen worden nauwgezet gemonitord en er worden tijdig adequate beleidsmatige maatregelen getroffen. Anticiperend op de voortdurende leerlingendaling is bijvoorbeeld de afgelopen jaren intensief ingezet op stimuleringsmaatregelen om personeel vrijwillig te laten afvloeien. Dit heeft er inmiddels reeds toe geleid dat er zich de laatste jaren al een behoorlijker krimp van het personeelsbestand heeft voorgedaan. Het verwachte verloop van personeel kan uitgedrukt in fte s als volgt worden weergegeven: Personeel 2014 2015 2016 2017 2018 (in fte's) Management / directie 11,39 10,39 9,89 9,49 8,99 OP 61,95 61,95 60,95 59,95 58,95 OOP 8,47 7,24 6,00 5,50 5,00 Totaal 81,81 79,58 78,38 73,38 72,80 40

Bestuursverslag 2014 De leerlingenontwikkeling waarover eerder in dit bestuursverslag ook is gerapporteerd kan als volgt in tabelvorm worden weergegeven: Leerlingtellingen Woonplaats Brinnr. Naam school 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Wyckel 03YR De Regenboog 67 67 59 63 60 60 56 52 52 49 5 0 0 0 0 0 Hemelum 04AW De Barte 65 56 62 60 62 64 69 72 72 80 80 75 74 73 72 72 Elahuizen 04AX Us Nije Gea 46 42 35 33 37 37 34 36 36 33 32 27 27 26 26 26 Molkwerum 04KH Swannenest 46 49 33 29 27 33 37 34 32 31 36 32 32 31 31 31 Oudega 04NA De Skeakel 54 58 56 51 45 42 39 40 33 26 29 25 25 24 24 24 Sondel 04TQ Op 'e Terp 53 44 48 42 40 43 41 45 47 50 50 55 54 54 53 53 Balk 05LP De Bolster 253 260 256 262 263 269 257 246 243 225 224 216 213 210 208 208 It Heidenskip 05PG De Brege 53 58 56 49 45 44 42 29 33 27 22 0 0 0 0 0 Nijemirdum 05RM De Stapstien 63 58 55 63 61 56 49 54 50 49 46 41 40 40 40 40 Sloten 05TH De Klinkert 112 114 115 102 108 109 104 94 93 87 85 89 88 87 86 86 Stavoren 05TM Skutslus 75 78 80 87 89 78 80 78 78 82 79 82 81 80 79 79 Koudum 06QN Grovestinshof 199 207 187 190 180 160 147 141 130 121 120 132 130 128 127 127 Warns 06UM Skoalfinne 55 54 58 55 53 49 51 56 54 61 51 59 58 57 57 57 Oudemirdum 06UN de Walikker 138 116 123 103 109 106 103 98 98 106 112 108 107 105 104 104 Workum 10IC It Finster 159 152 137 156 169 171 164 173 168 183 179 187 185 182 180 180 1.438 1.413 1.360 1.345 1.348 1.321 1.273 1.248 1.219 1.210 1.150 1.128 1.113 1.098 1.088 1.088 : realisatie -25-53 -15 3-27 -48-25 -29-9 -60-22 -15-15 -10 0 : prognose 2003 2013 1.438 1.150-288 -20% 41

Continuïteitsparagraaf Grafisch ontstaat dan het volgende beeld: 42

Bestuursverslag 2014 Begroting 2015 en meerjarenperspectief 2016-2018 De begroting 2015 sluit met een klein negatief saldo ( 17.758). Het meerjarenperspectief (MJP 2016-2018) laat in eerste instantie een positief saldo zien van ruim 66.500 (2016). Na een jaar (2017) met een sluitende begroting ontstaat in 2018 naar verwachting weer een tekort van ruim 67.000 Begroting 2015 en Meerjarenperspectief 2016-2018 Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 Baten Rijksbijdragen OCW 6.852.399 6.797.192 6.733.734 6.673.317 Overige overheidsbijdragen 72.030 65.322 65.322 65.322 Werk in opdracht van derden 0 0 0 0 Overige baten 493.938 515.400 515.400 515.400 Financiële baten 47.187 40.617 35.617 33.617 Totaal baten 7.465.554 7.418.531 7.350.073 7.287.656 Lasten Personele lasten 6.113.858 6.030.342 6.029.602 6.030.112 Afschrijvingen 159.967 131.306 129.136 137.074 Huisvestingslasten 453.695 449.123 449.123 449.123 Overige lasten 754.292 739.700 742.366 737.178 Financiële lasten 1.500 1.500 1.500 1.500 Totaal lasten 7.483.312 7.351.970 7.351.727 7.354.986 Exploitatiesaldo -17.758 66.560-1.655-67.330 Toekomst Beleidsmatige ombuigingen leiden ertoe dat op zo kort mogelijke termijn weer zwarte cijfers kunnen worden geschreven. Als een rode draad door dit verslag is in de verschillende hoofdstukken aandacht besteed aan de maatregelen die het bestuur reeds heeft genomen en in de nabije toekomst nog zal nemen. Een aantal speerpunten van beleid en daarmee de ontwikkelingen in Nije Gaast worden hieronder herhaald: Organisatie Reorganisatie en positionering van het onderwijsbureau Fusie en samenwerking tussen (kleine) scholen, maar ook samenwerking met andere onderwijsbesturen Professionele cultuur verder blijven uitbouwen De lerende organisatie vorm geven PR voor de organisatie vorm geven Samenwerking in de regio verder ontwikkelen Nieuwe verdeling taken en verantwoordelijkheden huisvesting en onderhoud Personeel Formatie afstemmen op de rijksbekostiging en anticiperen op de krimp IPB ontwikkelen en implementeren Personele verplichtingen voorkomen door de inzet van het instrument van payrolling Ziekteverzuimbeleid actualiseren Onderwijs Handelingsgericht werken verder ontwikkelen in de scholen Scholingsbeleid vaststellen Een opbrengstgerichte cultuur ontwikkelen, zodat kinderen later het meest haalbare in hun leven kunnen verwezenlijken Werken vanuit de visie Passend Onderwijs en de kaders van het ondersteuningsprofiel Passend onderwijs wordt verder vorm gegeven De bestaande samenwerking in de regio wordt geïntensiveerd Elke school houdt het basisarrangement van de inspectie 43

Continuïteitsparagraaf ICT ICT op alle terreinen een ontwikkelimpuls geven: structuur, beheer, hardware, coördinatoren, beleid, website ect. Beheer Schoonmaak onderbrengen bij een schoonmaakbedrijf Gebouwafhankelijke kosten per school per m2 in kaart brengen Financiën Reserveringen van ICT, methodieken en meubilair actualiseren Begrotings- en realisatiegesprekken met schoolleiders over het zelfbeheer inhoudelijk verdiepen vanuit de visie beleidsrijk begroten Financiële afspraken, ouder dan 5 jaar, actualiseren Taakstelling vasthouden zodat een jaarlijkse financiële gezonde situatie ontstaat De personele lasten worden binnen de personele lumpsum bekostigd Huisvesting De bouw van It Grovestinshôf te Koudum realiseren. Optimaliseren gebruik van schoolgebouwen, waarbij commerciële verhuur niet wordt uitgesloten Op grond van de geprognosticeerde exploitatieresultaten en rekening houdende met het globale meerjareninvesteringsplan inzake meubilair, leermiddelen en ICT en het meerjarenonderhoudsplan kunnen voor de komende jaren de volgende balansprognoses worden gepresenteerd. Balans Stichting Nije Gaast MJP ACTIVA 2014 2015 2016 2017 Vaste activa Immateriële activa 0 0 0 0 Materiële activa 943.512 993.512 1.043.512 1.093.512 Financiële activa 265.581 270.000 270.000 270.000 Totaal vaste activa 1.209.093 1.263.512 1.313.512 1.363.512 Vlottende activa Vlottende activa 2.900.510 2.882.752 2.949.312 2.947.657 Totaal vlottende activa 2.900.510 2.882.752 2.949.312 2.947.657 TOTAAL ACTIVA 4.109.603 4.146.264 4.262.824 4.311.169 PASSIVA 2014 2015 2016 2017 Vaste passiva Eigen vermogen - Algemene reserve 1.201.450 1.271.297 1.410.357 1.431.202 - Bestemmingsreserves publiek 30.686 20.000 20.000 20.000 - Bestemmingsreserves privaat 1.622.210 1.627.210 1.632.210 1.637.210 Voorzieningen 508.212 530.712 553.212 575.712 Langlopende schulden 0 0 0 0 Totaal vaste passiva 3.362.558 3.449.219 3.615.779 3.664.124 Vlottende passiva Vlottende passiva 747.045 697.045 647.045 647.045 Totaal vlottende passiva 747.045 697.045 647.045 647.045 TOTAAL PASSIVA 4.109.603 4.146.264 4.262.824 4.311.169 44

Bestuursverslag 2014 Risicobeheersingssysteem Het risicobeheersingssysteem kan niet los worden gezien van het weerstandsvermogen. De omvang van het weerstandsvermogen is een maat voor de robuustheid van de exploitatie van Nije Gaast. Dit is van belang wanneer zich er een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. De essentie in dezen is dat een organisatie zich zelf dient af te vragen hoeveel vermogen ze nodig heeft om de continuïteit en efficiency van de activiteiten te kunnen waarborgen. Deze paragraaf bevat daarom onder andere een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en van de risico s. Nadat de risico s in beeld zijn gebracht, kan de weerstandscapaciteit worden berekend. De risico s kunnen vervolgens aan de weerstandscapaciteit worden gerelateerd. Het weerstandsvermogen is tenslotte de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico s die de stichting loopt. Het vorenstaande kan modelmatig als volgt worden vormgegeven: Risico s Doordat onderwijsactiviteiten worden ondernomen wordt een veelheid aan risico`s gelopen. In het kader van bestuurlijke transparantie is het daarom verstandig, dat risico`s in kaart gebracht worden. Dit stelt als randvoorwaarde dat de stichting in staat moet zijn om het proces van identificatie, analyse en beheersing van risico`s goed te doorlopen. Door effectief risicomanagement te bedrijven is de stichting zowel in staat om bestuurlijke transparantie te garanderen, als ook de bedrijfsvoering efficiënter te doen verlopen. Dit maakt dat risicomanagement middelen kan opleveren; middelen die weer ten goede kunnen komen aan de kerntaak van de stichting: het faciliteren van het geven van goed onderwijs. De risico s worden hier in zijn algemeenheid benoemd. Het gaat daarbij om risico s waarvoor nog geen maatregelen getroffen zijn, maar die, mochten deze risico s zich daadwerkelijk voordoen, van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie van de stichting. Voor het afdekken van deze risico s is een financiële buffer noodzakelijk. In onderstaande figuur wordt een belangrijk aantal van de terreinen waarop risico s worden gelopen in beeld gebracht: 45

Continuïteitsparagraaf Ten aanzien van de schaderisico s geldt dat het belangrijkste deel hiervan is verzekerd. Hierbij wordt het risico op het optreden van schade afgewenteld op de verzekeraar. Uiteraard staat hier premiebetaling tegenover. Voor overige risico s van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten worden voorzieningen getroffen. Deze voorzieningen vormen een onderdeel van het vreemd vermogen en zijn daarom niet vrij inzetbaar De volgende risico s kunnen worden aangemerkt als risico s die (voor een belangrijk deel) niet beheersbaar zijn en niet (altijd tijdig) voorzien kunnen worden: Fluctuatie in leerlingenaantallen (krimp wordt vertaald in het meerjarenperspectief) Financiële gevolgen van arbeidsconflicten (gezien de noodzakelijke krimp in personele formatie neemt het risico hiervan toe) Instabiliteit in de bekostiging / onvolledige indexatie van de bekostiging Aan deze drie risico s wordt een algemeen restrisico toegevoegd. Dit restrisico omvat alle risico s die niet hoog genoeg (of onvoldoende kwantificeerbaar) zijn voor het berekenen van een individueel risicopercentage, maar die cumulatief wel een buffer rechtvaardigen. De commissie Don is in haar eindrapportage gekomen tot een globale kwantificering van de financiële buffer waarover een onderwijsinstelling zou moeten kunnen beschikken, afhankelijk van onderwijssector en grootteklasse (uitgedrukt in procenten van de totale jaarlijkse baten van de instelling). Voor het primair onderwijs komt de commissie Don, rekening houdende met de omvang, uit op een percentage van 10%. Op basis van de genoemde berekeningssystematiek kan voor Nije Gaast het werkelijke percentage als volgt worden berekend. De berekende percentages liggen ruim boven de minimale buffer die de commissie Don heeft gesteld. Op grond daarvan is de conclusie dat het weerstandsvermogen van Nije Gaast voldoende is. Als meest risicovolle aspect wordt voor Nije Gaast de ontwikkeling van het aantal leerlingen en het relatief grote aantal kleine scholen ingeschat. Er is de komende jaren sprake van licht dalende leerlingenaantallen. Daarnaast is moeilijk in te schatten wat het gevolg is van eventuele wijzigingen in de organisatiestructuur (aantal scholen). Een van de belangrijkste toekomstige ontwikkelingen betreft de wijze waarop Nije Gaast derhalve om moet gaan met de verwachte krimp in deze regio in combinatie met de ontoereikende vergoeding van de overheid voor één school in ieder dorp. Nije Gaast is zich ervan bewust dat de discussie over krimp en de ontoereikende vergoeding uiterst zorgvuldig met alle betrokkenen en partners in de regio moet worden gevoerd. De identiteit is hierbij natuurlijk ook onderwerp van gesprek. Niet onbenoemd mag overigens ook blijven de risico s samenhangende met de doordecentralisatie van het onderhoud. Doordecentralisatie van het buitenonderhoud Net als in het voortgezet onderwijs, zijn ook in het primair onderwijs de schoolbesturen met ingang van 2015 verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. De gemeente blijft, ook na het overhevelen van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud, overigens wel verantwoordelijk voor nieuwbouw en 1e inrichting. Complicerende factor is wellicht het feit dat het schoolbestuur in het schoolbestuurlijk overleg met de gemeente nog wel afspraken moeten maken over de wijze waarop invulling zal worden gegeven aan renovatieprojecten. Met de decentralisatie is er echter ook extra werk op de schoolbesturen afgekomen. Zo moet een meerjarenonderhoudsplan worden opgesteld; een plan overigens dat binnen Nije Gaast reeds voorhanden is. Een risico dat bovendien bestaat en dat zeker niet mag worden onderkend, is dat schoolbesturen in krimpregio s (hier valt ook het verzorgingsgebied van Nije Gaast onder) in de nieuwe situatie worden geconfronteerd met een onderhoudsbudget dat is gebaseerd op een teruglopend aantal leerlingen. Die krimp doet zich niet voor in de onderhoudsposten van het qua omvang gelijkblijvende gebouw! Het noodgedwongen uitstellen van onderhoud is daarbij in meerdere opzichten een slechte optie. Stichting Nije Gaast is zich hiervan terdege bewust en realiseert zich dat dat zou betekenen dat problemen naar de toekomst toe worden verschoven en dat de herstelkosten dan uiteindelijk groter zullen zijn. 46

Bestuursverslag 2014 Weerstandscapaciteit Het College van Bestuur is er uiteindelijk eindverantwoordelijk voor dat de begroting sluit. Een precies sluitende begroting zonder dat weerstandscapaciteit in welke vorm dan ook aanwezig is, leidt er toe dat elke tegenvaller (ongeacht de omvang), een probleem oplevert. Het onderwijskundig beleid staat op dat moment direct onder druk. Een buffer in de vorm van weerstandscapaciteit is daarom wenselijk. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die kunnen worden ingezet om optredende tegenvallers op te kunnen vangen: naast de reserves is dit de eventuele ruimte op de begroting. Wanneer de weerstandscapaciteit zich op precies het gewenste niveau bevindt, leidt een financiële tegenvaller uiteraard onmiddellijk tot een te lage weerstandscapaciteit. Bij nieuw optredende risico s moet de weerstandscapaciteit worden verhoogd, bij het vervallen van risico s kan de weerstandscapaciteit worden verlaagd. Er ontstaat dus een dynamisch geheel. Het tempo waarin het aanpassen van de weerstandscapaciteit gebeurt, is afhankelijk van de flexibiliteit van de stichting. Sommige kostenposten kunnen snel worden omgebogen, andere (bijvoorbeeld afschrijvingen) pas op langere termijn. Bij samenloop van tegenvallers kan in principe een groot deel van de weerstandscapaciteit in korte tijd verloren gaan. Bij elkaar snel opvolgende tegenvallers ontbreekt daarbij de tijd om de verloren gegane weerstandscapaciteit weer op te bouwen. Het door Nije Gaast gevoerde beleid ten aanzien van de weerstandscapaciteit is onveranderd ten opzichte van voorgaande jaren. De weerstandscapaciteit is onder te verdelen in incidentele en in structurele weerstand. Beide onderdelen worden toegelicht. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de stichting om tegenvallers eenmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van onderwijstaken op het geldende niveau. Inzet van de incidentele middelen is alleen noodzakelijk als hiervoor geen budget op de begroting aanwezig is. De incidentele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de stand van de algemene reserve en van de bestemmingsreserves. Van de bestemmingsreserves ligt de bestedingsrichting in meer of mindere mate vast. Het bestuur kan echter de bestedingsrichting van de bestemmingsreserves indien noodzakelijk - wijzigen. 47

Continuïteitsparagraaf Ook stille reserves maken onderdeel uit van de incidentele weerstandscapaciteit. Met stille reserves worden activa bedoeld die niet tegen de (hogere) marktwaarde op de balans worden gewaardeerd. Hierbij kan worden gedacht aan de onderwijzerswoning in Oudemirdum. Stille reserves bestaan alleen in die gevallen waarbij deze activa direct verkoopbaar zijn en dus niet noodzakelijk zijn voor de directe uitvoering van onderwijskundige taken. De stille reserve van de woning bedraagt voor Nije Gaast circa 167.000. In de volgende tabel wordt de incidentele weerstandscapaciteit in de vorm van eigen vermogen op 1 januari 2015 weergegeven. Omschrijving Algemene reserve - algemene reserve 1.201.450 Bestemmingsreserves Publiek - 1 e waardering activa 10.686 - GMR 20.000 Privaat - Algemeen 474.847 - Schoolfondsen 868.704 - Huisvesting 39.618 - Koersverschillen 239.041 (bedragen x 1) 1.201.450 1.652.896 Totale incidentele weerstandscapaciteit 2.854.346 Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande onderwijstaken over meerdere jaren. De structurele weerstandscapaciteit zou kunnen bestaan in een in de begroting opgenomen bedrag voor onvoorzien. Bij Nije Gaast is een dergelijk post echter niet aanwezig. Weerstandsvermogen Bij het optimaliseren van het weerstandsvermogen spelen naast weerstandscapaciteit en risico s als zodanig ook andere factoren een rol. Het gaat hierbij om het aanpassingsvermogen of de flexibiliteit van de organisatie, en om de kans op gelijktijdigheid van tegenslagen. Op zichzelf genomen kleine risico s kunnen door toeval gelijktijdig of vlak na elkaar optreden, waardoor toch een groot beroep op de weerstandscapaciteit noodzakelijk is. De kansen op verschillende soorten tegenvallers kunnen afhankelijk zijn. Door de relatie tussen risicomanagement en de weerstandsparagraaf in begroting en de jaarrekening, ligt de nadruk op het inschatten van de financiële gevolgen. Risicomanagement gaat echter ook voor een belangrijk deel om bewustwording. De kracht van een goed in de stichting beklijfd risicomanagement is dat de stichting zich bewust is welke onzekerheden de door het bestuur gestelde doelstellingen in de weg staan. En dat maatregelen hiertegen kunnen worden getroffen De richting van de ontwikkeling van het risicomanagement is van reactief naar actief. De komende jaren zal hieraan verder aandacht worden geschonken. Rapportage toezichthoudend orgaan. De raad van toezicht bestaat uit deskundige vrijwilligers die, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, op een afstand staan van de organisatie en vanuit de toezichthoudende rol verbinding zoekt met geledingen. De rol van de RvT is een wezenlijke het afleggen van maatschappelijke verantwoording en bestaat uit het uitoefenen van toezicht op het besturen en op het bereiken van de doelstellingen door het bestuur. De RvT heeft voor het bestuur een klankbord- 48

Bestuursverslag 2014 en adviesfunctie. De RvT is de werkgever van het college van bestuur. Voert jaarlijks functioneringsgesprekken met het college van bestuur en is verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden. Om, vanuit de toezichtrol, een beeld te krijgen van de organisatie hecht de RvT eraan om jaarlijks een gesprek met de GMR en met de schoolleiders te voeren. Daarnaast bezoekt hij zes scholen per schooljaar. De voorzitter heeft in ieder geval ruim voor iedere vergadering overleg met de voorzitter van het college van bestuur. In dit overleg worden alle relevante zaken doorgesproken. Tijdens deze gesprekken wordt o.a. ook de agenda van de komende vergadering besproken. De RvT heeft in 2014 zes keer vergaderd. In de vergaderingen van de RvT zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken: Treasurystatuut Accountantskeuze Financiële kwartaalrapportages / trimesterrapportages Begroting 2015 CAO voor bestuurders Onderwijskundig jaarverslag 2013-2014 Jaarrekening 2013 Financiële positie Nije Gaast: taakstelling Krimp Cultuurverandering binnen Nije Gaast Werving en selectie lid Raad van Toezicht per 01-09-2014 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Jaarplanning 2015 Op 1 september 2014 is de voorzitter volgens rooster afgetreden. Vanuit de werving en selectie is er een nieuwe voorzitter gezocht. Twee geschikte RvT leden kwamen naar voren. Beide zijn ze benoemd, zodat voor een periode van 1 jaar de RvT 7 leden heeft. Bij een volgend aftreden van een lid is de raad al vertegenwoordigd door de opvolger. Na aanstelling van de twee nieuwe leden per 1 september heeft de RvT de voorzitter benoemd. Namens de Raad van Toezicht, Dhr. J. Wesselius, (voorzitter) 49