Mobiliteit. Antoine De Saint Exupéry

Transcriptie

1 Mobiliteit Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken en taken te verdelen, maar leer ze te verlangen naar de eindeloze zee. Antoine De Saint Exupéry Traject Activiteit Datum Bestuur Voorgenomen besluit Mei/ juni 2010 GMR Instemming art.23 PGMR Juni 2010 Bestuur Besluit Sept.2010 Evaluatie Voorjaar

2 Regeling Mobiliteit Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van St. PCBO Baarn - Soest Voor akkoord: De voorzitter van de Stichting PCBO, De secretaris,. Voor akkoord: Instemming P-GMR. Advies O-GMR.. 2

3 Inleiding In de CAO PO artikel 10.6 wordt gesproken over overplaatsing. Het gaat daarbij om een vrijwillige overplaatsing met instemming van zowel werkgever, als werknemer en een verplichte overplaatsing door de werkgever zonder instemming van de werknemer. Dit laatste gebeurt in bijzondere gevallen. (CAO PO art ) Alhoewel de CAO niet spreekt over mobiliteit, zou het begrip in de context van de Stichting het beste vallen onder overplaatsing met instemming van zowel werkgever, als werknemer. (vrijwillige interne mobiliteit). In deze notitie heeft mobiliteit betrekking op de wens van de werknemer om op een andere school van de stichting te kunnen werken en de mogelijkheid voor de werkgever dit te kunnen realiseren. Het mobiliteitsbeleid is een onderdeel van het personeelsbeleid van de Stichting. Het heeft raakvlakken met loopbaanontwikkeling, werving en selectie en de gesprekscyclus, maar ook met schoolprofiel, competenties, ambities en specialismen. In het toetsingskader voor Personeel en Organisatie van het Stichtingbeleidsplan ( ) staat het volgende omschreven: Personeel & Organisatie Het personeel van de stichting onderschrijft het streven naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Rechtvaardigheid en transparantie zijn belangrijke criteria in het personeelsbeleid, dat sociaal dient te zijn met aandacht voor de wensen van individuele werknemers. Het belang van de schoolorganisatie weegt zwaarder dan het belang van individuele werknemers. Op alle scholen wordt dezelfde systematiek van personeelsontwikkeling, beoordeling en evaluatie gehanteerd. Er is sprake van permanente educatie van het personeel. Op elke school vindt periodiek een onderzoek plaats naar de tevredenheid van het personeel. Mobiliteit van leerkrachten tussen de verschillende scholen wordt gestimuleerd. Hierin is duidelijk opgenomen dat de stichting het van belang acht om mobiliteit van leerkrachten tussen onze scholen te bevorderen. Vanaf 2008 ontvangt het personeel jaarlijks het formulier Inventarisatie formatiewensen. Via dit formulier kan een personeelslid kenbaar maken of het graag gebruik wil maken van de mobiliteit. Tevens wordt daarin geïnventariseerd voor hoeveel dagen, in welke groep en wellicht in welke plaats of school het graag zou werken. In het voorjaar van 2009 onderzocht Monique Pieters voor haar studie Bestuurs- en Organisatiewetenschap de mobiliteit binnen onze Stichting. In haar conclusie stelde zij dat de respondenten (twee schoolteams en enkele directeuren) een positieve betekenis hechten aan de mobiliteit als middel voor loopbaanontwikkeling, maar dat niet het middel mobiliteit aandacht behoeft, maar de veroorzakers van de immobiliteit. Als onderliggende oorzaak meldde zij dat het onbekend zijn met de organisatie het onbemind maakte. Ook de hoge werkdruk in relatie tot beperkte beloning in tijd, geld of faciliteit deed er toe. 3

4 Monique formuleerde enkele quick wins zoals: Breng talent in kaart en bied op maat programma s Organiseer introductiedagen voor nieuw personeel Maak de website geschikt om intern te chatten Maak een personeelsblad en vertel de succesverhalen Bied jaarlijks mobiliteit aan. De aandacht voor het personeel en bovenal voor het personeelsbeleid is toegenomen. De functiemix, de opleiding voor bouwcoördinator, de ICO-er e.d. blijven in de teams niet onopgemerkt. Ook zijn scholen meer gericht op het aantrekken van bepaald personeel passend bij het schoolprofiel of speciaal aan te vullen kwaliteiten binnen de school. De Stichting wil dan ook serieus werk maken van mobiliteitsbeleid. In 2008 hadden zich 3 personen aangemeld voor mobiliteit. In 2009 waren dit er 5 en in 2010 gaat het om 13 geregistreerde personen. Voor 2010 betreft het bijna 7 FTE. Voor de toename van de mobiliteitsvraag is nog geen duidelijke reden aan te wijzen. De insteek om mobiliteit aan te moedigen zal hier zeker in bijdragen. Op termijn zal de leerkracht -Plus functie met een LB schaal ook mee moeten gaan werken de mobiliteit te verhogen. Het mobiliteitsbeleid schept verwachtingen aan de kant van de werknemer. De Stichting zal dan ook nadrukkelijk moeten sturen op de mobiliteitsinzet van de medewerker. Dit document wil een bijdrage leveren aan het realiseren van een actieve, maar bovenal succesvolle verplaatsing van medewerkers binnen de Stichting. Visie en doel Onder mobiliteit verstaan we het vermogen van medewerkers om zich functioneel en geografisch te verplaatsen ten behoeve van zichzelf en de organisatie. Mobiliteit is geen doel op zich, maar een middel tot kwaliteitsverbetering van de leerkracht en van de organisatie. Het moet er op gericht zijn om de bereikbaarheid, de kwaliteit en inzetbaarheid van medewerkers te vergroten en de arbeidsvreugde te optimaliseren. Dat komt ten goede aan de kwaliteit van het onderwijs en daarmee aan onze leerlingen. Het biedt de organisatie de mogelijkheid competenties en kwaliteiten aan te trekken passend bij het eigen schoolprofiel. Tevens kan gekeken worden naar de leeftijdsopbouw en de samenstelling van het schoolteam. De Stichting beschouwt de mobiliteit van haar werknemers als een gerichte bijdrage aan de verbetering van het personeelsbeleid met accent op de loopbaanontwikkeling van de medewerker. Daar hoort een goede gesprekscyclus bij met aandacht voor de wensen van de individuele medewerker. Daar hoort gerichte (na)scholing bij met aandacht voor passende competenties en aanvullende kwaliteiten. De verbetering van het personeelsbeleid draagt bij aan de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs., met oog op het kind. 4

5 Werkwijze Intakegesprek Als een personeelslid graag gebruik wil maken van de vrijwillige, interne mobiliteit, volgt er een intakegesprek met de personeelsmedewerker van de stichting. Dit gesprek heeft als doel om de wensen en ambities beter in kaart te brengen en om te onderzoeken of de medewerker voldoende competent is om op een andere school van de stichting te werken. De personeelsmedewerker vraagt inlichtingen na bij de directeur van de huidige school. Bij dat gesprek wordt het verslag van het laatste functioneringsgesprek, of beoordelingsgesprek en eventueel het verslag van het laatste POP gesprek ter lezing aangeboden. De personeelsmedewerker bepaalt dan of het personeelslid op de mobiliteitslijst kan worden geplaatst. Mobiliteitslijst Personeelsleden die op de mobiliteitslijst zijn geplaatst hebben een vaste aanstelling en zijn in principe inzetbaar op alle scholen van onze stichting. Er is dan geen sprake van onderpresteren, slecht functioneren of mogelijke verplichte mobiliteit. De mobiliteitslijst is vooral gericht op de ambitie van de medewerker om eens op een andere school van de stichting te willen werken. De mobiliteitslijst wordt beheerd en geactualiseerd door de personeelsmedewerker. De personeelsmedewerker bekijkt of en op welke wijze een eventuele match tussen twee of meerdere scholen te maken is. Verder worden alle vacatures altijd eerst aangeboden aan de personeelsleden die op de mobiliteitslijst zijn geplaatst. Bij een wijziging vindt er een update plaats van de mobiliteitslijst. De update wordt verspreid onder de directeuren. De personeelsleden op de mobiliteitslijst ontvangen per kwartaal een overzicht van de aangeboden vacatures, het aantal matches en het aantal plaatsingen. Bij een succesvolle mobiliteit wordt de persoon van de lijst gehaald. Personeelsleden die langer dan 1 jaar op de lijst staan, worden door de personeelsmedewerker benaderd, waarna een hernieuwd gesprek volgt. Personeelsleden die meer dan twee goede matches afslaan worden van de mobiliteitslijst verwijderd. Ontmoetingsgesprek Indien door een match of een ontstane vacature een personeelslid op de andere school aan de slag kan, wordt een gesprek gevoerd met het betreffende personeelslid waar de directeur en een lid van het managementteam van de school de ontvangende school als ook de personeelsmedewerker aanwezig is. Dit ontmoetingsgesprek dient ter bevestiging van de match en is gericht op een goede aansluiting bij de ambities van het personeelslid. De ontvangende school bekijkt of het personeelslid past binnen de schoolcultuur en binnen het schoolprofiel. In principe moet de school bij een passende match of vacature het personeelslid toelaten. Indien de school bezwaar heeft zal dit schriftelijk en met opgaaf van redenen moeten worden aangegeven. De personeelsmedewerker bepaalt in overleg met de algemeen directeur of de school het betreffende personeelslid wel of niet hoeft toe te laten. 5

6 Plaatsing De plaatsing gebeurt in goed overleg met het personeelslid en de betrokken directeuren. Aangezien het personeelslid een bestuursbenoeming heeft, behoudt het personeelslid de personele rechten. De plaatsing is altijd met behoud van de benoemingsomvang en het vaste dienstverband of dit moet in gezamenlijkheid tijdens het ontmoetingsgesprek anders zijn overeengekomen. Evaluatiegesprek Na 2 maanden na plaatsing vindt een evaluatiegesprek plaats. Bij dit gesprek is de betreffende leerkracht, de directeur en de personeelsmedewerker aanwezig. Procedure 1. Het personeelslid meldt zich aan voor de vrijwillige interne mobiliteit. Dit kan op 3 manieren: a. via de eigen directeur b. via de personeelsmedewerker van de stichting c. via het formulier inventarisatie formatiewensen in december 2. De personeelsmedewerker van de stichting voert een intakegesprek. 3. De personeelsmedewerker bepaalt of het personeelslid op de mobiliteitslijst kan worden geplaatst. 4. Bij een goede match of als reactie op een interne vacature vindt een ontmoetingsgesprek plaats. 5. Na een tevreden ontmoetingsgesprek regelt de personeelsmedewerker de plaatsing. 6. Na 2 maanden na plaatsing houdt de personeelsmedewerker een evaluatiegesprek. Bezwaar Indien het personeelslid of de directie van een school bezwaar maakt tegen het wel of niet plaatsen van het betreffende personeelslid op de mobiliteitslijst of op de ontvangende school, kan schriftelijk bezwaar worden ingediend bij het bestuurslid personele zaken. Dit bestuurslid beoordeelt en beslist, samen met de algemeen directeur, over het ingediende bezwaar. Tot slot Het document Mobiliteit zal om de 4 jaar worden geëvalueerd en opnieuw worden vastgesteld. Daarmee doen we recht aan de professionele organisatie, aan de medewerkers en belanghebbenden van onze Stichting, maar bovenal doen we recht aan het kind in onze organisatie. Het gaat uiteindelijk om goede kwaliteit van het onderwijs en veiligheid van de leeromgeving. Natuurlijk..met het oog op het kind. 6