Onderzoek ontwikkeling financiële positie Caparis 2008-2011



Vergelijkbare documenten
uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2014

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2015

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Rapportage 3 e kwartaal 2009

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

Financieel economisch verslag

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 16 april 2013 Agendapunt: 7

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Caparis NV. Rapportage 2 e kwartaal Bestemd voor: Raad van Commissarissen Aandeelhouders. augustus 2011 Pagina 1/19

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

Stichting Vrienden van Hospice Dignitas

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B N

Stichting Dierenambulance gevestigd te Harderwijk. Jaarrekening 2014

Ingekomen stukken. Vergadering : 19 juni 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken

Ingekomen stukken. Vergadering : 22 januari 2015

Stichting Platform Centrummanagement Zeist Steynlaan EB Zeist JAARREKENING 2009

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Financieel economisch verslag

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Oplegnotitie begroting 2017

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Financieel verslag Prognose d.d. 25 maart DSW Rijswijk en omstreken

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Managementsamenvatting

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

GR SW ''FRYSLÂN'' Begroting 2014

Stichting Gebiedsfonds Westerkwartier. gevestigd te Grootegast. Jaarrekening 2013

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps A Groningen. Financieel verslag Dossiernummer:

Halfjaar bericht 2017 DOCDATA N.V.

Jaarrekening Zeestad Beheer BV - Den Helder

Inhoudsopgave. Pagina. Doelstelling, aandeelhouders en directie 3. Bericht aan aandeelhouders 4. Verslag van de directie 5

Managementsamenvatting

Eerste Kwartaal verslag

Stichting Vrienden van Hospice Dignitas

Jaarrekening. Stichting Lander-plus. Geldermalsen, 23 mei 2016

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting ENUM Nederland

Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo. Publicatiestukken Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

Jaarrekening: Overige gegevens: Jaarrekening 2010 van Permar Energiek BV I N H O U D S O P G A V E : -Balans per 31 december

Meerjarenbegroting 2016 ev

GR SW ''FRYSLÂN'' Begroting 2015

Stichting ENUM Nederland Arnhem

Caparis NV. Rapportage 1 e kwartaal 2012

JAARVERSLAG EV HAARLEM. Haarlem, 7 april STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

Zoals al gememoreerd heeft met name de goede kostenbeheersing, in samenhang met tijdig ingrijpen, een grote bijdrage geleverd aan het wezenlijk

Winst- en verliesrekening Caparis NV - 1e kwartaalcijfers 2015

Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

RAPPORT Aan het bestuur van Stichting Ichthus Evangelische Gemeenschap Etten-Leur. inzake de jaarrekening 2016

Persbericht 1 e Halfjaar cijfers 2013

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting ENUM Nederland Arnhem

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation

Stichting ProSea Marine Education Drieharingstraat BH Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2012

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Herziene begroting Promen 2012

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Aurington. Administratie en Advies

Jaarrekening St. Dogs Adoption Nederland Waalstraat CN Sliedrecht

De raad van de gemeente Emmen Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf. uw kenmerk bijlage behandeld door M.J. Visser

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Kroese & van Catz. RAPPORT Aan het bestuur van Stichting Ichthus Evangelische Gemeenschap Etten-Leur. inzake de jaarrekening 2015

Inhoud. Voorwoord 5. Begroting NTW overzicht per bedrijf 10. Begrote investeringen [3]

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken Jaarrekening - Overige gegevens

Transcriptie:

www.pwc.nl Onderzoek ontwikkeling financiële positie Caparis 2008-2011 12 december 2011

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1. Achtergrond 5 1.2. Vraagstelling 5 1.3. Aanpak 6 1.4. Randvoorwaarden 6 1.5. Leeswijzer 7 2 Toelichting op de onderzoeksopzet 8 2.1. Een onderzoek gericht op de ontwikkeling van de financiële positie, realisatie transitieplan en bedrijfsvergelijking 8 2.2. Structuur van de onderzoeksopdracht 9 3 Samenvattend overzicht van de financiële ontwikkeling over de afgelopen jaren 11 3.1. Algemeen 11 3.2. Financiële ontwikkeling 11 3.2.1. Verlies- en winstrekening Caparis NV 2008 2010 en de verwachting 2011 11 3.2.2. Balans Caparis NV 2008 2010 12 3.2.3. Solvabiliteits- en liquiditeitsratio s dalen 13 3.2.4. Investeringen en desinvesteringen 14 3.3. Transitieplan 15 3.3.1. De beweging op de werkladder van binnen naar buiten is vooral in 2011 te zien 15 3.3.2. Realisatie transitieplan 15 3.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 17 3.4.1. Bij Caparis is het aandeel beschut binnen en beschut buiten groter dan landelijke gemiddelden. 17 4 De Gemeenschappelijke Regeling 18 4.1. Algemeen 18 4.2. Financiële ontwikkeling 18 4.3. Transitieplan 19 4.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 19 4.4.1. In 2009 liggen de gemiddelde loonkosten van SW ers in lijn met landelijk gemiddelde; in 2010 zijn deze gemiddelde loonkosten lager 19 4.4.2. Het relatieve aandeel van SW ers met een ernstige arbeidshandicap in dienst van Caparis is hoger dan landelijk gemiddelde 19 4.4.3. Ziekteverzuim SW bij Caparis ligt in lijn met landelijke gemiddelden 20 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

5 Beschut werken 21 5.1. Algemeen 21 5.2. Financiële ontwikkeling 21 5.2.1. De loonkosten kader en inhuur derden nemen toe, de overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen af 22 5.2.2. Loonkosten kader nemen vooral toe door aantrekken van medewerkers en CAO ontwikkeling 22 5.2.3. Overige kosten nemen per saldo af 23 5.2.4. Inhuur derden is toegenomen door interim management en tijdelijke medewerkers voor verbetering bedrijfsvoering en bijzondere projecten 24 5.2.5. Netto toegevoegde waarde verbeterd maar blijft in absolute zin achter door dalende omzetten 24 5.2.6. Omzet van de top-10 klanten is in 2010 ten opzichte van 2008 gedaald met 2 miljoen 25 5.2.7. De omzet van deelnemende gemeenten neemt toe maar zal naar verwachting in 2011 afnemen 26 5.2.8. NTW blijft achter bij het transitieplan als gevolg van afnemende omzetten 27 5.3. Transitieplan 27 5.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 28 5.4.1. Caparis heeft in vergelijking met landelijke gemiddelden een lagere omzet van deelnemende gemeenten 28 5.4.2. Gemiddelde loonkosten kader bij Caparis zijn hoger dan bij andere SW-bedrijven 29 5.4.3. Uitgaven bij Caparis voor huisvesting, afschrijving en productiemiddelen zijn relatief hoger en de overige kosten zijn lager dan bij andere SW-bedrijven 29 5.4.4. Netto omzet per persoon blijft bij Caparis achter bij landelijk gemiddelde en referentiegroep 30 5.4.5. Aantal kaderleden bij Caparis is laag in vergelijking met andere SW bedrijven door inzet SW medewerkers in (in)directe functies 30 6 Begeleid werken 31 6.1. Algemeen 31 6.2. Financiële ontwikkeling 31 6.3. Transitieplan 32 6.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 33 6.4.1. Aantal begeleid werken plaatsingen neemt bij Caparis af, landelijk is sprake van groei. Wel heeft Caparis meer plaatsingen gerealiseerd. 33 7 Trajecten 34 7.1. Algemeen 34 7.2. Financiële ontwikkeling 34 7.3. Transitieplan 35 7.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 35 8 Gemeentelijke bijdragen 36 8.1. Algemeen 36 8.2. Financiële ontwikkeling 36 Pagina 3 van 58

8.3. Transitieplan 36 8.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 36 9 Transitiebudget 38 9.1. Transitiebudget ad 3 miljoen is uit eigen middelen bekostigd 38 9.2. De bijdrage van 5 miljoen is gebruikt om het negatief eigen vermogen ultimo 2007 aan te zuiveren 38 10 Informatieverstrekking rondom transitieplan 39 10.1. Algemeen 39 10.2. Besproken aspecten rondom de voortgang van het transitieplan in de AVA s 39 11 Samenvatting 43 Bijlage 1 45 A.1. Geraadpleegde literatuur 45 A.2. Geïnterviewde personen Caparis NV 48 A.3. Detailoverzicht doelstellingen transitieplan 49 A.4. Overzicht NTW per PMC 2008-2011 57 B. Reactie Caparis op eerste en tweede concept rapport PwC 58 Pagina 4 van 58

1 Inleiding 1.1. Achtergrond De gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf hebben voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) de gemeenschappelijke regeling sociale werkvoorziening Fryslân opgericht (GR Sw Fryslân). Deze GR is opdrachtgever van Caparis NV in het kader van de uitvoering van de WSW. Zij voert de regie en Caparis NV is uitvoerder. De bovengenoemde gemeenten zijn tevens (enig) aandeelhouder van Caparis NV. In 2008 heeft Caparis NV het Businessplan voor Transitie 2009-2012 opgesteld. Doel van het businessplan was om aan te geven hoe Caparis NV de komende jaren zal transformeren naar een mensontwikkelbedrijf met een positief financieel bedrijfsresultaat. Om de transitieresultaten mogelijk te maken, wordt van de aandeelhouders gevraagd een éénmalige storting te doen ter grootte van het negatief eigen vermogen van 5 miljoen en 0,3 miljoen ter dekking van het voorziene exploitatietekort 2008. Caparis NV behoeft dan aan het einde van de transitieperiode geen beroep meer te doen op een gemeentelijke bijdrage. 1 De aandeelhouders hebben het gevraagde bedrag gestort. Caparis NV heeft blijkens de jaarrekening 2009 een positief resultaat van 73.000 behaald. Het jaar 2010 is afgesloten met een negatief resultaat van 2,3 miljoen en in de begroting voor 2011 wordt uitgegaan van een negatief resultaat van 4,4 miljoen. 2 In het Transitieplan werd voor 2010 uitgegaan van een negatief resultaat van 0,1 miljoen en een positief resultaat van 2,2 miljoen voor 2011. Recent is in opdracht van bovengenoemde gemeenten een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de sociale werkvoorziening. Aanleiding is de wijziging in het rijksbeleid en de daaraan gekoppelde lagere rijksvergoeding voor de WSW. Met het oog op de effectuering van de in te zetten nieuwe koers met betrekking tot Caparis wilt u een analyse van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis in de afgelopen jaren laten uitvoeren. Daarom heeft PwC in opdracht van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf een onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn in dit rapport opgenomen. 1.2. Vraagstelling Bij de analyse van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis wordt zowel de GR (welke de WSWsubsidie, de loonkosten van de SW ers en de loonkosten van het ambtelijk personeel omvat) als Caparis NV betrokken. Deze doelstelling is door u vertaald in een drietal hoofdvragen: 1. Hoe hebben de exploitatiebaten en lasten en de balansposities van Caparis zich ontwikkeld en wat is de verklaring voor deze ontwikkeling? 2. Hoe heeft het transitieplan uitgewerkt? 3. Hoe verhoudt de financiële positie van Caparis zich tot die van andere SW-bedrijven? Het eindresultaat van de opdracht dient een compacte rapportage te zijn die op een begrijpelijke wijze voor de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten antwoord geeft op de hierboven genoemde vragen. Het draait om het duidelijk weergeven van ontwikkelingen en verklaringen van de hoofdzaken en substantiële zaken. Daarnaast kan het rapport als bouwsteen worden gebruikt voor het bepalen van reële kaders en verwachtingen voor de toekomst van Caparis. 1 Uit: Businessplan voor transitie 2009-2012 Caparis NV, pag. 5, hoofdstuk 1. 2 Bron: jaarrekening 2010, resp. begroting 2011 Caparis NV. Pagina 5 van 58

Bovenstaande hoofdvragen zijn in uw onderzoeksopdracht van 30 september jl. en tijdens onze bespreking van 6 oktober jl. met de ambtelijke begeleidingscommissie 3 uitgewerkt in deelvragen. 1.3. Aanpak Het onderzoek is gestart met een startbijeenkomst met de ambtelijke begeleidingscommissie en PwC. Hierbij is nader ingegaan op de doelstelling, reikwijdte, planning en andere aspecten van het onderzoek. Vervolgens is in een overleg met de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten alsmede in een bijeenkomst van de Colleges van Burgemeester en Wethouders in bijzijn van raadsleden van de betrokken gemeenten de doelstelling, vraagstelling, aanpak en planning van het onderzoek door PwC toegelicht. Aan de hand van door PwC bij Caparis opgevraagde documenten heeft een documentenstudie plaatsgevonden. Daarna hebben interviews plaatsgevonden met de financieel directeur, algemeen directeur en voorzitter van Raad van Commissarissen van Caparis. In bijlage A1 en A2 van dit rapport hebben wij een overzicht van geïnterviewde medewerkers en geraadpleegde documenten opgenomen. Vervolgens is de ontwikkeling van de exploitatiebaten en -lasten en balansposten geanalyseerd, inclusief de uitwerking van het transitieplan. Naar aanleiding van deze analyse zijn aanvullende gegevens opgevraagd en geanalyseerd. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de (financiële) gegevens zoals beschikbaar waren over de periode 2008 tot en met september 2011. De in deze rapportage vermelde verwachtingen 2011 van Caparis hebben wij gevalideerd aan de hand van de maandrapportage september 2011. Op dit moment (eind november 2011) is geen vastgestelde begroting 2012 voorhanden. Om deze reden hebben wij de verwachtingen voor 2012 van Caparis niet meegenomen in onze rapportage. Daarnaast zijn de afgesloten jaarcontracten tussen de GR en Caparis NV niet in ons onderzoek betrokken. Wij hebben ons beperkt tot de realisatie van de doelstellingen uit het transitieplan conform de onderzoeksopdracht. Zie bijlage A2 voor een overzicht van geraadpleegde documenten. De resultaten van de documentenanalyse en de interviews zijn verwerkt tot een conceptrapportage die inhoudelijk is afgestemd met Caparis en hierna met de ambtelijke begeleidingscommissie. 1.4. Randvoorwaarden In overleg met de opdrachtgever hebben wij uitsluitend de volgende werkzaamheden verricht: 1. Voorbereiden onderzoek. 2. Bestuderen documentatie. 3. Voorbereiden en houden van interviews met betrokken medewerkers van Caparis. 4. Interpreteren verkregen informatie en waarnodig opvragen van aanvullende informatie. 5. Opstellen van rapportage inclusief toelichting daarop. De opdracht houdt in dat op de verkregen documenten en het cijfermateriaal en toelichtingen daarop geen accountantscontrole is toegepast en dat evenmin een beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Eén en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van deze documenten en het hierin opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen daarop, anders dan terzake van de aspecten zoals door ons onderzocht en waarover door ons in deze rapportage feitelijk wordt gerapporteerd. Wij hebben geen financiële forecasts/prognoses en marktanalyses opgesteld. Daarnaast is het transitieplan uitgangspunt en derhalve geen object van onderzoek. Volledigheidshalve wijzen wij er nog op dat, indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle- of beoordelingsopdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere onderwerpen aan het licht zouden kunnen zijn gebracht die voor u mogelijk van belang zouden kunnen zijn geweest. 3 PwC wordt gedurende het onderzoek namens de Colleges van Burgemeester en Wethouders begeleid door een ambtelijke begeleidingscommissie. Pagina 6 van 58

Ons onderzoek is uitsluitend gebaseerd op basis van de uitkomsten van de interviews met de betrokken personen en aan ons verstrekte documenten zoals opgenomen in bijlage A1 en A2 van dit rapport. Bij ons onderzoek hebben wij eveneens gebruik gemaakt van benchmarks van Cedris. Dit is de brancheorganisatie van SW-bedrijven in Nederland. Cedris verzamelt kwantitatieve gegevens van haar leden (die hier onverplicht aan kunnen meedoen). Deze gegevens worden door Cedris niet gecontroleerd of gevalideerd. Daarom is het gebruiken van deze benchmarks altijd onderhevig aan onzekerheden omtrent de juistheid van de uitgangspunten. De uitkomsten van de vergelijkingen die in dit rapport zijn opgenomen moeten dan ook met inachtneming van het vorengaande worden bezien. Aangezien benchmarkgegevens over 2011 niet voorhanden zijn, hebben wij de benchmark uitgevoerd over de jaren 2009 en 2010. 1.5. Leeswijzer De rapportage is als volgt opgebouwd: a. In hoofdstuk 2 geven wij een nadere toelichting op de onderzoeksopzet en onderzoeksvragen. b. In hoofdstuk 3 schetsen wij een overzicht van de financiële ontwikkeling van Caparis NV vanaf 2008 tot en met 2010 + de verwachting 2011. c. In hoofdstuk 4 tot en met 8 gaan wij per onderdeel van Caparis in op de financiële ontwikkeling, de realisatie van het transitieplan en hoe de financiële positie van Caparis zich verhoudt tot andere SWbedrijven. d. Hoofdstuk 9 bevat een overzicht van de bestedingen van het transitiebudget en de verwerking van de bijdrage van 5 miljoen in 2008. e. Hoofdstuk 10 bevat een overzicht van de informatievoorziening van Caparis NV aan de AvA ten aanzien van de voortgang van de realisatie van het transitieplan inclusief resultaatontwikkeling. f. Tot slot is in bijlage A een overzicht van de geraadpleegde documenten vermeld, zijn de geïnterviewde personen genoemd, is een integraal overzicht van de status van de realisatie van het transitieplan per september 2011 opgenomen en is een overzicht van de netto toegevoegde waarde van de verschillende product-markt-combinaties (PMC s) in 2008 tot en met september 2011 opgenomen. In bijlage B is de reactie van Caparis d.d. 5 december 2011 op de eerste concept-versie van het rapport d.d. 28 november 2011 opgenomen voorzien van onze reactie daarop. Onze reactie heeft uitsluitend betrekking op het deel van de reactie van Caparis dat betrekking heeft op factfinding. Tevens is in bijlage B de reactie van Caparis op de tweede concept-versie van het rapport d.d. 8 december 2011 alsmede een errata memo van Caparis d.d. 8 december 2011 met betrekking tot de reactie van Caparis d.d. 5 december 2011 opgenomen. Pagina 7 van 58

2 Toelichting op de onderzoeksopzet 2.1. Een onderzoek gericht op de ontwikkeling van de financiële positie, realisatie transitieplan en bedrijfsvergelijking In de onderzoeksopdracht van de Colleges van de Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten zijn de hoofdvragen zoals opgenomen in hoofdstuk 1.2 nader uitgewerkt. Hieronder geven wij deze nadere detaillering weer zoals opgenomen in de onderzoeksopdracht. 1. Hoe hebben de exploitatiebaten en -lasten en de balans zich ontwikkeld? Hierbij zijn de volgende aspecten geanalyseerd: Ontwikkeling directe, indirecte en overhead kosten. Ontwikkeling en verdeling omzet (gemeenten versus private markt). Ontwikkeling van de netto toegevoegde waarde 4 (NTW) van de verschillende productgroepen. Ontwikkeling rijksbijdragen. Ontwikkeling liquiditeit en solvabiliteit ratio s. Vorming en aanwending van reserves en voorzieningen. Omvang van investeringen en desinvesteringen. Wat is de verklaring van deze ontwikkelingen. Zijn deze toe te schrijven aan: Het transitieplan. Andere maatregelen in het beleid of de bedrijfsvoering van Caparis. Keuzes van gemeenten. Gevolgen van rijksbeleid. 2. Hoe heeft het transitieplan uitgewerkt? Hierbij zijn de volgende aspecten in acht genomen: Wat hield het transitieplan in? Wat waren (op hoofdlijnen) de doelen, de uitgangspunten en de maatregelen? Wat lag eraan ten grondslag? Hoe is het tot stand gekomen? In hoeverre is het plan gerealiseerd? Waarom wel, waarom niet? Hoe is er sinds 2008 gerapporteerd over de voortgang van het transitieplan? In hoeverre is (een deel van) het plan nog realiseerbaar? In welke mate zijn de feiten, onderzoeken, uitgangspunten en besluiten met betrekking tot het transitieplan nu nog actueel, volledig en toereikend. 3. Hoe verhoudt de financiële positie van Caparis zich tot die van andere SW-bedrijven? Het gaat hierbij om elementen zoals: - Directe kosten per SW-medewerker. - Verhouding tussen directe kosten en overhead. - Inkomsten / omzet per SW-medewerker. - Omzet per inwoner bij gemeenten. - Rijksvergoeding per SW-medewerker en per inwoner. - Ziekteverzuim. Deze onderzoeksvragen zijn niet limitatief en uitputtend. De onderzoeksvragen zijn als uitgangspunt genomen voor een eerste analyse waarna, in overleg met de ambtelijke begeleidingscommissie, een nadere verdieping op onderdelen is aangebracht. 4 Netto toegevoegde waarde is het verschil tussen de omzet en de directe kosten die samenhangen met de omzet zoals directe orderkosten en kosten uitbesteed werk. Pagina 8 van 58

Doel van het onderzoek is om antwoord te geven op de gestelde vragen. Het rapport dient voor de deelnemende gemeenten bruikbaar te zijn om reële verwachtingen en haalbare kaders te scheppen voor de nadere uitwerking van de scenario s uit het toekomstonderzoek van IJsselvliet. Dit onderzoek is dus geen validatie van het rapport van IJsselvliet of een onderzoek naar de toekomst, maar betreft de periode 2008 tot en met september 2011 van Caparis. Wel wordt gebruik gemaakt van de structuur van het rapport van IJsselvliet om als bouwsteen voor de toekomst te kunnen dienen zoals hieronder wordt toegelicht. 2.2. Structuur van de onderzoeksopdracht Door IJsselvliet is een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de uitvoering van de WSW. Hierbij is door IJsselvliet de resultatenrekening van Caparis (inclusief de GR) gesplitst in de activiteiten zoals zij deze uitvoert. Deze onderdelen zijn hieronder opgenomen: De kosten en opbrengsten van de GR bestaan uitsluitend uit het in dienst hebben van SW ers inclusief de rijkssubsidie. Deze activiteit is (ook in financiële zin) niet beïnvloedbaar door Caparis. Dit zijn de minimale kosten van de uitvoering van de WSW voor de deelnemende gemeenten De kosten en opbrengsten van beschut werken, dat wil zeggen het in een aangepaste omgeving (in casu Caparis) werkzaamheden verrichten bestaan uit de kosten voor staf, kader, infrastructuur en directe kosten. Hier tegenover staat externe omzet van gemeenten en bedrijven, instellingen en particulieren. Deze kosten en opbrengsten zijn beïnvloedbaar door Caparis 5. De kosten en opbrengsten van begeleid werken hangen samen met het verrichten van aangepast werk bij een reguliere werkgever. De SW er is daar in loondienst met begeleiding en een loonkostensubsidie, waarvan de hoogte is afgestemd op de mate waarin de productiecapaciteit afwijkt van een reguliere werknemer. Ook deze kosten zijn beïnvloedbaar door Caparis. De kosten en opbrengsten van trajecten betreffen een divers pallet van activiteiten zoals assessements, re-integratieactiviteiten en leerwerk trajecten. De gemeentelijke bijdrage betreft het bedrag van 935 (2011) per SE 6 per jaar. 5 Er zijn vier vormen van beschut werken: a. Individuele detachering, gedetacheerd bij een reguliere werkgever, die daar eventueel een inleenvergoeding voor betaalt; b. Groepsgewijze detachering, idem maar dan voor een groep; c. Beschut buiten, in groepsverband en onder aansturing van Caparis aangenomen werkzaamheden verrichten (bijvoorbeeld groen en post); d. Beschut binnen, het verrichten van werkzaamheden binnen de muren van Caparis. 6 SE of Sociale Equivalent is de binnen de sociale werkvoorziening gebruikelijk rekeneenheid. Deze is gelijk aan de rekeneenheid FTE aangevuld met een handicapfactor, te weten 1 voor matig en 1,25 voor ernstig conform indicatie zoals afgegeven door het UWV. Pagina 9 van 58

Het advies van IJsselvliet is ook langs deze structuur weergegeven: Gezamenlijk doorgaan met de uitvoering van de WSW nieuwe stijl ten aanzien van beschut werken inclusief de uitvoering ten behoeve van de SW-populatie die hun rechten behoudt. De uitvoering vindt plaats door Caparis. De uitvoering van overige activiteiten zoals die nu door Caparis wordt uitgevoerd en onder de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) gaan vallen, wordt gescheiden georganiseerd, al dan niet in samenwerking tussen gemeenten onderling of met derden. Maak onderscheid tussen resultaat SW en beïnvloedbaar resultaat Caparis. De door IJsselvliet voorgestelde toekomstige structuur van Caparis past bij de WWnV. Met het oog hierop hebben wij ons onderzoek conform de voorgestelde structuur van IJsselvliet ingedeeld. Wij analyseren de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis, de uitwerking van het transitieplan en de bedrijfsvergelijking ook langs deze vijf onderdelen (GR-beschut werken-begeleid werken-trajectengemeentelijke bijdrage). Pagina 10 van 58

3 Samenvattend overzicht van de financiële ontwikkeling over de afgelopen jaren 3.1. Algemeen Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis over de jaren 2008 tot en met 2010. Specifieke ontwikkelingen in de balans worden tevens verklaard door middel van de ontwikkeling van enkele ratio s rondom liquiditeit en solvabiliteit en door middel van de omvang van de investeringen en desinvesteringen. Daarnaast wordt ingegaan op de realisatie van enkele Caparis brede doelstellingen zoals opgenomen in het transitieplan. 3.2. Financiële ontwikkeling In onderstaande paragrafen besteden wij aandacht aan de financiële ontwikkeling van Caparis in de jaren 2008 tot en met 2010 inclusief een prognose van de exploitatie 2011. In de hoofdstukken 4 tot en met 8 wordt ingegaan op de verlies- en winstrekening van de afzonderlijke bedrijfsactiviteiten. Paragraaf 3.2.1 volstaat om deze reden met een samenvatting van de belangrijkste bevindingen. De balans wordt in paragraaf 3.2.2. toegelicht. 3.2.1. Verlies- en winstrekening Caparis NV 2008 2010 en de verwachting 2011 Hieronder gaan wij op hoofdlijnen in op de ontwikkeling van het resultaat van Caparis. In de navolgende hoofdstukken gaan wij hier in detail op in: (bedragen x 1.000) Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011 Pagina 11 van 58

Uit bovenstaande opstelling blijkt het volgende: - In de jaren 2008 tot en met 2010 neemt de NTW af als gevolg van dalende omzet. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door het afstoten van verliesgevende activiteiten. Daarnaast nemen de omzetten van grote klanten af door beëindiging van productieactiviteiten van deze klanten (in zijn geheel of overheveling van activiteiten buiten Friesland) of door slechte marktomstandigheden. In 2011 wordt door Caparis een toename van de NTW verwacht door groei van activiteiten op het gebied van detachering. - De totale bedrijfskosten nemen toe door een toename van salariskosten van kader en door kosten van inhuur derden als gevolg van CAO ontwikkeling (alleen bij de loonkosten) en door het aantrekken van medewerkers voor sales, accountmanagement, control, opbouw arbeidsontwikkelbedrijf en uitbouw detacheringbedrijf. De overige kosten, rentelasten en afschrijvingen nemen onder meer af door lagere huisvestingskosten. De afschrijvingen nemen af door desinvesteringen van vaste activa en afname van investeringen. - Het subsidieresultaat verslechtert in 2010 en vooral in 2011 door toename van loonkosten door CAO ontwikkeling terwijl deze toename ingaande 2010 niet meer in de Rijksbijdrage (per SE) gecompenseerd wordt. In 2011 is de Rijksbijdrage verder verlaagd. - Het resultaat op begeleid werken neemt af door afname van het aantal plaatsingen. Daarnaast is de bonus begeleid werken over 2011 onzeker en daarom niet in de verwachting 2011 opgenomen. - De ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage is conform begroting en de gemaakte afspraken met gemeenten. - De transitiekosten omvatten de kosten voor afbouw van verliesgevende product-markt-combinaties (PMC s), kosten van arbeidsontwikkeling etc. 3.2.2. Balans Caparis NV 2008 2010 Op hoofdlijnen laat de balans van Caparis NV de volgende ontwikkeling zien: Balans (Na resultaatbestemming) x 1000 2008 2009 2010 Vaste Activa Materiële vaste activa 19.731 19.477 18.926 Financiële vaste activa 132 126 117 19.863 19.603 19.043 Vlottende Activa Voorraden 2.020 1.823 692 Vorderingen 12.437 4.775 5.287 Liquide Middelen 974 206 1.102 15.431 6.804 7.081 Totaal 35.294 26.407 26.124 Eigen vermogen Geplaatst kapitaal 45 45 45 Overige reserves 141 214-2.102 186 259-2.057 Voorzieningen 3.200 2.613 1.814 Langlopende schulden 15.529 13.366 11.249 Kortlopende schulden 16.379 10.169 15.118 Totaal 35.294 26.407 26.124 Pagina 12 van 58

Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010 Het balanstotaal is ultimo 2009 ten opzichte van 2008 afgenomen met ruim 9 miljoen. Het balanstotaal ultimo 2010 is nagenoeg ongewijzigd gebleven in vergelijking tot het balanstotaal ultimo 2009. Relevante ontwikkelingen in balansposten zijn: - De daling van ruim 7,5 miljoen tussen eind 2008 en eind 2009 van de post vorderingen wordt ondermeer veroorzaakt door een ontvangst van een vordering. Deze vordering betreft de eenmalige extra bijdrage van de aandeelhoudende gemeenten van 5 miljoen ter aanzuivering van het negatief vermogen eind 2007. Het bedrag is in 2009 voldaan. In hoofdstuk 9 gaan wij hier nader op in. Daarnaast is onder de overige vorderingen ultimo 2008 een eenmalige vordering opgenomen van 1,2 miljoen uit hoofde van verkoop van het pand grafisch in Heerenveen en is onder de overige vorderingen eind 2008 1,4 miljoen begrepen inzake nog te ontvangen subsidie. Eind 2009 is dit op basis van bevoorschotting een schuld van circa 180.000. - De kortlopende schulden zijn ultimo 2009 in vergelijking tot ultimo 2008 met ruim 6 miljoen gedaald. Dit is grotendeels het gevolg van de aanwending van de genoemde bijdrage van 5 miljoen voor aflossing van de kortlopende schulden (schuld in rekening courant bankier). - De voorraden zijn ultimo 2010 in vergelijking tot ultimo 2009 met meer dan 60% gedaald. Dit als gevolg van de afbouw van de afdeling fotolijsten (en de daarbij behorende voorraad) in Drachten. - De afname van het eigen vermogen eind 2010 in vergelijking tot eind 2009 wordt veroorzaakt door het negatief resultaat van 2,3 miljoen over 2010. Dit verlies is ten laste gebracht van de reserves. Overeengekomen is dat door de aandeelhoudende gemeenten dit verlies geheel in 2011 zal worden aangezuiverd. Deze aanzuivering zal via de resultaatverdeling 2011 aan het eigen vermogen ultimo 2011 worden toegevoegd. - De voorzieningen zijn ultimo 2010 ten opzichte van ultimo 2009 afgenomen. Deze afname wordt vooral veroorzaakt door een onttrekking van 928.000 ten laste van de voorziening ten behoeve van groot onderhoud (dakbedekking en schilder- en straatwerk) en personeelsuitkeringen. De voorziening personeelsuitkeringen betreft een voorziening voor FPU-uitkeringen en afvloeiingskosten personeel, waaronder wachtgelduitkeringen en aanvulling op inkomsten van derden. - De toename van de kortlopende schulden eind 2010 ten opzichte van eind 2009 is onder andere het gevolg van een nieuwe kortlopende schuld van 5,5 miljoen aan kredietinstellingen (schuld in rekening-courant). 3.2.3. Solvabiliteits- en liquiditeitsratio s dalen De solvabiliteit en liquiditeit van Caparis NV zijn onderstaand in een aantal ratio s weergegeven. Hieruit blijkt dat de liquiditeit van Caparis NV in de jaren 2008 tot en met 2010 is gedaald van 0,94% eind 2008 naar 0,47% eind 2010. De quick ratio is eveneens gedaald en wel van 0,82 % eind 2008 tot 0,42% ultimo 2010. Een ratio van 1 of meer geeft aan dat een organisatie in staat is om de kortlopende schulden geheel te voldoen uit kortlopende vorderingen vermeerderd met beschikbare liquide middelen (en voorraden). De kortlopende vorderingen (en voorraad) vermeerderd met de liquide middelen zijn ultimo de genoemde jaren derhalve niet toereikend om de kortlopende schulden geheel te voldoen. De daling van de liquiditeit wordt ondermeer veroorzaakt door het negatieve exploitatieresultaat 2010 en door de (gedeeltelijke) financiering van investeringen in vaste activa uit het werkkapitaal. Liquiditeit 2008 2009 2010 Omschrijving Current Ratio 0,94 0,67 0,47 Voorraad +kortlopende vorderingen + liquide middelen / kortlopende schulden Kortlopende vorderingen + liquide middelen / kortlopende Quick Ratio 0,82 0,49 0,42 schulden Pagina 13 van 58

Solvabiliteit 2008 2009 2010 Omschrijving Solvabiliteit 1 0,005 0,010-0,079 Eigen vermogen / vreemd vermogen Solvabiliteit 2 1,005 1,010 0,927 Totale activa / vreemd vermogen Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010 3.2.4. Investeringen en desinvesteringen In de periode 2009 2011 zijn de volgende investeringen (groter dan 50.000) gedaan door Caparis NV: Omschrijving boekjaar debet bedrijfsonderdeel Comfortkoeling (kantoren/vergaderzalen) 2009 55.650 Leeuwarden Kantoren boven (industrieweg 2) 2009 66.857 Heerenveen Jagtlustweg 2 ruimte 9 (drukkerij) 2009 67.190 Heerenveen Woon en Groen Scherminstallatie (kwekerij) 2009 80.000 Service (WGS) Kantoren boven industrieweg 2 (ruimte 10) 2009 88.957 Heerenveen Aanpassing ruimten 1 t/m 9 (Jagtlustweg 2) 2009 116.253 Heerenveen Aanpassing ruimten 1 t/m 9 (Jagtlustweg 2) 2009 149.491 Heerenveen 624.398 Compas (cliëntvolgsysteem) 2010 67.507 Staf Perceel bouwterrein (Grafietstraat, Wolvega) 2010 92.160 Groenservice Nieuwbouw Multihal (Sporthal Drachten) 2010 539.452 O&I 699.119 Fietsenstalling Businesspost (Ampèrelaan 2) 2011 92.450 Concern Aanpassing terrein (Ampèrelaan 2) 2011 118.100 Concern Aanpassing waterinstallatie (Ampèrelaan 2) 2011 125.682 Concern Inrichtingskosten Compas 2011 146.940 Concern Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010 483.172 Desinvesteringen De desinvesteringen in vaste activa in de jaren 2008 tot en met 2010 zijn als volgt in totalen weer te geven (afgeronde bedragen): 2008 1.041.000 2009 277.000 2010 72.000 Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010 De desinvestering in 2008 heeft grotendeels betrekking op de verkoop van het pand grafisch in Heerenveen. Pagina 14 van 58

3.3. Transitieplan 3.3.1. De beweging op de werkladder van binnen naar buiten is vooral in 2011 te zien Belangrijk onderdeel van het transitieplan is het realiseren van de beweging op de werkladder 7. Deze beweging laten wij hieronder over de jaren 2008 tot en met 2011 (september) zien: Werkladder Caparis 2008-2011 2008 2009 2010 September 2011 Begeleid werken 7,7% 7,6% 6,6% 6,2% Detachering 7,8% 7,4% 7,0% 9,9% Groepsdetachering 4,5% 7,0% 4,5% 9,4% Transitieplan Totaal BW/Deta/groepsdetachering 20,0% 22,0% 18,1% 25,5% 30,0% Beschut buiten 27,5% 24,0% 28,5% 23,9% 30,0% Beschut binnen 52,5% 54,0% 53,4% 45,8% 40,0% Schakelafdeling 4,8% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011 Uit bovenstaande opstelling blijkt dat op basis van de verwachting over geheel 2011 zoals opgenomen in de maandrapportage september 2011 van Caparis de doelstelling van het transitieplan met betrekking tot de beweging van binnen naar buiten (beschut binnen 40% - beschut buiten 30% - deta/bw 30%) nog niet gerealiseerd is. Bij bovenstaande dient wel te worden opgemerkt dat de doelstellingen uit het transitieplan de beoogde situatie in 2012 betreffen. In 2011 (t/m september) is ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen. Op dit moment is de begoting 2012 nog in concept. Uit deze concept begroting blijken de volgende beginstanden per 1 januari 2012: BW/Deta/groepsdetachering 30,6%, beschut buiten 19,8%, beschut binnen 42,7% en schakelafdeling 6,8%. 3.3.2. Realisatie transitieplan De mate van realisatie van enkele relevante onderdelen uit het transitieplan is als volgt: Doelstelling Status realisatie september 2011 8 Nadere toelichting Realiseren van verdeling van 40%-30%-30% (beschut binnen - beschut buiten - deta/bw). Oftewel in 2012: Uit de jaarrekening 2010 blijkt het volgende: Beschut binnen: 53% (1280 SE). De verdeling 40%-30%- 30% is tot en met 2010 nog niet gerealiseerd. - 814 SE in beschut binnen. Beschut buiten: 29% (696 SE). - 659 SE in beschut buiten. Deta/bw: 18% (442 SE). Voor geheel 2011 wordt - 858 SE in deta/bw. door Caparis NV het volgende resultaat verwacht: - Beschut binnen: 45,8%. - Beschut buiten: 23,9%. - Deta / bw: 25,5%. 7 Bij het in kaart brengen van het ontwikkelpotentieel van SW ers en daarmee van de doorstroommogelijkheden wordt binnen Caparis gebruik gemaakt van een werkladderscan. Deze is gebruikelijk bij SW-bedrijven en wordt ook door Cedris, de brancheorganisatie, gehanteerd. 8 Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011. Pagina 15 van 58

Doelstelling Status realisatie september 2011 8 Nadere toelichting Schakelafdeling 4,8%. Speerpunten voor het financieel gezond maken van Caparis: Verhoging van de absolute omvang NTW (in absolute omvang) is in de jaren 2008 In 2011 is het aandeel groepsdetachering - Verhogen van de NTW door verschuiving naar PMC s met een hogere toegevoegde waarde. tot en met september 2011 niet gerealiseerd (bron: verkregen documentatie tot en met september verbeterd (maandrapportage september 2011 Caparis). - Vergroten aandeel groepsdetacheringen. 2011). In procenten van de omzet is de - Vergroten 3 e geldstroom (trajecten in opdracht van gemeenten of derden). NTW in de periode 2008 tot en met september 2011 toegenomen. - Effectievere inzet van de infrastructuur door met name de inzet in gerelateerde 3 e geldstroomprojecten. De voorgenomen verschuiving van beschut binnen naar detachering (individuele detachering, begeleid werken en groepsdetachering) heeft niet plaatsgevonden (zie begroting 2011 Caparis, pagina 16). Wel is in 2011 ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen. Behalen van een financieel resultaat van: - 2008-0,3 miljoen. - 2009-0,9 miljoen (incl. 1,5 miljoen transitiekosten). - 2010-0,1 mln. (incl. 1,5 miljoen transitiekosten). - 2011 2,2 miljoen. - 2012 1 miljoen. Realiseren van weerstandsvermogen (eigen vermogen) van: - 2008-5 miljoen. - 2009-0,7 miljoen. - 2010-0,7 miljoen. - 2011 1,6 miljoen. - 2012 2,6 miljoen. Bijdrage van gemeenten per deelnemer bedraagt in: - 2008 994. - 2009 875. - 2010 875. - 2011 875. - 2012 0. Verbetering van de concerndiensten. Verbetering van de marketing en verkoop. Verbetering van de communicatie-functie. Het vergroten van de 3 e geldstroom / trajecten blijft achter op het transitieplan. Uit de jaarrekeningen van Caparis NV blijken de volgende resultaten: 2008: 185.000 (excl. 5 miljoen bijdrage gemeenten =bijzondere baten). 2009: 73.000. 2010: - 2,3 miljoen. 2011: - 4,39 miljoen (prognose Caparis). Het weerstandsvermogen heeft zich als volgt ontwikkeld: 2008: 186.000. 2009: 259.000. 2010: - 2,057 miljoen (excl. 2,3 miljoen bijdrage gemeenten inzake aanzuivering verlies 2010). 2011: ca. - 6 miljoen (prognose Caparis). Bijdrage van gemeenten per deelnemer per jaar: 2008: 875. 2009: 906. 2010: 926. 2011: 935. Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting. Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting 2008/2010: de hiernaast genoemde bijdrage van gemeenten per deelnemer is exclusief de incidentele bijdrage van 5 miljoen over 2008 respectievelijk 2,3 miljoen over 2010. Pagina 16 van 58

3.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 3.4.1. Bij Caparis is het aandeel beschut binnen en beschut buiten groter dan landelijke gemiddelden. In de Cedris bedrijfsvergelijkende gegevens wordt veel aandacht besteed aan de beweging op de werkladder. Ten opzichte van het landelijke gemiddelde en de referentiegroep grote SW-bedrijven zijn de uitkomsten van Caparis ultimo 2010 als volgt: Landelijk Referentiegroep grote Caparis SW-bedrijven Begeleid werken 5% 6% 7% Detachering 15% 15% 8% Groepsdetachering 8% 9% 3% Werken op locatie 9 24% 25% 28% Intern beschermd 10 47% 43% 49% Test en training 1% 2% 5% Totaal 100% 100% 100% Bron: Cedris rapportage bedrijfsvergelijking 2010, referentiegroep grote SW-bedrijven Hieruit blijkt dat bij Caparis ten opzichte van het landelijke gemiddelde en de referentiegroep meer medewerkers deel uitmaken van intern beschermd (beschut binnen) en van werken op locatie (beschut buiten). Bij Caparis maakt deze groep 82% van de totale populatie uit; bij de referentiegroep is dit 68% en landelijk 71%. 9 Werken op locatie is bij Caparis beschut buiten. 10 Intern beschermd is bij Caparis beschut binnen. Pagina 17 van 58

4 De Gemeenschappelijke Regeling 4.1. Algemeen In dit hoofdstuk analyseren wij de ontwikkeling van de kosten en opbrengsten die samenhangen met de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling. Dit betreft de loonkosten van de SW ers 11 en de ontvangen rijkssubsidie. Van deze activiteiten wordt tevens de realisatie van de doelstellingen in het transitieplan verklaard en vindt een vergelijking met andere SW-bedrijven plaats. Overigens bevinden zich in de GR ook (geringe) kosten voor de secretariaatsfunctie en administratie en controle. Gezien de geringe bedragen (< 0,1 mln.) is in dit onderzoek hier verder niet op in gegaan. 4.2. Financiële ontwikkeling In de GR zijn de kosten en opbrengsten eenduidig. Deze betreffen de loonkosten van de SW ers en de rijkssubsidie. Deze hebben zich als volgt ontwikkeld: GR (bedragen x 1000) Realisatie 2008 Realisatie 2009 Realisatie 2010 Begroting 2011 Verwachting 2011 Loonkosten SW'ers 60.596 62.389 63.093 62.004 61.777 Rijkssubsidie 59.200 61.336 61.201 56.127 57.431 Subsidieresultaat -1.396-1.053-1.892-5.877-4.346 Aantallen (Standaard Eenheden SE) SW'ers (SE) 2.442 2.451 2.418 2.353 2.363 Begeleid werken (SE) 189 186 158 174 146 Netto SW'ers in loondienst 2.253 2.265 2.260 2.179 2.217 Rijkssubsidie per SE 26.276 27.080 27.080 25.758 25.905 Loonkosten per SE 26.896 27.545 27.917 28.455 27.865 %-ontwikkeling loonkosten 2,41% 1,35% 1,93% -0,19% Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011. Bovenstaand overzicht geeft de ontwikkeling van het subsidieresultaat over de jaren 2008 tot en met 2010 en de verwachting voor 2011 12 weer. Het subsidieresultaat bestaat uit de rijkssubsidie (exclusief de gemeentelijke bijdrage) onder aftrek van de loonkosten 13 van de SW ers. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het subsidieresultaat in 2008 negatief is en dat deze vanaf 2010 verslechterd. Het negatieve subsidieresultaat wordt vooral veroorzaakt door de afname van de Rijkssubsidie per SE 14 zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Dit komt overeen met de gegevens uit de jaarrekeningen 2008 tot en met 2010 van de GR en de subsidiebeschikkingen voor 2011. De Rijkssubsidie zal in de jaren na 2012 verder dalen zoals blijkt uit berichtgeving van het ministerie van SZW en Cedris. De loonkosten van de SW ers nemen in 2009 en 2010 met gemiddeld 2% per jaar toe door CAO (loon)verhogingen, door periodieken en door een eenmalige uitkering in 2010. Deze eenmalige uitkering wordt 11 In de GR zijn tevens de loonkosten van ambtenaren opgenomen welke zijn overgegaan naar Caparis doch hun oude rechtspostitie behouden. Deze loonkosten zijn meegenomen bij de beoordeling van de loonkosten van het kader bij beschut werken. 12 Daar waar in dit rapport wordt gesproken over de verwachting 2011 wordt hierbij de latest estimate van Caparis bedoeld zoals opgenomen in de maand rapportage van september 2011. 13 Loonkosten SW omvat brutolonen, sociale lasten, vervoerskosten SW en overige personele kosten SW. 14 SE of Sociale Equivalent is de binnen de sociale werkvoorziening gebruikelijk rekeneenheid. Deze is gelijk aan de rekeneenheid FTE aangevuld met een handicapfactor, te weten 1 voor matig en 1,25 voor ernstig conform indicatie zoals afgegeven door het UWV. Pagina 18 van 58

in 2011 niet verwacht waardoor de loonkosten per SE in 2011 naar verwachting, ondanks periodieken en CAOverhogingen, per saldo vrijwel gelijk blijven ten opzichte van 2010. 4.3. Transitieplan Ten aanzien van de GR zijn in het transitieplan geen specifieke doelstellingen opgenomen. In het transitieplan is als uitgangspunt genomen dat de ontwikkeling van de Rijkssubsidie ongeveer gelijk zou zijn aan de loonontwikkeling. Dit was tot en met 2009 het geval. Hierna zijn CAO ontwikkelingen niet meer gecompenseerd en zijn Rijkssubsidies gekort. Vanaf 2010 is derhalve dit uitgangspunt van het transitieplan niet meer valide. 4.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 4.4.1. In 2009 liggen de gemiddelde loonkosten van SW ers in lijn met landelijk gemiddelde; in 2010 zijn deze gemiddelde loonkosten lager De gemiddelde loonkosten van SW ers bedragen bij Caparis in 2009 op jaarbasis 27.239. Dit ligt in lijn met de gemiddelde loonkosten van de referentie groep ( 27.228) en de landelijk gemiddelde loonkosten ( 27.115), zoals blijkt uit de Cedris rapportages over 2009 (referentiegroep groot). In 2010 bedragen de gemiddelde loonkosten van SW ers bij Caparis op jaarbasis 26.921. Deze zijn lager dan de gemiddelde loonkosten van de referentie groep ( 27.349) en de landelijk gemiddelde loonkosten( 27.587), zoals blijkt uit de Cedris rapportages over 2010 (referentiegroep groot). De gemiddelde loonkosten van SW ers met 318 zijn afgenomen ten opzichte van 2009. De bovengenoemde gemiddelde loonkosten per SW er wijken af van de genoemde loonkosten per SE in hoofdstuk 4.2. Deze afwijking wordt veroorzaakt doordat in de loonkosten volgens hoofdstuk 4.2 enkele kosten zoals vervoerskosten zijn meegenomen die niet zijn begrepen in de loonkosten van de benchmark. Reden hiervoor is dat deze kosten afhankelijk zijn van de plaats van uitvoering van het werk en niet sec loongerelateerd. 4.4.2. Het relatieve aandeel van SW ers met een ernstige arbeidshandicap in dienst van Caparis is hoger dan landelijk gemiddelde Hieronder zijn twee tabellen opgenomen die inzicht geven in de samenstelling van het SW-bestand landelijk en bij Caparis: Landelijk (2010) Caparis (2010) Geslacht Man 71% 76% Vrouw 29% 24% Leeftijd < 27 6% 8% 27-44 32% 31% 45-65 62% 61% Gemiddelde leeftijd 46,4 jr 46,7 jr Arbeidshandicap Matig 87% 77% Ernstig 13% 23% Totaal 100% 100% Bron: Cedris jaarstatistiek en Caparis Pagina 19 van 58

Arbeidshandicap Landelijk Provincie Fryslân Caparis Matig 87% 80% 77% Ernstig 13% 20% 23% Bron: publiek overzicht resultaten WGR 2100 (caparis) over 2010. www.resultaten-wsw.szw.nl Hieruit blijkt dat ten aanzien van de gehele populatie het relatieve aandeel van medewerkers met de indicatie ernstige handicap bij Caparis hoger is dan het landelijk gemiddelde. In 2010 bedraagt dit aandeel 23% tegenover 21% in 2008 en 22% in 2009. Aannemelijk is dat deze medewerkers per persoon een lagere omzet genereren dan medewerkers met de indicatie matig en daardoor van invloed is op de omvang van de te genereren omzet per SW er. 4.4.3. Ziekteverzuim SW bij Caparis ligt in lijn met landelijke gemiddelden De vergelijking van het ziekteverzuim van Caparis ten opzichte van de landelijke gemiddelden is als volgt: 2009 2010 Caparis 13,1% 14% Landelijk gemiddelde (bron: Cedris) 13% 13,6% Landelijk gemiddelde, referentiegroep grote SW-bedrijven (bron: Cedris) 14,7% 15,1% Uit bovenstaande vergelijking blijkt dat het ziekteverzuim van Caparis in lijn ligt met het landelijk gemiddelde en enigszins lager is dan het landelijk gemiddelde volgens de referentiegroep grote SW-bedrijven. Pagina 20 van 58

5 Beschut werken 5.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de activiteiten uit hoofde van beschut werken. Dat wil zeggen: het in een aangepaste omgeving (in casu Caparis) werkzaamheden verrichten. De kosten van beschut werken bestaan uit de kosten voor staf, kader, infrastructuur en directe kosten. Hier tegenover staat externe omzet van gemeenten en bedrijven, instellingen en particulieren. Er zijn vier vormen van beschut werken bij Caparis conform de indeling van IJsselvliet: a. Individuele detachering, gedetacheerd bij een reguliere werkgever, die daar eventueel een inleenvergoeding voor betaalt; b. Groepsgewijze detachering, idem maar dan voor een groep; c. Beschut buiten, in groepsverband en onder aansturing van Caparis aangenomen werkzaamheden verrichten (bijvoorbeeld groen en post); d. Beschut binnen, het verrichten van werkzaamheden binnen de muren van Caparis. 5.2. Financiële ontwikkeling BESCHUT WERKEN (bedragen x 1000) Realisatie 2008 Realisatie 2009 Realisatie 2010 Begroting 2011 Verwachting 2011 Kosten Caparis 20.566 19.805 20.295 20.682 20.462 Netto toegevoegde waarde 17.792 16.711 16.568 17.481 17.237 Resultaat beschut werken -2.774-3.094-3.727-3.201-3.225 Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011 De kosten van Caparis, bestaande uit loonkosten kader, overige kosten, afschrijvingen en rente bewegen zich over de jaren in een bandbreedte van 3%. Binnen deze kosten is wel een aantal belangrijke ontwikkelingen te onderscheiden. In paragraaf 5.2.1 en verder gaan wij hier nader op in. In de paragrafen 5.2.5 gaan wij in op de ontwikkeling van de netto toegevoegde waarde bij Caparis. De bedrijfskosten over de jaren 2008 tot en met (verwachting) 2011 in vergelijking tot de geprognosticeerde bedrijfskosten volgens het transitieplan zijn als volgt weer te geven (* 1.000): B egroot volgens transitieplan Werkelijk/ prognose 2011 2008 21.000 20.566 2009 21.050 19.805 2010 21.100 20.295 2011 21.150 20.462 Pagina 21 van 58

5.2.1. De loonkosten kader en inhuur derden nemen toe, de overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen af Hieronder geven wij de ontwikkeling van de kosten van Caparis over de jaren 2008 tot en met 2011 weer. Hieruit blijkt een toename van de loonkosten kader en dienstverlening derden. De overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen in de betreffende jaren af. (bedragen x 1000) Realisatie 2008 Realisatie 2009 Realisatie 2010 Verwachting 2011 Kosten 20.566 19.805 20.295 20.462 Loonkosten kader 8.348 8.872 9.455 9.800 Dienstverlening derden 541 490 1.230 1.492 Overige kosten 8.420 7.774 7.381 7.090 Afschrijvingen 2.295 2.097 1.958 1.850 Rentelasten 1.162 872 671 630 Af: begeleid werk -200-300 -400-400 Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011 In onze analyse hebben wij een bedrag aan kosten toegewezen aan de activiteit begeleid werken; zie hoofdstuk 6 voor een nadere toelichting. 5.2.2. Loonkosten kader nemen vooral toe door aantrekken van medewerkers en CAO ontwikkeling De loonkosten van het kader zijn in 2011 ten opzichte van 2008 toegenomen met 1,5 miljoen. Hieronder is een nadere specificatie opgenomen: (bedragen x 1000) Realisatie 2008 Realisatie 2009 Realisatie 2010 Begroting 2011 Verwachting 2011 Loonkosten kader 8.348 8.872 9.455 10.099 9800 FTE 160 158 167 171 175 Effect door CAO ontwikkeling 205 283 43 geen gegevens geen gegevens Overige effecten (meer/minder personeel, hogere/lagere loonkosten per wn) -376 241 540 Toe-/afname loonkosten ten opzichte van vorig jaar -171 524 583 644 345 Bron: jaarrekening 2008, 2009, 2010 Caparis, specificatie ontwikkeling salaris opgesteld door de afdeling financiën van Caparis Gebaseerd op specificaties ontleend aan de financiële administratie en salarisadministratie van Caparis alsmede op basis van gevoerde gesprekken met de directie blijkt dat de toename van de loonkosten kader wordt veroorzaakt door: - Loonontwikkeling door CAO gerelateerde posten zoals periodieken, cao verhogingen en eenmalige uitkering in 2010. - Aantrekken van medewerkers voor sales, accountmanagement, control (concerncontroller/controllers) zoals blijkt uit de overzichten instroom 2008-2011 van de afdeling P&O. - Tijdelijke aanname van medewerkers met het oog op de kanteling van de organisatie 15 (bron: 3 e kwartaalrapportage 2010). Dit blijkt tevens uit de verkregen overzichten instroom 2008-2011 van afdeling P&O. - In 2010 en 2011 zijn medewerkers aangenomen in het kader van de opbouw van het arbeidsontwikkelbedrijf en de uitbouw van het detacheringbedrijf. Dit aannemingsbeleid is stopgezet in het najaar van 2010 maar heeft nog wel zijn uitwerking in 2011 (door de looptijd van tijdelijke contracten) (bron: 2 e kwartaalrapportage 2011). 15 Ingaande 2010 is de organisatie van Caparis gekanteld en overgegaan van een (geografische) structuur van bedrijven Drachten, Leeuwarden, Heerenveen en Woon en Groen Service (WGS) naar afdelingen O&I, Deta/BW/Businesspost, Groenservice en Industrie. Pagina 22 van 58

Uit de jaarrekeningen van Caparis NV blijkt dat het kader ultimo 2008 uit 160 fte bestond en eind 2010 uit 167 fte. De begroting 2011 gaat uit van 171 fte; uit de maandrapportage september 2011 blijkt een realisatie van 175 fte. Het transitieplan gaat uit van 166 fte voor 2011. Onder de loonkosten kader is tevens de managementfee van de algemeen directeur begrepen. Deze wordt in de jaarrekening 2009 en 2010 toegelicht. Volgens deze toelichting bedragen over 2009 de kosten van deze managementfee 120.000 en over 2010 187.000. Uit de van Caparis verkregen specificatie van de managementfee blijkt dat de in de jaarrekening toegelichte fee over 2010 inclusief een opslag voor autokosten, onkostenvergoeding en werkgeverslasten (pensioen- en sociale lasten) is. De genoemde managementfee 2009 is zonder de opslag voor autokosten, onkostenvergoeding en werkgeverslasten. In 2010 is, ten opzichte van 2009, de maandelijkse fee met 2.000 verhoogd. Deze verhoging is goedgekeurd door de RvC. De gemiddelde loonkosten van het kader zijn gestegen van 52.175 in 2008 tot 56.617 in 2010 per fte. In het transitieplan is uitgegaan van een gemiddelde loonsom van 51.875 per fte (geen indexatie vanaf 2008). De loonkosten per fte zijn in 2010 circa 9% hoger dan begroot volgens het transitieplan door CAO-ontwikkelingen (circa 4%) en door aanname van duurdere medewerkers dan was begroot. 5.2.3. Overige kosten nemen per saldo af De overige kosten betreffen kosten voor huisvesting, afschrijvingen, rente, inhuur derden en overige bedrijfskosten. Deze zijn hieronder gespecificeerd: (bedragen x 1000) Realisatie 2008 Realisatie 2009 Realisatie 2010 Verwachting 2011 Kosten 12.218 10.933 10.840 10.662 Dienstverlening derden 541 490 1.230 1.492 Overige kosten 8.420 7.774 7.381 7.090 Afschrijvingen 2.295 2.097 1.958 1.850 Rentelasten 1.162 872 671 630 Af: begeleid werk -200-300 -400-400 Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011 De totale kosten zijn vooral in 2009 afgenomen ten opzichte van 2008 (per saldo meer dan 1 miljoen). In 2010 zijn de kosten per saldo gelijk gebleven en in 2011 wordt een verdere daling met per saldo circa 0,2 miljoen verwacht. Dienstverlening derden De kosten van inhuur derden zijn in de afgelopen jaren toegenomen. In de volgende paragraaf gaan wij hier nader op in. Huisvestingskosten De huisvestingskosten nemen in de periode 2008 tot en met 2011 af. Deze afname is o.a. het gevolg van het niet verlengen van huurcontracten en het goedkoper inkopen van energie. Afschrijvingen De afschrijvingen nemen onder andere af door desinvesteringen (met name pand grafisch ) en door een afname van investeringen in met name machines en installaties mede verband houdend met de veranderende taak van Caparis. Rentelasten De rentelasten nemen af door aflossing van langlopende leningen, de aflossing in 2009 van de schuld in rekening courant bankier door middel van de eenmalige extra bijdrage door de aandeelhoudende gemeenten van 5 miljoen (zie tevens hoofdstuk 3.2.2) alsmede door lagere rentetarieven. In 2010 neemt de kortlopende schuld aan kredietinstellingen toe tot 5,5 miljoen ultimo 2010 (ultimo 2009: nihil) mede als gevolg van de negatieve kasstroom in 2010. Ten opzichte van de uitgangspunten van het transitieplan zijn de overige kosten, afschrijvingen en rente in 2010 circa 1,4 miljoen lager dan de raming volgens het transitieplan voor het boekjaar 2010. Pagina 23 van 58