arg( 3 i) 6arg( 3 i) 5π π (modulo 2π ) Hoofdstuk 2 Complexe getallen 2.11 Herhalingsopgaven 1a We splitsen het getal in twee delen: e e e e

Vergelijkbare documenten
Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 3

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen

4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i

WISKUNDE 5 PERIODEN DEEL B

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

Bestaat er dan toch een wortel uit 1?

Complexe getallen: oefeningen

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

4051CALC1Y Calculus 1

Complexe eigenwaarden

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Hoofdstuk 8 : Complexe getallen

Complexe e-macht en complexe polynomen

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

De meetkunde van de. derdegraadsvergelijking

TW2040: Complexe Functietheorie

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden

Calculus. P.J.I.M. de Paepe Korteweg de Vries Instituut Universiteit van Amsterdam

Complexe getallen. José Lagerberg. November, Universiteit van Amsterdam. José Lagerberg (FNWI) Complexe getallen November, / 30

TW2040: Complexe Functietheorie

2 Modulus en argument

Het vinden van een particuliere oplossing

Toegestane informatiebronnen en hulpmiddelen: rekenmachine, pen, geodriehoek / liniaal.

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

Hoofdstuk 7 - Complexe getallen

Op deze manier ligt φ exact vast (als we zouden zeggen 0 φ 2π zouden we de reële getallen dubbelop hebben, en dat willen wij als wiskundigen niet).

Toepassing Complexe Functies: Potentiaalstroming

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur


TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,

n 2 + 2n + 4 3n 2 n + 4n n + 2n + 12 n=1

Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica

ICT - Cycloïden en andere bewegingen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 1 oktober 2008, uur.

Wiskundige Technieken

Mathematical Modelling

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

ProefToelatingstoets Wiskunde B

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Estafette. De langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 25 x.

Praktische opdracht Wiskunde B Complexe Getallen

f : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4

Les 1 De formule van Euler

TW2040: Complexe Functietheorie

Een snelheid (dimensie m/s) wordt gegeven door de formule v(t) = A (t-3). Teken deze snelheid in functie van de tijd. Welke dimensie heeft A?

PARADOXEN 4 Dr. Luc Gheysens

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011

wiskunde B pilot vwo 2017-II

1 Eigenwaarden en eigenvectoren

UITWERKINGEN VOOR HET VWO

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

FOURIERTHEORIE. Yu.A. Kuznetsov en J. Stienstra

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Toegepaste Wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Correcties en aanvullingen (mei 2009) HBuitgevers, Baarn

Appendix Inversie bekeken vanuit een complex standpunt

Oefeningen Wiskundige Analyse I

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

Toets 3 Calculus 1 voor MST, 4051CALC1Y dinsdag 31 oktober 2017, 13:30 16:30 uur

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30

20 OKTOBER y 2 xy 2 = 0. x y = x 2 ± 1 2. x2 + 8,

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden.

Opgave 3 - Uitwerking

Trigonometrische functies

TW2040: Complexe Functietheorie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Mathematical Modelling

Hoofdstuk 6: De Laplace transformatie

Examen Complexe Analyse vrijdag 21 juni 2013, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen

Ongelijkheden groep 1

Aansluiting vwo - wo. wiskunde op het vwo versus wiskunde op de UT Presentatietitel: aanpassen via Beeld, Koptekst en voettekst

c 0. 1, t c = 0, 0 t < π = 1, π t < 2π f(t) = = 1, 2π t < 3π = 0, t 3π.

Lineaire algebra 1 najaar Complexe getallen

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur

Functies van één veranderlijke

Dictaat behorende bij. Analyse III. Wiskunde Opleiding Delft-Leiden. versie Guido Sweers en Sjoerd Verduyn Lunel

Lineaire Algebra voor W 2Y650

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 8 - Complexe functies

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

Takstroom Takstroom Totale φ tussen I1 I2 stroom I I1 en I2 (A) (A) (A) A B C

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Poolcoördinaten (kort)

Selectietoets vrijdag 21 maart 2014

Transcriptie:

Hoofdtuk Complexe getall. Herhalingopgav a We plit het getal in twee del: lni ln i e e e e ln e (o( π) iin( e ( i ) e i i i i i i i i Samgevoegd levert dit e omplex getal op met e reëel deel ( ) e e e imaginair deel ( ) e e : i = i e e e e b i arg( i ) π, 0 0 ( i ) arg( i ) 0arg( i ) π π π (modulo π ) 0 0 i arg( i) π, 8 8 9 ( i) arg( i) 8arg( i) π π π (modulo π ) 8 8 0 ( i ) ( i ) 8 8 ( i) ( i) 0 ( i ) 0 ( i ) arg 8 π π π ( i) We kunn hrijv ( i) i arg( i) π, ( i) arg( i) arg( i) π π (modulo π ) i arg( i) π, ( i) arg( i) arg( i) π π (modulo π ) 8 0 o π iin π i

We kunn hrijv ( i) ( i) o π π i in π π (o(π) i in (=. De beide getall amgevoegd levert e omplex getal met e reëel deel 8 e imaginair deel : 8 i. a Stel r arg( ) i i r arg(i ) arg i arg π moet geld r r 0 π π π 0 Het gaat hierbij om het gebied in het omplexe vlak, dat begrd wordt door de twee irkel met middelpunt O tral repetievelijk, in het vierde kwadrant ( π 0 ). Alle de rand van de irkel met traal telt mee vanwege het gelijktek in r. b Stel Re( ) x arg( ) x Re( ) i Verder moet geld 0 π Het gaat hierbij om het gedeelte van de lijn x in het omplexe vlak, dat begrd wordt door de x-a ( 0 ) de lijn y x ( ). Stel r arg( ) r arg( ) arg π moet geld r 7 r π π 8 π π Het gaat hierbij om het gebied in het omplexe vlak, dat begrd wordt door de twee irkel met middelpunt O tral repetievelijk de lijn π repetievelijk π. 8 Wat de rand van het gebied betreft: alle de rand van de irkel met traal telt mee (vanwege het gelijktek in r ) het gedeelte van de lijn (vanwege het gelijktek in π π). 8 d Stel Re( ) x Im( ) y i i x iy i i x iy x i( y ) x i( y) x ( y ) ( x) ( y) x ( y ) ( x) ( y) Uitwerk leidt tot x y 0y 8x x 9 y y 8x y 0 x y 0 Het gaat hierbij om de lijn y x in het omplexe vlak. a Stel Re( ) x, Im( ) y arg( ) i 0 x iy i x i( y ) 0 8 π Hieruait volgt ( x ) ( y ) 0 ( x ) ( y ) 00 ()

Ook gegev i: arg( ) π arg π π, x 0 () y 0 ( ligt op de poitieve imaginaire a). () ingevuld in () levert: ( y ) 00 y 99 y (alle de poitieve oploing geldt, omdat y 0 ). Conluie: ( )i. Het beeldpunt van ligt op de imaginaire a. b Het beeldpunt van i t opihte van het beeldpunt van gepiegeld t opihte van de reële a. Het beeldpunt van i krijg we uit het beeldpunt van door het over e hoek van arg(i) te draai in poitieve rihting (het komt op de negatieve reële a te ligg). Controle: ( )i a i 0 i 0 Kwadraatafplit leidt tot i i i ( )i ( ). ( i) i 0 ( i) b Stel w w iw 0 Kwadraatafplit leidt tot ( w i) ( i) 0 ( w i) Hieruit volgt w i i w i of w i w i of w i i (o( π k π) i in( π k (o( π k π) i in ( π k voor k 0,, o( π) i in( π) i o( π) i in( π) i o( π) i in( π) i 9 9 i (o( π k π) i in( π k (o( π k π) i in ( π k voor k 0,, o( π) i in( π) i o( π) i in( π) ( i) 7 7 o( π) i in( π) ( i)

i i ( i) 0 ( i) 0 i ( i) i 0 0 Kwadraatafpit leidt tot ( ( i)) ( i) 0 ( ( i)) i i i 9 (o(arg( i) iin(arg( i)) (o(,900) iin(,900)) ( i) (o (,.. kπ) iin (,.. k voor k 0, Conluie: i,89888(o, 779 i in, 779) i,89888 0, 8978,89888 0,9709i,0,87i i,89888(o(, 779 π) i in(, 779 i,89888 ( 0, 8978),89888 ( 0,9709)i 0, 97 0,87i d Stel w w ( i) w i 0 Kwadraatafplit leidt tot ( w ( i)) ( ( i)) i 0 ( w ( i)) ( i ) i i i (o( π kπ) iin( π k Hieruit volgt w ( i) (o( π kπ) iin( π k voor k 0, w i o( π) i in( π) i ( ) i( ) i of w i o( π) i in( π) i ( ) i( ) Split we op: i (o( π k π) i in( π k (o( π k π) i in ( π k voor k 0,, o( π) i in( π) i o( π) i in( π) i 9 9 o( π) i in( π) i (o(π k π) i in(π k (o( π k π) i in ( π k voor k 0,, o( π) i in( π) i o(π) i in(π) o( π) i in( π) i

a i De faevetor van f () t i π f e o( π) i in( π) i De faevetor van g( t) in(t π) o( t π) o( t π) o(t π) i i π o( π) i in( π) g e i De faevetor van h( t) o(t π) o(π t π)=o( t π) o(t π) i i π h e o( π) i in( π) i i b f g h i i i i( ) 0,878,987i Hiervan i de modulu ( 0,878) (,987), 080,987 het argumt arg( ) artan, 7898 0,878 (we moet π aftrekk want ligt in het derde kwadrant). Voor f ( t) g( t) h( t) i het reële deel van f( t) g( t) h ( t),080e e,080e Het reële deel hiervan i i(t,7898) Re,080e,080o( t,7898) a du v( t) in dt in t 0 0 o π ( t) 0 o t 0 t π m/ dv a( t) o dt o π 0 t t t 0 9 t o π m/ of o π m/ f t g t h t i ( ) ( ) ( ) e t i(,7898) it i(t,7898) 0 0 9 9 b 0 De faevetor van u(t) i 0e 0 (op de poitieve reële a). u i( π) 0 0 De faevetor van v(t) i e i (op de poitieve imaginaire a, over π gedraaid v t opihte van de faevetor met e fator vermigvuldigd). u 0 iπ 0 9 e t 9 De faevetor van a(t) i (op de negatieve reële a, weer over π gedraaid met e fator a vermigvuldigd, maar nu t opihte van de faevetor v ).