1. Langere vraag over de theorie

Vergelijkbare documenten
Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen Elektromagnetisme (NS-103B)

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Oplossing examenoefening 2 :

Langere vraag over de theorie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

1. Langere vraag over de theorie

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Elektro-magnetisme Q B Q A

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Begripsvragen: Elektrisch veld

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

1. Langere vraag over de theorie

Uitwerkingen toets emv

Hertentamen Elektromagnetisme: Theorie (NS-107B)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Elektrische stroomnetwerken

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Hoofdstuk 24 Condensatoren, Diëlektrika, Electrische Energie Opslag. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

LES1: ELEKTRISCHE LADING DE WET VAN COULOMB. H21: Elektrische lading en elektrische velden

Vectoranalyse voor TG

I A (papier in) 10cm 10 cm X

Naam : F. Outloos Nummer : 1302

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

Vraagstukken Elektriciteit en Magnetisme

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

1 Overzicht theorievragen

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 2012 van 14u00-17u00

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Vectoranalyse voor TG

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

toelatingsexamen-geneeskunde.be

FYSICA-BIOFYSICA : FORMULARIUM (oktober 2004)

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

. Vermeld je naam op elke pagina.

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1

Juli blauw Vraag 1. Fysica

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS APRIL :15 12:15 uur

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Tentamen Elektromagnetisme 1 (NS-103B)

Tentamen Quantum Mechanica 2

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Math D2 Gauss (Wiskunde leerlijn TOM) Deelnemende Modules: /FMHT/ / A. Oefententamen #2 Uitwerking

Statische elektriciteit; elektrische lading en het behoud ervan

Fysica 2. Electriciteit & Magnetisme. Physics for Scientists and Engineers, with Modern Physics, 4 th edition Giancoli. Hoofdstukken 21 t/m 29

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoe merkt een geladen deeltje dat er een tweede geladen deeltje in de buurt is als de twee deeltjes elkaar niet aanraken?

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Verzameling oud-examenvragen

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Juli geel Fysica Vraag 1

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 2011 van 14u00-17u00

Opgave: Deeltjesversnellers

Tentamen E&M 13-mei-2004

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

1. Langere vraag over de theorie

Hoofdstuk 26 DC Circuits. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Gelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Gelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U

Transcriptie:

1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen veel kleiner is dan de laterale afmeting van de platen. b) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een cilindervormige condensator die bestaat uit een binnenste cilinder en een coaxiale buitenste cilinder waarbij de stralen van de cilinders veel kleiner zijn dan hun lengte. Deze eerste vraag peilt naar het kennen van de leerstof. Het antwoord is dan ook direct terug te vinden in de betreffende PowerPoint presentaties.

a) Capaciteit van een vlakke condensator We bekijken eerst een condensator met twee evenwijdige platen met ladingen +Q en Q. De platen hebben een oppervlakte A en zitten op een afstand d van mekaar. We mogen aannemen dat de afstand tussen de platen veel kleiner is dan de laterale afmetingen van de platen, zodat we een homogeen veld hebben (geen randeffecten): E 0 0 Het potentiaalverschil van a naar b wordt gegeven door (zie formularium) σ ε Q A ε

a) Capaciteit van een vlakke condensator, vervolg We bepalen dan de lijnintegraal voor het pad waarbij veld en verplaatsing anti-parallel lopen: De capaciteit is per definitie de verhouding tussen Q en V en we vinden dan voor de capaciteit van de vlakke condensator dat C Q V ε 0 A d

b) Capaciteit van een cilindrische condensator We beschouwen een condensator met een cilindervormige buis met straal R b die omgeven wordt door een coaxiale holle cilinder met straal R a. De buizen dragen ladingen +Q en Q. We moeten nu het potentiaalverschil V berekenen tussen beide cilinders. Daarvoor hebben we het elektrisch veld nodig rond een homogeen geladen lange staaf (zie hoofdstuk 21). Bij de staaf is de lading +Q uniform verdeeld over de staaf en we mogen aannemen dat de lengte l van de staaf veel groter is dan de doormeter van de staaf.

b) Capaciteit van een cilindrische condensator vervolg 1 Lineaire ladingsverdeling: λ We berekenen dan de bijdrage de van de lading dq op het stukje dy van de staaf tot de grootte van het totaal elektrisch veld voor een punt op de x-as loodrecht op het midden van de staaf: Q dq λdy de = = 4πε r 4πε x y l 2 2 2 0 0 Omwille van de symmetrie zullen de y-componenten van de velden veroorzaakt door de stukjes boven en onder 0 mekaar opheffen! Enkel de x-componenten van het veld overleven de integratie:

b) Capaciteit van een cilindrische condensator vervolg 2 λ dy E E de x = decosθ = cosθ x 2 2 4πε x y De integratie loopt enkel over y (x wordt constant gehouden). We maken dan verder gebruik van het feit dat y = x tanθ en dat aldus dy = x dθ/cos 2 θ. Vermits cosθ = x/(x 2 +y 2 ) 1/2 is 1/(x 2 +y 2 ) = cos 2 θ/x 2 : π/ 2 λ 1 λ π/ 2 1 λ E cosθ dθ = sinθ 4πε x 4πε x 2πε x π/ 2 π/ 2 0 0 0 Bij de integratie hebben we de draad als oneindig lang beschouwd ten opzichte van de afstand x (= punt P dicht genoeg bij de draad)! In de berekening hierna stellen we x = R. 0

b) Capaciteit van een cilindrische condensator vervolg 3 Het potentiaalverschil tussen de buitenste en binnenste cilinder is dan b Q l a 2πε0 V Vb Va E ur d r l De capaciteit wordt tenslotte gegeven door Q Rb Q Ra ln ln 2πε l R 2πε l R 0 a 0 b Q C V ln 2πε l 0 Ra R b R R a b dr R

2. Oefening In 1904 publiceerde J. J. Thomson een (incorrect) model voor het waterstofatoom. In dit model bevat het atoom een bolvormige wolk (straal R) met positieve lading +e (deze lading is uniform verdeeld over de wolk), en een elektron (een deeltje met gelijke maar negatieve lading e) in het middelpunt van de wolk. a) Gebruik de wet van Gauss om aan te tonen dat het elektron in evenwicht is in het middelpunt van de wolk. b) Toon aan dat indien het elektron verschoven zou worden weg van het middelpunt over een afstand r < R, het elektron een herstellende kracht zou ondervinden in de vorm F = Kr. Bepaal ook de constante K. c) Bereken het verloop van de potentiële energie van het elektron voor 0 < r <, en gebruik ook dit verloop om aan te tonen dat het elektron in evenwicht is in het middelpunt van de wolk.

a) Door gebruik te maken van de wet van Gauss hebben we dat Dit elektrisch veld wijst radiaal naar buiten, wat betekent dat een negatief geladen deeltje naar het midden zal aangetrokken worden. b) De kracht op een puntlading q = e op afstand r van het middelpunt wordt gegeven door

Er is dus een herstellende kracht die wijst naar het middelpunt. c) Vertrekkend van het middelpunt hebben we voor 0 < r < R dat

Voor R < r < hebben we dat We zien dat de potentiële energie een monotoon stijgende functie van r is die minimaal (= 0) is in het centrum van de positieve ladingswolk (r = 0) en overal elders groter is. Het centrum is dus de meest stabiele positie van de negatieve lading e.

3. Vier kortere vragen 1. Onderstaande figuur toont de zogenaamde brug van Wheatstone die toelaat om een onbekende weerstand te bepalen met behulp van drie gekende weerstanden R 1, R 2 en R 3 waarbij R 3 regelbaar is. Als de brug in evenwicht is, dit is als de stroommeter geen stroom detecteert bij het sluiten van de schakelaar S, dan wordt de onbekende weerstand R x gegeven door het verband R x = R 2 x R 3 /R 1. Maak gebruik van de regels van Kirchhoff om aan te tonen dat dit inderdaad het geval is.

Als de brug in evenwicht is loopt er geen stroom tussen de punten B en D zodat V B = V D. Hieruit volgt dan dat het potentiaalverschil V B V A gelijk is aan het potentiaalverschil V D V A. We hebben daarnaast ook dat het potentiaalverschil V C V B gelijk is aan het potentiaalverschil V C V D. Door toepassing van de wet van Ohm krijgen we dan volgende vergelijkingen: R I = R I 1 1 3 3 2 1 x 3 Hierbij hebben we gebruik gemaakt van het feit dat dezelfde stroom I 1 loopt door de weerstanden R 1 en R 2 en dat dezelfde stroom I 3 loopt door de weerstanden R 3 en R x. Uit twee bovenstaande vergelijkingen leiden we het gezochte resultaat af: en R I = R I I = R I R R I = R I R R R 3 3 3 3 2 3 1 2 x 3 x R1 R1 R1

2. Twee identieke deeltjes met een massa van 4.5 mg en een lading van 30 nc bewegen recht naar mekaar toe met dezelfde snelheid van 4.0 m/s op het moment dat de afstand tussen beide deeltjes 25 cm is. Hoe ver zullen de deeltjes van mekaar verwijderd zijn op het moment dat ze het dichtst bij mekaar komen? a. 9.8 cm, b. 12 cm, c. 7.8 cm, d. 15 cm, e. 20 cm. Mijn antwoord: c = 7.8 cm

Mijn verantwoording van het gekozen antwoord: We maken gebruik van het behoud van energie (= kinetische energie + potentiële energie) en vergelijken de situatie in het begin met de situatie als de deeltjes het dichtst bij mekaar gekomen zijn, dit is als hun snelheid en dus ook hun kinetische energie nul is: totale energie 2 mv 2 2 0 ke q r 0 2 0 ke r q min 2 Zowel v 0 = 4.0 m/s als q = 30 nc en r 0 = 25 cm zijn gegeven. Uit bovenstaande vergelijking kunnen we dan de minimale afstand r min berekenen en we vinden oplossing c.

3. Het punteffect kunnen we begrijpen door te berekenen hoe het elektrisch veld afhangt van de straal voor twee geladen metalen sferen die door een metalen draad met mekaar zijn verbonden. Bereken hoe het elektrisch veld afhangt van de straal van de sferen. Het punteffect komt er op neer dat voor het oppervlak van een metaal het elektrisch veld het grootst wordt waar de kromtestraal lokaal het kleinst is (aan scherpe punten). Voor een metalen sfeer met straal r en lading Q wordt de potentiaal van het oppervlak gegeven door V Q 4 0 r

De twee elektrisch verbonden sferen met verschillende straal r 1 en r 2 (zie figuur) bevinden zich op dezelfde potentiaal zodat voor de ladingsdichtheden σ en voor de elektrische velden E geldt dat: E r 1 2 r r en 1 1 2 2 E2 r1 Hierbij hebben we gesteund op het feit dat het elektrisch veld van een sfeer met ladingsdichtheid σ gegeven wordt door E = σ/ε 0.

4. Wat is de totale energie die opgeslagen zit in de onderstaande groep van 3 condensatoren als het potentiaalverschil tussen de punten a en b gelijk is aan 50 V? a. 48 mj b. 27 mj c. 37 mj d. 19 mj e. 10 mj Mijn antwoord: d = 19 mj

Mijn verantwoording van het gekozen antwoord: De bovenste condensatoren van 50 μf en 10 μf staan in parallel en kunnen vervangen worden door een equivalente condensator met capaciteit gelijk aan de som van de capaciteiten, dit is 60 μf. Deze equivalente condensator staat dan op zijn beurt in serie met de onderste condensator met een capaciteit van 20 μf. De condensatoren in serie kunnen we vervangen door een equivalente condensator met capaciteit (in μf) 1/C eq = 1/60 + 1/20. Hieruit berekenen we dan dat C eq = 120/8 μf = 15 μf. De totale opgeslagen energie wordt tenslotte gegeven door U = C eq V 2 /2 met C eq = 15 μf en V = 50 V. Hieruit vinden we dat antwoord d het correcte antwoord is.