Postoperatieve analgesie. Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg
|
|
- Thijmen de Wit
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Postoperatieve analgesie Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg
2 Definities van pijn Meten van pijn Fysiologie van de pijn Toegepaste fysiologie van inflammatoire pijn De stressrespons Kwaliteit van analgesie Het Leuvense model Patiënt gecontroleerde technieken PCEA
3 Definities van pijn
4 Definitie van pijn Pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring die geassocieerd wordt met een bestaande of potentiële weefselbeschadiging of die beschreven wordt in zulke termen MerskeyH&BogdukN(Eds)(1994)ClassificationofChronicPain.DescriptionsofChronicPainSyndromesandDefinitionsofPainTerms.2 nd edn.
5 Definitie van pijn Complexeentiteit bestaande uit sensorische component cognitieve component affectieve component gedragsmatige component
6 Definitie van acute pijn pijn die recent ontstaan is en waarschijnlijk een beperkte duur heeft, meestal is er een aanwijsbaar tijdstip van aanvang en een causaal verband met dit letsel of met deze aandoening Ready LB& Edwards WT (1992) Management of Acute Pain: A Practical Guide. Taskforce on Acute Pain. Seattle: IASP Publications.
7 Acute vs chronische pijn Acute pijn: aanhoudend tot max 3 maandna uitlokkende stimulus Chronische pijn aanhoudend tot meer dan 3 maand na uitlokkende stimulus
8 Acute vs chronische pijn Acute pijn: nuttig aanwezigheid van een organisch ziekteproces pathologie evenredig met intensiteit bbb bbb verdwijnt na behandeling van oorzaak opioïden zijn geïndiceerd en effectiefbbb bbb geen bijbedoelingen Chronische pijn nut? oorzaak meestal niet (meer) duidelijk bbbbbbbbb geen lineair verband tussen pathologie en intensiteit persisterend na verdwijnen uitlokkende factor opioïden zelden geïndiceerd of effectief vaak therapieresistent dikwijls bijbedoelingen langdurige implicaties voor de dagelijkse aspecten van dagelijks leven
9 Belang van pijn Pijn = signaalfunctie 90% is uitlokkende factor bekend
10 Types pijn Nociceptieve pijn Dysfunctionele pijn Centrale pijn Psychogene pijn Pijn-gedrag
11 Types pijn Nociceptieve pijn wordt voortgeleid door nociceptoren beantwoordt goed aan opioïden vormen: acute pijn (vb postoperatieve pijn) bepaalde vormen van chronische pijn kankerpijn chronische degeneratieve aandoeningen
12 Types pijn Centrale pijn = deafferentiatie pijn = neuropathische pijn beschadiging van zenuwweefsel met onderbreking van de normale afferente input er is geen inhiberende zenuwaktiviteit of er is abnormale zenuwaktiviteit welke aanleiding geeft tot abnormaal werken van de pijnverwerkingscentra meestal geen gunstig effect van opioïden, wel behandeling met anti-epileptica of tricyclische antidepressiva
13 Types pijn Psychogene pijn de oorzaak ligt in het niet meer kunnen verwerken van de psychologische stress de pijn door weefselschade kan hierdoor versterkt worden therapie = psychotherapie
14 Types pijn Pijngedrag gedragen alsof men pijn heeft (mimiek, bewegen) na een weefseltrauma, waarbij het gedrag behouden tot zelfs versterkt wordt door de omgeving ofwanneer patiënt normaal sociaal en professioneel leven niet meer aankan of wenst aan te kunnen met pijngedrag als gevolg multidisciplinaire aanpak
15 Meten van pijn
16 Hoe meten Beschrijvend door patiënt Verbaal descriptieve pijnschaal geen pijn = 0 -de meest onuitstaanbare pijn = 4 Numerische intensiteits-pijnschaal give me a number : 0-10
17 Hoe meten Beschrijvend door patiënt VAS = visual analogue score pijnlatje verschuiven aantal mm = VAS-score
18 Hoe meten Observatie patiënt Wong-Baker Faces Pain Scale Faces Pain Scale Revised with scores
19 Hoe meten Wanneer? pijnmeting in rust pijnmeting bij verzorging pijnmeting bij mobilisatie pijnmeting bij hoesten
20 Fysiologie van pijn
21 Fysiologie van de nociceptie Somatosensorisch systeem verwerkt 4 sensorische modaliteiten: Tactiele sensaties Proprioceptieve sensaties Thermische sensaties Pijnsensaties Elke modaliteit wordt door een specifieke receptor en een specifieke neuro-anatomische pathway verwerkt
22 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie Transmissie Modulatie Perceptie
23 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie = receptor aktivatie (externe schadelijke energie wordt omgezet in elektrofysiologische activiteit in het nociceptief primair afferent neuron)
24 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie = receptor aktivatie (externe schadelijke energie wordt omgezet in elektrofysiologische activiteit in het nociceptief primair afferent neuron)
25 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie Transmissie = proces waarbij deze gecodeerde informatie overgedragen wordt aan die delen van de hersenen verantwoordelijk voor de pijn Geleiding van impulsen van primair afferent neuron naar de dorsale hoorn van het ruggenmerg Hieruit stijgen banen op naar hersenstam en thalamus Connecties tussen thalamus en hogere zones van de hersenen verantwoordelijk voor perceptie en affectieve respons op pijn Modulatie Perceptie
26 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie = receptor aktivatie (externe schadelijke energie wordt omgezet in elektrofysiologische activiteit in het nociceptief primair afferent neuron)
27 Fysiologie van de nociceptie Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie Transmissie Modulatie = interferentie in het systeem (vnl dorsale hoorn ruggenmerg) Pijn kan gevoeld worden in afwezigheid van nociceptie Perceptie (finale proces) = pijnboodschap wordt afgeleverd aan de hersenen, welke een onaangename sensorische ervaring geeft
28 Tussen nociceptie en het subjectief ervaren van pijn lopen 4 processen: Transductie = receptor aktivatie (externe schadelijke energie wordt omgezet in elektrofysiologische activiteit in het nociceptief primair afferent neuron)
29 29
30 Fysiologie van de nociceptie: perifere aspecten van de nociceptie 2 type vezels: Aδen C-vezels Type Geleidingssnelheid Diameter neuron Karakteristieken Aα Skeletspier Aβ Touch, vibratie, lichte druk Aγ Intrafusale proprioceptie Aδ Primair nociceptief afferent B Autonoom preganglionair C < 1.5 <1.5 Primair nociceptief afferent autonoom postggl
31 Fysiologie van de nociceptie: perifere aspecten van de nociceptie 2 type vezels: Aδen C-vezels Opvangen van info (transductie) en verdergeleiding (transmissie) naar CZS Cellichaam van dit neuron ligt in de dorsale hoorn ganglion van een spinale zenuw
32 Fysiologie van de nociceptie: perifere aspecten van de nociceptie 2 type vezels: Aδen C-vezels Eenschadelijkestimulus aktiveertde nociceptor door distortieen depolarisatievan het uiteinde Aδ-vezels Thermisch en mechanothermisch scherpe, prikkende pijn C-vezels Polymodaal(mechanisch, hitte, chemischeagentia)trage, knagende, brandende pijn
33 Fysiologie van de nociceptie: perifere aspecten van de nociceptie 2 type vezels: Aδen C-vezels Aδ-vezels sneller gemyeliniseerd C-vezels trager niet-gemyeliniseerd
34 Fysiologie van de nociceptie: perifere aspecten van de nociceptie Viscerale nociceptie: specifieke receptoren?? VISCERAAL CUTAAN Effectieve stimulus Direkt trauma ineffectief Direkt trauma effectief Distentie en ischemie: effectief Localisatie letsel Slecht Precies Primaire hyperalgesie Ja Ja Secundaire hyperalgesie Ja, gerefereerd Ja, rond beschadigde plaats Geassocieerde autonome sympt Frequent Zelden
35 Fysiologie van de nociceptie: het ruggemerg Cellichaam van primair neuron komt terecht in ventrolaterale deel van de dorsale hoorn Meestal zelfde niveau Enkele niveau s lager of hoger in de tractus van Lissauer
36 Fysiologie van de nociceptie: het ruggemerg Synaps met tweede orde neuron in dorsale hoorn De grijze stof is verdeeld in 10 zones (10 laminae van Rexed) en zone I tot VI vormen de dorsale hoorn I VI
37 Fysiologie van de nociceptie: neurotransmittors in dorsale hoorn In de dorsale hoorn heeft men 3 types neuronen: Projecterende neuronen welke zorgen voor transport naar centraal: 3 types: Nociceptieve specifieke cellen: reageren enkel op schadelijke stimuli Low-treshold neuronen: reageren enkel op niet-schadelijke stimuli Wide dynamic range neuronen: reageren op een brede range van sensorische stimuli Inhibitorische neuronen Excitatorische neuronen regelen flow van nociceptieve info naar centraal 37
38 Fysiologie van de nociceptie: neurotransmittors in dorsale hoorn 1 Ca 2+ Axon terminal of presynaptic neuron Neurotransmitter Receptor Na + Axon of presynaptic neuron Mitochondrion Postsynaptic membrane Postsynaptic membrane Ion channel open Synaptic vesicles containing neurotransmitter molecules 2 Degraded neurotransmitter 5 Synaptic cleft Ion channel (closed) 3 4 Ion channel (open) Ion channel closed 38
39
40 Fysiologie van de nociceptie: van ruggemerg naar centraal Transmissie via ascenderende banen: de 2 de orde neuronen kruisen naar contralateraal Spinothalamische tractus Spinoreticulaire tractus
41 Fysiologie van de nociceptie: van ruggemerg naar centraal Transmissie via ascenderende banen: de 2 de ordeneuronenkruisen naar contralateraal Spinothalamische tractus Neuronen(nociceptie-specifieke, WDR) van lamina I, V,VI, VII lateralespino(=neospino) thalamischebaan: lokalisatie, intensiteit, duur van de pijn mediale spino (=paleospino) thalamische baan:autonomeen onaangenamegewaarwordingvan pijn Connectiesmet periaquaductalegrijzestof(link met descenderende banen), met reticulair activerend systeem, met hypothalamus
42 Fysiologie van de nociceptie: van ruggemerg naar centraal Transmissie via ascenderende banen: de 2 de orde neuronen kruisen naar contralateraal Spinoreticulaire tractus Neuronen van lamina VII, VIII Eindigen in reticulair systeem van medulla en pons Verder naar thalamus en diencephalon
43 Fysiologie van de nociceptie: van ruggemerg naar centraal Transmissie via ascenderende banen: de 2 de orde neuronen kruisen naar contralateraal Spino-mesencephale tractus Neuronen van lamina I&V Eindigen in het dak van de middenhersenen en in de mesencephale grijze stof Niet vitaal voor de perceptie van pijn, maar wel belangrijk voor de modulatie van de pijn
44 Fysiologie van de nociceptie: hersenen Verschillende delen van de cortex zijn betrokken in de pijn Info van laterale en mediale thalamus naar cortex via 3 de orde-neuron
45 Fysiologie van de nociceptie: hersenen Functionele correlatie Corticale zone Mogelijke functies Pijn intensiteit Primaire somatosensorische cortex Sensorische discriminatie in het algemeen Alternatief, stimulus-lokalisatie secundaire somatosensorische cortex en onmiddellijke omgeving Sensorische integratie (aanraking, pijn, visueel) Spatieel gerichte attentie Temperatuurssensatie insula Sensorische integratie (aanraking, pijn, smaak, evenwicht), visceraal sensorisch, visceraal motorisch, limbische integratie Treshold van pijn Rechter frontale inferieure cortex Linker thalamus Rechter Anterior cingulating cortex Onaangenaamheid van pijn Linker Respons selectie, motorsupressie, affectie, attentie Pijn intensiteit Rechter Posterior cingulating cortex Hersenstam/periventriculair grijs Prefrontale cortex Affectie, emotie, herinnering
46 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie Pijnperceptie is niet altijd het gevolg van weefselschade en nociceptie er dus een zekere vorm van regulatie van passage van nociceptieve informatie er zijn verschillende sites van modulatie (meest bekend modulatie thv dorsale hoorn)
47 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Balans tussen nociceptieve en andere afferente input Descenderende controlerende banen
48 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Supraspinale invloed 5-HT en a2adrenoreceptoren A-fiber Lokaal enterneuron GABA Enkefaline Presyn receptor Presyn receptor Opioid pept postsyn receptor Dorsale hoorn neuron Prim Afferent nociceptor K + glutamaat mglur AMPA NMDA Na + Ca 2+ pept Subst P NKA NK1 NK2 endocannabinoiden CGRP Somatostatine -
49 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Opioid-receptoren zijn de key-point voor het voorzien van analgesie Er zijn 3 klasses van endogene opioide peptiden, welke vnl gevormd worden in lamina I en II Presynaptische inhibitie van neurotransmittorrelease, welke bij trauma vrijgezet worden; ook postsynaptische inhibitie
50 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Supraspinale invloed 5-HT en a2adrenoreceptoren A-fiber Lokaal enterneuron GABA Enkefaline Presyn receptor Presyn receptor Opioid pept postsyn receptor Dorsale hoorn neuron Prim Afferent nociceptor K + glutamaat mglur AMPA NMDA Na + Ca 2+ pept Subst P NKA NK1 NK2 endocannabinoiden CGRP Somatostatine -
51 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Via GABA en glycine GABA is de belangrijkste inhibitorische neurotransmittor en werkt zowel pre- en postsynaptisch Glycine werkt vnl postsynaptisch
52 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Supraspinale invloed 5-HT en a2adrenoreceptoren A-fiber Lokaal enterneuron GABA Enkefaline Presyn receptor Presyn receptor Opioid pept postsyn receptor Dorsale hoorn neuron Prim Afferent nociceptor K + glutamaat mglur AMPA NMDA Na + Ca 2+ pept Subst P NKA NK1 NK2 endocannabinoiden CGRP Somatostatine -
53 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Cannabinoiden moduleren pijntransmissie
54 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Supraspinale invloed 5-HT en a2adrenoreceptoren A-fiber Lokaal enterneuron GABA Enkefaline Presyn receptor Presyn receptor Opioid pept postsyn receptor Dorsale hoorn neuron Prim Afferent nociceptor K + glutamaat mglur AMPA NMDA Na + Ca 2+ pept Subst P NKA NK1 NK2 endocannabinoiden CGRP Somatostatine -
55 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie NO = intracell second messenger Wordt presynaptisch gevormd Wordt ook postsynaptisch gevormd na stimulatie van NMDA-receptor CCK (cholecystokinine) Galanine = neuropeptide Verminderen affiniteit van opioiden voor de -receptor en reduceren de intracellulaire effecten na opioidbinding Interesse in CCK-antagonist = neuropeptide Antinociceptief Proteinase Thrombine, trypsine en tryptase (release bij trauma en inflammatie) Belangrijk in pijntransmissie
56 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Balans tussen nociceptieve en andere afferente input Descenderende controlerende banen
57 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Balans tussen nociceptieve en andere afferente input Nociceptieve input via A en C-vezels wordt geinhibeerd door A -vezels waardoor transmissie van pijn naar CZS niet gebeurd Hierop is de TENS gebaseerd C-vezel C-vezel A & a A & a
58 Fysiologie van de nociceptie: Modulatie van nociceptieve info: segmentale (spinale) controle Spinale modulatie: Endogeen opioid systeem Segmentale inhibitie Balans tussen nociceptieve en andere afferente input Descenderende controlerende banen Via 2 pathways welke ontstaan in mid-hersenen (periductale grijze stof en locus ceruleus) en medulla (nc raphe magnus en nc reticularis giganto cellularis) Via dorsolaterale funiculus Neuronen van nc raphe magnus maken inhibitorische connecties in dorsale hoorn Belangrikste NT = noradrenaline en serotonine
59 Toegepaste fysiologie van inflammatoire pijn
60 Toegepaste fysiologie van inflammatoire pijn
61 Toegepaste fysiologie van inflammatoire pijn Weefselschade Antigeen-invasie Inflammatie Immuunsysteem CZS Inflammatoire Pijn Verhoogde gevoeligheid van primair afferente nociceptor = perifere sensitisatie Verhoogde gevoeligheid van ruggemerg-neuronen = centrale sensitisatie Eén van de neveneffecten is het ontstaan van Allodynie Hyperalgesie In onm. omgeving = primaire hyperalgesie tgv perifere en centrale sensitisatie Verdere afstand = secundaire hyperalgesie enkel tgv centrale sensitisatie
62 Stressrepons
63 Stressrespons
64 Stressrespons Weefseltrauma Inflammatoire Endocriene Metabole Hemodynamische 64
65 Stressrespons Tissue injury 65
66 Hypothalamus Hypofyse ACTH -endorfine groeihormoon prolactine vasopressine Tissue injury Sympatische zenuw Afferente A en C-vezels Substance P Inflammatoire respons (infl soup) K+ Bradykinine Histamine Serotonine Pancreas insuline glucagon Bijnier aldosterone cortisol catecholamines IL-1 IL-2 IL-6 TNF Phrostaglandine Leucotrienen Stollingscascade Fibrinolytische cascade Complementcascade Humorale pathway 66 Neuronale pathway
67 Stressrespons Weefseltrauma Activering en sensitisering: perifere zenuwen Activering en sensitisering: dorsale hoorn & hersenen Activering hypothalamohypofysaireadrenocorticale as Pijn Neuraal/hormonaal gemedieerde stress reactie: Katabolisme Vasoconstrictie Hypertensie Antidiurese Ontsteking Secretie: Cytokines Prostaglandines Leucotriënen Activatie stolling Inhibitie fibrinolyse humoraal gemedieerde stress reactie: Immuunmodulatie Hypercoagulatie 67
68 Stress-respons 68
69 Stressrespons Systeem/orgaan verandering Hypofyse CorScotropine,vasopressine ProlacSne, GH, -endorfine dan TSH Orthosympaticus NA Bijnier Pancreas Schildklier Andere catecholamines, corssol, aldosterone glucagon, insuline dan T4, en vrij T3; rt3 Prostaglandines testosterone ±renine 69
70 Stress-respons 70
71 Stressrespons Pg/ml 350 adrenaline noradrenaline controle anesthesie heelkunde extubatie PACU 71
72 Stressrespons adrenaline nordrenaline
73 73
74 Stressrespons zonder peri 74
75 Stressrespons Heelkunde Vet-afbraak Proteïne-afbraak glucose hyperglycemie Lactaat-productie synergie van glucagon, cortisol, adrenaline insuline insuline-resistentie
76 Stressrespons 150,0 112,5 75,0 37,5 0,0 cortisol glucagon adrenaline C&G&A 76
77 Stressrespons Urinair N-excretie (mg/kg) GA + IV narc EPID+EPID LA EPID+EPIDopi 60 preop D1 D2 D3 77
78 Stressrespons 30,0 22,5 15,0 7,5 0,0 pod
79 20 Stressrespons 18, ,5 10 groeihormoon ACTH 9,0 5 4,5 0 controle postane postincisie 0,0 controle postane postincisie Herniorafie AA Herniorafie spinale anesthesie
80 Stressrespons nociceptor + Motorisch efferent Sympatisch efferent: * gladde spiercelspasme * vasoconstrictie * secretie NA
81 Stressrespons Nociceptie en het lichaam PIJN Reflectoire activering Bescherming van het organisme
82 Stressrespons Denervatie Paraplege patiënten stress-respons Epidurale Hypoxie, hypotensie, hypothermie Bacteriëmie stress-respons Cytokines...
83 Stressrespons: cardiale effecten Symp Nn CVD CO HR BD Adrenaline Noradrenaline bijnier A en C-vezels
84 Stressrespons: cardiale effecten Verhoogde sympatische tonus (Nc parabrachialis) Catecholamine-, aldosterone, cortisol-release door bijnier ADH-release door hypothalamus Activering RenineAngiotensineSysteem neuronaal humoraal Coronaire en perifere vasoconstrictie Hypertensie Tachycardie Toegenomen contractiliteit Na+ en H2O-retentie
85 Stressrespons: cardiale effecten Verhoogde sympatische tonus (toename viscositeit bloed) Toename stollingsfactoren Afname stollingsinhibitoren Verhoogde plaatjesaktiviteit Inhibitie fibrinolyse Postoperatieve immobilisatie Hypercoagulabele status (intraop tot laat postop)
86 Stressrespons: immuunsupressie
87 Stressrespons: pulmonale effecten FRC VC Sympatische Nc Ademhaling Spiertonus diafragma Symp Nn N. Frenicus Adrenaline Noradrenaline A en C-vezels
88 Stressrespons: pulmonale effecten Hevige pijn stressrepons spinale reflexboog splinting toename extracell water - hypertonie hulpademhalingsspier - dysfunctie diafragma - daling FRC Atelectase Bevorderende factoren: Hoog abdominale of thoracale ingrepen Voorafbestaande longpathologie Gevorderde leeftijd Obesitas V/P-mismatch Hypoxie, tachypnee, verhoogde ademhalingsarbeid met uitputting en pneumonie
89 Stressrespons: pulmonale effecten % verandering van parameter Postop longfunctie FRC-bed FRC-stoel VC FEV1 RV
90 Stressrespons: GI effecten (-) (+) (+) Symp Nn (-) (-) N. vagus (+) (-) (+) Pelvic Nn. A en C-vezels
91 Stressrespons: GI effecten Sympatische hyperreactiviteit Catecholamine-release Spinale reflexboog - spasme spiercel - vasoconstrictie - NA-release Bevorderende factoren: Majeure abdominale ingrepen Perifere heelkunde traumata Stress, angst, pijn Ileus
92 Stressrespons: modulatie Epidurale/spinale 2-agonist adrenerge receptor antagonisten Perifere zenuwblocks stressrespons
93 Stressrespons: modulatie A-fiber Lokaal enterneuron Supraspinale invloed 5-HT en a2adrenoreceptoren GABA Enkefaline Presyn receptor Presyn receptor Opioid pept postsyn receptor Dorsale hoorn neuron Prim Afferent nociceptor K + glutamaat mglur AMPA NMDA Na + Ca 2+ pept Subst P NKA NK1 NK2 endocannabinoiden CGRP Somatostatine -
94 Hypothalamus Hypofyse ACTH -endorfine groeihormoon prolactine vasopressine Tissue injury Sympatische zenuw Afferente A en C-vezels Substance P Inflammatoire respons (infl soup) K+ Bradykinine Histamine Serotonine Pancreas insuline glucagon Bijnier aldosterone cortisol catecholamines IL-1 IL-2 IL-6 TNF Phrostaglandine Leucotrienen Stollingscascade Fibrinolytische cascade Complementcascade Humorale pathway Neuronale pathway
95 Stressrespons: modulatie Preventie Hypoxie Preventie Hypotensie Preventie hypothermie stressrespons
96 Kwaliteit van analgesie
97 Progress in pain-therapy light moderate serious extreme moderate 50% matig 48% ernstig 21% serious 23% light 19% extreme 8% licht 13% extreem 18% 97
98 Status in Leuven - Pijnprevalentie en pijnintensiteit blijven quasi gelijk - De tevredenheid van patiënten over hun pijnbehandeling blijft vrij hoog - Een kans van 1/6 om hevige tot ondragelijke pijn te ervaren - Indien hevige tot ondragelijk pijn kans 1/5 om geen pijnmedicatie te krijgen - 1/5 patiënten vindt dat hij niet altijd voldoende pijnmedicatie krijgt 98
99 Redenen undermanagment Geen protocols Geen dagelijkse evaluatie Geen geschreven protocols Geen schema s voor nacht en weekend Geen acute pijn-team Logistieke problemen: Geen pijnpompen Geen high care bedden 99
100 Redenen undermanagment Patiëntenfactoren: Good-patient-syndrome Patiënt verwacht wat pijn 2/3 van de patiënten wacht tot ze hevige pijn hebben alvorens een pijnstiller te vragen 3/4 van de patiënten verwacht dat ze die pijnstiller onmiddellijk krijgen Angst voor addictie Angst voor nevenwerkingen interindividuele verschillen kwestie van gevoeligheid 100
101 Redenen undermanagment Verpleegkundige redenen Tekort aan verpleegkundigen Hoge work-load Angst voor nevenwerkingen Onderschatting van de pijn Gebrek aan opleiding: Te lage dosage 101
102 Het Leuvens model
103 Klassieke pijnschema Paracetamol NSAID Opiaten Zwakke opioiden Sterke opioiden 103
104 Klassieke pijnschema Paracetamol NSAID SYSTEMATISCH 48 à 72 U BASIS Opiaten Zwakke opioiden Sterke opioiden 104
105 Paracetamol anti-pyretisch analgetisch = centraal effect, niet goed gekend hoe (wschl identisch aan effecten van NSAID s 105
106 Paracetamol 2 g opladen (30 mg/kg) gevolgd door 1 g om de 6 u (15 mg/kg) dosisreductie igv leverfalen (resectie), ook aan gewicht 106
107 Paracetamol Farmakokinetiek: Opname peroraal: 63 à 89% Piek-plasma-conc na 45 min na orale inname Piek-plasma-conc na 25 min na IV toediening Metabolisatie in lever en eliminatie via nier (bij overdosage leverbeschadiging door één van de afbraakprodukten) Eliminatie door hemodialyse, niet via peritoneaal dialyse 107
108 Paracetamol Loading-dose: Gelimiteerde gegevens!! Sneller hogere therapeutische spiegels Nuttig omwille van lineaire verhouding tussen dosis - conc plasma CSF (Jensen, 2004) Afwezigheid van ceiling effect (Piguet, 1998) 2 g opladen geeft plasmaconcentratie die lager is dan de treshold voor leverfalen (Rose, 1994) 108
109 Paracetamol 109
110 Paracetamol 110
111 Klassieke pijnschema Paracetamol NSAID Opiaten Zwakke opioiden Sterke opioiden 111
112 Taradyl inhibitie cyclo-oxygenase thv beschadigd weefsel ==> Prostaglandine-synthese afgeremd onderdrukken ontstekingsreactie verminderde pijnsensatie inhibitie neutrofielenmigratie en lymfocytair antwoord onderdrukken ontstekingsreactie onderdrukken perifere sensitisering metabolisatie door lever excretie via de nier sterk proteine-gebonden 112
113 Taradyl COX1 verantw voor nevenw plaatjesinhibitie maaglast NI COX2 (ontstekingsgeinduceerd enzyme) anti-inflammatoir 113
114 Taradyl + centraal effect wschl remming COX2 in ruggemerg en/of hersenen inhibitie van NO-dependente mechanismen in CZS? Effecten op opioïd-receptoren? aktivatie van de dalende inhiberende banen door verhoogde serotonine-secretie? antagonisatie van NMDA-receptor? 114
115 Taradyl 30 mg/8u uiterst krachtige NSAID max 3 dagen, uitz 5 dagen!! cave leeftijd, gewicht, nierinsufficiëntie, maaglijden wat met ingroei van protheses, botgreffen, ingrepen waarbij inflammatie gewenst is (vb. talcage...) 115
116 Opioïden Zwakke Contramal, Valtran, Dafalgan-codeïne Sterke Dipidolor, Dolantine, Morfine, MS-Contin, MS direct 116
117 Opioïden Werkingsmechanisme interactie met opioidreceptoren (mu en kappa) hersenen (thalamus) minder prikkelbare cellen (direct pijnstillend) activeren dalende inhiberende banen (indirect pijnstillend) ruggemerg (dorsale hoorn) minder prikkelbare cellen (direct pijnstillend) perifeer werkingsmechanisme thv perifere zenuwen???? 117
118 Opioïden Receptoren mu1 = (supra)spinale analgesie mu2 = ademhalingsdepressie, cardiovasculaire effecten, GI transit, euforie, verslavend, miose delta = moduleert mu-activiteit, spinale analgesie kappa = spinale analgesie, sedatie, ademhalingsdepressie Ro =dysforie, vasomotore veranderingen, hallucinaties, midriase 118
119 Opioïden Dipidolor preciese werkingsmechanisme is niet gekend 1 mg dipidolor = 2 à 3 mg Morfine metabolisatie? eliminatie? IV en IM Morfine metabolisatie tot aktieve metabolieten die verwijderd worden door de nier (reductie bij nierinsufficiëntie) IV en SC 119
120 Opioïden Contramal zwakke mu-agonist (zwak opioied effect en ook minder opioide nevenw, behalve nausea en braken) 6000 x keer lagere activiteit dan morfine remt reuptake van NA en serotonine presynaptisch met activatie van de descenderende inhiberende banen thv ruggemerg 120
121 Opioïden Contramal absolute CI = MAO-inhibitoren: potentiering van deze producten 121
122 Opioïden Contramal werkt na 15 min duur 4 à 8 u metabolisatie door lever en nier (dus reductie bij lever- en nierfalen) weinig nevenwerkingen: dus ideaal bij bejaarden en kinderen 122
123 Opioïden Contramal retard vorm (vb. 2 x 100 mg retard) odis vorm (vb 50 mg SL bij doorbraakpijn) IV opladen: 1,5 à 3 mg/kg IV onderhoud: 6 à 9 mg/kg/24 u max 12 mg/kg/d 123
124 Opioïden Nevenwerkingen ademhalingsdepressie en sedatie: R/naloxone urineretentie: R/ sonderen evt naloxone ileus: R/ neostigmine, prostigmine jeuk: R/naloxone, phenergan gewenning 124
125 Co-analgetica Clonidine = Catapressan Thv hersenen gedeeltelijk via endogene opioiden en hun receptoren interactie met alfa 2-receptor Thv ruggenmerg interactie met alfa 2-receptor 125
126 Co-analgetica Clonidine = Catapressan Ideaal voor onrustige, nerveuze of angstige patiënten is sedatief, licht hypotensief en reduceert opioiden-nood opladen 1 mcg/kg over 20 min (evt extra dosis) 450 à 900 mcg/24 uur 126
127 Co-analgetica Ketamine = Ketalar sedativum, anestheticum geeft hallucinaties, slaap en analgesie interactie met opiaat- en NMDA-receptoren IV lage dosis opladen en onderhoudsinfuus 127
128 Co-analgetica Ketamine = Ketalar nevenwerkingen: speeksel- en tranenvloed en nystagmus soms onwillekeurige bewegingen verhoogt cerevrale bloedvoorziening, hersenmetabolisme en ICP hallucinaties (10-30% van de volwassenen) verminderd met BZD euforie, verwarring, agitatie en angst 128
129 Co-analgetica Ketamine = Ketalar 129
130 Co-analgetica calcitonine en bifosfanaten bij botinvasie en botpijn corticoiden anti-inflammatoir, anti-oedemateus nut bij inflammatie, hersenoedeem, ruggemergoedeem, leverkapselpijn, beginnende neurale invasie stemmingsverbeterend en eetluststimulerend 130
131 Co-analgetica Tricyclische antidepressiva neuropatische pijn Redomex slechts 1/2 à 1/3 van de anti-depressiva dosissen en tijd NMDA-antagonist Anti-epileptica neuropatische pijn gradueel opdrijven tot anti-e-dosis tegretol 131
132 Adjuvantia Darmspasme: spasmolytica, anticholinergica Nausea en braken: anti-emetica Constipatie: laxativa Hoesten: anti-tussiva Angst: anxiolyse Infectie: antibiotica 132
133 Patient gecontroleerde technieken
134 Nadelen van klassieke pijnschema 134
135 Nadelen van klassieke pijnschema pain sedation analgesia call nurse nurse comes absorption nurse assesses injection given prepares injection 135
136 Problemen met PCEA en PCIA APT boek!!! 136
137 Epidurale en urine-retentie Localisatie catheter Thoracaal niet veroorzaakt door PCEA contacteer chirurg Lumbaal stop peri 2 u mictie - mictie + bladderscan > 600 ml herstart & reduceer onderhoud PCEA recidief urine-retentie herstart PCEA verblijfscatheter tot einde PCEA overleg chirurg 137
138 Verwijderen epidurale catheter geen pre-operatieve stollingsstoornissen peroperatief geen massieve transfusie peroperatief geen vermoeden van stollingsstoornissen 12 uur na laatste profylactische dosis LMWH postoperatief geen massieve transfusie postoperatief geen vermoeden van stollingsstoornissen postoperatief geen dialyse met LMWH of heparine peri-operatief niet opstarten van: heparine-drip (sub)-therapeutische doses LMWH vit-k-antagonisten Plavix of Ticlid Reopro, Eptifitabide zorg voor analgesie switch naar opiaat IM of SC switch naar PCIA herprikken epidurale 8 u later pas volgende dosis LMWH indien er een stolling werd afgenomen: geen probleem bespreken geen probleem PT > 50% <40% > 50% aptt 1 à 5 sec boven nl waarde Thrombo s > < nl 138
139 PCIA Stricte indicatie-stelling volgens schemata Aandacht voor contra-indicaties: Weigering van de patiënt Patiënt is niet coöperatief Leeftijd Nierinsufficiëntie: accumulatie van morfine(metabolieten) 139
140 NURSE in control 140
141 Verpleegkundige Opladen peridurale met lokaal anesthetica (PAZA & zaal) Opladen met morfine (PAZA) Opstarten pomp (PAZA) Problem solving op de PAZA en op zaal tussen 7u30 en 16u00 Daarna problem solving door assistent 141
142 KWS 142
143 At home pain therapy 143
144 ISB let elastomeerpomp Preop info Postop info Info voor huisarts Voorwaarden voor ontslag: De patiënt heeft geen pijn De pomp en catheter zijn nog steeds goed gefixeerd De patiënt heeft geen nevenwerkingen: Kortademigheid Paresthesieën, welke voor de patiënt uiterst storend zijn. Metaalsmaak in de mond Zwelling in de hals De pomp is gevuld De patiënt kan onder begeleiding het ziekenhuis verlaten en gedurende de therapie is er continu iemand bij de patiënt thuis De patiënt heeft zijn informatiepapier gekregen, gelezen en begrijpt de inhoud Er wordt ondersteunende postoperatieve analgesie met de patiënt meegegeven 144
Acute pijntherapie. Dr. J. De Coster
Dr. J. De Coster Acute pijntherapie Fysiologie van de nociceptie Tactiele, proprioceptieve, thermische en pijnsensaties worden door een specifieke receptor en een specifieke neuro-anatomische pathway verwerkt.
Nadere informatiePostoperatieve analgesie Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg
Postoperatieve analgesie Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg Definities van pijn Meten van pijn Fysiologie van de pijn Toegepaste fysiologie van inflammatoire pijn De stressrespons
Nadere informatieAcute Pijn. Dr. Thibaut Vanneste, Anesthesie
Acute Pijn Dr. Thibaut Vanneste, Anesthesie Postoperatieve pijn = Acute pijn Pijn die recent is ontstaan en waarschijnlijk een beperkte duur heeft, meestal is er een aanwijsbaar tijdstip van aanvang en
Nadere informatieFARMACOLOGIE VAN CHRONISCHE PIJN
NEUROBIOLOGIE EN FARMACOLOGIE VAN CHRONISCHE PIJN BART MORLION DOELSTELLING Inzicht verwerven in de processen van perifere/centrale sensitisatie en descenderende modulatie als basismechanismen voor het
Nadere informatieAcute pijntherapie voor de geriatrische patiënt
Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Jona Houthuys promotor: Dr. Gert Poortmans Pijn bij de geriatrische patiënt Prevalentie Evaluatie van pijn Complicaties van pijn vertraagd herstel verminderde
Nadere informatieACUTE PIJN: POSTOPERATIEVE SETTING SARAH MARTENS VERPLEEGKUNDIGE/VROEDVROUW GOPR
ACUTE PIJN: POSTOPERATIEVE SETTING SARAH MARTENS VERPLEEGKUNDIGE/VROEDVROUW GOPR POSTOPERATIEVE PIJN = ACUTE PIJN RECENT ONTSTAAN MEESTAL VAN KORTE DUUR AANWIJSBAAR TIJDSTIP CAUSAAL VERBAND MET LETSEL
Nadere informatiePijn. Matthieu Berenbroek. Pijn 2 - Matthieu Berenbroek 1998-2008 PIJN. Wat is Pijn?
Pijn Matthieu Berenbroek PIJN Wat is Pijn? 1 PIJN Pijn is een onaangename, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselschade of die wordt beschreven in termen
Nadere informatieACUTE PIJN NOG STEEDS ONDERBEHANDELD. dr. Jo Duchateau, Anesthesist, ZNA Middelheim
ACUTE PIJN NOG STEEDS ONDERBEHANDELD dr. Jo Duchateau, Anesthesist, ZNA Middelheim WAT? Dreigende of actuele WEEFSELSCHADE SENSORISCHE ervaring : objectief Fysiologisch proces EMOTIONELE ervaring : subjectief
Nadere informatieMag het ietsjes warmer? Onderkoeling en pijn. dr. Jan H Vranken, anesthesioloog pijngeneeskundige
Mag het ietsjes warmer? Onderkoeling en pijn dr. Jan H Vranken, anesthesioloog pijngeneeskundige Medisch Centrum Alkmaar Rode Kruis Ziekenhuis Slotervaartziekenhuis Beverwijk Amsterdam Mag het iets warmer?
Nadere informatiepostoperatieve pijnstilling bijscholingsdag heelkunde 16 oktober 2014 drg. De Clerck anesthesie pijncentrum
postoperatieve pijnstilling bijscholingsdag heelkunde 16 oktober 2014 drg. De Clerck anesthesie pijncentrum inhoud 1. pijnmeting- en registratie 2. postoperatiefpijnprotocol 3. postoperatievepijnmedicatie
Nadere informatieKlassieke Pijnschema. Start Narcose. Paracetamol PAZA. Uitleiden Narcose. Ingreep. Inductie. Sequens. Opiaat extra. Verdere pijntherapie
Opiaat extra NSAID Paracetamol Sequens Verdere pijntherapie PAZA & afdeling Start Narcose Ingreep Uitleiden Narcose PAZA Inductie 1 Paracetamol = Perfusalgan = Dafalgan PARACETAMOL eerste dosis: 2 g IV
Nadere informatieCarla van Soest. Verpleegkundig Specialist Chronisch Pijn
Carla van Soest Verpleegkundig Specialist Chronisch Pijn Definitie Pijn Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer de patiënt zegt dat het optreedt. (McCaffery 1989) Pijn en behandeling
Nadere informatiePostoperatieve Pijn. Dr. Dimitri Dylst, Anesthesie
Postoperatieve Pijn Dr. Dimitri Dylst, Anesthesie Postoperatieve pijn = Acute pijn Pijn die recent is ontstaan en waarschijnlijk een beperkte duur heeft, meestal is er een aanwijsbaar tijdstip van aanvang
Nadere informatiePROGRAMMA PIJN EN AMPUTATIE PIJN EN AMPUTATIE BIJ HEMODIALYSE PATIËNTEN. o THEORETISCHE ACHTERGROND EN STUDIE UZ LEUVEN o B.
PROGRAMMA PIJN EN AMPUTATIE o THEORETISCHE ACHTERGROND EN STUDIE UZ LEUVEN o B. MERTENS PIJN EN AMPUTATIE BIJ HEMODIALYSE PATIËNTEN o PROJECT AZ DELTA o K. VERMEULEN PIJN EN AMPUTATIE Een onafscheidelijk
Nadere informatieAcute pijn bij volwassenen. Dr. Markus Klimek, D.E.A.A., E.D.I.C. Plaatsverv. Afdelingshoofd / Plaatsverv. Opleider
Acute pijn bij volwassenen Dr. Markus Klimek, D.E.A.A., E.D.I.C. Plaatsverv. Afdelingshoofd / Plaatsverv. Opleider Acute pijn - geen probleem? De zorgvragen bij acute pijn: Waarom heb ik die pijn? Hoe
Nadere informatie1 De neurofysiologie van acute en chronische pijn
1 De neurofysiologie van acute en chronische pijn Jo Nijs en C. Paul van Wilgen Om educatie over pijnfysiologie toe te passen bij patiënten met chronische pijn is een gedegen kennis van pijnfysiologie
Nadere informatiePijn en pijnbehandeling. Vincent Baartmans 5 e jaars AIOS Anesthesiologie / Fellow IC LUMC LEIDEN
Pijn en pijnbehandeling Vincent Baartmans 5 e jaars AIOS Anesthesiologie / Fellow IC LUMC LEIDEN Inhoud - Casus - Wat is pijn? - Classificatie - Waarom pijn? - Hoe ontstaat het? - Waarom behandelen? -
Nadere informatieDr. Du Chau (Huisarts)
CASUS Chondrosarcoom Dr. Du Chau (Huisarts) Dr. Huysentruyt (Pijnarts) Niet-medische context Vrouw 21 jaar Gehuwd Medische voorgeschiedenis Sinds 2j intermittente last in de regio van het RECHTER SI-gewricht,
Nadere informatieCENTRALE SENSITISATIE. 2 de Algologisch Lentesymposium 24 Mei 2014! Ann Dierick, MD Multidisciplinair Pijncentrum
CENTRALE SENSITISATIE 2 de Algologisch Lentesymposium 24 Mei 2014! Ann Dierick, MD Multidisciplinair Pijncentrum Index Anatomie pijnbanen Definities Historiek- van perifere tot centrale sensitisatie Centrale
Nadere informatieMETHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG
METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG RUBEN VAN COEVORDEN HUISARTS HOSPICE ARTS JHI CONSULENT PALLIATIEVE ZORG WAT KOMT AAN BOD? Indicaties Beschikbare preparaten Farmacokinetiek Farmacodynamiek
Nadere informatieDexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015
Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Inhoud Indicaties: 1) Postoperative nausea & vomiting (PONV) preventie 2) Verlengen perifeer zenuwblock 3) Multimodale
Nadere informatieINHOUD Anesthesie. Farmacologie in de Anesthesie : OPIOÏDEN. Geschiedenis terminologie. Geschiedenis terminologie. Papaver somniferum
INHOUD Geschiedenis terminologie Farmacologie in de Anesthesie : OPIOÏDEN Classificatie Werkingsmechanisme Opioïd-receptoren Dr. D. Van Beersel Lessenreeks verdiepende stagiairs 2019 Farmacokinetiek Geschiedenis
Nadere informatieOpioïd geïnduceerde Hyperalgesie Opioïd Induced Hyperalgesia (OIH)
Opioïd geïnduceerde Hyperalgesie Opioïd Induced Hyperalgesia (OIH) Meneer Peereboom 59 jaar slecht gedifferentieerd niet-kleincellig longcarcinoom. Lokale doorgroei in mediastinum. Geen metastasenl Radiotherapie,
Nadere informatiePijn en wondzorg 2016
Pijn en wondzorg 2016 Eddy Lambrecht Pijn - verpleegkundige Brandwondencentrum UZ Gent KWALITEITSINDICATOR VLAAMSE ZORGINSPECTIE Pijn als 5 vitale parameter Acute pijn : Algologische teams Protocollen
Nadere informatiePijnmedicatie. dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie
Pijnmedicatie dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie (b.g.j.dekkers@umcg.nl) Soorten pijn Nociceptieve pijn (wondpijn) Pijn waarschuwt dat er iets mis is in het lichaam (bijv. verzwikte enkel)
Nadere informatiePijn bij patiënten met een dwarslaesie
Pijn bij patiënten met een dwarslaesie Incidentie op IC en mechanisme 26 januari 2018 Quirine Habes Casus Patient, 30 Traumatische dwarslaesie C5-C6 met central cord lesion na trauma Spondylodese en miami
Nadere informatieBehandeling van pijn bij kanker. Dr. S. De Wulf Anesthesioloog/pijnbestrijder 21/02/2017
Behandeling van pijn bij kanker Dr. S. De Wulf Anesthesioloog/pijnbestrijder 21/02/2017 Oorzaken en karakteristieken van kanker pijn Somatische ( nociceptieve ) pijn Opioiden, NSAID, blokkades Viscerale
Nadere informatiePerioperatieve hypothermie. H. Abasbassi Dr. E. Van Gerven
Perioperatieve hypothermie H. Abasbassi Dr. E. Van Gerven Inleiding Normaal thermoregulatiesysteem Thermoregulatie onder AA Thermoregulatie onder LRA Voordelen/Nadelen van peri-operatieve hypothermie TEMMP
Nadere informatieAnesthesie Gelrebreed
Trefwoord Pijnbestrijding Epidurale pijnbestrijding PCA (Patiënt Controlled Analgesia) PCA pomp (Numeric Rating Scale) Sedatiescore Bestemd voor Verpleegkundigen van de verpleegafdelingen waar patiënten
Nadere informatiePitfalls in Oncologische Pijnbehandeling
Pitfalls in Oncologische Pijnbehandeling R.L van Leersum Anesthesioloog / Pijnbehandelaar Bronovo Ziekenhuis Indeling Inleiding Doorbraakpijn Bijwerkingen Opioïden Hyperalgesie Multimodale Aanpak Farmacotherapie
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieFarmacologie van. Tine Hendrickx, apotheker AZ Sint-Lucas Gent
Farmacologie van pijnmedicatie Tine Hendrickx, apotheker AZ Sint-Lucas Gent Pijn in de oncologie Aantal patiënten met matige tot ernstige pijn: Ten tijde van diagnose: 30 40% Tijdens behandeling: 40 70%
Nadere informatieWat gaan we doen. Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten. Medicamenten Voor- en nadelen. Pijnstilling in de LPA 8
Wat gaan we doen Pijnstilling in de LPA 8 17 september 2014 Fabian Kooij Anesthesioloog, AMC MMT arts, Lifeliner 1 Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten Medicamenten Voor- en nadelen Wat gaat
Nadere informatieANESTHESIE TIJDENS LACTATIE
ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE Inleiding Borstvoeding is momenteel gouden standaard WHO en AAP bevelen borstvoeding gedurende 6 maanden aan meer en meer moeders die operatie (vb. Sterilisatie-curretage) ondergaan
Nadere informatiePijn in de wondzorg. Begrip pijn. Bio-psychosociaal. model. Pijnmodel volgens Loeser. model. Total pain. Andere definitie van pijn
Begrip pijn Pijn in de wondzorg 14 maart 2007 Week van de verpleegkunde Hilde Van Gijzeghem WZC Sint-Rafa Rafaël Liedekerke Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat
Nadere informatieAntistolling in het pijncentrum
Antistolling in het pijncentrum Dr. Veerle Dirckx mariaziekenhuis.be Mensen zorgen voor mensen Overzicht Ter opfrissing de stollingscascade Wat is er allemaal op de markt? Wat werkt waarop in? Hoelang
Nadere informatieAcute pijn bij kinderen. Peter Soethoudt ZNA Middelheim Spoedgevallen Referentievpk acute pijn bij kinderen
Acute pijn bij kinderen Peter Soethoudt ZNA Middelheim Spoedgevallen Referentievpk acute pijn bij kinderen Acute pijn in België Oproep van BPS Probleem pijn algemeen erkennen Geassocieerde kosten (indien
Nadere informatieH6: zintuigcellen. Zintuiglijke waarneming
H6: zintuigcellen Zintuiglijke waarneming *Zintuiglijke waarneming / perceptie = proces dat instaat voor registratie van omgevingsprikkels verwerking interpretatie 4 types van zintuiglijke waarneming 1.
Nadere informatieBehandeling van pijn back to basics (mythes, misvattingen en vooroordelen) Van Eeckhoven Venessa Crombez Erwin
Behandeling van pijn back to basics (mythes, misvattingen en vooroordelen) Van Eeckhoven Venessa Crombez Erwin Inleiding: IASP-definitie Pijn is een onaangename sensoriële/ zintuiglijke en emotionele ervaring
Nadere informatiePijn. F.J. van den Oever November 2017
Pijn F.J. van den Oever November 2017 Inhoud presentatie Wat is pijn? Fysiologie van pijn Pijnladder Pijnmedicatie Bijzonderheden bij opiaten Neuropathische pijn Casus Wat is pijn? Pijn is een waarschuwingssignaal
Nadere informatiePijnbeleid bij patiënten op intensieve zorgenafdeling - Casuïstiek. Koen Demeulemeester UZ Leuven - PAZA
Pijnbeleid bij patiënten op intensieve zorgenafdeling - Casuïstiek Koen Demeulemeester 2017-2018 UZ Leuven - PAZA Definitie pijn een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met
Nadere informatie1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme
Stress en substraatmetabolisme Jan J. De Waele MD PhD SICU Universitair Ziekenhuis Gent Inleiding Voeding is belangrijk bij de gehospitaliseerde patient IZ patienten verschillen fundamenteel Insult dat
Nadere informatiePijn bij kanker hoe werkt het en hoe behandel je optimaal. Manon Immerzeel
Pijn bij kanker hoe werkt het en hoe behandel je optimaal Manon Immerzeel 1 Wat is pijn? "een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging
Nadere informatieSamenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel
Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel
Nadere informatieNeurostimulatie, zonder brein geen pijn. Kris Verbeke Verpleegkundig Pijnspecialist Multidisciplinair Pijncentrum AZ Delta Roeselare
Neurostimulatie, zonder brein geen pijn Kris Verbeke Verpleegkundig Pijnspecialist Multidisciplinair Pijncentrum AZ Delta Roeselare - Definities pijn - Classificaties volgens duur & oorsprong - Chronische
Nadere informatieDE PALLIATIEVE PATIENT EN PIJN. Molenheide, 11 april 2018 Gert Huysmans
1 DE PALLIATIEVE PATIENT EN PIJN Molenheide, 11 april 2018 Gert Huysmans 2 2 3 Jos, 77 jaar - Gekend met TIA s, cognitief impairment - ProstaatCa met levermetastasen en botmetastase L5 - Overleg met patiënte
Nadere informatieOVERZICHT. Is pijn een probleem op ICU? Hoe pijn meten op ICU? Welke types pijn op ICU? Hoe behandelen we pijn op ICU?
Pijn op de afdeling intensieve geneeskunde Modulaire opleiding pijn Dr. Greet De Vlieger, Dienst Intensieve Geneeskunde OVERZICHT Is pijn een probleem op ICU? Hoe pijn meten op ICU? Welke types pijn op
Nadere informatieNeurostimulatie en intrathecale pijnpompen bij de chronische pijnpatiënt
Neurostimulatie en intrathecale pijnpompen bij de chronische pijnpatiënt Dr Geert Buyse AZ Damiaan Oostende Neurochirurgisch Centrum Noord West Vlaanderen Symposium pijnteam AZ Damiaan 13-12-2011 Neurostimulatie
Nadere informatieInleiding in Pijn Pijnladder
Inleiding in Pijn Pijnladder Patricia Schutte Palliatief en oncologieverpleegkundige 13 november 2018 Definitie pijn Pijn is een onaangename sensorische en emotionele gewaarwording die verband houdt met
Nadere informatieDe acuut zieke chronische patiënt in een acuut ziekenhuis
De acuut zieke chronische patiënt in een acuut ziekenhuis Dr. De Coster Olivier, Stedelijke Ziekenhuis Roeselare UZ-Brussel Stedelijk Ziekenhuis Roeselare Brugsesteenweg 90 8800 Roeselare T 051 23 61 11
Nadere informatiePijn en pruritus. Yusuf Özbay, AIOS Anesthesiologie MDO-praatje
Pijn en pruritus Yusuf Özbay, AIOS Anesthesiologie 02-08-2017 MDO-praatje Pruritus Samuel Hafenreffer (350 jr geleden) onaangenaam sensatie/gevoel waarbij de wens of een reflex is om te krabben Acute en
Nadere informatieEMV KWS - PAZA APT. Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg
EMV KWS - PAZA APT Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg Info-brochures EMV Dr. Johan De Coster Dienst Anesthesiologie UZ Gasthuisberg EMV Wettelijk verplicht Invoer door (zaal)assistenten
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 6
Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen
Nadere informatie4/16/2013. Geheel meer dan de som der delen. D r. A n u s c hka Sto r ms. Inhoud. 1/ Taak psychiater bij pijn? 2/ Hoe bekijkt een psychiater pijn?
Geheel meer dan de som der delen D r. A n u s c hka Sto r ms 22 maart 2013 Inhoud 1/ Taak psychiater bij pijn? 2/ Hoe bekijkt een psychiater pijn? 1 Casus 1 Tijdens wachtdienst telefoon van spoedgevallen:
Nadere informatieChronificatie van postoperatieve pijn
Chronificatie van postoperatieve pijn Dr. Baeyens Malika, ASO Dienst anesthesie 5 december 2017 Wat is pijn? IASP definition (1994) An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual
Nadere informatieInformatie EMV. 4 juli. Dr. Johan De Coster.
Informatie EMV 4 juli 203 Dr. Johan De Coster. Inhoud I. DOELSTELLINGEN 3 II. TAKEN IN DE OPERATIEZAAL 3 A. OPZOEKEN PATIENT 3 B. NAKIJKEN MEDICATIE 3. Er is geen medicatie voorgeschreven: 4 2. De patiënt
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Centraal/perifeer zenuwstelsel AFI1. Autonoom zenuwstelsel algemeen. Zenuwstelsel 5. Staat niet onder invloed van de wil
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 5 FHV2009 / Cxx56 9+10 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 5 1 Centraal/perifeer centraal perifeer medulla spinalis autonoom somatisch sympatisch parasympatisch FHV2009
Nadere informatieMethadon... als pijnstiller?
Methadon... als pijnstiller? Amon Heijne AIOS anesthesiologie Imago probleem Ook iets voor de OK? Inhoud Waar of niet waar? Historisch perspectief Wat gebeurt er in het lichaam met methadon? Waarom zouden
Nadere informatieHereditair angio-oedeem (HAE) en Anesthesie. Nina D hondt Prof. Dr. E. Vandermeulen
Hereditair angio-oedeem (HAE) en Anesthesie Nina D hondt Prof. Dr. E. Vandermeulen HAE Zeldzame aandoening +/- 1 op 50 000 individuen Mutatie in het C1-esterase inhibitor gen 150 verschillende mutaties
Nadere informatiePijnanamnese en pijnbestrijding
Pijnanamnese en pijnbestrijding dinsdag 1 december 2009 Paul Oyen Verpleegkundig consulent palliatieve zorg Regionaal consultatieteam PIJN (IASP 1979) Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele
Nadere informatieACUTE PIJN BIJ KINDEREN
2009 Peter F Soethoudt Referentieverpleegkundige ACUTE PIJN BIJ KINDEREN Volledige erkenning van de waardigheid en de persoonlijkheid van het kind is de ultieme eerste stap naar de efficiënte behandeling
Nadere informatieMarijse Koelewijn huisarts
PIJN Marijse Koelewijn huisarts Je hoeft tegenwoordig toch geen pijn meer te lijden Moeilijk behandelbare pijn Om welke pijnen gaat het? Welke therapeutische mogelijkheden zijn er? Opzet workshop: Korte
Nadere informatieINFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE EN CHRONISCHE PIJN KLACHTEN
INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE EN CHRONISCHE PIJN KLACHTEN WAT IS PIJN? PIJN HOE EN WAT Pijn is een ontzettend complex en belangrijk mechanisme in ons lichaam. De definitie van pijn is: Een onplezierige
Nadere informatieBotulinetoxine bij neuropathische pijn. Sander Wout AIOS Anesthesiologie 06 mei 2019
Botulinetoxine bij neuropathische pijn Sander Wout AIOS Anesthesiologie 06 mei 2019 Botulinetoxine (BTX of BoNT) Botuline(neuro)toxine kent zeven serotypes: BoNT [A-G] Botox = BoNT type A Inhibitie acetylcholine
Nadere informatie2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.
Take-home toets Thema 4.6 Anatomie en fysiologie van het centrale en perifere zenuwstelsel 1. Door activiteiten van de nervus vagus wordt a. de hartslagfrequentie verhoogd b. de hartslagfrequentie verlaagd
Nadere informatieAscending projections from spinal cord and brainstem to periaqueductal gray and thalamus Klop, Esther
University of Groningen Ascending projections from spinal cord and brainstem to periaqueductal gray and thalamus Klop, Esther IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's
Nadere informatiePCEA BIJ HET KIND INDICATIES VOOR EPIDURALE/PCEA ANATOMISCHE AANDACHTSPUNTEN ANATOMISCHE AANDACHTSPUNTEN KIND VS VOLWASSEN
INDICATIES VOOR EPIDURALE/PCEA PCEA BIJ HET KIND JORIS VUNDELINCKX 20-06-2014 Deel van de multimodale anesthesie Management van de postoperatieve pijn Heelkundige procedures : Orthopedie van het onderste
Nadere informatieT IS GEBEURD. Een minikwis over pijn
T IS GEBEURD Een minikwis over pijn POLL OPEN Morfine 1. Morfine werkt niet op nociceptieve pijn 1.43% 2. Morfine werkt niet op neuropathische pijn 11.43% 3. Morfine werkt beter op nociceptieve dan op
Nadere informatieChronische pijn. Theo Meert 15/01/2011
Chronische pijn. Theo Meert 15/01/2011 Volgende onderwerpen kwamen aan bod: 1) wat is chronische pijn en wat zijn de gevolgen 2) waarnemen van pijn 3) hoe meet men pijn 4) behandeling 5) ontwikkelen van
Nadere informatieFarmacologie van de opioïden. Prof. J. Van Hemelrijck
Farmacologie van de opioïden Prof. J. Van Hemelrijck Classificaties Volgens afkomst en chemische structuur Natuurlijke: morfine, codeine (Demerol), papaverine, thebaïne (basis voor semi-synthetische) Semisynthetische:
Nadere informatieartseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel
i artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel 2 Inhoud 1 Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase...
Nadere informatiePijnbestrijding na uw operatie met de pijnpomp
I Postoperatieve pijn En het PCA systeem AZ Vesalius Hazelereik 51 3700 Tongeren www.azvesalius.be Tel: 012/396111 Acute Pijn Service. Tel: 012 39 72 64 Anesthesiologen: Dokter H. Vandendriessche Dokter
Nadere informatieDe mogelijkheden van invasieve technieken in de palliatieve pijnbestrijding. Erich Ohlsen, anesthesioloog-pijnbehandelaar
De mogelijkheden van invasieve technieken in de palliatieve pijnbestrijding Erich Ohlsen, anesthesioloog-pijnbehandelaar TEAM Behandelingen zoals: Plexus coeliacusblokkade Plexus hypogastricusblokkade
Nadere informatieBoodschap. Inleiding. Analgesie bij Trauma Klassieke producten WHO pijnladder. Atypische (ketalar lachgas) Loco-regionale technieken
Analgesie bij Trauma Philippe Vets Spoedgevallen Intensieve Zorgen ZNA Middelheim Boodschap WHO ladder als basis Product-kennis Modificeer in functie van: Ernst pijn Acute karakter Plaats van toediening
Nadere informatieInfobrochure. Pijn in het ziekenhuis
Infobrochure Pijn in het ziekenhuis Onbehandelde pijn staat een goede genezing in de weg. Bijt niet op uw tanden, praat over uw pijn! Pijn... een nuttig signaal Acute pijn is een alarmsignaal, een onmiddellijke
Nadere informatieHet vooruitzicht op ernstige pijn kan ondraaglijker zijn dan het aanschijn van de dood Albert Schweitzer
Het vooruitzicht op ernstige pijn kan ondraaglijker zijn dan het aanschijn van de dood Albert Schweitzer DR. OLIVIER DE COSTER, PIJNCENTRUM AZDELTA Oorzaken pijn bij kanker Doorgroei Diagnostische procedures
Nadere informatieCannabinoid Receptor Function in the Medial Prefrontal Cortex F.S. den Boon
Cannabinoid Receptor Function in the Medial Prefrontal Cortex F.S. den Boon Nederlandse samenvatting Het lichaamseigen cannabis-systeem, oftewel het endocannabinoïde systeem, is vernoemd naar de cannabis
Nadere informatieVan acute naar chronische pijn. Van Kerckhoven Hilde, MD Multidisciplinair Pijncentrum Sint-Jozefkliniek Bornem-Willebroek
Van acute naar chronische pijn Van Kerckhoven Hilde, MD Multidisciplinair Pijncentrum Sint-Jozefkliniek Bornem-Willebroek 1. Wat is pijn? 2. Wat is het belang van pijn? 3. Hoe ontstaat pijn? 4. Wat is
Nadere informatieOnderdeel Hypothalamus-Hypofyse (Bern/Levy, Hoofdstuk 44)
Zelfstudievragen Deze vragen zijn bedoeld om je behulpzaam te zijn bij het bestuderen van de stof (college en microscoop practica). Ze hebben de bedoeling je te wijzen op de belangrijkste delen van de
Nadere informatieH5 Begrippenlijst Zenuwstelsel
H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps
Nadere informatiePijnstilling via de pijnpomp
Infobrochure Pijnstilling via de pijnpomp Patiënt-gecontroleerde pijnbestrijding Anesthesie - Pijntherapie - Intensieve zorgen Tel: 011 826 227 mensen zorgen voor mensen Inleiding Binnenkort ondergaat
Nadere informatieFysiologie / zenuwstelsel
Fysiologie / zenuwstelsel Zenuwcel/neuron. 5 1. Korte uitlopers dendrieten 2. Lange uitloper neuriet of axon 3. Myelineschede/schede van Schwann 4. Motorische eindplaat of synaps 5. Kern of nucleus Zenuwcel/neuron.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel Samenvatting door Elin 1218 woorden 9 april 2018 7,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 14 14.1 * Het zenuwstelsel bestaat
Nadere informatiePostoperatieve zorg na sectio. Dr. Frederik De Buck dienst anesthesie UZ Leuven
Postoperatieve zorg na sectio Dr. Frederik De Buck dienst anesthesie UZ Leuven Volgens type anesthesie Postoperatieve zorg na AA Opvolgen bewustzijnstoestand Sufheid na AA Opvolgen van hemodynamische
Nadere informatieSEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven. Procedural sedation and analgesia (PSA) Verschillende soorten sedatie. Dieptes van sedatie
Verschillende soorten sedatie SEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven Sedatie als onderdeel van algemene anestesie Sedatie van beademde patiënten Sedatie tijdens onaangename en/of pijnlijke
Nadere informatieMeten is weten. Baccaert Griet
Meten is weten. PIJNBEOORDELING Baccaert Griet Wat is pijn? Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging, of die beschreven
Nadere informatiePijn en angst bestrijden op de IZ-P. Wim Vandenberghe Intensivist UZ Gent
Pijn en angst bestrijden op de IZ-P Wim Vandenberghe Intensivist UZ Gent Pijn en angst Vreemde omgeving/personen Onderliggende aandoening Heelkunde Invasieve procedures Mechanische ventilatie Verlies van
Nadere informatiePijnbehandeling na een chirurgische ingreep
Pijnbehandeling na een chirurgische ingreep informatie voor patiënten INLEIDING Deze brochure bevat informatie over de pijnbehandeling die wordt opgestart na een chirurgische ingreep. Zowel de pijnstilling
Nadere informatieIndeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie. Risicofactoren Behandeling Conclusie
Koen Bos Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie Verschil vasoplegie tijdens en na cardiopulmonale bypass Regulatie van de vaattonus Katp-kanalen, NO synthase, vasopressine Risicofactoren
Nadere informatieGevorderde MS & Spasticiteit. Gevorderde MS & Spasticiteit. Spasticiteit [Lance] MS en spasticiteit. MS en spasticiteit. 17.000 MS patiënten/nederland
Gevorderde MS & Spasticiteit Disclosure belangen sprekers (Potentiële) belangenverstrengeling : geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven : geen Ar Henning, fysiotherapeut Johan Koops,
Nadere informatieDoor: Charlotte Simons Arts, yogadocent yin en yang en acupuncturist io
Door: Charlotte Simons Arts, yogadocent yin en yang en acupuncturist io Kracht van herhaling! Homeostase: een proces binnen het interne milieu van meercellige organismen dat voor een stabiel evenwicht
Nadere informatiePONV: The big little problem. Dr. Dewinter
PONV: The big little problem Dr. Dewinter PONV Inleiding Definitie Pathofysiologie PONV risicofactoren en prognose systemen Anti-emetica PONV schema PDNV Besluit Inleiding Incidentie van PONV: 25-30% Frequente
Nadere informatieInformatiebrochure Wegwijs in pijn... En de behandeling ervan
I Autonome verzorgingsinstelling Informatiebrochure Wegwijs in pijn... En de behandeling ervan IIInhoudsopgave Wat is pijn? 5 Soorten pijn a. onderscheid tussen acute en chronische pijn 6 b. onderscheid
Nadere informatieNathalie Bracke, Kinesiste Dr. Ingrid Dekelver, Revalidatie arts
Nathalie Bracke, Kinesiste Dr. Ingrid Dekelver, Revalidatie arts Wat is TENS? TENS = Transcutane = door de huid Elektrische = met elektrische impulsen Neuro Stimulatie = stimuleren van de zenuwen / zenuwuiteinden
Nadere informatieAnesthesie en Ouderen
Dr B T Veering Afd Anesthesiologie LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM Rembrandt 1606-1669 1890 2005 I. Inleiding II. Peri-operatief risico III. Intraoperatief IV. Postoperatieve periode verkoeverkamer
Nadere informatieNeuropatische Pijn WOV SYMPOSIUM 3 OKTOBER 2014
Neuropatische Pijn WOV SYMPOSIUM 3 OKTOBER 2014 Wat is neuropathische pijn? Wat is neuropathische pijn? Neuropathische pijn = pijn die veroorzaakt wordt door een primaire laesie of disfunctie van het perifere
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om
Nadere informatiePijn bij de oncologische patiënt
Pijn bij de oncologische patiënt Cursus 'Basics of Digestive Oncology Tongeren-5 december 2015 Martine De Laat Palliatieve zorg UZ Gent Pain is experienced by people and not by nerve endings! 2 Programma
Nadere informatiePijnstilling via de pijnpomp
Infobrochure Pijnstilling via de pijnpomp Patiënt-gecontroleerde pijnbestrijding Anesthesie - Pijntherapie - Intensieve zorgen Tel: 011 826 227 mensen zorgen voor mensen Inleiding Binnenkort ondergaat
Nadere informatie