R.U.P. 18 GEMEENTELIJKE WERKPLAATSEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Transcriptie

1 GEMEENTE ZEMST R.U.P. 18 GEMEENTELIJKE WERKPLAATSEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Februari 2015 Gemeente Zemst dienst stedenbouw en ruimtelijke ordening De Griet Zemst

2 Volgende voorschriften zijn van toepassing binnen de perimeter die is weergegeven op het grafisch plan. Artikel 0 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Gemeenschapsvoorzieningen voor recyclagepark en/of werkliedendienst... 4 Artikel 2 Recyclagepark... 5 Artikel 3 Werkliedendienst... 6 Artikel 4 Bebouwde subzone (overdruk)... 7 Artikel 5 Verharde subzone (overdruk)... 8 Artikel 6 Waterdoorlatende verharde subzone (overdruk)... 9 Artikel 7 Wegen (overdruk) Artikel 8 Waterbuffer (overdruk) Artikel 9 Groenbuffer (overdruk) Artikel 10 Lijnelementen (overdruk) /14

3 Artikel 0 Algemene bepalingen Artikel 0.1. Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen, die niet in overeenstemming zijn met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan, mogen enkel in stand gehouden worden. Bij vergunningsplichtige werken zullen de voorschriften van het RUP moeten gevolgd worden. Artikel 0.2. Archeologisch Erfgoed Indien er elementen zijn die wijzen op de mogelijke aanwezigheid van archeologisch erfgoed, wordt hiermee op een gepaste manier mee omgegaan. Voor de start van de werkzaamheden die de aantasting van dit erfgoed kunnen betekenen zal advies worden gevraagd aan het agentschap Onroerend Erfgoed. 3/14

4 Artikel 1 Gemeenschapsvoorzieningen voor recyclagepark en/of werkliedendienst Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen waarvan de activiteiten kunnen gekoppeld worden aan activiteiten van de werkliedendienst en/of het reyclagepark, zijn toegelaten. De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk. Het is niet de bedoeling dat er wordt voorzien in een gemeenschapscentrum, cultureel centrum of lokalen voor verenigingen. Gebouwen en infrastructuur moeten op een kwalitatieve wijze worden ingepast in de omgeving: - de bouwhoogte wordt beperkt tot twee bouwlagen en een dakverdieping; - de afstand tot de perceelsgrens moet minstens gelijk zijn aan de kroonlijsthoogte van het gebouw met een minimum van 3,0 m. Binnen dit gebied mogen enkel verhardingen worden aangebracht voor de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen. 4/14

5 Artikel 2 Recyclagepark Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Deze zone is bestemd voor het recyclagepark met daarbijhorende burelen. De zone mag tot 100 % verhard worden. Het recyclagepark zal verhard worden met niet-waterdoorlatende materialen. Op het recyclagepark mogen constructies voorzien worden. De hoogte voor de constructies mag maximum 6,0 m bedragen. De totale oppervlakte van de constructies bedraagt maximum 200 m². Open afsluitingen worden toegelaten met een maximum hoogte van 2,5 m Onder constructies wordt een bureel- en sanitairruimte verstaan en een opslagruimte voor materiaal. Naast de bureel- en sanitairruimte kan opslagruimte worden voorzien voor materiaal voor de recyclageparkwachters of compostmeesters. Met open afsluitingen worden visueel open constructies bedoeld zoals paal en draad, draadgaas en hekkenwerk. In deze zone zijn verder volgende constructies toegelaten, enkel mits in acht neming van de onderstaande regels (niet limitatief): - technisch noodzakelijke elementen (in functie van afwatering, leidingen, ); - verlichtingsarmaturen; - afsluitingen - De materialen van de installaties en constructies moeten in harmonie zijn met de omgeving. 5/14

6 Artikel 3 Werkliedendienst Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Deze zone is bestemd voor de inrichting van de gemeentelijke werkliedendienst (gebouwen voor de technische diensten, een conciërgewoning en opslag van goederen en materialen in functie van deze technische diensten). De zone mag enkel verhard en/of bebouwd worden in de subzones waarbij de overdrukken dat toelaten. Bijkomend zijn enkel waterdoorlatende verhardingen toegelaten om milieutechnische redenen. Open afsluitingen worden toegelaten met een maximum hoogte van 2,5 m. Ondergrondse constructies zijn niet toegelaten. In deze zone zijn verder volgende constructies toegelaten, enkel mits in acht neming van de onderstaande regels (niet limitatief): - technisch noodzakelijke elementen (in functie van afwatering, leidingen, ); - verlichtingsarmaturen; - afsluitingen; - De materialen van de installaties en constructies moeten in harmonie zijn met de omgeving. Waterdoorlatende verhardingen laten toe dat het water aan het oppervlak onmiddellijk infiltreert en dus niet afstroomt. Belangrijk is wel dat de volledige structuur waterdoorlatend is, zowel de verharding als de fundering dienen een minimale doorlatendheid gelijk aan 5,4*10-5 m/s te bezitten. Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen kunnen zijn: grasbetonstenen, proreuze klinkers, klinkers et open voegen, houtspaanders, denneschors, grind, steenslag, schelpen, open bestratingspatroon, mengsel van steenslag en gras,. Met open afsluitingen worden visueel open constructies bedoeld zoals paal en draad, draadgaas en hekkenwerk. Het betreft hier ondergrondse constructies zoals een berging of en garage in de kelderverdieping. Gebruikelijke ondergrondse constructies, zoals een brandstoftank, aansluitingen van de nutsvoorzieningen, regenwaterputten, zijn wel toegelaten. 6/14

7 Artikel 4 Bebouwde subzone (overdruk) In deze overdrukzone is het oprichten van gebouwen toegelaten. Eén conciërgewoning (max. 200 m²) in directe relatie met de uitbating van het totale volume van de gebouwen wordt toegelaten. 100 % van deze zone mag worden verhard. Maximum 50 % van deze zone mag bebouwd worden. Bij de inplanting van bouwconstructies en andere aanvullende functies, dient een goede landschappelijke integratie te worden nagestreefd: - het zwaartepunt van de bebouwing dient zich te bevinden in de helft van de subzone die gelegen is langs de Houtemsestraat; - het dichtbouwen met één gesloten gevelwand over de lengte van deze subzone is niet toegestaan; - de bouwhoogte, de gevelopbouw (hoogte, materiaal en geleding), de dakvorm (hoogte, dakhelling, materialen), de uitsprongen en het materiaalgebruik moeten op een doordachte samenhangende en kwaliteitsvolle wijze opgebouwd worden. De kroonlijsthoogte mag maximaal 8,0 m bedragen, de totale hoogte maximaal 15,0 m. De maximale totale hoogte van 15,0 m is bedoeld om te kunnen voorzien in een hangar zodat ook bijvoorbeeld hoogtewerkers en bouwkranen in een overdekte staanplaats kunnen gestald worden. 7/14

8 Artikel 5 Verharde subzone (overdruk) In deze overdrukzone zijn verhardingen toegelaten. In deze zone zijn geen gebouwen toegelaten. Constructies die bijdragen tot de goede werking van een werkliedendienst: composthopen, stapelplaatsen, oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen, zijn wel toegelaten. De hoogte van de stapelplaatsen bedraagt maximum 7,0 m. Deze zone zal door de werkliedendienst aangewend worden als stapelplaats voor het bouwmateriaal van openbare werken. Deze zone zal ook aangewend worden als compostruimte. Om geen hinder te veroorzaken naar de omwonenden van de Elewijtsesteenweg, zal de opslag van compost gebeuren in het meest zuidelijke deel van deze zone. 8/14

9 Artikel 6 Waterdoorlatende verharde subzone (overdruk) In deze overdrukzone zijn enkel waterdoorlatende verhardingen toegelaten. In deze zone zijn geen gebouwen toegelaten. Constructies die bijdragen tot de goede werking van een werkliedendienst: stapelplaatsen, oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen, zijn wel toegelaten. De hoogte van de stapelplaatsen bedraagt maximum 7,0 m. Deze zone zal door de werkliedendienst aangewend worden als stapelplaats voor het groen materiaal van openbare werken: boomstammen, verhakseld hout, grond,. Waterdoorlatende verhardingen laten toe dat het water aan het oppervlak onmiddellijk infiltreert en dus niet afstroomt. Belangrijk is wel dat de volledige structuur waterdoorlatend is, zowel de verharding als de fundering dienen een minimale doorlatendheid gelijk aan 5,4*10-5 m/s te bezitten. Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen kunnen zijn: grasbetonstenen, proreuze klinkers, klinkers et open voegen, houtspaanders, denneschors, grind, steenslag, schelpen, open bestratingspatroon, mengsel van steenslag en gras,. 9/14

10 Artikel 7 Wegen (overdruk) De wegen zijn symbolisch op plan aangeduid en hebben voorrang op de onderliggende bestemming. De toegangswegen zijn bestemd voor gemotoriseerd verkeer van lokaal niveau en de bijhorende bijzondere voorzieningen zoals noodzakelijke infrastructuur (voor fietsers en voetgangers), nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair. De wegen worden ingericht volgens de gangbare normen i.v.m. mobiliteit en verkeersveiligheid. De inrichting van de weg en de vormgeving moeten aanzetten tot een aan de omgeving aangepast rijgedrag. De wegen worden ingericht als dreven. De bestaande grachten naast de wegen dienen behouden te blijven, kunnen verlegd worden en kunnen plaatselijk overwelfd worden voor toeritten. Het behoud van de bestaande grachten langs de wegen en de inrichting van de wegen als dreven of lanen moeten er mede voor zorgen dat het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen aansluit bij het meer oostelijk gelegen landschap. 10/14

11 Artikel 8 Waterbuffer (overdruk) In deze overdrukzone moet een waterbuffer in het kader van het integraal waterbeleid worden geïntegreerd. De open gracht moet een minimale breedte hebben van 10,0 m. Langs de oevers van de gracht dient er oevervegetatie te worden voorzien. Over de volledige lengte van deze zone zal er een gracht voorzien worden die in de eerste plaats zal dienen als buffer- en infiltratiebekken voor de opvang van regenwater. Bedoeling is ook dat deze gracht dienst doet als ondoordringbare afsluiting. Bij de keuze van vegetatie in deze zone wordt voorkeur gegeven aan beplanting die het water vasthoudt. De oevervegetatie langs of in de waterbuffer moet een visuele verbinding (door middel van doorzichten) toelaten tussen de oostelijke open ruimte en de werkliedendienst. 11/14

12 Artikel 9 Groenbuffer (overdruk) In deze overdrukzone moet een visueel groenscherm worden aangelegd. In het recyclagepark moeten doorzichten richting recyclagepark vanuit de woningen langs de Elewijtsesteenweg en de Houtemsestraat vermeden worden. De groenbuffer moet een minimale breedte hebben van 5,0 m en kan bestaan uit bomenrijen of aanplantingen met afwisselde inheemse hoog- en laagstammen en heesters en struiken of uit constructies met een maximale hoogte van 2 m beplant met heesters of struiken. De groenbuffers mogen enkel toegankelijk zijn voor onderhoud. Een voorbeeld van de hier bedoelde constructies zijn stapelbare bloembakken gevuld met klimplanten. In de zone die bestemd is voor de werkliedendienst moet de groenbuffer een minimale breedte hebben van 5 m. Deze groenbuffer bestaat uit bomenrijen of aanplantingen met afwisselde inheemse hoogen laagstammen en heesters en struiken. 12/14

13 Artikel 10 Lijnelementen (overdruk) De op het grafisch plan symbolisch aangeduide lijnelementen dienen in stand gehouden te worden. Het is dan ook niet toegelaten deze bestaande groenelementen te verwijderen, tenzij om duidelijk aantoonbare redenen. Met de lijnelementen worden de bestaande bomenrijen bedoeld. Duidelijk aantoonbare redenen kunnen ondermeer zijn: gezondheidstoestand van de groenelementen, veiligheid van de gebruikers op het domein, verkeerstechnische redenen, 13/14

14 RUP18 Gemeentelijke werkplaatsen Opgemaakt door de gemeentelijke dienst ruimtelijke ordening Ruimtelijk planner: Lindsay Rinckhout Verantwoordelijke ambtenaar: Lindsay Rinckhout diensthoofd stedenbouw gemeente Zemst In zijn ontwerpversie voorlopig aanvaard door de gemeenteraad van Zemst in zitting van 23 oktober 2014 De secretaris, De burgemeester, J. Bruggeman B. Coopman. Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig document in zijn ontwerpversie voor iedereen ter inzage lag gedurende het openbaar onderzoek vanaf 24 november 2014 tot en met 22 januari 2015 De secretaris, De burgemeester, J. Bruggeman B. Coopman. Definitief aanvaard door de gemeenteraad van Zemst in zitting van 26 februari 2015 De secretaris, De voorzitter, J. Bruggeman. B. Coopman. 14/14