RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

Transcriptie

1 RUP ZONEVREEMDE WONINGEN Gemeente Denderleeuw Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp januari 2014 Joseph Cardijnstraat Erpe- Mere T F info@so-lva.be

2 Versie 1 April Oktober November December Mei Augustus Juli Oktober November 2013 Opdrachtgever: Gemeente Denderleeuw Alfons De Cockstraat Denderleeuw Opdrachthouder: Solva Joseph Cardijnstraat Erpe Mere Tel: 053/

3 DEEL 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 3

4 Inhoud ARTIKEL 0: Algemene bepalingen ARTIKEL 1: Zone voor zonevreemde woningen (in overdruk ) ARTIKEL 2: Zone voor wonen ARTIKEL 3: Zone voor stedelijk wonen ARTIKEL 4: Zone voor wonen en laagdynamische recreatie Categorieën van gebiedsaanduiding volgens Besluit van de Vlaamse regering dd. 11/04/2008 ARTIKEL 1: Voor de categorie van gebiedsaanduiding wordt de bestemmingscategorie van de grondkleur gevolgd gezien het voorschrift louter een overdruk vormt ARTIKEL 2: Wonen ARTIKEL 3: Wonen ARTIKEL 4: Wonen en recreatie 4

5 ARTIKEL 0: ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENDENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 01. Voorschriften Dit ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. 02. Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. 03. Openbare nutsvoorzieningen In alle zones kunnen kleine inrichtingen van openbaar nut opgericht worden, zoals infrastructuur in verband met openbare nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, gas, telefoon, e.d.). 04. Integraal waterbeheer Voor zover ze de realisatie van de algemene en specifieke bestemming niet in het gedrang brengen, zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheer toegestaan op voorwaarde dat rekening gehouden wordt met de inheemse fauna en flora door de levensvoorwaarden van deze fauna en flora zoveel mogelijk te behouden of te herstellen en zelfs te creëren en te ontwikkelen: - het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van beken en grachten; - het behoud en herstel van de structuurkenmerken en de waterkwaliteit van de beken en grachten; - het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast; - het beveiligen van bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen. 5

6 05. Maatregelen in overstromingsgevoelige gebieden In alle aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning waarbij het plangebied of delen van het plangebied, volgens de meest recente watertoetskaarten, gelegen zijn in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied, dient aangetoond hoe met dit overstromingsgevoelig karakter zal worden omgegaan. Dit wil zeggen: welke concrete maatregelen zullen genomen worden ter voorkoming van (1) negatieve effecten op de waterhuishouding en (2) waterschade bij overstromingen. Voorbeelden van concrete maatregelen zijn: * het compenseren van de ingenomen ruimte in overstromingsgevoelig gebied; * het voorzien van een voldoende hoge vloerpas van het gelijkvloers bij herbouw, uitbreidingen,.; * geen ondergrondse constructies realiseren; * het niet uitvoeren van ophogingen; * het gebruik van groendaken; * het voorzien van een ruimte voor de buffering van water; * de verhardingen tot een minimum beperken en waterdoorlatend uitvoeren; * 06. Behandeling van afval- en hemelwater Het afval- en hemelwater dient gescheiden van elkaar te worden behandeld. Is dit nog niet het geval dan dient dit te gebeuren bij (1) herbouw/nieuwbouw en (2) werkzaamheden die gepaard gaan met (een) wijziging(en) aan de individuele riolering. Afvalwater Een nieuwbouwwoning en een woning waaraan werkzaamheden worden uitgevoerd die gepaard gaan met (een) wijziging(en) aan de individuele riolering moet, voor wat betreft het afvalwater en voor zover dit nog niet het geval is, worden aangesloten op de openbare riolering. Dit geldt niet indien (1) er zich (nog) geen openbare riolering in het aansluitende openbare domein bevindt en (2) de woning zich volgens het meest recente zoneringsplan bevindt in een individueel te optimaliseren buitengebied. In deze twee gevallen dient te worden voorzien in een individuele behandeling van het afvalwater. Hemelwater Voor wat betreft de opvang, het hergebruik en de infiltratie/buffering van het hemelwater dient de meest recente sectorale regelgeving te worden nageleefd. 6

7 07. Vergunde en vergund geachte gebouwen, constructies, verhardingen en functies Vergunde en vergund geachte gebouwen, constructies en verhardingen kunnen behouden blijven in hun hoedanigheid, ook al stemmen ze niet overeen met de bestemmings-, inrichtings- en/of beheersvoorschriften. Functies die regelmatig vergund of vergund geacht zijn, kunnen behouden blijven. 08. Gabarieten De toegestane gabarieten worden bepaald in de stedenbouwkundige voorschriften. Bij de keuze van een bepaald gabariet dient steeds aandacht te worden besteed aan een maximale aansluiting met de bestaande aanpalende bebouwing. 7

8 ARTIKEL 1: ZONE VOOR ZONEVREEMDE WONINGEN (IN OVERDRUK) VERORDENDENDE VOORSCHRIFTEN Bestemming Deze bestemming geldt als overdruk bovenop de bestaande gewestplanbestemming. De bestemming volgens het gewestplan blijft gelden. Binnen de aangeduide perimeter zijn bepaalde werken en handelingen toegelaten. Binnen de afgebakende overdrukzones is enkel de woonfunctie, met inbegrip van zorgwonen, toegestaan. Een uitbreiding van de woonfunctie (tot meergezinswoningen) of het onderbrengen van bijkomende functies is niet mogelijk, evenmin kunnen nieuwe bouwpercelen voor nieuwe woongelegenheden gerealiseerd worden. Bestaande vergunde nevenfuncties kunnen behouden blijven. Wanneer deze nevenfuncties ophouden te bestaan, kunnen deze niet opnieuw ondergebracht worden binnen deze zone. TOELICHTING Voor de categorie van gebiedsaanduiding wordt de bestemmingscategorie van de grondkleur gevolgd gezien het voorschrift louter een overdruk vormt. Voorzieningen voor hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwonen wordt verwezen naar de VCRO. VOORSCHRIFTEN CLUSTER A Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woningen kunnen uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. 8

9 Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de voorbouwlijn bevindt zich minimum 3m en maximum 8m achter de rooilijn. Bij herbouw is de voorbouwlijn van de naastliggende bebouwing(en) bepalend, mits deze zich binnen de toegelaten zone bevindt; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte bedraagt maximaal 15 meter voor het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - maximaal 2 bouwlagen + eventueel dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm is vrij maar dient op een kwalitatieve en esthetische wijze afgestemd te worden op de aanpalende gebouwen; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; 9

10 - Het bijgebouw wordt niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan de Wellemeersen dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. 10

11 VOORSCHRIFTEN CLUSTER B Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woningen B1 & B2 kunnen uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Het uitbreiden van de bestaande woning B3 is niet mogelijk. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woningen B1 & B2 is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden; Het herbouwen van woning B3 is enkel mogelijk binnen de contouren van de op het grafisch plan aangeduide bouwzone.. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte Voor de woningen B1 & B2: - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 15 meter op het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - maximaal 2 bouwlagen + eventueel dak; 11

12 - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm vrij, maar deze dient op een kwalitatieve en esthetische wijze afgestemd te worden op de aanpalende gebouwen; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden; Voor de woning B3: - De maximale bouwdiepte is aangegeven op het grafisch plan; - De voorbouwlijn is aangegeven op het grafisch plan; - maximaal 1 bouwlaag + eventueel dak; - de dakvorm is vrij; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 3 meter, de nokhoogte maximaal 8 meter; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - Het bijgebouw wordt niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de 12

13 perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan de Wellemeersen dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. 13

14 Inrichting en/of beheer VOORSCHRIFTEN CLUSTER C Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woningen kunnen uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Voor woning C6 is het toegelaten de woning beperkt uit te breiden binnen het volume van het aangrenzend bijgebouw, dit zonder wijziging van het aantal woongelegenheden en binnen het maximaal toegelaten bruto-bouwvolume voor woningen, en aldus een beperkt deel van het bijgebouw te herbestemmen naar wonen. Tevens is het toegestaan het aangrenzende bijgebouw te slopen en de vrijgekomen zone te benutten voor het uitbreiden van de bestaande woning, dit zonder het wijzigen van het aantal woongelegenheden en binnen het maximaal toegelaten bruto-bouwvolume voor woningen. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Over het algemeen worden grote bijgebouwen en loodsen van zonevreemde woningen niet opgenomen binnen de te herbestemmen zones of zones met een overdruk van het RUP. Omdat de loods van woning C6 volledig aan de woning paalt, wordt hier een uitzondering gemaakt. Daarom worden voor het betreffende bijgebouw specifieke voorschriften opgemaakt. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte 14

15 - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 15 meter op het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - maximaal 2 bouwlagen + dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm dient te bestaan uit hellende daken met een helling tussen 30 en % van de dakoppervlakte kan bestaan uit een plat dak; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - Het bijgebouw is niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) 15

16 bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan de Wellemeersen dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaastgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. VOORSCHRIFTEN CLUSTER D Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woningen kunnen uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en. 16

17 fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de bestaande voorbouwlijn dient behouden te worden; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 12 meter; - maximaal 2 bouwlagen + dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm dient te bestaan uit hellende daken met een helling tussen 30 en % van de dakoppervlakte kan bestaan uit een plat dak; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; 17

18 - Het bijgebouw wordt niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan meersen en/of een beekvallei en die niet door bebouwing zijn ingenomen, dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. 18

19 VOORSCHRIFTEN CLUSTER E Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woningen kunnen uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 12 meter; - maximaal 2 bouwlagen + dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een 19

20 kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm is vrij, maar dient op een kwalitatieve en esthetische wijze afgestemd te worden op de aanpalende gebouwen; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 15 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. - Het bijgebouw wordt op minimum 1 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten gezamenlijke totale oppervlakte van 15m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan meersen en/of een beekvallei en die niet door bebouwing zijn ingenomen, dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. 20

21 Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. VOORSCHRIFTEN SOLITAIRE WONING 4 Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woning kan uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - de bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven;. 21

22 - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 15 meter; - maximaal 1 bouwlaag + dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 3 meter; - de dakvorm dient te bestaan uit hellende daken met een helling tussen de 30 en de % van de dakoppervlakte kan bestaan uit een plat dak; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving Ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - Het bijgebouw wordt niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. 22

23 Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan meersen en/of een beekvallei en die niet door bebouwing zijn ingenomen, dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. VOORSCHRIFTEN SOLITAIRE WONING 5 Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden Het uitbreiden van de bestaande woning is niet mogelijk. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; 23

24 - bij herbouw: * de nieuwe bebouwing dient de bestaande bebouwingsoppervlakte minimaal 50% te overlappen; * minimaal 3 meter afstand tot de grenzen van het plangebied; * bij herbouw bedraagt de maximale bebouwde oppervlakte 120m²; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 12 meter; - Bij verbouwen: maximaal 2 bouwlagen + eventueel dak; - Bij herbouw: maximaal 1 bouwlaag + eventueel dak; - Bij verbouwen: de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Bij herbouw: kroonlijsthoogte maximaal 3 meter; - De dakvorm is vrij. Bij hellende daken bedraagt de helling maximum 45 ; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - Het bijgebouw is niet toegelaten in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit 24

25 (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan meersen en/of een beekvallei en die niet door bebouwing zijn ingenomen, dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. VOORSCHRIFTEN SOLITAIRE WONING 6 Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. 25

26 Uitbreiden De bestaande woning kan uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. De uitbreiding mag in geen geval leiden tot een ontbossing. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - De inplanting bij herbouw dient aan volgende voorwaarden te voldoen: * de minimale afstand tot de grenzen van het plangebied bedraagt 3 meter; * de nieuwe bebouwing dient de bestaande bebouwingsoppervlakte minimaal 50% te overlappen; - de herbouw mag in geen geval leiden tot ontbossing; - bij herbouw bedraagt de maximale bebouwde oppervlakte 120m²; - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden; Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 12 meter; - maximaal 1 bouwlaag + eventueel dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 3 meter; - de dakvorm is vrij. Bij hellende daken bedraagt de helling maximum 45 ; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Materialen en vormgeving ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. 26

27 Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. - Het bijgebouw wordt op minimum 1 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten gezamenlijke totale oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. De realisatie van het bijgebouw mag in geen geval leiden tot ontbossing. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan de meersen dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. 27

28 VOORSCHRIFTEN SOLITAIRE WONING 9 Inrichting en/of beheer Indien een bestaande woning niet verkrot is en bovendien hoofdzakelijk vergund is of wordt geacht te zijn, zijn volgende bepalingen van toepassing: Verbouwen Het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaand bouwvolume, met inbegrip van onderhouds- en instandhoudingswerken, is mogelijk. Uitbreiden De bestaande woning kan uitbreiden mits deze uitbreiding slechts leidt tot een maximaal bruto-bouwvolume van 850m³ en mits deze uitbreiding de 20% bruto volumevermeerdering niet overschrijdt. De uitbreiding moet aansluiten en fysisch één geheel vormen met de bestaande bebouwing. Herbouwen Het herbouwen van de bestaande woning is mogelijk. Volgende bepalingen zijn van toepassing bij herbouw: - bij herbouw is het maximaal volume 850m³. Indien het bestaand bouwvolume meer dan 850m³ bedraagt, is het maximale volume bij herbouw beperkt tot 850m³; - De woning wordt ingeplant op de rooilijn. - bij het herbouwen dient het karakter, de verschijningsvorm, de functie van het gebouw en de algemene plaatselijke ruimtelijke ordening gerespecteerd te worden. Bouwdiepte, dakvorm en hoogte - de bouwdiepte van de woning bedraagt maximaal 15 meter op het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - maximaal 2 bouwlagen + dak; - de kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 meter, de nokhoogte maximaal 12 meter; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes 28

29 en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - de dakvorm dient te bestaan uit hellende daken met een helling tussen de 30 en de % van de dakoppervlakte kan bestaan uit een plat dak. Materialen en vormgeving ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - Het bijgebouw is niet toegestaan in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten totale (gezamenlijke) oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap De zijden die grenzen aan de beekvallei dienen verplicht voorzien te worden van een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Voor de andere perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm, al dan niet in combinatie met een draadafsluiting. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; 29

30 - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. 30

31 ARTIKEL 2: ZONE VOOR WONEN VERORDENDENDE VOORSCHRIFTEN Bestemming Het gebied is bestemd voor ééngezinswoningen. Als nevenbestemming zijn een kantoor- of dienstenfunctie toegelaten voor zover de complementaire functie niet meer dan 100m² vloeroppervlakte inneemt en de woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten. Zorgwonen is mogelijk. Toeristische logies complementair aan wonen zijn eveneens toegelaten. Dit voor zover het maximaal 3 tijdelijke verblijfseenheden betreft, met uitsluiting van elke vorm van restaurant en café. Deze functie kan enkel in het hoofdgebouw. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving en voor zover ze met volgende bepalingen stroken: TOELICHTING Voorzieningen voor hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwonen wordt verwezen naar de VCRO. VOORSCHRIFTEN CLUSTER F Inrichting en/of beheer Bebouwingswijze De zone is bestemd voor halfopen bebouwing. Inplanting en vorm - De bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven; - de bouwvrije afstand tot de niet gekoppelde laterale perceelsgrenzen bedraagt minstens 3 meter; - ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Hoogte en bouwdiepte 31

32 - het hoofdgebouw bestaat uit maximaal twee bouwlagen en eventueel dak; - de kroonlijsthoogte is maximaal 6 meter, de nokhoogte is maximaal 12m; - de bouwdiepte bedraagt maximaal 15 meter op het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Dakvorm - dakvorm is vrij maar het profiel dient aan te sluiten op de aangrenzende woning. Bijgebouwen Per kavel mogen maximum twee bijgebouwen opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale gezamenlijke oppervlakte bedraagt 50 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - De bijgebouwen mogen niet opgericht worden in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - De bijgebouwen worden in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één bijgebouw met een oppervlakte van minimaal 50m² of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten gezamenlijke totale oppervlakte van 50m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze) bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap Voor de perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden 32

33 groenscherm al dan niet in combinatie met een draadafsluiting, of een muur of houten panelen, beiden van maximaal 2 meter hoog. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen of materialen met een brede voeg; - De niet-bebouwde oppervlakte van de woonkavel kan enkel verhard worden in functie van het terras, de oprit, de paden en de toegang tot de woning. VOORSCHRIFTEN CLUSTER K Inrichting en/of beheer Bebouwingswijze De zone is bestemd voor halfopen bebouwing. Inplanting en vorm - De bestaande voorbouwlijn dient behouden te blijven; - ieder gebouw of gebouwencomplex dient steeds architecturaal in harmonie te zijn met zijn omgeving en dient op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen. Hoogte en bouwdiepte - het hoofdgebouw bestaat uit maximaal twee bouwlagen en dak; - de maximale kroonlijsthoogte bedraagt 6m, de maximale nokhoogte bedraagt 12m; - de bouwdiepte bedraagt maximaal 15 meter op het gelijkvloers en maximaal 12 meter op de verdieping; - Overschrijdingen van deze bouwdieptes en/of bouwhoogtes kunnen enkel toegestaan worden om in een kwalitatieve overgang te voorzien met de bestaande en vergunde of vergund geachte aanpalende bouwdieptes 33

34 en/of bouwhoogtes. Dit moet duidelijk aangetoond worden bij de stedenbouwkundige aanvraag; - Ondergrondse constructies zijn beperkt tot 3 meter diepte. De ondergrondse constructies dienen binnen de oppervlaktecontouren van het gelijkvloers van de woning ingericht te worden. Dakvorm - de dakvorm dient te bestaan uit hellende daken met een helling tussen de 30 en de 45. Het profiel en de dakvorm dienen aan te sluiten op de aangrenzende woning; - 25% van de dakoppervlakte kan bestaan uit een plat dak. Bijgebouwen Per kavel mag maximum één bijgebouw opgericht worden, hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: - De maximale oppervlakte bedraagt 25 m²; - De maximale bouwhoogte bedraagt 3m; - De bijgebouwen mogen niet opgericht worden in de voortuin; - De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn; - Het bijgebouw wordt in de achtertuin op minimum 1 meter en in de zijtuin op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen ingeplant. Er mag echter geen bijgebouw opgericht worden indien er reeds één of meerdere bestaande bijgebouwen aanwezig zijn. Dit (deze) bestaande bijgebouw (en) mogen binnen hun bestaand volume verbouwd worden of uitgebreid worden voor zover de maximaal toegelaten gezamenlijke totale oppervlakte van 25m² niet overschreden wordt. Het herbouwen van dit (deze)bestaande bijgebouw (en) op dezelfde plaats is enkel mogelijk bij vernietiging door vreemde oorzaak. De herbouw kan enkel binnen het vergunde of vergund geachte volume. Afsluiting en inkleding in het landschap Voor de perceelszijden kan geopteerd worden voor een open zichtrelatie en/of een streekeigen en standplaatsgebonden groenscherm al dan niet in combinatie met een draadafsluiting, of een muur of houten panelen, beiden van maximaal 2 meter hoog. Toegangspoorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting. Verhardingen - De aanleg van nieuwe verhardingen en de heraanleg van bestaande verhardingen dienen te gebeuren in 34