Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

Transcriptie

1 Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING EN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (AROHM) NR: RP990/36011/014.3 Brussel, 12 juli 2005 De Vlaamse Minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen Voor eensluidend afschrift Marleen Leus assistent Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp Herziening BPA 5A Industriegebied I Herziening van BPA 5A Industriegebied I Goedgekeurd bij M.B. van 12 september 2001 De ontwerper West-Vlaamse Intercommunale dienstverlenende vereniging Baron Ruzettelaan Brugge tel. (050) fax (050) Algemeen directeur Afdelingshoofd Ruimtelijk planner Geert Sanders Mark Geldof Ann Soulliaert Wijzigingen aangepast aan de adviezen van de plenaire vergadering en de GECORO op 13 januari 2005 opgemaakt op november 2004

2 gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van 21 januari 2005 op bevel, De Secretaris, De Burgemeester, zegel van de gemeente het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig B.P.A. voor eenieder ter inzage heeft gelegen van 15 februari 2005 tot 17 maart 2005 namens het college, op bevel, De Secretaris, De Burgemeester, zegel van de gemeente gezien en definitief aangenomen door de Gemeenteraad in vergadering van 25 april 2005 op bevel, De Secretaris, De Burgemeester, zegel van de gemeente

3 INHOUD 0. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN EN DEFINITIES GB 1: GB 2: GB 3: GB 4: GB 5: GB 6: GB 7: GB 8: GB 09: GLOBAAL INRICHTINGSPLAN GB 10: DEFINITIES Hoofd- en nevenbestemming Bouwhoogte Bebouwingspercentage (Terreinbezetting) Realiseren van de groenzones Deelzones ZONE 1: AMBACHTELIJKE BEDRIJVEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Hoofdbestemming Nevenbestemming BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN Inplanting van het hoofdgebouw Bouwhoogte Dakvorm Materialen en bouwvolume Terreinbezetting INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Inrichtingsvoorschriften onbebouwde ruimten ZONE 2: PRIVATE PARKEERPLAATSEN, TOERITTEN, LAAD- EN LOSPLAATSEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Hoofdbestemming Nevenbestemming INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Bezetting Verharding Stapelen van goederen Afsluitingen ZONE 3: BUFFERZONES BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Hoofdbestemming INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Deelzone... 10

4

5 0. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN EN DEFINITIES 0.1 GB 1: Zijn verboden, de werken die een toestand scheppen in tegenstrijd met dit plan en zijn voorschriften, behalve de werken die vergund worden overeenkomstig de in de wet voorziene afwijkingsmogelijkheden. 0.2 GB 2: Alle bepalingen van dit plan zowel grafisch als geschreven- vormen één geheel. Bouwwerken dienen dus steeds te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen. 0.3 GB 3: De opgemeten gegevens primeren op de grafische voorstellingen van het plan. 0.4 GB 4: In alle zones voorzien in dit plan mogen kleine inrichtingen van openbaar nut zoals infrastructuur in verband met openbare nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, gas, telefoon, openbaar vervoer, e.d.) opgericht worden voor zover ze niet hinderend zijn voor de bestaande of voorziene omgeving. 0.5 GB 5: Bij aanbouw dienen de zichtbaar blijvende delen van gemene gevels afgewerkt te worden met aanvaardbare gevel- en dakmaterialen, in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies. 0.6 GB 6: Materialen De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds als duurzaam te zijn. De materialen voor de van op de openbare weg zichtbare bouwdelen dienen qua kleur, textuur en schaal de continuïteit in het straatbeeld te ondersteunen. 0.7 GB 7: Tenzij in de voorschriften van de zones anders bepaald, is iedere esthetisch verantwoorde afsluiting, met een maximale hoogte van 2,50 meter binnen het plangebied toegelaten. 0.8 GB 8: Bestaande bebouwing en functies kunnen behouden blijven. Nieuwbouw, verbouwing of nieuwe functies dienen te voldoen aan de voorschriften van onderhavig BPA. wvi Herziening BPA 5A Industriegebied I stedenbouwkundige voorschriften 5

6 0.9 GB 09: Globaal inrichtingsplan Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning wordt een globaal inrichtingsplan gevoegd. Het inrichtingsplan bevat, hetzij als bestaande toestand, hetzij als ontworpen toestand als ontworpen toestand. Het plan bevat ten minste volgende gegevens: de voorziene interne verkeerscirculatie, de toegangen naar de openbare weg, de parkeerplaatsen voor personenwagens, de laad- en losplaatsen, de stapelplaatsen in open lucht, de lay-out van de bestaande en ontworpen bedrijfsgebouwen in relatie tot het productieproces, de voorzieningen voor brandbestrijding, milieusanering en hygiëne, publiciteit, de verharde en niet-verharde ruimtes, de bufferzones en groenschermen, de aard van de beplanting, het materiaal gebruik van verhardingen, afsluitingen en gebouwen, 0.10 GB 10: Definities Hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is deze waarvoor meer dan 60% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten is bestemd voor zover geen ander procent is aangegeven in de specifieke zonevoorschriften. De procentuele berekening gebeurt op basis van de vloeroppervlakten. De nevenbestemming is deze waarvoor minder dan 40% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakte is aangewend of zal aangewend worden, voor zover geen ander procent is aangegeven in de specifieke zonevoorschriften Bouwhoogte De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot de bovenkant kroonlijst en/of de nokhoogte. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 0,40meter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Bij geaccidenteerd terrein wordt het maaiveld ter plaatse van de beschouwde gevel als referentie genomen. De kroonlijsthoogte is de afstand tussen het referentiepeil en de bovenkant van de kroonlijst. De nokhoogte is de afstand tussen het referentiepeil en de bovenkant van de nok. Deze maximale bouwhoogte gelden niet voor eventuele noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen, silo s en antennes, voorzover ze maximaal 1% van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan en mits deze ingeplant worden op ten minste 12m van de uiterste bebouwingsgrenzen Bebouwingspercentage (Terreinbezetting) Is de verhouding van de grondoppervlakte van één of meer bouwwerken op één terrein of perceel ten aanzien van de totale oppervlakte van het terrein of perceel gelegen binnen de betrokken zone. De terreinbezetting omhelst de bebouwde delen van het perceel, exclusief de verharde delen. De terreinbezetting wordt uitgedrukt in ofwel een max. aantal m² ofwel in het procent van de totale bebouwde oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen t.o.v. de totale oppervlakte van de kavel waarop de betreffende bebouwing voorkomt Realiseren van de groenzones De groenschermen dienen uiterlijk het plantseizoen na het beëindigen van de vergunde werken aangelegd te zijn. De uitvoering van de groenschermen moet ook als voorwaarde gekoppeld worden aan de stedenbouwkundige vergunning. Bij niet realisatie van de groenschermen, vervalt de stedenbouwkundige vergunning. De afgifte van een 6 stedenbouwkundige voorschriften Herziening BPA 5A Industriegebied I wvi

7 stedenbouwkundige vergunning kan gekoppeld worden aan het betalen van een borgsom, teneinde de aanplant van de groenschermen afdwingbaar te maken. De gemeente kan nadere regels bepalen omtrent deze borgsom Deelzones Deelzones worden enkel besproken wanneer er voor een bepaald aspect afwijkende voorschriften gelden. Wanneer voor een bepaald aspect geen specifieke voorschriften vermeld worden, dient men de gewone zonevoorschriften te volgen. wvi Herziening BPA 5A Industriegebied I stedenbouwkundige voorschriften 7

8 1. ZONE 1: AMBACHTELIJKE BEDRIJVEN 1.1 Bestemmingsvoorschriften Hoofdbestemming Onderhavige zone is bestemd voor bedrijfsdoeleinden, dit wil zeggen: productie en de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke voorzieningen eigen aan het bedrijf zoals kantoren, personeelruimtes, opslagruimtes, enz Nevenbestemming Verhardingen voor rijstroken, laad- en losplaatsen, parkeerstroken en brandgangen 1.2 Bebouwingsvoorschriften Inplanting van het hoofdgebouw Binnen de uiterste grenzen van onderhavige zone Bouwhoogte De volgende maximaal toegelaten bouwhoogten ten opzichte van het referentiepeil zijn van toepassing: - kroonlijsthoogte: max. 9.00m - nokhoogte: max m Het referentiepeil 0.00m stemt overeen met de bovenkant van het bestaande of ontworpen aanliggend weggedeelte, in principe steeds het bestaande of ontworpen voetpad, gemeten op de rooilijn Dakvorm Dakvorm is vrij Materialen en bouwvolume Het bouwvolume, de gekozen materialen en de kleur van de materialen moeten een optimale integratie van de bedrijfsgebouwen garanderen in de omgeving. De gebruikte materialen moeten duurzaam en esthetisch zijn. De materialen dienen zo gekozen te worden dat zij een akoestische isolatie vormen. Deze aspecten worden beoordeeld op basis van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning die een globaal inrichtingsplan voor de bestemmingszone en de aanpalende zones dient te bevatten Terreinbezetting Maximale terreinbezetting voor bebouwing, uitgedrukt in procent van het perceelsdeel/ de perceelsdelen binnen de bestemmingszone: 100% 1.3 Inrichtingsvoorschriften Inrichtingsvoorschriften onbebouwde ruimten De niet bebouwde ruimte mag verhard worden. Indien geen waterdoorlatende materialen kunnen gebruikt worden dient het hemelwater te worden opgevangen en afgevoerd naar bufferbekkens/regenwaterputten of niet verharde delen van het terrein zone 3 8 stedenbouwkundige voorschriften Herziening BPA 5A Industriegebied I wvi

9 2. ZONE 2: PRIVATE PARKEERPLAATSEN, TOERITTEN, LAAD- EN LOSPLAATSEN 2.1 Bestemmingsvoorschriften Hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor rijstroken, private parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen in open lucht Nevenbestemming Kleine bouwwerken en constructies, als fietsenstalling, wachthuisjes, barelen, enz. in functie van de hoofdbestemming zoals beschreven onder punt 2.1.1, zijn toegelaten. 2.2 Inrichtingsvoorschriften Bezetting Maximaal 10% van onderhavige zone mag ingenomen worden door kleine gebouwen en constructies zoals beschreven onder punt nevenbestemming Verharding De verhardingen dienen aangelegd in stofvrije materialen. Indien geen waterdoorlatende materialen kunnen gebruikt worden dient het hemelwater te worden opgevangen en afgevoerd naar bufferbekkens/regenwaterputten of niet verharde delen van het terrein zone 3. Een inrichtingsplan dient bijgevoegd te worden bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Stapelen van goederen Stapelen van goederen in het algemeen, afgewerkte producten, afval enz zijn verboden Afsluitingen Iedere esthestisch verantwoorde afsluiting met een maximale hoogte van 2.50m is binnen onderhavig zone toegelaten, mits deze voor het straatbeeld en de omgeving visueel niet storend is. wvi Herziening BPA 5A Industriegebied I stedenbouwkundige voorschriften 9

10 3. ZONE 3: BUFFERZONES 3.1 Bestemmingsvoorschriften Hoofdbestemming Onderhavige zone is bestemd voor groenbuffer. Deze zone dient integraal te worden beplant en deskundig aangelegd en gehandhaafd worden met een dicht en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen en functioneel groen. 3.2 Inrichtingsvoorschriften De bufferzone moet worden aangelegd met een gemengd streekeigen groen van hoogstammige bomen( min. 2 per 100m²) en struiken (min. 1 per 2m²) en zal minimum uit 20% groenblijvend beplanting bestaan (bladhoudend of naaldhoudend). Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, goederen, afval en dergelijke verboden. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer verboden. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient een inrichtingsplan van desbetreffende zone worden bijgevoegd. Iedere esthestisch verantwoorde afsluiting met een maximale hoogte van 2.50m is binnen onderhavig zone toegelaten, mits deze voor het straatbeeld en de omgeving visueel niet storend is Deelzone In de deelzone, aangeduid met een asterix (*), gelden de bestemmingen en de voorschriften van zone 2, wanneer een aanpalend perceel gedeeltelijk of volledig kan verworven worden door het bedrijf. Deze afwijking kan enkel betrekking hebben over het gedeelte dat overeenstemt met het gedeelte dat kan verworven worden (in breedte en diepte gemeten). Op het uiterste verworden perceel dient een buffer te worden gerealiseerd van min 6,00 meter breedte, conform de voorschriften van onderhavige zone 3. Het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning kan slechts na toepassing van het algemeen voorschrift, horende bij dit bestemmingsplan. 10 stedenbouwkundige voorschriften Herziening BPA 5A Industriegebied I wvi