Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Transcriptie

1 west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050) Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Goedkeuringsbeslissing met ref.: PR/DEP/10/399 Brugge, 02/12/2010 Voor de provinciegriffier (afwezig) De financieel beheerder (Get.) Patrick BraetT Voor eensluidend afschrift Namens de deputatie, Stephaan Barbery Adjunct-adviseur Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit De Gouverneur-voorzitter, (Get.) Paul BREYNE G e m e e n t e V l e t e r e n RUP CENTRALE BEGRAAFPLAATS S T E D E N B O U W K U N D I G E V O O R S C H R I F T E N R U P _ _ _ _ j u n i

2 Algemene bepalingen GB 1: Verklaring van voorkomende afkortingen max.: maximum min.: minimum z.p.: zie plan GB2: De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 0,40 m hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een max. hoogte van 3,00 m toebedacht, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften (bijvoorbeeld bij wijze van maximale kroonlijst- en/of nokhoogte) GB 3: In geval er sprake is van hellende daken, dient dit gerealiseerd met vlakken met een minimumhelling van 25 en een maximum van 45 tegenover het horizontaal vlak. GB 4: Materialen De bouwmaterialen voor gevels en daken dienen zowel wat betreft substantie (soort materiaal) als qua kleur in harmonie te zijn met het voorkomen van de omliggende bebouwingen, het kerkhof op zich en/of het straatbeeld positief beïnvloeden. De materialen dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving te zijn. GB 5: Afsluitingen: - niet verplicht - ofwel met een levende haag, max. 1,20 m hoog. - ofwel levende hagen van maximaal 2,00 m hoog, al dan niet versterkt met stijlwerk en onroestbare sierdraad. GB 6: Gebouwen en/of constructies dienstig voor gemeenschapsvoorzieningen of openbaar nut kunnen in elke bestemmingszone worden toegelaten voor zover de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik,...) verenigbaar zijn met de betreffende zone en mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. GB 7: Maatregelen in het kader van goede waterhuishouding zijn in elke bestemmingszone toegelaten zonder dat de eigenlijke functie van de bestemming in het gedrang komt.. 2 V l e t e r e n R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a t s j u n i w v i

3 Zone 1 Begraafplaats 1. Omschrijving van de bestemmingszone Het betreft een centrale begraafplaats 2. Bestemmingsvoorschriften Deze gronden zijn bestemd voor de gemeentelijke begraafplaats en gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen ten behoeve van de gemeentelijke begraafplaats met de noodzakelijke gebouwen en overdekte ruimten en verhardingen ten behoeve van de lijkbezorging in het ceremoniegebeuren. Deelzone (overdruk zwarte arcering) groene parkeerplaats. De bestemmingszone valt onder de categorie gemeenschaps- & nutsvoorzieningen conform het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. 3. Inrichtingsvoorschriften Bijkomende bouwwerken Behalve de inrichting als begraafplaats, zijn in de zone bijkomende bouwwerken toegelaten zoals een berging, paviljoen, monumenten en gedenkstenen ten behoeve van de algemene werking en ceremonies op de begraafplaats. Maximaal toegelaten peil van het gelijkvloers Het maximaal toegelaten peil van het gelijkvloers ten opzichte van het maaiveld bedraagt +0,40 meter. Maximale hoogte en dakvorm De bouwhoogte zal worden beperkt tot één bouwlaag, met een maximale kroonlijsthoogte van 4,00 meter en een maximale nokhoogte van 7,00 meter. De dakvorm is vrij te bepalen. De gebruikte materialen dienen eigentijds en duurzaam te zijn. Inrichting van de niet-bebouwde delen van het perceelsdeel De niet-bebouwde delen van het perceel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als begraafplaats, inclusief verharding en groenaanleg. De verharding bestaat in hoofdzaak uit waterdoorlatende materialen. De begraafplaats dient een groene aanleg te krijgen. Alle delen die niet door bebouwing of verhardingen of grafvoorzieningen zijn ingenomen dienen beplant met graspartijen, streekeigen heesters, struiken en hoogstammige beplantingen en andere werken die de rust t.o.v. de begraafplaats bevorderen. De begraafplaats moet voorzien worden van een passende afsluiting. w v i j u n i R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a n t s V l e t e r e n 3

4 Zone 1 Begraafplaats De bestaande Garmijnsbeek dient maximaal geïntegreerd te worden en mag niet volledig ingekokerd worden. oversteken voor voetgangers en dienstverkeer is mogelijk. Parkeren Aansluitend op de Kasteelweg in de overdrukzone kunnen de nodig parkeerplaatsen aangelegd worden. Parkeerplaatsen voor bezoekers dienen duidelijk gescheiden te zijn van de begraafplaats. De parkeerplaats moet eveneens een groen karakter hebben min. 20% bestaat uit groenzone dwz. volledig omgeven door groenaanplantingen en voorzien van min. 1 hoogstamboom per 10 parkeerplaatsen. De verharding bestaat in hoofdzaak uit waterdoorlatende materialen. Schematische voorstelling van de aanleg van een groene parkeerplaats heesters Kasteelweg bomen - Op de parkeerruimte voor bezoekers is het wenselijk een aantal plaatsen te voorzien voor mindervaliden. - De parkeerruimte voor ceremoniewagens kan afzonderlijk gebeuren. 4. Bebouwingsvoorschriften Terreinbezetting (bebouwingspercentage)& Plaatsing van gebouwen Op de begraafplaats is de oprichting van bijkomende gebouwen ( ontvangstruimte en columbarium, berging) toegelaten. De bebouwde oppervlakte moet worden beperkt tot 150m². De bebouwing moet worden opgericht op tenminste 4,00 meter van de zonegrenzen en op ten minste 8.00 meter van de rooilijn. Rooilijn: Is de grens tussen het openbaar domein (wegen) en het privaat domein of kavel) 4 V l e t e r e n R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a t s j u n i w v i

5 Zone 2 Voetweg - ontsluiting aangelanden 1 Bestemmingsvoorschriften Wegen in functie voor lokaal voetgangers en fietsverkeer. De aanpalende percelen kunnen geen toegang nemen voor mechanisch verkeer. 2 Inrichtingsvoorschriften Verhardingen binnen onderhavige zone bestaan uit waterdoorlatende materialen. De bestemmingszone valt onder de categorie gemeenschaps- & nutsvoorzieningen conform het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. w v i j u n i R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a n t s V l e t e r e n 5

6 Zone 3 Tuinzone 1. Bestemmingsomschrijving : Zone voor tuinen en bijgebouwen Bijkomende woningen en garages zijn niet toegelaten. 2. Bestemmingsvoorschriften In deze zone geldt een maximaal percentage van 25 % voor de gezamelijke oppervlakte verharding en bebouwing. Het aandeel onverharde en onbebouwde ruimte bedraagt minimaal 75%. De niet verharde of bebouwde delen worden uitgevoerd als een samenhangend geheel met verzorgd groen. Max. toegelaten bebouwing: 30m² De bestemmingszone valt onder de categorie wonen conform het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bijgebouwen : Hieronder wordt verstaan berging stapelplaats garages worden hier niet toegelaten Inplanting: De nieuw op te trekken gebouwen dienen ingeplant te worden op minimaal 3 meter van de perceelsgrenzen of, op de perceelsgrens indien stedenbouwkundig verantwoord en mits goede ruimtelijke ordening Materialen: Maximaal aantal bouwlagen : 1. Maximum kroonlijsthoogte : 3,00 m. waarna de hoogte kan toenemen onder een hoek van maximaal 45. Maximum nokhoogte: 5,00 m. Dakvolume : hellende daken of platte daken. Materiaalbepalingen: zie ook algemene bepalingen goede ruimtelijke ordening: rekening houden met bezonning, materiaalgebruik,.... Omheiningen De omheiningen op de zonegrens dienen een open en/of groen karakter te hebben. Zij zijn dan ook beperkt tot volgende omheiningstypes: - Hagen van meidoorn, sleedoorn, haagbeuk of liguster 6 V l e t e r e n R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a t s j u n i w v i

7 Zone 4 Landschappellijke inkleding 1. Bestemmingsomschrijving Het betreft een groenzone palend aan het agrarisch gebied en de woonzone 2. Bestemmingsvoorschriften Groenzone 3. Inrichtingsvoorschriften De bestemmingszone valt onder de categorie gemeenschaps- & nutsvoorzieningen conform het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Deze zone is bedoeld om afstand te houden tussen de bebouwing en de begraafplaats en anderzijds een landschappelijke aanvaarbare overgang te vormen naar het landschap. Deze zone kan een meerwaarde geven in gebruik en inrichting van de parkbegraafplaats door het voorzien van wandelpaden en parkmeubilair. (zitbanken, tafels, vuilnisbakken,...) Groenaanleg onder de vorm van graspartijen, laagen hoogstammige beplanting. Verhardingen in functie van voetgangers en fietsverkeer en plaatsen van meubilair is toegelaten. Uit respect voor de privacy van de aanpalende bewoners moeten alle infrastructuren, wegenis, meubilair, op min m. van de plangrens verwijderd blijven Infrastructuurwerken i.f.v. berging van oppervlaktewater wordt toegelaten. Dit moet op een landschappelijk aanvaardbare manier gebeuren. Overdrukzone Bouwvrij agrarisch gebied 1. Bestemmingsomschrijving: bouwvrij agrarisch gebied (gele arcering) Dit plangebied ligt in een vogelrichtlijngebied de inrichting moet een natuurlijke overgangszone vormen tussen de parkbegraafplaats en het open agrarisch gebied. 2. Bestemmingsvoorschriften: weiland en bomen Deze zone moet het zicht op het agrarisch gebied open houden en een landschappelijke overgang vormen van de parkbegraafplaats en het open landschap. 3. Inrichtingsvoorschriften : Deze zone bestaat uit weide met inheemse bomen. w v i j u n i R U P C e n t r a l e b e g r a a f p l a a n t s V l e t e r e n 7