Stedenbouwkundige. voorschriften

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Stedenbouwkundige. voorschriften"

Tania de Ridder
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Stedenbouwkundige voorschriften

2 Algemene voorschriften VERORDENEND Gebouwen en constructies voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut kunnen in het volledige plangebied voorzien worden mits ze qua volume en voorkomen geen abnormale hinder en/of risico betekenen voor de omgeving. Teneinde de riolering niet te belasten met regenwater dienen de nodige maatregelen getroffen te worden, voor de bebouwing en de verharding om de afvoer van regenwater maximaal te laten afvoeren hetzij in bufferzones of groenzones, hetzij naar een bufferbekken binnen de bebouwbare of te verharde zones voor vertraagde afvoer, hetzij maximaal te laten infiltreren in de bodem op eigen terrein, dit laatste enkel op voorwaarde dat het regenwater door het bedrijf of activiteiten op geen enkele manier wordt vervuild. Maximaal herbruik is prioritair. Waterafvoer mag geen overlast bezorgen op naastliggende percelen. De nodige maatregelen dienen op eigen terrein te worden voorzien. Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen die regelmatig vergund zijn kunnen qua plaats, bezetting, gabariet e.d. gehandhaafd blijven in hun huidige toestand. Bij grondige en ingrijpende verbouwingen, vervangings- of nieuwbouw dienen de voorschriften van onderhavig RUP nageleefd te worden. Onder grondige en ingrijpende verbouwingen wordt verstaan ingrepen die de dragende structuren van de gebouwen of de bouwhoogte wijzigt. Van de afstand tot de aanpalende percelen kan enkel afgeweken worden bij behoud van minimum 50% van het bestaande gebouw waarbij de muur op de gemeenschappelijke grens wordt behouden. 2 RUP Injextru februari 14 wvi

3 Zone 1: zone voor bedrijfsactiviteiten, grootschalige handel en kantoren VERORDENEND 1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid (Besluit van de VL.R. 11/04/ 08) In hoofdbestemming is deze zone bestemd voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten, handelsactiviteiten met een brutovloersoppervlakte van minimum 1000m² en kantoren. Industriële en belastende activiteiten worden geweerd. De brutovloeroppervlakte dient minimaal 1000m² te zijn en kan dus bijgevolg niet opgedeeld worden in kleine units. Bruto Vloeroppervlakte (BVO): het geheel van stedenbouwkundig vergunde delen van het gebouw of gebouwencomplex al dan niet in meerdere bouwlagen, inclusief daaraan fysiek aansluitende en/of bouwtechnisch aansluitende constructies, met uitzondering van de delen van de verharding die tijdens openingsuren publiek toegankelijk zijn en bedoeld voor parkeren.(omzendbrief Grootschalige detailhandel RO 2011/01) Binnen de zone dienen de nodige parkeerplaatsen voorzien te worden voor de ingeplante functies. Voor handelsactiviteiten min. 5 parkeerplaatsen per 100m² brutovloeroppervlakte Voor kantoorfuncties: min. 2.5 parkeerplaatsen per 100m² brutovloeroppervlakte Voor bedrijvenactiviteiten dient min. 1 parkeerplaats per 250m² brutovloeroppervlakte, met een minimum van 4 parkeerplaatsen per bedrijf. Per gevestigd bedrijf kan max. 1 bedrijfswoning van maximaal 180m² voorzien worden, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw op verdiep. In het bedrijfsgebouw kan een woongelegenheid voorzien worden van max. 180m² vloeroppervlakte in functie van congiërge, eigenaar of uitbater. 2. Bouwvoorschriften 2.1. Inplanting van de gebouwen Afstand tot de ringlaan: min. 8m Afstand tot de F. D Hoopstraat: min. 8m Bij behoud van het gebouw opgenomen op de inventaris van bouwkundig erfgoed, vervalt deze afstandregel. wvi februari 14 RUP Injextru 3

4 VERORDENEND Afstand tot de Stoopmolenweg: min. 5m Afstand tot aanpalende private percelen: min. 6m Van de afstand tot de aanpalende percelen kan enkel afgeweken worden bij behoud van minimum 50% van het bestaande gebouw waarbij de muur op de gemeenschappelijke grens wordt behouden Bezetting Binnen de bouwzone, rekening houdend met de afstanden bepaald in punt 2.1, kan 100% bezetting voorzien worden Maximale bouwhoogte Ten opzichte van de Ringlaan kan een bouwhoogte van maximaal 9m kroonlijsthoogte voorzien worden plus een onderdakse bouwlaag bij hellend dak. Ten opzichte van de woningen langs de F. D hoopstraat dient de bouwhoogte afgebouwd te worden tot maximaal 6m kroonlijsthoogte plus een onderdakse bouwlaag bij hellend dak. Nokhoogte maximaal: 5m boven de kroonlijst. 9m kroonlijsthoogte komt overeen met ca. 2.5 à 3 bouwlagen, hierboven kan nog een hellend dak voorzien worden met een maximale helling van 45, zie punt m kroonlijsthoogte komt overeen met ca. 2 bouwlagen. Ook hier kan nog een hellend dak boven voorzien worden met een onderdakse bouwlaag. (zie punt 2.4) 2.4. Dakvorm Dakvorm is vrij. Bij hellende daken mag de dakhelling niet meer bedragen dan 45. Nokhoogte maximaal: 5m boven de kroonlijst Materialen Alle gevels en daken zijn uit te voeren in esthetisch verantwoorde materialen, verscheiden in kleur die aansluit en harmonieert met de omgeving. 4 RUP Injextru februari 14 wvi

5 VERORDENEND Tussen de bouwdelen dient een eenheid in de materiaalkeuze te bestaan. Deze materialen dienen zo gekozen te worden dat zijn voldoende akoestische isolatie vormen voor de functie die er gevestigd wordt. 3. Inrichtingsvoorschriften Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen de zone die de inrichting van het gebied ordent, dient ter informatie een globale inrichtingsstudie bijgevoegd worden. De inrichtingsstudie is enkel een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid dient om na te gaan of de vergunningsaanvraag voldoet aan de voorschriften van het RUP en de goede ruimtelijke ordening. Minimum volgende gegevens dienen hierbij vermeld te zijn, hetzij als bestaande toestand, hetzij als ontworpen toestand, zodat een duidelijke inschatting van de zone kan gemaakt worden: de toegang tot het bedrijf of handel via de F. D Hoopstraat de inplanting van de parkeerplaatsen een mobiliteitnota de stapelplaatsen in open lucht, laad- en losplaatsen groenvoorzieningen met gedetailleerd beplantingsplan materiaalkeuzes brandvoorzieningen voorzieningen publiciteit een mobiliteitsnota omvat minimaal het aantal vervoersbewegingen voor landen en lossen, bezoekers en personeel, het parkeren.) Lichtreclames, ten opzichte van woningzones zijn niet toegelaten Verhardingen Verhardingen mogen maximaal 90% van de onbebouwde ruimte uitmaken. Met milieutechnisch verantwoord wordt bedoeld dat er geen bezwaren zijn vanuit milieuwetgeving (VLAREM, MER, e.d.) waarbij niet-doorlatende materialen vereist zijn vb opslag van olie of gevaarlijke stoffen, bepaalde laad- en loszones, e.d. wvi februari 14 RUP Injextru 5

6 VERORDENEND Verhardingen dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen of afvloeien naar groenzones en onverharde ruimtes indien dit milieutechnisch verantwoord is. De zwarte pijl op plan is een indicatieve aanduiding van de toegangsweg en kan schuiven t.o.v. zijn as. Zolang het principe bewaard blijft dat enkel ter hoogte van de Felix D Hoopstraat toegang genomen wordt en niet via de Ringlaan of de Stoopmolenweg. De inrichting van de ontsluiting is vrij, dit kan een gecombineerde in- en uitrit zijn of een aparte inrit en uitrit, afhankelijk van de interne organisatie van de zone 3.2. Ontsluiting De ontsluiting van het terrein kan enkel gebeuren via de Felix D Hoopstraat, aangeduid met een indicatieve zwarte pijl op het bestemmingsplan Afsluitingen Iedere esthetisch verantwoorde afsluiting is toegelaten met een max. hoogte van 2.5m afsluiting, mits deze in het straatbeeld en de omgeving visueel niet storend is. Indien de wegbeheerder een afsluitingshoogte oplegt voor afsluitingen op de rooilijn, dient deze gerespecteerd te worden. In geval van sloop kan de gemeenschappelijke muur geheel of gedeeltelijk als afsluiting behouden blijven mits overleg met de aanpalende eigenaars en afwerking van de muur Groenvoorziening De niet bebouwde of verharde ruimte dient ingericht te worden als groenzone met gazon, hoogstambomen en streekeigen opgaande beplanting. Ten opzichte van de aanpalende woonpercelen dient minimaal een visueel gesloten beplantingsstrook van 1m breed en min. 2m hoog te worden voorzien in streekeigen beplanting. Zodoende de bedrijvigheid visueel af te schermen van de woningen. De beplanting wordt niet gespecificeerd en kan zowel een geschoren haag, een losse beplanting of een combinatie van onderbeplanting en leibomen zijn. Het dient wel te allen tijde een visueel gesloten scherm te vormen. 6 RUP Injextru februari 14 wvi

7 Bijlagen

Vergelijkbare documenten

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Gebouwen en constructies voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut kunnen in het volledige plangebied voorzien worden mits ze qua volume en voorkomen