UPDATE - businessplan BUSINESS class. - een eenvoudig ondernemingsplan (inclusief een marketingplan en een financieel plan) opstellen.

Transcriptie

1 1. Ondernemingsplan L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - een eenvoudig ondernemingsplan (inclusief een marketingplan en een financieel plan) opstellen. (LPD 4.1) Om een onderneming op te starten, is het nodig om een concreet plan voor ogen te hebben, een plan waarin de bedoeling van de ondernemer beschreven staat. In dat plan is ook plaats om de waarden en doelen van de onderneming te beschrijven. Want elke goede onderneming creëert waarde. Meer zelfs, elke goede onderneming zal er voor proberen te zorgen dat deze waarde behouden blijft. De toelichting van de waarden en de doelen gebeurt in het mission statement. Hieronder worden de mission statements van Colruyt en Apple weergegeven. bron: Jaarverslag Colruyt bron: O P D R A C H T Maak een mission statement voor het merk Pampers. 1

2 UPDATE - businessplan BUSINESS class Er moet niet enkel nagedacht worden over de missie van de onderneming. Het ondernemingsplan bevat meerdere gegevens die overzichtelijk in kaart gebracht kunnen worden via het Business Model Canvas van Osterwalder bron:

3 I.Value proposition (waarde propositie) In dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van de producten die waarde creëren voor een bepaald klantensegment. De waarde propositie is de reden dat de klanten voor jouw onderneming kiezen en niet voor die van een ander. Welke producten/diensten bied je je klanten aan? Welke problemen van de klant los je op en in welke behoeften voorzie je? Waarom denk je dat je project zal slagen? Waarom zou de klant je product/dienst aankopen en niet die van je concurrenten? Welke elementen maken je zaak en/of product uniek voor de klant? II.Customer Segments (klantsegmenten) De karakteristieken van de klant worden besproken. Op deze manier kunnen de klanten ook ingedeeld worden in verschillende segmenten, wat het makkelijker maakt om in te spelen op de behoeften van de klanten. Wie zijn je klanten? Welke klantengroepen wil je bedienen? Wat zijn de behoeften van de klanten? Bespreek hun aankoopgedrag. Wat kan hun aankoopgedrag beïnvloeden? Van waar zullen je klanten komen? Hoe zal je de tevredenheid van de klanten meten? III.Channels (kanalen) Dit onderdeel beschrijft de manier waarop een onderneming in contact komt met haar klanten. Dat betekent zoveel als de marketing- en distributiestrategie. Via welke kanalen bereiken je producten en diensten de klant? Hoe worden de klanten op de hoogte gehouden van je aanbod? Aan welke criteria moet je vestigingsplaats voldoen op vlak van bereikbaarheid, parkeermogelijkheden, toegankelijkheid, uitbreidingsmogelijkheden, zichtbaarheid, sfeer,? Onder welke naam ga je je activiteit uitoefenen? Heb je al een huisstijl (logo, slogan, inrichting, kleurgebruik)? Welk imago wil je uitstralen? IV.Customer relationships (klantrelaties) De klantsegmenten die eerder bepaald zijn, zijn nu opnieuw van belang. Elk klantsegment vraagt namelijk om een aangepaste aanpak. In dit onderdeel worden de relaties bepaald die een bedrijf aangaat met elk van haar klantsegmenten. Op welke manier onderhoud je een relatie met je verschillende klanten? Hoe zal je je bekendmaken bij je klanten (internet, social media, eigen website, flyers, advertenties, )? Hoe zal je de kwaliteit van je producten garanderen? 3

4 V.Key activities (kernprocessen) De kernprocessen zijn het geheel van activiteiten die een onderneming zal uitvoeren om de klanten te bereiken en om met de partners samen te werken. Geef een overzicht van de kernactiviteiten (productie, verkoop, marketing, ). Geef aan wie binnen de onderneming welke taak op zich neemt. Maak een planning van de werkweek (openingsuren, bestellingen, leveringen, onderhoud, administratie, ). VI.Key resources (kernmiddelen) Om de klant te dienen en tevreden te houden, zijn natuurlijk middelen nodig. Al deze middelen kunnen we categoriseren in het onderdeel van de kernmiddelen. Wat zijn je belangrijkste middelen (fysieke, intellectuele, menselijke, financiële, )? Zal je je product of dienst beschermen en op welke manier? Met hoeveel voorraad zal je starten, per productgroep? VII.Key partners (strategische partners) Een ondernemer kan zijn eigen zaak nooit alleen leiden. Hij zal steeds beroep moeten doen op partners om zijn succes te garanderen. Wie zijn de belangrijkste partners waarmee je samenwerkt? Welke samenwerkingsverbanden zijn essentieel voor uw aanbod? Welke diensten leveren zij? Welke partners zijn cruciaal om nog succesvoller te zijn? Met welke leveranciers zal je samenwerken en waarom (leveringstermijnen, service, imago, kwaliteit, )? VIII.Revenue streams (inkomstenstromen) In dit onderdeel wordt een overzicht gemaakt van alle verwachte inkomsten. Ook al is het financieel plan nog niet aan bod gekomen, het is meer dan nuttig om hier op dit ogenblik al eens over na te denken. Waar verdien je je geld mee? Welke inkomstenbronnen heb je? Hoe kan je aanvullende bronnen van inkomsten genereren? Detailleer de samenstelling van de omzet per product of productgroep. IX.Cost structure (kostenstructuur) Een onderneming kan niet enkel genieten van de inkomsten die ze genereert. Elke onderneming heeft kosten die nodig zijn om de vooropgestelde waarde te creëren. Wat zijn je belangrijkste vaste kosten (personeel, huisvesting, administratie, marketing, verplaatsing, financieel, )? Wat zijn je variabele kosten? 4

5 Het Business Model Canvas is een hulpmiddel om de ondernemersactiviteiten duidelijk weer te geven. De volgende stap is het opstellen van een uitgeschreven ondernemingsplan. Voor een leidraad voor het opstellen van een ondernemingsplan, ga naar Daar vind je een publicatie van het Agentschap Ondernemen. 2. Financieel plan L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - een eenvoudig ondernemingsplan (inclusief een marketingplan en een financieel plan) opstellen. (LPD 4.1) Attest bedrijfsbeheer Competentie 1 - DS30 -- Break-even punt: begrip Een startende ondernemer zal niet enkel zijn idee moeten neerschrijven en een marktonderzoek uitvoeren. Hij zal ook zijn ondernemingsplan cijfermatig moeten vertalen. Dit zal dan het financieel plan vormen. Net zoals het ondernemingsplan is het financieel plan een toekomstbeeld van de onderneming, dat zo goed mogelijk ingeschat moet worden. Het financieel plan geeft een overzicht van wat de plannen zijn van de onderneming voor de toekomst. Meestal wordt een financieel plan opgesteld voor de eerste drie jaar. Een financieel plan toont de balans en de resultatenrekening voor de komende jaren. Maar dit kan nog uitgebreid worden met een investerings-, financierings- en liquiditeitsplan, alsook met een break-evenanalyse. Het financieel plan wordt met dezelfde bedoeling opgesteld dan een ondernemingsplan, nl. inzicht krijgen in de onderneming en zo vroeg mogelijk tekortkomingen opsporen en verbeteren. INVESTERINGSPLAN In het investeringsplan worden alle noodzakelijke investeringen opgesomd, samen met hun aankoopprijs en afschrijvingsritme. Voor het investeringsplan is het van groot belang dat de ondernemer duidelijk het verschil kan maken tussen een kost en een investering. 5

6 O P D R A C H T Beschrijf het verschil tussen een kost en een investering. Geef ook een voorbeeld. Antwoord: KOSTEN = uitgaven die te maken hebben met de beroepsactiviteit (bv. huur) INVESTERINGEN = uitgaven aan bedrijfsmiddelen met langere duur (bv. wagen) Kosten mogen meteen in de winstrekening worden opgenomen en dus van de opbrengsten worden afgetrokken. Investeringen hebben een langere levensduur, waardoor ze niet meteen van de opbrengsten mogen afgetrokken worden. Vandaar dat de ondernemer voor elke investering afschrijvingen zal moeten voorzien. Elk jaar zal een stuk van de investering in kosten genomen worden, zodat de investering over enkele jaren gespreid kan worden. Afhankelijk van de investering en de levensduur hiervan, zal het afschrijvingsritme variëren. Als een investering een levensduur heeft van 5 jaar, zal er elk jaar 1/5 (of 20%) van de aankoopprijs moeten afgeschreven worden. Bepaalde investeringen hebben een vastliggend afschrijvingsritme. gebouwen = 3% machines = 10% rollend materieel = 20% kantoormateriaal = 33% FINANCIERINGSPLAN Niet elke ondernemer heeft de mogelijkheid om zijn investeringen met eigen middelen te financieren. Daarom zullen de meeste ondernemers een financiële instellingen moeten aanspreken om de financieringsmogelijkheden te overlopen. Alle financieringsmiddelen die een ondernemer van plan is om te gebruiken, moet hij vermelden in zijn financieringsplan. Dit wil zeggen dat hij eveneens de financiering met zijn eigen middelen moet opnemen in de plan. Het totaal op het financieringsplan moet overeen komen met het totaal in het investeringsplan. Klopt dit niet, dan zijn er enkele investeringen die je niet kan financieren, en moeten beide plannen herbekeken worden. 6

7 LIQUIDITEITSPLAN Een liquiditeitsplan is een planning van de verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende maanden. Een liquiditeitsplan wordt minstens per maand opgesteld, maar het is ook mogelijk om dit wekelijks en zelfs dagelijks op te stellen. Hiermee kan een goed inzicht verkregen worden in het geldverkeer van de onderneming. Door een liquiditeitsplan op te stellen wordt dikwijls een kasverschil vermeden. Voor de financiële instellingen is het meteen ook een bron van extra informatie over de terugbetalingsmogelijkheden van de ondernemer. BREAK-EVENANALYSE Wanneer een onderneming break-even draait, betekent dit dat zij winst, noch verlies maakt. De onderneming zorgt er voor dat ze net uit de kosten kan komen. De opbrengsten zijn dus even groot dan de kosten. De ondernemer zal meestal de break-evenhoeveelheid berekenen, zodat hij weet hoeveel stuks hij zal moeten verkopen, wil hij uit de kosten komen. Maar hij kan ook de breakevenomzet berekenen die hij moet halen. O P D R A C H T Leid de formule, om de break-evenhoeveelheid te berekenen, af, vertrekkende van het feit dat de opbrengsten gelijk zijn aan de kosten. Antwoord: TOTALE OPBRENGSTEN = TOTALEN KOSTEN prijs x hoeveelheid = vaste kosten + variabele kosten p x q = FK + VK p x q = FK + (vk x q) vk = variabele kost per stuk (p x q) (vk x q) = FK (p vk) x q = FK q = FK / (p vk) B.E.P. = FK / (p vk) 7

8 Bereken het break-evenpunt (B.E.P.), als je volgende gegevens krijgt. Elektriciteitskosten = 4.500,00 Grondstoffen = 50,00 per stuk Huur productieruimte = ,00 Kwaliteitscontrole = 25,00 per stuk Loon arbeiders = ,00 Verkoopprijs = 179,00 Antwoord: B.E.P. = FK / (p vk) B.E.P. = ( ) / [179 ( )] B.E.P. = / 104 B.E.P. = 668,2693 B.E.P. = 669 stuks De break-evenanalyse kan ook grafisch worden voorgesteld. Dit geeft meteen ook een duidelijk inzicht op de hoeveelheid die moet geproduceerd worden. 8

9 3. SWOT-analyse L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - de zwakke en sterke punten uit een marketingplan en een financieel plan afleiden; - de kansen en opportuniteiten uit een marketingplan en een financieel plan afleiden. (LPD 4.2) Elk project of idee dat wordt uitgewerkt, zal te maken krijgen met mogelijkheden en bedreigingen. In de jaren 60 werd een onderzoek opgestart, waaruit het SWOT-model is ontstaan. De SWOT-analyse onderzoekt de sterktes (strengths), zwaktes (weaknesses), kansen (opportunities) en bedreigingen (threats) van een bepaald onderwerp. In dit geval wordt een onderneming onderzocht. De sterktes en de zwaktes zijn eigenschappen van de onderneming in het heden, die eigen zijn aan de onderneming. De sterktes en zwaktes kan de ondernemer wijzigen, afhankelijk van zijn eigen capaciteiten en vaardigheden. De kansen en bedreigingen zijn positieve en negatieve kenmerken in de toekomst. Hier kan de ondernemer zelf niets aan doen. Het zijn marktontwikkelingen, evoluties die zich extern aan het bedrijf voordoen. De ondernemer kan enkel deze kansen en bedreigingen zo goed mogelijk inschatten en op voorhand al een plan opstellen om hier tijdig op in te spelen. 9

10 4. Zelf aan de slag! 10