Jaarrapportage Veiligheid 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarrapportage Veiligheid 2004"

Transcriptie

1 Jaarrapportage Veiligheid 2004

2

3 Jaarrapportage Veiligheid 2004

4 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding De Jaarrapportage Veiligheid en het Veiligheidsprogramma De indicatoren van het Veiligheidsprogramma Informatiebronnen Leeswijzer 16 2 Criminaliteit burgers Inleiding Geweldscriminaliteit onder burgers Geweldscriminaliteit naar grootte van gemeenten Ontwikkeling geweldscriminaliteit op basis van slachtoffergegevens Ontwikkeling geweldscriminaliteit volgens geregistreerde politiecijfers Vermogenscriminaliteit onder burgers Vermogenscriminaliteit naar grootte van gemeenten Ontwikkeling vermogenscriminaliteit op basis van slachtoffergegevens Ontwikkeling vermogenscriminaliteit volgens geregistreerde politiecijfers Ernstige overlast en (fysieke) verloedering Schaalscores ernstige overlast en (fysieke) verloedering Ontwikkeling ernstige overlast Ernstige overlast uitgesplitst naar grootte van gemeenten Ontwikkeling fysieke verloedering Fysieke verloedering uitgesplitst naar grootte van gemeenten 33 4 Onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsgevoelens naar grootte van gemeente 37

5 5 Criminaliteit bedrijven Inleiding Winkeldiefstallen uit winkels en magazijnen, van en uit bedrijfsauto s en transportmiddelen Aantal vestigingen dat slachtoffer is van diefstal Kenmerken van detailhandelbedrijven waar diefstal heeft plaatsgevonden 44 6 Veiligheid in 50 probleemwijken Meetwijken veiligheid: 50 probleemwijken in de g De wijkselectie en overzicht van 50 probleemwijken Ontwikkeling van de veiligheid in de 50 probleemwijken: nul- en éénmeting 53 Bijlage: Stedelijke variatiecoëfficiënten voor steden met zowel een nul- als éénmeting 56 Noten 58

6 4

7 Samenvatting De Jaarrapportage Veiligheid geeft op hoofdlijnen de stand van zaken van de sociale veiligheid in Nederland. De nadruk ligt op die vormen van onveiligheid die het kabinet met het Veiligheidsprogramma wil aanpakken. Met andere woorden: de Jaarrapportage Veiligheid gaat verder in op de ontwikkelingen inzake de outcome die in de voortgangsrapportage van het Veiligheidsprogramma zijn beschreven. We zijn nu twee jaar bezig met de uitvoering van het Veiligheidsprogramma. In deze periode is veel tot stand gebracht. In deze samenvatting staan kort de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van criminaliteit en overlast. Het perspectief van het Veiligheidsprogramma is gericht op de korte termijn (2002, 2003, 2004); de Jaarrapportage Veiligheid is vooral gericht op de lange termijn ontwikkelingen ( ). Geweldscriminaliteit onder burgers Uit slachtofferenquêtes van het cbs blijkt dat burgers in 2003 te maken hebben gehad met geweldsdelicten. Dit komt overeen met 8,4 geweldsdelicten per 100 inwoners van 15 jaar en ouder. Meer dan de helft hiervan zijn bedreigingen ( ). Het aantal door burgers ondervonden mishandelingen en seksuele delicten is respectievelijk en Het aantal door de burgers ervaren geweldsdelicten schommelt door de jaren heen. De laatste jaren lijkt er sprake van een lichte stijging die vooral veroorzaakt wordt door een toename van het aantal bedreigingen. De afgelopen tien jaar ging het gemiddeld om ongeveer geweldsdelicten per jaar. Als we kijken naar de periode , heeft in 2002 het hoogste aantal geweldsdelicten plaatsgevonden. Het aantal aangiftes (de geregistreerde geweldscriminaliteit) is de afgelopen 10 jaar fors toegenomen. In 1993 waren het er circa , in 2003 is dat aantal opgelopen tot ruim Vooral het aantal geregistreerde mishandelingen is verdubbeld en het aantal bedreigingen zelfs verdriedubbeld. Vermogenscriminaliteit onder burgers In 2003 is het aantal door burgers ondervonden vermogensdelicten : 10,3 vermogensdelicten per 100 inwoners van 15 jaar en ouder. Het grootste deel hiervan zijn fietsendiefstallen ( ) en diefstallen van en uit een auto ( ). Door de afname van met name het aantal woninginbraken is het totale aantal vermogensdelicten vanaf 1995 gedaald en laat het aantal ondervonden vermogensdelicten een redelijk stabiel beeld zien. In 2002 was sprake van een tijdelijke stijging, maar in 2003 is het aantal vermogensdelicten weer afgenomen. Het aantal geregistreerde vermogensdelicten daalt tot 1996, maar vertoont na enkele 5

8 jaren van betrekkelijke stabiliteit (rond de delicten) sinds 1999 weer een stijgende trend tot In 2003 is sprake van een afname van het aantal geregistreerde vermogensdelicten. Ernstige overlast Onder ernstige overlast wordt verstaan: drugsoverlast, lastigvallen op straat, overlast van groepen jongeren, dronken mensen op straat. Op een schaal van nul (weinig overlast) tot tien (zeer veel overlast) scoort ernstige overlast 2,08 in De burgers die vinden dat verschillende vormen van overlast vaak voorkomen, signaleren de afgelopen 10 jaar vooral de overlast door groepen jongeren. Dit is volgens de Politiemonitor Bevolking de enige vorm van overlast die in de periode is toegenomen. Na overlast door jongeren volgen overlast door dronken mensen op straat en door drugs. Opmerkelijk is dat voor deze beide vormen van overlast min of meer sprake is van een gelijkblijvende tendens. Bij drugsoverlast is er zelfs vanaf 1997 (het eerste jaar dat het wordt gemeten) sprake van een daling. Fysieke verloedering Onder fysieke verloedering wordt verstaan: het bekladden van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair. Op een schaal van nul (weinig verloedering) tot tien (zeer veel verloedering) scoort fysieke verloedering 3,43 in Hondenpoep is de vorm van verloedering die door de meeste mensen wordt genoemd. Voor alle vormen van fysieke verloedering is er sprake van een afname vanaf Voor hondenpoep op straat is deze daling al in 1997 begonnen. Onveiligheidsgevoelens Ruim een kwart van de inwoners van Nederland (27%) voelt zich wel eens onveilig, terwijl 4 procent van de inwoners zich vaak onveilig voelt. Dit zijn de laagste percentages die ooit in de Politiemonitor Bevolking zijn gemeten. Er is een duidelijke relatie tussen de mate van verstedelijking van een gemeente en de gevoelens van onveiligheid. In de grootste gemeenten voelen inwoners zich in verhouding het meest onveilig. In de kleinste gemeenten voelt men zich in verhouding het minst onveilig. Uit het onderzoek komt naar voren dat mensen zich vooral onveilig voelen op locaties waar jongeren rondhangen. Verder worden uitgaansgelegenheden, het openbaar vervoer, maar ook de eigen buurt door meer dan 10 procent van alle burgers genoemd als een situatie waarin men zich onveilig voelt. 6

9 Diefstal in detailhandel Uit het onderzoek Diefstal detailhandel 2004 komt naar voren dat drie op de tien detailhandelsvestigingen dit jaar het slachtoffer is geweest van een of meer diefstallen. In absolute aantallen betreft het diefstallen, gepleegd bij van de in totaal vestigingen. In 99,2 % van de gevallen gaat het om diefstallen uit winkels en magazijnen ( ). De resterende 0,8 % zijn diefstallen uit en van transportmiddelen. Veiligheid in 50 probleemwijken Om tussentijds scherper te kunnen beoordelen of en in hoeverre het Veiligheidsprogramma werkt, is binnen de g30 een selectie gemaakt van 50 probleemwijken met een bijzondere veiligheidsproblematiek. In deze wijken, de zogenaamde meetwijken veiligheid, zal worden gemeten of de aanpak succesvol is geweest. Het is de bedoeling dat in deze wijken al in 2006 het landelijk beoogde resultaat van 20 tot 25 % reductie zichtbaar moet zijn. In deze Jaarrapportage Veiligheid worden de gekozen vijftig wijken gepresenteerd, net als de nul- én de éénmeting. De stedelijke enquêtes Leefbaarheid en Veiligheid worden in het algemeen eenmaal per twee jaar gehouden, waarbij de ene helft van de steden de enquête in de even en de andere helft in de oneven jaren houdt. Dit betekent dat de nulmeting betrekking heeft op de periode 2001/2002/2003 en voor alle 50 meetwijken beschikbaar is. De éénmeting heeft betrekking op de periode 2003/2004 en is voor 20 meetwijken beschikbaar: 58% van het totale aantal inwoners van de 50 meetwijken. Het beeld dat uit de éénmeting voor deze elf steden oprijst is grotendeels positief. Het gemiddelde percentage inwoners dat slachtoffer is geworden van geweld in de periode tussen de nulmeting en de éénmeting is gedaald van 8,8% naar 7,2%. Het gemiddelde percentage slachtoffers van vermogenscriminaliteit is gedaald van 22,7% naar 20,8% en ook het gevoel van onveiligheid daalde van 39,2% naar 35,7%. Overlast en verloedering blijven ongeveer gelijk. In deze elf steden is bovendien vrijwel geen sprake van verplaatsing van de problemen naar andere wijken in dezelfde stad. Onderscheid naar gemeentegrootte De mate waarin gewelds- en vermogensdelicten, ernstige overlast, fysieke verloedering en onveiligheidsgevoelens voorkomen, stijgt met de grootte van de gemeente. Opvallend is echter wel dat binnen de clusters van gemeenten van en van inwoners er in 2003 ten opzichte van 2002 sprake is van een daling van zowel gewelds- als vermogensdelicten. Tegelijkertijd is ook sprake van een stijging van het totale aantal geweldsdelicten binnen de kleinste gemeenten ( inwoners) en binnen de grootste gemeenten ( ). 7

10 Zoals deze delicten meer voorkomen naarmate de gemeentegrootte toeneemt, is er een soortgelijk verband tussen het aantal diefstallen bij de detailhandel en de meer of minder stedelijke locatie van de vestiging. 1 Ruim de helft van alle diefstallen vindt plaats in een sterk stedelijke (30 %) of zeer sterk stedelijke (28 %) omgeving. 20 % van de diefstallen vindt plaats in een matige stedelijke omgeving en voor de weinig en niet stedelijke omgeving zijn de percentages respectievelijk 16% en 6%. 8

11

12

13 Inleiding

14 1 Inleiding 1.1 De Jaarrapportage Veiligheid en het Veiligheidsprogramma De Jaarrapportage Veiligheid verschijnt voor de tweede maal. Over de voortgang van het Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving (TK, , , nrs 1 en 2), dat in oktober 2002 werd uitgebracht, wordt de Tweede Kamer twee keer per jaar, in mei en oktober, geïnformeerd. De Jaarrapportage Veiligheid verschijnt in dezelfde periode als deze voortgangsrapportage en is te beschouwen als een verdieping op het gebied van de outcome. Doel van het Veiligheidsprogramma is een verbetering van de objectieve en subjectieve veiligheid. Het Veiligheidsprogramma streeft wat betreft de objectieve veiligheid vanaf 2006 naar een reductie van 20-25% van criminaliteit en overlast. De doelstelling moet in gerealiseerd zijn. Om tussentijds scherper te kunnen beoordelen of en in hoeverre het Veiligheidsprogramma werkt, is binnen de G-30 een selectie gemaakt van 50 probleemwijken met een bijzondere veiligheidsproblematiek. In deze wijken zal worden gemeten of de aanpak succesvol is geweest. Het is de bedoeling dat in deze wijken al in 2006 het landelijk beoogde resultaat van 20 tot 25 % reductie zichtbaar moet zijn. De 50 wijken zijn dit jaar geselecteerd, met instemming van de betrokken gemeenten. In deze Jaarrapportage wordt verslag gedaan van de eerste resultaten van de ontwikkeling van de veiligheidssituatie bij een deel van deze 50 probleemwijken. 1.2 De indicatoren van het Veiligheidsprogramma Bij de uitwerking van de centrale doelstelling en het bepalen van adequate indicatoren zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de indicatoren moeten zo goed mogelijk kunnen laten zien of de gezamenlijke maatregelen in het Veiligheidsprogramma het gewenste effect hebben: het verminderen van de onveiligheidsgevoelens en van de criminaliteit en overlast in het publieke domein; de nadruk ligt op de onveiligheid die burgers en bedrijven het belangrijkste vonden; er moet zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande gegevensbronnen; er moet zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van landelijk dekkende, overal op dezelfde manier gemeten gegevens. 12

15 Bovengenoemde uitgangspunten hebben geleid tot de het kiezen van de volgende indicatoren en bronnen: Nr Indicator (bron) Meeteenheid Samenstelling indicator 1 Slachtofferschap van gewelds- Aantal geweldsdelicten onder Mishandeling delicten burgers (pols/cbs) inwoners van 15 jaar en ouder Bedreiging Seksuele delicten 2 Slachtofferschap van Aantal vermogensdelicten Inbraak vermogensdelicten burgers onder inwoners van 15 jaar en Fietsendiefstal (pols/cbs) ouder Diefstal uit en van auto Zakkenrollerij 3 Ernstige overlast (pmb) Schaalscore tussen Overlast van groepen jongeren 0 (weinig overlast) en Drugsoverlast 10 (zeer veel overlast) Dronken mensen op straat Lastiggevallen worden op straat 4 (Fysieke) verloedering (pmb) Schaalscore tussen Vernieling van straatmeubilair 0 (weinig verloedering) en Rommel op straat 10 (zeer veel verloedering) Hondenpoep op straat Bekladding van muren en/of gebouwen 5 Onveiligheidsgevoelens (pmb) Percentage van de bevolking Voelt zich wel eens onveilig 6 Slachtofferschap van diefstal Aantal delicten bij detailhandel Winkeldiefstal/diefstal uit detailhandel gebouw bij de detailhandel 7 Slachtofferschap van Aantal delicten bij bedrijven Mishandeling, bedreiging geweldsdelicten bedrijven en en instellingen e.d. tegen personeel van een instellingen vestiging van een bedrijf of instelling Tabel 1: Schematisch overzicht van de 7 indicatoren. 1.3 Informatiebronnen Het inzicht in slachtofferschap onder burgers van vermogenscriminaliteit en geweldscriminaliteit komt uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie (pols) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dit is een landelijk onderzoek waarbij maandelijks steekproefsgewijs aan de Nederlandse bevolking vragen worden gesteld over hun leefsituatie. Voor de Jaarrapportage Veiligheid worden alleen de gegevens over slachtofferschap van criminaliteit gebruikt. Deze cijfers hebben, tenzij anders vermeld, 13

16 betrekking op de bevolking van 15 jaar en ouder. Aan respondenten van het onderzoek is in januari-december 2003 onder meer gevraagd naar de delicten waarvan zij in de voorafgaande 12 maanden slachtoffer zijn geworden. De totale verslagperiode van de gerapporteerde delicten heeft daardoor betrekking op de periode januari december De Politiemonitor Bevolking (pmb) van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie is een periodiek, landelijk bevolkingsonderzoek naar criminaliteit en overlast, preventiegedrag van burgers en de kwaliteit van het optreden van de politie. Voor de Jaarrapportage Veiligheid wordt alleen gebruik gemaakt van de gegevens over overlast, (fysieke) verloedering en onveiligheidsgevoelens. De in de pmb-2004 gerapporteerde cijfers hebben betrekking op voorjaar 2003-voorjaar Het onderzoek Diefstal detailhandel 2004 is in het voorjaar van 2004 uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het geeft inzicht in de mate waarin de detailhandel in de 12 maanden voorafgaande aan het onderzoek slachtoffer is geweest van diefstal. Gevraagd is naar diefstal uit winkels en magazijnen en diefstal uit en van transportmiddelen. In deze veiligheidsrapportage worden de cijfers over diefstal uit winkels en magazijnen gepresenteerd. Ook vindt er een nadere analyse plaats van de verschillen in branche, in omvang van de vestigingen, in locatie van de vestigingen en in de mate van stedelijkheid. In opdracht van het ministerie van bzk is onderzoek verricht naar de 50 probleemwijken in de g30 die in de Jaarrapportage Veiligheid voor het Veiligheidsprogramma zijn opgenomen. Hiertoe is allereerst een voorstel gedaan voor een selectie van deze probleemwijken. Deze selectie is vervolgens bilateraal met de steden afgestemd. Dit heeft geleid tot een definitief overzicht van 50 probleemwijken waar de veiligheid gemeten zal worden. Op grond van de definitieve wijkselectie is vervolgens in de 50 probleemwijken een nulmeting verricht. In deze nulmeting zijn de afzonderlijke indicatoren opgenomen én een totale veiligheidsscore, op basis van gemiddelde afwijkingen van het stedelijk gemiddelde. De basisgegevens voor deze berekeningen zijn afkomstig uit de gemeentelijke bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid & Veiligheid, die over het algemeen in iedere stad eenmaal in de twee jaar worden gehouden. Beperkingen De onderzoeken waarvan de Jaarrapportage Veiligheid gebruikt maakt, zijn autonoom of in opdracht van verschillende ministeries door verschillende opdrachtnemers op 14

17 verschillende momenten uitgevoerd. De onderzoeken beslaan daarom niet allemaal exact dezelfde tijdsperiode. Jaarrapportage Veiligheid is een groeimodel. Nieuw ten opzichte van het vorig jaar zijn de cijfers over diefstal detailhandel en de 50 probleemwijken. In de jaren 2005 en verder zullen ook nadere verdiepingen plaatsvinden, zoals een verbijzondering naar cijfers op (politie)regionaal niveau. In de toekomst zal ook een verdieping van de problematiek van subjectieve onveiligheid worden opgenomen. De cijfers van het pols, de pmb en diefstal detailhandel zijn gebaseerd op steekproefonderzoeken. Daarbij wordt gewerkt met betrouwbaarheidsmarges. Dat houdt in dat gevonden resultaten in werkelijkheid hoger of lager kunnen uitvallen (binnen de aangegeven marges) en dat geconstateerde verschillen daardoor niet altijd statistisch significant zijn. Bij de interpretatie van de gegevens dient hiermee rekening te worden gehouden. In het kader van deze Jaarrapportage hanteren wij op basis van het pols-onderzoek het aantal delicten (absoluut, of per 100 inwoners of in het percentage van de groep slachtoffers) waarvan de bevolking de voorgaande twaalf maanden slachtoffer is geworden. Het gaat dus niet om het aantal slachtoffers. De gegevens van slachtofferenquêtes en politiestatistieken zijn niet één op één vergelijkbaar. Dit heeft een aantal oorzaken. In de eerste plaats melden slachtoffers van delicten zich niet altijd bij de politie en komt een deel van de criminaliteit dus niet in de officiële registraties terecht. Ongeveer éénderde van alle delicten wordt gemeld bij de politie. In de tweede plaats kan een bepaald delict in een slachtofferenquête anders worden gekwalificeerd dan in de aangifte bij de politie. De politiestatistieken en de slachtofferenquêtes geven daardoor een verschillend beeld van de omvang van de criminaliteit. Over diefstal bij de detailhandel is in de Jaarrapportage Veiligheid niet eerder gerapporteerd. Wel was het oorspronkelijk de bedoeling voor deze rapportage cijfermateriaal te gebruiken uit de Monitor Bedrijven en Instellingen 2002 (mbi 2002). De mbi is in 2002 voor het eerst verschenen om periodiek een beeld te schetsen van trends in de criminaliteits- en veiligheidssituatie bij bedrijven en instellingen. Er was gekozen om dit onderzoek iedere twee jaar te herhalen. Met het oog op het monitoring van de effecten van het Veiligheidsprogramma is de onderzoeksopzet aangepast. Allereerst moeten de cijfers over slachtofferschap van criminaliteit bij het bedrijfsleven jaarlijks worden geleverd. Tevens zijn de eisen die 15

18 aan de nauwkeurigheid van de uitkomsten worden gesteld gegeven de doelstelling van het Veiligheidsprogramma aanmerkelijk verscherpt. De naam van het onderzoek is, gelet op de focus op het bedrijfsleven, gewijzigd in Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven (mcb). Het onderzoek volgens de nieuwe opzet zal in het najaar 2004 worden uitgevoerd. De uitkomsten worden in december verwacht, begin 2005 zal de rapportage aan de Tweede Kamer worden gestuurd. Vooruitlopend op de mcb is afzonderlijk onderzoek gedaan naar slachtofferschap van diefstal bij de detailhandel, opdat in oktober 2004 hierover kon worden gerapporteerd in de vierde voortgangsrapportage van het Veiligheidsprogramma. Daarbij is dezelfde onderzoeksopzet gehanteerd als in de mcb. De andere opzet van het onderzoek diefstal detailhandel 2004 ten opzichte van de mbi 2002 maakt dat de uitkomsten van de beide onderzoeken wat betreft de absolute aantallen van delicten niet goed vergelijkbaar zijn. Het is uit methodologisch oogpunt dus niet verantwoord om op basis van de beide onderzoeken te concluderen dat het aantal winkeldiefstallen met 1 miljoen is toegenomen (mbi 2002; 1,9 miljoen, diefstal detailhandel 2004; 2,9 miljoen). De belangrijkste verschillen tussen de beide onderzoeken hebben betrekking op de aantallen respondenten in de detailhandel (723 in 2002, 3310 in 2004), de relatieve nauwkeurigheidsmarges en de wijze waarop wordt omgegaan met de meest extreme waarden uit de enquête. Maar ook de lengte van de vragenlijsten en het moment van afname waren verschillend en kunnen invloed hebben gehad op de uitkomsten. 1.4 Leeswijzer De Jaarrapportage Veiligheid geeft zicht op ontwikkelingen op het terrein van criminaliteit bij de burgers, criminaliteit bij bedrijven, door burgers ervaren overlast en (fysieke) verloedering, onveiligheidgevoelens en de ontwikkeling van veiligheid in 50 probleemwijken in Nederland. In aanvulling op het perspectief van de Voortgangsrapportage van het Veiligheidsprogramma, waarin de outcome gegevens van het lopende jaar worden gerelateerd aan die van de vorige jaren ( ), plaatst de Jaarrapportage Veiligheid deze indicatoren in een context. Daarmee wordt inzicht gegeven in specifieke delicten en trends van de indicatoren over de afgelopen 10 jaar ( ). De opbouw van elk hoofdstuk in de Jaarrapportage Veiligheid is als volgt. De meeste hoofdstukken beginnen met de meest recente waardes (tevens nulmetingindicator), daarna is er een uitsplitsing naar soort delict en vervolgens een uitsplitsing naar gemeentegrootte. Verder wordt in de hoofdstukken 2, 3 en 4 telkens de trend van de afgelopen tien jaar weergegeven. Ten slotte vindt waar mogelijk een vergelijking plaats met de geregistreerde criminaliteit. 16

19 Hoofdstuk 2 gaat over het slachtofferschap van gewelds- en vermogensdelicten van burgers. In hoofdstuk 3 staan (fysieke) verloedering en ernstige overlast centraal. Hoofdstuk 4 bespreekt de onveiligheidsgevoelens van de burger. Hoofdstuk 5 gaat in op het aantal winkeldiefstallen bij de detailhandel. Hoofdstuk 6 geeft zicht op de veiligheid in 50 geselecteerde probleemwijken in de g30. 17

20 Criminaliteit burgers

21

22 2 Criminaliteit burgers 2.1 Inleiding In het Veiligheidsprogramma wordt de objectieve veiligheidssituatie onder meer in beeld gebracht door de volgende twee indicatoren: 1. Slachtofferschap geweldscriminaliteit van burgers (vanaf paragraaf 2.1.1): het aantal keren dat burgers slachtoffer worden van mishandeling, bedreiging of een seksueel delict. 2. Slachtofferschap vermogenscriminaliteit van burgers (vanaf paragraaf 2.2): het aantal keren dat burgers slachtoffer worden van een woninginbraak, diefstal van en uit een auto, zakkenrollerij of een fietsendiefstal Geweldscriminaliteit onder burgers De twee tabellen hieronder geven inzicht in het aantal ondervonden geweldsdelicten, uitgesplitst naar de verschillende vormen van geweldsdelicten. De tweede tabel laat het aantal delicten per 100 inwoners zien. Absoluut: totale aantal geweldsdelicten (x 1.000) Seksuele delicten Mishandeling Bedreiging Totale aantal geweldsdelicten Tabel 2: In Nederland ondervonden totale aantal geweldsdelicten x 1.000, 2002 en Bron: CBS, 2004 Het aantal geweldsdelicten dat burgers hebben ondervonden in 2003 is In vergelijking met 2002 is dit vrijwel gelijk gebleven. Wel is het aantal seksuele delicten afgenomen. Relatief: per 100 inwoners van 15 jaar en ouder Seksuele delicten 1,6 1,2 Mishandeling 1,9 2,1 Bedreiging 4,8 5,0 Totale aantal geweldsdelicten 8,4 8,4 Tabel 3: In Nederland ondervonden geweldsdelicten per 100 inwoners, 2002 en Bron: CBS,

23 Ook het totale aantal geweldsdelicten per 100 inwoners is gelijk gebleven, namelijk 8,4. Voor de verschillende vormen van geweldsdelicten per 100 inwoners geldt eveneens dat er in vergelijking met 2002 weinig verschillen zijn, met uitzondering van de seksuele delicten. Vonden er in 2002 per 100 inwoners 1, 6 seksuele delicten plaats, in 2003 zijn dat 1, 2 delicten. Voor mishandeling is dit aantal ongeveer gelijk gebleven. In 2002 en 2003 vonden ongeveer twee mishandelingen per 100 inwoners plaats. De relatief lichtste vorm van geweldsdelicten, namelijk bedreigingen, komen het meeste voor. Het aantal bedreigingen lag in 2002 en 2003 rond de 5 per 100 inwoners Geweldscriminaliteit naar grootte van gemeenten In tabel 4 is geweldscriminaliteit inclusief de verschillende vormen afgezet tegen de grootte van gemeenten. I II III IV V Seksuele delicten 0.6 0, , , , ,5 Mishandeling 1.0 2, , , , ,6 Bedreiging 2.9 3, , , , ,9 Totale aantal 4.6 6, , , , ,9 geweldsdelicten Legende: gemeentenklasse I inwoners II inwoners III inwoners IV inwoners V inwoners Tabel 4: In Nederland ondervonden geweldsdelicten 2002 en 2003, naar gemeentegrootte (per 100 inwoners van 15 jaar en ouder). Bron: CBS, 2004 In het algemeen geldt dat naarmate het aantal inwoners in een gemeente toeneemt, ook de criminaliteit en overlast toenemen. Dit beeld is duidelijk te zien in bovenstaande tabel. Als gekeken wordt naar het totale aantal geweldsdelicten, dan vinden er 6,6 delicten per 100 inwoners plaats in de gemeenten met het kleinste aantal inwoners, tegen 12,9 delicten per 100 inwoners in de grootste gemeenten. Opvallend is het lage aandeel geweldsdelicten 8,3 per 100 inwoners in de op één na grootste gemeenten ( tot inwoners). 21

24 Wat betreft de verschillende vormen van de geweldsdelicten, valt op dat het aantal mishandelingen per 100 inwoners ongeveer gelijk is voor gemeenten in alle klassen, namelijk rond de 2-2,5. Daarnaast valt op dat het aantal seksuele delicten en het aantal bedreigingen in de op één na grootste gemeenten ( inwoners) relatief laag is (resp. 0,9 en 4,9). Verder is er gekeken naar de ontwikkeling van het totale aantal geweldsdelicten per 100 inwoners in 2003 ten opzichte van 2002 in de verschillende gemeente klassen ,9 10,5 10,9 11,6 9,2 8,3 7,5 6,6 6,9 4, Geweldsdelicten 2002 Geweldsdelicten 2003 Figuur 1: Totale aantal ondervonden geweldsdelicten per 100 inwoners afgezet tegen de grootte van gemeenten, 2002 en Bron CBS, 2004 Uit figuur 1 is af te lezen dat er in 2003 ten opzichte van 2002 enkele verschuivingen hebben plaatsgevonden binnen de gemeentegroepen. De opvallendste verschuiving vindt plaats in de kleinste gemeenten ( inwoners). Daar is het aantal geweldsdelicten per 100 inwoners toegenomen: van 4,6 naar 6,6 delicten per 100 inwoners. Dit wordt vooral veroorzaakt door een toename van het aantal mishandelingen (1,0 per 100 inwoners in 2002). Daarnaast valt op dat in de gemeenten van inwoners het totale aantal geweldsdelicten per 100 inwoners is afgenomen, namelijk van 10,9 delicten in 2002 naar 8,3 delicten per 100 inwoners in De meeste geweldsdelicten vinden plaats in de grootste gemeenten. Binnen deze groep gemeenten is het aandeel geweldsdelicten (12 à 13 per 100 inwoners) vrijwel gelijk gebleven Ontwikkeling geweldscriminaliteit op basis van slachtoffergegevens In figuur 2 is te zien hoe het aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten zich in de afgelopen tien jaren heeft ontwikkeld. 22

25 Geweldsdelicten Bedreiging Mishandeling Seksuele delicten Figuur 2: Ontwikkeling geweldscriminaliteit op basis van slachtofferenquêtes, Bron CBS, 2004 In de afgelopen 10 jaar is te zien dat, afgezien van enkele fluctuaties, vanaf 1996 sprake is van een (licht) stijgende trend. Het totale aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten ligt in 2003 op 1,1 miljoen. De stijging wordt vooral veroorzaakt door bedreigingen Ontwikkeling geweldscriminaliteit volgens geregistreerde politiecijfers Er is een onderscheid te maken tussen de door het slachtoffer ondervonden delicten (figuur 2, het slachtofferschap) en de uiteindelijk opgemaakte processen-verbaal 3. Voor de geregistreerde politiecijfers is gerekend met de cbs-standaardclassificatie. De cbs-classificatie van geregistreerde geweldsdelicten omvat meer delicten namelijk het totaal van geweldsdelicten 4 dan waarover de slachtofferenquête bevraagt (alleen bedreiging, mishandeling en seksuele delicten). Aan de andere kant worden door slachtoffers ook lichtere vormen van geweld ondervonden, en kan hun interpretatie van geweldsdelicten verschillen van de strafrechtelijke definities. Dit betekent dat de afzonderlijke delicten bij elkaar opgeteld niet corresponderen met het totaalcijfer Geweldsdelicten Mishandeling Bedreiging Seksuele delicten Figuur 3: Ontwikkeling geweldscriminaliteit op basis van geregistreerde politiecijfers, Bron: CBS,

26 Het totale aantal geregistreerde geweldsdelicten is in de afgelopen 10 jaar bijna verdubbeld. De registratie van seksuele delicten blijft in een periode van 10 jaar ongeveer gelijk. De toename in geregistreerde geweldsdelicten zit primair in een verdubbeling van het aantal geregistreerde mishandelingen en een verdriedubbeling van het aantal geregistreerde bedreigingen. 2.2 Vermogenscriminaliteit onder burgers In tabel 5 is het aantal vermogensdelicten onder burgers weergegeven. In 2003 is het aantal vermogensdelicten dat burgers hebben ondervonden In vergelijking met 2002 is er sprake van een daling. Verder is te zien dat vrijwel alle afzonderlijke vermogensdelicten zijn afgenomen. Naar verhouding vindt de grootste daling plaats in de categorie woninginbraken. Absoluut: totale aantal vermogensdelicten (x 1.000) Woninginbraak Fietsendiefstal Diefstal van/uit auto Zakkenrollerij Totale aantal vermogensdelicten Tabel 5: In Nederland ondervonden totale aantal vermogensdelicten x 1.000, Bron: CBS, 2004 In 2003 komen er 10,3 vermogensdelicten per 100 inwoners voor, in 2002 ligt dit aantal nog op 11,5 per 100 inwoners. Het aantal fietsendiefstallen en zakkenrollerij blijft ongeveer gelijk. Het aantal woninginbraken en diefstallen van en uit auto daalt. Relatief: per 100 inwoners van 15 jaar en ouder Woninginbraak 1,0 0,7 Fietsendiefstal 5,7 5,5 Diefstal van/uit auto 3,1 2,6 Zakkenrollerij 1,8 1,7 Totale aantal vermogensdelicten 11,5 10,3 Tabel 6: In Nederland ondervonden vermogensdelicten 2003, naar gemeente grootte (per 100 inwoners van 15 jaar en ouder). Bron: CBS,

27 2.2.1 Vermogenscriminaliteit naar grootte van gemeenten In paragraaf is aangegeven dat in de grootste gemeenten van Nederland (naar inwonertal) de kans om slachtoffer te worden van een delict groter is dan in de kleinste gemeenten. Voor geweldsdelicten is deze kans tweemaal zo groot, voor vermogensdelicten is deze kans zelfs viermaal zo groot. In tabel 7 is te zien dat in de kleinste gemeenten 5,1 vermogensdelicten per 100 inwoners plaatsvinden, tegenover 19,6 per 100 burgers in de gemeenten. De kans om slachtoffer te worden van een woninginbraak of van zakkenrollerij is naar verhouding minder afhankelijk van de gemeentegrootte dan de kans op een fietsdiefstal. Er zijn relatief veel meer slachtoffers van fietsendiefstallen in de grootste gemeenten dan in de kleinere. I II III IV V Woninginbraak 0.5 0, , , , ,2 Fietsendiefstal 2.4 2, , , , ,0 Diefstal van/uit auto 2.5 1, , , , ,7 Zakkenrollerij 1.0 0, , , , ,9 Totale aantal 6.3 5, , , , ,6 vermogensdelicten Legende: gemeentenklasse I inwoners II inwoners III inwoners IV inwoners V inwoners Tabel 7: In Nederland ondervonden vermogensdelicten 2002 en 2003, naar gemeentegrootte (per 100 inwoners van 15 jaar en ouder). Bron: CBS, 2004 In onderstaande figuur (figuur 4) is een vergelijking gemaakt tussen het totale aantal vermogensdelicten per 100 inwoners in 2002 en Het is duidelijk dat de daling van het totale aantal vermogensdelicten per 100 inwoners vooral plaatsvond in de gemeenten met inwoners. In 2002 werden nog zo n 20 vermogensdelicten per 100 burgers geteld, in 2003 is dit aantal gedaald naar

28 ,7 19,6 16,9 14,7 11,2 9,7 8,0 7,7 6,3 5, Vermogensdelicten (excl. overig) 2002 Vermogensdelicten (excl. overig) 2003 Figuur 4: Vermogenscriminaliteit per 100 inwoners naar grootte van gemeenten, 2002 en Bron: CBS, Ontwikkeling vermogenscriminaliteit op basis van slachtoffergegevens Figuur 5 toont de ontwikkeling van het ondervonden totale aantal vermogensdelicten (exclusief overige diefstal) van de afgelopen tien jaar Vermogensdelicten Fietsdiefstal Diefstal van/uit auto Zakkenrollerij Inbraak Figuur 5: Ontwikkeling vermogenscriminaliteit (exclusief overige diefstal) op basis van slachtofferenquêtes, Bron: CBS, 2004 Over de afgelopen tien jaar is er sprake van een redelijk stabiel beeld. Voor de afzonderlijke delicten is het aantal diefstallen van/uit auto s toegenomen en het aantal inbraken licht gedaald. Fietsdiefstal en zakkenrollerij vertonen in een periode van tien jaar geen grote toe- of afnamen. Door de jaren heen bestaat circa de helft van het totale aantal vermogensdelicten uit fietsendiefstallen. 26

29 2.2.3 Ontwikkeling vermogenscriminaliteit volgens geregistreerde politiecijfers Figuur 6 geeft de geregistreerde vermogenscriminaliteit van de afgelopen tien jaar weer. De cbs-classificatie van geregistreerde vermogensdelicten omvat meer delicten 6 dan waarover de slachtofferenquête bevraagt (alleen woninginbraak, diefstal van/uit auto, zakkenrollerij en fietsendiefstal). Dit betekent dat de afzonderlijke delicten bij elkaar opgeteld niet corresponderen met het totale cijfer Vermogensdelicten Overige diefstal/ verduistering Fietsendiefstal Woninginbraak Diefstal uit/vanaf auto Zakkenrollerij Figuur 6: Ontwikkeling vermogenscriminaliteit op basis van geregistreerde politiecijfers, Bron: CBS 2004 Na een daling tot 1996 neemt het totale aantal geregistreerde vermogensdelicten licht toe, om in 2003 weer licht af te nemen. Dit wordt niet veroorzaakt door een afname in de registratie van het aantal woninginbraken (dit is namelijk wel het geval bij het aantal woninginbraken door slachtoffers ondervonden, zie vorige paragraaf): dit aantal blijft namelijk nagenoeg gelijk. De daling wordt veroorzaakt door een afname in de registratie van diefstal van en uit auto. Ook is sprake van een daling van het aantal geregistreerde fietsendiefstallen. 27

30

31 Ernstige overlast en (fysieke) verloedering

32 3 Ernstige overlast en (fysieke) verloedering 3.1 Schaalscores ernstige overlast en (fysieke) verloedering Volgens het Veiligheidsprogramma zijn ernstige overlast en (fysieke) verloedering van de woonbuurt, factoren die een negatieve bijdrage leveren aan de onveiligheidsgevoelens van burgers 7 en zijn als zodanig als outcome indicator benoemd. In de Politiemonitor Bevolking worden vier groepen buurtproblemen onderscheiden waarmee de probleemgevoeligheid van de woonbuurt in beeld wordt gebracht 8. Een deel van deze buurtproblemen komt terug in de factoren waarin inwoners ernstige overlast en fysieke verloedering in de buurt signaleren. Dit wordt uitgedrukt in een schaalscore tussen 0 en 10. Hoe hoger de schaalscore, hoe meer respondenten het gevoel hebben dat ernstige overlast voorkomt in de eigen woonbuurt. 9 Ernstige overlast is een optelsom van de volgende buurtproblemen: overlast van groepen jongeren; dronken mensen op straat; mensen die op straat worden lastiggevallen; drugsoverlast. Fysieke verloedering is een combinatie van: bekladding van muren en/of gebouwen; rommel op straat; hondenpoep op straat; vernieling van straatmeubilair. Voor ernstige overlast is de score in 2004 ten opzichte van 2003 ongeveer gelijk gebleven, respectievelijk namelijk op 2,08 en 2,07. In 2002 was de schaalscore (2,15) wel significant hoger dan in De verloedering van de fysieke woonomgeving wordt in 2004 in significant mindere mate dan in 2002 en 2003 ervaren als buurtprobleem. De schaalscore voor (fysieke) verloedering bedraagt in ,43. In 2003 bedroeg de schaalscore 3,48 en in 2002 was deze 3,59. 30

33 3.1.1 Ontwikkeling ernstige overlast In onderstaande figuur is te zien hoe ernstige overlast verdeeld is over de verschillende buurtproblemen sinds Dit is uitgedrukt in het percentage van de bevolking dat vindt dat deze buurtproblemen vaak voorkomen Overlast van groepen jongeren Dronken mensen op straat Drugsoverlast Vrouwen en mannen worden op straat lastiggevallen Figuur 7: Buurtproblemen: ernstige overlast. In procenten van de bevolking, percentage komt vaak voor. Landelijke ontwikkeling sinds 1995 per delictstype. Bron:Projectbureau Politiemonitor, 2004 Overlast door groepen jongeren (13%) is naar verhouding de meest gesignaleerde vorm van ernstige overlast in de woonbuurt, gevolgd door dronken mensen op straat (7%) en drugsoverlast (6%). Mensen die op straat worden lastiggevallen (3%) wordt minder genoemd. Vanaf 2002 is er een gunstige ontwikkeling te zien voor de buurtproblemen die vallen onder de noemer ernstige overlast. In zowel 2003 als in 2004 komen volgens burgers de verschillende vormen van ernstige overlast in de buurt net zo vaak voor. Ten opzichte van 2002 worden echter op drugsoverlast na alle onderscheiden vormen van ernstige overlast door een significant kleiner deel van de inwoners in de buurt waargenomen: zowel dronken mensen op straat (8% in 2002), overlast door groepen jongeren (14% in 2002) en mensen die op straat worden lastiggevallen (3% in 2002) worden in mindere mate waargenomen in de buurt Ernstige overlast uitgesplitst naar grootte van gemeenten In figuur 8 is in schaalscore (schaal van 0 tot 10, van weinig tot zeer veel overlast) weergegeven hoe ernstige overlast verdeeld is over clusters van gemeenten. 31

34 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2,6 2,6 2,1 2,1 2,2 2,2 1,8 1,9 1,9 1, Ernstige overlast 2003 Ernstige overlast 2004 Figuur 8: Ernstige overlast uitgesplitst naar gemeentegrootte, schaalscore, 2003 en (0 = geen ernstige overlast, 10 = veel ernstige overlast) Bron: Projectbureau, Politiemonitor, 2004 Uitgaande van een maximale score van 10 (zeer veel overlast) kunnen we voorzichtig stellen dat de Nederlandse bevolking niet veel met ernstige overlast kampt: de scores van 2003 en 2004 schommelen tussen de 1,8 en 2,6. De kleinste gemeenten ervaren de minste overlast, de grootste gemeenten de meeste, respectievelijk 1,9 en 2,6. Dit beeld stemt overeen met de hiervoor behandelde vormen van vermogens- en geweldscriminaliteit. Het ervaren van ernstige overlast in de eigen buurt hangt nadrukkelijk samen met de verstedelijking van de gemeenten. 3.2 Ontwikkeling fysieke verloedering In figuur 9 is te zien hoe fysieke verloedering is verdeeld over de verschillende buurtproblemen vanaf 1995, uitgedrukt in het percentage van de bevolking dat vindt dat deze buurtproblemen vaak voorkomen Hondenpoep op straat Rommel op straat Vernieling straatmeubilair Bekladding van muren en/of gebouwen Figuur 9: Buurtproblemen: fysieke verloedering. In procenten van de bevolking, percentage komt vaak voor. Landelijke ontwikkeling sinds 1995 per delictstype. Bron: Projectbureau Politiemonitor,

35 Bijna de helft van de Nederlanders (45%) noemt hondenpoep op straat een probleem dat vaak in de buurt voorkomt en ruim een kwart (29%) noemt in dat verband rommel op straat. Bijna éénvijfde van de burgers vindt vernieling van straatmeubilair (19%) een vaak voorkomend buurtprobleem en ruim ééntiende (11%) heeft deze mening over de bekladding van muren. Wat de fysieke verloedering betreft, valt op dat voor alle vormen sprake is van een afname vanaf Hondenpoep op straat is al sinds 1997 minder geworden Fysieke verloedering uitgesplitst naar grootte van gemeenten In figuur 10 is weergegeven in schaalscore hoe fysieke verloedering verdeeld is over clusters van gemeenten 2003 ten opzichte van ,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 4,2 4,0 3,6 3,6 3,7 3,6 3,3 3,1 3,1 3, Fysieke verloedering 2003 Fysieke verloedering 2004 Figuur 10: Fysieke verloedering uitgesplitst naar gemeentegrootte, 2003 en 2004, schaalscore (0 = geen verloedering, 10 = veel verloedering). Bron: Projectbureau Politiemonitor, 2004 De scores zijn nagenoeg gelijk gebleven in beide jaren. In de grootste gemeenten neemt de schaalscore licht af van 4, 2 naar 4. 33

36 Onveiligheidsgevoelens

37

38 4 Onveiligheidsgevoelens De voorgaande hoofdstukken gingen over de stand van zaken in de objectieve onveiligheid. Hierbij kwamen de feitelijk ondervonden criminaliteit bij burgers en bedrijven en de door burgers ervaren overlast en verloedering aan de orde. Onveiligheid kent echter ook een subjectieve kant. Het Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving 2002 gaat ook over het verbeteren van het veiligheidsgevoel van de Nederlandse burger. De Politiemonitor Bevolking brengt de beleving van onveiligheid in kaart. Aan burgers wordt gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt. Ook is aan degenen die zich wel eens onveilig voelen gevraagd of dat vaak, soms of (bijna) nooit is. In onderstaande figuur is het verloop te zien van het percentage inwoners dat zegt zich wel eens en vaak onveilig te voelen Wel eens onveilig Vaak onveilig Figuur 11: Onveiligheidsgevoelens, percentages voelt zich wel eens en vaak onveilig. Landelijke ontwikkeling sinds Bron: Projectbureau Politiemonitor, 2004 In 2004 voelde iets meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking (27%) zich wel eens onveilig. Voor de Politiemonitor is dit het meest positieve resultaat sinds de metingen in 1993 begonnen. De laatste twee jaar zijn de onveiligheidsgevoelens onder burgers elk jaar significant gedaald. In 2002 voelde 31 % van de bevolking zich wel eens onveilig en in 2003 gold dit voor 28 % van de bevolking. Vier procent van de bevolking voelde zich in 2004 vaak onveilig. 17 % voelde zich soms onveilig en 6% procent voelde zich zelden onveilig. Het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt is significant lager dan in 2003 (5%) en is bij de Politiemonitor Bevolking nog nooit zo laag geweest. 36

39 4.1 Onveiligheidsgevoelens naar grootte van gemeente ,0 38,9 31,2 30,1 31,2 30,9 19,7 19,9 19,7 19, % voelt zich wel eens onveilig 2003 % voelt zich wel eens onveilig 2004 Figuur 12: Onveiligheidsgevoelens uitgesplitst naar gemeentegrootte, percentage voelt zich wel eens onveilig, 2003 en Bron: Projectbureau, Politiemonitior, 2004 Ten opzichte van 2003 is er nagenoeg niets veranderd in de relatie tussen onveiligheidsgevoelens en de grootte van een gemeente. Met uitzondering van de grootste gemeenten: daar is het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt licht afgenomen. Onveilige locaties De Politiemonitor Bevolking bevat ook een aantal vragen over plekken waar mensen zich onveilig voelen. Eénvijfde van de inwoners voelt zich wel eens onveilig op plekken met rondhangende jongeren (21%) en 14% voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Verder voelt 14 % zich wel eens onveilig bij uitgaansgelegenheden. Ongeveer één op de tien inwoners voelt zich wel eens onveilig in winkelcentra (11%) en in het openbaar vervoer (10%). Zeven procent van de burgers voelt zich wel eens onveilig in de eigen woning. 37

40 38

41 Criminaliteit bedrijven 39

42 5 Criminaliteit bedrijven 5.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op criminaliteit waar het bedrijfsleven slachtoffer van is, in het bijzonder van winkeldiefstal. De meting (telefonische enquête) heeft plaatsgevonden in mei en juni Aan detaillisten is gevraagd of zij in de twaalf maanden daaraan voorafgaand te maken hebben gehad met één of meer vormen van diefstal. De cijfers hebben dus betrekking op de periode eerste kwartaal 2003-eerste kwartaal In het onderzoek zijn deze vormen van diefstal onderscheiden naar: 1. het wegnemen van verkoopartikelen en bedrijfsmiddelen uit winkels of magazijnen; 2. het wegnemen van verkoopartikelen en bedrijfsmiddelen uit bedrijfsauto s of transportmiddelen; 3. het stelen van bedrijfsauto s of transportmiddelen. Inbraak en overval horen hier niet bij. Het kan gaan om diefstal door het eigen personeel of door derden. De vestigingen kunnen worden verdeeld naar vestigingen die geen diefstal hebben gehad, incidenteel te maken hebben met diefstal (1-10 diefstallen per jaar), met enige regelmaat te maken hebben met diefstal ( per jaar) en veel te maken hebben met diefstal (meer dan 100 diefstallen per jaar). 5.2 Winkeldiefstallen uit winkels en magazijnen, van en uit bedrijfsauto s en transportmiddelen 30% van de detailhandelsvestigingen is het slachtoffer geweest van een of meer diefstallen. In absolute aantallen gaat het om diefstallen, gepleegd bij van de vestigingen Aantal diefstallen meer dan t/m t/m 10 4% 10% 15% 0 70% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 13: Verdeling van hoeveelheid diefstallen per jaar 40

43 Uit figuur 13 blijkt dat veruit de meeste vestigingen niet (70%) of nauwelijks (15%) getroffen worden door diefstal. Slechts een klein deel wordt regelmatig of veel getroffen. Onder de categorie meer dan 100 diefstallen bevinden zich ook enige vestigingen die zeggen dat ze te maken hebben gehad met heel veel diefstallen, oplopend tot per jaar. Het gemiddelde aantal diefstallen per getroffen vestiging in de afgelopen twaalf maanden bedraagt 60. Het totale aantal diefstallen uit winkels, van en uit transportmiddelen in de detailhandel komt hiermee op ruim 2,9 miljoen op jaarbasis. Verreweg het grootste deel (99,2%) van deze diefstallen betreft diefstal uit winkels/ magazijnen. Dit komt veel vaker voor dan diefstal uit of van transportmiddelen. Vestigingen die te maken hebben gehad met diefstal uit winkel/magazijn, zijn hier op jaarbasis gemiddeld 60 keer slachtoffer van. Het totale aantal diefstallen uit winkels en magazijnen bedraagt voor de hele sector bijna 2,9 miljoen op jaarbasis. Diefstal van transportmiddelen en uit transportmiddelen komt gemiddeld respectievelijk 2 en 5 keer voor bij degenen die hiermee te maken hebben gehad. Het totale aantal diefstallen in de sector detailhandel van transportmiddelen bedraagt per jaar en uit transportmiddelen per jaar. In tabel 8 staan de gevonden cijfers weergegeven. % vestigingen waar Gemiddelde frequentie Totaal geschat aantal diefstal voorkomt van diefstal per jaar diefstallen voor alle vestigingen per jaar Uit winkel of magazijn 29% Uit transportmiddelen 2% Van transportmiddelen 1% Totaal 30% Tabel 8: Gemiddelde frequentie en aantallen diefstal uit winkels/magazijnen, van transportmiddelen en uit transportmiddelen. Bron: Research voor Beleid, 2004 Branche Bij de aantallen diefstallen van en uit transportmiddelen zijn er weinig verschillen tussen de acht branches. Wel zijn er verschillen waar het gaat om diefstal uit winkels en magazijnen. Het aantal diefstallen uit winkels en magazijnen ligt in de branches supermarkten, kruideniers en delicatessen en drogist, parfumerie, juweliers en kleding veel hoger dan het gemiddelde aantal van 60. In de twee autobranches ligt het aantal diefstallen uit winkels veel lager dan dit gemiddelde. In tabel 9 staat een overzicht van het gemiddelde aantal diefstallen uit winkels en magazijnen van de acht branches. 41

44 Branche Gemiddeld aantal Schatting aantal winkeldiefstallen winkeldiefstallen per vestiging Auto Auto detail Autoreparatie Food Voeding en genotmiddelen (slagers, bakkers etc.) Supermarkt, kruideniers en delicatessen Drogist, parfumerie, juweliers en kleding Non Food IJzerwaren, doe het zelf, bouwmaterialen, woningtextiel, meubelen en huishoudelijke apparatuur Bloemen, planten, reparatie, pedicures, kappers Overige artikelen, apothekers, benzinestations Totaal Tabel 9: Gemiddeld en totale aantal diefstallen uit winkels of magazijnen (onder vestigingen die te maken hebben met diefstal), per branche. Bron: Research voor Beleid, Aantal vestigingen dat slachtoffer is van diefstal Er zijn grote verschillen tussen de acht branches binnen de detailhandelssector wat betreft het slachtofferschap van diefstal. Vestigingen uit de branche supermarkt, kruideniers en delicatessen (78%) en drogist, parfumerie, juweliers en kleding (59%) zijn vaker slachtoffer van diefstal. Vestigingen uit de branches bloemen, planten, reparatie, pedicures en kappers (16%) en autoreparatie (18%) zijn in mindere mate slachtoffer van diefstal. In tabel 10 staat een overzicht van de acht branches, inclusief de aantallen vestigingen per branche en het slachtofferschap in zowel percentages als in geschatte aantallen. 42

45 Branche Totaal aantal % vestigingen Schatting aantal vestigingen slachtoffer vestigingen diefstal slachtoffer Auto Auto detail % Autoreparatie % Food Voeding en genotmiddelen % (slagers, bakkers etc.) Supermarkt, kruideniers en delicatessen % Drogist, parfumerie, juweliers en kleding % Non Food IJzerwaren, doe het zelf, bouwmaterialen, % woningtextiel, meubelen en huishoudelijke apparatuur Bloemen, planten, reparatie, pedicures, % kappers Overige artikelen, apothekers, benzinestations % Totaal % Tabel 10: Aantal vestigingen dat slachtoffer is van diefstal, per branche. Bron: Research voor Beleid, 2004 Grootteklasse Er is een sterke samenhang tussen de grootte van de vestiging (uitgedrukt in aantal werkzame personen) en de mate waarin vestigingen slachtoffer zijn geworden van diefstal. Hoe groter de vestiging, hoe hoger het percentage dat slachtoffer is van diefstal. In totaal is zelfs 91% van alle vestigingen met 50 of meer medewerkers slachtoffer van diefstal. Op zichzelf is het logisch dat bij grotere vestigingen met gemiddeld veel meer verkoopartikelen en meer bedrijfsoppervlakte vaker diefstal voorkomt dan in kleinere, overzichtelijke vestigingen. Omdat de sector detailhandel een zeer scheve verdeling naar grootte kent, zijn in de grootteklasse 2 tot 4 medewerkers de meeste vestigingen te vinden die slachtoffer zijn van diefstal. De gegevens staan in tabel

46 Grootteklasse % vestigingen Schatting aantal slachtoffer diefstal vestigingen slachtoffer 50 of meer werkzame personen 91% tot 49 werkzame personen 67% tot 19 werkzame personen 54% tot 9 werkzame personen 44% tot 4 werkzame personen 30% werkzaam persoon 15% Totaal 30% Tabel 11: % en aantal vestigingen dat slachtoffer is van diefstal, naar grootteklasse. Bron: Research voor Beleid, Kenmerken van detailhandelbedrijven waar diefstal heeft plaatsgevonden Uit de voorgaande paragrafen is gebleken dat slachtofferschap in sterke mate samenhangt met de omvang van de vestiging en met de branche. Er zijn echter meer kenmerken die bepalend kunnen zijn voor de kans die een vestiging loopt om slachtoffer te worden van diefstal. In deze paragraaf wordt het slachtofferschap toegespitst op diefstal van verkoopgoederen en bedrijfsmiddelen uit winkels en magazijnen. Diefstal van of uit transportmiddelen blijft bij deze analyse buiten beschouwing. Achtereenvolgens komen de volgende kenmerken van getroffen vestigingen aan de orde: aard locatie (winkelcentrum, bedrijventerrein etc.) type bediening (zelfbediening, gedeeltelijk of helemaal niet) stedelijkheid (zeer stedelijk tot zeer licht stedelijk) Binnen de vestigingen die te maken hebben gehad met diefstal is verder nog gekeken bij welke kenmerken van getroffen vestigingen er naar verhouding veel diefstallen voorkomen. Aard locatie Van het totale aantal winkeldiefstallen vindt ruim tweederde plaats bij vestigingen in winkelcentra. Nu zijn weliswaar veel detaillisten in winkelcentra gevestigd (circa 40%), maar dat is geen sluitende verklaring. In vergelijking met andere locaties, is de kans om slachtoffer te worden van winkeldiefstal (43%) in winkelcentra het grootst. 44

47 Locatie % vestigingen dat gemiddeld totaal aantal % diefstallen slachtoffer is van aantal diefstallen diefstallen van het totaal diefstal uit winkels/ per getroffen in Nederland magazijnen vestiging Winkelcentrum 43% % Afzonderlijk bedrijfspand (niet in de buurt van andere winkels) 25% % Bedrijfs- of industrieterrein (incl. meubelboulevard) 23% % Winkelpand of bedrijf in/aan woonhuis 14% % Garage 15% % Totaal 29% % Tabel 12: Slachtofferschap, gemiddeld en totaal aantal diefstallen naar aard van de locatie. Bron: Research voor Beleid, 2004 Type bediening De kans om slachtoffer te worden van winkeldiefstal hangt sterk samen met de wijze waarop artikelen worden verkocht. Zelfbedieningszaken lopen een veel grotere kans om slachtoffer te worden dan vestigingen zonder zelfbediening. Het overgrote deel van de diefstal vindt plaats in zaken met volledige of gedeeltelijke zelfbediening. Type bediening % vestigingen dat gemiddeld totaal aantal % diefstallen slachtoffer is van aantal diefstallen diefstallen van het totaal diefstal uit winkels/ per getroffen in Nederland magazijnen vestiging (vrijwel) volledige zelfbediening 59% % Gedeeltelijke zelfbediening 45% % Geen zelfbediening 19% % Niet van toepassing/ geen winkel 8% % Totaal 29% % Tabel 13: Slachtofferschap, gemiddeld en totale aantal diefstallen naar type bediening. Bron: Research voor Beleid, 2004 Stedelijkheid vestigingsplaats Er bestaat een duidelijke relatie tussen de stedelijkheid van de vestigingsplaats van een detaillist en de kans op diefstal. Hoe stedelijker de vestigingsplaats, hoe hoger het percentage vestigingen dat de afgelopen 12 maanden slachtoffer was van diefstal. Een uitzondering hierop vormt het niet-stedelijke gebied. Hier ligt het slachtoffer- 45

48 percentage beduidend hoger dan gemiddeld. Uit tabel 14 blijkt verder dat in stedelijke gebieden het gemiddelde aantal diefstallen per getroffen vestiging hoger ligt dan elders, en dat meer dan de helft (58%) van het totale aantal diefstallen in Nederland plaatsvindt in (zeer) stedelijke gebieden. % vestigingen dat gemiddeld totaal aantal % diefstallen slachtoffer is van aantal diefstallen diefstallen van het totaal diefstal uit winkels/ per getroffen in Nederland magazijnen vestiging Zeer sterk stedelijk 31% % Sterk stedelijk 30% % Matig stedelijk 28% % Weinig stedelijk 23% % Niet stedelijk 34% % Totaal 29% % Tabel 14: Slachtofferschap, gemiddeld en totaal naar stedelijkheidsgraad. Bron: Research voor Beleid,

49

50 Veiligheid in 50 probleemwijken

51

Jaarrapportage Veiligheid 2005

Jaarrapportage Veiligheid 2005 Jaarrapportage Veiligheid 2005 Jaarrapportage Veiligheid 2005 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 10 1.1 De Jaarrapportage Veiligheid en het Veiligheidsprogramma 12 1.2 De indicatoren van het Veiligheidsprogramma

Nadere informatie

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID Situatie objectieve en subjectieve veiligheid burgers en Cijfers met betrekking tot Bron 2002 objectieve veiligheid burgers (landelijk) feitelijk ondervonden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage Politiemonitor Bevolking 2003 Landelijke rapportage Den Haag/Hilversum, november 2003 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zesde meting van het landelijk onderzoek Politiemonitor

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008 VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008 Colofon 1 e druk juli 2008 Uitgave van de Begeleidingscommissie Integrale Veiligheid en de Politie -Rijnmond, in opdracht van het naal

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 215 Deze publicatie is uitgegeven door Onderzoek en Statistiek Groningen februari 216 In dit rapport worden politiestatistieken en resultaten

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum Noord-Holland-Noord, Nederland Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum vergeleken met Politieregio Noord-Holland-Noord en Nederland Leefbaarheid

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM Veiligheidsmonitor 2011 Barometer voor lokale veiligheid Gemeente Veendam April 2012 Colofon Titel: Veiligheidsmonitor Groningen

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Geregistreerde criminaliteit

Geregistreerde criminaliteit 4 Geregistreerde criminaliteit A.Th.J. Eggen In dit hoofdstuk staat centraal de vraag naar de aard, de omvang en de ontwikkeling van de door de politie geregistreerde criminaliteit. De gegevens voor dit

Nadere informatie

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010 Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente 2010 Tilburg Dienst Beleidsontwikkeling Onderzoek & Informatie Juli 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inleiding... 7 Hoofdstuk 1 Buurt en buurtproblemen...

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel?

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel? Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel? Veiligheidsmonitor gemeenten Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel 2013 April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede

Nadere informatie

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Eén van de prioriteiten van de gemeente is het aanpakken van overlast, onder andere van verslaafde dak- en thuislozen. Het uiteindelijke

Nadere informatie

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN 2005-2015 OPZET EN UITVOERING Sinds 1999 voert de gemeente Ede elke twee jaar een onderzoek uit naar leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Tot en

Nadere informatie

Leefbaarheid en overlast in buurt

Leefbaarheid en overlast in buurt 2013 Leefbaarheid en overlast in buurt Gemeente (2013): Scherpenzeel vergeleken met Regionale eenheid Oost-Nederland Landelijke conclusies Leefbaarheid buurt Zeven op de tien Nederlanders vinden leefbaarheid

Nadere informatie

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL?

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL? Rapport HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL? Veiligheidsmonitor gemeente Bloemendaal Augustus 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/062

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Drie jaar Taskforce Overlast

Drie jaar Taskforce Overlast Drie jaar Taskforce Overlast Duidelijke afname van ervaren overlast Centrum en Sinds 2010 werkt de gemeente Dordrecht met de Taskforce Overlast in de openbare ruimte aan het terugdringen van de overlast

Nadere informatie

Hoe veilig is Katwijk?

Hoe veilig is Katwijk? Hoe veilig is Katwijk? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Katwijk Juni 2012 Hoe veilig is Katwijk? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Katwijk Juni 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN Veiligheidsmonitor 2011 Barometer voor lokale veiligheid Gemeente Haren April 2012 Colofon Titel: Veiligheidsmonitor Groningen 2011,

Nadere informatie

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE?

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE? Rapport HOE VEILIG IS HEEMSTEDE? Veiligheidsmonitor gemeente Heemstede Mei 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/74 Datum Mei

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 5 1. Leefbaarheid 6 1.1 Fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen 6 1.2 Kwaliteit sociale woonomgeving 7 1.3 Actief in woonomgeving

Nadere informatie

Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant

Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant 2008/2011 Grave het PON, kennis in uitvoering Tilburg, 30 augustus 2012 1. Algemeen Deze rapportage is automatisch gegenereerd. De Brabantse Integrale

Nadere informatie

Hoe veilig is Coevorden?

Hoe veilig is Coevorden? Hoe veilig is Coevorden? Veiligheidsmonitor gemeente Coevorden 2013 April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/- Datum April 2014 Opdrachtgever

Nadere informatie

...... +++++++++++ +++++++++++ +++++++++++ +++++++ Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Integrale Veiligheidsmonitor Geertruidenberg 2011 Uitkomsten van de enquête

Nadere informatie

HOE VEILIG IS TYNAARLO?

HOE VEILIG IS TYNAARLO? Rapport HOE VEILIG IS TYNAARLO? Veiligheidsmonitor gemeente Tynaarlo Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/ Datum Juni 2018

Nadere informatie

Veiligheidsbeleving 2016 Utrecht vergeleken

Veiligheidsbeleving 2016 Utrecht vergeleken Veiligheidsbeleving 2016 Utrecht vergeleken Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 0302861350

Nadere informatie

Veiligheidsbeleving 2013 Utrecht vergeleken

Veiligheidsbeleving 2013 Utrecht vergeleken Veiligheidsbeleving 2013 Utrecht vergeleken Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor 2013 1 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286

Nadere informatie

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM Veiligheidsmonitor 2011 Barometer voor lokale veiligheid Gemeente Bedum April 2012 Colofon Titel: Veiligheidsmonitor Groningen 2011,

Nadere informatie

Veiligheidsbeleving 2015 Utrecht vergeleken

Veiligheidsbeleving 2015 Utrecht vergeleken Veiligheidsbeleving 2015 Utrecht vergeleken Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286

Nadere informatie

Hoe veilig is Kapelle?

Hoe veilig is Kapelle? Hoe veilig is Kapelle? Veiligheidsmonitor gemeente Kapelle 2013 April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer - Datum April 2014 Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen GEMEENTE Veiligheidsmonitor OSS in Brabant Resultaten op in beeld Bijlage in grafieken en tabellen RESULTATEN IN BEELD Bijlage in grafieken en tabellen 2009/2011 Oss Resultaten in beeld Inleiding In de

Nadere informatie

...... +++++++++++ +++++++++++ +++++++++++ +++++++ Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Integrale Veiligheidsmonitor Drimmelen 2011 Uitkomsten van de enquête en

Nadere informatie

HOE VEILIG IS ELBURG?

HOE VEILIG IS ELBURG? Rapport HOE VEILIG IS ELBURG? Veiligheidsmonitor gemeente april 2015 www.ioresearch.nl Hoe veilig is? COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/ Datum april

Nadere informatie

Hoe veilig is Noordenveld?

Hoe veilig is Noordenveld? Hoe veilig is Noordenveld? Veiligheidsmonitor gemeente Noordenveld 2013 Juni 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/037 Datum Juni 2014 Opdrachtgever

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Boxmeer. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Boxmeer. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Boxmeer mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten het PON, kennis in uitvoering Tilburg, maart 2012 Colofon Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van

Nadere informatie

Hoe veilig is Waddinxveen?

Hoe veilig is Waddinxveen? Hoe veilig is Waddinxveen? Veiligheidsmonitor gemeente Waddinxveen 2013 Juni 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/- Datum Juni 2014 Opdrachtgever

Nadere informatie

Veiligheidstrends in Leiden

Veiligheidstrends in Leiden Veiligheidstrends in Leiden 25 214 Inleiding BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) maakt jaarlijks een uitgave Veiligheid in cijfers. Hierin worden de belangrijkste trends en cijfers weergegeven. De analyse

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten het PON, kennis in uitvoering Tilburg, april 2012 Colofon Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van gemeente

Nadere informatie

Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in de buurt 12345678 Leefbaarheid in de buurt Nu het oordeel van de Dordtenaren over hun woonkwaliteit, woonomgeving en de geboden voorzieningen in kaart is gebracht, zullen we in dit hoofdstuk gaan kijken hoe de

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2008 Hollands Midden

Veiligheidsmonitor 2008 Hollands Midden Veiligheidsmonitor 2008 juni 2009 een onderzoek in opdracht van de Veiligheidsregio Onderzoeker Projectleider Opdrachtgever Andrea van der Meide Liesbeth Wendrich Paul van Wensveen Jolanda Verdurmen Veiligheidsregio

Nadere informatie

Gemeenten + Wijken Index

Gemeenten + Wijken Index Gemeenten + Wijken Index '-' betekent minder dan 50 antwoorden 2012 2013 2014 2015 2016 Gemeente Leiden ( + = positief verschil; - = negatief verschil) verschil 2013-2016 verschil 2014-2016 verschil 2015-2016

Nadere informatie

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Integrale Veiligheidsmonitor Noord-Holland Noord 2011 April 2012 Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2012-1833

Nadere informatie

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave 6 SECONDANT #1 MAART 2013 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND SECONDANT #1 MAART 2013 7 De laatste jaren voelen burgers zich minder vaak

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

Hoe veilig is Nijkerk?

Hoe veilig is Nijkerk? Hoe veilig is Nijkerk? Veiligheidsmonitor gemeente Nijkerk 2013 Mei 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/016 Datum Mei 2014 Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008 Reageren o.en.s@haarlem.nl Concernstaf Afdeling Onderzoek en Statistiek, Grote Markt 2, 2011 RD Haarlem november 2009 Gemeente Haarlem, Onderzoek en Statistiek Veiligheidsmonitor Heemstede 2008 Hoe veilig

Nadere informatie

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* 346 Criminaliteit en rechtshandhaving 2010 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* VMR IVM** 2005*** 2006*** 2007*** 2008**** 2009****

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2013

Veiligheidsmonitor 2013 Veiligheidsmonitor 2013 Barometer voor lokale veiligheid Feiten bladen Bedum De Marne Eemsmond Haren Pekela Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Veiligheidsmonitor 2013 Deelnemende gemeenten Aantal respondenten

Nadere informatie