Verschuiving in fysiotherapie bij whiplash -patiënten: werkelijkheid of theorie?

Transcriptie

1 Verschuiving in fysiotherapie bij whiplash -patiënten: werkelijkheid of theorie? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Mary J.M. Oomen, MSc Edith O.G.C. Rietra, MSc Olaf C.M.W. van der Zanden, MSc KNGF Vrije Universiteit Brussel Praktijk voor Fysiotherapie en Manuele Therapie, Heeswijk-Dinther Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort UMC St Radboud WOK, Nijmegen

2 Inleiding verander(en)de inzichten chronisch whiplash -syndroom cognitieve factoren implicaties voor fysiotherapie behandelen begeleiden pilot study Heeswijk-Dinther KNGF

3 Doel van de lezing Fysiotherapie bij whiplash -patiënten is in theorie aan verandering onderhevig. Ook in de praktijk? Enig idee? Op basis van proces-evaluatie inzicht geven in het jaar van omslag van de conventionele behandeling naar de gedragsgeoriënteerde begeleiding van whiplash -patiënten door de fysiotherapeut. KNGF

4 Pilot study Praktijk voor Fysiotherapie en Manuele Therapie Heeswijk-Dinther Vraagstelling: Is een omslagpunt tussen aan te geven dat kenmerkend is voor de overgang van de conventionele behandeling naar de gedragsgeoriënteerde begeleiding? KNGF

5 Kenmerken van conventionele behandeling versus gedragsgeoriënteerde begeleiding meer verwijzingen van medischspecialisten versus huisartsen gedetailleerd versus oriënterend lichamelijk onderzoek pijngerichte versus tijdgerichte doelen pijn = versus beschadiging/schade KNGF

6 Kenmerken van conventionele behandeling versus gedragsgeoriënteerde begeleiding meer versus minder gericht op stoornissen dan op activiteiten en participatie minder versus meer gebruik van actieve verrichtingen en informeren geen versus wel gebruik van vragenlijsten geen versus wel schriftelijke informatie aan de patiënt KNGF

7 Kenmerken van onderzoeksopzet beschrijvend retrospectief longitudinaal praktijkpopulatie whiplash -patiënten N = 791 KNGF

8 Inclusiecriteria onderzoekspopulatie. WAD Graad I en Graad II. Verkeersongeval. Geen pre-existente klachten. Volledig dossier KNGF

9 Onderzoeksmateriaal 434 patiëntdossiers geïncludeerde patiënten n = 434 (55% van de parktijkpopulatie) analyse van dossiers inclusief verslagen (n= 2163) volgens geprotocolleerde lijst algemene kenmerken van de onderzoekspopulatie specifieke kenmerken van het diagnostisch en therapeutisch proces KNGF

10 Algemene kenmerken Aantal patiënten per jaar (n = 434) Personen KNGF

11 Algemene kenmerken Geslachtsverdeling (n = 434) Man Vrouw KNGF

12 Algemene kenmerken Leeftijdsverdeling in jaren (n = 434) < < KNGF

13 Algemene kenmerken Tijdas WAD in weken (n = 434) w 3-6 w 6-24 w > 24 w KNGF

14 Specifieke kenmerken (n = 434) Verwijzer in percentage Huisarts Specialist Overig KNGF

15 Specifieke kenmerken (n = 434) Lichamelijk onderzoek in percentage Ja Nee KNGF

16 Specifieke kenmerken (n = 434) Gedetailleerd versus oriënterend lichamelijk onderzoek in percentage Otoneurologisch onderzoek Functieonderzoek CWK Onderzoek activiteiten KNGF

17 Specifieke kenmerken (n=434) Pijn- versus tijdgebonden aanpak Reconceptualisering van pijn in percentage Tijdgericht Reconceptualisering KNGF

18 Specifieke kenmerken (n = 434) Minder versus meer gebruik van de verrichting begeleiden Oefenen en sturen van functies en vaardigheden Begeleiden waaronder informeren en adviseren KNGF

19 Specifieke kenmerken (n = 434) minder versus meer gebruik van vragenlijsten in percentage DvA CvB TSK PCI NHP NDI MPQ MPI KNGF

20 Specifieke kenmerken (n = 434) Geen versus wel schriftelijke informatie aan de patiënt en anderen Patiënt Huisarts Specialist Fysiotherapeut Manueeltherapeut KNGF

21 Conclusies pilot study Heeswijk-Dinther Er is een aantoonbare evolutie van een conventionele behandeling naar een gedragsgeoriënteerde begeleiding: toename van het aantal verwijzingen door de huisarts; het lichamelijk onderzoek wordt minder gedetailleerd uitgevoerd en is meer gericht op activiteiten; KNGF

22 Conclusies pilot study Heeswijk-Dinther minder pijngebonden benadering; meer aandacht voor het reconceptualiseren van pijn als nietsynomien voor weefselbeschadiging en -schade; meer gericht op activiteiten en participatie dan op stoornissen; KNGF

23 Conclusies pilot study Heeswijk-Dinther meer gebruik van de verrichting oefenen en sturen van functies en activiteiten ; meer gebruik van vragenlijsten; vaker schriftelijke informatie vaker aan de patiënt. KNGF

24 Conclusies pilot study Heeswijk-Dinther Voor een aantal specifieke kenmerken van het diagnostisch en therapeutisch proces was de omslag reeds gemaakt vóór 1994; met name:. Tijdgebonden doelen stellen;. Het accent op de verrichting Begeleiden KNGF

25 Conclusies pilot study Heeswijk-Dinther Voor een aantal specifieke kenmerken van het diagnostisch en therapeutisch proces is de omslag gemaakt in 1996; met name:. Minder gedetailleerd lichamelijk onderzoek;. Meer aandacht voor reconceptualisering van pijn;. Informatie over patiënt in afschrift aan de patiënt. KNGF