BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS DE MEIERIJ

Transcriptie

1 BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS DE MEIERIJ Plaats : s-hertogenbosch Bestuursnummer : Samenwerkingsverband : VO3005 Onderzoek uitgevoerd op : 27 mei 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 10 september 2014 Documentnummer:

2 Pagina 2 van 11

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij het samenwerkingsverband Stichting samenwerkingsverband voortgezet onderwijs de Meierij. Binnen de gemeenten s- Hertogenbosch, Vught, Haaren, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Schijndel, Maasdriel en Zaltbommel vormen 13 schoolbesturen met totaal 29 vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten voor zover relevant voor dit onderzoek: - Ondersteuningsplan , inclusief meerjarenbegroting; - Reeks bijlagen bij het ondersteuningsplan (diverse data); - Jaarbegroting ( ); - Statuten (notariële acte d.d ); - Website: (geraadpleegd op ); - Kengetallen samenwerkingsverband ( geraadpleegd op ). Hierna vond op 27 mei 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties kreeg van het samenwerkingsverband over: de context van het samenwerkingsverband en onderwerpen ondersteuningsplan; de inzet en ontwikkeling van de ondersteuningsplanraad; Pagina 3 van 11

4 overleg met het samenwerkingsverband primair onderwijs en met de gemeenten; ontwikkelingen in het speciaal onderwijs. - een gesprek voerde met: het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie; zorgcoördinatoren en vertegenwoordigers van de advies en toewijzingscommissie; leden van de ondersteuningsplanraad, een vertegenwoordiger van de gemeente(n), de adviesgroep po-vo en het voortgezet speciaal onderwijs. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 4 van 11

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Het samenwerkingsverband van de Stichting samenwerkingsverband voortgezet onderwijs de Meierij, met circa leerlingen behorende tot de samenwerkingsverbanden van bovengemiddelde omvang, heeft een stevige ambitie. Dat moet ook wel gelet op de verwachte kleine krimp van het totaal aantal leerlingen en de negatieve verevening. Deze negatieve verevening betreft een bedrag van bijna 2,2 miljoen (bijna -20% procent) in de jaren tot Het deelnamepercentage voor het leerwegondersteunend onderwijs ligt ruim onder het landelijk gemiddelde. Maar het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs, het aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering en de deelname aan het praktijkonderwijs liggen boven het landelijk gemiddelde. Met deze wetenschap heeft het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs De Meierij al ruim voor de invoeringsdatum van passend onderwijs maatregelen en acties ondernomen. Dit resulteerde in effectief overleg met schoolbesturen, gemeenten en het samenwerkingsverband primair onderwijs, goede samenwerking en afspraken binnen de regio en de inzet op deskundigheidsbevordering. Het ondersteuningsplan schetst in de vorm van een cyclisch proces de hoofdlijnen van het beleid van het samenwerkingsverband. Als onderlegger kent het ondersteuningsplan een veelheid aan documenten. Deze beschrijven het functioneren van organen binnen het samenwerkingsverband en verschillende procedures en kaders. Een meer samenvattende uitwerking en beperking van het aantal documenten zal het inzicht bevorderen in de onderlinge samenhang van verschillende procedures, werkwijzen, doelen en vooral resultaten. Daar staat tegenover dat voor de specialisten soms een nadere uitwerking juist wel op zijn plaats is. Dat betreft bijvoorbeeld de overwegingen om te komen tot toeleiding tot en besluitvorming over een toelaatbaarheidsverklaring; overwegingen die het samenwerkingsverband ook voor ouders inzichtelijk moet maken. Het samenwerkingsverband heeft de scheiding tussen bestuur en intern toezicht uitgewerkt in een toezichtkader en een managementstatuut voor de directeur-bestuurder. Een voortvarende positieve ontwikkeling. Wanneer het bestuur ook duidelijk maakt welke kwalitatieve en kwantitatieve kengetallen de basis vormen voor intern toezicht, dan kan het bestuur zich verantwoorden over de kwaliteit van het samenwerkingsverband in zijn geheel en de onderlinge samenhang van de organen. Het samenwerkingsverband werkt in goede onderlinge verstandhouding tussen besturen aan de inhoudelijke ontwikkeling naar passend onderwijs. In het ondersteuningsplan is de verantwoordelijkheid en de regievoering van respectievelijk de schoolbesturen en het samenwerkingsverband niet altijd even helder uitgewerkt. Uit de simulatie komt naar voren dat het samenwerkingsverband tot op heden de ontwikkeling naar passend onderwijs en de gerealiseerde afspraken deelt met ouders, zorgcoördinatoren en leraren, vooral via de website van het samenwerkingsverband. Tegelijk geeft de ondersteuningsplanraad aan dat niet alle scholen hun informatieplicht goed uitvoeren. Pagina 5 van 11

6 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Het nieuwe samenwerkingsverband bouwt voort op het huidige samenwerkingsverband en de reeds binnen dat verband gemaakte afspraken en vormen van overleg. Dat heeft geleid tot een bestuur met een vertegenwoordiger van elk schoolbestuur. In totaal zijn er veertien bestuursleden, negen namens het voortgezet onderwijs en vier namens het voortgezet speciaal onderwijs, elk met een stem. De laatsten zijn nieuwe leden van het samenwerkingsverband. Daarnaast is een onafhankelijk voorzitter zonder stemrecht benoemd. Het bestuur gaat uit van vertrouwen en desgewenst herhaald overleg gericht op consensus. Mocht consensus niet haalbaar blijken te zijn dan volgt een stemming waarbij tweederde van de stemmen bepalend is. Bestuur en intern toezicht zijn volgens het Policy Governance model gescheiden. De scheiding is uitgewerkt in een toezichtkader en een managementstatuut voor de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband. De positie van de directeur-bestuurder is soms nog onvoldoende uitgewerkt. Dat betreft bijvoorbeeld de besluitvorming over de toelaatbaarheidsverklaring. Het toezichtkader beschrijft vooral de procedure waarbinnen het bestuur met een onafhankelijke voorzitter het interne toezicht vorm gaat geven. Naar inhoud ontbreken in het kader nog de kengetallen die de kwaliteit van het samenwerkingsverband in beeld moeten brengen. Soms is daarvoor eerst verduidelijking van de taak van het samenwerkingsverband nodig. Zo heeft het samenwerkingsverband de regievoering en de doorzettingsmacht op enkele beleidsaspecten in algemene termen verwoord. Dat betreft bijvoorbeeld de positie, rol en taak voor behoud en bevordering van de kwaliteit van de basisondersteuning, die voor alle scholen gelijk moet zijn. De missie en visie zijn opgenomen in het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband streeft naar maximale talentontwikkeling met de meest passende ondersteuning en bij voorkeur thuisnabij. Dit streven is uitgewerkt op drie niveaus: basisondersteuning/extra ondersteuning, bovenschoolse arrangementen en zware ondersteuning. Het samenwerkingsverband heeft een directeur-bestuurder in dienst met ondersteuning. Verder werkt een aantal mensen bij het samenwerkingsverband op uitleenbasis. Dat betreft de ambulante begeleiders van cluster 3 en 4 en de leden van de Advies en Toelatingscommissie (ACT). Het samenwerkingsverband heeft het voornemen een medezeggenschapsraad in te richten. Op 15 november 2013 is de ondersteuningsplanraad opgericht en is een reglement vastgesteld. De ondersteuningsplanraad bestaat uit acht personeelsleden (5 vmbo/havo/vwo, 2 vso en 1 pro), vier ouders (2 vo en 2 vso) en vier leerlingen. Naast het bestuur en de directeur-bestuurder heeft het samenwerkingsverband een scholenoverleg ingesteld, bestaande uit schoolleiders van alle deelnemende scholen. Afgesproken is dat er geen personele unie mag zijn in bestuur en scholenoverleg. Onder het scholenoverleg zijn vier werkgroepen werkzaam op de volgende thema s: aanname van leerlingen, de werkwijze en monitoring van de Advies en Toelatingscommissie (ACT), arrangementen en monitoring en deskundigheidsbevordering. Daarnaast is het werkoverleg zorgcoördinatoren actief en een belangrijk orgaan om deskundigheid te bevorderen en collegiale consultatie uit te voeren. De positie van de zorgcoördinatoren in scholen varieert van leraar met taak tot en met functionaris met eigen (financiële) bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit verschil in positie bemoeilijkt soms Pagina 6 van 11

7 de opdracht die het samenwerkingsverband graag vervuld ziet worden door zorgcoördinatoren. Verder kent het samenwerkingsverband verschillende goed lopende overlegstructuren. Dat betreft het onderling schoolbesturenoverleg binnen het bestuur van het samenwerkingsverband (vso en vo), het overleg met de acht gemeenten van de regio en deels ook de negentien gemeenten Noord-Oost Brabant over de transitie jeugdzorg. Ook het overleg met het samenwerkingsverband primair onderwijs is intensief en vindt regelmatig plaats. Daarnaast voert het samenwerkingsverband overleg met het middelbaar beroepsonderwijs over plaatsing en doorgaande lijnen. Een belangrijk ontwikkelpunt is daarbij de invoering van een goed overdrachtsdossier en terugkoppeling van behaalde resultaten. 2.3 Ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschouwt de inspectie de ontwikkeling, de opbouw en de inhoud van het ondersteuningsplan. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen heeft opgenomen in het ondersteuningsplan en, voor zover hieronder vermeld, nog nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1 Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 17a Wvo lid 7, 9, 10) Het samenwerkingsverband heeft met de (voorlopige) ondersteuningsplanraad van het begin af aan overleg gevoerd over het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting. De ondersteuningsplanraad zal in het vervolg vier keer per jaar bijeenkomen, zich verder bekwamen en de gelegenheid krijgen (al of niet) in te stemmen met aanpassingen van het ondersteuningsplan. In januari 2014 heeft het bestuur een conceptondersteuningsplan vastgesteld en de ondersteuningsplanraad heeft op 12 februari 2014 met het plan ingestemd. Vooraf heeft het samenwerkingsverband het conceptondersteuningsplan ook ingebracht in het op overeenstemming gerichte overleg met de gemeenten. De hoofdlijnen zijn daarbij aan de orde geweest. Specifieke punten zoals de relatie zorg en onderwijs en leerlingenvervoer moeten nog nader besproken worden. In een kleiner comité gaat men kijken wat de impact is voor het samenwerkingsverband van de door de VNG opgestelde modelverordening leerlingenvervoer. Op 6 januari 2014 hebben de vertegenwoordigers van de gemeenten hun goedkeuring uitgesproken over het ondersteuningsplan. Tijdens een mooie afsluitingsbijeenkomst gaven gemeenten en het samenwerkingsverband aan dat zij jeugdzorg en passen onderwijs tot een gezamenlijk beleid ineen willen vlechten. Het samenwerkingsverband vo heeft regelmatig overleg met het samenwerkingsverband po over het ondersteuningsplan en over inhoudelijke aspecten. Dat heeft geleid tot afspraken over een digitale overdracht van leerlinggegevens, vastgestelde overdrachtsformulieren, de ontwikkeling van doorgaande leerlijnen, een gezamenlijke website en gezamenlijk overleg met gemeenten. Voor het grensverkeer zijn afspraken gemaakt met de omliggende samenwerkingsverbanden. Afgesproken is dat de schoolkeuzevrijheid van de ouders voorop staat. Er vinden (vooralsnog) geen financiële verrekeningen plaats tussen de betrokken samenwerkingsverbanden. Pagina 7 van 11

8 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Het samenwerkingsverband kiest voor een basisondersteuning van hoog niveau en geen specialisaties van de reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. Via een proces van checklistbeantwoording door scholen en het opstellen van een format wist het samenwerkingsverband te bereiken dat alle scholen voortgezet onderwijs een schoolondersteuningsprofiel hebben vastgesteld en openbaar gemaakt. Het voortgezet speciaal onderwijs maakt geen schoolondersteuningsprofiel. Dit onderwijs beschrijft het aanbod onderwijs en ondersteuning. De schoolondersteuningsprofielen geven een goed beeld om daarmee de geboden ondersteuning onderling tussen de scholen voortgezet onderwijs te vergelijken en elkaar daarop te bevragen. Minder duidelijk is het beeld voor ouders wat het ondersteuningsprofiel in de praktijk betekent. Nu kent het samenwerkingsverband collegiale consultatie door zorgcoördinatoren waardoor, na feedback, de afzonderlijke schoolbesturen aan kwaliteitsverbetering van de basisondersteuning kunnen werken en de informatie naar buiten meer inhoudelijk kunnen vullen. Met de bovenschoolse voorziening en twee externe rebounds, een eerste opvang anderstaligen, de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en residentiële plaatsingsmogelijkheden heeft het samenwerkingsverband een nagenoeg dekkend aanbod onderwijs en ondersteuning in de regio. Het samenwerkingsverband wil de dekking versterken met een diplomerend traject voor leerlingen met zware ondersteuning. Met organisaties voor cluster 1- en cluster 2-leerlingen heeft het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over ambulante begeleiding/ondersteuning. Verder heeft het samenwerkingsverband met de gemeenten afstemming en samenwerking versterkt tussen de zorgcoördinatoren, de zorgadviesteams en het basisteam jeugd en gezin. Een volgende stap is een dergelijke afstemming en samenwerking in te vullen met het voortgezet speciaal onderwijs. Een probleem doet zich nog voor bij de 24 uurszorg. Daarvoor kunnen wachtlijsten ontstaan zodanig dat leerplichtige leerlingen tot wel een half jaar thuis komen te zitten. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan een meerjarenbegroting opgenomen. Daaruit blijkt dat het samenwerkingsverband het overgrote deel van de beschikbare gelden aan het onderwijs en de ondersteuning van de leerlingen doet toekomen. Het ondersteuningsplan voorziet een terugdringen van het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs met de verwachting dat de opgelegde negatieve verevening en het effect van de lichte krimp teniet worden gedaan. Het is de intentie van het samenwerkingsverband om de expertise vanuit het voortgezet speciaal onderwijs in te zetten middels langlopende contracten. In verband met de verevening van 2,2 miljoen wordt afgezien van de mogelijkheid van opting out. Het ondersteuningsplan beschrijft de verdeling van middelen op drie niveaus: de basisondersteuning, bovenschoolse arrangementen en zware ondersteuning. De verdeelsleutel is niet in het ondersteuningsplan opgenomen. Wel heeft het bestuur daarover een besluit genomen. Elke school ontvangt een vast bedrag van 9000 euro en een bedrag per leerling in de verhouding 1:2 voor havo/vwo en pro/vmbo. Voor de toekenning van ambulante begeleiding en compensatie voor de geïndiceerde zorgleerlingen (lgf) moet het bestuur nog een verdeelsleutel vaststellen. Verder ontwikkelt het samenwerkingsverband een risicoanalyse voor mogelijk tegenvallende resultaten als een te beperkte vermindering van de instroom en het totaal aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs. Pagina 8 van 11

9 Het ondersteuningsplan geeft beperkt inzage in de kosten van het gehele traject naar het besluit over toelaatbaarheidsverklaringen. Met een nadere onderbouwing kan het samenwerkingsverband de kosten voor het Advies en Toewijzingsteam nauwkeurig(er) begroten. Verder vraagt de koppeling van komende arrangementen aan budgetten nadere uitwerking. 4 Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c,8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Het samenwerkingsverband heeft een Advies en Toewijzingscommissie (ACT) ingericht die een centrale rol speelt in de toeleiding en advisering over toelaatbaarheidsverklaringen. De aanmeldingsprocedure verloopt via de zorgcoördinator naar het ACT. Het ACT adviseert het zorg- en adviesteam van de school en geeft feedback op de geleverde ondersteuning, neemt deel aan het besluitvormingsproces toeleiding naar een toelaatbaarheidsverklaring, ziet toe op volledigheid van het dossier en geeft een advies voor een toelaatbaarheidsverklaring en het toekennen van arrangementen. En verder monitort het ACT de leerlingenstromen. In het gehele proces is het van belang dat de verschillende stappen onafhankelijk van elkaar genomen worden. De werkwijze van het ACT is in een afzonderlijke notitie vastgelegd, inclusief enkele ontwikkelpunten. Zo wil het samenwerkingsverband meer preventief mogelijke zware ondersteuning signaleren. Een belangrijk ontwikkelpunt is dat het samenwerkingsverband de formele verantwoordelijkheid voor de besluitvorming over een toelaatbaarheidsverklaring goed regelt. Voor moeilijk plaatsbare zijinstromers heeft het samenwerkingsverband de afspraak gemaakt dat de directeur-bestuurder met het scholenoverleg besluit welke school binnen twee weken plaatst. Minder duidelijk is het ondersteuningsplan over de procesgang en procescriteria voor mogelijke terugplaatsing van leerlingen vanuit het voortgezet speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft de mogelijkheid van mediation ingericht en daarnaast een bezwaaradviescommissie ingesteld voor bezwaarschriften van ouders over toelaatbaarheidsbeslissingen van leerlingen tot het voortgezet speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij een landelijke geschillencommissie. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) In het ondersteuningsplan is geen overzicht van te behalen resultaten opgenomen. In afzonderlijke paragrafen zijn wel beoogde resultaten te vinden zoals: het terugdringen van het voortgezet speciaal onderwijs, een dekkend aanbod ondersteuning, geen thuiszitters en alle leerlingen in beeld. Als kwalitatief resultatief wil het samenwerkingsverband basisondersteuning van hoog niveau. Om de verschillende resultaten te bereiken heeft het bestuur meer gegevens nodig. Een belangrijke prioriteit voor het samenwerkingsverband moet derhalve zijn het in beeld brengen en monitoren van aantallen leerlingen en leerlingenstromen en de huidige kwaliteit van de basisondersteuning. Binnen het samenwerkingsverband maken schoolbesturen zelf ook resultaatgericht beleid. Zo wil De Zwengel de 33 procent succesvolle terugplaatsingen verhogen naar 50 procent en wil de Rietlanden de pilot terugplaatsing in Schijndel uitbreiden. De invulling van de planning-en-controlcyclus ziet ook het bestuur van het samenwerkingsverband als een beleidsprioriteit. Het bestuur heeft het voornemen om een extern bureau in te schakelen voor het opstellen van een financiële risicoanalyse. Pagina 9 van 11

10 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) De primaire verantwoordelijkheid voor informatievoorziening legt het samenwerkingsverband bij de scholen. De scholen zouden op hun website en in hun schoolgids de schoolondersteuningsprofielen moeten opnemen. Het samenwerkingsverband heeft zelf samen met het samenwerkingsverband primair onderwijs een toegankelijke en leesbare website ingericht. Ook het ondersteuningsplan is daar te vinden. Ouders, verzorgers en leerlingen hebben vóór het komend schooljaar 2014/2015 behoefte aan informatie. Het samenwerkingsverband zal een grotere prioriteit moeten geven aan de regievoering op de informatie aan ouders, leraren, zorgverleners en leerlingen over de invulling en mogelijkheden van passend onderwijs. Ouders in de ondersteuningsplanraad geven aan dat de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband hen goed informeert. Tegelijk geven zij aan dat er nog veel moet gebeuren. Dat betreft de communicatie naar alle ouders en leraren in de regio over schoolondersteuningsprofielen, de gevolgen van arrangeren en (beoogde) doelen en resultaten van het beleid van het samenwerkingsverband. 7 Peildatum en bekostigingsaspecten (Artikel 17a Wvo, lid 8g en 8h) Aan het ondersteuningsplan is een heldere meerjarenbegroting toegevoegd, waarin de dalende baten (verevening) zijn vertaald naar budgetten voor het voortgezet speciaal onderwijs met een taakstellende daling van aantal leerlingen en tegelijk behoud van expertise, inclusief die van de ambulante begeleiding. Verder is voorzien in een nagenoeg constante lastenpost voor basis-/ extra ondersteuning en bovenschoolse arrangementen. Een financiële risicoanalyse, betreffende bijvoorbeeld kostenposten voor terugkeer van thuiszitters en krimp, is in voorbereiding en daarom niet toegevoegd aan het ondersteuningsplan. Door het huidige, relatief grote weerstandsvermogen, afkomstig van voorgaande jaren, zijn de financiële risico s de eerste jaren afgedekt. Het ondersteuningsplan bevat een globale meerjarenbegroting. De wijze van verdeling van de middelen over scholen heeft het bestuur afzonderlijk uitgewerkt. Pagina 10 van 11

11 3. REACTIE VAN HET BESTUUR In zijn schriftelijke reactie d.d. 15 juli 2014 geeft het bestuur aan dat het zich herkent in het verslag en de bevindingen uit het verslag bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de volgende wijze zal betrekken. Het samenwerkingsverband is zich ervan bewust dat er sturingsinstrumenten moeten komen op basis van kengetallen, zowel kwalitatief als kwantitatief, om de resultaten in beeld te brengen waardoor het bestuur zijn toezichthoudende taak kan uitoefenen. Hier wordt momenteel aan gewerkt. Een belangrijk aandachtspunt blijft de verantwoordelijkheid van scholen naar ouders en leraren, om hen te betrekken bij de ontwikkeling naar passend onderwijs. Hierin is communicatie cruciaal, waaronder de noodzaak tot een praktische vertaling van het ondersteuningsprofiel naar wat het voor leerlingen en docenten in de praktijk betekent. Dit thema zal daarom steeds opnieuw aandacht krijgen, zowel bestuurlijk als in het Scholenoverleg, omdat hier een belangrijk taak ligt voor de schoolleiders. Het samenwerkingsverband is zich ervan bewust dat de positie van de zorgcoördinatoren in de scholen varieert. Bij te grote verschillen, zowel in taken en bevoegdheden als in facilitering in tijd kunnen deze verschillen de opdracht die het samenwerkingsverband heeft, bemoeilijken. Dit thema zal daarom opnieuw op de agenda worden gezet. Het samenwerkingsverband is zich ervan bewust dat een aantal thema's nog niet voldoende is uitgewerkt, waaronder een goed kostenplaatje voor het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaringen, de koppeling van arrangementen aan budgetten en de terugplaatsingprocedure vanuit het voorgezet speciaal onderwijs. De werkwijze die gevolgd wordt voor de toelaatbaarheidsverklaringen is gestoeld op eenvoud en zo min mogelijk bureaucratie. Gaandeweg zal een steeds beter inzicht ontstaan in de omvang van deze taak. Dit geldt ook voor de nieuwe werkwijze met bovenschoolse arrangementen en terugplaatsingsprocedures. Gezocht wordt naar maatwerk en reageren op 'wat er nodig is': een ommekeer in denken die tijd en gewenning vraagt. De besluitvorming over het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring zal het bestuur goed regelen, omdat het zich bewust is van zijn formele rol en de gehele procedure juridisch zal laten toetsen. De website zal het medium blijven waarlangs het samenwerkingsverband communiceert met de buitenwereld en waar scholen 'achter de inlog' de werkdocumenten vinden die zij nodig hebben. De structuur van de website zal de samenhang in beeld moeten brengen tussen de keuzes in beleid en de wijze waarop dit beleid wordt uitgevoerd. De website zal de komende jaren extra aandacht krijgen. Pagina 11 van 11