BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS APELDOORN PRIMAIR ONDERWIJS 2505

Transcriptie

1 BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS APELDOORN PRIMAIR ONDERWIJS 2505 Plaats : Apeldoorn Bestuursnummer : Samenwerkingsverband : PO2505 Onderzoek uitgevoerd op : 19 december 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op 8 mei 2014 Documentnummer:

2 Pagina 2 van 11

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Apeldoorn Primair Onderwijs Binnen de gemeente Apeldoorn vormen 13 schoolbesturen met 79 vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Concept Ondersteuningsplan SWV Apeldoorn (11 december 2013); - Notitie mobiliteit samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs Apeldoorn (20 november 2013); - Plan van Aanpak Scholen voor SBO en SO in Apeldoorn (conceptversie 3, 1 november 2013); - Nieuwsbrief 2 SWV Passend Onderwijs (november 2013); - Nieuwsbrief SWV primair onderwijs Passend onderwijs (nummer 1, november 2012); - Statuten (notariële acte d.d. 28 juni 2013); - Kengetallen samenwerkingsverband ( geraadpleegd op 17 december 2013). Nagezonden stukken: - Onderzoek naar passend onderwijs (concept, juli 2013); - Op de drempel van passend onderwijs (concept, 2013); Pagina 3 van 11

4 - Activiteitenplan januari 2014 juli 2016 (conceptversie 2, 28 januari 2014); - Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs Apeldoorn PO (conceptversie 8, 29 januari 2014); - Tijdpad oogo ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Apeldoorn Primair Onderwijs (zonder datum). Op een later moment heeft het samenwerkingsverband een geactualiseerd ondersteuningsplan toegezonden dat op veel punten ten goede is bijgesteld. Dit geactualiseerde ondersteuningsplan was ten tijde van de simulatie, waarop de bevindingen in dit verslag zijn gebaseerd, niet beschikbaar. Hierna vond op 19 december 2013 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties kreeg van het samenwerkingsverband over: basisondersteuning en rol positie ouders; inrichting samenwerkingsverband en arrangeren; bespreken werkomgeving (context) samenwerkingsverband; presentatie verdeelmodel en meerjaren perspectief (financiën); ontwikkelingen in het speciaal(basis)onderwijs / voortgezet speciaal onderwijs. - een gesprek voerde met het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 4 van 11

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn De inspectie stelt vast dat Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Apeldoorn Primair Onderwijs 2505 (verder samenwerkingsverband) al flinke stappen heeft gezet om in de regio samen te werken op het gebied van passend onderwijs voor alle leerlingen. Hiervoor is een nieuw in te richten samenwerkingsverband opgericht vanuit drie bestaande samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS). Al vanaf 2008 zijn verschillende instanties betrokken bij het ontwikkelen van passend onderwijs in de regio Apeldoorn. Daardoor is er een groot netwerk opgebouwd en is veel informatie en expertise beschikbaar. Vanwege bestaande verschillen in de organisatie van de WSNS-verbanden, is het noodzakelijk het een en ander verder af te stemmen, zodat het past binnen de kaders van de Wet passend onderwijs. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de omslag van een expertisemodel, waarmee men veel externe expertise binnen de school brengt naar een professionaliseringsmodel waarbij veel kennis in de school aanwezig is. Ook is zichtbaar dat er in de afgelopen jaren al stevig is ingezet om het uitgavenpatroon vanwege de negatieve verevening te beperken. Alle besturen die participeren in het samenwerkingsverband zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Verschillende werkgroepen, elk bestaande uit een brede vertegenwoordiging van de participerende instellingen, ontwikkelen het passend onderwijs binnen de gemeente Apeldoorn. Een van de werkgroepen heeft als taak het uitwerken van het ondersteuningsmodel. Hierbij staat het beeld van een huis centraal waarin de verschillende gradaties van de zorg voor leerlingen is ingedeeld in kamers die onderling met elkaar zijn verbonden. De ontwikkeling die het samenwerkingsverband voor ogen heeft, is te komen tot een starterswoning die zich via een doorgroeiwoning, uiteindelijk ontwikkelt naar een woning van de toekomst. Deze woning is centraal in de wijk gelegen en voor (nagenoeg) ieder kind bereikbaar. Het bestuur geeft op deze wijze invulling aan zijn visie om de zorg kind-nabij te organiseren. De inspectie ziet een aantal risico s voor dit samenwerkingsverband. De ondersteuningsplanraad is op dit moment voorlopig opgericht. In januari houdt het samenwerkingsverband verkiezingen waarbij de samenstelling van de raad sterk kan verschillen met de huidige voorlopige ondersteuningsplanraad. Dit kan inhouden dat er veel tijd nodig is om de nieuwe raad te informeren over het ondersteuningsplan. Het tweede risico is de communicatie met ouders. Dit is nu neergelegd, via de besturen, bij de scholen. Het is hierdoor niet duidelijk welke informatie de ouders daadwerkelijk bereikt, maar ook bereiken signalen van ouders (mogelijk) niet of moeizaam het bestuur van het samenwerkingsverband. Een ander aandachtspunt is de inzet van de tweede deskundige bij de indicatiestelling. Hierin is nog niet voorzien in de huidige plannen van het samenwerkingsverband. Tenslotte heeft het bestuur gekozen voor een vorm van intern toezicht waarbij het bestuur zowel opdrachtgever als toezichthouder is. Hierdoor kunnen belangen conflicteren. Dit is met name van belang bij het maken van afspraken met externe organisaties. De woning is een mooie metafoor om te beschrijven wat de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkelfase van het samenwerkingsverband op dit moment is. De inspectie heeft geconstateerd dat er al een (bestaand) huis aanwezig is. Dit huis staat echter in de steigers Pagina 5 van 11

6 om het aan te passen aan de ontwikkelingen die het samenwerkingsverband voor ogen staat. De bouw gaat gestaag en met veel enthousiasme door waarbij de termijnen, voor de oplevering (de verschillende ontwikkelfasen) van de woning, haalbaar zijn. Het is echter wel zaak om de voortgang er in te houden omdat er geen ruimte voor vertraging is. Dat betekent dat het bestuur de regie stevig in handen dient te houden. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Op 28 juni 2013 is het samenwerkingsverband opgericht. De drie WSNS-verbanden die opgegaan zijn in het nieuwe samenwerkingsverband, hebben de wens uitgesproken om van het expertisemodel over te gaan naar een professionaliseringsmodel waarbij de kennis zoveel mogelijk in de scholen aanwezig is. In het expertisemodel is niet alle noodzakelijke hulp binnen de school aanwezig, dit in tegenstelling tot het professionaliseringsmodel waarbij (nagenoeg) alle noodzakelijke kennis in de school aanwezig is. Het bestuur van het samenwerkingsband heeft een groeimodel voor ogen, om over vier jaren te komen tot het uiteindelijke doel namelijk alle noodzakelijke expertise in de school. Primair uitgangspunt van dit samenwerkingsverband is dat alle kinderen onderwijs volgen dat bij hen past in een schoolomgeving waarin handelings- en opbrengstgericht wordt gewerkt. Er wordt daarbij kwalitatief goed onderwijs verzorgd. De nu geformuleerde visie is gericht op de toekomst en daarop aansluitende strategische doelen. Als besturingsmodel is gekozen voor de stichtingsvorm met een bestuur en directie. Het bestuur denkt nog verder na over de vorm van toezicht. In de nu gekozen vorm is het bestuur zowel het orgaan voor het nemen van besluiten als toezichthouder. Deze rollen kunnen niet samengaan. Het samenwerkingsverband heeft nog geen organisatieschema vastgelegd. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband zijn beschreven in de statuten. Ook heeft het bestuur in de statuten uitgangspunten geformuleerd voor de frequentie van de bestuursvergaderingen. Het is niet duidelijk of het functioneel overleg zich zowel op de inhoud als ook op de planning, uitvoering en evaluatie van taken richt. Het samenwerkingsverband heeft nog geen kwaliteitszorgsysteem ingericht. Ook het intern en extern toezicht moet het samenwerkingsverband nader uitwerken. 2.3 (Concept)ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschrijft de inspectie de stand van zaken bij de ontwikkeling, de opbouw, de inhoud en de status van het conceptondersteuningsplan. Voor het opstellen van het ondersteuningsplan maakt het bestuur gebruik van diverse informatie, waaronder een landelijk beschikbaar model ondersteuningsplan. Voor de simulatie heeft het samenwerkingsverband een conceptondersteuningsplan aan de inspectie gezonden. Vanwege de vele ontwikkelingen is dit conceptondersteuningsplan echter al op veel punten achterhaald. Het samenwerkingsverband denkt aan een eerste ondersteuningsplan dat conform de voorschriften vier jaar bestrijkt maar voorziet in een bijstelling over twee jaar, om zo voluit ruimte te geven aan de ontwikkelingen. Het conceptondersteuningsplan zal naar verwachting vóór 1 februari 2014 af zijn en aan de ondersteuningsplanraad ter instemming worden voorgelegd. Pagina 6 van 11

7 Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt in het ondersteuningsplan en/of waar hieronder vermeld, nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1 Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 18a Wpo lid 7, 9, 10) Het bestuur geeft aan dat het in januari 2014 de definitieve ondersteuningsplanraad opricht. Op dit moment werkt het samenwerkingsverband met een voorlopige ondersteuningsplanraad, die in de definitieve vorm overigens geheel anders van samenstelling kan zijn. Het is daarom van belang om de beoogde ondersteuningsplanraad en het college van Burgemeester en Wethouders van Apeldoorn vanaf nu mee te nemen in de te nemen beslissingen, om straks eventuele vertraging in de besluitvorming omtrent het ondersteuningsplan te voorkomen. Tijdens de simulatie heeft het bestuur van het samenwerkingsverband aangegeven dat er al regelmatig overleg is met de gemeente en andere partners over de opzet van het ondersteuningsplan. Omdat er weinig ruimte in de planning aanwezig is voor het vaststellen van het ondersteuningsplan, blijft regie van het bestuur dringend noodzakelijk. Om vertraging te voorkomen in het vaststellen van het ondersteuningsplan heeft het de voorkeur het op overeenstemming gericht overleg (ogoo) af te ronden vóór 1 februari De oogoprocedure zal overigens ook een voorziening moeten bevatten voor het beslechten van geschillen. De inspectie benadrukt dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 18a Wpo lid 8a) Het samenwerkingsverband wil de omslag realiseren van het expertisemodel naar het professionaliseringsmodel. Om dit te realiseren is de gemeente Apeldoorn in vier wijken verdeeld waardoor zo veel mogelijk expertise dicht bij de school en daarmee de leerlingen aanwezig is. De huidige basisondersteuning van de scholen moet daaraan bijdragen. Uitgangspunten hierbij zijn dat de basisondersteuning past bij het profiel van de school, gericht is op handelingsgericht werken en voldoet aan de criteria van het eigen samenwerkingsverband. In het plan van het samenwerkingsverband is verder opgenomen dat voor zware ondersteuning externe expertise beschikbaar is. Tegelijk geeft het bestuur aan dat de lat in de toekomst steeds een beetje hoger komt te liggen om de doelstellingen van passend onderwijs te kunnen vormgeven binnen de kaders van dit samenwerkingsverband. Dit houdt onder meer in dat over vier jaar alle scholen aan de criteria dienen te voldoen. De inspectie wijst er echter op dat de zorgplicht ingaat per 1 augustus 2014 en daarmee het ondersteuningsaanbod voor leerlingen gerealiseerd moet zijn. Voor het vast stellen van de mate waarin de basisondersteuning bij scholen aanwezig is, is een instrument aanwezig. Het plan is om dit instrument jaarlijks in te zetten. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 18a Wpo lid 8b) Er is op dit moment geen systeem van procedures, criteria en documenten voor de toewijzing van middelen (indicaties/arrangementen). De inspectie benadrukt het belang om hieraan urgentie toe te kennen zodat ouders en leerlingen zo spoedig mogelijk duidelijkheid krijgen over de situatie vanaf 1 augustus Een uitwerking van de verdeling van het besteedbaar budget is eveneens niet opgesteld. Pagina 7 van 11

8 4 Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 18a Wpo lid 8c,8d, 11 en 12 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Een procedure voor de plaatsing van leerlingen op het speciaal (basis)onderwijs (sbo en so) is niet aanwezig. Wel is in de hoofdlijnennotitie een aantal onderdelen beschreven met betrekking tot criteria voor plaatsing en toelaatbaarheid van de leerlingen op het sbo. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 18a Wpo lid 8e) Het samenwerkingsverband heeft geen kwaliteitsbeleid en kengetallen beschreven. Wel heeft het in het conceptondersteuningsplan aangegeven de geboekte resultaten te monitoren en de scholen daarover verantwoording af te laten leggen. De beoogde en (op termijn) bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven (met de daarmee samenhangende bekostiging) moet het samenwerkingsverband nog vaststellen. Ook stelt het bestuur deels zicht te hebben op het aantal thuiszitters binnen de regio. Hiervoor wil het bestuur echter een monitoringssysteem gaan opzetten. Het samenwerkingsverband heeft geen koppeling gemaakt tussen de te bereiken resultaten door de scholen en de daarbij behorende bekostiging vanuit het samenwerkingsverband. 6 Informeren ouders (Artikel 18a Wpo lid 8f) De communicatie met ouders verloopt getrapt via de schoolbesturen en scholen naar de ouders. Hierdoor heeft het samenwerkingsverband geen zicht op de werkelijke informatie die bij de ouders terecht komt. Ditzelfde geldt voor signalen die afkomstig zijn van ouders. Het bestuur geeft aan dat op korte termijn een website gereed zal zijn en is zich ervan bewust dat de voorlichting aan ouders op korte termijn verder moet plaatsvinden om duidelijkheid te verschaffen. 7 Bekostigingsaspecten (Artikel 18a Wpo lid 8g t/m j) Er is tijdens het simulatiegesprek een werkbegroting gepresenteerd, vooral om te bezien of het bestuur de huidige verplichtingen kan voldoen. Tot 2016 kan het samenwerkingsverband de lopende verplichtingen voldoen, zo blijkt uit het stuk. De begroting is vooral een verdeelmodel dat niet ter besluitvorming aan het bestuur is voorgelegd. Het voornemen is, dit uit te werken naar een meerjarenbegroting. Op 16 januari 2014 vergadert het bestuur over dit model. De bekostiging voor de lichte en de zware ondersteuning is hierin verwerkt, evenals de verevening van 0,4 miljoen. Het model gaat uit van 1 miljoen voor de bijdrage aan het sbo, gebaseerd op een deelnemingspercentage van 3,74 procent. Het bestuur zal streven naar een deelnemers percentage van 2,6 procent. Dit is nog niet in de (voorlopige) begroting verwerkt. Het deelnamepercentage speciaal onderwijs is de afgelopen drie jaar gedaald van boven het landelijk gemiddelde naar onder het landelijk gemiddelde (categorieën 1 en 2). Dit geldt eveneens voor de leerlingen met leerlinggebonden financiering ( rugzakje). Binnen de werkbegroting blijven er middelen over voor zowel die lichte als de zware ondersteuning die terugvloeien naar de besturen. In 2014 gaat het om 42 per leerling en voor per leerling. Op dit moment zijn er geen expliciete afspraken gemaakt over de herbesteding van deze middelen door de besturen. Verder zijn er geen afspraken tussen het samenwerkingsverband en de besturen gemaakt over de omvang van het weerstandsvermogen. Het samenwerkingsverband is gestart met nul. Dit houdt een risico in voor de solvabiliteit. Er komt een voorstel voor vermogensopbouw van Pagina 8 van 11

9 10 procent van de baten. Het samenwerkingsverband streeft ernaar geen personeel in dienst te nemen maar diensten in te kopen, waardoor de financiële risico s beperkter zijn. Pagina 9 van 11

10 3. REACTIE VAN HET BESTUUR In een schriftelijke reactie d.d. 20 maart 2014 geeft het bestuur aan de bevindingen uit het verslag op onderstaande wijze te betrekken bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband. Reactie op de hoofdlijnen Ondersteuningsplanraad De ondersteuningsplanraad is vanaf januari 2014 in functie en heeft het conceptondersteuningsplan voor 1 februari 2014 ontvangen. De ondersteuningsplanraad is door het MT geïnformeerd over de stand van zaken. Ook is het MT bij alle vergaderingen van de ondersteuningsplanraad aanwezig om op onderdelen toelichting te geven op het plan. De ondersteuningsplanraad zal, zo het er nu naar uitziet, voor 1 april 2014 instemmen met het plan. Wel geeft het aan het bestuur een aantal aanbevelingen mee. Deze aanbevelingen zal het bestuur direct in het plan opnemen. Als het om meer beleidsmatige zaken gaat, zullen de punten opgenomen worden in de activiteiten kalender De communicatie met de ouders Er is een nieuwsbrief voor de ouders opgesteld. Die gaat in de week van 24 maart 2014 naar alle ouders. Ook zijn de ouders van leerlingen die nu extra ondersteuning hebben, geïnformeerd over het vervolg na 1 augustus De website, met een aparte portal voor ouders, is vanaf 1 april 2014 online. Voor alle medewerkers houdt het samenwerkingsverband in maart / april vier bijeenkomsten om hen bij te praten. Tweede deskundige bij indicatiestelling toelaatbaarheidsverklaring Dit onderdeel is nog niet ingevuld. Het wachten is op nadere info vanuit de PO-Raad en een AMVB hierover. De bijbehorende werkwijze is al wel uitgewerkt. Intern en extern toezicht Het bestuur heeft opdracht gegeven, op basis van de terechte opmerkingen hierover, een nadere uitwerking te maken van het scheiden van bestuur en toezicht. Dit in relatie tot het vast te stellen managementstatuut. Het is de bedoeling dat het bestuur daar op 24 april 2014 een besluit over neemt. Het zal daarbij ook een organisatieschema vaststellen. Reactie op de aandachtspunten voor het conceptondersteuningsplan Instemming, overleg, vaststelling en toezending De ondersteuningsplanraad is geformeerd en geïnformeerd (zie boven). Het bestuur zal op 24 april 2014 definitief het ondersteuningsplan vaststellen. Inmiddels is er vooroverleg over het oogo met de gemeente geweest. Er is een principeakkoord over een tekst, waarin is aangegeven wat de gezamenlijke ambitie en uitgangspunten zijn. Per thema is benoemd welke zaken daarbij de komende tijd voor Apeldoorn relevant zijn. Per thema zijn gezamenlijke actiepunten vastgesteld (ligt ook al bij de ondersteuningsplanraad). Het definitieve oogo zal op 24 april 2014 plaatsvinden. Het bestuur is voornemens het vastgestelde plan op 28 april 2014 naar de inspectie te uploaden via de opgegeven code. Pagina 10 van 11

11 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen Het instrument SOP komt digitaal beschikbaar voor de scholen. Zij kunnen jaarlijks hun ontwikkeling scoren en inzichtelijk maken. Om de twee á drie jaar wordt het instrument door alle scholen ingevuld en is een dashboard voor het hele verband beschikbaar. Om de betrouwbaarheid en de objectiviteit van de ingevulde profielen te verhogen, wordt in het najaar van 2014 voorzien in een externe audit op alle scholen. Later zullen eigen mensen worden opgeleid, zodat in de toekomst audits/visitaties plaats kunnen blijven vinden. Procedures en criteria De procedures en criteria zijn inmiddels bekend en met de scholen en ouders gecommuniceerd. Vanaf mei 2014 zal een voorlopig MDO zich buigen over aanvragen voor extra ondersteuning. Om ook in het overgangsjaar voldoende ruimte te creëren voor nieuwe arrangementen, wordt een voorinvestering gedaan vanuit de te verwachten middelen voor 2015/2016. Er is een nieuwe meerjarenbegroting, waarin de verdeling van het besteedbare budget is opgenomen. Procedures/criteria plaatsing leerlingen Procedure is in ontwikkeling. Mede in afwachting van de laatste informatie vanuit de PO-Raad en AMVB. Resultaten Wordt aan gewerkt. De resultaten basisondersteuning en basiskwaliteit liggen vast. De resultaten extra ondersteuning zal het samenwerkingsverband op basis van de aanvraag, met doelstelling, monitoren. Er is inmiddels zicht op het aantal (potentiele) thuiszitters. Hierover is breed overleg met de onderwijsconsulent. Er wordt op korte termijn geen koppeling gemaakt tussen de te bereiken resultaten van de scholen en de daarbij behorende bekostiging. Bekostigingsaspecten De (meerjaren)begroting is geactualiseerd en nader uitgewerkt. Om ook in het overgangsjaar voldoende armslag te hebben om aan alle personele verplichtingen te voldoen, en ruimte te hebben voor extra arrangementen, is besloten een bedrag van uit de inkomsten van 2015 in 2014 reeds in te zetten voor de begroting van 2014/2015 (voorfinanciering door de besturen). Vanaf 2015/2016 treft het samenwerkingsverband een voorziening voor het opbouwen van een weerstandsvermogen. Vooralsnog is voorzien in een vermogen van zijnde 20 procent van de risicovolle delen van de begroting. Pagina 11 van 11