D.1 Tijdrek en lengtekrimp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "D.1 Tijdrek en lengtekrimp"

Transcriptie

1 D. Tijdrek en lengtekrimp Opgave a De lengte van de straaljager ereken je met de formule voor de lengtekrimp. De relativistishe fator ereken je met de formule voor gammafator. v v = 0,50 (0,50 ),54 0,50 e e 5 m 5,99 m,54 Afgerond: 3 m De snelheid van de straaljager ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator ereken je met de formule voor de lengtekrimp. e 7,5 m 5 7,5,0,0 v v 0,866 v = 0,866 Afgerond: v = 0,87 Opgave a De duur van de oodshap Δt ereken je met de formule voor de tijdrek. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,60 (0,60 ) ThiemeMeulenhoff v P

2 0,60,5 t t e t e = 45 s t, ,5 Afgerond: t 56 s De toonhoogte volgt uit de frequentie. Voor de frequentie geldt: f T Het aantal trillingen lijft gelijk. Vanwege tijdrek wordt dezelfde oodshap gedurende een grotere tijd uitgesproken. De trillingstijd is dus groter en daardoor is de frequentie kleiner. Zijn stem klinkt dus lager. De frequentie ereken je met de tijdsduur die de ewegende waarnemer meet. De tijdsduur die de ewegende waarnemer meet, ereken je met de formule voor de tijdrek. De eigentijd ereken je met de hartslag. De hartslag is 70 slagen per minuut. De eigentijd te is 60 0, s t t,5 e (Zie vraag a) t,5 0,857 t,07 s f t f,07 f = 0,933 s Dit is 60 0,9333 = 56,00 slagen per minuut Afgerond: f = 56 min Opgave 3 a De afstand die de muonen kunnen afleggen, ereken je met de formule voor de snelheid. De snelheid ereken je met de lihtsnelheid. v = 99,9% van de lihtsnelheid v = 0,999, =, m/s s = v t t =, s =, 0 6 s (Afstemmen eenheden) s =, , 0 6 = 6, m Afgerond: s = 6,6 0 m De dikte van de atmosfeer in het ewegende stelsel l ereken je met de formule voor lengtekrimp. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,999 ThiemeMeulenhoff v P

3 (0,999 ),366 0,999 e e 3 0 km = 0 0 m (Afstemmen eenheden) 3 0 0,366 4,47 0 m Dit is kleiner dan 6,6 0 m Opgave 4 De snelheid ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator ereken je met de lengtekrimp. e e 50 m 00 m 00 50,333,333 v v 0,66 v = 0,66 Afgerond: v = 0,66 Opgave 5 a De afstand s is de afstand die hoort ij de heen- en weergaande eweging. Anita evindt zih in het ruststelsel van de klok. Daarij hoort figuur D.. Anita ziet dat het foton de afstand d aflegt. Er geldt: s = v t s = d v = t = TA d = TA d TA Figuur D. ThiemeMeulenhoff v P

4 De afstand s is de afstand die hoort ij de heen- en weergaande eweging. Brue ziet de eweging van het liht als in figuur D.. Brue ziet dat het foton de afstand x aflegt. Tegelijkertijd verplaatst de klok zih met de treinsnelheid v in de tijd TB die Brue meet. Dus de klok legt de afstand v TB af. Volgens de stelling van Pythagoras geldt: ( B) x d v T Het foton legt de afstand x af: x d ( v T ) B B x 4d v T Figuur D. Er geldt: s = v t s = v = t = TB T B x 4d v T B 4d v T T B B 4d v T d Door de twee formules T A d weg. d Uit TA volgt 4d T A Uit T B B B 4d v T B A B T T v T volgt en T B B 4d v T te omineren werk je de variaele B 4 B T d v T æ ç è - v ö T B = T A ø v T B T A TB TA v Dat is gelijk aan TB T A ThiemeMeulenhoff v P

5 D. Ruimtetijd-diagram Opgave 6 Zie figuur D.3. Het huis staat in de oorsprong van het ruimtetijd-diagram. De wereldlijn van het huis valt samen met de t-as van het ruimtetijd-diagram. De wereldlijn van de oom loopt vertiaal, omdat de oom geen snelheid heeft ten opzihte van het huis. Voor het tijdstip waarop de hond het huis passeert, geldt x = v t met v =,6 m/s en x is de afstand van de hond tot het huis. Uit figuur D.0 van het asisoek lijkt x = m. Dus =,6 t. Hieruit volgt dat de hond na t =7,5 s het huis passeert. De wereldlijn van de hond gaat dus door het punt (0,0 ; 7,5) en het punt (; 0,0). Figuur D.3 Opgave 7 a Zie figuur D.4. Het osje evindt zih in de oorsprong van het ruimtetijd-diagram. De wereldlijn van het osje valt samen met de t-as van het ruimtetijd-diagram. De luipaard ligt ahter het osje, dus egint de wereldlijn van de luipaard in de oorsprong en die van de antilope niet. De snelheid van de luipaard is groter dan die van de antilope, dus loopt de wereldlijn van de luipaard minder steil dan die van de antilope. Figuur D.4 ThiemeMeulenhoff v P

6 Zie figuur D.5. De antilope evindt zih in de oorsprong van het ruimtetijd-diagram. De wereldlijn van de antilope valt samen met de t-as van het ruimtetijd-diagram. De wereldlijnen van het osje en de luipaard eginnen op dezelfde plaats en links van de oorsprong. Je ziet in figuur D.4 ook dat op t = 0 de plaats van het osje en de luipaard links van de plaats van de antilope ligt. De snelheid van de luipaard ten opzihte van de antilope is kleiner dan de snelheid van de antilope ten opzihte van het osje. Dus loopt de wereldlijn van de luipaard minder steil dan die van het osje. De wereldlijn van de luipaard moet de t-as snijden omdat de luipaard de antilope inhaalt. De wereldlijn van het osje moet naar links wijzen zodat die de t-as niet kan snijden. Figuur D.5 Opgave 8 a Zie figuur D.6a. Aimee heeft een snelheid van 3,0 m/s. Dus op t =,0 s evindt ze zih op x = 3,0 m. De wereldlijn van Aimee gaat dus door de oorsprong en het punt (3,0;,0). Figuur D.6a ThiemeMeulenhoff v P

7 Zie figuur D.6. Geeurtenis V is het snijpunt van de wereldlijn van de al en de wereldlijn van Aimee. Zodra de al de muur ereikt, kaatst deze met dezelfde snelheid terug. Dus na t = 0,5 s loopt de wereldlijn van de al rihting het punt (0,0;,0). Op het moment dat Aimee de al heeft gevangen, staat zij stil ten opzihte van Ramon. Vanaf geeurtenis V loopt haar wereldlijn evenwijdig aan die van Ramon en dus evenwijdig aan de vertiale as. Figuur D.6 Zie figuur D.7. Ramon eweegt eerst met een snelheid van 0 m/s, en na het stuiteren van de al eweegt Ramon met een snelheid van +0 m/s ten opzihte van de al. De al ereikt na 0,5 s de muur. Dan evindt Ramon zih in het punt ( 5,0; 0,5). Na t = 0,5 s loopt de wereldlijn van Ramon rihting het punt (0,0;,0). De al eweegt met een snelheid van 0 m/s en Aimee eweegt met 3,0 m/s rihting de muur. Voor het stuiteren eweegt Aimee dus met een snelheid van 7 m/s ten opzihte van de al. Op t = 0,5 s legt Aimee dus een afstand af van 7 0,5 = 3,5 m. Na het stuiteren eweegt Aimee nog steeds rihting de muur maar de al komt met een snelheid van 0 m/s in haar rihting. Zij eweegt dus met een snelheid van 3 m/s ten opzihte van de al. Als zij zou lijven doorlopen dan legt Aimee tussen t = 0,5 en t =,0 s een afstand van 3 0,5 = 6,5 m. Na 0,5 s loopt de wereldlijn van Aimee rihting het punt (3,0;,0) Geeurtenis V vindt plaats wanneer de wereldlijn van Aimee de wereldlijn van de al snijdt. Op dat moment stopt de al met ewegen, net als Ramon en Aimee. De wereldlijnen van Ramon en Aimee lopen dan evenwijdig aan die van de al en dus evenwijdig aan de vertiale as. Figuur D.7 ThiemeMeulenhoff v P

8 Opgave 9 a De afstand die het liht aflegt, ereken je met de formule voor de snelheid. x = v t. x = 0,496 0 m (Zie BINAS tael 3) v = =, m/s 0,496 0 =, t t = 4,990 0 s 4,990 0 Dit 8,368 min 60 Afgerond: 8 minuten Je ziet de geeurtenis de zon gaat onder in Nederland als het liht vanuit Nederland je ogen ereikt. Gaat de zon onder in Nederland, dan evindt Nederland zih al in de shaduw. Het laatste liht dat in Nederland wordt weerkaatst, moet de afstand tussen de aarde en de maan afleggen, en dat kost tijd. Je neemt de geeurtenis dus later waar. Opgave 0 a De afstand lihtjaar is de afstand die het liht in jaar aflegt. De afstand,0 0 3 lihtjaar wordt door liht dus in,0 0 3 jaar afgelegd. De supernova vond dus plaats in 604,0 0 3 = 3,96 0 jaar. Afgerond: 4,0 0 jaar De supernova vond dus plaats in het jaar 4,0 0 voor Christus. Zie figuur D.8a. Je kunt een geeurtenis waarnemen als die innen de lihtkegel van de waarnemer valt. Geeurtenis A valt uiten de lihtkegel en kan hij dus niet waarnemen. Figuur D.8a ThiemeMeulenhoff v P

9 Zie figuur D.8. De geeurtenis supernova waarnemen is de rand van de lihtkegel in punt A. Deze lihtkegel snijdt de t-as van een waarnemer op aarde op een tijdstip later dan geeurtenis B. Dus is de zware ster al een neutronenster als de supernova wordt waargenomen. Figuur D.8 d e Zie figuur D.8. De lihtkegel van geeurtenis A snijdt zowel de wereldlijn van Pluto als de wereldlijn van een waarnemer op aarde. Het snijpunt met de wereldlijn van Pluto wordt op een later tijdstip ereikt. Zie figuur D.8. De lihtkegel van geeurtenis B snijdt de wereldlijn van Pluto later dan de lihtkegel van geeurtenis A. De afstand tussen de snijpunten op de wereldlijn van Pluto is even groot als de afstand tussen de snijpunten op de wereldlijn van de aarde. Figuur D.8 ThiemeMeulenhoff v P

10 D.3 Gelijktijdigheid Opgave a Zie lijn a in figuur D.9. x0 = 60 m, dus lijn a gaat door punt ( 60, 0) Voor de verplaatsing geldt s = v t met v = 0,. Hieruit volgt s = 0, t = 0,t. Dus als t = 00 m, is s = 0, 00 = 0 m Lijn a gaat dus door ( 50, 00) Zie lijn in figuur D.9. x0 = 60 m, dus lijn a gaat door punt (60, 0) v = 0,3 dus op t = 00 m is s = 0, 00 = 30 m Lijn gaat dus door (30, 00) Zie lijn in figuur D.9. x0 = 30 m, dus lijn gaat door punt (30, 0) v = 0,8 dus op t = 50 m is s = 0,8 50 = 40 m Lijn gaat dus door (70, 50) d Zie figuur D.9. x0 = 30 m, dus lijn d gaat door punt ( 30, 0) v = 0,9 dus op t = 50 m is s = 0,9 50 = 45 m Lijn a gaat dus door ( 75, 50) Figuur D.9 ThiemeMeulenhoff v P

11 Opgave a Zie figuur D.0a. Geeurtenissen die in het stelsel van William op dezelfde plek plaatsvinden, liggen op een lijn evenwijdig aan de t-as van William. Geeurtenissen A en D vinden plaats op dezelfde plek in het stelsel van William. Figuur D.0a Zie figuur D.0. Geeurtenissen die in het stelsel van William gelijktijdig plaatsvinden, liggen op een lijn evenwijdig aan de ruimte-as van William. Geeurtenissen C en E zijn dus gelijktijdig in het stelsel van William. Figuur D.0 ThiemeMeulenhoff v P

12 Zie figuur D.0. Geeurtenissen die in het stelsel van Jurgen op dezelfde plek plaatsvinden, liggen op een lijn evenwijdig aan de t-as van Jurgen. Deze valt samen met de wereldlijn van Jurgen. Geeurtenissen B en D vinden plaats op dezelfde plek in het stelsel van Jurgen. Dat geldt ook voor de geeurtenissen E en F en de geeurtenissen A en C. Figuur D.0 Zie figuur D.0d. Geeurtenissen die in het stelsel van Jurgen gelijktijdig plaatsvinden, liggen op een lijn evenwijdig aan de ruimte-as van Jurgen. De hoek tussen de ruimte-as van het stelsel van Jurgen en de ruimte-as van William is even groot als de hoek tussen de t-assen. In figuur D.0d is de ruimte-as van Jurgen met een streeplijn aangegeven. Geeurtenis C en F zijn dus gelijktijdig in het stelsel van William. Figuur D.0d ThiemeMeulenhoff v P

13 Opgave 3 a Voor de verplaatsing van Bart geldt s = v t. v v Hieruit volgt s t t Als t = 00 dan geldt s = 30 m Dus 30 v 00 v = 0,30 De steilheid van de wereldlijn van Auke is gelijk aan die van Bart. De snelheid van Auke is dus ook 0,30 Zie figuur D.a. De hoek tussen de ruimte-as van Auke en de ruimte-as van Yuen is gelijk aan de hoek tussen de t-assen van Auke en Yuen. De t-as van Auke valt samen met de wereldlijn van Auke in diagram D.a. Figuur D.a ThiemeMeulenhoff v P

14 Zie figuur D.. Geeurtenis A vindt plaats op x = 30 m. Geeurtenis B vindt in het stelsel van Bart en Auke gelijktijdig plaats. Geeurtenissen A en B liggen dus op een lijn die evenwijdig is aan de ruimte-as van Auke. Figuur D. d Geeurtenissen die in het stelsel van Yuen gelijktijdig zijn, liggen op een lijn die evenwijdig is aan de ruimte-as van Yuen. In het referentiestelsel van Yuen vindt geeurtenis A vindt eerder plaats dan geeurtenis B. Dus kunnen in het referentiestelsel van Yuen de twee inslagen niet tegelijkertijd plaatvinden. Opgave 4 a De tijd ereken je met de formule voor de snelheid. x = v t. x = 80 m v = 0,7 = 0,7, = 8, m/s 80 = 8, t t = 9, s Afgerond: t = 9,9 0 7 s De afstand in het referentiestelsel van de kogel ereken je met de formule voor de lengtekrimp. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,7 ThiemeMeulenhoff v P

15 (0,7 ),039 0,7 e e 80 m 80,039 77,0 m Afgerond: 77 m Zie figuur D.. Mogelijke gevolgen van geeurtenis X evinden zih in de lihtkegel van geeurtenis X. Dat is niet het geval, dus de shutter kan geen gelijk heen. Figuur D. Opgave 5 a Geeurtenissen die in het referentiestelsel van Lola gelijktijdig plaatsvinden, liggen op een lijn die evenwijdig is aan de ruimte-as van Lola. Geeurtenissen A en B zijn in het stelsel van Lola dus gelijktijdig. Geeurtenissen die in het referentiestelsel van Buzz gelijktijdig plaatsvinden, liggen op een lijn die evenwijdig is aan de ruimte-as x van Buzz. Geeurtenissen A en A zijn in het stelsel van Buzz dus gelijktijdig. In het referentiestelsel van Lola duurt de reis 5,3 jaar. De tijd komt overeen met de afstand OB. In het referentiestelsel van Buzz komt de duur van de reis overeen met de afstand OA. Afstand OA is kleiner dan afstand OB. Dus is de reistijd in het referentiestelsel van Buzz kleiner dan 5,3 jaar. ThiemeMeulenhoff v P

16 D.4 Energie Opgave 6 a Zie figuur D.3. De kinetishe energie volgt uit E E m kin tot Figuur D.3 Als de snelheid van een deeltje met massa in de uurt van de lihtsnelheid komt, dan neemt de energie asymptotish toe tot oneindig. Er is dus oneindig veel energie nodig om de lihtsnelheid te ereiken, en dat is onmogelijk. Opgave 7 a De snelheid van een proton ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator ereken je met de formule voor de totale energie. Etot m Etot = 7,0 TeV = 7,0 0 ev (Afstemmen eenheden) m = 938,7046 MeV = 938, ev (Zie BINAS tael 7) 7,0 0 ev = γ 938, γ = 7, v 3 7,46 0 v v 0,999 Het proton heeft dus ijna de lihtsnelheid. Het aantal protonen in een undel ereken je met de totale energie van een undel en de kinetishe energie van een personenauto. De kinetishe energie van de personenauto ereken je met de formule voor de kinetishe energie. ThiemeMeulenhoff v P

17 E k m v m = 00 kg 90 v 90 km/h = 5 m/s (Afstemmen eenheden) 3,6 k 5 E ,75 0 J De energie van één proton is 7,0 TeV = 7,0 0, =, 0 6 J. Er evinden zih dus Afgerond: 3, ,750, 0 6 3,34 0 protonen in een undel. Opgave 8 a De rustenergie ereken je met de formule van Einstein. E = m m = 4,006 u (Zie BINAS tael 5A) m = 4,006, = 6, kg (Zie BINAS tael 7) =, m/s E = 6, (, ) E = 6, J Afgerond: E = 6,0 0 0 J Je moet met relativistishe mehania rekenen als de kinetishe energie in de uurt komt van de rustenergie. De kinetishe energie is het vershil tussen de totale energie en rustenergie. Ek = Etot Erust = 3,5 nj 6,0 0 0 = 3, ,0 0 0 =,9 0 9 J De kinetishe energie is zelfs groter dan de rustenergie, dus je moet relativistishe mehania geruiken. De snelheid van de protonen ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator ereken je met de formule voor de totale energie. Etot m Etot = 3,5 nj = 3,5 0 9 J m = 6,0 0 0 J 3,5 0 9 = γ 6,0 0 0 γ = 5,833 (Afstemmen eenheden) v 5,833 v 0,985 v = 0,99 v ThiemeMeulenhoff v P

18 Opgave 9 a De toename in proenten volgt uit de relativistishe fator in de formule voor de totale energie van het ruimteship. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,0 (0,0 ),006 Etot m Etot,006 m De totale energie is dus toegenomen met %. De snelheid van het ruimteship ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator volgt uit de formule voor de totale energie. Etot m Als Etot verdueld is, dan is de totale energie twee keer de rustenergie. Etot = m Dus de gammafator is,0 v,0 v v 0,866 v = 0,87 Opgave 0 a De energie die ij een kernreatie vrijkomt, ereken je met het massadefet. Δm = mvoor mna mvoor =,040 = 4,0804 u (Zie BINAS tael 5) mna = 4,00603 u (Zie BINAS tael 5) Δm = 4,0804 4,00603 = 0,0560 u u komt overeen met 93,49406 MeV (Zie BINAS tael 7) E = 0, ,49406 = 3,847 MeV Afgerond: E = 3,8 MeV Het aantal kg zeewater ereken je uit de enodigde energie en de energie die deuterium in,0 kg zeewater kan leveren. De energie die deuterium in,0 kg zeewater kan leveren ereken je uit de energie die vrijkomt ij de kernreatie en het aantal deuteriumatomen in,0 kg zeewater. ThiemeMeulenhoff v P

19 Het aantal deuteriumatomen in,0 kg zeewater volgt uit het aantal deuteriumatomen in,0 kg water. Het aantal deuteriumatomen in,0 kg water ereken je met aantal mol water in,0 kg water en het getal van Avogadro. Het aantal mol water in,0 kg ereken je met de molaire massa van water. De molaire massa van water is 8,05 g/mol. (Zie BINAS tael 98),0 0 Dus in,0 kg water zit 55,5 mol HO 8, ,5 mol HO evat 55,5 6,0 0 3 = 3, moleulen HO en dus 3, =6, atomen waterstof In BINAS tael 5A staat dat 0,05% van de waterstof op aarde deuterium is.,00 kg water evat dus 6, ,0005 = 7,688 0 atomen deuterium. Dat komt overeen met 7, ,8 =, MeV. Dit is, , =, J. Het aantal kg zeewater dat nodig is om 30 PJ = J te leveren is dus gelijk aan ,03 0 kg 0,930 Afgerond:,0 0 6 kg ThiemeMeulenhoff v P

20 D.5 Zwarte gaten Opgave a De ontsnappingssnelheid ereken je met de formule voor de ontsnappingssnelheid. vontsnapping G M r G = 6, N m kg (Zie BINAS tael 7) M = 0,9, kg (Zie BINAS tael 3C) r = 0,3 6, m (Zie BINAS tael 3C) v 30 6, ,9, ,97 0 m/s 0,36,963 0 ontsnapping 8 Afgerond: vontsnapping = 6,0 0 5 m/s De shwarzshildstraal ereken je met de formule voor de shwarzshildstraal. G M Voor de shwarzshildstraal geldt Rs G = 6, N m kg (Zie BINAS tael 7) M = 0,9, kg (Zie BINAS tael 3C) =, m/s (Zie BINAS tael 7) 30 6, , 9, Rs 8,5630 m 8, Afgerond: Rs = 8,6 0 m Opgave G M a Voor de shwarzshildstraal geldt Rs De shwarzshildstraal is alleen afhankelijk van de massa van de zon en niet van de straal. Dus de shwarzshildstraal lijft gelijk als de straal van de zon toeneemt. Een ster is een zwart gat wanneer de straal van de ster kleiner is dan de shwarzshildstraal. De shwarzshildstraal van de neutronenster is,95 km, omdat de massa gelijk is aan de massa van de zon. De straal van de neutronenster is 0 km en is dus groter dan,95 km. De neutronenster is dus geen zwart gat. G M R Wordt de shwarzshildstraal keer zo groot, dan wordt volgens de formule s de massa ook keer zo groot. Omdat de dihtheid onstant is, wordt het volume dus 3 ook keer zo groot. Voor het volume van een ol geldt V 4 r. d Als de straal toeneemt met 6%, dan wordt het volume,6 3 =,00 keer zo groot. Als de neutronenster zijn massa verduelt, dan is zijn straal slehts 6% groter geworden. De massa neemt dus sneller toe dan de straal. Op een gegeven moment is de shwarzshildstraal dus groter dan de straal van de neutronenster. En dan is hij een zwart gat. Opgave 3 a Voor de straal van een ol geldt m Voor de dihtheid geldt V V 4 3 r Voor de massa M van de ster geldt dus π M V r De straal r is gelijk aan de shwarzshildstraal RS. 4 3 G M M π R 3 S met RS= 3 3 ThiemeMeulenhoff v P

21 4 G M M π 3 M G M π π G M De minimale dihtheid ereken je met de gegeven formule. De massa van een zwart gat ereken je met de formule voor de shwarzshildstraal. G M Voor Rs RS =,0 m =,0 0 m (Afstemmen eenheden) G = 6, N m kg (Zie BINAS tael 7) =, m/s (Zie BINAS tael 7),0 0 6, M = 6, kg, M 8 6 3, ,607 0 kg/m 3 3π 6, ,733 0 Afgerond: ρ =, kg/m 3 Opgave 4 a De satelliet staat op grote afstand van het aardoppervlak. Daar is de sterkte van het zwaartekrahtveld veroorzaakt door de aarde kleiner dan die op het aardoppervlak. Een klok aan oord van de satelliet loopt voor een waarnemer op aarde sneller. De satelliet eweegt ten opzihte van een waarnemer op aarde. Daardoor is er sprake van tijdrek: de klok aan oord van de satelliet loopt voor een waarnemer op aarde langzamer. Omdat de twee effeten tegengesteld zijn, geldt voor het totale vershil: Δttot = Δtzw Δttijdrek 39 = Δtzw 8 Het tijdvershil is dus 4 μs. Het effet van de zwaartekraht op de tijd is groter dan het effet van de tijdrek. De zwaartekraht zorgt ervoor dat de klok aan oord van de satelliet sneller loopt voor waarnemers op aarde. De klok loopt dus sneller. Opgave 5 a Uit figuur D.4 van het katern lijkt dat de verhouding tussen het tijdsinterval gemeten in de sonde en het tijdsinterval gemeten op aarde altijd kleiner is dan. Het tijdsinterval dat op aarde wordt gemeten is dus groter dan die in de sonde. Voor de frequentie geldt f T De gemeten frequentie op aarde is dus kleiner dan 6,5 0 8 Hz. De afstand tot de kern van het zwarte gat ereken je met de shwarzshildstraal en de verhouding van de tijdsintervallen. De tijdsintervallen ereken je met de formule voor de frequentie. De shwarzshildstraal ereken je met de formule voor de shwarzshildstraal. G M R De shwarzshildstraal ereken je met s 35 6, ,0 0 8 Rs 8,90 m 8, ThiemeMeulenhoff v P

22 De frequentie is omgekeerd evenredig met de tijd. Er geldt dus: 8 tzw f 4, 0 0,646 t f 8 zw 6,5 0 In figuur D.4 van het katern lees je dan af: r =,7RS. De sonde evindt zih dus op,7 8,9 0 8 =,5 0 9 m. Afgerond:,5 0 9 m Uit figuur D.4 uit het katern lijkt dat wanneer de afstand r in de uurt van de shwarzshildstraal Rs komt, de verhouding tussen de tijd aan oord van de sonde en de tijd voor een waarnemer op aarde zeer klein wordt. Een signaal dat aan oord slehts kort duurt, zal op aarde veel langer duren. Als deze verhouding naar nul gaat, dan duurt het op aarde oneindig lang om een signaal te waarnemen. Het signaal wordt dus niet waargenomen. ThiemeMeulenhoff v P

23 D.6 Afsluiting Opgave 6 a De snelheid van het pion ereken je met de formule voor de gammafator. De gammafator volgt uit de formule voor de totale energie. De rustmassa van een pion ereken je met de rustmassa van een elektron. Erust,pion = 64 Erust,elektron Erust,elektron = 0,50998 MeV (Zie BINAS tael 7) Erust,pion = 64 0,50998 MeV = 34,9 MeV Etot m Etot = 0 MeV m = 34,9 MeV 0 = γ 34,9 γ =,556 v,556 v 0,766 v Het pion heeft dus een snelheid die 77% van de lihtsnelheid is. De afstand die het pion aflegt, ereken je met de formule voor de snelheid. De snelheid ereken je met de lihtsnelheid. De tijd ereken je met de formule voor de tijdrek. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,77 (0,77 ),567 t t e t 7 e = 8,4 0 s 7 6 t,567 8, 4 0,36 0 s = v t v = 0,77 = 0,77, =, m/s s =, , = 3, m Afgerond: s = 3,0 0-8 m ThiemeMeulenhoff v P

24 Zie figuur D.4. De wereldlijn van het pion loopt tot aan x = 3,0 0 8 m en t =, , = 3, m. De wereldlijn van een foton staat onder een hoek van 45 omdat het met de lihtsnelheid eweegt. In figuur D.4 ewegen ze in tegengestelde rihting. Figuur D.4 d Zie figuur D.5. Het pion staat stil in zijn eigen stelsel. Op t =, ,4 0 7 =,5 0 8 m vervalt het pion in twee fotonen. Figuur D.5 ThiemeMeulenhoff v P

25 Opgave 7 a Een lihtjaar is de afstand die liht aflegt in een jaar. Een lihtjaar is dus gelijk aan 365, , = 9, m. Volgens BINAS tael 3B is de afstand tot Altair gelijk aan 5,8 0 6 m. de 5,8 0 Dat is gelijk aan 9, ,7 lihtjaar. De tijd die Evelien onderweg is in het stelsel van Gert, ereken je met de formule voor snelheid. Druk je de afstand uit in lihtjaar en de snelheid in delen van lihtsnelheid, dan is de tijd in jaar. x = v t x = 6,7 lihtjaar = 33,4 lihtjaar v = 0,80 33,4 = 0,80 t t = 4,75 jaar (Raket gaat heen en weer) Gert is dus 9 + 4,75 = 60,75 jaar wanneer Evelien terugkomt. Afgerond: 6 jaar In het referentiestelsel van Evelien verloopt de tijd langzamer dan in het referentiestelsel van Gert vanwege tijdrek. De tijdrek ereken je met de formule voor de tijdrek. De tijd van Evelien ereken je met de formule voor de tijdrek. De relativistishe fator ereken je met de formule voor de gammafator. v v = 0,80 (0,80 ),666 4,666 t e t e = 5, jaar Evelien is dus 7 + 5, = 5, jaar wanneer ze terugkomt. d Ze is dus jonger dan Gert. Zie figuur D.6a. De t -as van Evelien valt samen met de lijn met ijshrift Evelien. De hoek tussen x -as van Evelien en de x-as van Gert is even groot als de hoek tussen de t -as van Evelien en de t-as van Gert. De hoek tussen x -as van Evelien en de x-as van Gert komt overeen met hoek α. De hoek tussen de t -as van Evelien en de t-as van Gert komt overeen met hoek β. x -as van Evelien loopt dus door de punten A en A De geeurtenissen A en A liggen op de x -as van Evelien. De geeurtenissen A en A zijn dus gelijktijdig in het stelsel van Evelien. ThiemeMeulenhoff v P

26 Figuur D.6a e Zie figuur D.6. Het vershil in reistijd Δt volgt uit de afstand van A tot A. Figuur D.6 ThiemeMeulenhoff v P

Stevin vwo Uitwerkingen Speciale relativiteitstheorie ( ) Pagina 1 van 8

Stevin vwo Uitwerkingen Speciale relativiteitstheorie ( ) Pagina 1 van 8 Stevin vwo Uitwerkingen Speiale relativiteitstheorie (14-09-015) Pagina 1 van 8 Opgaven 1 Het is maar hoe je het ekijkt 1 a Een inertiaalsysteem is een omgeving waarin de eerste wet van Newton geldt. a

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Opgae Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald tijdstip.

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Opgae Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald

Nadere informatie

Bewijzen en toegiften

Bewijzen en toegiften Bewijzen en toegiften Het bewijs van Mermin voor het optellen van snelheden W op een perron ziet W in een treinwagon passeren met snelheid v. W shiet een kogel af met snelheid u en stuurt tegelijkertijd

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11 Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen (-0-03) Pagina van Opgaven 3. Zwaaien en dansen a Ja, de periode is h. a Nee, de draaiing is geen eweging rondom een evenwichtsstand. a 5 T = 3600 =

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vetoren en hefomen (09-06-2010) Pagina 1 van 25 Opgaven 4.1 Salars en vetoren 1 Verplaatsing 4 m naar rehts en 1 m naar eneden. 2 a 2 2 s = 4 + 1 = 4,12.. = 4,1

Nadere informatie

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Zo n grafiek noem je een dalparabool. V-a Hoofdstuk - Funties Hoofdstuk - Funties Voorkennis O A B De grafiek ij tael A is een rehte lijn, want telkens als in de tael met toeneemt neemt met toe. Het startgetal is en het hellingsgetal is. d

Nadere informatie

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10 Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen (26-08-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 10.1 Fotonen 1 a Tael 19B: 920 nm is infrarood en 12 m is SHF (super high frequeny) 8 3,00 10 λ 6 = = = 0,333 m f

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 7 Trillingen en golven ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 7 Trillingen en golven ( ) Pagina 1 van 11 Stevin havo Antwoorden hoodstuk 7 Trillingen en golven (07-0-07) Pagina van Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: ó dit antwoord is out, ó jouw antwoord is out. Als je er

Nadere informatie

2.1 Onderzoek naar bewegingen

2.1 Onderzoek naar bewegingen 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 afstand a De (gemiddelde) snelheid leid je af met snelheid =. tijd Je moet afstand en snelheid bespreken om iets over snelheid te kunnen zeggen. afstand snelheid

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden Speciale relativiteitstheorie Pagina 1 van 10 0; 0,99; 1; 1

Stevin vwo Antwoorden Speciale relativiteitstheorie Pagina 1 van 10 0; 0,99; 1; 1 Stevin vwo Antwooren Speiale relativiteitstheorie Pagina 1 van 10 Opgaven 1 Het is maar hoe je het ekijkt 1 a Een inertiaalsysteem is een omgeving waarin e eerste wet van Newton gelt. a C γ 1 β γ β 0;

Nadere informatie

Bewijzen en toegiften

Bewijzen en toegiften Bewijzen en toegiften 1 Het bewijs van Mermin voor het optellen van snelheden W op een perron ziet W in een treinwagon passeren met snelheid v. W schiet een kogel af met snelheid u en stuurt tegelijkertijd

Nadere informatie

Kwantummechanica Donderdag, 29 september 2016 OPGAVEN SET HOOFDSTUK 1 - OPLOSSINGEN

Kwantummechanica Donderdag, 29 september 2016 OPGAVEN SET HOOFDSTUK 1 - OPLOSSINGEN 1 Kwantummehania Donderdag, 29 september 2016 OPGAVEN SET HOOFDSTUK 1 - OPLOSSINGEN ALGEMENE VRAGEN Opgave 1: Wat is de maximum snelheid dat een deeltje kan hebben, zodat zijn kinetishe energie geshreven

Nadere informatie

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen 1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen

Nadere informatie

18 Astrofysica. Die snelheid vul je in in vergelijking (1) en aan de linkerkant van de vergelijking staat dan:

18 Astrofysica. Die snelheid vul je in in vergelijking (1) en aan de linkerkant van de vergelijking staat dan: 18 Astrofysia Die snelheid vul je in in vergelijking (1) en aan de linkerkant van de vergelijking staat dan: Introdutie: De telesoop Gaia en het Lagrangepunt 1 a Aan de rehterkant van vergelijking (1)

Nadere informatie

11.1 Straling van sterren

11.1 Straling van sterren . Straling van sterren Opgave a De afstan ie het liht in een jaar aflegt, ereken je met e formule voor e snelhei. Geruik hierij e nauwkeurige waare voor e omlooptij van e aare om e in BINAS tael. s = v

Nadere informatie

B.1 Inwendige van de aarde

B.1 Inwendige van de aarde B. Inwendige van de aarde Opgave a De druk in de uitenmantel is lager dan de druk in de innenmantel. De deeltjes in de uitenmantel worden daardoor minder op elkaar gedrukt. De uitenmantel is daardoor meer

Nadere informatie

RELATIVITEIT. 1. Inleiding. 2. Lorentz en Poincaré

RELATIVITEIT. 1. Inleiding. 2. Lorentz en Poincaré RELATIVITEIT N.G. SCHULTHEISS. Inleiding In deze module wordt er uitgelegd hoe een natuurkundige gebeurtenis door vershillende waarnemers wordt waargenomen. Iedere waarnemer heeft een eigen assenstelsel

Nadere informatie

Relativiteit. N.G. Schultheiss

Relativiteit. N.G. Schultheiss 1 Relativiteit N.G. Shultheiss 1 Inleiding In deze module wordt er uitgelegd hoe een natuurkundige gebeurtenis door vershillende waarnemers wordt waargenomen. Iedere waarnemer heeft een eigen assenstelsel

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden door Daan 4301 woorden 3 april 2016 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 a De (gemiddelde)

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur De frequentie in figuur 3 is dus lager Het lipje bij

Nadere informatie

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 9 Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld (18-09-014) Pagina 1 van 9 Opgaven 4.1 Liht als golven en als deeltjes 1 a x = l tanα Het patroon wordt dus wijder (grotere x) als l groter wordt.

Nadere informatie

VWO Katern C Kern- en deeltjesprocessen Uitwerkingen CONCEPT

VWO Katern C Kern- en deeltjesprocessen Uitwerkingen CONCEPT C. Suatomaire deeltjes Opgave a Een goudkern is positief geladen. Ook een alfadeeltje is positief geladen en wordt dus afgestoten door de goudkern. Het pad van het alfadeeltje is dan niet meer reht. De

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-2012) Pagina 1 van 20. b 12 3 5 7 c

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-2012) Pagina 1 van 20. b 12 3 5 7 c Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-01) Pagina 1 van 0 0 a Opgaven 1.1 Meten van tijden en afstanden x = 1,66.. = 1,7 45 7,5 y = = 73,3.. = 73 4,6 6,3 π z = = 0,515.. = 0,5 38,4 1,7

Nadere informatie

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20 Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk Versnellen (0-10-014) Pagina 1 van 0 De uitwerkingen van dit hoofdstuk zijn aangevuld met de manier die NiNa prefereert: meer nadruk op grafieken en gemiddelde

Nadere informatie

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (oktober 2014) Pagina 1 van 13 0,515 38,4

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (oktober 2014) Pagina 1 van 13 0,515 38,4 Stevin havo eel 1 Uitwerkingen hoofstuk 1 Bewegen (oktoer 2014) Pagina 1 van 1 Opgaven 1.1 Meten van tijen en afstanen 0 a y = 45 7,5 = 7,5 =,4 10 2,4 10 2 6, π z = = 0,515.. = 0,515 0,515 8,4 e f g Geruik

Nadere informatie

K4 Relativiteitstheorie

K4 Relativiteitstheorie K4 Relativiteitstheorie Ruimtetijd vwo Uitwerkingen basisboek K4. INTRODUCTIE 2 3 a De golflengte van radiostraling is groter dan die van licht. b Uit c λ f volgt dat de frequentie van de fotonen van radiostraling

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden door Daan 6637 woorden 3 april 2016 7,1 5 keer eoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Zie

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioativiteit (2016-06-08) Pagina 1 van 10 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als

Nadere informatie

RELATIVITEIT VWO. Lengtecontractie Rust- bewegende massa Relativistisch optellen

RELATIVITEIT VWO. Lengtecontractie Rust- bewegende massa Relativistisch optellen RELATIVITEIT VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 10 Zonnestelsel en heelal ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 10 Zonnestelsel en heelal ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 10 Zonnestelsel en heelal (2016-06-08) Pagina 1 van 10 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A) Naam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A) Opgave 1 Jack is verliefd op Jennifer (18) en wil graag een relatie met haar, liefst een seksuele! Het probleem is echter dat Jennifer hem te dik en te oud

Nadere informatie

Formuleblad relativiteit (deel 1)

Formuleblad relativiteit (deel 1) Formuleblad relativiteit (deel 1), www.roelhendriks.eu 1 Formuleblad relativiteit (deel 1) c v β en 1 1 β γ 1 c v t t o 1 c v L L o ) ( ct β x γ x ) ( x β ct γ ct ) ( ct β x γ x + ) ( x β ct γ ct + Δx

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Golven Pagina 1 van 8

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Golven Pagina 1 van 8 Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoodstuk 4 Golven Pagina 1 van 8 Opgaven 4.1 Lopende golven 1 a Het geluid legt de astand twee keer a: 2l = 4 0,25 l = 42,9 m De astand lijt hetzelde. Volgens tael 15A van

Nadere informatie

3.1 Krachten en hun eigenschappen

3.1 Krachten en hun eigenschappen 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Zie figuur 3.1. Beide pijlen zijn even lang, want de krachten zijn even groot. De veerconstante ereken je met ehulp van de formule voor de veerkracht. De veerkracht

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld (016-05-3) Pagina 1 van 8 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 25

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 25 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk Versnellen (17-10-014) Pagina 1 van 5 De uitwerkingen van dit hoofdstuk zijn aangevuld met de manier die NiNa prefereert: meer nadruk op grafieken en gemiddelde

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen Hoofdstuk - Periodieke ewegingen Voorkennis: Sinusoïden ladzijde 6 ( ) en D (,) V-a A,, B,, C, Via Interset vind je de snijpunten van = sin x en = x, 6 x, 5 of x, 67 Bij een vershuiving van eenheden naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra Hoofdstuk - Werken met algera Oplossen door ontinden ladzijde a ( )( ) 0 0 of 0 of of of of 0 ( )( ) 0 0 of 0 of ( )( ) a 0( )( ) 0 of,, of 0 stel a a a a 0( a )( a ) 0 a of a a of a De oplossingen zijn

Nadere informatie

Deeltjes in Airshowers. N.G. Schultheiss

Deeltjes in Airshowers. N.G. Schultheiss 1 Deeltjes in Airshowers N.G. Shultheiss 1 Inleiding Deze module volgt op de module Krahten in het standaardmodel. Deze module probeert een beeld te geven van het ontstaan van airshowers (in de atmosfeer)

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 14 Straling van sterren ( ) Pagina 1 van 6

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 14 Straling van sterren ( ) Pagina 1 van 6 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 14 Straling van sterren (2016-05-23) Pagina 1 van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout.

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 0 Hoofdstuk - Werken met algera. Oplossen door ontinden ladzijde a ( )( ) 0 0 of 0 of of of of. 0 ( )( ) 0 0 of 0 of. ( )( ). a 0( )( ) 0 of,, of 0 stel a a a a 0( a )( a ) 0 a of a a of a De oplossingen

Nadere informatie

Speciale relativiteitstheorie

Speciale relativiteitstheorie versie 13 februari 013 Speciale relativiteitstheorie J.W. van Holten NIKHEF Amsterdam en LION Universiteit Leiden c 1 Lorentztransformaties In een inertiaalstelsel bewegen alle vrije deeltjes met een

Nadere informatie

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert Opgave 7. 5 40 94 9U+ 0n 55Cs+ 7Rb + 0n 40 40 Na drie keer bètaverval verandert 55 Cs in 58 Ce. 94 94 Na drie keer bètaverval verandert 7 Rb in 40 Zr. Bij elke kernsplijting komt energie vrij. Bij elke

Nadere informatie

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Opgave 1 Koolstof-14-methode Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd

Nadere informatie

Large Hadron Collider. Uitwerkingen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Voorkennis. 3 Opgaven atoombouw. C.G.N. van Veen

Large Hadron Collider. Uitwerkingen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Voorkennis. 3 Opgaven atoombouw. C.G.N. van Veen Uitwerkingen HiSPARC Large Hadron Collider C.G.N. van Veen 1 Inleiding In het voorjaar van 2015 start de LHC onieuw o. Ditmaal met een hogere energie dan ooit tevoren. Protonen met een energie van 7,0

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds 4. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NAUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSUK 15: RILLINGEN 9/1/010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1 (3p+ 5p) Een

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 15

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 15 Stevin havo Antwooren hoofstuk 1 Bewegen (016-06-07) Pagina 1 van 15 Als je een aner antwoor vint, zijn er minstens twee mogelijkheen: óf it antwoor is fout, óf jouw antwoor is fout. Als je er (vrijwel)

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk - Meer variaelen ladzijde V-a Omdat het water met onstante snelheid uit de ak stroomt en de ak ilindervormig is, is de afname van de hoogte van de waterstand per tijdseenheid onstant. De hoogte

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo natuurkunde pilot 03-II Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 35 7 87 U + n Ba + Kr + n of 9 0 56 36 0 35 7 87 U + n Ba + Kr + n één neutron links van de

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen natuurkunde vwo II Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7

Nadere informatie

HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 1

HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 1 HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK Opgave : Causaliteit In het jaar 300 wordt door de Aardse Federatie een ruimteschip naar een Aardse observatiepost op de planeet P47 gestuurd. Op de maan van

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 21

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 21 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen (016-0-0) Pagina 1 van 1 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er (vrijwel)

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2016-I

wiskunde B pilot vwo 2016-I Formules Goniometrie sin( t+ u) = sin( t)os( u) + os( t)sin( u) sin( t u) = sin( t)os( u) os( t)sin( u) os( t+ u) = os( t)os( u) sin( t)sin( u) os( t u) = os( t)os( u) + sin( t)sin( u) sin( t) = sin( t)os(

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort

Nadere informatie

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Zonnestelsel en heelal (20-09-2014) Pagina 1 van 12

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Zonnestelsel en heelal (20-09-2014) Pagina 1 van 12 Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Zonnestelsel en heelal (20-09-2014) Pagina 1 van 12 Opgaven 3.1 Aarde, zon en maan De Uitleg van de introfoto Volgens tael 31 van Binas is de verhouding van

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties 6 de jaar

Onderzoekscompetenties 6 de jaar Onderzoeksompetenties 6 de jaar Werkshema Inleidende relatiiteitsleer Galilei-Lorentztransformaties, massaeranderingen Algemene lesgegeens De bedoeling an deze reeks lessen is om een klein deel te bespreken

Nadere informatie

MODULE GLIESE 667 RELATIVITEIT GLIESE 667. Naam: Klas: Datum:

MODULE GLIESE 667 RELATIVITEIT GLIESE 667. Naam: Klas: Datum: GLIESE 667 RELATIVITEIT GLIESE 667 Naam: Klas: Datum: GLIESE 667 GLIESE 667 WE GAAN OP REIS De invloed van de mensheid reikt steeds verder. In de oertijd kon een mens zich maar enkele kilometers van zijn

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 9

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 9 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 1 van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden Blok 1 - Vaardigheden ladzijde 6 1a + 8 3 e + 6 i 6 10 3 3 3 1 3 3 10 f + 6 j 10 + 3 0 + 3 8 1 3 6 6 6 6 1 18 10 1 g ( 3) 3 6 k 9 6 d ( 3+ ) 10 + 6 3 h 3 8 l 1 3 1 3 a Antwoord: 6 invoer: goed Antwoord:

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex vwo I Eindexamen natuurkunde -2 compex vo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 voorbeeld van een antoord: In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur 2. De frequentie in

Nadere informatie

natuurkunde havo 2019-II

natuurkunde havo 2019-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Koper 67 maximumscore 3 67 67 0 0 Cu Zn + e + γ 9 30 0 β en γ rechts van de pijl Zn als vervalproduct (mits verkregen via kloppende

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,

Nadere informatie

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro Vaardigheden ladzijde 5 a 7 f 8 0 g 8 0,96 h 9 d 9 i 0 e 8 j a 7,5 e 8 5 6 f 6 g 5, 0, = 0, 3 3 9 d 9 h = = =, 5 3a 8, = 3, 88 euro a 6, 365 = 58 dagen 6 3, = 3568, gram Drie dagen is 7 uur, dus 0, 7 =

Nadere informatie

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling Quantummechanica en sleer bij kosmische straling Niek Schultheiss 1/19 Krachten en krachtdragers Op kerndeeltjes werkt de zwaartekracht. Op kerndeeltjes werkt de elektromagnetische kracht. Kernen kunnen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo II

Eindexamen natuurkunde havo II Eindexamen natuurkunde havo 999 - II Opgave Fietser Elementen van een berekening: Er geldt F w = F rol + F lucht. Uit de grafiek lees je af dat F rol = 4,0 N en dat F(5) = 8,0 N. Dus F w (5) = 8,0 N =

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde pilot I

Eindexamen havo natuurkunde pilot I Eindexamen havo natuurkunde pilot - I Opgave Sprong op de maan maximumscore uitkomst:,43 m (met een marge van,3 m) voorbeeld van een bepaling: Als Young loskomt van de grond is zijn zwaartepunt op een

Nadere informatie

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 19

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 19 Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Liht en ziht (13-10-2011) Pagina 1 van 19 Opgaven 5.1 Beelden ij spiegels en lenzen 1 B en C 2 De ander staat 2 + 5 = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I - + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Uitwerkingen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met

Nadere informatie

1.1 Grootheden en eenheden

1.1 Grootheden en eenheden . Grootheen en eenheen Opgave a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarij je e waarneming uitrukt in een getal, meestal met een eenhei. De volgene metingen zijn kwantitatief: het aantal kineren het aantal

Nadere informatie

1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002

1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002 1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002 1 Relativiteit Als je aan relativiteit denkt, dan denk je waarschijnlijk als eerste aan Albert Einstein. En dat is dan ook de bedenker van de relativiteitstheorie.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties Hoofdstuk Mahtsfunties ladzijde 9 Va Voor elke 0 geldt: > 0. Dus de grafiek van f ligt oven de as. 9 of De yas is symmetrieas. d Het punt (0 0). Va y 0 ( ) 0 0 of 0 0 of 0 of of De oördinaten van de snijpunten

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties vwo AC deel Uitwerkingen Moderne wiskunde Hoofdstuk Mahtsfunties ladzijde 9 Va Voor elke 0 geldt: > 0. Dus de grafiek van f ligt oven de as. 9 of De yas is symmetrieas. d Het punt (0 0). Va y 0 ( ) 0 0

Nadere informatie

In figuur 9.7 van het basisboek is de afstand tussen de twee R-pieken 5,0 cm. 1 cm komt overeen met 0,25 s. De periode T is 5,0 0,25 = 1,25 s.

In figuur 9.7 van het basisboek is de afstand tussen de twee R-pieken 5,0 cm. 1 cm komt overeen met 0,25 s. De periode T is 5,0 0,25 = 1,25 s. 9. rillingen Opgave a Na een epaalde tijd herhaalt de eweging zih. Dus de eweging van het hart is een periodieke eweging. Nee, de eweging van het hart is geen trilling. Er is geen evenwihtsstand waaromheen

Nadere informatie

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje Algemeen HiSPARC Cosmic air showers J.M.C. Montanus 1 Kosmische deeltjes De aarde wordt continu gebombardeerd door deeltjes vanuit de ruimte. Als zo n deeltje de dampkring binnendringt zal het op een gegeven

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II Eindexamen natuurkunde - vwo 00-II Opgave Sellafield Maximumscore voorbeeld van een antwoord: U ( n) Cs ( x n) Rb. 9 0 55 0 7 (Het andere element is dus Rb.) berekenen van het atoomnummer consequente keuze

Nadere informatie

natuurkunde havo 2016-II

natuurkunde havo 2016-II natuurkunde havo 206-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Sluis van Fankel maximumscore 2 uitkomst: 9,6 (minuten) voorbeeld van een bepaling: Op de heenweg ligt het

Nadere informatie

5. Lineaire verbanden.

5. Lineaire verbanden. Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 versie 15 5. Lineaire veranden. Opgave 5.1 Recht evenredig lineair verand F (N) 1 9 8 Uitrekking van een veer a = F 9 k = 37,5 x 4 = 7 6 5 4 F 9 N N k = = = 37,5 x 4 cm

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk, Functies en de GRM Hoofdstuk Functies en de GRM Kern Functies met de GRM a H (dm) 5 Na ongeveer 6 dagen. 6 8 0 t a De functie heeft geen functiewaarde voor X < 0.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies Hoofdstuk - Periodieke funties Voorkennis: Sinusfunties ladzijde V-a De omtrek van de eenheidsirkel is. Hierij hoort een hoek van zowel radialen als 0. Dus 80 komt overeen met radialen. graden 0 0 4 0

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds 4. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort

Nadere informatie

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Straling van sterren (22-09-2014) Pagina 1 van 8

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Straling van sterren (22-09-2014) Pagina 1 van 8 Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Straling van sterren (22-09-2014) Pagina 1 van 8 Opgaven 3.1 Elektromagnetishe straling 1 a Slehts een klein gedeelte van het elektromagnetish spetrum kan door

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Opgave Binnenverlichting Maximumscore 4 uitkomst: R tot = 4 Ω voorbeelden van een berekening: methode Het totale vermogen van de twee lampjes is gelijk aan 25,0 =

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme (2016-05-22) Pagina 1 van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout.

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Het edrijf rekent 35 euro voorrijkosten. 3t+ 35 = k Als de monteur 7 uur ezig is kost het 3 7 + 35 = 75 euro. d 3t + 35 = 7 3t = 3 t = 5, De monteur is,5 uur of uur en kwartier ezig geweest.

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme (08-02-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 5.1 Magneten en elektromagneten 1 a Ongelijke polen trekken elkaar aan. De noordpool van een kompas wordt

Nadere informatie

Relativistische interacties. N.G. Schultheiss

Relativistische interacties. N.G. Schultheiss 1 Relativistische interacties N.G. Schultheiss 1 Inleiding Botsingen van deeltjes zijn met behul van energie en imuls te beschrijven. Bij elastische botsingen blijft de som van de kinetische energie gelijk.

Nadere informatie

5.1 De numerieke rekenmethode

5.1 De numerieke rekenmethode Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )

Nadere informatie

De speciale relativiteitstheorie Overzicht - 1/6 -

De speciale relativiteitstheorie Overzicht - 1/6 - De speiale relatiiteitstheorie Oerziht - 1/6 - Waaroer gaat de speiale relatiiteitstheorie? Beweging is relatief. Dat wil zeggen dat je de snelheid an een oorwerp altijd meet ten opzihte an iets anders.

Nadere informatie