5 minuten versie voor Provinciale Staten

Transcriptie

1 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 22 maart 2016 Nee Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Weber, JF 13 april 2016 Onderwerp Aanvullende programmering 2016 op Uitvoeringsprogramma Groen 2015 Bijlagen Aanvullende Programmering 2016 op Uitvoeringsprogramma Groen 2015.docx Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht 1. Onderwerp in kort bestek Naar een programmatische en gebiedsgerichte aanpak van de uitvoering In het Hoofdlijnenakkoord is voor het Uitvoeringsprogramma Groen (UPG) een bedrag van 40 mln bestemd voor projecten en programma s die bijdragen aan de Beleidsvisie Groen van de provincie. Met het aantreden van het nieuwe college van GS in 2015 is het UPG in een nieuwe fase beland. De provincie kiest er voor om vanaf 2016 over te stappenop een meerjarige programmering. Hiertoe is aan de landschapstafels groen en recreatie gevraagd om regionale programma s op te stellen. De provincie is ambtelijk betrokken bij het vormgeven van deze programma s en draagt er financieel aan bij. Hierbij worden de volgende beginselen gehanteerd: De provincie is niet langer dé co-financier, maar één van de partners die middelen inbrengen in het programma; de landschapstafels worden nadrukkelijk uitgenodigd om zoveel mogelijk maatschappelijke partijen financieel of met inbreng van kennis, invloed en achterban, te laten meedoen in dit proces. GS hebben uit de middelen van het hoofdlijnenakkoord hiervoor voorlopig mln vrijgemaakt. Programmatische sturing betekent primair sturing op doelen en effecten; de programma s worden beschreven op hoofdlijnen en adresseren mede de provinciale doelen; geen micromanagement op projectniveau meer via bv. de subsidiebeschikkingen. De deal uit 2014 met de Leidse Ommelanden dient als voorbeeld voor de te sluiten gebiedsdeals c.q. gebiedsprogramma s; maatwerk wordt in toenemende mate de norm bij een meer bottom-up benadering in de gebieden en bij het creëren van coalities. De provincie voert de bestuurlijke regie via de vijf regiegroepen groen en recreatie. Met vertrouwen vooraf bieden de partners elkaar de ruimte om binnen de mogelijkheden met een optimaal programma te komen, dat recht doet aan de belangen van alle deelnemende partijen. 1/5

2 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Wettelijke regels: Algemene Wet Bestuursrecht, Algemene Subsidie Verordening van de provincie Zuid-Holland, Uitvoeringsregeling Groen (URG) Beleidskader: Beleidsvisie Groen b. Relatie andere interne beleidsterreinen Er is een relatie met de volgende interne beleidsterreinen: - Toerisme en vrije tijd Er ligt een duidelijke relatie tussen de recreatie doelen en toerisme en vrijetijd, bijvoorbeeld in relatie tot merk en marketing van gebieden. - Cultureel erfgoed: aangezien er in diverse projecten combinaties gemaakt worden tussen Erfgoedlijnen en groen (vooral met het recreatieve netwerk). - Verkeer en vervoer: Fietsplan; bv. door de kwaliteitsverbetering van stad-land-(fiets)-verbindingen. - Ruimte: In veel gevallen is er sprake van ingrepen in het landschap, waarbij rekening moet worden gehouden met de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit. - Water: verbeteren waterkwaliteit, waterrecreatie. c. Relatie externe partijen Deze voorstellen voor Aanvullende programmering 2015 zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de deelnemers aan de landschapstafels. De provincie bevordert dat de landschapstafels een volwaardig maatschappelijk netwerk ontwikkelen rond hun eigen opgave. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis PS hebben op 10 december 2014 het Uitvoeringsprogramma Groen (UPG) 2015 behandeld. GS hebben op 23 juni 2015 een aanvullende programmering vastgesteld op het UPG b. Waar staan we nu? Ter informatie hier kort uitgelegd hoe de gebiedsgerichte samenwerking vorm heeft gekregen: De landschapstafels en de regiegroepen GS hebben in 2014 de keuze gemaakt om in het domein groen en recreatie de beleidsrealisatie bij de gebieden neer te leggen. De gebieden hebben dit opgepakt via 13 bestuurlijke landschapstafels en dit is provinciaal dekkend. Aan de landschapstafels vinden overheden en maatschappelijke stakeholders elkaar. De provincie is bestuurlijk geen deelnemer aan de landschapstafels, maar voert het strategische gesprek, o.a. over doelen, effecten en middelen, via vijf regiegroepen. Een regiegroep is een cluster van landschapstafels, waterschappen en provincie. De samenwerking tussen de provincie en de landschapstafels, op met name het tactisch operationele niveau, krijgt vorm in ambtelijke samenwerking en gebiedsregie. 2/5

3 Regionale samenwerking Sinds de introductie van uitvoering via integrale gebiedsafspraken zijn in alle regio s in Zuid- Holland partijen (overheden en verschillende maatschappelijke organisaties) bezig om de onderlinge samenwerking te organiseren, die nodig is om gezamenlijk het groen, de recreatiemogelijkheden, de natuur en de landbouw een impuls te geven. Dit sluit aan bij de wens van de provincie om als één van de samenwerkende partners bij te dragen aan deze regionale ambities door de inzet van geld, kennis, relaties etc. De provincie heeft de regiegroepen groen & recreatie hierover geïnformeerd, nadat het Hoofdlijnenakkoord is vastgesteld, inclusief het perspectief op beschikbaar komende middelen. Daarbij is aangegeven dat de landschapstafels (of equivalenten daarvan) een centrale rol krijgen om gebiedsprogramma s op te stellen. De bovenregionale prioritering van de provinciale middelen vindt plaats via een discussie binnen de vijf regiegroepen groen en recreatie. De weg naar integrale gebiedsprogramma s Omdat een effectieve inrichting en opzet van een groot aantal programma s nieuw is voor zowel de provincie als de landschapstafels, is gekozen voor een gefaseerde aanpak die tempoverschil toelaat. In een eerste fase (maart 2016) zijn middelen beschikbaar gesteld voor activiteiten in de programma s , die voldoende gerijpt zijn om direct te starten. Hiermee wordt tempo gemaakt in de uitvoering. Vervolgens worden alle meerjarige programma s definitief uitgewerkt richting een tweede vaststellingsfase. Daarover wordt gesproken in de overleggen van regiegroepen begin juli Essentieel in deze aanpak is dat de landschapstafels de tijd benutten om hun programma s te voorzien van voldoende focus en visie, zodat alle middelen doelgericht en effectief worden ingezet. Hoewel de provincie bestuurlijk niet meepraat aan de landschapstafels, die de gebiedsprogramma s voorbereiden, wordt het proces wel ambtelijk begeleid via de gebiedsregie groen en recreatie. In de vorige collegeperiode is reeds ervaring opgedaan met deze aanpak, bijvoorbeeld binnen de gebiedsdeal met de Leidse Ommelanden, waar 7,5 mln aan een integraal programma door de provincie is bijgedragen. Met de regiegroepen is afgesproken alle gebiedsprogramma s in juni 2016 gereed te hebben, zodat GS in het najaar van 2016 kan overgaan tot vaststelling van de daarvoor beschikbare provinciale bijdrage. Eind januari, begin februari 2016 hebben de regiegroepen de stand van zaken m.b.t. de voorstellen voor gebiedsprogramma s besproken. Geconcludeerd is dat niet alle landschapstafels even ver zijn met het opstellen van gebiedsprogramma s. Enkele meerjarige programma s zijn voldoende rijp (samenhang tussen visie en doelen, aansluiting bij de provinciale doelen (o.a. groenbeleving, biodiversiteit en agrarisch ondernemerschap / vastgesteld door PS met de Beleidsvisie Groen), er is sprake van integraliteit en het programma is uitvoeringsgereed. Voor deze programma s verleent de provincie een financiële bijdrage, als voorschot op het totale meerjarige programma. Aan de landschapstafels, die nog geen robuust meerjarig programma hebben gepresenteerd, verleent de provincie procesmatige ondersteuning indien de desbetreffende landschapstafel daar behoefte aan heeft. Dit kan door een financiële bijdrage te verlenen voor bv. een verkenning, maar ook door ambtelijke capaciteit van de provincie beschikbaar te stellen. Hierover zijn in de regiegroepen afspraken gemaakt. Voor die landschapstafels waarmee is afgesproken een financiële bijdrage te verlenen in eerste fase van het gebiedsprogramma, treft u hierbij de aanvullende programmering voor gebiedsafspraken aan. 3/5

4 Het financieel instrumentarium In het Uitvoeringsprogramma Groen 2014 (UPG) is de mogelijkheid tot het maken van een integrale gebiedsafspraak geïntroduceerd. Dit is in de Uitvoeringsregeling Groen (URG, 2014) beschreven als een pakket aan projecten, waarin één of meerdere groendoelen worden gerealiseerd, waar mogelijk in combinatie met andere provinciale doelen. Op basis hiervan kan door samenwerkingspartners subsidie worden aangevraagd conform paragraaf 2.1 van de URG. Een gebiedsafspraak is altijd een samenwerking van meerdere partijen, waarin de provincie op basis van co-financiering bijdraagt. Deze nieuwe gebiedsgerichte werkwijze vraagt een actieve inzet van de samenwerkingspartners. Belangrijke voorwaarden voor opname als integrale gebiedsafspraak in het UPG zijn de bijdrage aan de doelen van de Beleidsvisie Groen van de provincie, het bovenlokale karakter van de maatregelen, het regionale draagvlak van de maatregelen en beheer en de beschikbaarheid van cofinanciering. In deze eerste fase loopt de subsidieverlening via de bestaande URG Medio 2016 wordt deze regeling aangepast om meerjarige programma s beter en met name flexibeler te kunnen faciliteren. Zo ontstaat een goede balans tussen handelingsvrijheid van de gebieden en de provinciale doelen, binnen een rechtmatig en doelmatig kader, met voldoende ruimte voor regionaal maatwerk. Afronding afspraken met gebiedsafspraken oude stijl De hier vastgestelde aanvullende programmering bevat niet alleen de opmaat voor het programmagericht werken vanaf 2016, maar ook twee in voorbereiding benoemde projecten in het Uitvoeringsprogramma Groen 2015, die nog vanuit de oude systematiek projectmatig worden gefinancierd. De dekking voor deze projecten wordt gevonden inde 100 mln voor groen en recreatie uit de vorige collegeperiode. Het gaat om de volgende onderdelen: 34 - Streekfonds Krimpenerwaard: bijdrage ,-; 41 - Gebiedsontwikkeling Noordrand Goeree: bijdrage 1,5 miljoen. c. Vervolgprocedure Dit besluit omvat fase 1 van de meerjarige programmering. Met het beoogde besluit in fase 2 (oktober 2016) op de volledige programma's wordt een meerjarige programmering UPG vastgesteld. Uiterlijk op dat moment zal ook een aangepast financieringsinstrument hiervoor zijn vastgesteld. 4. Financiële aspecten (dekking en risico s) Dekking wordt gevonden in programma 1 Groen, Waterrijk en Schoon. Er zijn nu geen financiele consequenties; die volgen pas als de subsidies worden toegekend. Het totaal van deze aanvullende programmering betreft 7,44 mln. Dit past binnen het hiervoor vastgestelde subsidieplafond van 10,5 miljoen voor Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon M.H.E. Nijenkamp Kamer mhe.nijenkamp@pzh.nl 4/5

5 5/5