5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 24 mei 2016 Nee Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Weber, JF 15 juni 2016 Onderwerp Diverse overeenkomsten POP-3 en Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen Zuid- Holland 2016 Bijlagen -Bijlage 1 Managementovereenkomst RVO-PZH uitvoering POP3 incl bijlagen.pdf -Bijlage 2 Prestatieovereenkomst RVO - PZH 2016 uitvoering POP3.pdf -Bijlage 3 Wijzigingsbesluit_uitvoeringsregeling_POP-3_Zuid-Holland.docx -Bijlage 4 Bestuursovereenkomst Uitvoeringsregeling POP3 PZH-waterschappen docx -Bijlage 5 POP-3 Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen water 2016.docx Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van op basis van de actieve informatieplicht 1. Onderwerp in kort bestek In de vergadering van 24 mei 2016 hebben Gedeputeerde Staten de volgende besluiten genomen in het kader van de Uitvoeringsregeling POP-3: 1. Aangegaan de Managementovereenkomst POP met het betaalorgaan RVO.nl; 2. Aangegaan de Prestatieovereenkomst POP met het betaalorgaan RVO.nl, voor een bedrag van euro, te dekken uit middelen als bedoeld onder besluit 6.; 3. Vastgesteld het Besluit tot wijziging van artikel 1.8 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid- Holland; 4. Aangegaan de Bestuursovereenkomst Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland met de waterschappen; 5. Vastgesteld het Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid- Holland 2016 (paragraaf 2.6 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland) voor een bedrag van euro; 6. Beschikbaar gesteld een bedrag van euro voor de externe uitvoeringskosten van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland voor de huidige collegeperiode t/m Hiervoor is ruimte in Programma 1, dekking bestaat uit provinciale middelen + bijdrage waterschappen + benutting vrijvallende middelen POP2 en Technische Bijstand POP3; 7. Bepaald het Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland 2016 en het Besluit tot wijziging van artikel 1.8 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid- Holland te publiceren in het provinciaal blad. 1/10

2 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland en het Openstellingsbesluit POP-3 Nietproductieve investeringen water Zuid-Holland 2016 zijn gebonden aan de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland, het Plattelandsontwikkelingsprogramma en gebonden aan Verordening (EU) Nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (betreft Europese cofinanciering agrarisch natuur- en landschapsbeheer); Verordening (EU) 1306/2013 en 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Als instrument dient de Uitvoeringsregeling POP3 zowel duurzame landbouw (landbouwinnovaties), water, gebiedsprogramma s als Natura Er is geen directe (financiële) relatie met andere beleidsterreinen. c. Relatie externe partijen De zeven Zuid-Hollandse waterschappen zijn betrokken bij de Bestuursovereenkomst Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Op 14 april 2015 is de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld, met een actualisatie op 16 februari Het betreft een subsidieregeling met een omvang van euro, gericht op het ondersteunen van projecten die bijdragen aan een moderne en renderende agrosector die schoon en effectief produceert en een duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen. De subsidie bestaat uit 50% Europees geld (ELFPO: Europees LandbouwFonds voor Plattelands-Ontwikkeling) en kent daarnaast cofinanciering door provincie, gemeenten en waterschappen. In 2016 kent de Uitvoeringsregeling POP3 een subsidieplafond van 9,4 miljoen euro. Enkel op basis van de Uitvoeringsregeling kunnen geen subsidies worden verstrekt; het is nodig dat Gedeputeerde Staten voor afzonderlijke maatregelen een openstellingsbesluit vaststellen. In een openstellingsbesluit geven Gedeputeerde Staten onder andere aan: welk onderdeel van de Uitvoeringsregeling wordt opengesteld; de periode waar binnen aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend; wat de hoogte van het subsidieplafond is en daarbinnen eventuele deelplafonds;- op grond van welke criteria de subsidieaanvragen beoordeeld worden. 2/10

3 Hieronder volgt per genomen besluit een toelichting. 1. Managementovereenkomst provincie Zuid-Holland - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) De managementovereenkomst beschrijft de taken en bevoegdheden van provincie en RVO.nl bij de uitvoering van POP3. Bij de managementovereenkomst wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de provincie zelf zoveel mogelijk uitvoerende taken uitvoert bij het verwerken van aanvragen. RVO wordt alleen betaald voor het doen van de verplichte taken die RVO heeft als betaalorgaan. 2. Prestatieovereenkomst voor de vergoeding van werkzaamheden van RVO.nl voor POP3 In de prestatieovereenkomst is door RVO gespecificeerd welke kosten door RVO worden gemaakt bij de uitvoering van de Uitvoeringsregeling POP3. De prestatieovereenkomst biedt inzicht in de kosten voor de periode , de resterende uitvoeringsperiode POP3. Jaarlijks wordt de prestatieovereenkomst voor het eerstvolgende jaar gespecificeerd. De prestatieovereenkomst is bindend voor het jaar De kosten RVO in 2016 bedragen euro. In de prestatieovereenkomst zijn ook de kosten gespecificeerd van de NVWA, die in opdracht van RVO diverse verplichte controles uitvoert (steekproef van 5% controles binnen een POPmaatregel op basis van betalingsverzoeken die RVO.nl krijgt, steekproef van 1% instandhoudingscontrole op basis van het aantal aanvragers/projecten). Deze kosten kunnen jaarlijks variëren omdat ze afhankelijk van de omvang en het aantal betaalverzoeken in een jaar. De kosten NVWA in 2016 bedragen euro. De prestatieovereenkomst met RVO leidt in 2016 niet tot kosten ten laste van de provincie. In 2016 kunnen de externe uitvoeringskosten RVO (en NVWA) worden gedekt uit middelen die via regiebureau POP beschikbaar komen. Deze middelen zijn vrijvallende middelen POP2 en Technische Bijstand POP3 (voor de jaren ). Over de benutting van deze middelen door de provincies zijn bestuurlijke afspraken gemaakt. De verrekening hiervan door RVO ten gunste van de provincies wordt de komende tijd ambtelijk verder vormgegeven - zie ook paragraaf 4, Financiële consequenties. Bij beslispunt 6 wordt aangegeven wat de totale omvang is van de externe uitvoeringskosten. Naast kosten voor RVO en NVWA zijn dat de kosten voor regiebureau POP, ADR, risicofonds en adviescommissies. Voor deze externe uitvoeringskosten (een bedrag van euro in de huidige collegeperiode t/m 2019) worden middels dit besluit de financiële middelen beschikbaar gesteld. Deze worden later ambtelijk voor de verschillende externe uitvoeringpartners onderverdeeld en verplicht. 3. Besluit tot wijziging van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland Dit betreft een wijziging van de bepaling die regelt vanaf welk moment kosten subsidiabel zijn. De Uitvoeringsregeling wordt daarmee in lijn gebracht met de opzet van het Programmadocument POP3. 3/10

4 4. Bestuursovereenkomst Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Zuid-Holland met de waterschappen Op grond van de uitvoeringsregeling kunnen subsidies worden verstrekt voor watermaatregelen. Voor de watermaatregelen als bedoeld in de Uitvoeringsregeling POP-3 treden de waterschappen op als co-financier. Met de waterschappen wordt een bestuursovereenkomst gesloten waarin afspraken worden gemaakt over de hoogte van de cofinanciering door de waterschappen, de rol van provincie en waterschappen bij de openstellingen, de verdeling van de uitvoeringskosten tussen provincie en waterschappen (de waterschappen betalen de uitvoeringskosten RVO die gepaard gaan met paragraaf 2.6 Nietproductieve investeringen water) en de benutting van de beschikbare Europese middelen. 5. Openstellingsbesluit POP-3 Niet-productieve investeringen water Zuid-Holland 2016 Dit betreft paragraaf 2.6 van de Uitvoeringsregeling, de zogenoemde 'niet-productieve investeringen water' voor een bedrag van euro. De term niet-productieve investeringen betreft investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit tot gevolg hebben. Deze openstelling richt zich specifiek op investeringen die leiden tot verbetering van de kwaliteit van water, zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water. Denk daarbij aan maatregelen zoals het terugbrengen van de natuurlijke morfologie en hydrologie en het beperken van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het (oppervlakte)water, bijvoorbeeld door efficiënter gebruik van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor bovenwettelijke activiteiten, in de toelichting van het openstellingsbesluit wordt gespecificeerd. De doelgroep voor de regeling is breed; zowel landbouwers, grondeigenaren, pachters, landbouworganisaties, provincies, waterschappen, gemeenten als natuur- en landschapsorganisaties kunnen aan aanvraag doen. Omdat de waterschappen de co-financierende overheid zijn voor deze maatregelen en geen financiering buiten de grenzen van ieders beheergebied wenselijk is, wordt in de openstelling gewerkt met een deelplafond per waterschap. Een dergelijk deelplafond is opgebouwd uit een deel Europese middelen en een even groot deel waterschapsmiddelen. Aanvragers kunnen aanvragen doen die betrekking hebben op gronden in het betreffende beheergebied van het waterschap gelegen binnen de provincie Zuid-Holland. Het subsidieplafond van deze openstelling bedraagt euro, Zie de financiële paragraaf. De openstellingsperiode wordt vanwege de vakantieperiode met enkele weken ten opzichte van de reguliere openstellingstermijn verlengd; de openstellingsperiode is van maandag 13 juni 2016 tot en met woensdag 24 augustus Beschikbaar stellen van middelen voor de uitvoering van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland. Onder 5. wordt ingegaan op de Openstelling van de maatregel Niet-productieve investeringen water. Dit is paragraaf 2.6 van de Uitvoeringsregeling POP3. Naast deze openstelling biedt de Uitvoeringsregeling POP3 diverse andere openstellingsmogelijkheden zie onderstaande 4/10

5 tabel. De nummers in de linker kolom corresponderen met de paragrafen van de Uitvoeringsregeling POP3: Maatregelen Uitvoeringsregeling POP3 Omvang subsidiebedrag 2.1 Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties rondom 1,26 miljoen euro innovaties Specifiek gericht op water internationale doelen 0,5 miljoen euro 2.2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische 10,9 miljoen euro ondernemingen Specifiek gericht op water internationale doelen 0,78 miljoen euro 2.3 Fysieke investeringen gericht op verduurzaming agrarische 2,74 miljoen euro ondernemingen van jonge landbouwers 2.4 Investeringen in infrastructuur modernisering of aanpassing van 0 euro landbouwbedrijven 2.5 Niet-productieve investeringen biodiversiteit, natuur, landschap 3,66 miljoen euro Niet-productieve investeringen hydrologische maatregelen PAS 4,62 miljoen euro 2.6 Niet-productieve investeringen water 9,32 miljoen euro hiervan wordt bij de voorliggende openstelling 6,63 miljoen euro opengesteld Niet-productieve investeringen water internationale doelen 10,62 miljoen euro 2.7 Samenwerken voor innovaties 1,72 miljoen euro Specifiek gericht op water 0,64 miljoen euro 2.8 Samenwerken in het kader van EIP (Europees Innovatie Partnerschap) 0,2 miljoen euro 3 Leader, gebaseerd op Lokale Ontwikkelings Strategieën van Lokale Actie 6,58 miljoen euro Groepen TOTAAL 53,5 miljoen euro Het totaal aan subsidiemiddelen onder de Uitvoeringsregeling POP3 is 53,5 miljoen euro, waarvan de helft Europees (ELFPO, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling)en de andere helft cofinanciering door provincie, waterschappen en gemeenten (of samenwerkingsverbanden tussen overheden). Jaarlijks wordt voor de hele Uitvoeringsregeling POP3 door PS een hoofdplafond vastgesteld, het bedrag waarbinnen individuele openstellingbesluiten mogen worden genomen. In 2016 is dat hoofdplafond een bedrag van 9,4 miljoen euro. De openstelling Niet-productieve investeringen water zoals die is beschreven onder beslispunt 5. betreft een openstelling met een omvang van euro. Rekening houdend met openstellingen die eerder in 2016 openstellingen zijn geweest, te weten LEADER (1,1 miljoen euro) en Jonge Landbouwers ( euro), is er ruimte binnen het hoofdplafond om de openstelling Niet-productieve investeringen water met deze omvang te doen. Externe uitvoeringskosten gerelateerd aan de Uitvoeringsregeling POP3 Om deze middelen te kunnen wegzetten via de Uitvoeringsregeling POP3 worden kosten gemaakt, zowel binnen de provincie al extern. Op grond van de huidige inzichten en programmering POP3, zijn de volgende externe uitvoeringskosten in relatie tot de Uitvoeringsregeling POP3 de komende jaren te verwachten: Jaar Omvang externe Financiële dekking uitvoeringskosten uitvoeringsperiode POP euro Vrijval POP2 en eigen middelen provincie euro Grotendeels Technische Bijstand en vrijval POP2, deels uit eigen middelen provincie (uit UPG 40 miljoen) en bijdrage waterschappen euro Deels uit resterende deel Technische Bijstand en vrijval POP2, Technische Bijstand 2017, deels eigen middelen provincie (uit UPG 40 5/10

6 miljoen) en bijdrage waterschappen euro Eigen middelen provincie (uit UPG 40 miljoen) verminderd met Technische Bijstand 2018 en bijdrage waterschappen euro Eigen middelen provincie (uit UPG 40 miljoen) verminderd met Technische Bijstand 2019 en bijdrage waterschappen Subtotaal in huidige collegeperiode euro Nader te bepalen (nieuwe collegeperiode) euro Nader te bepalen (nieuwe collegeperiode) euro Nader te bepalen (nieuwe collegeperiode) euro Nader te bepalen (nieuwe collegeperiode) euro Totaal in hele uitvoeringsperiode POP3 De externe uitvoeringskosten voor de Uitvoeringsregeling POP3 in 2016 bedragen ongeveer euro. Onder paragraaf 5. Financiële consequenties wordt een specificatie gegeven van de externe uitvoeringskosten per uitvoerende partij. In 2016 zal het merendeel van deze externe uitvoeringskosten niet rechtstreeks ten laste komen van het provinciaal budget. Dit is het resultaat van bestuurlijke afspraken tussen ministerie EZ en de provincies (LBPOP d.d. 7 januari 2016 en Bestuurlijk overleg Min EZ + bestuurlijke vertegenwoordiging provincies d.d. 13 januari 2016) op grond waarvan de provincies gebruik kunnen maken van vrijvallende middelen POP2 (iedere provincie heeft recht op een deel van de resterende 6,1 miljoen) en de Technische Bijstand over de jaren (middelen die nog niet waren benut en nu beschikbaar komen). Voor provincie Zuid-Holland betekent dit dat er voor circa euro aan middelen vrijkomt, die kunnen worden verrekend met de externe uitvoeringskosten in 2016 en 2017 (in elk geval de kosten RVO, NVWA en risicofonds; de kosten voor ADR en adviescommissies kunnen hier niet middels vrijvallende middelen worden gedekt). In 2017 zal er ten opzichte van 2016 een groter deel van de externe uitvoeringskosten direct ten laste van de provincie komen, wel kan dan nog gebruik worden gemaakt van de resterende middelen vrijval POP2 en Technische Bijstand POP Technische Bijstand Vanaf 2018 zal er jaarlijks door de provincie aanspraak kunnen worden gemaakt op de Technische Bijstand POP3, waarbij in overleg met de andere provincies, ministerie EZ en het regiebureau POP bepaald welke middelen per partij beschikbaar zijn. Dekking van de externe uitvoeringskosten Uitvoeringsregeling POP3 in de huidige collegeperiode Met dit besluit worden middelen beschikbaar gesteld voor de externe uitvoeringskosten die gepaard gaan met de Uitvoeringsregeling POP3. Onder de externe uitvoeringskosten vallen de kosten die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), Auditdienst Rijk (ADR), Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) en regiebureau POP maken gedurende de uitvoering + vergoedingen voor adviescommissies en de provinciale bijdrage aan het risicofonds POP3. De externe uitvoeringskosten die gemaakt worden in huidige collegeperiode hebben een omvang van 2,5 miljoen euro. Een deel hiervan wordt door de waterschappen gedragen, waarmee voor de provincie een bijdrage overblijft van 2 miljoen euro. De ramingen van deze kosten zijn gebaseerd op aannames over het aantal openstellingen, aantal betalingsverzoeken en aanvragen gedurende de uitvoering. Op basis van de werkelijke uitvoering worden de kosten bijgesteld. In de jaren dat er gebruik kan worden gemaakt van vrijvallende middelen, zal de dekking van de uitvoeringskosten navenant gedekt worden uit deze vrijvallende middelen en dus niet direct ten laste gaan van het provinciaal budget. De dekking voor de externe uitvoeringskosten wordt gevonden in de 40 miljoen euro die deze collegeperiode voor Water en Groen beschikbaar is. Concreet worden de uitvoeringskosten 6/10

7 POP3 toegerekend aan Duurzame Landbouw. Dit is Programma 1 (Groen, Waterrijk en Schoon), doel 1-5 (Sterke positie duurzame economisch rendabele grondgebonden landbouw). De uitvoeringskosten zullen hierbinnen zo veel mogelijk gespecificeerd worden naar de afzonderlijke onderdelen. Met voorliggend besluit worden de middelen voor deze externe uitvoeringskosten gedurende de huidige collegeperiode beschikbaar gesteld, een bedrag van euro (opgebouwd uit de volgende kosten: euro, euro, euro, euro, euro). Zie de uitwerking onder paragraaf 4. Financiële consequenties. NB: De uitvoeringsperiode POP3 is , waarbij de financiële afhandeling plaatsvindt tot en met Dit betekent dat ook na de huidige collegeperiode (in de periode ) verschillende externe partners nog uitvoeringskosten maken. Het voorstel is om te zijner tijd onder het nieuwe collegeprogramma afspraken te maken over de dekking van de uitvoeringskosten voor de Uitvoeringsregeling POP3. Ter informatie: Uitvoeringsregeling POP3 in de volle breedte De hiervoor genoemde uitvoeringskosten zijn aanvullend op de kosten die de provincie draagt in het kader van de co-financiering van de maatregelen die worden opengesteld. Onderstaand overzicht geeft de relatie van de Uitvoeringsregeling POP3 weer met de verschillende beleidsthema s binnen de provincie Zuid-Holland (bovenste rij). In de tweede rij blokken in bovenstaande figuur is de co-financiering van de POP3 maatregelen gespecificeerd. Met de Uitvoeringsregeling POP3 kan aanspraak worden gemaakt op Europese middelen. Dat kan alleen als er co-financiering door gemeente, waterschap of provincie tegenover staat. In de bovenstaande figuur is weergegeven welke 7/10

8 inhoudelijke relatie er is tussen de POP3 maatregelen (de afzonderlijke paragrafen van de Uitvoeringsregeling POP3) en de provinciale beleidsthema s. Als uitgangspunt geldt dat de provinciale co-financiering van de POP3-maatregelen komt uit het betreffende beleidsthema. Dit betekent concreet het volgende. Uit het budget Duurzame Landbouw wordt onder de noemer Duurzame Innovaties gedekt: Co-financiering Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties rondom innovaties (POP3 maatregel 2.1, co-financiering provincie euro) Co-financiering Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen (POP3 maatregel 2.2, co-financiering provincie euro) Co-financiering Samenwerken voor innovaties (POP3 maatregel 2.7, co-financiering provincie euro) Co-financiering Samenwerken in het kader van EIP (POP3 maatregel 2.8, co-financiering provincie euro) Deze 4 maatregelen worden ingezet om de ambities van het Ambitiedocument Duurzame Landbouw (gericht op landbouwinnovaties) te realiseren. Het totaal van provinciale cofinanciering voor deze 4 maatregelen bedraagt euro. Uit het budget Duurzame Landbouw worden eveneens gedekt: Co-financiering Fysieke investeringen gericht op verduurzaming agrarische ondernemingen van jonge landbouwers (Jonge Landbouwers, POP3 maatregel 2.3, cofinanciering provincie euro) Co-financiering LEADER (POP3 maatregel 3, co-financiering provincie euro, eenzelfde bedrag aan co-financiering door lokale overheden) Deze 2 maatregelen zijn eveneens landbouwgerelateerd, maar zijn niet specifiek gericht op het realiseren van de doelen uit het Ambitiedocument Duurzame Landbouw. LEADER en Jonge Landbouwers worden dan ook beschouwd als eigenstandige POP3 maatregelen. Uit het budget Natura2000 wordt de provinciale cofinanciering Hydrologische maatregelen PAS (POP3 maatregel 2.5, co-financiering provincie euro) gedekt. Uit het budget Gebiedsprogramma s wordt provinciale cofinanciering Niet-productieve investeringen biodiversiteit (POP3 maatregel 2.5, co-financiering provincie euro) gedekt. Voor de watergerelateerde maatregelen (POP3 maatregel 2.6, maar ook deelopenstellingen van POP3 maatregelen 2.1, 2.2 en 2.7) geldt dat niet de provincie maar de waterschappen de co-financiering leveren. In totaal gaat het om een bedrag van ongeveer 11 miljoen euro. Dit is middels de bijgevoegde Bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschappen (beslispunt 4) geregeld. Voor deze maatregelen geldt dat de provincie na beoordeling en rangschikking van de aanvragen een beschikking af voor zowel Europese als waterschapsmiddelen. De betaling daarvan loopt via het betaalorgaan RVO. b. Waar staan we nu? Na enkele jaren voorbereiding, kunnen in 2016 de eerste openstellingen in het kader van de Uitvoeringsregeling POP3 plaatsvinden. 8/10

9 c. Vervolgprocedure Het wijzigingsbesluit van de Uitvoeringsregeling POP-3 en het openstellingsbesluit POP-3 Niet-productieve investeringen Water Zuid-Holland 2016 worden gepubliceerd in het provinciaal blad. De managementovereenkomst, de prestatieovereenkomst (met RVO) en de bestuursovereenkomst (met de waterschappen) worden ondertekend. 4. Financiële aspecten (dekking en risico s) Openstellingsbesluit POP-3 Niet-productieve investeringen water Zuid-Holland 2016 Totaalbedrag euro Daarvan bestaat 50% uit Europese middelen en 50% uit excl. BTW Programma Financiële risico's waterschapsmiddelen. De provincie geeft een beschikking af voor zowel Europese als waterschapsmiddelen) Programma 1 - Groen, Waterrijk en Schoon Er is een financieel risico. De kans dat het risico zich voordoet is gering. Zie juridische consequenties. Niettemin gaat het om een bedrag van euro dat mogelijk geheel of deels niet bij Europa kan worden gedeclareerd en dan mogelijk ten laste komt van het risicofonds of ultimo de provincie. Het risico wordt aanvaardbaar geacht, omdat de kans dat het risico zich voordoet gering wordt geacht, omdat de kans dat het risico zich voordoet gering wordt geacht en omdat het de verwachting is dat er een beroep gedaan kan worden op het risicofonds. Dekking externe uitvoeringskosten Uitvoeringsregeling POP3 in de huidige collegeperiode Met voorliggend besluit worden de middelen beschikbaar gesteld voor de dekking van de externe uitvoeringskosten die samenhangen met de Uitvoeringsregeling POP3 gedurende de huidige collegeperiode. Jaarlijks is een specificatie te maken van deze kosten op basis van onder andere de prestatieovereenkomst met RVO. Zo ziet voor 2016 die specificatie er als volgt uit: Instantie/doel Regiebureau POP (coördinatie en verantwoording) Uitvoeringskosten Dekking euro Reeds aangegane verplichting, GS besluit 14 april Programma 1 (Groen, Waterrijk en Schoon), doel 1-5 Sterke positie duurzame economische rendabele grondgebonden landbouw, deelproduct D (Plattelandsontwikkelingsprogramma). RVO (vaste kosten betaalorgaan) euro Dekking via vrijval POP2 en Technische Bijstand POP3 2014/2016 komt in 2016 niet direct ten laste van provinciaal budget NVWA (certificerend en controlerend) euro Dekking via vrijval POP2 en Technische Bijstand POP3 2014/2016 komt in 2016 niet direct ten laste van provinciaal budget Risicofonds euro Dekking via vrijval POP2 komt in 2016 niet direct ten laste van provinciaal budget ADR (audits) euro Dekking via provinciale middelen die nu beschikbaar worden gesteld. Dekking wordt geregeld onder Programma 1 Groen, Waterrijk en Schoon Kosten adviescommissies euro Dekking via provinciale middelen die nu beschikbaar worden gesteld. Dekking wordt 9/10

10 Totaal euro geregeld onder Programma 1 Groen, Waterrijk en Schoon Jaarlijks zullen deze kostenposten terugkeren. De omvang van de kosten hangt onder andere af van het aantal openstellingen in dat jaar en het volume aan subsidiemiddelen dat wordt beschikt. De externe uitvoeringskosten zijn als volgt geraamd: 2015: euro, 2016: euro, 2017: euro, 2018: euro, 2019: euro. Het totaal aan externe uitvoeringskosten gedurende de huidige collegeperiode is euro. Een deel van deze kosten wordt gedragen door de waterschappen (orde grootte euro). Daarmee wordt van de provincie een bijdrage gevraagd van ongeveer 2 miljoen euro, waarvan een deel de komende jaren bovendien nog wordt gecompenseerd via vrijvallende middelen zoals hiervoor genoemd (jaarlijks kan de provincie een beroep doen op Technische Bijstand en in 2016/2017 komen extra middelen vrij (te weten vrijval middelen POP2 en Technische Bijstand voor de jaren ). Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar M.J. Sol Telefoon Kamer mj.sol@pzh.nl 10/10