Antwoorden op vragen Economisch actieprogramma :

Transcriptie

1 Antwoorden op vragen Economisch actieprogramma : Vragen GroenLinks 1 GroenLinks vind het erg belangrijk dat het budget zo veel mogelijk wordt besteed aan meer werkgelegenheid en duurzaamheid. Welk percentage verwacht het college dat vanuit dit beleid besteed wordt aan overhead? Antwoord: Het college vindt het ook heel belangrijk dat een zo groot mogelijk deel van de middelen besteed wordt aan projecten en zo weinig mogelijk aan overhead. De overheadkosten in dit programma blijven beperkt tot het aanstellen van een programmamanager, secretariaat Economisch Actieprogramma en het aanstellen van een accountmanager bedrijfsleven. Deze basisfuncties dragen bij aan het bereiken van de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen circa 10% van het totaal. 2 Is het college bereid resultaatafspraken te maken met de vertegenwoordigers van het Alphense bedrijfsleven als het gaat om verduurzaming, energiebesparing en het opwekken van duurzame energie? Antwoord: Zoals ook in het duurzaamheidsbeleid is opgenomen werkt de gemeente zoveel mogelijk met duidelijk meetbare doelen en resultaten. Voorgaande is ook het uitgangspunt wanneer de gemeente gezamenlijk met het bedrijfsleven aan duurzaamheidsdoelstellingen en afspraken werkt. Daarbij zal op projectniveau resultaatafspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven. Wel worden (landelijk) branchegerichte afspraken gemaakt zoals bijvoorbeeld gesloten vrieskasten bij supermarkten. De inzet van het Economisch Actieprogramma werkt aanvullend op het reeds vastgestelde Duurzaamheidsprogramma van de gemeente. 3 Is er genoeg expertise en tijd beschikbaar in de organisatie voor het aanvragen van subsidies? Antwoord: Ja dat is aanwezig. Wel is het de ambitie om dit wat steviger te maken. 4 Met maatschappelijke partners worden steeds meer resultaatafspraken gemaakt, met concrete doelstellingen op het gebied van maatschappelijke effecten. GroenLinks is van mening dat deze logica ook voor dit economische actieplan moet gelden. Bent u bereid concrete doelstellingen te formuleren op het gebied van gecreëerde werkgelegenheid? En op het gebied van opgewekte duurzame energie/co2-besparing? Antwoord: Zie onder andere vraag 2. Voor wat betreft energie en CO 2-besparing worden vooraf met het bedrijfsleven op projectniveau afspraken gemaakt over te behalen energie en/of CO 2-reductie. De prestaties worden gemonitord en opgenomen in de gemeente Enervisamonitor. Ook voor werkgelegenheid geldt dat op projectniveau vooraf met de betrokken partijen gekeken wordt naar het effect voor werkgelegenheid en waar mogelijk hierover resultaatafspraken worden gemaakt. Echter, het eenduidig kunnen meten van werkgelegenheidseffecten is doorgaans moeilijker dan het meten van de grootheden energie en Co2- besparing. 5 In het plan wordt gesproken over de aantrekkingskracht van Alphen als vestigingsplaats en de belangrijke rol die kunst, cultuur en een aantrekkelijke

2 Antwoord: openbare ruimte daar in hebben. Hoe wordt vanuit dit plan handen en voeten gegeven aan deze uitgangspunten? Al deze elementen spelen gezamenlijk een rol bij de aantrekkingskracht van de gemeente als vestigingsplaats. Het Economisch Actieprogramma wil hier aan bijdragen en focust zich daarbij vooral op economische doelstellingen zoals het bereiken van groei van aantal bezoekers en overnachtingsmogelijkheden in onze gemeente en stijging van het aantal passanten in het stadshart. Ook inzet vanuit andere beleidsvelden zoals openbare ruimte of cultuur dragen hier aan bij, maar zijn geen direct onderdeel van het Economisch Actieprogramma. Vragen CDA Het CDA ziet grote voordelen in het Economisch Actieprogramma. N.a.v. de commissiebehandeling afgelopen donderdag 1 oktober is, ondanks de goede uitleg van wethouder Van As, toch nog niet alles duidelijk. Gezien de omvang van dit voorstel, wil het CDA echter wel begrijpen waar we ja tegen zeggen, ook al staat er dat daar nog over gesproken gaat worden. Huidige situatie Voor de uitwerking van het Economisch Actieplan is een stichting opgericht, de stichting Economisch Ontwikkelingsraad. Hierin hebben zitting volgens de statuten: 2 wethouders en de voorzitter en bestuurslid van de VOA. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het Actieplan en ook beheren zij het vermogen; te weten de bijdrage van de deelnemers; subsidies, donaties ed. In de commissievergadering is aangegeven dat de Economische Adviesraad een voortzetting wordt van de Economische Ontwikkelingsraad. Nieuwe situatie Uit het programma blijkt dat de Adviesraad een totaal andere structuur heeft: nl een Adviesraad c.q. platform (geen rechtspersoon) en geen uitvoeringsbestuur. Wel komt er daarnaast een stichting met een programmamanager en secretaris. Vragen 1 Hoe word je lid van de Adviesraad? Kan iedere stakeholder zich aanmelden? Wie gaat dat bepalen? Wat zijn de criteria om lid te worden? Antwoord: Dit is onderwerp van nadere uitwerking van de Economische Adviesraad en van gesprek met de partijen die momenteel al betrokken zijn (VOA en stichting Greenport regio Boskoop). Het uitgangspunt is dat de samenstelling een evenwichtige vertegenwoordiging biedt van sociaal-economische partners gevestigd in de gemeente. Zo is al gesproken over uitbreiding met partijen uit o.a. het onderwijs, de toeristisch-recreatieve sector (PReT) en de land- en tuinbouwsector, maar we willen nu met de bekende partijen eerst aan de slag gaan. 2 Hoe vaak komt de Adviesraad bij elkaar? Wordt het een bezoldigde functie? Wat zijn de bevoegdheden; waar gaan ze over? Antwoord: De Economische Adviesraad zal naar behoefte circa 3 tot 4 keer per jaar bij elkaar komen en het is geen bezoldigde functie. De Economische Adviesraad heeft een belangrijke rol in het initiëren en aanjagen van projecten, die aansluiten bij de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. De Economische Adviesraad

3 kan daarnaast een adviserende rol vervullen bij het beoordelen van projectvoorstellen, maar de eindbevoegdheid tot het toekennen van cofinanciering aan projecten ligt bij het college. 3 Een Adviesraad geeft vaak gevraagd en ongevraagd advies aan het college: in deze raad krijgen 3 collegeleden zitting, hoe werkt dat? Antwoord: De taken, verantwoordelijkheden en samenstelling van de Economische Adviesraad zullen de komende periode verder uitgewerkt worden. Er wordt gestart met 3 collegeleden. Bij de uitwerking wordt o.a. gekeken naar de meest optimale samenstelling van de Economische Adviesraad, in relatie tot de taken en verantwoordelijkheden. Na de start kan de samenstelling of grootte van de Economische Adviesraad dan ook nog gewijzigd worden. 4 Wat voor verdeelsleutel gaat er worden toegepast op de te verdelen projectgelden? Per aandachtsgebied? Per jaar? Wie het eerst komt? Wordt geld gelabeld? Komt er een verdeling over de looptijd van het Plan? Antwoord: In hoofdstuk 4 van het Economisch Actieprogramma is een indicatieve verdeling van de beschikbaar te stellen middelen voor het Economisch Actieprogramma per jaar weergegeven. Zo is per jaar bedoelt voor cofinanciering, waarvan (indicatief) per deelprogramma beschikbaar komt. We spijkeren nog niet de besteding van elke euro nu al vast. Zo kunnen we inspelen op de actualiteit en op nieuwe initiatieven. Projectgelden worden toegekend op projectniveau. Daarnaast is de bijdrage van projecten aan de economische ontwikkeling van de gemeente Alphen aan den Rijn een belangrijk uitgangspunt bij het toekennen van cofinanciering (zie ook pagina 30 van het Economisch Actieprogramma). 5 Hoe wordt de raad betrokken? Gaat het college toestemming vragen aan de raad over projectaanvragen of wordt de raad geïnformeerd over toegelaten projecten? Antwoord: Het college zal de raad jaarlijks informeren over de toegelaten projecten. Het voorstel is om in het voorjaar van 2016 de lijst met projecten waarmee we aan de slag zijn en aan de slag gaan inclusief al toegekende cofinancieringen al ter informatie te sturen. Daarnaast zal het college transparant via de jaarlijkse planning & control cyclus financiële verantwoording afleggen over het Economisch Actieprogramma. 6 Waarom gekozen voor een stichting met programmamanager i.p.v. van een projectleider met secretariaat binnen het gemeentelijk apparaat? Wat betekent dit voor de fte s van de gemeente? Wat voor bevoegdheden krijgt de stichting? Antwoord: Het college hecht waarde aan een onafhankelijk persoon die de partijen buiten de gemeente kan ondersteunen bij de totstandkoming van goede projectvoorstellen en ideeën en initiatieven kan aanjagen en verder kan brengen. De nadruk ligt dus op het realiseren van verbindingen tussen partijen. De rol van zo n persoon is een beetje te vergelijken met de huidige centrummanager; hij beweegt zich tussen de partijen en is zodoende beter in staat om resultaten met betrokken partijen te realiseren. Ook vanuit de filosofie van Nieuw en Anders moet zo n functie niet

4 vanuit de gemeente worden ingevuld. Overigens zijn er met het aanstellen van een programmamanager binnen het gemeentelijk apparaat ook kosten gemoeid. 7 Wat heeft de huidige stichting voor gelden van derden binnengehaald? Heeft de VOA ook gelden ingebracht of alleen uren? Komt er nog een financiële verantwoording van het Economisch Actieplan? Wat voor verdeelsleutel wordt er gebruikt bij eventuele ontbinding? Wordt dat geld bij voortzetting in de stichting gehouden? Antwoord: In de huidige stichting Economische Ontwikkelingsraad gaan geen financiële stromen rond. Er hoeft dus geen financiële afrekening plaats te vinden bij de eventuele ontbinding. De VOA heeft in deze stichting capaciteit en uren ingebracht. Overigens was destijds ook niet afgesproken dat er gelden van derden moesten worden binnengehaald. Het huidige voorstel gaat dus uit van een andere basis, namelijk het werken met cofinanciering. De werkwijze van cofinanciering betekent dat we als gemeente uitsluitend een financiële bijdrage leveren aan projecten, wanneer ook andere deelnemende partijen mee investeren in uren en/of middelen. 8 Wordt verwacht dat er voor de komende looptijd 16-'19 veel extra geld kan worden binnen gehaald? Antwoord: Het college kiest bewust voor het principe van cofinanciering, om zo ook investeringen van andere (private) partijen te stimuleren. Daarbij streeft zij naar minimaal een verdubbeling van onze gemeentelijke investering in de economie. Daarbij nemen we ook de uren mee die partijen stoppen in het versterken van de economie. Antwoorden specifieke vragen Economisch Actieprogramma tijdens raadscommissie 1 oktober In hoeverre sluit de inhoud van dit Economisch Actieprogramma aan bij de inhoudelijke agenda s van regionale samenwerkingsverbanden? Antwoord: In de startnotitie is al beschreven dat Alphen aan den Rijn actief samenwerkt en de samenwerking zoekt binnen de regio. Bijvoorbeeld in het samenwerkingsverband AGW-Groene Hart, binnen de Rijnstreek, binnen Holland-Rijnland etc. Bij de totstandkoming van het Economisch Actieprogramma is bewust gekeken naar lokale en regionale economische kansen en naar complementariteit tussen lokaal en regionaal economisch beleid. Het sluit dus goed op elkaar aan. Goede projecten uit de regio die ook van belang zijn voor de economie van Alphen aan den Rijn kunnen daardoor onder de vlag van het Economisch Actieprogramma ook opgepakt en/of gefinancierd worden. Bijvoorbeeld op het gebied van de biobased/circulaire economie, toerisme & recreatie of onderwijsarbeidsmarktprojecten. 10. Waarom zijn de doelstellingen niet verder gekwantificeerd, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid? Antwoord: De relatie tussen gemeentelijke beleidsinzet en het bereiken van bepaalde doelstellingen, zoals op het gebied van bijvoorbeeld werkgelegenheid of

5 leegstand, blijft veelal indirect. De gemeente maakt de economie immers niet en zorgt niet voor werkgelegenheid, dat doen vooral ondernemers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en inwoners etc. De doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma zijn dan ook zo concreet en meetbaar mogelijk geformuleerd, op een wijze waarop deze de komende jaren ook realiseerbaar kunnen zijn. Waar mogelijk wordt gewerkt met nulmetingen, om de ontwikkeling en voortgang zo goed mogelijk te kunnen monitoren. 11. Creëren van werkgelegenheid lijkt nog onvoldoende aan de orde te komen. Antwoord: Eén van de hogere doelen van de inzet vanuit het Economisch Actieprogramma is groei van de werkgelegenheid. Alle inzet is hier uiteindelijk direct dan wel indirect op geënt. Echter, de gemeente kan zelf geen banen creëren (m.u.v. haar eigen rol als werkgever) maar kan dit bij partijen wel faciliteren en stimuleren. Om dit zoveel mogelijk te stimuleren is de bijdrage van een project aan de werkgelegenheid dan ook een één van de beoordelingscriteria bij een cofinancieringsaanvraag vanuit het Economisch Actieprogramma. Daarnaast werkt dit Economisch Actieprogramma aanvullend op de inzet vanuit het beleidsplan Rijnstreek werkt. 12. Het plan is te algemeen, met te weinig concrete projecten. Antwoord: Het klopt dat het Economisch Actieprogramma nog niet tot in detail is uitgewerkt met projecten. Wel is een lijst met denkbare projecten bijgevoegd. Het stuk is in de zomerperiode opengesteld en in deze periode is onvoldoende tijd geweest om met partijen uitgebreid te spreken over mogelijke projecten en hun bijdrage hierbij. De komende maanden wordt deze projectenlijst dan ook verder aangevuld met concrete projecten waar we samen met betrokken partijen ook echt mee aan de slag gaan of willen. In het voorjaar van 2016 zullen we u daarover informeren.