Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 10 oktober 2007 / 211/2007. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 10 oktober 2007

Transcriptie

1 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 10 oktober 2007 / 211/2007 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 10 oktober 2007 Onderwerp Bijdrage Project GO! Gelderland Onderneemt! Programma / Programmanummer Economie / 9510 Portefeuillehouder H. Kunst Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 oktober 2007 Samenvatting De onderwijs- en kennisinstellingen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), ArtEZ en Radboud Universiteit zijn samen bezig met een ambitieus project GO! Gelderland Onderneemt!. Doelstelling is de bevordering van ondernemerschap in het onderwijs. De HAN is aangewezen trekker van het project. De totale projectkosten van GO! bedragen 5,8 miljoen. Naast de mogelijke rijkssubsidie (50%) en een eigen bijdrage van de onderwijs- en kennisinstellingen (25%) is een bijdrage (25%) van regionale partners (Arnhem, Nijmegen, provincie, stadsregio, Kamer van Koophandel e.d.) gevraagd. Het projectplan moet op uiterlijk 4 oktober 2007 worden ingediend bij Senter Novem. Senter Novem vereist harde toezeggingen omtrent de cofinanciering. Voorstel om te besluiten a) Het verlenen van de subsidie éénmalig voor het project GO! van ,- voor de periode , te dekken uit BDU Economie (Brede Doel Uitkering) , en onder de voorwaarde dat de overige financiering voor het project sluitend is. Opgesteld door, telefoonnummer, Geert Stinstra, 2637, g.stinstra@nijmegen.nl

2 Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding De onderwijs- en kennisinstellingen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), ArtEZ en Radboud Universiteit zijn op basis van gelijkwaardig partnerschap bezig met een ambitieus project, onder de naam GO! Gelderland Onderneemt!. Doelstelling is de bevordering van ondernemerschap in het onderwijs. De HAN is aangewezen trekker van het project. Vanuit de ministeries EZ en OC&W is voor initiatieven op het gebied Centers of Entrepreneurschip voor de periode miljoen subsidie uit de aardgasbaten beschikbaar. De totale projectkosten van GO! bedragen 5,8 miljoen. Naast de mogelijke rijkssubsidie (50%) en een eigen bijdrage van de onderwijs- en kennisinstellingen (25%) is een bijdrage (25%) van regionale partners (Arnhem, Nijmegen, provincie, stadsregio, Kamer van Koophandel e.d.) gevraagd. Het projectplan moet op uiterlijk 4 oktober 2007 worden ingediend bij Senter Novem. Senter Novem vereist harde toezeggingen omtrent de cofinanciering. Het initiatief past prima binnen ons sociaal-economisch beleid en de Economische Agenda, welke momenteel wordt opgesteld. Kennisintensieve bedrijvigheid en ondernemerschap zijn zeer belangrijk voor de economie van Nijmegen. Nijmegen is, evenals de andere regionale partners, betrokken bij de opstelling van het projectplan. 1.1 Wettelijk- of beleidskader De bijdrage aan het project wordt verstrekt conform de Algemene Subsidieverordening en de Algemene wet bestuursrecht onder de voorwaarde dat hiermee het project GO! wordt uitgevoerd (volgens Projectaanvraag GO! dd. 11 september) en onder voorwaarde van financiële dekkendheid. Het voorstel sluit geheel aan op het beleid van de gemeente om starters te stimuleren. Conform de Algemene Subsidieverordening (ASV) is de raad bevoegd besluiten te nemen over subsidies groter dan ,-. Aangezien het hier om een bijdrage gaat van ,- is de raad bevoegd hierover te besluiten. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde van uitvoering van de projectaanvraag GO! (dd. 11 september 2007) en onder voorwaarde dat het project financieel sluitend is. De overige vereisten die aan de subsidie gesteld moeten worden zijn afgedekt door de ASV en de Algemene wet bestuursrecht. 1.2 Relatie met programma Het project GO! past in het sociaal economisch beleidsplan, onderdeel van Programma Economie van gemeente Nijmegen. Het Stimuleren van ondernemerschap is daarin één van de doelstellingen.

3 2 2 Doelstelling Doel van het project GO! is bevordering van ondernemerschap in het onderwijs. Beoogd resultaat is: gestarte bedrijven in de regio, waarvan 80 groeiers + een uitgebreide infrastructuur om op lange termijn starters te behouden; - Circa studenten geschoold richting ondernemerschap en circa 900 docenten; - De realisering van acht broedplaatsen op (of in de omgeving van) campussen van kennisinstellingen (40 werkplekken); - De ontwikkeling van een startersvolgsysteem (ook inzetbaar voor projecten als Start Smart). Neveneffecten zijn: profilering als Ondernemende Regio (o.a. door organisatie van internationaal congres in 2010), samenwerking kennisinstellingen-bedrijfsleven-overheid, onderzoek effecten t.b.v. startersbeleid, structurele aandacht voor ondernemerschap. 3 Argumenten De drie onderwijs- en kennisinstellingen hebben het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap tot speerpunt van beleid aangewezen. En willen zo optimaal gehoor geven aan de vraag in de regio om voor toekomstige ondernemers een klimaat te creëren dat leidt tot creatief, innovatief en kennisintensief ondernemerschap in de regio. Daarbij verkeren de drie instellingen in verschillende groeifasen, waarbij de HAN met haar Centrum voor Ondernemerschap al het verst gevorderd is in de ontwikkeling. De visies en activiteiten zijn dusdanig complementair dat de effectiviteit en de continuïteit van het samenwerkingsverband gewaarborgd kan worden. Meerwaarde zit in het van elkaar leren en delen van kennis en ervaring. Het samenwerkingsverband kiest ervoor om het stimuleren van ondernemerschap te organiseren aan de hand van het beproefde en succesvolle 3-fasenmodel van het Centrum voor Ondernemerschap van de HAN: A. Bewustwording: onbekend maakt onbemind Het onder de aandacht brengen en stimuleren van ondernemerszin en van ondernemerschap bij alle studenten en docenten. B. Competentieontwikkeling: ondernemen is kansen grijpen Het stimuleren van creativiteit, het ontwikkelen van innovatietalent en het aanzetten tot het verwerven van ondernemerskennis en -vaardigheden bij studenten. C. Startersbegeleiding: de ondernemer onderneemt; de loketten faciliteren Het ondersteunen van de individuele student-starter bij het starten van een onderneming. Aan deze fasen zijn alle activiteiten opgehangen die in het kader van het project GO! door de instellingen (alleen én samen) worden opgepakt, met op hoofdlijnen bovengenoemd resultaat. Door de samenwerking in het project GO! ontstaat een sterkere regionale verankering tussen voornoemde onderwijs- en kennisinstellingen én met ROC s, regionale overheden en bedrijfsleven.

4 3 Nijmegen is, evenals de andere regionale partners, betrokken bij het opstellen van het projectplan. Dit sluit aan bij het sociaal economisch beleidsplan van gemeente Nijmegen waarvan bevordering van ondernemerschap een belangrijke peiler is. De doelstelling van het project GO! draagt direct bij aan de realisatie van de doelstellingen van de BDU Economie. Als doelstelling bij de BDU Economie is gesteld het ondersteunen van 15 innovatieve starters en doorstarters. Deze doelstelling wordt ondermeer al gerealiseerd door bijdragen aan Equal en aan de Stichting Nieuwe Bedrijvigheid. Wanneer de bijdrage aan het project GO! voor de gemeente Nijmegen minimaal 10 succesvolle innovatieve starters oplevert, wordt de doelstelling voor de BDU Economie op dit punt ruimschoots gerealiseerd. De subsidieregeling Centers of Entrepreneurship heeft de vorm van een tenderregeling. Het project GO! is doorgedrongen tot de tweede en laatste ronde. Er is concurrentie van ca 12 andere initiatieven. Mocht de gevraagde subsidie door Senter Novem niet of maar gedeeltelijk worden toegekend dan zal onze bijdrage heroverwogen moeten worden. Als voorwaarde bij de subsidietoekenning wordt derhalve opgenomen dat de financiering van het project sluitend moet zijn. Senter Novem neemt in december 2007 een besluit over de te honoreren subsidieaanvragen. 4 Financiën De totale projectkosten bedragen 5,8 miljoen. Voor de financiering wordt naast de subsidie van het Rijk (50%) en een eigen bijdrage van de onderwijs- en kennisinstellingen (25%) een bijdrage aan de regionale partners (Arnhem, Nijmegen, Stadsregio, provincie, KvK, e.d.) gevraagd (zie de begroting in het bijgevoegde projectplan). Aan Nijmegen wordt een subsidie gevraagd van ,- t.b.v. de uitvoering van de activiteiten van de HAN, RU en Artez. Voorstel is dit bedrag te dekken uit de BDU Economie Deze besteding past goed binnen de doelstellingen en beoogd gebruik van BDU Economie (zie Argumenten) en is tevens hiervoor ook reeds gereserveerd. Derhalve is een begrotingswijziging niet aan de orde. Van de ontvanger van de subsidie verwachten we tussentijds een specifieke terugkoppeling op de bijdrage van het project aan de realisatie van de doelstellingen op de BDU Economie (minimaal 10 starters/doorstarters via dit project). De doelstellingen van het project overstijgen de doelstellingen van de BDU. In geval tussentijds blijkt dat realisatie van de doelstellingen achter blijft, is bijsturing hierop - binnen de financiele kaders van het project - gewenst. In het project is uitgegaan van een hogere bijdrage vanuit Nijmegen. Dit uitgangspunt is een aanname geweest. Door een lagere bijdrage van Nijmegen zal het projectplan alsnog financieel dekkend moeten zijn, wat ook een voorwaarde is vanuit Gemeente Nijmegen.

5 4 5 Communicatie De communicatie vindt plaats middels een subsidiebeschikking als antwoord op het officiële verzoek voor de bijdrage aan het project (zie bijlage). Pas wanneer de subsidie in totaliteit toegekend wordt, zal in gezamenlijkheid met de andere partijen hieraan bekendheid worden gegeven middels een gezamenlijk persbericht. Er is geen inspraakprocedure op dit voorstel gewenst. 6 Uitvoering en evaluatie De uitvoering van het project gebeurt door de 3 instellingen met een trekkersrol voor de HAN. De regionale partners worden via een klankbordgroep betrokken bij de uitvoering van het project. Na afloop van de projectperiode GO! is de continuïteit gewaarborgd omdat: - de RU en ArtEZ een eigen Centrum voor Ondernemerschap hebben ontwikkeld (met gebruik van de kennis en ervaring bij de HAN); - de activiteiten in vooral de bewustwordingsfase in het onderwijs zijn geïmplementeerd (programma s zijn ontwikkeld); na de pilot- en ontwikkelingsfase een aantal activiteiten eigen inkomsten zullen genereren (interne klanten binnen de instellingen, maar ook diensten voor derden, bijvoorbeeld (startende) ondernemers). College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mr. Th.C. de Graaf P. Eringa Bijlage(n): 3 - Subsidieaanvraag GO! - Projectplan Go!, inclusief aangepaste begroting - Subsidiebeschikking