Gemeente Den Haag. Stand van zaken Regionaal Werkbedrijf arbeidsmarktregio Haaglanden. Geachte voorzitter,

Transcriptie

1 Wethouder van Sociale zaken, Werkgelegenheid, Wijkaanpak en Sport, Rabin S. Baldewsingh Gemeente Den Haag De voorzitter van Commissie Samenleving BSW/ RIS januari 2015 Stand van zaken Regionaal Werkbedrijf arbeidsmarktregio Haaglanden Geachte voorzitter, Gedurende het najaar van 2014 hebben wij in uw commissie regelmatig gesproken over de Participatiewet en de wijze waarop de implementatie hiervan in Den Haag (en de regio) plaatsvindt. Daarbij heb ik u toegezegd u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rond het Regionaal Werkbedrijf in de arbeidsmarktregio Haaglanden. Middels deze commissiebrief informeer ik uw commissie over de stand van zaken. Op 1 januari van dit jaar is de Participatiewet van start gegaan. Deze wet biedt nieuwe mogelijkheden om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. In 2013 werd het Sociaal Akkoord gesloten, waarin werkgevers zich hebben verbonden aan het creëren van landelijk extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. De overheid stelde zich landelijk garant voor nog eens banen. Ook werd afgesproken dat er 35 Regionale Werkbedrijven komen. Een Werkbedrijf is een regionaal samenwerkingsverband tussen gemeenten, UWV, werkgevers en vakbonden. Zij moeten regionaal invulling gaan geven aan de Banenafspraak. Mels van Meggelen

2 BSW/ De Regionale Werkbedrijven zijn per 1 januari 2015 opgericht. Daarbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij bestaande initiatieven. De focus van het Regionaal Werkbedrijf is de invulling van de Banenafspraak. Het Regionaal Werkbedrijf moet daarbij in ieder geval zorgen voor: Een marktbewerkingsplan, inclusief afspraken over: samenwerking, acquisitie van banen, wijze van aanlevering en matching van werkzoekenden; Een toolbox met instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om de afstand tussen vraag en aanbod te overbruggen (voorbeelden hiervan zijn de proefplaatsing en de loonkostensubsidie). Voortbouwen op bestaande infrastructuren Vanuit de landelijke Werkkamer (onderkamer van de SER, met vertegenwoordigers van sociale partners en gemeenten) is geadviseerd zo veel mogelijk gebruik te maken van bestaande initiatieven in de regio. Het sprak dan ook vanzelf dat de bestaande infrastructuur van het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) is gebruikt om het regionale Werkbedrijf in onze regio tot stand te laten komen. Daarbij moest rekening worden gehouden met het feit dat sinds twee jaar in het RPA gebied twee arbeidsmarktregio s actief zijn. Naast de arbeidsmarktregio Haaglanden, met Den Haag als centrumgemeente, bestaat er sinds die tijd ook de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. 1 Ook in laatstgenoemde arbeidsmarktregio is een regionaal Werkbedrijf opgericht. Proces In een vroegtijdig stadium zijn de verschillende actoren van het Werkbedrijf bij elkaar gebracht om te komen tot gezamenlijk gedragen uitgangspunten en doelstellingen voor het regionale Werkbedrijf. Dit was nodig omdat toen de verwachting was dat de wetgever de vormgeving van de regionale Werkbedrijven relatief vrij zou laten en weinig dwingend zou voorschrijven. Hoewel de definitieve wetgeving lang op zich heeft laten wachten, is deze verwachting inderdaad uitgekomen. In de contacten met betrekking tot de regionale invulling van de Banenafspraak worden - naast gemeentelijke vertegenwoordigers - zowel deelnemers van werkgeverszijde als van werknemerszijde vertegenwoordigd. Werkgevers worden zowel vertegenwoordigd door ondernemers, als door de koepelorganisaties VNO/NCW en MKB Nederland. Daarnaast is de Rijksoverheid aanwezig als werkgever. Dit heeft te maken met de unieke positie van onze arbeidsmarktregio als het gaat om de verdeling van de banen uit de Banenafspraak tussen reguliere werkgevers en de overheid. Waar landelijk sprake is van één baan bij de overheid tegenover vier banen in het reguliere bedrijfsleven, is in onze regio de verhouding nagenoeg fifty-fifty. Dit betekent dat er in onze regio meer garantiebanen bij de overheid gecreëerd zullen worden. De Rijksoverheid is daarbij een grote speler, maar niet de enige; de overheidsbanen uit de Banenafspraak dienen ook bij gemeenten, provincie, waterschappen en onderwijs gecreëerd te worden. 1 Arbeidsmarktregio Haaglanden bestaat uit de gemeenten Delft, Den Haag, Midden Delfland, Rijswijk en Westland. Onder de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal vallen de gemeenten Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Voorschoten, Wassenaar en Zoetermeer.

3 BSW/ Ambities Om de landelijke afspraken inhoud te geven, hebben de partijen in het Regionaal Werkbedrijf Haaglanden ambities geformuleerd, die zij noodzakelijk achten om de inclusieve arbeidsmarkt duurzaam vorm te geven. De ambities worden uitgewerkt in een programma Banenafspraak. Samengevat zijn de ambities als volgt geformuleerd: samenwerking tussen werkgevers, werknemers, gemeenten en UWV versterken; het proces van toeleiding en plaatsing zo efficiënt en transparant mogelijk inrichten; gezamenlijke communicatie van de partners in het regionale Werkbedrijf naar werkgevers en burgers in de regio; ambassadeursnetwerk van betrokken werkgevers versterken; bundelen van regionale en sectorale acties Banenafspraak; samenhang Banenafspraak met social return in beeld brengen; concrete resultaten boeken, waarbij we niet beperkt worden door het landelijk opgelegde getal van 1400 plaatsingen in de periode Sturing Binnen de arbeidsmarktregio Haaglanden wordt onderscheid gemaakt tussen drie lagen die ieder een eigen rol hebben in het realiseren van de Banenafspraak. We onderscheiden het bestuurlijk platform regionaal Werkbedrijf, de ambtelijke werkgroep Regionaal Werkbedrijf en overige stakeholders die de werkgroep en het bestuurlijk platform voeden. Bestuurlijk platform regionaal Werkbedrijf Het Regionaal Werkbedrijf Haaglanden kiest bij de samenstelling van het bestuurlijk platform Regionaal Werkbedrijf voor een formatie: Drie werkgevers, waarvan één namens het Rijk. Drie vertegenwoordigers van de overheid: twee wethouders (uit de centrumgemeente Den Haag en uit de gemeente Westland) en de districtsmanager UWV. Eén vertegenwoordiger van werknemerszijde; deze plek wordt ingevuld door de FNV. Overige stakeholders De stakeholders hebben ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid. In de regionale samenwerking die we voorstaan, versterken de stakeholders elkaar. Hierbij moet gedacht worden aan: werkgevers als ambassadeurs (waaronder de uitzendbureaus); werknemers als ambassadeurs; werkgeversservicepunten; SW (Sociale Werkvoorziening)-bedrijven; belanghebbenden, zoals de scholen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en het Praktijkonderwijs (PrO). Als partijen constateren dat op zeker moment ook andere stakeholders een rol kunnen vervullen om de doelstelling te bereiken, zullen er themabijeenkomsten georganiseerd worden. Langs deze weg worden zij in het samenwerkingsproces betrokken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het ROC.

4 BSW/ Regionale toolbox De regionale toolbox bevat instrumenten (zoals de proefplaatsing en de loonkostensubsidie) om de bemiddeling van werkzoekenden met een arbeidsbeperking naar een baan soepel te laten verlopen is. Daarbij wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd. De toolbox wordt ingezet als het nodig is; mensen hebben hier niet automatisch recht op. Verder willen we de toolbox zo simpel mogelijk houden en in de hele regio (en in ZHC) dezelfde naam, inhoud en criteria hanteren. De gemeente bepaalt hoe vaak een instrument wordt ingezet. Dit laatste heeft met name met beschikbaar budget te maken. Binnen de toolbox is een aantal nieuwe instrumenten ontwikkeld: Functiecreatie, waarbij binnen een bedrijf gekeken wordt op welke wijze beschikbaar werk omgezet kan worden tot een functie voor iemand uit de doelgroep; Loonwaardemeting en loonkostensubsidie. Als eerste arbeidsmarktregio s hebben Haaglanden en Zuid-Holland Centraal via een Europese aanbesteding een instrument ingekocht voor loonwaardemeting. Loonkostensubsidie kan worden toegekend ter compensatie van het productieverlies op basis van een loonwaarde die onder de 100% ligt. Ontzorgingspakket, bestaande uit diverse instrumenten van de no-riskpolis tot jobcoaches. Marktbewerkingsplan De partijen in het regionale Werkbedrijf hebben de ambities en werkwijze beschreven in een Marktbewerkingsplan dat ten grondslag ligt aan de werkplannen van de uitvoering. Hier wordt op dit moment de laatste hand aan gelegd. Met name de inzet van ambassadeurs die aangeleverd worden door de werkgevers, zijn daarin een nieuw element. De monitoring en - zo nodig - bijstelling van deze plannen zullen de belangrijkste taak zijn van het Werkbedrijf in Werkgeverscommunicatie Doel is werkgevers goed te informeren over de dienstverlening van de Werkgeversservicepunten, good practices breed uit te meten en het relatienetwerk te verbreden en verdiepen. Regionale communicatie wordt door gemeenten en UWV gezamenlijk opgepakt. Dat gebeurt o.a. via de regionale website, LinkedIn en regionale bijeenkomsten zoals de Werktop Haaglanden. Bij regionale communicatie kiezen we voor een regionale stijl. Vanaf 2015 is gekozen voor de regionale pay-off Ondernemen met je hart. Dat past goed bij een regio waar zakelijk en sociaal samen gaan en waar steeds meer werkgevers een inclusieve arbeidsmarkt de normaalste zaak vinden. Naast de regionale communicatie zet de gemeente ook in op lokale communicatie met ondernemers. Om te komen tot eenduidige communicatie naar werkgevers wordt ook geïnvesteerd in vakmanschap van accountmanagers, zodat de kwaliteit van dienstverlening en de boodschap die zij uitdragen vergelijkbaar is. Inzet middelen Met elkaar de regionale banenafspraak realiseren, vraagt inzet van menskracht en middelen. De partners in het Werkbedrijf zetten hun menskracht in. Het RPA (bekostigd door de gemeenten) faciliteert de verschillende overleggen. De arbeidsmarktregio s ontvangen van het ministerie van SZW ieder een miljoen euro om de Regionale Werkbedrijven een impuls te geven. Het miljoen dat voor onze arbeidsmarktregio beschikbaar komt, wil de arbeidsmarktregio niet inzetten voor structurele kosten, maar vooral benutten voor zaken die de Banenafspraak ten goede komen.

5 BSW/ Ten slotte Ik heb u in deze brief geschetst op welke wijze invulling wordt gegeven aan het Werkbedrijf in onze arbeidsmarktregio. Voor een effectief Werkbedrijf is het onontbeerlijk goed aan te sluiten op de vele regionale partners, zowel aan de kant van de werkgevers als de overheden. Met de gekozen invulling zijn hiertoe goede stappen gezet. Ik heb er vertrouwen in dat het Werkbedrijf een instrument van grote waarde zal blijken in het realiseren van onze belangrijke college-ambitie: meer mensen aan het werk. Met vriendelijke groet, Rabin Baldewsingh, wethouder