Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve. gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve. gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie"

Transcriptie

1 Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie Masterthese eindversie 26 Mei 2014 Roelie Macco UvA Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleider: Helle Larsen Tweede beoordelaar:

2 Abstract Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking rookt dagelijks en stoppen met roken lukt maar een klein aantal. In het huidige onderzoek werd onderzocht of Cognitieve Bias Modificatie (CBM) in combinatie met Cognitieve Gedrags Therapie (CGT) kon bijdragen aan stoppen met roken bij 26 volwassenen die hiervoor hulp zochten bij een verslavingskliniek. Er werd verwacht dat er sprake was van een toenaderingsbias en dat deze te modificeren was middels CBM. Er werd gebruik gemaakt van een Approach Avoidence Task (AAT); een computertaak waarin rookgerelateerde en neutrale afbeeldingen weggeduwd en toegetrokken moeten worden. De helft van de deelnemers kreeg de echte training, de andere helft een placebotraining. Werkgeheugen heeft mogelijk een modererend effect op de cognitieve bias en daarom werd onderzocht of mensen met een slecht werkgeheugen meer baat hadden bij de CBM. De resultaten lieten zien dat er een vermijdingsbias is voor sigaretten bij rokers. Deze bias veranderde niet door CBM. Na afloop van de training waren beide groepen significant geminderd met roken, maar dit effect was niet toe te schrijven aan de training. Er werd ook geen effect van werkgeheugen gevonden. Vervolgonderzoek met een grotere sample size is gewenst. 2

3 Cognitie Bias Modificatie in combinatie met Cognitieve Gedragstherapie bij stoppen met roken Per jaar overlijden er meer dan mensen in Nederland aan de directe gevolgen van roken (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2013). Roken verhoogt de kans op o.a. longkanker, COPD en hart- en vaatziekten (Trimbos Instituut, 2013). Ondanks belastingverhoging en andere overheidspogingen om roken tegen te gaan, rookt 19% van de bevolking nog steeds dagelijks (Trimbos, 2014). Van die rokers heeft 81% het plan om te stoppen en 29% doet een stoppoging. Van de mensen die een stoppoging doen, gebruikt 34% een hulpmiddel. Het meest gebruikte hulpmiddel is een nicotinevervangend middel, gevolgd door professionele hulp of begeleiding (Trimbos, 2014). Uit onderzoek naar de effectiviteit van hulpmiddelen blijkt dat slechts 17% van de mensen die een stoppoging doet met behulp van nicotinevervangende middelen een jaar later nog rookvrij is, tegenover 10% van de mensen die stopt zonder hulpmiddel (Partnership Stop met Roken, 2009). Van alle rokers die in 2011 een stoppoging hebben gedaan is 4-10% daarvan een jaar later nog rookvrij (Stivoro, 2012). Stoppen met roken is moeilijk en daarom wordt er in deze studie aandacht geschonken aan een nieuwe behandelmethode voor stoppen met roken. De werkzaamheid van cognitieve bias modificatie bij rookverslaving wordt onderzocht. Onderzoek naar verslaving en hoe deze te verminderen, is belangrijk voor onze samenleving. Er is dan ook een lange geschiedenis van onderzoeken naar dit vakgebied en sinds een paar jaar is er veel aandacht voor de onderliggende processen van verslaving, waaronder de zogenoemde cognitieve biases. De theorie die hieraan ten grondslag ligt is de dual-process theorie. Volgens de dualprocess theorie zijn er twee kwalitatief verschillende processen die van invloed zijn op gedrag, namelijk bewuste en onbewuste processen (Evans, 2011). Thush, Wiers, Ames, Grenard, Sussman en Stacy (2012) beschrijven dat bij middelengebruik de onbewuste cognities over een middel dermate gesterkt kunnen zijn door de cognitieve beloning die het middel ons oplevert, dat deze onbewuste cognities ons gedrag sturen in de richting van het 3

4 middel en zo van invloed zijn op verslavingsprocessen. Deze onbewuste cognities kunnen ervoor zorgen dat onze aandacht meer gericht is op cues die met het middel te maken hebben en dat we de neiging hebben om het middel te benaderen (Stacy & Wiers, 2010). Het huidige onderzoek berust zich op de principes van de dual-process theorie. Er wordt gekeken of cognitieve gedragstherapie in combinatie met het modificeren van de toenaderingsbias een positieve invloed heeft op het stoppen met roken. Hierin is cognitieve gedragstherapie een gecontroleerd, reflectief proces van cognitie- en gedragsverandering waarbij cognitie bias modificatie meer inspeelt op impulsieve en relatief meer automatische cognitieve processen. De toenaderingsbias Een cognitieve bias is de neiging van mensen om keuzes en beslissingen te maken op basis van automatische cognitieve processen (Mccuster, 2001). Er zijn twee belangrijke biases; de aandachtsbias en de toenaderingsbias. De aandachtsbias is de onbewuste neiging die men heeft om de aandacht ergens op te richten (Field & Cox, 2008). Iemand die verslaafd is aan alcohol, zal bijvoorbeeld eerder de aandacht richten op een billboard voor een alcoholreclame dan iemand die niet verslaafd is. De toenaderingsbias is de onbewuste neiging om iets te benaderen (Mogg, Field & Bradley, 2005). Iemand die verslaafd is aan sigaretten, zal bijvoorbeeld eerder een sigarenwinkel binnenstappen dan iemand die niet verslaafd is. Recent onderzoek suggereert dat de toenaderingsbias meer te maken heeft met wanting systemen en de aandachtsbias meer met liking systemen (Mogg, Field & Bradley, 2005). Deze twee systemen zijn eigenlijk twee verschillende hersenroutes. Liking wordt gecontroleerd door de hersenstam en de voorste hersenen en is een reactie op een beloning. Het wanting systeem wordt pas geactiveerd wanneer iemand anticipeert op een beloning en deze verwacht. In het geval van een verslaving zorgt voornamelijk het wanting systeem voor de hunkering naar de verslavende stof omdat men anticipeert op deze stof. Het 4

5 wanting systeem zet iemand aan om actief op zoek te gaan naar de stof en deze stof te gebruiken (Robinson & Berridge, 2001). Om die reden wordt in deze studie gekeken naar de toenaderingsbias bij stoppen met roken. Het modificeren van de toenaderingsbias zou dus mogelijk veranderingen in het verslavingsgedrag teweeg kunnen brengen. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat er bij mensen met een verslaving vaak sprake is van een toenaderingsbias. Zo vonden Cousijn, Goudriaan en Wiers (2011) dat cannabis gebruikers een toenaderingsbias voor cannabis hebben. Ook vonden ze dat deze toenaderingsbias een voorspeller was voor veranderingen in het cannabisgebruik; mensen met een sterke toenaderingsbias waren meer geneigd hun cannabisgebruik te vermeerderen dan mensen met een zwakkere toenaderingsbias. Mogg, Field en Bradley (2005) vonden een toenaderingsbias bij rokers. Zij ontdekten dat mensen met een minder sterke nicotineafhankelijkheid, die dus minder sigaretten rookten, een grotere toenaderingsbias voor rookgerelateerde afbeeldingen hadden. Dit verklaren zij aan de hand van het incentive-habit model. Dit houdt in dat mensen met een lagere afhankelijkheid het zien van plaatjes gerelateerd aan sigaretten nog als een prikkel zien, terwijl mensen met hoge afhankelijkheid dit niet als een prikkel ervaren, omdat roken een gewoonte is. Dit zou voor het huidige onderzoek betekenen dat er deelnemers kunnen zijn waarbij geen toenaderingsbias wordt vastgesteld, omdat ze niet reageren op de prikkel, omdat ze afhankelijk zijn en het roken een gewoonte is. Dit betekent niet automatisch dat toenaderingsbias modificatie niet effectief kan zijn bij mensen die zeer afhankelijk zijn van roken; het is mogelijk dat wanneer ze stoppen met roken, het zien van rokende mensen of afbeeldingen van sigaretten wel weer als prikkel wordt gezien. Watson, de Wit, Cousijn, Hommel, en Wiers, (2012) vonden ook een toenaderingsbias bij rokers. Tevens vonden ze dat de toenaderingsbias bij rokers afhangt van de hoeveelheid craving die zij op dat moment ervaren. Mensen die veel zin hadden in een 5

6 sigaret hadden een grotere toenaderingsbias dan mensen die dat niet hadden. Ze vonden ook dat mensen die tussen de meetmomenten door de mogelijkheid kregen om te roken, minder craving hadden, maar toch een grotere toenaderingsbias hadden dan mensen die tussendoor niet mochten roken. De onderzoekers wijten dit aan het priming effect; wanneer je iets tot je neemt wat een beloning tot gevolg heeft, wordt de drang om dat nog een keer te doen groter. Het is mogelijk om de aandachtsbias en de toenaderingsbias te modificeren door middel van training. Modificatie van deze biases bleek effectief bij het reduceren van angstklachten (See, MacLeod & Bridle, 2009) en andere emotionele stoornissen (Browning, Holmes & Harmer, 2010) en men is deze modificatie ook gaan toepassen bij verslavingsproblematiek. Uit onderzoek naar de toenaderingsbias bij alcoholverslaafden blijkt dat modificatie van deze bias kan bijdragen aan het stoppen met drinken en met name de terugval na een opname vermindert (Wiers, Eberl, Rinck, Becker & Lindenmeyer, 2011; Eberl, Wiers, Pawelczack, Rinck, Becker & Lindenmeyer, 2013; Wiers, Rinck, Kordts, Houben, & Strack, 2010). Ook is het mogelijk om de aandachtsbias bij rokers te modificeren (Field, Duka, Tyler & Schoenmakers, 2009; Attwood, O Sullivan, Leonards, Mackintosh & Munafò, 2008). Er is nog geen eerder onderzoek gedaan naar het effect van modificatie van de toenaderingsbias bij rokers. Modificatie van de toenaderingsbias wordt gedaan met behulp van de Approach Avoidance Task (AAT). Deze taak wordt aangeboden in de vorm van een computertraining. In de training krijgen de deelnemers afbeeldingen van de verslavende stof te zien die ze met een joystick van zich af moeten duwen en neutrale afbeeldingen die ze naar zich toe moeten trekken. Wanneer de stimuli continue weggeduwd moet worden, wordt men getraind om van de verslavende stof af te blijven. De AAT registreert de reactietijd die de deelnemers nodig hebben om de afbeeldingen naar zich toe te trekken of van zich af te duwen. De training maakt ook gebruik van in-en uitzoomen; wanneer een afbeelding toegetrokken wordt, 6

7 vergroot de afbeelding. Wanneer een afbeelding weggeduwd wordt, verkleint deze. Dit is aan de AAT toegevoegd om een realistischer beeld van toenadering en vermijding te creëren. Werkgeheugen In het huidige onderzoek wordt in het bijzonder gekeken naar de invloed van het werkgeheugen op de training omdat het werkgeheugen hier wellicht een belangrijke rol in speelt. Dual-process modellen voorspellen dat de invloed van de onbewuste cognities wordt gemodereerd door de invloed van de executieve functies (Wiers, van de Luitgaarden, van den Wildenberg & Smulders, 2005). Executieve functies zijn cognitieve vaardigheden waaronder werkgeheugen, inhibitie, en taakswitchen (Miyake et al., 2000). Van alle vaardigheden die onder de executieve functies vallen wordt het werkgeheugen gezien als de bindende factor tussen deze verschillende vaardigheden (Kane & Engle, 2002). Wiers et al. (2005) vonden in hun studie dat bij mensen met een slecht werkgeheugen de impliciete cognities een voorspeller waren voor alcoholgebruik, terwijl bij mensen met een goed werkgeheugen vooral de expliciete, bewuste cognities het alcoholgebruik na één maand voorspelde. Mensen met een slecht werkgeheugen maken dus meer beslissingen vanuit de automatische cognitieve processen dan mensen met een goed werkgeheugen. Om die reden wordt verwacht dat mensen met een slecht werkgeheugen meer baat hebben bij de training dan mensen met een goed werkgeheugen. Mensen met een goed werkgeheugen maken hun keuzes mogelijk in mindere mate gebaseerd op deze onbewuste cognities (Wiers et al., 2007). Tevens is bekend dat rokers impulsiever zijn dan niet-rokers (Mitchell, 1999) en mensen met een slecht werkgeheugen maken impulsievere keuzes dan mensen met een goed werkgeheugen (Hinson, Jameson & Whitney, 2003). Met de cognitie bias modificatie wordt de impulsieve neiging om naar sigaretten toe te gaan verminderd. Mensen met een slecht werkgeheugen die impulsiever zijn, kunnen mogelijk meer baat hebben bij de training dan mensen die wel een goed werkgeheugen hebben en minder impulsief zijn, omdat de training 7

8 inspeelt op de onbewuste impulsieve neiging naar sigaretten. In het huidige onderzoek werd ten eerste onderzocht of de deelnemers een toenaderingsbias voor sigaretten hadden. Tevens werd onderzocht of de toenaderingsbias te verminderen was door toenaderingsbias modificatie. De helft van de deelnemers werd blootgesteld aan een training die ontworpen is om de toenaderingsbias te verminderen. De andere helft kreeg een placebo-training. Verwacht werd dat na deze training de deelnemers in de experimentele conditie een lagere toenaderingsbias hadden dan voor de training. Ook werd verwacht dat deelnemers in de experimentele conditie minder zouden zijn gaan roken dan deelnemers in de controleconditie. Hier wordt antwoord op gegeven door te kijken naar hoeveel de deelnemers voorafgaand aan de training rookten, en hoeveel er na de training gerookt werd. Deelnemers in de controleconditie zullen volgens de verwachting niet minder zijn gaan roken door de training. Tenslotte werd er gekeken naar de invloed van het werkgeheugen op het effect van de cognitie bias modificatie op stoppen met roken. Verwacht werd dat mensen met een slecht werkgeheugen meer baat hadden bij de cognitie bias modificatie omdat de executieve functies de onbewuste cognitieve processen modereren. 8

9 Methode Deelnemers Aan het onderzoek deden 26 deelnemers mee tussen de jaar. Van de 26 deelnemers hebben er 15 de volledige training doorlopen. Deze deelnemers hadden zich vrijwillig aangemeld bij de kliniek Sijthoff & van Empel omdat ze wilden stoppen met roken. Ze rookten gemiddeld 112 sigaretten per maand. Er werd hen de gelegenheid gegeven om naast de cognitieve gedragstherapie aangeboden door de kliniek deel te nemen aan een cognitieve training. Naast een nicotineverslaving hadden de meesten ook alcoholproblemen of een andere slechte gewoonte waar ze vanaf wilden. De cognitieve training ging niet verder in op de parallelle verslaving maar richtte zich volledig op het roken. De deelnemers werden uitgesloten wanneer er sprake was van psychoses of wanneer de deelnemers geen baan of familie hadden. Deze personen waren mogelijk minder stabiel waardoor andere factoren van invloed konden zijn op het proces. Deze screening werd uitgevoerd door een psychiater in de kliniek. Materialen AAT-assessment Met behulp van een computertaak werd vastgesteld of de deelnemers een toenaderingsbias hadden. Met een joystick moesten de deelnemers rookgerelateerde en neutrale afbeeldingen naar zich toetrekken of van zich afduwen. Deelnemers kregen 90 neutrale en rookgerelateerde afbeeldingen te zien die drie graden naar links of naar rechts gedraaid waren. Van deze 90 afbeeldingen waren er 10 om te oefenen en 80 hoorden bij het assessment. Ze kregen de instructie om niet op de inhoud van de afbeelding te letten maar 9

10 alleen te registreren of de afbeelding naar links of naar rechts gedraaid was. De helft van de deelnemers kreeg bij een afbeelding die naar rechts gedraaid was de instructie om de joystick weg de duwen en bij een afbeelding die naar links was gedraaid moest de afbeelding naar zich toe getrokken worden. Bij de andere helft van de deelnemers was dit omgedraaid. Het wegduwen en toetrekken zorgde voor het in-of uitzoomen van de afbeelding. Er waren zes verschillende sets met afbeeldingen die zo over de sessies werden verdeeld dat men niet steeds dezelfde afbeeldingen te zien zou krijgen (Cousijn, Goudriaan & Wiers, 2011; Wiers, Rinck, Dictus & van den Wildenberg, 2009). Dit assessment kwam in alle sessies aan bod en werd gebruikt om vast te stellen of er sprake was van een toenaderingsbias. AAT training De training is de cognitieve bias modificatie en komt in opzet veel overeen met het assessment. Er waren 5 trainingssessies met ongeveer een week tussen elke sessie. Bij de training kregen de deelnemers dezelfde instructie als bij het assessment: let niet op de inhoud van de afbeeldingen maar alleen op hoe ze gekanteld zijn. Afhankelijk van de richting waarop de afbeeldingen gekanteld waren moesten de deelnemers de afbeelding wegduwen of naar zich toetrekken met de joystick. Deelnemers in de experimentele conditie duwde 90% van de rookgerelateerde afbeeldingen weg, terwijl deelnemers in de controleconditie net zoveel rookgerelateerde als neutrale afbeeldingen wegduwden (Cousijn, Goudriaan & Wiers, 2011; Wiers et al., 2009). In onderstaande tabel staat een overzicht van het aantal afbeeldingen per sessie en welke set met afbeeldingen gebruikt werd. 10

11 Tabel 1 Overzicht van het aantal afbeeldingen en de gebruikte set per sessie Assessment Training Sessie Oefenitems Set Aantal items Aantal items Set 1 10 A BC 2 10 BC CD 3 10 CD DE 4 10 DE EF 5 10 EF FG 6 10 AG Self-Ordered Pointing Task Met de Self-Ordered Pointing Task (SOPT; Petrides & Milner, 1982) werd het werkgeheugen in kaart gebracht. De taak bestaat uit 8 levels die oplopen in moeilijkheid. In elk level worden respectievelijk, 6,8,10 of 12 afbeeldingen van neutrale dingen getoond (Bijvoorbeeld; een huis, olifant, schoen). Deelnemers werd gevraagd elk plaatje één keer aan te klikken en niet twee keer op dezelfde plek te klikken. Wanneer een deelnemer een plaatje had aangeklikt, veranderde alle afbeeldingen van plek. Deelnemers moesten dus onthouden welke afbeeldingen ze hadden aangeklikt maar ook op welke plek dat was. Elke stimulus werd voor ms getoond, of totdat een deelnemer een afbeelding aanklikte. Tussen elke stimulus zat een interval van 500 ms waarna de afbeeldingen op een andere plek weer verschenen. Na elk level kreeg de deelnemer te zien hoeveel verschillende afbeeldingen er waren aangeklikt. Voor elke deelnemer werd het aantal fouten geteld over alle rondes en zo 11

12 een eindscore bepaald. Deze test wordt veel gebruikt en heeft een betrouwbaarheid van.82 (Ross, Hanouskova, Giarla, Calhoun, & Tucker, 2007). Timeline Follow-Back Method Met de TFLB werd bijgehouden hoeveel de deelnemer drinkt, rookt en blowt (Sobell & Sobell, 1992). Het is een interview waarbij de proefleider samen met de deelnemer terug in de tijd gaat en per dag aangeeft hoeveel hij/zij toen gebruikt heeft. Er werd genoteerd hoeveel sigaretten, hoeveel glazen alcohol en hoeveel joints de deelnemer op elke dag had gebruikt. Tijdens het eerste testmoment werd er een maand teruggegaan in de tijd en tijdens alle daaropvolgende sessies steeds één week. Zo kon er goed bijgehouden worden of de deelnemers daadwerkelijk minder gingen roken. De TFLB voor roken heeft een validiteit tussen de.67 en.97 en een betrouwbaarheid tussen de.55 en.97 (Brown, Burgess, Sales, Whiteley, Evans & Miller, 1998) Procedure Er werd eerst contact gelegd met kliniek Sijthoff & van Empel en deze gaven toestemming het onderzoek in de kliniek uit te voeren. Cliënten werden door de behandelende psychologen op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot deelname aan het onderzoek. Wanneer een cliënt geïnteresseerd was in deelname werd deze voorgesteld aan de onderzoeker en kreeg hij/zij een informatiebrochure en werd hem/haar de mogelijkheid geboden om vragen te stellen. Ook werd er geflyerd in diverse gezondheidscentra en is er een advertentie in de Volkskrant, Trouw en het Parool geplaatst. Geïnteresseerde cliënten kregen voorafgaand aan de eerste sessie een informatiebrochure per met alle informatie over het onderzoek. Tijdens de eerste sessie in de kliniek kregen ze de cliënten de informatiebrochure nogmaals te lezen en werd het informed consent ondertekend. Er was ruimte voor eventuele vragen van de deelnemer en vervolgens werd er gestart met het afnemen van de TFLB-maand. Wanneer de deelnemer hiermee klaar was, werd overgegaan 12

13 op het computergedeelte. Eerst werd de SOPT afgenomen en daarna de AAT assessment/training. De instructies voor deze taken verschenen op het scherm. Na de sessie werd er een nieuwe afspraak gemaakt met de deelnemer. Tijdens de tweede t/m vijfde sessie werd dezelfde procedure gehanteerd, behalve dat de TFLB-week in plaats van TFLB-maand werd afgenomen. In de meeste gevallen liepen de deelnemers na hun gesprek met de behandelende psycholoog direct door naar de onderzoekskamer. Er was in de kliniek een ruimte beschikbaar gesteld met een tafel en twee stoelen waar het onderzoek uitgevoerd kon worden. Het onderzoek was dubbel-blind; de aanwezige onderzoekers hadden geen weet van de conditieverdeling. Het protocol was goedgekeurd door de ethische commissie van de faculteit Maatschappij & Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. 13

14 Resultaten Beschrijvende statistieken Van de 26 deelnemers hebben 15 deelnemers alle sessies van de training doorlopen. Van deze 15 deelnemers kregen 7 deelnemers de echte training en 8 deelnemers de placebotraining. Middels een t-test is er gekeken of deze groepen van elkaar verschilden op leeftijd, sekse, motivatie en werkgeheugen. Aan de aannames werd voldaan. De groepen verschilden niet significant op sekse (t= -0.59, p=.95), motivatie (t= -.26, p=.80) en werkgeheugen (t= -1.19, p= -.08). Er werd wel een significant verschil in leeftijd gevonden (t= -2.54, p<.05). De deelnemers in de controleconditie waren ouder dan de deelnemers in de experimentele conditie. Leeftijd was niet gecorreleerd met het aantal sigaretten dat men bij aanvang van het onderzoek rookte (r =.38, p=.86). Ook werd er geen correlatie gevonden tussen het werkgeheugen en het aantal sigaretten (r =.32, p =.19). Middels een t-test is gekeken of er een verschil was tussen mannen en vrouwen in het aantal sigaretten dat ze rookten bij aanvang van het onderzoek. Aan de assumptie van homogeniteit werd niet voldaan. Er werd geen verschil gevonden (t(24)=1.23, p=.23). Tenslotte werd middels een t-test gekeken of deelnemers in conditie één en twee van elkaar verschilden op het aantal sigaretten bij aanvang van het onderzoek. Er werd geen verschil gevonden (t(14)=-1.25, p=.23). AAT bias Om te onderzoeken of er sprake was van een toenaderingsbias bij de deelnemers op het eerste testmoment (T1) is een t-test uitgevoerd (H1). Aan de assumpties is voldaan. Er waren 26 deelnemers die sessie één hebben volbracht. De resultaten van al deze deelnemers zijn meegenomen in de analyse om hypothese 1 te beantwoorden. Er was geen sprake van een toenaderingsbias maar juist van een vermijdingsbias (M= , SD= 96.75, t(24)= , p<.05). Er werd ook een t-test uitgevoerd om te onderzoeken of mensen een automatische neiging hadden om afbeeldingen van zich af te duwen. Aan alle assumpties werd voldaan. Er was ook bij de neutrale afbeeldingen sprake van een vermijdingsbias (M= , SD=67.22, t(24)=-4.77, p<.05). Deelnemers waren over het algemeen sneller in het wegduwen van afbeeldingen dan in het toetrekken van afbeeldingen, ongeacht of deze neutraal waren of met roken te maken hadden. Er werd een significante correlatie gevonden tussen de mate van bias bij de rookafbeeldingen en de neutrale afbeeldingen (r=.56, p<.05). 14

15 Om te toetsen of er een verschil in toenaderingsbias tussen de condities was tussen de voor-en nameting, werd een repeated measures uitgevoerd (H2) over de 15 mensen die de volledige training hadden doorlopen. Aan de assumpties van homogeniteit en sphericiteit werd voldaan. De mate van bias van de deelnemers is over tijd niet significant veranderd (F(1,12)=.13, p=.72). Ook werd er geen interactie-effect tussen conditie en tijd gevonden (F(1,12)=.06, p=.81). Tevens was er geen hoofdeffect van conditie op de mate van bias van de deelnemers (F(1,12)= 1.60) p=.23). De gemiddelde biasscores staan weergegeven in Tabel 2. Tabel 2 Gemiddelde biasscore per conditie en meetmoment Conditie M SD Voormeting Training Placebo Nameting Training Placebo Invloed van de training op stoppen met roken Om te toetsen of mensen in de experimentele conditie minder zijn gaan roken dan mensen in de placebogroep werd een repeated measures uitgevoerd (H3) over de 15 deelnemers die de volledige training hadden doorlopen. Aan de aannames van homogeniteit en sphericiteit is voldaan. Er was geen verschil tussen de experimentele conditie (M=99.4, SE= 53.90) en de placebogroep (M= 129, SE= 40.83) in het aantal sigaretten per maand (t(14) = -1.25, p=.23). Er was sprake van een significante vermindering van roken onder alle deelnemers (F(1,13)=10.44, p<.05). In Tabel 3 staat een overzicht van het gemiddelde aantal sigaretten per maand, per conditie en per meetmoment. 15

16 Tabel 3 Gemiddeld aantal sigaretten per maand, per conditie en per meetmoment Conditie Gemiddelde SD Voormeting Training Placebo Nameting Training Placebo Er werd geen verschil gevonden tussen de condities, dus deze vermindering werd niet veroorzaakt door de training die men kreeg. Er werd geen hoofdeffect van conditie gevonden (F(1,13)=0.45, p=.52). Ook was er geen sprake van een significant interactie-effect tussen conditie en tijd(f(1,13)=10.44, p=.23) Werkgeheugen Om de invloed van het werkgeheugen op het effect van de training te bepalen, werd een regressie uitgevoerd met de verschilscore van de TFLB als afhankelijke variabele. Aan de aannames werd voldaan. Leeftijd werd toegevoegd als achtergrondvariabele omdat er een verschil werd gevonden in de leeftijd tussen de condities. Leeftijd was geen significante voorspeller voor het minderen met sigaretten (F(13)=2.18, p=.16). Ook model twee; conditie en de score op de SOPT, was geen voorspeller voor het minderen met sigaretten (F(13)=1.48, p=.28). Ook model drie; de interactie tussen conditie en de score op de SOPT, was geen voorspeller voor het minderen met sigaretten (F(13)=1.00, p=.46). Er werd geen significant effect gevonden van werkgeheugen op het effect van de training. Hypothese 4 is daarmee niet bevestigd. In Tabel 4 staan de B, de standaard deviatie van B en de Beta scores voor de voorspellende variabelen van de regressie, per model. 16

17 Tabel 4 B, Standaard deviatie van B en Beta scores voor de voorspellende variabelen van de regressie Β SD B Beta Model 1 Leeftijd Model 2 Score op SOPT Conditie Model 3 SOPTxConditie

18 Discussie Deze studie was de eerste studie naar de effectiviteit van het modificeren van de toenaderingsbias bij rokers. Er werd gekeken of cognitieve bias modificatie in combinatie met cognitieve gedragstherapie effectief was voor stoppen met roken. Tegen de verwachting in werd gevonden dat deelnemers een vermijdingsbias hadden voor rookafbeeldingen in plaats van een toenaderingsbias. Deze resultaten zijn tegenstrijdig met de eerder besproken resultaten van Cousijn et al. (2011). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de deelnemers aan het onderzoek van Cousijn et al. geen wil hadden om iets aan hun cannabisgebruik te veranderen. In het huidige onderzoek zochten de deelnemers hulp van een verslavingskliniek om van het roken af te komen. Eberl et al. (2013) vonden in hun onderzoek gericht op alcohol ook geen duidelijke toenaderingsbias aan de start van het onderzoek, ondanks de alcoholafhankelijkheid van de deelnemers. Zij verklaren dit aan de hand van ambivalentie; de deelnemers weten dat alcohol slecht is, maar willen toch van het nare ontwenningsgevoel af door alcohol te drinken. Omdat deze ambivalentie bestaat, wordt er bij deze doelgroep geen duidelijke toenaderingsbias gevonden. Deze verklaring kan ook opgaan voor het huidige onderzoek. Een andere verklaring voor het gevonden resultaat is dat van het incentive habit model (Mogg, Field & Bradley, 2005). Dat zou verklaren waarom er geen toenaderingsbias gevonden werd: de deelnemers zagen roken als een gewoonte en waren niet gevoelig voor de rookafbeeldingen. Mensen die zich aanmelden bij een verslavingskliniek om te stoppen met roken zijn vaak hardnekkige rokers die ernstige afhankelijkheid van nicotine ervaren. Het incentive habit model geeft een mogelijke verklaring voor het niet vinden van een toenaderingsbias. Watson et al. (2012) vonden dat wanneer sprake was van craving, er een sterke toenaderingsbias werd gevonden. Ook merkten ze op dat er mogelijk sprake was van een 18

19 priming effect: wanneer deelnemers net gerookt hadden, was de toenaderingsbias hoog. Het is mogelijk dat de mate van craving en het laatste moment van het roken van een sigaret ook in deze studie van invloed is geweest en het is voor vervolgonderzoek wellicht goed om de mate van craving mee te nemen in de analyses. Er werd verwacht dat de mate van toenaderingsbias zou afnemen bij de deelnemers in de experimentele conditie. Omdat er geen toenaderingsbias aanwezig was maar juist een vermijdingsbias is er ook geen sprake van een afname van de toenaderingsbias. Ook tegen verwachting in werd gevonden dat de mensen in de experimentele conditie niet minder zijn gaan roken dan mensen in de placeboconditie. Het effect van de training op het rookgedrag van de deelnemers was niet significant. Wel zijn beide groepen na afloop van de training significant geminderd met roken, maar het is waarschijnlijk dat de cognitieve gedragstherapie die ze naast de trainingen volgden daar de oorzaak van is. Uit het huidige onderzoek komt niet naar voren dat de kwaliteit van het werkgeheugen een voorspeller is voor het effect van de training. Er werd verwacht dat mensen met een slecht werkgeheugen meer baat zouden hebben bij de training omdat men vermoedt dat de executieve functies een modererende invloed hebben op de automatische cognitieve processen (Wiers et al., 2005). Omdat er geen effect van de training gevonden werd, is het niet mogelijk om vast te stellen of het werkgeheugen van invloed is op het effect van de training. Veel van de deelnemers gaven tijdens de trainingen aan dat ze de taken erg saai vonden en moeite hadden om hun aandacht erbij te houden. Één deelnemer merkte zelfs op dat hij in eerste instantie dacht dat het een onderzoek naar frustratietolerantie was omdat de taak zo lang duurde. Het is mogelijk dat dit van invloed is geweest op de resultaten en dat de deelnemers zich niet voor honderd procent hebben ingezet. Voor sommige deelnemers was roken de reden dat ze zich bij de verslavingskliniek 19

20 aanmeldden maar voor anderen was het een bijkomend ongemak naast een, in hun ogen, veel ernstiger verslaving. Ook dit kan mogelijk invloed hebben gehad op de resultaten: niet elke deelnemer zag het roken als een ernstig probleem en mogelijk waren er verschillen in motivatie voor het participeren in het onderzoek. Voor sommige deelnemers was het niet mogelijk elke week de training te doen. Tussen de trainingsmomenten heeft maximaal 2 weken gezeten maar de frequentie van het uitvoeren van de training kan ook van invloed zijn op de resultaten. In vergelijkbare onderzoeken wordt er vaak gekozen om veel trainingen kort op elkaar te laten volgen om een maximaal effect te behalen. Dit was in het huidige onderzoek echter moeilijk te realiseren omdat de deelnemers ambulant in behandeling waren bij de verslavingskliniek en daarom soms langere periodes geen afspraken hadden. Voor vervolgonderzoek zou de AAT aangepast moeten worden zodat deelnemers de taak als minder saai ervaren. Ook is een grotere sample size gewenst. De huidige conclusies zijn gebaseerd op de resultaten van 15 deelnemers terwijl een minimum van 40 deelnemers gewenst is. Met deze opzet was het moeilijk om aan zoveel deelnemers te komen. Mogelijk werkt het werven in een klinische setting beter, omdat deelnemers dan permanent op één locatie verblijven en het hen minder moeite kost om een training te doen. Een andere optie is om de trainingen via internet aan te bieden zodat deelnemers thuis, op een moment dat het hen uitkomt, de training kunnen doen. Voorlopig kan de conclusie zijn dat er bij rokers die iets aan hun rookgedrag willen veranderen geen sprake is van een toenaderingsbias maar van een vermijdingsbias. De combinatie van cognitieve bias modificatie en cognitieve gedragstherapie zorgt voor een vermindering van het roken. De invloed van cognitieve bias modificatie lijkt hierbij ondergeschikt aan de invloed van cognitieve gedragstherapie. Vervolgonderzoek naar de toenaderingsbias bij roken kan verder inzicht verschaffen 20

21 in de mogelijke aanwezigheid daarvan en kan toekomst bieden aan nieuwe, effectieve behandelmethoden. 21

22 Literatuur Attwood, A.S., O Sullivan, H., Leonards, U., Mackintosh, B., & Munafò, M. R. (2008). Attention bias training and cue reactivity in cigarette smokers. Addiction, 103, Brown, R.A., Burgess, E.S., Sales, S.D., Whiteley, J.A., Evans, D.M., & Miller, I.W. (1998). Reliability and validity of a smoking timeline follow-back interview. Psychology of Addictive Behaviours, 12, Browning, M., Holmes, E.A., & Harmer, C.J. (2010). The modification of attentional bias to emotional information: A review of the techniques, mechanisms, and relevance to emotional disorders. Cognitive, Affective and Behavioral Neuroscience, 10, Cousijn, J., Goudriaan, A. E., & Wiers, R. W. (2011). Reaching out toward cannabis: approach-bias in heavy cannabis users predicts changes in cannabis use. Addiction, 106, Eberl, C., Wiers, R.W., Pawelczack, S., Rinck, M., Becker, E.S. & Lindenmeyer, J. (2013). Approach bias modification in alcohol dependence: Do clinical effect replicate and for whom does it work best? Developmental Cognitieve Neuroscience, 4, Evans, J.B.T. (2010). Intuition and reasoning: A dual-process perspective. Psychological Inquiry, 21, Field, M., & Cox, W.M. (2008). Attentional bias in addictive behaviors: A review of its development, causes, and consequences. Drug and Alcohol Dependence, 97, Field, M., Duka, T., Tyler, E., & Schoenmakers, T. (2009). Attentional bias modification in tobacco smokers. Nicotine & Tobacco Research, 11, Hinson, J.M., Jameson, T.L., Whitney, P. (2003). Impulsive decision making and working memory. Journal of Experimental Psychology, 29, Kane, J., & Engle, R.W. (2002). The role of prefrontal cortex in working-memory capacity, executive attention, and general fluid intelligence: An individual-differences perspective. Psychonomic Bulletin and Review, 9, Mccusker, C.G. (2001). Conceptualizing addiction; Cognitive biases and addiction: An evolution in theory and method. Addiction, 96,

23 Mitchell, S. (1999). Measures of impulsivity in cigarette smokers and non-smokers Psychopharmachology, 146, Miyake, A., Friedman, N.P., Emerson, M.J., Witzki, A.H., Howerter, A., & Wager, T.D. (2000). The unity and diversity of executive functions and their contributions to complex frontal lobe tasks: A latent variable analysis. Cognitive Psychology, 1, Mogg K., Field M., Bradley B. P. (2005). Attentional and approach biases for smoking cues in smokers: an investigation of competing theoretical views of addiction. Psychopharmacology, 180, National Expertisecentrum Tabaksontmoediging. (2014). Factsheet continu onderzoek rookgewoonten. Trimbos-Instituut, Utrecht. Nationaal Toekomst Verkenning: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2013 Partnership Stop met Roken. (2009). Richtlijn behandeling voor tabaksverslaving, herziening Petrides, M., & Milner, B. (1982). Deficits on subject-ordered tasks after frontal- and temporal lobe lesions in man. Neuropsychologia, 20, Robinson, T.E. & Berridge, K.C. (2001). Mechanisms of action of addictive stimuli; Incentivesensitization and addiction. Addiction, 96, Ross, T.P., Hanouskova, E., Giarla, K., Calhoun, E., & Tucker, M. (2007). The reliability and validity of the self-ordered pointing task. Archives of Clinical Neuropsychology, 22, See, J., MacLeod, C., & Bridle, R. (2009). The reduction of anxiety vulnerability through the modification of attentional bias: A real-world study using home-based cognitive bias modification procedure. Journal of Abnormal Psychology, 118, Sobell, L., & Sobell, M. (1992). Timeline Follow-back: a technique for assessing self-reported alcohol consumption. In R. Litten & J. Allen (Eds.), Measuring Alcohol Consumption: Psychosocial and Biological Methods (41-72). Totowa, NJ: Humana Press. Stacey, A.W., Ames, S.L. & Knowlton, B.J. (2004). Neurologically plausible distinctions in cognition relevant to drug use etiology an prevention. Substance use Misuse, 39, Stacy, A.W. & Wiers, R.W. (2010). Implicit cognition and addiction: A tool for explaining paradoxical behavior. Annual Review of Clinical Psychology, 6, Stivoro: Stichting Volksgezondheid en Roken. Kerncijfers Roken In Nederland: Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over roken,

24 Thush, C., Wiers, R.W., Ames, S.L., Grenard, J.L., Sussman, S., & Stacy, A.W. (2012). Interactions between implicit and explicit cognition and working memory capacity in the prediction of alcohol use in at-risk adolescents. Drug and Alcohol Dependence, 94, Trimbos Instituut; Feiten, cijfers en trends, Watson, P., de Wit, S., Cousijn, J., Hommel, B., & Wiers, R.W. (2012). Motivational mechanisms underlying the approach bias to cigarettes. Journal of Experimental Psychopathology, in Press, Wiers, R. W., Bartholow, B. D., van den Wildenberg, E., Thush, C., Engels, R.C.M.E., Sher, K. J., Grenard, J., Ames, S. L., & Stacy, A. W. (2007). Automatic and controlled processes and the development of addictive behaviors in adolescents: A review and a model. Pharmacology, Biochemistry and Behaviour, 2, Wiers, R.W., Eberl, C., Rinck, M., Becker, E.S., & Lindenmeyer, J. (2011). Retraining automatic action tendencies changes alcoholic patients' approach bias for alcohol and improves treatment outcome. Psychological Science, 22, Wiers, R.W., van de Luitgaarden, J., van den Wildenberg, E., & Smulders, F.T.Y. (2005). Challenging implicit and explicit alcohol-related cognitions in young heavy drinkers. Addiction, 6, Wiers, R. W., Rinck, M., Dictus, M., & Van den Wildenberg, E. (2009). Relatively strong automatic appetitive action tendencies in male carriers of the OPRM1 Gallele. Genes, Brain and Behavior, 8, Wiers, R.W., Rinck, M, Kordts, M., Houben, K., & Strack, F. (2010). Retraining automatic actiontendencies to approach alcohol in hazardous drinkers. Addiction, 105,

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Joakim Looij 0592463 Instelling: Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting: Klinische ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Stoppen met roken bij jongeren

Stoppen met roken bij jongeren Stoppen met roken bij jongeren Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en cognitieve bias modificatie VGCt Najaarscongres, 2013 Helle Larsen, PhD, Universiteit van Amsterdam, Adapt-lab, Yield H.Larsen@uva.nl

Nadere informatie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Pillen?? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Reinout Wiers Hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie UvA r.wiers@uva.nl Huidige praktijk: Pillen

Nadere informatie

Preventie van Verslaving

Preventie van Verslaving Preventie van Verslaving Hoe een serious game het trainen van executieve functies bij adolescenten kan ondersteunen Drs. Wouter Boendermaker Universiteit van Amsterdam VGCt Najaarscongres 14-11-2013 Verslaving

Nadere informatie

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training Alcohol en aandacht Een wankel evenwicht tussen craving en training Klassieke behandeling Richt zich hoofdzakelijk op bewuste processen Terugvalpreventie Leren kennen van hoge risico situaties Aanleren

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine Afhankelijkheid

Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine Afhankelijkheid MASTERTHESIS KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE FACULTEIT MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine

Nadere informatie

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Abstract Het doel van dit onderzoek was om na te gaan of een kortdurende

Nadere informatie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie Dronken Jongeren 5 April 17 KNAW Symposium Ad Fundum Gevaar op korte termijn (coma, ongelukken) & op lange termijn Veranderingen in hersenen gebruik en effecten tijdens adolescentie Prof. dr. Reinout W.

Nadere informatie

Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren

Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren 16 juni 2015 Slim maar Kinderen en adolescenten met zwakke executieve functies Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren Reinout Wiers, Ph.D. inhoud 1. Relatie executieve functies en verslaving. 2.

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten:

Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten: Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten: Een Combinatie van een Cognitieve Gedragstherapie en een Impliciete Cognitieve Training. Xia Stevens Universiteit van Amsterdam Masterthese Afdeling

Nadere informatie

Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren

Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren Reinout W. Wiers 1,2, Ph.D. 1. Clinical Psychological Science, Univ Maastricht 2. IVO Professor of Experimental

Nadere informatie

Impliciete Cognitie en Verslaving. Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen

Impliciete Cognitie en Verslaving. Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen Gedragstherapie 2008, 41 169-182 169 Impliciete Cognitie en Verslaving Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen Katrijn Houben 1,Tim Schoenmakers 1, Carolien Thush 1 en Reinout W. Wiers 1,2,3

Nadere informatie

Het hertrainen van automatische cognitieve processen bij angsten verslavingsproblematiek

Het hertrainen van automatische cognitieve processen bij angsten verslavingsproblematiek Het hertrainen van automatische cognitieve processen bij angsten verslavingsproblematiek D.S. van Deursen, E. Salemink, T.M. Schoenmakers en prof. dr. R.W. Wiers Samenvatting Duaal-procesmodellen van angst

Nadere informatie

Train je verslaving weg!

Train je verslaving weg! Train je verslaving weg! Het meten en beïnvloeden van automatische processen bij (rook)verslaving Reinout W. Wiers 1,2,3,4 1. Clinical Psychological Science, Univ Maastricht 2. BSI, Radboud Univ Nijmegen

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen?

Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen? Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen? In 2011 vroeg ZonMw ons een state of the art studie te doen Reinout Wiers, Ph.D. Professor of Developmental Psychopathology

Nadere informatie

Always look on the bright side of life

Always look on the bright side of life Always look on the bright side of life Training van een positieve aandachtbias: effect op angst, depressie en zelfvertrouwen Leone de Voogd E.L.deVoogd@uva.nl Elske Salemink Reinout Wiers Pier Prins Universiteit

Nadere informatie

AUTOMATISCHE PROCESSEN IN VERSLAVINGSPROBLEMATIEK BIJ MENSEN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. DE SLEUTEL NAAR NIEUWE MOGELIJKHEDEN?

AUTOMATISCHE PROCESSEN IN VERSLAVINGSPROBLEMATIEK BIJ MENSEN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. DE SLEUTEL NAAR NIEUWE MOGELIJKHEDEN? AUTOMATISCHE PROCESSEN IN VERSLAVINGSPROBLEMATIEK BIJ MENSEN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. DE SLEUTEL NAAR NIEUWE MOGELIJKHEDEN? Neomi van Duijvenbode 1 Robert Didden 1,2 Klaus Drieschner 2 Maria

Nadere informatie

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum

Nadere informatie

uitdoving effecten van cue exposure therapie naar situaties en omgevingen uit het leven van de ex-roker. Dat wil zeggen, in de therapiekamer ervaart

uitdoving effecten van cue exposure therapie naar situaties en omgevingen uit het leven van de ex-roker. Dat wil zeggen, in de therapiekamer ervaart Samenvatting Stoppen met roken is helemaal niet moeilijk en vele rokers stoppen dan ook zeer regelmatig met hun slechte gewoonte. Het volhouden nadat men eenmaal gestopt is, blijkt echter veel moeilijker.

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies Wie zijn wij? Kenny Wolfs Promovendus Open Universiteit Onderzoek: Impliciete cognities over veilig vrijen bij mannen/msm Subsidieverstrekker:

Nadere informatie

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving De Toenaderingsbias van Adolescenten met een Cannabisverslaving Onderzoek naar de bruikbaarheid van de AAT MASTER THESE 08-08-2013 Lisa van Braam 6048757 Klinische ontwikkelingspsychologie Andrea Wolf

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting

De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting OPSTELLER Naam: Robin Kooij Collegekaartnummer: 5996856 Afstudeerrichting

Nadere informatie

inhoud Slaaf van het onbewuste? In veel psychologische theorieën over verslaving is de centrale vraag: Waarom gebruik je?

inhoud Slaaf van het onbewuste? In veel psychologische theorieën over verslaving is de centrale vraag: Waarom gebruik je? AUVdag 7 november 2009 Slaaf van het onbewuste? De rol van automatische en gecontroleerde processen bij verslavingsgedrag in de adolescentie Reinout Wiers, Ph.D. inhoud 1. Bewuste en onbewuste processen

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

De Invloed van Cognitive Bias Modification (CBM) op Cannabisgebruik en Gezond Gedrag

De Invloed van Cognitive Bias Modification (CBM) op Cannabisgebruik en Gezond Gedrag De Invloed van Cognitive Bias Modification (CBM) op Cannabisgebruik en Gezond Gedrag Iza Leeuwin 10539697 Begeleider: Hans van der Baan Universiteit van Amsterdam Woorden: 4.231 Abstract Het doel van deze

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Verslaving bij adolescenten met zwakke EF

Verslaving bij adolescenten met zwakke EF 19 juni 2012 executieve functies bij adolescenten Verslaving bij adolescenten met zwakke EF Reinout Wiers & Thomas Gladwin ADAPT lab (Addic.on Development and Psychopathology lab) Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J.

A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Een impliciete benadering van verslaving:

Een impliciete benadering van verslaving: Een impliciete benadering van verslaving: Het meten van de actietendens naar cannabis bij cannabisverslaafde jongeren Rick Roelofs Studentnummer: 10287604 Masterthese Psychologie: Gedrag & Gezondheid Begeleiders:

Nadere informatie

Executieve Functies en

Executieve Functies en 25 oktober 2011 executieve functies bij kinderen en adolescenten Executieve Functies en Verslaving Reinout Wiers, Ph.D. Hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie th l i Universiteit van Amsterdam RWi R.Wiers@uva.nl

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/179153

Nadere informatie

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten VGCT najaarscongres 2016 Amras van Opdorp MSc. Pro Persona Mental Health Care, Depression Expertise Center, Nijmegen,

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Universiteit van Amsterdam Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Merel Velu (10351779) Bachelorproject Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleid door: Marilisa Boffo, Bram van

Nadere informatie

Het Effect van Werkgeheugen Training op Cocaïne Gebruik

Het Effect van Werkgeheugen Training op Cocaïne Gebruik Het Effect van Werkgeheugen Training op Cocaïne Gebruik Student: Alec Schouten Studentnummer: 10080872 Vak: Begeleidster: Bachelorproject Mieke Schulte Abstract: 110 Aantal woorden: 3887 Datum: 24 april

Nadere informatie

15-10-2015. Let s get together BSI-NISPA. Search: RDoC Matrix. Problemen met onze diagnoses/behandelingen. NIMH Strategisch Plan: RDoc

15-10-2015. Let s get together BSI-NISPA. Search: RDoC Matrix. Problemen met onze diagnoses/behandelingen. NIMH Strategisch Plan: RDoc 15-10-2015 Problemen met onze diagnoses/behandelingen Let s get together BSI-NISPA DSM 5 kent meer dan 400 psychische stoornissen Valide diagnoses? Eni S. Becker 2 NIMH Strategisch Plan: RDoc Research

Nadere informatie

Pillen? Praten? Trainen!

Pillen? Praten? Trainen! Pillen? Praten? Trainen! Het beïnvloeden van automatische processen bij verslaving Reinout Wiers Hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie UvA r.wiers@uva.nl Symposium 25 jaar IVO, Rotterdam, oktober 2014

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Impliciete en expliciete cognities als voorspellers van drinkgedrag in de vroege adolescentie.

Impliciete en expliciete cognities als voorspellers van drinkgedrag in de vroege adolescentie. Impliciete en expliciete cognities als voorspellers van drinkgedrag in de vroege adolescentie. Auteur: Rens van Beek Begeleider: Dr. Margot Peeters Afdeling ASW: Culturele Diversiteit en Jeugd Abstract

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jamal, Mumtaz Title: Smoking and the course of anxiety and depression Issue Date:

Nadere informatie

HAALBAARHEID EN EFFECTIVITEIT VAN ZELFREGULATIE TRAINING. Sandra Verbeken & Caroline Braet - Zeepreventorium - Ronde Tafel 2017

HAALBAARHEID EN EFFECTIVITEIT VAN ZELFREGULATIE TRAINING. Sandra Verbeken & Caroline Braet - Zeepreventorium - Ronde Tafel 2017 HAALBAARHEID EN EFFECTIVITEIT VAN ZELFREGULATIE TRAINING Sandra Verbeken & Caroline Braet - Zeepreventorium - Ronde Tafel 2017 WAAROM? 3 DE VOEDSELOMGEVING VAN ONZE KINDEREN: OBESOGENE OMGEVING https://vimeo.com/44669019

Nadere informatie

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE?

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? Een vergelijking van de effectiviteit van CBM met en zonder MGV op het

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Effectiviteit van Werkgeheugentraining bij het Stoppen met Roken: Het Modererende Effect van Alcohol Gebruik

Effectiviteit van Werkgeheugentraining bij het Stoppen met Roken: Het Modererende Effect van Alcohol Gebruik Effectiviteit van Werkgeheugentraining bij het Stoppen met Roken: Het Modererende Effect van Alcohol Gebruik Naam: Rend Jasim Student nr.: 10188266 Afstudeerrichting: Klinische Psychologie aan de Universiteit

Nadere informatie

Motivationele processen bij verslaving: de rol van craving, salience en aandacht

Motivationele processen bij verslaving: de rol van craving, salience en aandacht overzichtsartikel Motivationele processen bij verslaving: de rol van craving, salience en aandacht i.h.a. franken, r.w. wiers achtergrond Motivationele processen spelen een belangrijke rol bij verslaving.

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Kan interpretatiebias-training aanhoudende depressieve klachten bij jongeren verminderen?

Kan interpretatiebias-training aanhoudende depressieve klachten bij jongeren verminderen? Kan interpretatiebias-training aanhoudende depressieve klachten bij jongeren verminderen? Door: Merlijn Coster Begeleider: Leone de Voogd Datum: 7 juni 2013 Naam: Merlijn Coster Studentnummer: 5804019

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk Het trainen van het werkgeheugen bij ontwikkelingsstoornissen: waarom zou je? Drs. B.J.L.Gerrits, psycholoog-psychotherapeut Presentatie Werkgeheugen wetenswaardigheden Onderzoek naar werkgeheugentrainingen

Nadere informatie

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen Achtergrond symposium Criminaliteit heeft grote gevolgen voor samenleving: -Fysieke verwondingen -Psychische klachten -Materiële schade -Kosten:

Nadere informatie

Een noodlottige zelfoverschatting van het bewustzijn

Een noodlottige zelfoverschatting van het bewustzijn Een noodlottige zelfoverschatting van het bewustzijn Het ontstaan van verslavingsgedrag bij jongeren Waarom zijn er zoveel jongeren die te veel drinken, of beginnen te roken, terwijl ze weten dat het slecht

Nadere informatie

misverstanden en mythes

misverstanden en mythes Stoppen met roken tijdens een behandeling voor alcohol- of drugsafhankelijkheid moet afgeraden worden Wencke de Wildt en Trudi Tromp-Beelen Het misverstand Roken komt veel voor onder mensen met een alcohol-

Nadere informatie

Alcoholgebruik, Alcohol-Specifieke Regels en Impliciete Opvoedcognities

Alcoholgebruik, Alcohol-Specifieke Regels en Impliciete Opvoedcognities Running head: ALCOHOL-SPECIFIEKE REGELS, ALCOHOLGEBRUIK EN IMPLICIETE OPVOEDCOGNITIES Alcoholgebruik, Alcohol-Specifieke Regels en Impliciete Opvoedcognities DE RELATIE TUSSEN ALCOHOL-SPECIFIEKE REGELS,

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP)

Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP) Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP) De effectiviteit van een gecombineerde behandeling gericht op problematisch middelengebruik en partnergeweld bij plegers van partnergeweld

Nadere informatie

Internationale wetenschappelijke publicaties

Internationale wetenschappelijke publicaties Internationale wetenschappelijke publicaties... 1 Gepubliceerde congres-abstracts (selectie)... 3 Nederlandstalige wetenschappelijke publicaties... 3 Boekhoofdstukken... 4 Congres-papers (selectie)...

Nadere informatie

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

TOEVOEGEN VAN EEN COGNITIEVE BIAS MODIFICATIE TRAINING AAN EEN RESIDENTIEEL BEHANDELPROGRAMMA VOOR OBESITAS BIJ KINDEREN PILOT STUDIES.

TOEVOEGEN VAN EEN COGNITIEVE BIAS MODIFICATIE TRAINING AAN EEN RESIDENTIEEL BEHANDELPROGRAMMA VOOR OBESITAS BIJ KINDEREN PILOT STUDIES. TOEVOEGEN VAN EEN COGNITIEVE BIAS MODIFICATIE TRAINING AAN EEN RESIDENTIEEL BEHANDELPROGRAMMA VOOR OBESITAS BIJ KINDEREN PILOT STUDIES. Sandra Verbeken 1, Caroline Braet 1, Lien Goossens 1, Katrijn Houben

Nadere informatie

When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L.

When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L. When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L. Kraanen Samenvatting Criminaliteit is een belangrijk probleem en zorgt

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie, de Approach/Avoidance-Training en de Rol van Impulsiviteit bij Adolescenten die willen Stoppen met Roken

Cognitieve Gedragstherapie, de Approach/Avoidance-Training en de Rol van Impulsiviteit bij Adolescenten die willen Stoppen met Roken Cognitieve Gedragstherapie, de Approach/Avoidance-Training en de Rol van Impulsiviteit bij Adolescenten die willen Stoppen met Roken Rosalinde Knijnenburg Collegekaartnummer: 5804949 Begeleiders: Helle

Nadere informatie

Adolescenten en roken:

Adolescenten en roken: Adolescenten en roken: De rol van impulsiviteit en toenaderingsbias en het verband met alcohol MASTERTHESE UvA, afdeling Klinische Ontwikkelingspsychologie Student: Marjolein van der Klauw Studentnummer:

Nadere informatie

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid presentatie ESPRi Symposium 26-11-2015 Michiel Boog, klinisch psycholoog, psychotherapeut Titel:

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD

2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD 2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD Dr. Eva Debusscher Psychiater Eenheid Ontwenning dr. Céline Hinnekens Doctor in de psychologie; Psycholoog Eenheid Ontwenning INTRODUCTIE INTRODUCTIE INTRODUCTIE INTRODUCTIE OVERZICHT

Nadere informatie

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys EF en gedragsproblemen Walter Matthys Verminderde EF bij gedragsproblemen afhankelijk van ADHD (symptomen)? Meta-analyse bij jonge kinderen met externaliserend gedrag (Schoemaker, Mulder, Dekovic & Matthys,

Nadere informatie

Dia 1. SPEEDPRESENTATIES Deel 3. Dia 2 MARIELLE BRENNINKMEIJER. Ik heb zo n zin in een biertje. Dia 3

Dia 1. SPEEDPRESENTATIES Deel 3. Dia 2 MARIELLE BRENNINKMEIJER. Ik heb zo n zin in een biertje. Dia 3 Dia 1 SPEEDPRESENTATIES Deel 3 Dia 2 MARIELLE BRENNINKMEIJER Ik heb zo n zin in een biertje Dia 3 Dia 4 Ik heb zo n zin in een biertje! Real time zelf gerapporteerde craving naar alcohol tijdens de ambulante

Nadere informatie

Virtual Reality Game for Aggression Impulse Management (VR-GAIME)

Virtual Reality Game for Aggression Impulse Management (VR-GAIME) Virtual Reality Game for Aggression Impulse Management (VR-GAIME) DR. DANIQUE SMEIJERS SENIOR ONDERZOEKER POMPESTICHTING D.SMEIJERS@POMPESTICHTING.NL Inhoud Achtergrond - Behandeling agressie - Waarom

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA)

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.161587 File ID Filename Version uvapub:161587 Back matter final SOURCE (OR PART

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 1. Inleiding BB is een gecomputeriseerde cognitieve training voor kinderen met zelfregulatieproblemen (bv. kinderen

Nadere informatie

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en toenaderingsbewegingen bij nieuwe en bekende producten. Programmagroep: Sociale Psychologie Achternaam en initialen: E.M.C.

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg

Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg aan de hand van de Montreal Cognitive Assessment (MoCA-D) Carolien J. W. H. Bruijnen, MSc Promovendus Vincent van Gogh cbruijnen@vvgi.nl www.nispa.nl

Nadere informatie

REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens

REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens Slechts 3 vragen 1. Hoe vaak drink je alcoholhoudende dranken? 0 1 2 3 4 Nooit

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Iedereen is anders dus waarom één behandeling?

Iedereen is anders dus waarom één behandeling? Iedereen is anders dus waarom één behandeling? Gepersonaliseerde behandeling van middelengebruik voor mensen met een lichte verstandelijke beperking Dr. Evelien Poelen Esmée Schijven, MSc Lotte Gosens,

Nadere informatie

De rol van alcoholgebruik bij executieve functies

De rol van alcoholgebruik bij executieve functies De rol van alcoholgebruik bij executieve functies Begeleider: dr. T.E. Gladwin Student: Tess van der Kooij, 5960525 Bachelorthese versie 2 Datum: 19-6-2012 Aantal woorden: 5657 Abstract In dit onderzoek

Nadere informatie

Kerncijfers roken in Nederland

Kerncijfers roken in Nederland 20.000 sterfgevallen door roken Kerncijfers roken in Nederland Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over rookgedrag 28% rookt 27% doet stoppoging 25 miljard verkochte sigaretten 2009 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een Masterthese Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een primaire alcoholverslaving in een klinische setting. OPSTELLER Naam : Tessa van Bennekom Collegekaartnummer

Nadere informatie

Stoppen met roken. Groepstraining in het CWZ

Stoppen met roken. Groepstraining in het CWZ Stoppen met roken Groepstraining in het CWZ 2 Stoppen met roken kun je leren! Het valt niet mee om te stoppen met roken. Dat blijkt wel uit het feit dat dagelijks duizenden mensen proberen te stoppen met

Nadere informatie

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN CURSUS VOOR ERGOTHERAPEUTEN OPLEIDING TOT CPCRT-GECERTIFICEERD THERAPEUT De cursus richt zich op de ergotherapeutische diagnostiek, benadering en behandeling

Nadere informatie

Pilot studie naar de implementatie en effectiviteit van een stress-reductie training via de smartphone

Pilot studie naar de implementatie en effectiviteit van een stress-reductie training via de smartphone Pilot studie naar de implementatie en effectiviteit van een stress-reductie training via de smartphone Anke Versluis 12 november 2015 Bart Verkuil, PhD., Jos Brosschot, PhD. & Philip Spinhoven, PhD. CBS:

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Effectiviteit van de Wiet-Check

Effectiviteit van de Wiet-Check Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectiviteit van de Wiet-Check FADO 17 november 2011 Anouk de Gee Cannabis gebruik & jongeren Actueel gebruik (laatste maand) 5,3 % van 12-16 jarigen 20,7

Nadere informatie

Stoppen-met-Roken Interventie voor Adolescenten:

Stoppen-met-Roken Interventie voor Adolescenten: FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Programmagroep Ontwikkelingspsychologie Masterthesis Stoppen-met-Roken Interventie voor Adolescenten: De Invloed van een Cognitieve Bias Modificatie

Nadere informatie