Praktische opdracht Geschiedenis Katoenindustrie in Engeland (Lancashire) en Nederland (Twente) in de negentiende eeuw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktische opdracht Geschiedenis Katoenindustrie in Engeland (Lancashire) en Nederland (Twente) in de negentiende eeuw"

Transcriptie

1 Praktische opdracht Geschiedenis Katoenindustrie in Engeland (Lancashire) en Nederland (Twente) in de negentiende eeuw Praktische-opdracht door een scholier woorden 29 april ,3 74 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Voor het vak geschiedenis is het de bedoeling dat we een Praktische Opdracht maken over Lancashire in de negentiende eeuw, en daarbij een vergelijking trekken met een soortgelijke regio in Nederland. We hebben, nadat we eerst sociale wetgeving hadden, als definitieve onderwerp de katoenindustrie gekozen. In onze zoektocht naar informatie over sociale wetgeving kwamen we namelijk veel tegen over de katoenindustrie. Na overleg met de docent konden we overstappen naar dat onderwerp. We hopen dat de lezer iets opsteekt over het onderwerp. Hoofdvraag: Hoe verliep de ontwikkeling van de katoenindustrie in Lancashire en Twente in de negentiende eeuw en wat waren de verschillen en overeenkomsten tussen die twee regio s? Deelvragen: Lancashire 1. Wat was de industriële revolutie en hoe ontstond die in Lancashire? 2. Hoe is de uitbreiding van de productie van katoen te verklaren? 3. Hoe beïnvloedde de opmars van katoen het dagelijkse leven? 4. Hoe beïnvloedde de katoenindustrie de arbeidsverhoudingen? Twente 5. Hoe stond het met de Twentse textielnijverheid aan het begin van de negentiende eeuw? Pagina 1 van 22

2 6. Hoe beïnvloedde de komst van de stoommachine de Twentse katoenindustrie? 7. Hoe beïnvloedde de opmars van katoen het dagelijkse leven? 8. Hoe beïnvloedde de katoenindustrie de arbeidsverhoudingen? Wat was de industriële revolutie en hoe ontstond die in Lancashire? De weg ernaartoe De situatie voor de industriële revolutie Sinds het bestaan van de mens tot aan de achttiende eeuw werd bijna al het werk met de hand gedaan. Energie haalde je alleen uit spierkracht. Die manier van werken veranderde langzaam maar in een constant tempo met de industriële revolutie. Geleidelijk maakten werktuigen die met de hand bediend werden plaats voor machines, die in het begin door stoom en later door elektriciteit en gas werden aangedreven. Eigenlijk is de term revolutie geen goed woord voor de snelheid waarmee de dingen veranderden; waar je bij revolutie denkt aan een radicale omslag, begonnen de veranderingen die tot de industriële samenleving leidden al in de 16e eeuw, en pas in de 20e eeuw waren ze overal in Europa doorgedrongen. De gevolgen waren echter groot. Daarom kun je toch van een revolutie spreken. Eeuwenlang was Europa een agrarische samenleving. De meeste mensen woonden op het platteland en werkten daar in de landbouw. Grote steden waren er nog nauwelijks, eigenlijk alleen Londen met 675 duizend inwoners. Daarna volgt Bristol met 43 duizend inwoners, een groot verschil dus. Er was weinig handel binnen de landbouweconomie. De boeren produceerden voor zichzelf en voor hun naaste omgeving. Omdat er vanwege die kleinschaligheid nauwelijks economische groei was, bleef de welvaart laag. Pas in de loop van de 19e eeuw kwam het inkomensniveau weer op dat van Ook was er een trage bevolkingsgroei. In 1750 waren er nog maar anderhalf keer zoveel Europeanen als in 1300, wat in vergelijk met bijvoorbeeld de groei in de 20e eeuw, zeer langzaam is. In Engeland groeide de bevolking relatief snel: een verdubbeling tussen 1500 en Ook de Engelse economie groeide het hardst.tussen 1500 en 1750 nam de productie met 70 procent toe. Toch ging het er, zeker in vergelijking met de afgelopen eeuw, allemaal langzaam aan toe. Hoe kwam dat? Perioden met groei werden afgewisseld door grote crises. Een stijgende voedselproductie bracht een nog sterker stijgende bevolkingsgroei op gang, waardoor er te weinig voedsel was en de welvaart daalde. Als daar dan een misoogst op volgde, werd voedsel nog schaarser en duurder en schoten de sterftecijfers omhoog. Tegelijkertijd werden er minder mensen geboren omdat huwelijken werden uitgesteld en omdat veel mensen die in de leeftijd waren om kinderen te krijgen simpelweg stierven vanwege ziekte en hongersnood. Door die bevolkingsafname daalden de voedselprijzen weer, en begon er weer een nieuwe periode van bevolkingsgroei. Zoals eerder gezegd wisselden deze periodes van bevolkingsgroei en krimp elkaar gedurende die enkele honderden jaren elkaar voortdurend af. De echte groei kwam met de industriële revolutie. Naar de markteconomie Pagina 2 van 22

3 Een aantal ontwikkelingen die elkaar versterkten zorgden voor de industrialisatie. Ten eerste was er de agrarische revolutie. Doordat de landbouw steeds efficiënter ging werken, konden er meer mensen gevoed worden met minder mensenwerk. De overbodig geworden landbouwwerkers konden terecht in de industrie. Omdat daar steeds meer en betere machines waren, werd er een zeer grote productiestijging mogelijk. Eindelijk kon je zeggen dat de productiestijging de stijging van de bevolking overtrof, en niet andersom. De groeiende bevolking zorgde alleen maar voor meer vraag, en aan die vraag kon de industrie gemakkelijk voldoen. Niet alleen de consumenten maar ook de industrie zelf zorgde voor veel vraag. Niet alleen moesten er fabrieken en machines gebouwd worden, ook moest er infrastructuur worden aangelegd en moest er voor de energievoorziening steenkool worden gewonnen. Ook die vraag van de industrie zelf kon de industrie door de groeiende productie met gemak aan. Onder invloed van de industrialisatie maakte de landbouweconomie plaats voor een markteconomie. De binnenlandse handel steeg door de enorme vraag van de bevolking, en de internationale handel steeg doordat landen zoals Engeland en Nederland steeds meer van elkaar afhankelijk werden wat betreft voedsel, grondstoffen en industrieproducten. Ook de koloniën waren zeer belangrijk; zo haalde de katoenindustrie in Lancashire onbewerkte katoen uit India en Pakistan (toen nog Brits-Indië), en gebruikte die landen vervolgens weer als markt om hun bewerkte katoen af te zetten. In de markteconomie speelde de nijverheid een steeds grotere rol. De bevolking bestond steeds meer uit industriearbeiders. Waar je vroeger op het platteland op jezelf was aangewezen met je eigen land en vee, zocht je nu je heil in de grote stad, waar je afhankelijk was van je loon dat je bij een fabriek verdiende. Doordat arbeiders in de grote steden vaak met honderden tegelijk in die fabrieken werkten, kregen ze een gemeenschappelijk belang tegenover hun werkgever. Zo kreeg je in de maatschappij te maken met verschillende klassen. Tussen die klassen waren er vaak conflicten over hun economische positie in de maatschappij. De voorwaarden ervoor Waarom de revolutie in Engeland begon Door een aantal factoren was Engeland in het voordeel. De eerste is dat Engeland een eiland is. Daarom was het moeilijk om aan te vallen en had het niet echt een sterk leger nodig, en had het land geen last van oorlogen op het vaste Europese continent. Verder konden goederen makkelijk binnenlands vervoerd worden, omdat elke plek in Engeland dicht bij de kust ligt. Vervoer over land was in die tijd duur en bijna niet mogelijk. In Engeland echter konden goederen overzee en anders via de rivier vervoerd worden. Dit had ook grote voordelen voor de buitenlandse handel; Engeland was de grootste kolonisator ter wereld, en was de belangrijkste speler op zee. Ook was de landbouw in Engeland veel commerciëler dan in de rest van Europa. Daar werkte men nog met het open-field-systeem. Dat hield in dat boeren geen eigen land hadden, maar dat alle grond gemeenschappelijk was. Ze konden dus niet individueel experimenteren met betere landbouwmethoden, waardoor er weinig vooruitgang was. In Engeland begon men in de 16e eeuw echter al met het terugdringen van dat systeem. Zo ontstonden enclosures, omheinde stukken land die in handen waren van particulieren. De grote landbouwbedrijven die ontstonden, hadden meer geld voor vernieuwingen, wat resulteerde in een veel sterkere productiviteitsstijging ten opzichte van de rest van Europa. De extra Pagina 3 van 22

4 productie konden die bedrijven op de markt verhandelen. De winst die daarop behaald werd, kon weer worden geïnvesteerd en zorgen voor groei. Veel arme boeren werden door de grote bedrijven overbodig, waardoor de bevolking steeds minder agrarisch werd. Een andere belangrijke factor was de macht van de welvarende mensen op de politiek in Engeland. Zij stemden voor het parlement, dat vervolgens weer een beslissende stem had bij het doorvoeren van wetten en het heffen van belastingen. Hierdoor kon de rijkere bevolking de macht van de staat gebruiken om hun eigen commerciële belangen te dienen, zoals de enclosures en de lage belastingen. De laatste reden is het tekort aan hout. Eerst gebruikte men dit nog als brandstof, maar toen de bevolking hard begon te groeien, werd er wel erg veel bos weggekapt. De vraag naar een alternatief groeide. Engeland had grote voorraden steenkool dat moeilijk te winnen was vanwege het grondwater. De uitvinding van de stoommachine door James Watt zorgde ervoor dat het water uit de grond kon worden weggepompt, zodat men kon overstappen op steenkool. De stoommachine had nog veel meer functies, bijvoorbeeld voor locomotieven of voor de industrie. Dat maakte het dé belangrijkste uitvinding voor de industriële revolutie. Al met al was er in Engeland een zeer gunstig ondernemingsklimaat ontstaan. Er was veel goedkope arbeid, er was voldoende voedselproductie, er ware duurzame productiegoederen in de landbouw en de industrie, de ondernemers hadden veel invloed op de politiek, onder de grond lagen grote voorraden steenkool en natuurlijk was er de uitvinding van de stoommachine. Door de aanwezigheid van deze voorwaarden kwam in het begin van de 19e eeuw in de katoenindustrie de industriële revolutie op gang. In deze praktische opdracht kijken we voor Engeland naar de Lancashire-regio. Lancashire aan het begin van de revolutie Geografisch Lancashire ligt aan de Ierse zee, ongeveer driehonderd kilometer boven Londen. Qua oppervlakte is het iets groter dan de provincie Gelderland. In het noorden is het landschap heuvelachtig, in het zuiden meer vlak. Voor de industriële revolutie, rond 1750, was Lancashire nog een sterk agrarisch gebied. De communicatie tussen de gebieden in de provincie verliep slecht. Er viel namelijk veel regen, waardoor er veel snel stromende rivieren waren, en de wegen in het grootste deel van het jaar door de modder slecht begaanbaar waren. Ook de aanleg van tolwegen bracht daar weinig verandering in. Pas met de uitvinding van de stoomwals werden de wegen beter. Demografisch In Lancashire groeide de bevolking harder dan in de rest van Engeland; tussen 1550 en 1750 een vervijfvoudiging. De meerderheid van de mensen woonden in dorpen en gehuchten. In het zuiden waren er kleine industriestadjes. De grootste steden waren Liverpool met 22 duizend, en Machester met 18 duizend inwoners. De textielnijverheid vond vooral in Manchester plaats. De schrale grond bood de boeren geen riant bestaan. Daarom moesten kleine boertjes op een andere manier hun bestaan zien aan te vullen. Daarvoor bood de textielindustrie de beste mogelijkheden. Engeland produceerde al veel wol; er waren twee keer zoveel schapen als mensen. Wol was ook een Pagina 4 van 22

5 belangrijk exportproduct. In Lancashire werd vooral linnen en bombazijn vervaardigd. Bombazijn was een halfkatoenen stof; de weefsels hadden een linnen schering en een katoenen inslag. In de plaatsen Blackburn en Bolton was de helft van de bevolking al afhankelijk van de productie van die stoffen. Thuiswerk Textiel werd vooral thuis geproduceerd. Daar maakte men de stoffen op spinnewielen en weefgetouwen. Veel boerengezinnen zagen het thuiswerk als een belangrijk extra inkomen, zeker als in de winter weinig werk op het platteland was. Je kon zelf het tempo bepalen, en in korte tijd weer met je werk als boer verdergaan. In het gezin was een vaste rolverdeling: de mannen deden het zwaardere werk, zoals het weven, en de vrouwen deden het lichtere werk, zoals het spinnen van de katoendraden. De textielindustrie werkte via het putting-out-system. Daarin leverden kooplieden via tussenhandelaren de ruwe stoffen aan de thuiswerkers. Na een tijdje leverden die thuiswerkers hun bewerkte spullen weer af, en kregen dan per stuk betaald. Katoen werd uit Azië gehaald, vooral uit India en uit Turkije. Nadat het bij mensen thuis was geweven, werd het in pakhuizen opgeslagen en van daaruit op de lokale, nationale en internationale markt verkocht. Londen was het centrum van die handel. Veel textielhandelaren uit Lancashire hadden daar dan ook hun partners. Waarom in Lancashire? Er waren veel factoren die ervoor zorgden dat juist Lancashire het centrum van de internationale katoenhandel werd. Ten eerste was er een zeer vochtig klimaat. Waar katoen in droge lucht snel broos wordt, kon het in dit gebied gemakkelijk geweven worden. Een tweede voordeel was de ervaring van de arbeiders in Lancashire met linnen. Dat was voorheen een belangrijk textielproduct dat uit Ierland werd aangevoerd. Men kon dus gebruik maken van eeuwoude ervaring en kennis bij het spinnen en weven van katoen. Bovendien was er al een systeem van handel en productie ontwikkeld. Daarnaast werd de nijverheid in Lancashire niet belemmerd door beperkende wetten die in andere provincies wel golden. Er waren geen regels over het maximale aantal wevers. Ook had Lancashire geen last van de Calico Act, een wet uit 1721 die de verkoop en het dragen van katoen aan banden legde. De wet was ooit ontworpen omdat buitenlandse katoen een bedreiging ging vormen voor de Engelse wolindustrie. Het verbod gold echter niet voor bombazijn, wat toen nog weinig werd gedragen, en waarin Lancashire juist erg gespecialiseerd was. Door de productie van ondermeer die stof werd er in de streek veel ervaring met textielnijverheid opgedaan. De aanvoer van katoen was verzekerd, omdat de Engelse vloot in de loop van de achttiende eeuw alle handelsroutes ging beheersen. Redenen voor groei De vraag naar katoen nam snel toe. Dat kwam door de ongekende mogelijkheden die het bood. Het was Pagina 5 van 22

6 een goedkoop alternatief voor traditionele stoffen zoals zijde, wol leer en linnen. Het kon in veel meer variaties worden toegepast. Je kon er niet alleen werkkleding, maar ook feestjurken van maken. Verder kon je het makkelijk bedrukken met kleur, en was de stof licht, sterk en ventilerend. Ook konden armere mensen nu goed hun kleren gaan wassen, omdat katoen veel makkelijker wasbaar was. Kleren wassen was eerst alleen aan de rijkere bevolking voorbehouden. Een andere reden voor de sterke groei was de sterke groei van de Britse bevolking, en de groei van de handel van Engeland met de rest van de wereld. In de achttiende eeuw was de handel echter vooral nog nationaal. Door de sterke bevolkingsgroei, was er veel arbeid beschikbaar. Samen met het putting-outsystem was dat zeer gunstig voor ondernemers. De productie kon gemakkelijk uitgebreid worden zonder hoge kosten. Als het dan eens slechter ging, kregen de thuiswerkers gewoon minder opdrachten. De winst kwam dus altijd bij de ondernemers en het risico lag bij de arbeiders. Ook werden er veel uitvindingen gedaan die de katoenindustrie verder op weg hielpen. De belangrijkste uitvinding is de al eerdergenoemde stoommachine, die het werk voor arbeiders sterk verlichtte, en zo de productie van textiel spectaculair kon opvoeren. Met de komst van de stoommachine steeg ook de vraag naar energie. Hier had Lancashire het voordeel dat het dicht bij de steenkolenmijnen lag. Daardoor waren de transportkosten voor de industrie laag. Hoe is de uitbreiding van de productie van katoen te verklaren? De invloed van de bevolking De productie van katoen nam in de eerste plaats toe doordat er steeds meer arbeid werd ingezet. Die arbeid kwam van de boeren in Lancashire die niet echt vooruit konden met de onvruchtbare grond in het gebied. Die mensen gingen steeds meer uren maken in de huisindustrie of de textielfabrieken. In de eerste jaren van de negentiende eeuw werkte eenderde van de bevolking van Lancashire. Dat aantal daalde daarna eerst, maar omdat de totale bevolking van Lancashire zo snel groeide, nam het aantal textielwerkers toch toe. Waar de totale bevolking van Engeland in de eerste helft van de negentiende eeuw al verdubbelde, was er in Lancashire sprake van een verdrievoudiging. Bovendien konden de mensen door de komst van de gaslamp nu ook in de winter werken. Het belangrijkste was echter de gigantische stijging van de productiviteit. In de tijd die een arbeider in 1750 nodig had om een kilo katoen te produceren, kon hij nu 350 kilo produceren. Dat kwam niet alleen door de eerder besproken stoommachine. Door het patentrecht was het klimaat voor uitvinders op zich al goed. Dat zorgde voor een hele reeks ontdekkingen die voor een enorme productiviteitsstijging zorgden. en de invloed van uitvindingen Schietspoel De eerste belangrijke uitvinding was de schietspoel, die in 1730 werd gebouwd door de zeilmaker John Kay. Door de schietspoel kon je twee keer zo snel weven. Het succes van de schietspoel kwam pas in 1750, omdat toen de vraag naar katoen pas begon toe te nemen. De schietspoel had wel een bijkomend probleem: door het twee keer zo snelle weven waren er nu twee keer zoveel spinsters nodig als voorheen. Aan die spinsters was een gebrek, waardoor hun lonen stegen, en katoen duurder werd. Om druk op de Pagina 6 van 22

7 uitvinders te leggen werden er hoge beloningen uitgeschreven voor degene die het spinsterprobleem kon oplossen. Spinning jenny In 1764 bouwde de wever James Hargreaves een machine die het eeuwenoude spinnen overbodig maakte. Je moest de spinning jenny weliswaar met de hand aandrijven, maar je kon zestien en later zelfs 130 draden tegelijk spinnen. Ook deze techniek had echter weer een nieuw probleem: de massaal gesponnen katoenen draden bleken erg breekbaar. Waterframe Op dat probleem bedacht de kapper Richard Arkwright in 1769 een met waterkracht aangedreven machine, die een veel sterkere katoendraad opleverde. Die draad was zo sterk, dat Arkwright s uitvinding het mogelijk maakte om voor het eerst stoffen volledig van katoen te maken. De Calico Act vormde ook geen belemmering meer, omdat die in 1774 onder druk van katoenhandelaren was ingetrokken. Door de ruwere draad raakte het spinnen van andere stoffen volledig uit de gratie. Het was katoen dat de toon zette. Mule De boer Samuel Crompton vroeg in 1779 patent aan op de mule. De mule verenigde het beste uit de spinning jenny en het waterframe in één apparaat. Het gesponnen katoendraad was niet alleen zeer sterk, maar ook fijn. Daardoor kon het ook voor modieuze kleding worden toegepast, en niet alleen voor werkkleding. Het spinnewiel was op zijn retour, en de fabricage van katoen verplaatste zich geleidelijk van de huizen naar de fabrieken. De industrie was echter nog wel beperkt tot het platteland, waar veel spinfabriekjes, als ze niet door paarden werden aangedreven, in het heuvelland bij snel stromende beekjes stonden. Het weven van het katoen vond nog veel thuis plaats. De echte schaalvergroting kwam pas met de stoommachine, en daarmee trok de katoenindustrie ook naar de stad. We komen hier later in onze PO op terug. De ondergang van het putting-out-system De opkomst van stoom In 1787 werd het eerste stoomweefgetouw uitgevonden. Dat stelde echter nog weinig voor; door de vele kinderziektes van het apparaat ging de fabriek van de uitvinder na twee jaar al failliet. Het eerste rendabele weefgetouw op stoom kwam pas in 1802, maar toch werd tot 1840 het meeste katoen door thuiswerkers geweven. Bij het spinnen had de stoommachine sinds 1790 al wel de overhand. Omdat men niet meer was aangewezen op de waterkracht in het dunbevolkte heuvelland, was een verhuizing naar de steden het gevolg. Daar verrezen gigantische stoomspinnerijen. Om efficiënt te kunnen spinnen stonden er in een spinnerij tientallen mules. Door de al eerder genoemde kinderziektes van stoommachines draaide in procent van de fabrieken nog steeds op waterkracht. Pas daarna werden stoommachines zo superieur, dat produceren op waterkracht simpelweg tot verlies leidde. De meeste fabrieken bestonden toen al uit 150 of meer werknemers. Pagina 7 van 22

8 Stoom verovert het weven Ook rond 1840 werd het grootste gedeelte van het weven nog thuis gedaan. Ook in deze tak was de opkomst van stoom niet te stuiten. In de jaren 50 verloor tweederde van de handwevers in Lancashire hun baan. De periode voor die jaren was de overgang naar de stoommachine echter traag. Toen vanaf 1770 de spinmachine zijn intrede deed, nam de hoeveelheid werk voor wevers enorm toe. Door de daaruit voortvloeiende vraag, werkte in 1815 uiteindelijk een kwart van de werkende bevolking in de thuisweverij. Waar de thuisweverij snel terrein verloor aan de stoommachine, bleef het aantal mensen in de handweverij tot 1835 ongeveer gelijk aan dat van Wat had dat voor reden? De eerste oorzaak was dat wevers gesteld waren op hun zelfstandigheid. Hun weerstand tegen de mechanisering uitte zich meerdere malen in gewelddadig verzet, waarbij stoommachines werden gemold. De belangrijkste reden was echter de eerdergenoemde kinderziektes die stoommachines hadden; om te voorkomen dat ze vastliepen was veel toezicht nodig, en de fijne weefsels konden stoommachines nog niet aan. Pas rond 1830 waren die tekortkomingen verleden tijd. Ook voor de ondernemers had de aanwezigheid van thuiswevers voordeel. Door hun grote hoeveelheid was er altijd goedkope arbeid beschikbaar. Ze hoefden dus niet in dure stoommachines te investeren, die ook nog eens vaak niet naar behoren werkten. En als het eens slechter ging, dan waren de wevers de dupe, die kregen simpelweg minder opdrachten van de ondernemers. Andere schakels in de katoenketen Spinnen en weven waren de belangrijkste taken in de katoenindustrie, maar niet de enige. Nadat het katoen was geweven, werd hij gebleekt, geverfd, bedrukt en genaaid. Ook op die onderdelen werd veel vooruitgang geboekt. Dankzij chemisch bleekmiddel en de stoommachine duurde het bleken in 1800 nog maar een dag. In 1750 was dat nog acht maanden. Ook het verven en drukken konden door de stoommachine worden gemechaniseerd. Drukmachines zorgden voor een verhonderdvoudiging van de arbeidsproductiviteit. Het naaien was eerst een bezigheid voor thuis. Men kocht een hoeveelheid katoen in, en de moeder des huize naaide daar met de hand kleren van. De uitvinding van de naaimachine veranderde dat; rond 1840 er ontstond een confectie-industrie, die zich bij de katoennijverheid in Lancashire nestelde. Alle processen met katoen waren dus aan een schaalvergroting bezig. Waar kwam de vraag naar katoen vandaan? Verbeterde prijs-kwaliteitverhouding Tot 1790 kwam de groei van de katoenindustrie vooral door de toenemende vraag uit Engeland zelf. Die vraag kwam van de middenklasse in Engeland, voor wie katoen dichter binnen bereik kwam. Door de uitvinding van de spinmachine kon men namelijk efficiënter produceren, waardoor de prijs enorm daalde. Tegelijkertijd verbeterde de kwaliteit, omdat machines sterkere draden konden spinnen. Verder profiteerde de kledingindustrie direct van de grote bevolkingsgroei; iedereen had kleding (en dus meestal katoen) nodig. Ook na 1790 bleef de vraag toenemen, omdat de hogere bevolkingsklasse in Engeland chiquere katoenen kleren kon kopen. Dat kwam door de mule, die zorgde voor een fijnere en sterkere katoendraad. Pagina 8 van 22

9 Prijsdalingen In 1793 werd de cotton gin uitgevonden: een apparaat dat het scheiden van de bruikbare katoenvezels en de kleverige zaden sterk vereenvoudigde. Eén iemand kon met de cotton gin net zoveel katoen schoonmaken als vijftig man zonder. Hierdoor ging de productie van ruw katoen in de Verenigde Staten zeer sterk omhoog. Overal in de zuidelijke Amerikaanse staten kwamen katoenplantages, waarop men de slaven uit Afrika het werk liet doen. Door de cotton gin werd dit gebied de belangrijkste toeleverancier van katoen aan Lancashire. Uiteindelijk werd in de jaren 30 van de negentiende eeuw ook het machinale weven geperfectioneerd. Toen de kinderziektes de wereld uit waren, was het snel gedaan met de handwevers, en groeide de productie van katoen met een stoomweefgetouw snel, en ging de prijs nog verder naar beneden. Ook de opkomst van de confectie-industrie zorgde voor prijsdalingen. Dit alles had als gevolg dat katoen in 1850 twintig keer zo goedkoop was als in Internationale handel Met de hierboven beschreven groeisnelheid, kon de katoenindustrie het natuurlijk niet alleen maar hebben van de binnenlandse markt. De productie bleef vooral stijgen door de vraag uit het buitenland. De export van katoen nam explosief toe: tussen 1790 en 1805 vertwintigvoudigde de waarde van de uitvoer. Daarmee werd het zelfs een belangrijker exportproduct dan wol. In 1750 bestond de helft van de Engelse export uit wol, één procent daarvan bestond uit katoen. In 1800 echter maakte wol nog maar voor 16 procent deel uit van de export en was katoen goed voor 40 procent. De waarde van de katoenexport verdrievoudigde in de eerste helft van de negentiende eeuw. Omdat de prijzen echter scherp daalden, was de stijging van de uitgevoerde hoeveelheid gemeten in goederen nog veel sterker. In 1850 ging de helft van de katoenproductie in Lancashire naar het buitenland. De overzeese markt schommelde echter sterk en was daarom een onzekere factor. De redenen hiervoor waren verschillende oorlogen in het begin van de negentiende eeuw. In 1806 verbood de Franse dictator Napoleon de import van Engels katoen naar alle gebieden die hij overheerste. Die stop duurde tot In de tussentijd raakte Engeland ook nog eens in oorlog met de Verenigde Staten, waardoor de uitvoer naar Noord-Amerika stokte. Toch nam de totale Britse export nog toe, omdat er een enorme vraag vanuit Zuid-Amerika naar katoen ontstond. Ook toen er na 1815 vrede in Europa was, bleef de markt moeilijk. De VS en verschillende Europese landen gingen invoerrechten heffen. Zo wilden ze zelf een lucratieve katoenindustrie van de grond krijgen. Die pogingen slaagden, omdat die landen veel productietechnologie overnamen. Nu de VS en Europa zelf katoen gingen produceren, nam het belang van de Britse export naar die landen af. Namen de VS en Europa eerst nog beiden 40 procent van de export uit Engeland voor hun rekening, in 1850 was dat gedaald naar respectievelijk 9 en 30 procent. Azië was nu de grootste afzetmarkt. Vooral China en India, een Britse kolonie, waren grote importeurs. In 1890 nam India in zijn eentje 39 procent van de totale export voor zijn rekening. Dat was een bijzondere omwenteling van de verhoudingen; in 1721 werd de Calico Act juist in het leven geroepen om de Britse textielmarkt te beschermen tegen het superieure Indiase katoen. De handel in katoen De haven van Liverpool Pagina 9 van 22

10 Aan het einde van de achttiende eeuw groeide de haven van Liverpool uit tot de belangrijkste haven van Engeland. Voor die tijd had Liverpool een kleine haven, die vooral ontving uit andere delen van Engeland. Wegvervoer was in die tijd nog slecht mogelijk. Katoen werd aangevoerd via de haven van Londen. Toen echter de import van ruw katoen uit Amerika toenam, ging Liverpool Londen als invoerhaven overvleugelen. Liverpool werd hierdoor ook belangrijker als handelscentrum. De koopman-fabrikant Toen de katoenproductie zich rond 1790 geleidelijk verplaatste van de huiskamer naar de fabriek, ontstond een nieuw soort ondernemer: de koopman-fabrikant. Veel ondernemers waren handelaar en producent tegelijk. Ze wilden het hele proces van productie en handel onder controle hebben. Dat hield in dat ze fabrieken bouwden, en tegelijkertijd katoen in- en uitvoerden. Vaak waren ze ook nog vervoerder of fabriceerden ze zelf hun machines. De financiering van klanten en leveranciers deden zelf of besteedden ze uit aan een bank. Er werd veel geld in pakhuizen gestoken. De steden in Lancashire werden ermee volgebouwd. Men wilde zo grote voorraden aanhouden, om als eerste op een sterke vraag te kunnen reageren, of om prijzen in moeilijke markten onder controle te kunnen houden. Die grote voorraden kostten echter veel geld wat, in combinatie met de tegenvallende handel door de oorlogen tegen Amerika en Frankrijk, ervoor zorgde dat veel koopman-fabrikanten in die periode van oorlog failliet gingen. Toen er een periode van vrede aanbrak, was men nog sterk afhankelijk van de banken, die zich nu ook zelf in de katoenhandel gingen specialiseren. Trage communicatie In de handel in katoen waren de communicatielijnen zeer traag. Het duurde weken om een boodschap aan de andere kant van de wereld te krijgen. Ook het betalingsverkeer is niet te vergelijken met de hedendaagse praktijk. Niet zelden werden handelaren in de tijd dat hun geld onderweg was opgelicht. Daarom opende men in het buitenland eigen filialen, zodat er betere controle was. In die filialen werkten dan familieleden van de katoenhandelaar. Het centrum van de wereldwijde katoenhandel was de katoenbeurs in Manchester. Dat was de verzamelplaats van de grote en kleine kooplieden en fabrikanten. In het beursgebouw werden contracten getekend en prijzen vastgesteld. De beurs groeide van 1500 leden in 1810 naar 3000 leden in Buitenlanders in Lancashire Door de oorlogen op het vasteland van Europa trokken er veel buitenlanders naar Engeland. Een van hen was Nathan Rothschild, een Duitser die in 1798 naar Engeland trok. Na een fortuin te hebben opgebouwd in de textielnijverheid, werd hij in 1805 bankier in Londen. Nog steeds is Rothschild een bekende naam in de bankwereld. Zeker toen katoen een groot succes was in Engeland, had dat een grote aanzuigende werking op buitenlandse ondernemers. In 1840 waren er in Manchester 110 buitenlandse kooplieden, van wie 84 Duitser waren. De buitenlanders hadden veel contacten op het Europese vasteland en hadden om die reden tweederde van de handel met Europa in handen. De binnenlandse handel en de handel met Britse koloniën en de rest van de wereld bleef in handen van de Engelsen. De banken hadden door de sterke groei van de handel in katoen rond 1840 veel meer kapitaal dan in Pagina 10 van 22

11 Dat gaf ze veel macht tegenover fabrikanten. Een voordeel was echter dat door de kapitaalkrachtige banken grote faillissementen veel minder voorkwamen. Hoe beïnvloedde de opmars van katoen het dagelijkse leven? Industrie op het platteland Trek naar de steden In de zeventiende eeuw was er al veel katoennijverheid in de kleinere industriestadjes van Lancashire, zoals Bolton, Blackburn, Preston en Oldham. Pas in 1770 kwam er een soort van verstedelijking op gang; ondernemers bouwden toen spinnerijen en blekerijen. De bevolking groeide vooral door de grote toestroom van wevers. Voor hen was er volop werk, omdat de mechanisatie in het spinnen al eerder begonnen was. Veel mensen die eerst nog gedeeltelijk op het platteland werkten, gingen zich nu helemaal toeleggen op het weven. Grote aantallen boeren trokken van hun boerenhuisjes naar de stadjes, waar ze in lange rijen huurhuizen gingen wonen. Een van de oorzaken voor het opkomen van de plattelandssteden was de aanleg van kanalen. Door die kanalen kon er ook met kleinere steden makkelijker handel worden gedreven, waardoor er meer werkgelegenheid kwam en het inwonertal steeg. Ook de opkomst van de stoommachine zorgde voor verdere groei. Toen steeds meer bedrijven op die energievorm overschakelden, concentreerde de industrie zich rond 1820 in het zuidoosten van Lancashire, nabij de kolenmijnen van Engeland. Daarvoor was de industrie over de hele provincie verspreid, als er maar stromend water was voor machines die op waterkracht werden aangedreven. Naast de katoennijverheid kwamen er ook andere vormen van industrie in de steden. Zo kreeg Bolton een gasfabriek, waardoor het als een van de eerste steden ter wereld gasverlichting op straat had. Daarnaast kwamen er in de loop van de negentiende eeuw ook spoorlijnen bij. Een van de eerste lijnen werd opnieuw in Bolton geopend. Dat lijntje werd later verbonden met de voor de industrie zeer belangrijke lijn Liverpool-Manchester. Omstreeks 1830 zat de groei van het Britse spoorwegnet er echt in. Nog meer dan bij de kanalen werden door de spoorwegen de handelscontacten en de afzet van katoen tussen Liverpool, Manchester en Londen vergemakkelijkt. Voor de aanleg van spoorrails en de bouw van katoenfabrieken waren machines nodig. Dat zorgde voor een andere nieuwe tak: de machinebouwindustrie. De katoenindustrie bleef echter de boventoon voeren. Rond 1830 stonden er in plaatsen als Bolton en Oldham tientallen katoenfabrieken, waarin vele duizenden arbeiders werkten. Ondanks deze industrialisatie bleven de steden klein. Tot 1850 kwamen ze allemaal niet verder dan 50 duizend inwoners. Dat kwam omdat de industrie niet één centrum had, maar over vele kleinere centra was verspreid. Werkloosheid Door de opkomst van het stoomweefgetouw en door een crisis in de katoenindustrie, ontstond er in de jaren 30 van de negentiende eeuw grote werkloosheid. Het loon van wevers ging sterk achteruit omdat ze moesten concurreren met het goedkopere stoomweefgetouw. Het gevolg was dat er in de kleine stadjes met enkele tienduizenden inwoners sloppenwijken ontstonden. Niet door sterke bevolkingsgroei, maar door pure armoede en werkloosheid. Werklozen sloegen aan het plunderen, vernielden machines en Pagina 11 van 22

12 bezetten fabrieken. Mede hierdoor werden later maatregelen genomen om de toestand van de arbeiders te verbeteren. en de opkomst van een grote stad: Manchester Rond 1750 was Manchester een voor zijn tijd behoorlijk grote plaats met 18 duizend inwoners. Rond 1770 begon de transformatie naar een grote industriestad. Hoewel er veel steden bestonden die groter van omvang waren, was Manchester de eerste stad die zijn grootte vooral te danken had aan de industrie die er gezeteld was. Aanleg van kanalen De metamorfose van Manchester begon met de bouw van het Bridgewaterkanaal. Vijftien kilometer buiten de stad lagen enorme kolenmijnen die in bezit waren van de hertog van Bridgewater. De exploitatie werd echter geremd door de enorme transportkosten. De wegen waren slecht, en de rivieren waren moeilijk bevaarbaar. Daarom nam de hertog het initiatief voor de aanleg van een kanaal tussen de mijnen en Manchester. In 1761 was het kanaal voltooid, en in 1776 was het ook nog eens doorgetrokken naar Liverpool. Het kanaal werd een succes. De transportkosten daalden sterk en de mijnen kwamen tot bloei. De hertog verdiende bovendien via tolheffing veel geld aan het drukke scheepvaartverkeer dat op het kanaal op gang kwam. Dit was voor andere particuliere ondernemers de aanzet om ook kanalen te gaan graven bij andere grote steden. Over het waterwegennet dat zo in het hele land ontstond konden gemakkelijk goederen worden vervoerd. Manchester profiteerde hiervan, want op het Bridgewaterkanaal werden ook allerlei andere kanalen aangesloten, zodat de stad van alle kanten bereikbaar werd. Langs de kanalen ontstond allerlei bedrijvigheid, omdat het voor fabrieken gunstig was om dicht bij het water te zitten. Industrie in Manchester Vooral stoomspinnerijen stonden langs de kanalen. Het waren langwerpige stenen gebouwen van drie of vier verdiepingen met kleine ramen. Om te zorgen dat je goed toezicht kon houden, zaten er grote open hallen in de fabrieken, waar honderden machines dag en nacht aan het stampen waren. In 1830 werkten al 30 duizend mensen in de katoenindustrie van Manchester. Stoomspinnerijen waren echter ook in de kleinere steden te vinden. Manchester onderscheidde zich vooral op een ander punt, de handel. Handel in Manchester Manchester was ook een handelsstad. Hier zaten de katoenbaronnen die de macht hadden over de nationale en internationale katoenhandel. Het belangrijkste symbool daarvan was de katoenbeurs. Verder werd het stadsbeeld bepaald door de meer dan duizend pakhuizen. Dat handel een belangrijkere rol speelde dan de industrie blijkt uit het feit dat er in 1815 zes keer zoveel geld in pakhuizen als in fabrieken was geïnvesteerd. Vanaf 1830 kwam er een alternatief vervoermiddel voor de katoenindustrie beschikbaar: de trein. De eerste spoorlijn in Lancashire kwam tussen Liverpool en Manchester. Net als bij het Bridgewaterkanaal verdiende ook deze verbinding zich ruimschoots terug. Rond 1850 lag er in heel Engeland een dicht spoorwegnet, dat alle plaatsen met elkaar verbond. Pagina 12 van 22

13 De spoorwegen maakten verdere uitbreiding voor Manchester mogelijk. Door hun lagere tarieven bleven kanalenechter een geduchte concurrent voor het spoor. De omstandigheden van de arbeiders Levensomstandigheden De arbeiders verkeerden in Manchester in een zeer slechte levensomgeving. Om een indruk te geven van de barre omstandigheden, citeren we hier een stuk uit een boek : Manchester was niet alleen rijk en energiek, maar ook lelijk en smerig. Een groot deel van de bevolking leefde onder schrikbarende omstandigheden. Het was de schaduwzijde van de snelle expansie. Van 1770 tot 1800 nam het inwonertal toe van 22 duizend tot 75 duizend; tussen 1800 en 1850 verviervoudigde het nog eens tot 300 duizend. De snelle urbanisatie verliep schoksgewijs, zonder planning of overheidsingrijpen. Het leidde tot grove misstanden. Werkgevers en bouwspeculanten propten de open ruimtes vol met zoveel mogelijk woningen, die vaak tot in de kelders onder huurders werden opgedeeld. In Manchester woonden tienduizenden wevers, maar speciale weverswoningen zoals die op het platteland waren gebouwd, ontbraken. In plaats daarvan oefenden de wevers hun werk uit in krotten en kelders. Bijna 20 duizend mensen bewoonden een kelderwoning. Gezinnen van wel twaalf of zestien mensen hokten samen in zulke holen, waar het altijd vochtig en duister was. Winkels waren er in de arbeiderswijken nauwelijks, ook niet voor de eerste levensbehoeften. Riolering en waterleiding waren onbekend. Meestal was er per huizenblok één pomp of kraan en één buitentoilet. In het oudste deel van de stad waren bijna alle huizen door gebrek aan onderhoud in verval; overal waren kapotte ruiten, verzakte deuren, afgebladderde kozijnen en uit het lood hangende gevels. Achter de oude panden was een wirwar van bochtige steegjes en binnenplaatsen ontstaan, die alleen bereikbaar waren door smalle, overbouwde gangen, waar twee mensen elkaar nauwelijks konden passeren. Er stonden krotjes waar gezinnen van soms wel meer dan tien personen in één kamer kookten, aten, woonden en sliepen. Planken of stenen vloeren ontbraken. Voor de huizen lagen bergen afval en puin. Loslopende varkens vraten de eetbare resten uit het vuilnis op. Ook met de nieuwere arbeidswijken was het treurig gesteld. Ze waren wat planmatiger opgezet, maar dat betekende niet altijd dat er meer leefruimte of frisse lucht was. De woninkjes waren vaak in lange rijen ruggelings tegen elkaar gebouwd. De betere huizen lagen aan de voorzijde van een straat, de goedkopere aan een nauwe, doodlopende steeg. De ramen waren klein en konden vaak niet open. Zelfs betrekkelijk nieuwe huizen lagen er al snel haveloos bij. Er werd nauwelijks onderhoud gepleegd. De eigenaren lieten ze gewoon vervallen huurders vonden ze toch wel. Een beruchte wijk was Ancoats. Hier lagen langs de kanalen de grootste fabrieken van de stad met de huizen er tussenin geklemd. De wijk lag permanent onder een dikke smog. Door het massale gebruik van steenkool niet alleen voor de stoommachines, maar ook voor de verwarming van de huizen zag heel Manchester zwart van het roet. Maar nergens was het zo erg als in Ancoats. Niet alleen lag de wijk letterlijk onder de rook van de eigen stoomspinnerijen, maar omdat ze in het oosten tegen de heuvels lag, werd met de wind die vrijwel altijd vanuit het westen kwam, ook nog alle smog van de rest van de stad deze kant opgeblazen. Een nog slechtere wijk was Little Ireland. Dit was een gehucht op zich, omdat het aan alle kanten was ingesloten door hoge fabrieken en een stinkende rivier en omdat de bevolking volledig Iers was. Er stonden tweehonderd vervuilde arbeidershuisjes, met gebroken ruitjes, gebarsten deuren, vermolmd houtwerk en vochtige kelders. Bij elkaar woonden hier vierduizend mensen inderdaad, Pagina 13 van 22

14 gemiddeld twintig per huis. Per 120 inwoners was er één toilet, gewoonlijk een gat in de grond. De bewoners waren in lompen gehuld. Tussen het afval scharrelden ook hier de varkens. Arbeidsomstandigheden Niet alleen de woonomstandigheden waren zeer slecht, ook de arbeidsomstandigheden konden niet door de beugel. Veel mensen werkten veertien uur per dag voor een loon dat nauwelijks voldoende was voor voedsel. Daarom moesten kinderen al snel ook gaan werken. Omdat er in tijden van werkloosheid geen goede gezondheidszorg en sociale voorzieningen waren, was de levensverwachting laag. Bij kinderen die al jong aan het werk waren, lag die verwachting zo rond 17 jaar. De groei van de stad kwam vooral door de grote verpaupering op het platteland. Er trokken voortdurend mensen vanuit het platteland naar de stad. De hogere lonen in de stad waren aanlokkelijk als je ze naast de armoede op het platteland legt. Er waren veel Ierse migranten. Zij hadden het in hun land nóg erger op het platteland. Daar groeide de bevolking net zo hard, maar was er nog helemaal geen sprake van een industriële revolutie. De klassenmaatschappij Arm en rijk Er was altijd al een groot verschil geweest tussen arm en rijk. Maar vóór de revolutie was dat veel vanzelfsprekender. Je had toen een standenmaatschappij. Je plaats in de samenleving werd bepaald door je geboorte. Je moest dan wel respect en dankbaarheid betonen voor iemand van een hogere stand, je had ook werk op het land van zo iemand. Zo hadden verschillende standen onderling altijd iets in ruil. In Manchester was de kloof tussen arm en rijk echter zo groot, dat er een klassenmaatschappij in de plaats van een standenmaatschappij was gekomen. Het verschil tussen die twee is het contact. In de standenmaatschappij was dat wel hartelijk. In de klassenmaatschappij spraken arm en rijk elkaar niet en ontbrak ook wederzijds respect; ondernemers vonden dat arbeiders hun onheil aan zichzelf te danken hadden, terwijl arbeiders hun bazen als uitbuiters zagen. De klassen woonden ook strikt gescheiden. De armere mensen leefden in de stad, in huizen op elkaar gepakt. De rijken hadden zich uit de stad teruggetrokken, en leefden in grote buitenhuizen met veel grond, ten zuiden van Manchester. De middenklasse Er woonden niet alleen arbeiders in de steden. Zij maakten weliswaar tweederde van de bevolking uit, de rest bestond echter uit een snel groeiende middenklasse. Tot die middenklasse behoorden de kleine handelaren en fabrikanten, maar ook de winkeliers, ambachtslieden, mensen uit het zakenwezen, ambtenaren en mensen met een vrij beroep. De samenhang tussen die groepen kwam tot uiting in de burgerlijke cultuur. Dat waren een soort gedragsregels, vooral op het gebied van seksualiteit. In 1831 brak ook in Engeland de cholera uit. Vóór die uitbraak was er eigenlijk geen overheidsapparaat. De roep daarom nam na de uitbraak van de cholera toe. Zo kwam er een politiekorps en ging de overheid zorgen voor ziekenhuizen. Voor andere voorzieningen was de hulp nodig van rijke ondernemers. Die legden Pagina 14 van 22

15 parken aan, of stichten scholen, bibliotheken, kerken en musea. Zo was Manchester rond 1845 niet alleen meer een stad waarin gewerkt werd, maar waar ook plaats was voor recreatie. Hoe beïnvloedde de katoenindustrie de arbeidsverhoudingen? Leven in het teken van de fabriek Omstandigheden in de fabriek In 1840 was vrijwel het hele productieproces gemechaniseerd. Wat betekende dat voor de arbeiders? Er ontstond een arbeidsdeling. Het werk werd gesplitst in een aantal deelhandelingen, en elke arbeider kreeg een specifieke taak. Verder waren er vaste arbeidstijden en kwam iedereen onder toezicht te staan. Dat waren ingrijpende veranderingen. Als thuiswerker kon je zelf je eigen tempo bepalen. Daarvan was in de fabriek geen sprake. Je moest altijd op tijd aanwezig zijn, de machine bepaalde je werktempo en je stond voortdurend onder toezicht. Men werkte meestal ongeveer veertien uur per dag, en had geen vakantie of vrij in het weekend. Herverdeling van taken Een andere verandering die de mechanisatie met zich meebracht is dat men niet meer in gezinsverband werkte. Dat was nog wel het geval onder het putting-out-systeem. De mannen weefden, de vrouwen sponnen, en de kinderen hielpen hen daarbij. Toen spinnen naar de fabriek werd verplaatst, werd het een mannenaangelegenheid. Toen ook weven naar de fabriek werd verplaatst, werd dat meer vrouwenwerk. Zo raakten de vrouwen in de fabrieken in de meerderheid; het werk was weliswaar slecht betaald maar fysiek niet zwaar. De mannen deden de zwaardere klussen, zoals het stoken van de machineketels. Ook deden de mannen het werk waarvoor enige mate van kennis nodig was, zoals het bedrukken van het katoen en het onderhoud van de machines. Ook de toezichthouders en leidinggevenden waren mannen. Het meeste werk gold echter als vrouwenwerk. Vandaar dat vrouwen na 1840 ongeveer 70 procent van de textielarbeiders uitmaakten. Mannen werkten in zwaardere beroepen, zoals mijnwerker, pakhuiswerker of machinebouwer. De arbeidsdeling zorgde voor een sterke hiërarchie. Geschoolden kregen meer dan ongeschoolden, mannen kregen meer dan vrouwen. Daarom lieten ondernemers ook zoveel vrouwen in de fabrieken werken, ze waren dan simpelweg goedkoper uit. Het echt zware werk stond laag in aanzien en werd slecht betaald. Men liet dat werk opknappen door de eindeloze hoeveelheid immigranten van het platteland. Ongezond De toestanden sommige fabrieken waren verbazingwekkend. Machines waren nauwelijks beveiligd, het constante keiharde gedreun van de machines zorgde voor doofheid en veel mensen kregen longaandoeningen door de hoeveelheden stof in een fabriekshal. Ook het verven en bleken waren ongezond. Daarbij werden arbeiders in slecht geventileerde ruimtes blootgesteld aan allerlei giftige stoffen. Er was nauwelijks aandacht voor het voorkomen van ongevallen. Rol van de werkgevers Pagina 15 van 22

16 Liefdadigheid Veel katoenondernemers namen halverwege de negentiende eeuw hun bedrijf van hun vader over. Ze waren over het algemeen in meer geïnteresseerd dan alleen geld. Er werden allerlei culturele instellingen gefinancierd, en ook dacht men aan het welzijn van de arbeiders. Toch waren de arbeidsverhoudingen harder en zakelijker dan voor de industriële revolutie. Er was hevige concurrentie, en dus bezuinigde men op personeelskosten. Bovendien was er door de schaalvergroting meer afstand tussen de baas en zijn personeel. De afspraken over loon en werktijden werden vaak per bedrijf geregeld; de ondernemers wilden geen inmenging van de overheid. Zwakke positie Werknemers stonden zeer zwak tegenover hun bazen. Die hadden niet alleen de productiemiddelen in handen, ze hadden ook een sterke politieke lobby. Zo kregen ze het bijvoorbeeld voor elkaar om het parlement in 1799 de Combination Act te laten goedkeuren. Dat wet verbood de vorming van vakbonden. Het voorkwam weliswaar niet dat er vakbonden werden opgericht, maar de ondernemers konden de vakbonden wel veel makkelijker negeren. Als ze het te heet in de nek kregen, konden ze met de wet in hand de vakbondsleiders op laten pakken. In 1824 werd de Combination Act opgeheven. Toch bleef de sociaaleconomische positie van de arbeiders te zwak. Voor werk in de fabriek was weinig kennis nodig, en dus had men voor lastig personeel zo een vervanger gevonden. De lonen waren te laag om kapitaalkrachtige vakbonden te vormen. Daardoor stelden stakingen vaak weinig voor. Bovendien hadden werkgevers het wapen van de uitsluiting, er werd dan gezamenlijk afgesproken om stakers uit hun bedrijven te weren. Op het platteland stonden de werknemers sterker, omdat daar minder arbeid beschikbaar was. Moderne kaart van Lancashire. Je kunt echter goed zien waar de plaatsen liggen die tijdens de opmars van de katoenindustrie een grote rol speelden. Hoe stond het met de Twentse textielnijverheid aan het begin van de negentiende eeuw? Productie van linnen Het boerengezin Al geruime tijd voor 1800 produceerden Twentse boeren vlas voor eigen gebruik. Zo konden ze ongeveer voorzien in de linnenbehoefte in het eigen gezin. Het maken van linnen was niet zo moeilijk, zodat de boeren het zelf makkelijk konden bewerken. De vlasstengels werden eerst geroot, daarbij werden de vezels van de stengels in stromend water losgeweekt. Daarna werden ze uitgekamd. De lange, dunne draden die daarbij ontstonden werden tot garen gesponnen. Net als in Lancashire gebeurde dit spinnen meestal in de winter, als er op het land geen werk te verrichten was. Ook het weven gebeurde om die reden in de winter. Ook in Twente was de productie van die textiel een gezinsaangelegenheid; de kinderen deden simpele klusjes zoals spoelen, de vrouwen mochten de zo verkregen draden gaan spinnen, en de mannen bedienden uiteindelijk het weefgetouw. In principe werd er alleen voor de eigen huishouding geweven, voor bijvoorbeeld kleren, beddengoed, en tafellakens. De enkele keer dat er een overschot was, werd dat verkocht aan fabriqeurs, dat waren Pagina 16 van 22

17 kooplieden die rondreisden door de regio. De naam doet denken aan een fabriek, daar hadden de kooplieden echter niets mee te maken. Hun taak was puur die van handelaar in allerlei waren, in dit geval linnen. De vraag naar linnen werd geleidelijk aan zo groot, dat de productie van vlas dor boeren in Twente niet meer genoeg was. Dat bracht de fabriqeurs ertoe om de boeren van garen te voorzien, en daarvan, tegen een lage vergoeding, linnen te laten weven. Deze verandering was een hele belangrijke in de Twentse textielnijverheid. De boeren weefden niet langer alleen voor eigen gebruik, ze begonnen ook voor de markt te produceren. Bovendien ontstond er een soort afhankelijkheid van de fabriqeur. Die leverde immers de garen, en nam vervolgens de linnen weer af. Dit systeem is vergelijkbaar met het puting-out-system zoals men dat in Lancashire hanteerde. Een Twents boerengezin kon nog steeds in de eerste behoeften voorzien door het land dat ze hadden, echter met het geld dat ze aan het weven van linnen verdienden, konden ze nu ook producten kopen die ze zelf niet konden produceren op het land. Arbeid door kinderen Doordat de handel in linnen groeide, nam ook de vraag naar extra arbeid toe. Daarom haalden de Twentse gemeentebesturen jongens en meisjes uit het westen van Nederland naar Twente, om ze daar te laten helpen bij het thuiswerk. Ze werden in gezinnen geplaatst, die wilden de kinderen graag hebben omdat ze daardoor meer konden verdienen. De denkbeelden over kinderarbeid waren in die tijd nog anders dan nu; men vond niet dat kinderen in hun jeugd met vriendjes moesten kunnen spelen, maar juichte het juist toe dat er op die leeftijd al een bijdrage aan het gezinsinkomen werd geleverd. De opkomst van katoen Katoen binnen Twente In de loop van de achttiende eeuw begon katoen de rol van linnen in de huishouding over te nemen. Stoffen van katoen waren lichter en veel goedkoper dan linnen. In Twente legde men zich, net als in Lancashire, eerst toe op bombazijnen (halfkatoenen stoffen). Dat was rond De Twentse boeren maakten vooral bontgestreepte stoffen, die bestemd waren voor de verschillende klederdrachten in het Nederland van toen. Er werd nog niet met het buitenland gehandeld, omdat de met de hand geweven stoffen een te groffe structuur hadden, en bovendien te duur waren in vergelijking met de machinale productie in Lancashire. De fabriqeurs in Twente hadden geen behoefte aan dat soort technische vernieuwingen, dat vergde alleen maar investeringen. Ze waren in de eerste plaats handelaren, en in het huidige systeem konden ze betrekkelijk risicoloos handel drijven. Een andere oorzaak voor het feit dat er nauwelijks handel met het buitenland plaatsvond, was dat de fabriqeurs redelijk conservatief waren in hun smaak. Ze lieten ouderwetse, degelijke stoffen maken die bovendien te duur waren. Ook aan vernieuwing in de vorm van een andere mode werkten ze niet mee. Ze richtten zich vooral op de vraag in de regio Twente. De handel met andere regio s in Nederland, en al helemaal het buitenland, was gering, omdat zij geen behoefte hadden aan de dure, degelijke spullen uit Twente. Oprichting van de NHM Pagina 17 van 22

6, een industriële revolutie. Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

6, een industriële revolutie. Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart 2004 6,1 22 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting Met de loep op Lancashire, Havo Katoen en samenleving 1750 1850 H1 Het ontstaan van de industriële

Nadere informatie

GESCHIEDENIS: KATOEN EN SAMENLEVING MET DE LOEP OP LANCASHIRE.

GESCHIEDENIS: KATOEN EN SAMENLEVING MET DE LOEP OP LANCASHIRE. Samenvatting door een scholier 1950 woorden 12 april 2005 2,2 5 keer beoordeeld Vak Geschiedenis GESCHIEDENIS: KATOEN EN SAMENLEVING 1750-1850. MET DE LOEP OP LANCASHIRE. Hoofdvraag: Welke invloed had

Nadere informatie

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw De Industriële Revolutie Veranderingen in de landbouw Hoe het eerst ging In de middeleeuwen was 90 procent van de bevolking boer Dit was geen keuze, maar noodzaak De opbrengt van de grond lag laag! Ondanks

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting door Sander 1530 woorden 18 april 2013 7,1 458 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3: De Industriële Revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen.

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen. Kinderwet van Van Houten: Alle werkgevers maken winst omdat ze geen kinderen meer in dienst kunnen nemen Socialisme Ouderdomswet: Alle werkgevers moeten bijdragen aan pensioen. Socialisme Loonsverhoging:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, 4, 5 en 6 (Lancashire)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, 4, 5 en 6 (Lancashire) Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, 4, 5 en 6 (Lancashire) Samenvatting door een scholier 1290 woorden 18 mei 2004 7,3 3 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Met de loep op Lancashire Katoen en samenleving

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving 1750-1850 Samenvatting door een scholier 3393 woorden 15 mei 2004 5,6 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting Katoen en samenleving 1750-1850 (

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Katoen en Samenleving (Met de loep op Lancashire)

Samenvatting Geschiedenis Katoen en Samenleving (Met de loep op Lancashire) Samenvatting Geschiedenis Katoen en Samenleving (Met de loep op Lancashire) Samenvatting door een scholier 1677 woorden 31 maart 2005 7,4 11 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1 Engelse koloniën

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door J. 1788 woorden 26 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3. De industriële revolutie. Paragraaf 1. De

Nadere informatie

Het ontstaan van de Industriële Revolutie

Het ontstaan van de Industriële Revolutie Samenvatting door een scholier 2541 woorden 2 april 2005 6 6 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Het ontstaan van de Industriële Revolutie Vanaf 1780 werd snelstromend water als krachtbron gebruikt. In 1782

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1670 woorden 21 januari 2006 5,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sfinx Samenvatting geschiedenis

Nadere informatie

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland? Werkstuk door een scholier 2392 woorden 16 februari 2010 6,5 63 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Werkstuk Wij hebben voor het onderwerp kinderarbeid en de parlementaire samenleving gekozen omdat dit onderwerp

Nadere informatie

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie Rond het jaar 1750 begon het.. de industriële resolutie. Laten we eerst eens deze twee woorden uitleggen: Industrie = spullen die

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving met de loep op Lancashire

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving met de loep op Lancashire Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving 1750-1850 met de loep op Lancashire Samenvatting door een scholier 3714 woorden 29 januari 2005 7,2 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting examenkatern

Nadere informatie

heel veel was er nodig.

heel veel was er nodig. Samenvatting door Leonie 2033 woorden 26 maart 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1: Kenmerken van de industriële samenleving Machines spelen in ons leven een grote rol.

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie Onderzoeksvraag: Hoe droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en verstedelijkte samenleving? Kenmerkend aspect: De Industriële Revolutie die in de westerse

Nadere informatie

1 Een industriële revolutie

1 Een industriële revolutie Samenvatting door een scholier 1956 woorden 18 februari 2005 6 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de industriële revolutie Wat waren de kenmerken van de IR en waardoor begon

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

6,1. Begrippenlijst door een scholier 2487 woorden 2 februari keer beoordeeld. Geschiedenis

6,1. Begrippenlijst door een scholier 2487 woorden 2 februari keer beoordeeld. Geschiedenis Begrippenlijst door een scholier 2487 woorden 2 februari 2004 6,1 12 keer beoordeeld Vak Geschiedenis A Anti-Corn-Law League = In 1838 in Manchester opgerichte pressiegroep die af wil van de Corn Laws.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

7,3. Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

7,3. Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober 2002 7,3 324 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Kinderarbeid in India India is een land met meer dan 1 miljard inwoners. Van die 1 miljard inwoners is

Nadere informatie

6.8. Samenvatting door een scholier 3634 woorden 30 januari keer beoordeeld. Geschiedenis

6.8. Samenvatting door een scholier 3634 woorden 30 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 3634 woorden 30 januari 2005 6.8 11 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Historisch-geografisch kader. Het proces van de industrialisatie strekte zich uit van de 16e eeuw tot

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme

Nadere informatie

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk Werkstuk door een scholier 1433 woorden 1 november 2017 7 6 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Inleiding; Wat zijn handelsstromen? Wat zijn kolonies? Chronologisch

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

7,4. Begrippenlijst door een scholier 1768 woorden 22 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. De Studiegids Met de loep op Lancashire

7,4. Begrippenlijst door een scholier 1768 woorden 22 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. De Studiegids Met de loep op Lancashire Begrippenlijst door een scholier 1768 woorden 22 maart 2004 7,4 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Centraal examen De Studiegids Met de loep op Lancashire 1750-1850 Begrippen: Historisch kader

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting door Amy 673 woorden 19 maart 2017 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 de industriële samenleving

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

Lancashire Hoofdstuk 1, Paragraaf 1: Een industriële revolutie

Lancashire Hoofdstuk 1, Paragraaf 1: Een industriële revolutie Samenvatting door een scholier 9619 woorden 27 juni 2005 5 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Lancashire Hoofdstuk 1, Paragraaf 1: Een industriële revolutie * De agrarische samenleving Industriële revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin Praktische-opdracht door een scholier 2111 woorden 7 februari 2003 7,7 39 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding: Dit hoofdstuk gaat over

Nadere informatie

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten Spreekbeurt door een scholier 1713 woorden 9 december 2001 5,9 272 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag: Wat is na 1980 het patroon

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro Praktische-opdracht door een scholier 2050 woorden 10 jaar geleden 7,6 15 keer beoordeeld Vak Economie Voorwoord Het onderwerp dat we hebben

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Kinderarbeid

Werkstuk Maatschappijleer Kinderarbeid Werkstuk Maatschappijleer Kinderarbeid Werkstuk door een scholier 2638 woorden 23 juni 2004 6,5 272 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding. Dit werkstuk gaat over kinderarbeid. Ik heb dit onderwerp

Nadere informatie

Naam: INDIA EN ARMOEDE

Naam: INDIA EN ARMOEDE Naam: INDIA EN ARMOEDE In India is het verschil tussen arme en rijke mensen erg groot. Een klein deel van de Indiërs is heel rijk. Maar de meeste mensen zijn er erg arm. Ze werken hard voor weinig geld

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2091 woorden 24 april 2006 6,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 2. Kenmerken van de industriële

Nadere informatie

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Naam GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Groot Brittannië Groot-Brittannië is Schotland, Engeland en Wales samen. Engeland is het grootst van Groot-Brittannië en Wales het kleinst. Engeland heeft meer dan 46

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

5. De overheidsbril - Hoe is kinderarbeid in Nederland afgeschaft en wanneer wat waren de maatregelen van onze overheid?

5. De overheidsbril - Hoe is kinderarbeid in Nederland afgeschaft en wanneer wat waren de maatregelen van onze overheid? Boekverslag door S. 1702 woorden 8 maart 2004 6.3 168 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1: Inhoud. 2. inleiding. 3. normen en waarden bril -waar komt kinderarbeid voor en in welke soort ervan. 4. De

Nadere informatie

4, Waar ligt Lancashire? 1.2 Waarom deze ontwikkelingen nu juist in Engeland? Samenvatting door een scholier 2904 woorden 5 mei 2005

4, Waar ligt Lancashire? 1.2 Waarom deze ontwikkelingen nu juist in Engeland? Samenvatting door een scholier 2904 woorden 5 mei 2005 Samenvatting door een scholier 2904 woorden 5 mei 2005 4,1 53 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Welke invloed had de ontwikkeling van de katoennijverheid op: landschap, economie en samenleving?

Nadere informatie

Les 5: De leefomstandigheden van de Maastrichtse arbeiders

Les 5: De leefomstandigheden van de Maastrichtse arbeiders Les 5: De leefomstandigheden van de Maastrichtse arbeiders Les 5: Leefomstandigheden De kloof tussen arm en rijk De afstand tussen arm en rijk was in de negentiende eeuw veel groter dan nu. Door de toenemende

Nadere informatie

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden. Samenvatting door C. 1104 woorden 30 oktober 2014 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Verandering van landbouw tot

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2004-II

Eindexamen geschiedenis havo 2004-II Vraag 12 in dit examen is een stelopdracht. Reserveer voldoende tijd om deze opdracht te maken. Nederlanders en hun gezagsdragers 1950-1990: verzuiling, polarisatie en herwonnen consensus In de jaren zestig

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

Andere boeken in deze serie:

Andere boeken in deze serie: Andere boeken in deze serie: 978-94-6175-156-0 (HB) 978-94-6175-965-8 (e-book) 978-94-6175-218-5 (HB) 978-94-6175-960-3 (e-book) 978-94-6175-216-1 (HB) 978-94-6175-158-4 (HB) 978-94-6175-958-0 (e-book)

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Examenstof katoen en samenleving

Samenvatting Geschiedenis Examenstof katoen en samenleving Samenvatting Geschiedenis Examenstof katoen en samenleving Samenvatting door een scholier 3158 woorden 29 maart 2004 7,5 50 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis katoen en samenleving 1750-1850

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken? Werkblad Ω Een halve eeuw vooruitgang Werkblad Ω Les : Kinderarbeid Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 874 is dat anders. Kinderen Kinderarbeid moeten hun ouders helpen om geld te verdienen.

Nadere informatie

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni 9.00 12.00 uur 20 04 Voor dit examen

Nadere informatie

Industrialisatie bevorderd door de groei van de bevolking en door technologische ontwikkelingen

Industrialisatie bevorderd door de groei van de bevolking en door technologische ontwikkelingen Samenvatting door een scholier 3262 woorden 20 mei 2004 7,4 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Industrialisatie van 16e tot en met 20e eeuw Industriële revolutie vanaf de helft van 18e eeuw Industrialisatie

Nadere informatie

Werkblad Mijn huis staat in...

Werkblad Mijn huis staat in... Werkblad Mijn huis staat in... Mijn huis staat in: Ga naar kaart.cc. Je ziet twee kaarten. In de menubalk bovenin vul je rechts je woonplaats in. Kies in het linkervak de Bonnebladen 1901-1925. Kies in

Nadere informatie

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni 2004 6,4 68 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Om het vak maatschappijleer af te sluiten, moest ik nog een PO maken. Deze moest gaan

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika Praktische opdracht Geschiedenis Afrika Praktische-opdracht door een scholier 2206 woorden 11 januari 2007 6,3 74 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo HOOFDVRAAG Wat is mythe en wat is werkelijkheid

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004)

Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004) Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004) Samenvatting door een scholier 2133 woorden 30 maart 2004 6,5 30 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Centraal examen Geschiedenis,

Nadere informatie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie Marx, Engels en de Industriële Revolutie Docent: Jelle de Bont F. de Kloe 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 13 maart 2008 Blok BA CW 1D, opdracht 6A Aantal woorden 2122 De Industriële Revolutie bracht

Nadere informatie

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef door een scholier 1758 woorden 13 juni 2018 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks SAMENVATTING HOOFDSTUK 5: Samenvatting De Industriële Revolutie Vanaf

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie Samenvatting door een scholier 935 woorden 23 november 2003 6,8 32 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sfinx HOOFDSTUK 2 EEN TRAGE REVOLUTIE

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door Jel 1523 woorden 13 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 6.1 Europa veroverd de wereld Portugezen,Spanjaarden reisden rond 1500

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en schoenenindustrie

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en schoenenindustrie Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en scho Sectorwerkstuk door een scholier 2750 woorden 27 juni 2006 6,6 216 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Ik heb gekozen voor het onderwerp de kleding

Nadere informatie

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen Welk Woord Weg Dynamiek en Stagnatie Aanloop 1. commerciële landbouw moedernegotie malthusiaanse spanning - nijverheid 2. waterschappen feodaliteit gilden - Hanze 3. stapelmarkt nijverheid Nederlanden

Nadere informatie

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken? Werkblad Ω Een halve eeuw vooruitgang Werkblad Ω Les : Kinderarbeid Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 874 is dat anders. Kinderen Kinderarbeid moeten hun ouders helpen om geld te verdienen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving 1750-1850 Samenvatting door een scholier 7331 woorden 9 april 2004 4,5 44 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1: het ontstaan van de Industriële Revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Global Aantekening door F. 617 woorden 6 maart 2013 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 1: Wereldglobal 2,3 Global: Global verandert

Nadere informatie

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc De industriële samenleving in Nederland Hoofdstuk 3 Van stoommachine tot robot De industriële samenleving in Nederland kerndeel vragen 1 1. Wat is de Industriële Revolutie? 2. Wat zijn drie belangrijke

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3

Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting door een scholier 2621 woorden 10 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1. Industrialisatie. -Uitvindingen sinds het einde van

Nadere informatie

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode: Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni 2017 3,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines Periode: 1800-1900 https://www.scholieren.com/verslag/108551

Nadere informatie

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen Les 1: Kinderarbeid Les 1: Kinderarbeid Het fenomeen kinderarbeid Kinderarbeid bestaat al net zolang als de mensheid bestaat. In de prehistorie gingen kinderen vaak mee op jacht of hielpen ze bij het verzamelen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie

Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie Samenvatting door een scholier 1585 woorden 24 mei 2007 6,4 29 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1. In de 18e en 19e eeuw vond in W-Europa de IR

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2718 woorden 28 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Samenvatting stofomschrijving

Samenvatting door een scholier 2718 woorden 28 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Samenvatting stofomschrijving Samenvatting door een scholier 2718 woorden 28 februari 2005 6 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting stofomschrijving Historisch overzicht De industrialisatie is een geleidelijk proces, dat start

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni uur

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni uur geschiedenis Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni 9.00 12.00 uur 20 04 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen; het examen bestaat uit 27 vragen.

Nadere informatie

de kortste weg naar eerlijke bedrijfskleding 1

de kortste weg naar eerlijke bedrijfskleding 1 De kortste weg naar eerlijke bedrijfskleding de kortste weg naar eerlijke bedrijfskleding 1 waarom deze campagne? zit er een luchtje aan uw bedrijfskleding? Met deze campagne willen wij u de werknemers

Nadere informatie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

De Romeinen. Wie waren de Romeinen? De Romeinen Wie waren de Romeinen? Lang voor de Romeinen naar ons land kwamen, woonden ze in een kleine staat rond de stad Rome. Vanaf 500 voor Christus begonnen de Romeinen met gebiedsuitbreiding. Als

Nadere informatie

Industriële Revolutie

Industriële Revolutie SE Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS 017-018 Industriële Revolutie Deze toets bestaat uit 40 vragen Voor deze SE zijn maximaal 73 punten te behalen Deze SE bestaat uit 6 aantal bladzijden Bekijk

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK Inhoudsopgave 8 Nederland 1900-191 Module 1 Nederland en Indonesië HET CULTUURSTELSEL NEDERLAND BREIDT ZIJN INVLOED UIT HET NATIONALISME 6 50

Nadere informatie

5,7. De overschakeling naar de industrie. Waar het begon. Werkstuk door een scholier 1892 woorden 29 september keer beoordeeld.

5,7. De overschakeling naar de industrie. Waar het begon. Werkstuk door een scholier 1892 woorden 29 september keer beoordeeld. Werkstuk door een scholier 1892 woorden 29 september 2001 5,7 112 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De industriële revolutie De industriële samenlevingen vanaf 1750 n. Chr. in Engeland De Economie De overschakeling

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis De stoommachine

Werkstuk Geschiedenis De stoommachine Werkstuk Geschiedenis De stoommachine Werkstuk door een scholier 1617 woorden 7 januari 2002 5,9 1225 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me interessant leek.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Lancashire: Katoen en Samenleving

Samenvatting Geschiedenis Lancashire: Katoen en Samenleving Samenvatting Geschiedenis Lancashire: Katoen en Samenleving 1750-1850 Samenvatting door een scholier 6496 woorden 8 mei 2005 5,9 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1: Het ontstaan van de Industriële

Nadere informatie

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten. Verslag door F. 1863 woorden 23 juni 2012 8,8 5 keer beoordeeld Vak Economie 7.1 productie en behoeften Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Project lj1 Adaptability 2015-2016 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mens en Maatschappij GG 23 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/72423

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Project lj1 Adaptability 2015-2016 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mens en Maatschappij GG 23 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/72423

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Auteur Mens en Maatschappij GG Laatst gewijzigd 23 February 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/72423 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

Werkblad 1 Vroeger en nu

Werkblad 1 Vroeger en nu Werken en school. Lees en vul in: Werkblad 1 Vroeger en nu Vroeger werkten de kinderen mee op het land of thuis (helpen met thuisweven of thuisspinnen bijvoorbeeld), de meisjes hielpen ook nog in het huishouden.

Nadere informatie