ADVIEZEN Welstands- en Monumentencommissie 1 10 juli 2019

Transcriptie

1 ADVIEZEN Welstands- en Monumentencommissie 1 10 juli 2019 Locatie: Spui 70, kamer C01.09 Aanwezig: Rens Schulze Gus Tielens Jaap van den Bout Philomene van der Vliet Voorzitter Lid Lid Lid Secretaris: Milou Mekel 1

2 B. INGEKOMEN BOUWPLANNEN De commissie heeft over onderstaande plannen geadviseerd. De adviezen zijn ter plekke vastgesteld. 1 Bleijenburg 1 Wcie / Bouwen/Cultuurhistorie (beginselaanvraag): het veranderen en vergroten van het kantoor Bleijenburg 1 tot hotel. Niet akkoord Het beginselplan is getoetst aan de Welstandsnota. De commissie reageert in beginsel positief op de hoofdopzet en de architectuur van het nieuw te bouwen hotelgebouw in plaats van het bestaande kantorenpand in deze door het rijk als stadgezicht beschermde binnenstad. Zij maakt echter een wezenlijke opmerking over de symmetrische opzet van de kopgevel aan de Bleijenburgzijde. De hoofdopzet is eenduidig en voegt zich vanzelfsprekend binnen de bestaande bebouwingsstructuur. Dat wordt ondersteund door het intern oplossen van installaties. De symmetrie in de kopgevel, de gevel aan de Bleijenburgzijde, is echter misplaatst. De situering van het pand op de hoek aan een kruispunt vraagt om aandacht voor de hoek, een overhoekse benadering. De hoek hoeft geen accent te vormen, kan op genuanceerde wijze het middelpunt van de gevel(s) zijn. Daarnaast is het hoogteaccent in het dakvlak is overbodig. De dakschilden kunnen een eigen, terughoudende wereld boven de gevels zijn. De in beginsel robuuste doch verfijnde architectuur is passend op deze plek waar vele architectuurstijlen naast elkaar staan en in deze rijksbeschermde omgeving. De grote vensteropeningen zijn waardevol en het openen (van delen) ervan is goed voorstelbaar. De souterrainramen zijn eveneens passend in het beeld en deze omgeving, maar vragen om ruim voldoende maat en een zorgvuldige detaillering vanwege de kwetsbare positionering ervan aan de stoep. De materialisering, van zowel de gevel als de dakschilden, dient kwalitatief hoogwaardig verfijnd en duurzaam, dus zo nodig bewerkt te zijn in deze omgeving. Daarvoor vraagt de commissie in de uitwerking van beginsel- naar bouwplan de aandacht. De commissie vraagt ook aandacht voor de vormgeving van de achterzijde en de aansluiting daarvan op binnenterrein. 2 Gevers Deynootweg 201 Wcie / Bouwen (beginselaanvraag): het vergroten van het hotel Gevers Deynootweg 201 door het vergroten van de 5e, 6e, 7e en 8e verdieping en het bouwen van een parkeerdek. 2

3 Het beginselplan is getoetst aan de Welstandsnota. Het bestaande gebouw is een bijzonder en waardevol object voor Scheveningen en Den Haag, met een opvallende en unieke architectuur. In de opzet van het hotel is de sculpturale structuur van vier in hoogte verschillende bouwdelen die worden gescheiden en verbonden door glazen gangschijven bepalend. Daarnaast spelen de steunberen in de gevels een belangrijke rol, zij geven het gebouw een sterk verticale geleding en uitstraling. Het uitbreiden van het hotel door het optoppen van (delen van) het gebouw is met behoud van de beschreven kenmerken mogelijk. De hoofdopzet van het gebouw blijft door de verschillen in hoogte van de opbouw herkenbaar en de opbouw pikt de uitgesproken verticale geleding op een eigen, overtuigende wijze op. Het afvlakken van de gangschijven doet echter afbreuk aan de gebouwopzet. Deze schijven zijn door de ronde uiteinden en glazen materialisering een onderscheidend doch verbindend element, vormen een samenspel met de ronding in de steunberen en zijn kenmerkend voor de architectuur uit die tijd. De commissie is in beginsel positief over de detaillering en materialisering, maar de donkere kleurstelling van de opbouw ondersteunt het ontwerp wat haar betreft niet. De opbouw oogt door de donkere kleur forser dan nodig en vormt een te groot contrast met de lichte onderliggende bebouwing waardoor het geheel uit elkaar valt. De commissie vraagt bij de uitwerking van beginsel- naar bouwplan aandacht voor de aanpak van de terreininrichting, die een vanzelfsprekende landing in de duinen zou moeten zijn. De commissie reageert in ieder geval positief op het oplossen van het parkeren in de nieuwe, in aanbouw parkeergarage ertegenover. 3 Laan van Meerdervoort 51 Wcie / Bouwen: het veranderen en vergroten van het kantoor Laan van Meerdervoort 51 tot 46 appartementen en kantoor- en bijeenkomstfunctie in de plint. Het bouwplan is getoetst aan de Welstandsnota. De commissie stemt in met de voorgestelde transformatie van het kantoorpand naar kantoor- en appartementencomplex. De commissie reageerde eerder positief op het voorgevelbeeld, en kan nu ook instemmen met de vormgeving van de achtergevel. Het voorgevelbeeld is eenduidig, op zichzelf en binnen dit straatbeeld samenhangend. In de gevel zijn de plint, het midden, de erkers en de beëindiging duidelijk te onderscheiden, en tegelijkertijd architectonisch met elkaar en aan de omgeving verwant. De achtergevel is voldoende samenhangend en eenduidig en voldoende passend als gevelwand aan dit binnengebied in dit deel van het beschermde stadsgezicht. De commissie waardeert het groene dak, een vijfde gevel op deze plek, van het bergingenblok. 3

4 De detaillering is zorgvuldig, ondersteunen het ontwerp. De commissie vraagt het definitieve kleuren- en materialenpalet ter nadere beoordeling. 4 Noordpolderkade 163 Wcie / Bouwen: het bouwen van een appartementengebouw (137 huurwoningen) met parkeervoorzieningen ter plaatse van het voormalige verzorgingstehuis Noordpolderkade 163, hoek Wenckebachstraat en het verplaatsen van de uitrit (project Wenckebach). Het bouwplan is getoetst aan de Welstandsnota. De commissie is enthousiast over het licht iconische ontwerp, spreekt haar waardering uit voor de benadering van het ontwerp. De commissie beoordeelt de opzet, architectuur en uitwerking van de nieuwbouw positief. Het ontwerp vormt een vanzelfsprekend hoogteaccent in dit blok en in deze omgeving, aan het plein. De beeldbepalende ronde hoeken, met gebogen glas, en de alzijdigheid dragen daaraan bij, maken een overtuigend, bijzonder en sterk gebouw. De kwaliteit van het gevelprincipe wordt waargemaakt in de detaillering. De materialisering is voor wat betreft de baksteen zorgvuldig afgestemd op de omgeving. De baksteen en ook de andere gevelmaterialen vormen een samenhangend palet en ondersteunen het ontwerp. De commissie vraagt de uitwerking van de nu nog schematische terreininrichting, de inpassing van het gebouw aan de achterzijde, ter nadere beoordeling. 5 Zwetstraat 5 en 5A Wcie / Bouwen (beginselaanvraag): het bouwen van een woongebouw met 12 woningen op het achterterrein van het voormalige bierdepot De Drie Hoefijzers Zwetstraat 5 en het veranderen van het stalgebouw Zwetstraat 5A tot 4 woningen. Niet akkoord Het beginselplan is getoetst aan de Welstandsnota. De commissie ziet veel potentie in het plan, echter leiden verschillende ontwerpkeuzes tot een onlogisch en onsamenhangend geheel, zowel in opzet als architectuur. De essentie van de voorgestelde typologie, woningen rond een hofje, is dat de woningen helemaal naar en op de binnenplaats gericht zijn. De typologie behelst dat de woningen een rug hebben en aan de binnenzijde ontsloten zijn. De positionering van de entrees aan de buitenzijde is in dit voorstel is dus misplaatst, en daardoor is zowel de opzet als architectuur onhelder. Het geheel, het ensemble valt door een versnippering van de ontsluiting uiteen, de gebouwen missen een vanzelfsprekende landing aan het hofje, de panden missen een vanzelfsprekende landing aan de bestaande steeg en toekomstige 4

5 steeg, de grenzen/overgangen openbaar-privé zijn diffuus, en de betekenis en waarde van het hofje is zoek. Dit plan heeft de helderheid in opzet en architectuur van een hofje nodig om een succes te kunnen zijn. De eenduidige hoofdvorm van het nieuwe gebouwvolume overtuigend, echter is de samenkomst van het monumentale pand en het nieuwe bouwdeel met deze maatvoering/ positionering nog onopgelost. Daarnaast valt de eenduidige opzet te veel uiteen ter hoogte van de plint en eerste verdieping waar het grootste deel van de gevel terugligt. De voorgestelde robuuste, industriële uitstraling van het nieuwe bouwdeel is in beginsel overtuigend, maar het beeld valt door het tweede zachter, houten eerste gevelmateriaal en een derde materiaal voor de traptreden uiteen. Het behouden en deels herstellen van de oorspronkelijke staat van het monumentale pand waardeert de commissie. Zij merkt echter met betrekking tot de ontsluiting op dat het de oorspronkelijke staat als uitgangspunt nemen in dit geval geen afbreuk moet doen aan het nieuwe ontwerp als hofjeswoningen, anders dan oorspronkelijke stalfunctie. Zij kan zich een hoofdentree aan de hofjeszijde en een achteringang aan de steeg goed voorstellen. De commissie waardeert dat de oorspronkelijke poorten rondom het terrein hersteld worden en dat het voorhof vergroend en verzacht, een ware verblijfsplek met verblijfskwaliteit wordt. 6 Zwetstraat 5 en 5A Wcie / Monument: het bouwen van een woongebouw met 12 woningen op het achterterrein van het voormalige bierdepot De Drie Hoefijzers Zwetstraat 5 en het veranderen van het stalgebouw Zwetstraat 5A tot 4 woningen. Niet akkoord De commissie ziet veel potentie in het plan, echter leiden verschillende ontwerpkeuzes tot een onlogisch en onsamenhangend geheel, zowel in opzet als architectuur. De essentie van de voorgestelde typologie, woningen rond een hofje, is dat de woningen helemaal naar en op de binnenplaats gericht zijn. De typologie behelst dat de woningen een rug hebben en aan de binnenzijde ontsloten zijn. De positionering van de entrees aan de buitenzijde is in dit voorstel is dus misplaatst, en daardoor is zowel de opzet als architectuur onhelder. Het geheel, het ensemble valt door een versnippering van de ontsluiting uiteen, de gebouwen missen een vanzelfsprekende landing aan het hofje, de panden missen een vanzelfsprekende landing aan de bestaande steeg en toekomstige steeg, de grenzen/overgangen openbaar-privé zijn diffuus, en de betekenis en waarde van het hofje is zoek. Dit plan heeft de helderheid in opzet en architectuur van een hofje nodig om een succes te kunnen zijn. De eenduidige hoofdvorm van het nieuwe gebouwvolume overtuigend, echter is de samenkomst van het monumentale pand en het nieuwe bouwdeel met deze 5

6 maatvoering/ positionering nog onopgelost. Daarnaast valt de eenduidige opzet te veel uiteen ter hoogte van de plint en eerste verdieping waar het grootste deel van de gevel terugligt. De voorgestelde robuuste, industriële uitstraling van het nieuwe bouwdeel is in beginsel overtuigend, maar het beeld valt door het tweede zachter, houten eerste gevelmateriaal en een derde materiaal voor de traptreden uiteen. Het behouden en deels herstellen van de oorspronkelijke staat van het monumentale pand waardeert de commissie. Zij merkt echter met betrekking tot de ontsluiting op dat het de oorspronkelijke staat als uitgangspunt nemen in dit geval geen afbreuk moet doen aan het nieuwe ontwerp als hofjeswoningen, anders dan oorspronkelijke stalfunctie. Zij kan zich een hoofdentree aan de hofjeszijde en een achteringang aan de steeg goed voorstellen. De commissie waardeert dat de oorspronkelijke poorten rondom het terrein hersteld worden en dat het voorhof vergroend en verzacht, een ware verblijfsplek met verblijfskwaliteit wordt. Aanvullend Prinses Beatrixlaan ongenummerd naast nummer 7 Wcie / Bouwen: het oprichten van 2 woontorens met 248 woningen, een ondergrondse parkeergarage en commerciële ruimten in de plint aan de Prinses Beatrixlaan ongenummerd naast nummer 7. Het bouwplan is getoetst aan de Welstandsnota. Op 11 januari 2017 heeft de commissie de opzet en de architectuur van de twee woontorens geaccordeerd. Dat akkoord ging samen met de voorwaarde het ontwerp voor de inrichting van de ruimte rondom de torens op een later moment aan de commissie ter goedkeuring voor te leggen. Het nu voorgelegde ontwerp is zorgvuldig en hoogwaardig, zowel op zichzelf, als als bedekking van de parkeerlaag, als in relatie tot en aansluiting op de torens. De commissie benadrukt het belang van een goede aansluiting van de buitenruimte van deze twee torens op de volgende fase, de kavel aan de Jan Pietersz. Coenstraat. Rens Schulze Voorzitter Welstands- en Monumentencommissie 6