Beverhoek Breda. case. Herontwikkeling aan de Beverweg en Teteringsedijk in Breda. Het plan omvat 60 appartementen en een bedrijfsruimte.

Transcriptie

1 Beverhoek Breda case Herontwikkeling aan de Beverweg en Teteringsedijk in Breda. Het plan omvat 60 appartementen en een bedrijfsruimte. opdrachtgever PPI Gadet OG oplevering 2007 aannemer Schipperen en Zonen constructeur DHV I-2 Case Beverhoek Breda

2 3] erspringingen in perspectief goed te zien.

3 stedenbouwkundig statement met ritmische gevels Veilig parkeren aan achterzijde dankzij schuifhek. Kleurverschillen en contrasten maken galerij levendig. Raamdetaillering loopt door op de hoek. Beverhoek Breda Stedenbouwkundig vraagt deze locatie om een stevig accent, want hier begint de nieuwe wijk Brabantpark. Daarom is gekozen voor een duidelijke blikvanger in de vorm van een robuuste toren van zes lagen hoog. Verder is de menselijke maat aangehouden door het geheel op te splitsen in nog twee bouwvolumes: een laagbouwdeel van vierhoog en een overgangsdeel van drie lagen. Deze vormen de aansluiting met de bestaande bebouwing. De vorm van het gebouw is een echt stedenbouwkundig statement. Tegenover de toren is een ander gebouw gepland dat eveneens een toren zal krijgen, waarmee de twee torens samen de poort vormen naar deze wijk. Daarnaast is ook de aansluiting op de Teteringsedijk belangrijk. Zo dominant als de toren van veraf is, zo vriendelijk en toegankelijk komt hij over van dichtbij. Daarom is de entree gesitueerd op de hoek, waar het gebruik van veel glas zorgt voor een open en uitnodigend karakter. De gebeitste houten kozijnen sluiten aan op de warme uitstraling. cosmetische opsmuk, maar komen voort uit de gebruikte materialen. Verschillende kleuren baksteen breken het rigide en kolossale effect van de toren. Aan de lange zijde van vierhoog verspringen de raampartijen en weeft een zigzagpatroon van lichte bakstenen de elementen weer speels aaneen. Een contrasterende lichte bies rondom de raampartijen brengt eenheid en strakheid. Heel belangrijk is de plastische werking van de gevel, waarbij we de houten kozijnen hebben omkaderd met betonbanden en de kozijnen ver terug hebben gelegd. Hierdoor ontstaat dieptewerking en die is noodzakelijk om een dergelijk gebouw een levende gevel te geven. De raamstroken verspringen en lopen door de verschillende metselkleurvlakken heen. Ook het metselwerk verspringt steeds twee centimeter. Door middel van twee kleuren metselwerk is een vlakverdeling aangebracht zodat de grote gevelvlakken optisch worden verkleind. In de toren is dit ook goed te zien, hier loopt een lijn verticaal over het gebouw. Daar steekt een basiskleur (geel, rood, paars, bruin) af tegen een contrastkleur (paarsrood). Contrastrijk gevelbeeld We wilden een sprekend gevelbeeld maken met diepe kleuren en de betonnen raamkaders als lichte lijstaccenten. De kleuren van de gevel zijn geen < Scharnierpunt van het gebouw. situering Beverhoek I-2 Case Beverhoek Breda

4 Vide, perspectivisch lijnenspel in entreehal.

5 gevels en details Kader rondom raam loopt strak door. Diepliggende vouwramen als loggia. gevel Beverweg achtergevel kopgevel gevel Teteringsedijk achtergevel detaillering gevel I-2 Case Beverhoek Breda

6 Toren als stedenbouwkundig markeringspunt. Donkere accentvlakken die als doosjes in de raampartijen zijn gestoken.

7 plattegrond en gevels Fotomontage tijdens ontwerpproces. Eerder bouwplan Van Polanen Staete niet uitgevoerd. Ook hier torenelement en drielaags bouwdeel. plattegrond begane grond I-2 Case Beverhoek Breda

8 Materiaaloptie 1: grijze stuc of keimwerk. Materiaaloptie 2: natuurlijk vergrijsd hout. Optie 3: baksteen. Entree s terugliggend gedetailleerd. Vogelvluchtschets: stedenbouwkundig plan Johanniterveld Utrecht Leidsche Rijn, studie gebaseerd op consument gericht bouwen.

9 visie projectmatige woningbouw Maquette, modulair patioconcept voor ouderen. Verkavelingsplan woningbouwstudie. 3D-visualisatie startersvilla Breda met hoge entree. Betaalbare oplossingen Gezien hun schaalgrootte zijn woningbouwprojecten per definitie zeer bepalend voor het aanzien van de openbare ruimte. Daarbij is er een dwingende druk om ieder project economisch rendabel te maken. De uitdaging voor de architect is om beide belangen te vertalen naar een goed doordacht planvoorstel. Stedenbouwkundig concept Elk project start met een stedenbouwkundige of historische analyse. Het werken met maquettes en 3D-visualisaties is daarbij cruciaal om grip te krijgen op een opgave. In onze ontwerpen zoeken we graag aansluiting bij de context. Er is altijd een aanleiding te vinden in de locatie. Een richting van de straat, een rooilijn, de bouwmassa. De locatie vertelt ons vaak wat er moet gebeuren. We staan open voor aanleidingen uit de omgeving. Het is niet onze taak om eigen architectuurbeelden en opvattingen op te dringen aan de omgeving. We voelen ons soms eerder chirurgen die, naast het grove werk, ook de fijnere structuren zoals bloedvaten en spieren weten te hechten. Dat is de essentie van contextgericht ontwerpen. elkaar in conflict te komen. We componeren gebouwen vanuit de massa. Daarbij ogen de gebouwen aards en voelen we ons aangetrokken tot het gedachtegoed van het modernisme. Niet voldoende geleding leidt tot onuitgesproken architectuur. Een inspiratiebron vormen de architectuuropvattingen van Dom Hans van der Laan die de leesbaarheid en meetbaarheid van architectonische ruimten en vormen bepleitte. Het vormgeven van een gebouw Een gebouw heeft een verschijningsvorm. Daarin is het belangrijk dat er voldoende maatsprongen gemaakt worden, om het gebouw qua schaal te laten aansluiten bij de bestaande omgeving. Van der Laan heeft het in zijn theorie van het plastisch getal over orden van grootte en maatreeksen waarin het kleine zich tot het grote verhoudt. In onze gebouwen spelen kozijnen, muurdiktes of betonbanden als kleinste maateenheid een belangrijke rol. Van hieruit lees je het gebouw af, deze kleine elementen zijn de basis van onze architectuur. Daarnaast bepaalt het spel van horizontale en verticale elementen veelal de geleding van de hoofdvorm. heeft bijvoorbeeld drie entrees: de hoofdentree, de entree van de bedrijfsruimte en de tweede hoofdentree op het achterterrein. Alle komen voort uit de bouwmassa en houden direct relatie tot het geheel, doordat ze terugspringen of geaccentueerd worden. De voordeur van een huis, kantoor of school is in onze gebouwen een wezenlijk element, vaak terugliggend gedetailleerd om niet te opdringerig te zijn. Kleur Kleur is het moeilijkste onderwerp uit de architectuur. Onze gebouwen hebben altijd kleur, maar deze is nooit cosmetisch van aard. Het zijn de kleuren van de toegepaste materialen die direct in verbinding staan tot de bouwmassa. Bij de Beverhoek is bijvoorbeeld sprake van twee uitgesproken metselsoorten die qua toon heel bepalend zijn. Daarop wordt gereageerd door naturel betonelementen. De donkergrijze raamvlakken accentueren vervolgens de dieptewerking, alsof ze als doosjes in de gevelstroken zijn geplaatst. Maar ook hier weer wordt de kleuringreep ingezet om de massa van het element te benadrukken, niet om hem te ontkennen. Eenvoud in vorm We vinden het vervolgens heel belangrijk dat de grondvormen in het basisconcept van een plan zichtbaar, leesbaar en meetbaar blijven, zonder met Entree In onze architectuuropvatting heeft elk gebouw of structuur een helder zichtbare entree en wordt architectonisch gearticuleerd. De Beverhoek in Breda I-2 Visie projectmatige woningbouw

10