Verbreed GRP 2009 tot en met 2013 gemeente Tholen

Transcriptie

1 Verbreed GRP 2009 tot en met 2013 gemeente Tholen Definitief Gemeente Tholen Postbus AB Tholen Grontmij Nederland bv Middelburg, 15 april 2008

2 Verantwoording Titel : Verbreed GRP 2009 tot en met 2013 gemeente Tholen Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : mbg.312.R001 Revisie : 0 Datum : 15 april 2008 Auteur(s) : Ing. B.M. Kole adres : bas.kole@grontmij.nl Gecontroleerd door : Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Paraaf goedgekeurd : Contact : Segeerssingel LG Middelburg Postbus GB Middelburg T F kantoor.middelburg Pagina 2 van 36

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding... 5 Geldigheidsduur Procedures Wetgeving Verantwoordelijkheid... 6 Aansprakelijkheid Leeswijzer en opbouw van het plan Doelen, functionele eisen en maatstaven... 8 Inleiding Evaluatie voorgaande plannen Overleg met andere overheden en relatie met andere plannen Doelen voor de planperiode 2009 tot en met Functionele eisen en maatstaven Meetmethoden Toetsing huidige situatie Inleiding Niet aangesloten bestaande bebouwing Aan te sluiten nieuwe bebouwing Ontwatering in bestaand stedelijk gebied Ontwatering in nieuw stedelijk gebied Overzicht aanwezige voorzieningen Inventarisatie riolering Inventarisatie ontwateringsmiddelen Drainage onder wegen en in plantsoenen Drainage op sportvelden en begraafplaatsen Toestand van de rioleringsobjecten Toestand van ontwateringsobjecten Functioneren van de rioleringsobjecten Functioneren van de ontwateringsobjecten Controle op basis van verordeningen en vergunningen Strategie Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing Aanleg van ontwateringsmiddelen bij bestaande bebouwing Aanleg van riolering bij nieuwbouw Aanleg van ontwateringsmiddelen in nieuw stedelijk gebied Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoek riolering Onderzoek ontwateringsmiddelen Onderzoek drainage in openbaar gebied Onderzoek bestaande en nieuwe klachten Onderzoek bestaand grondwaterpeilbuizennet Maatregelen riolering Onderhoud rioleringsvoorzieningen Pagina 3 van 36

4 Inhoudsopgave (vervolg) Reparatie rioleringsvoorzieningen Renovatie rioleringsvoorzieningen Vervanging rioleringsvoorzieningen Verbetering rioleringsvoorzieningen Maatregelen ontwateringsmiddelen Onderhoud ontwateringsmiddelen Reparatie ontwateringsvoorzieningen Renovatie ontwateringsvoorzieningen Vervanging ontwateringsvoorzieningen Verbetering ontwateringsvoorzieningen Overige kosten riolering Overige kosten ontwatering Middelen en kostendekking Personele middelen riolering Personele middelen ontwatering Financiële middelen: Riolering Financiële middelen: Ontwatering Kostendekking riolering en ontwatering Conclusies en besluit Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Heffing uitvoering rioleringsbeheer (basispakket) Heffing uitvoering grondwaterbeheer (basispakket) Heffing uitvoering rioleringsbeheer (1% afkoppelen/jr) Bijlage 4: Te vervangen rioolstrengen in periode 2009 tm 2013 Bijlage 5: Bijlage 6: Kostenkengetallen vervanging vrij vervalriolering Lozingen oppervlaktewater Pagina 4 van 36

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de Wet milieubeheer is de planverplichting voor het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) opgenomen. Hierin is onder meer bepaald dat de gemeenteraad voor een daarbij vast te stellen periode een GRP vaststelt. Formeel verloopt het huidige GRP op 31 december In verband hiermee is per 1 januari 2009 dus een nieuw GRP noodzakelijk. Hiernaast vormen de voortgang van de uitvoering van de geplande rioleringswerkzaamheden, nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het stedelijk waterbeheer en de hiermee gepaard gaande kostendekking een belangrijk argument om het huidige GRP te actualiseren. In verband met een wijziging van de wetgeving op 1 januari 2008 is in dit GRP voor het eerst rekening gehouden met de uitvoering van de verbrede zorgplicht voor riolering. Vanaf 1 januari 2008 is de gemeente dus niet alleen verantwoordelijk voor het rioolbeheer, maar tevens voor het beheer en de uitvoering van afstromend hemelwater, de zuivering van afvalwater afkomstig van lozingen in het buitengebied en de uitvoering van het grondwaterbeheer in het stedelijk gebied. 1.2 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van dit GRP is 5 jaar. Halverwege de planperiode (in 2011) zal een financiële evaluatie van het GRP plaatsvinden. Een tussentijdse evaluatie is nodig omdat bij de berekening van de hoogte van de rioolheffing geen rekening gehouden is met inflatie en wijzigingen van kosten. Door de uitvoering van een tussentijdse evaluatie wordt voorkomen dat bij een volgend GRP een grote wijziging van de rioolheffing op zou kunnen treden. 1.3 Procedures In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer is aangegeven op welke wijze het GRP tot stand dient te komen. Deze procedure is eveneens bij het opstellen van dit GRP gevolgd. 1. Het gemeentelijke rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a. Gedeputeerde staten; b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd; c. de beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd, en; d. de inspecteur van de volksgezondheid; 2. Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het plan aan de in het eerste lid, onder a tot en met d, genoemde organen. 3. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van het plan 1.4 Wetgeving Vanwege de gewijzigde wetgeving wordt in deze paragraaf expliciet ingegaan op de gewijzigde wetgeving in het bijzonder vanwege de nieuwe verbrede gemeentelijke (grond)watertaken. In de Grondwet staat dat de zorg van de overheid gericht is op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. In de breedste zin van het woord wordt Pagina 5 van 36

6 Inleiding hiermee ook het beheer van het stedelijke grondwater bedoeld. In de wet wordt echter niet genoemd wie hier verantwoordelijk voor is. Nergens was geregeld dat bijvoorbeeld de gemeente zorg moet dragen voor de aanleg, het beheer en onderhoud van het stedelijke ontwateringsstelsel. De grondwatertaak kon evenmin uit de Woningwet, het Bouwbesluit of de Wet Milieubeheer worden afgeleid. Het stond een gemeente wel vrij zich deze taak aan te trekken. Formeel gezien was tot voor kort niemand verantwoordelijk voor het grondwater. Vanwege de grote omvang van de grondwaterproblematiek heeft men enkele jaren geleden op landelijk niveau besloten dat er een einde moet komen aan deze onduidelijkheid met betrekking tot de verantwoordelijkheid voor het beheer van het grondwater, en specifiek in het bebouwde gebied. Verschillende adviesorganen hebben zich hier de afgelopen jaren mee bezig gehouden. Het resultaat hiervan is dat de volgende drie wetten met ingang van 1 januari 2008 gewijzigd zijn: De Wet op de waterhuishouding (Wwh) De Gemeentewet (Gw) De Wet milieubeheer (Wm) In de Wwh is onder andere de zorgplicht voor het grondwater aan de gemeenteraad en burgemeester en wethouders geregeld. In de Gw is de financiering van het grondwaterbeheer geregeld via de invoering van de verbrede rioolheffing. Met de verbrede rioolheffing kan (naast de inzameling, berging en transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en de zuivering van huishoudelijk afvalwater) het beheer van afvloeiend hemelwater en het verwerken van overtollig grondwater gefinancierd worden. In de Wm is de planverplichting vastgelegd. Het grondwaterbeheer maakt hierbij deel uit van het gemeentelijke rioleringsplan (GRP), naast het transport van stedelijk afvalwater en het beheer van afvloeiend hemelwater. Vanaf 1 januari 2008 is de gemeente dus formeel verantwoordelijk voor de uitvoering van het grondwaterbeheer in het stedelijke gebied. Het is toegestaan om een afzonderlijk Gemeentelijk Rioleringsplan en Gemeentelijk Grondwaterplan op te stellen. In dit GRP is er echter voor gekozen om de zorg voor riolering en grondwater in één verbreed GRP op te nemen. 1.5 Verantwoordelijkheid Perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk om schade door grondwateroverlast en grondwateronderlast zoveel mogelijk te voorkomen c.q. te beperken. Dit houdt in dat de eigenaar verantwoordelijk is voor de ontwatering op het eigen terrein. De gemeente stelt de bewoners een overnamepunt ter beschikking om het grondwater af te voeren. Normaliter is dit de perceelsgrens. Verder dienen de burgers de voorschriften over waterdichtheid van gebouwen en afvoer van hemelwater op te volgen die in het bouwbesluit opgenomen zijn. Om die reden zal de gemeente geen maatregelen nemen bij vochtproblemen in woningen die sinds 1993 gebouwd zijn. Ten slotte dienen de perceeleigenaren de ontwateringsmiddelen zelf te onderhouden. 1.6 Aansprakelijkheid De verplichting van de gemeente om grondwateroverlast te voorkomen is in dit kader een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Van aansprakelijkheidstelling of schadevergoeding door grondwateroverlast is alleen sprake als er een onrechtmatige daad gepleegd wordt, er een bijzondere wettelijke bepaling (Grondwaterwet) van toepassing is, of vanwege een verzekeringsovereenkomst. Pagina 6 van 36

7 Inleiding 1.7 Leeswijzer en opbouw van het plan In dit GRP wordt uitgegaan van de uitvoering van een basisscenario. Dit basisscenario kan gezien worden als een voortzetting van het GRP , echter uitgebreid met de punten die aan de orde geweest zijn in het overleg met de Commissie Ruimte. Naast dit basisscenario is in dit GRP een extra optie uitgewerkt waarbij verdergaand wordt afgekoppeld. De keuze voor de uitvoering van deze optie dient echter te worden genomen tijdens de behandeling van de kadernota. In hoofdstuk 2 zijn de doelstellingen van het riolerings- en grondwaterbeheer weergegeven. In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op de doelen uit de planperiode 2009 tot en met In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie van het riolerings- en grondwaterbeheer in beschouwing genomen. Hierbij wordt de huidige situatie vergeleken met de doelen en maatstaven. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven welke strategie wordt gevolgd om het riolerings- en grondwaterbeheer te kunnen handhaven, dan wel op het niveau van de doelstellingen te brengen. Hoofdstuk 5 bevat de personele en de financiële gevolgen van het riolerings- en grondwaterbeheer. Ten slotte worden in hoofdstuk 6 de conclusies van het GRP weergegeven. Het besluit van de gemeenteraad is eveneens in dit hoofdstuk opgenomen. De opbouw van dit GRP is in overeenstemming met de module A1050 Inhoud en opzet gemeentelijk rioleringsplan uit de Leidraad Riolering uitgegeven door de Stichting RIONED. Alle bedragen in dit GRP zijn exclusief BTW; Bij de rioolheffing wordt wel de compensabele btw in de tarieven meegenomen Pagina 7 van 36

8 2 Doelen, functionele eisen en maatstaven 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze de gemeente in de planperiode 2009 tot en met 2013 invulling wil geven aan de uitvoering van het rioleringsbeheer. Verder wordt in dit hoofdstuk het gevoerde rioleringsbeheer geëvalueerd. De doelen die de gemeente hierbij bereikt heeft zijn van belang, maar ook de doelen die niet bereikt zijn. 2.2 Evaluatie voorgaande plannen Voor de evaluatie van het GRP wordt verwezen naar de nota Evaluatie Gemeentelijk Rioleringsplan d.d. 6 december Samengevat kan gesteld worden dat, op enkele kleine aandachtspunten na (klachtenregistratie, registratie overstorthoeveelheden en kalibreren van overstortsensoren), de gemeente Tholen de afgelopen planperiode voor wat betreft de uitvoering van het rioolbeheer voortvarend te werk gegaan is. De doelstellingen: Inzameling en transport van het afvalwater Voorkomen van te ernstige vuiluitworp op het oppervlaktewater, bodem en grondwater Voorkomen van wateroverlast en andersoortige overlast Doelmatig gebruik en goed beheer van de riolering zijn (op de eerder genoemde aandachtpuntjes na) bereikt en binnen de gestelde planning gerealiseerd. In het algemeen kan gesteld worden dat de gemeente heeft voldaan aan de doelstellingen die geformuleerd zijn in het GRP Dit mag gerust als een grote prestatie worden gezien. Het eerste Gemeentelijk Grondwaterplan is vastgesteld voor de periode 1999 en In 2001 zou dit plan geëvalueerd worden. Vanwege andere prioriteiten is deze evaluatie echter verschillende malen uitgesteld. Verder zou er jaarlijks een voortgangsrapportage gemaakt worden. Ook dit is door andere prioriteiten niet gebeurd. 2.3 Overleg met andere overheden en relatie met andere plannen Het voorliggende GRP is opgesteld in overleg met de waterbeheerder (waterschap Zeeuwse Eilanden). Dit met het oog op de vermindering van de vuiluitworp van rioolstelsels en de uitvoering van het waterkwaliteitsspoor. Op dit vlak bestaan er enkele knelpuntoverstorten. Deze zullen opgeheven worden door in de toekomst verhard oppervlak af te koppelen. Het GRP heeft relaties met de diverse plannen: Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding Provincie Zeeland: Omgevingsplan Zeeland Provincie Zeeland: ontheffingenbeleid buitengebied Waterschap Zeeuwse Eilanden: Waterbeheerplan Wet Milieubeheer Stedelijk Waterplan Wegbeheer en groenbeheer Pagina 8 van 36

9 Doelen, functionele eisen en maatstaven 2.4 Doelen voor de planperiode 2009 tot en met 2013 De doelen van de gemeentelijke watertaken zijn gebaseerd op de nieuwe wettelijke formuleringen voor de zorgplichten in de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken. De doelen zijn: 1) Zorgen voor de inzameling van stedelijk afvalwater 2) Zorgen voor het transport van stedelijk afvalwater 3) Zorgen voor de inzameling van regenwater (voor zover niet door particulier) 4) Zorgen voor de verwerking van ingezameld regenwater 5) Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert 6) Het voldoen aan de voorwaarden voor een doelmatig/effectief riool- en grondwaterbeheer 2.5 Functionele eisen en maatstaven Om de doelen die in de vorige paragraaf genoemd zijn, te bereiken, moeten eisen aan de toestand en het functioneren van de gemeentelijke riolering gesteld worden. Om vervolgens te kunnen bepalen of de huidige toestand van het totale rioleringssysteem aan de gestelde eisen voldoet, zijn maatstaven nodig. De functionele eisen en maatstaven zijn opgenomen in de volgende tabel. Doel Functionele eisen Maatstaven 1 1a: Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt, moeten van een rioolaansluiting zijn voorzien, behalve in specifieke situaties waar een locale behandeling doelmatiger is 1b: Ongewenste lozingen op de riolering moeten voorkomen worden 1a: Alle percelen (binnen en buiten de bebouwde kom) aansluiten op de riolering, of een alternatief volgens het ontheffingenbeleid van de provincie 1b1: Overtredingen van de lozingsvoorwaarden conform de Wet Milieubeheer moeten voorkomen worden 1b2: Ingeval van overtreding direct actie ondernemen en informeren van belanghebbende instanties (politie, waterschap, brandweer, rijkswaterstaat) 1c: Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwater (lekwater) beperkt blijft. Dit is niet van toepassing voor IT-riolen 1c: Ingrijpmaatstaven voor lekkage, scheuren en wortelingroei groter of gelijk aan klasse 4 mogen niet voorkomen (NEN 3399) 1d: De objecten moeten in goede staat zijn 1d: Ingrijpmaatstaven voor lekkage, aantasting en scheuren groter of gelijk aan klasse 4 mogen niet voorkomen (NEN 3399) 1e: De vervuilingtoestand van de riolering moet acceptabel zijn 1f: De vuiluitworp op oppervlaktewater door overstortingen dient beperkt te zijn (objecten in goede staat) 1g: De vuiluitworp door hemelwaterlozingen dient beperkt te zijn 1e: Ingrijpmaatstaf voor wortelingroei groter of gelijk aan klasse 4 mag niet voorkomen 1f1: De vuiluitworp mag de doelstelling voor de oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen 1f2: De vuiluitworp moet voldoen aan de vuiluitworp van het referentiestelsel conform CIW Riooloverstorten 1g: De vuiluitworp moet voldoen aan de vuiluitworp van het referentiestelsel conform CIW Riooloverstorten Pagina 9 van 36

10 Doelen, functionele eisen en maatstaven Doel Functionele eisen Maatstaven 1h: Riolen en andere objecten moeten in hoge mate waterdicht zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater beperkt blijft 2 2a: De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod afvalwater te kunnen verwerken 2b: Het afvalwater moet zonder overmatige aanrotting de rioolwaterzuivering bereiken 2c: De afstroming van het afvalwater dient gewaarborgd te zijn 1h: De ingrijpmaatstaf voor lekkage, groter dan klasse 4, mag niet voorkomen (NEN 3399) 2a: Optimaal stelselontwerp volgens de landelijke normen, met aandacht voor duurzaamheid 2b: Geen verloren berging in het rioolstelsel. In dit geval geen renovatie maar vervanging 2c1: Ingrijpmaatstaf voor wortelingroei groter of gelijk aan klasse 4 (NEN 3399) mag niet voorkomen. Bij instekende inlaat geen klasse 5 2c2: Bij vervanging van rioolgemalen het inslagpeil op of beneden de b.o.b. van het laagst inkomende riool 2c3: Bij aanleg of vervanging moeten persleidingen zo dicht mogelijk bij ontvangende rioolgemalen uitmonden 2c4: Zandinloop mag niet groter zijn dan klasse 4 (NEN 3399) 2d: De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om gedurende neerslag water op straat te voorkomen, uitgezonderd in bepaalde omstandigheden 2e: De bedrijfszekerheid van rioolgemalen en randvoorzieningen moet gewaarborgd zijn 2f: De stabiliteit van de riolen moet gewaarborgd zijn (objecten in goede staat) 2g: De riolering moet zodanig worden ontlucht en belucht dat overlast door stank wordt voorkomen 2h: Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering moet beperkt zijn 2d: Water op straat bij bui 08 uit de Leidraad Riolering is gedurende korte tijd acceptabel, maar mag niet leiden tot wateroverlast 2e: Het gemiddeld aantal storingen is maximaal 3 per jaar 2f: Ingrijpmaatstaven voor aantasting en scheuren groter of gelijk aan klasse 4 (NEN 3399) mogen niet voorkomen 2g: Geen klachten door stankoverlast 2h1: Er moet afstemming van werkzaamheden plaatsvinden tussen andere gemeentelijke diensten en nutsbedrijven 2h2: De bereikbaarheid van bewoners moet zoveel mogelijk gehandhaafd blijven 3 3a: Alle percelen of oppervlakken binnen het gemeentelijk grondgebied waar hemelwater vrijkomt waarvan de gebruiker zich wenst te ontdoen moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering 3a: Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij de gebruiker zich niet van het hemelwater wil ontdoen maar het voor locale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken, of als directe lozing op de bodem of het oppervlaktewater geoorloofd is 3b: De objecten moeten in goede staat zijn 3b: Ingrijpmaatstaven voor aantasting en scheuren groter of gelijk aan klasse 4 (NEN 3399) mogen niet voorkomen 3c: De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden 3c: Plasvorming bij kolken moet beperkt zijn tot maximaal 5 m² Pagina 10 van 36

11 Doelen, functionele eisen en maatstaven Doel Functionele eisen Maatstaven 4 4a: De verwerking moet voldoende zijn afgestemd 4a: Geen water op straat bij bui 08 op aard, samenstelling en hoeveelheid van het ingezamelde regenwater 5 5: Adequate afvoer van overtollig grondwater 5: Richtlijnen voor de bestemmings-, inrichtingsen beheerfase: De ontwateringsdiepte is minimaal 70 cm beneden het vloerpeil, die maximaal 20 cm gedurende één week per jaar mag worden overschreden In tuinen en plantsoenen is de ontwateringsdiepte 50 cm. Ook bij deze richtlijn mag de overschrijding maximaal 20 cm zijn gedurende één week Voor woningen die ná 1993 gebouwd zijn, is dit niet van toepassing 6 6a: Inzicht in de gebruikerstoestand en het functioneren van de riolering 6a1: Gedetailleerde gegevensbestanden en kaartinformatie 6a2: Jaarlijkse inspectie van 10% van de riolering 6a3: Maximaal 6 maanden achterstand in de verwerking inspectiegegevens 6a4: Informatiesysteem van bedrijfsgegevens van rioolgemalen en randvoorzieningen 6b: Het riolerings- en grondwaterbeheer dient zo goed mogelijk te zijn afgestemd op andere gemeentelijke taken 6c: Maatregelen moeten tegen de laagst maatschappelijke kosten gerealiseerd worden 6b: Regulier overleg zowel tussen de afdelingen als tussen de clusters. Planningen onderling afstemmen 6c: Bij maatregelen zoeken naar optimum tussen riolering en zuivering 6d: Geen ongewenste lozingen op de riolering 6d: Geen overtreding van de lozingsvoorwaarden ingevolge de Wet Milieubeheer 6e: Actuele lozings- en aansluitvergunningen 6e: Vergunningen mogen niet verlopen zijn 6f: Voorlichting over riolering verstrekken aan bewoners 6f: Drie maal per jaar een thema via gemeente informatie Ten aanzien van de bovenstaande tabel wordt het volgende expliciet vermeld: Bij de functionele eisen 1c, 1d, 1e, 1h, 2c, 2f en 3b hanteert de gemeente als maatstaven dat de toestandsaspecten lekkage, aantasting, scheuren en wortelingroei groter of gelijk aan klasse 4 (NEN 3399) niet mogen voorkomen. Zie de onderstaande tabel. Pagina 11 van 36

12 Doelen, functionele eisen en maatstaven Toestandaspect Waarschuwingsmaatstaf Ingrijpmaatstaf Lekkage 3 4 Aantasting 3 4 Scheuren 3 4 Wortelingroei 3 4 Instekende inlaat - 5 Hiermee wijkt de gemeente Tholen bewust af van de richtlijnen uit de NPR Ervaring van het functioneren van het huidige rioleringssysteem ligt hier aan ten grondslag. Daarnaast wordt hierdoor kostenbesparing bereikt. De gemeente zal maatregelen treffen om het oorspronkelijke functioneren van de riolering te herstellen als de maatstaven groter of gelijk aan klasse 4 zijn. 2.6 Meetmethoden Om de huidige situatie te toetsen aan de maatstaven kunnen in sommige gevallen meerdere meetmethoden worden gehanteerd. Het is van belang om de bij de toetsing gebruikte meetmethode vast te leggen om een eenduidige en reproduceerbare toetsing te krijgen. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie getoetst en, waar van toepassing, de daarbij gehanteerde meetmethoden aangegeven. Pagina 12 van 36

13 3 Toetsing huidige situatie 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie aan de gewenste situatie plaats, uitgaande van de in hoofdstuk 2 gestelde doelen. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen in hoofdstuk Niet aangesloten bestaande bebouwing Bijbehorend doel: inzameling en transport van afvalwater, doelen 1 en 3 In het verleden heeft de gemeente reeds een groot deel van het buitengebied aangesloten op de drukriolering. In de vorige planperiode heeft de gemeente een aantal afvalwaterlozingen van woningen in het buitengebied aangesloten op drukriolering en IBA's. Hiermee voldoet de gemeente Tholen aan de wettelijke verplichtingen en het huidige provinciale ontheffingenbeleid. Conclusie: de huidige situatie voldoet aan de maatstaf, namelijk dat er geen ongezuiverde lozingen van afvalwater plaatsvinden. 3.3 Aan te sluiten nieuwe bebouwing Bijbehorend doel: inzameling en transport van afvalwater en hemelwater, doelen 1, 2 en 3 Voor wat betreft nieuwe bebouwing wordt aan de maatstaf voldaan, namelijk dat alle nieuwe bebouwing aangesloten is op de riolering, tenzij de waterkwaliteitbeheerder een vergunning voor de lozing op oppervlaktewater heeft verleend. Conclusie: De huidige situatie voldoet aan de maatstaf, namelijk dat er geen ongezuiverde lozingen van afvalwater plaatsvinden. 3.4 Ontwatering in bestaand stedelijk gebied Sinds het eerste Gemeentelijk Grondwaterplan zijn de locaties bekend waar serieuze grondwateroverlast is. Op de meeste locaties is intussen drainage aangelegd en zijn de klachten opgeheven. Uit een schriftelijke enquête van februari 2006 is gebleken dat er nog ongeveer 30 locaties zijn waar grondwateroverlast optreedt. Het betreft voornamelijk individuele gevallen die verspreid liggen over de gemeentelijke kernen. In verband met privacy zijn deze adressen niet openbaar. Conclusie: Gezien de huidige grondwaterproblemen voldoet de huidige situatie nog niet aan de maatstaf. 3.5 Ontwatering in nieuw stedelijk gebied In in- en uitbreidingsplannen die de afgelopen jaren gerealiseerd zijn, zijn altijd ontwateringsmiddelen aangelegd. Op deze locaties komt geen grondwateroverlast voor. Conclusie: De huidige situatie voldoet aan de maatstaf. 3.6 Overzicht aanwezige voorzieningen Inventarisatie riolering In de onderstaande tabel is een (globaal) overzicht weergegeven van alle aanwezige rioleringsvoorzieningen in de gemeente Tholen. Medio Pagina 13 van 36

14 Toetsing huidige situatie Omschrijving Eenheid Hoeveelheid Gemengd rioolstelsel Km 98 Gescheiden en verbeterd gescheiden rioolstelsels (som dwa en rwa) Km 37 Inspectieputten St Aantal rioolstrengen St Gemiddelde strenglengte M. 37 Kolken St Rioolgemalen St. 31 Randvoorzieningen St. 13 Groene berging Oud-Vossemeer St. 1 Rioolpersleidingen Km. 8,5 Overstorten gemengd rioolstelsel St. 43 Overstorten verbeterd gescheiden rioolstelsel St. 8 Aangesloten verhard oppervlak Ha. 225 Afgekoppeld verhard oppervlak bebouwd gebied Ha. 50 Drukriolering Km. 53 Drukrioleringsunits St. 215 Aantal IBA's (in kwetsbaar gebied) St. 12 Aantal heffingseenheden (aangesloten perceel) in 2009 St Aantal lozingen in het buitengebied St. 427 Ten opzichte van het GRP is de lengte van de riolering aanzienlijk toegenomen. Van 120 kilometer naar 135 kilometer. Dit is het gevolg van de aanleg van verschillende uitbreidingsplannen. Uit het overzicht blijkt dat inmiddels 50 hectare verhard oppervlak afgekoppeld is. Dit is circa 22% van het totaal. In dit oppervlak zijn ook de oppervlakken opgenomen die van oudsher reeds afgekoppeld waren. Het aanlegjaar en de lengte van de vrij vervalriolering zijn weergegeven in de onderstaande grafiek. Pagina 14 van 36

15 Toetsing huidige situatie Som van Lengte Aanlegjaar Inventarisatie ontwateringsmiddelen In het stedelijke gebied van de gemeente is een aanzienlijke hoeveelheid drainage aanwezig. Deze bevindt zich onder wegen en in plantsoenen en onder sportvelden en begraafplaatsen. In totaal is de ligging van ruim 55 kilometer drainage bekend Drainage onder wegen en in plantsoenen De afgelopen jaren is een inventarisatie van de bestaande ontwateringsmiddelen in het (openbare) stedelijke gebied uitgevoerd. Deze inventarisatie is gebaseerd op intern aanwezige kennis en beschikbare gegevens (tekeningen). Het resultaat hiervan is dat er tot nu toe ongeveer 8 kilometer drainage in kaart gebracht is en opgenomen in het drainagebeheersysteem. De aanlegjaren van deze drainage zijn eveneens bekend. Aangenomen wordt dat de werkelijke hoeveelheid drainage aanzienlijk groter is, maar hierover zijn geen gegevens (meer) te achterhalen Drainage op sportvelden en begraafplaatsen Naast drainage onder wegen en in plantsoenen is er drainage aanwezig onder sportvelden en begraafplaatsen: Onder de gemeentelijke sportvelden (voetbal, tennis) ligt circa 35 kilometer drainage Op de begraafplaatsen is 13 kilometer drainage aanwezig Het aanlegjaar van de genoemde drainage is niet bekend. Deze drainage is nog niet in het beheersysteem opgenomen. Conclusie: De huidige situatie voldoet niet aan de maatstaf Toestand van de rioleringsobjecten Bijbehorend doel: inzameling en transport van afvalwater en hemelwater en voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater, doelen 1, 2 en 4 In totaal bestaat het rioolstelsel uit circa rioolstrengen. Hiervan zijn er op 1 december 2007 inmiddels ongeveer strengen gedetailleerd geïnspecteerd. Uitgaand van een gemiddelde strenglengte van 37,0 m is dus ruim 81 km riolering geïnspecteerd. Pagina 15 van 36

16 Toetsing huidige situatie In circa 131 van het totale aantal geïnspecteerde rioolstrengen is de ingrijpmaatstaf groter of gelijk aan klasse 4 voor lekkage. Geëxtrapoleerd naar het gehele rioolstelsel zijn dit dus 223 rioolstrengen. Op dezelfde manier is het aantal de schadebeelden voor aantasting en scheuren bepaald. De resultaten zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Ingrijpmaatstaf klasse 4 (strengen) Lekkage Aantasting Scheuren Bij 7 van het totale aantal geïnspecteerde rioolstrengen is de ingrijpmaatstaf klasse 5 voor lekkage vastgesteld. Als dit geëxtrapoleerd wordt naar het gehele rioolstelsel zijn dit ongeveer 12 rioolstrengen. Voor aantasting en scheuren is dezelfde werkwijze gevolgd. De resultaten zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Ingrijpmaatstaf klasse 5 (strengen) Lekkage Aantasting Scheuren Bij klasse 5 mag reparatie niet uitgesteld worden. Conclusie: de huidige situatie voldoet niet aan de maatstaf, namelijk dat er geen ingrijpmaatstaven lekkage, aantasting, scheuren, wortelingroei groter of gelijk aan klasse 4 mogen voorkomen Toestand van ontwateringsobjecten De toestand (kwaliteit) van de bestaande drainagesystemen onder wegen en in plantsoenen is niet bekend. Momenteel wordt er geen inspectie van deze systemen uitgevoerd. Ook de toestand van de drainage onder de gemeentelijke sportvelden en de begraafplaatsen is niet bekend. Het enige wat gezegd kan worden over de ontwateringsobjecten waarvan de aanwezigheid en ligging bekend zijn, is dat op deze locaties geen grondwateroverlast is. Conclusie: De huidige situatie voldoet niet aan de maatstaf Functioneren van de rioleringsobjecten In de planperiode zijn 8 basisrioleringsplannen geactualiseerd. Het betreft de volgende plannen: Jaar Actualiseren basisrioleringsplan 2003 Sint Philipsland 2004 Sint-Maartensdijk 2005 Sint-Annaland 2006 Scherpenisse 2006 Stavenisse 2006 Bedrijventerrein Slabbecoornpolder 2007 Poortvliet 2007 Tholen De afgelopen vijf jaar zijn er dus gemiddeld 1,6 plannen per jaar geactualiseerd. Dit ligt iets onder de maatstaf van 1,8 plannen per jaar. Het bereiken van dit gemiddelde is geen doel op zich. In 2007 is namelijk met instemming van b&w en in overleg met het waterschap besloten om de Pagina 16 van 36

17 Toetsing huidige situatie rioleringsplannen van Oud-Vossemeer en Sint Philipsland niet te actualiseren omdat hier geen aanleiding voor was. Uit de herberekening van de rioleringsplannen volgt dat de huidige rioleringsstelsels bij de maatgevende neerslaggebeurtenis (bui 08 uit de Leidraad Riolering) in hydraulisch opzicht voldoende functioneren. Alleen in de kern Tholen is bij bui 08 theoretisch water op straat berekend in het gebied van de Koningin Wilhelminastraat. Dit probleem zal in 2008 opgeheven worden. Om het theoretisch functioneren van de rioleringsstelsels te vergelijken met de werkelijke situatie, beschikt het Gemeentebedrijf over een klachtenregistratiesysteem voor. In dit systeem worden klachten van bewoners over water op straat en wateroverlast bewaard. Bij de herberekening van rioleringsplannen wordt deze informatie mede gebruikt om de afweging te maken of de uitvoering van hydraulische verbetermaatregelen op basis van de theoretische berekeningen noodzakelijk is. Met uitzondering van de kern Tholen voldoen alle rioolstelsels aan het voorgeschreven emissieniveau voor overstortingen uit de riolering. De benodigde maatregelen in de kern Tholen zullen in 2008 gerealiseerd worden waarna de hele gemeente voldoet aan de basisinspanning. Conclusie: de huidige situatie voldoet niet aan de maatstaf voor de herziening van rioleringsplannen Functioneren van de ontwateringsobjecten De 8 km drainage onder wegen en in plantsoenen wordt niet structureel onderhouden. Alleen als er klachten van bewoners zijn, wordt de drainage gereinigd en zo nodig hersteld. Verder is er geen sprake van structurele vervanging van de ontwateringsmiddelen. Op dit moment wordt er alleen structureel onderhoud gepleegd aan de drainagesystemen op de sportvelden en de begraafplaatsen. Dit onderhoud wordt gemiddeld één keer per twee jaar uitgevoerd door de Gemeentebedrijf. Voor het onderhoud wordt gebruik gemaakt van een drainagespoelmachine. Conclusie: De huidige situatie voldoet niet aan de maatstaf Controle op basis van verordeningen en vergunningen Controles worden niet uitgevoerd door de afdeling openbare werken. In het kader van de Wet milieubeheer ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de afdeling Vergunningen en handhaving. Er vindt regelmatig terugkoppeling plaats tussen deze afdeling en de afdeling Openbare Werken. Pagina 17 van 36

18 4 Strategie 4.1 Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing Door de invoering van de nieuwe wetgeving kan de gemeente kiezen voor de uitvoering van een brede zorgplicht of een smalle zorgplicht. Bij de brede zorgplicht voert de gemeente naast de zorg voor de riolering van de percelen die op de riolering aangesloten zijn, ook de zorg uit voor de percelen die niet op de riolering aangesloten zijn. Met de percelen die niet op de riolering aangesloten zijn, worden in het bijzonder de septictanks bedoeld. De smalle zorgplicht is vergelijkbaar met de zorg voor de percelen die aangesloten zijn op de riolering, zoals de gemeente tot nu altijd uitgevoerd heeft. In dit GRP wordt uitgegaan van de uitvoering van de smalle zorgplicht, omdat van te voren niet bekend wat de staat van de over te nemen lozingsvoorzieningen is. Ook hebben de leden van de Commissie Ruimte aangeven dat de burgers er niet op zitten te wachten dat de gemeente een voorziening aanlegt en dat ze een rioolheffing moeten gaan betalen. Het aantal lozingen in het buitengebied dat via drukrioleringsaansluitingen en IBA s aangesloten is, bedraagt momenteel 215. Drukrioleringsunit Het aantal lozingen van huishoudelijk afvalwater op het oppervlaktewater bedraagt 427 stuks. Omdat de gemeente voldoet aan het provinciale ontheffingenbeleid zal er in de planperiode geen sprake zijn van de uitvoering van een (nieuwe) operatie om het aantal afvalwaterlozingen in het buitengebied verder te verminderen. De mogelijkheid bestaat wel dat een enkele bestaande woning op drukriolering aangesloten zal moeten worden. Hiervan kan sprake zijn als een nieuwbouwpand van drukriolering wordt voorzien en de lozing van een nabijgelegen bestaande woning hierdoor verplicht gesaneerd moet worden. De eigenaar van het perceel dat op de drukriolering aangesloten wordt of een IBA krijgen, draagt een deel van de aanlegkosten bij. De hoogte van deze eigen bijdrage is 2.050,-- in overeenstemming met de bestaande provinciale richtlijnen. De gemeente betaalt de overige kosten. Deze bekostiging mag via de rioolheffing plaatsvinden. Voor de aansluiting van dergelijke incidentele gevallen wordt rekening gehouden met een bedrag van 5.000,-- per jaar. Pagina 18 van 36

19 Strategie IBA systeem Basispakket Jaarlijkse kosten [Euro] Incidentele aansluiting bestaande lozingen 5.000,-- Totale jaarlijkse kosten 5.000,-- Het bovenstaande bedrag is ondergebracht bij de post verbetering. 4.2 Aanleg van ontwateringsmiddelen bij bestaande bebouwing In bestaand stedelijk gebied wordt alleen drainage aangelegd, als: Er sprake is van aangetoonde grondwateroverlast Particulieren bereid zijn op eigen terrein eveneens maatregelen te nemen De grondwateroverlast niet eenvoudig via de uitvoering van bouwkundige maatregelen opgelost kan worden De woning voor 1993 gebouwd is. Is de woning ná 1993 gebouwd, dan wordt geen voorziening getroffen. Woningen die na deze datum gebouwd zijn, mogen bouwkundig gezien niet vochtgevoelig zijn Voor het opheffen van bestaande grondwateroverlast wordt in de planperiode onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd. Als de gemeente drainage in bestaand bebouwd gebied aanlegt, omdat er sprake is van grondwateroverlast, wordt er gelijktijdig een aansluiting tot de erfgrens aangelegd. Wanneer een particulier wil aansluiten op deze drainage, zullen hiervoor geen aansluitkosten in rekening gebracht worden. Ook als een particulier wil aansluiten op een bestaande drainage zal de gemeente geen aansluitkosten in rekening brengen. In bestaand stedelijk gebied voert de gemeente in alle gevallen de aansluiting van de particuliere drainage op de openbare drainage uit. Dit om foutieve aansluitingen te voorkomen. 4.3 Aanleg van riolering bij nieuwbouw Nieuwbouwlocaties in het stedelijk gebied worden in principe voorzien van gescheiden stelsels of hieraan gelijkwaardige oplossingen. Tevens wordt hemelwater van schone verharde oppervlakken niet naar de riolering afgevoerd maar direct of indirect naar het oppervlaktewater. Er wordt dus naar gestreefd om 100% af te koppelen. Voorbeelden van gerealiseerde plannen zijn Welhoek (Oud-Vossemeer), Graefnisse (Sint-Philipsland) en in Stadszicht (Tholen). Pagina 19 van 36

20 Strategie De aanleg van riolering in nieuwbouwplannen wordt bekostigd uit de exploitatie van het bestemmingsplan. Bij nieuwbouw in het stedelijk gebied zal waar mogelijk hemelwater via oppervlakkige afstroming naar het oppervlaktewater afgevoerd worden. Wegen die hiervoor niet in aanmerking komen zijn de drukkere wegen, zoals de ontsluitingswegen, de wijk en de buurtontsluitingswegen. Waar hemelwater via oppervlakkige afstroming afgevoerd wordt, zal de gemeente geen hemelwateruitlegger naar de perceelsgrens aanleggen. Het hemelwater van het perceel moet bovengronds op de grens van het perceel en de straat aangeleverd worden. De afvoer van hemelwater naar het oppervlaktewater zal plaatsvinden via een zuiveringsvoorziening, tenzij het waterschap dit niet noodzakelijk vindt. Bij het ontwerp en de realisatie van nieuwbouwplannen zal er tevens naar gestreefd worden om het midden van het plangebied hoger aan te leggen dan de randen van het plan. Hierdoor wordt eventuele wateroverlast bij hevige neerslag voorkomen omdat hemelwater onder vrij verval naar de randen van het plan kan stromen. Bij nieuwbouw in het buitengebied geldt het Wvo Lozingenbesluit Huishoudelijk Afvalwater. Voor beperkte nieuwe lozingen is de aansluiting op de riolering wettelijk verplicht als de afstand tussen de perceelsgrens en de dichtstbijzijnde riolering kleiner of gelijk aan 40 meter is. Is de afstand groter dan 40 m, dan gaat de gemeente uit van het normbedrag dat van toepassing is op bestaande lozingen in weinig kwetsbaar gebied. Dit normbedrag is genoemd in het rapport Aanpak verspreide lozingen in het buitengebied (Ambtelijke Werkgroep Rioleringsbeleid Zeeland) en bedraagt 9.393,-- incl btw. Als de kosten voor de aansluiting op de riolering groter zijn dan het normbedrag, is vooralsnog ten minste de aanleg van een IBA klasse 1 verplicht. Voor de lozing op oppervlaktewater geldt een meldingsplicht bij waterschap Zeeuwse Eilanden. De kosten voor de aansluiting van een nieuwe lozing in het buitengebied op (druk)riolering of de aanleg van een IBA zijn volledig voor rekening van de bewoner. 4.4 Aanleg van ontwateringsmiddelen in nieuw stedelijk gebied Bij de aanleg van nieuw stedelijk gebied wordt in principe altijd drainage in het openbare gebied aangelegd. Tevens worden huisaansluitingen tot de erfgrens aangelegd. De kosten voor de aanleg van deze drainage komen ten laste van de initiatiefnemer van het plan. Op eigen terrein is de eigenaar verantwoordelijk voor de aanleg van drainage. 4.5 Beheer van bestaande voorzieningen Planmatig beheer is alleen mogelijk als er kennis is over de toestand en het functioneren van de voorzieningen Onderzoek riolering Om de juiste rioleringsmaatregelen te treffen en in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen is het noodzakelijk de basisrioleringsplannen regelmatig te actualiseren. In verband hiermee worden de rioleringsplannen gemiddeld iedere vijf jaar geactualiseerd. Verder wordt het Gemeentelijk Rioleringsplan iedere vijf jaar geactualiseerd. Hieruit volgt dat jaarlijks 1,8 plannen herzien moeten worden. Gemiddeld is hier ,-- per jaar nodig. Wanneer er echter geen aanleiding is om de plannen te herzien, bijvoorbeeld omdat de bestaande situatie niet gewijzigd is, kan eventueel van dit aantal afgeweken worden. Dit zal in overleg met het waterschap plaatsvinden Voor de uitvoering van specifieke rioolstudies is jaarlijks ,-- noodzakelijk. Onder dergelijke studies vallen afkoppelstudies, het ontwerp van regenwaterstelsels per kern, onderzoek optimalisatie afvalwatersysteem, deelname aan de bench Pagina 20 van 36

21 Strategie mark riolering en de uitvoering van een onderzoek voor het CO 2 neutraal opwekken van energie voor rioolgemalen Voor de ijking van de sensoren die zich bevinden op de overstorten is jaarlijks een bedrag van 5.000,-- nodig Voor onderzoek naar foutieve rioolaansluitingen is jaarlijks ,-- nodig Voor de uitvoering van een meetprogramma in het kader van de uitvoering van het waterkwaliteitsspoor in samenwerking met waterschap Zeeuwse Eilanden is in de planperiode een bedrag van ,-- per jaar nodig. Onderdeel van de uitvoering van dit meetprogramma is onder andere de meting van neerslag, overstorthoeveelheden en kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater In verband met de grondroerdersregeling is in 2009 een bedrag van 5.000,-- nodig voor het inscannen van huisaansluitschetsen Het opstellen en handhaven van milieu en lozingsvergunningen in het kader van de Wet Milieubeheer is ondergebracht bij de afdeling Vergunningen en handhaving. De kosten hiervoor liggen bij de betreffende afdeling Basispakket 2009 [Euro/jr] [Euro/jr] Na 2013 [Euro/jr] Actualiseren basisrioleringsplannen en GRP , , ,-- Specifieke rioolstudies , , ,-- Grondroersdersregeling (alleen in 2009) 5.000, Ijking sensoren riooloverstorten 5.000, , ,-- Onderzoek foutieve huisaansluitingen , , ,-- Meetprogramma overstorten , ,-- 0 Totale jaarlijkse kosten , , , Onderzoek ontwateringsmiddelen Voor zover bekend is er 8 kilometer drainage onder wegen en in plantsoenen. Het is zeker dat er veel meer drainage is. Hoeveel meer is echter niet bekend. Er wordt geen tijd en geld besteed aan de opsporing van drainage. Wel zal drainage in kaart gebracht worden als deze (toevallig) wordt ontdekt. Geschat wordt dat hiermee jaarlijks 20 uur gemoeid is. Ook zal de aangetroffen drainage gereinigd, hersteld, in het onderhoudsprogramma en in beheerpakket opgenomen worden. Hiervoor wordt jaarlijks 5.000,-- gereserveerd. Basispakket Jaarlijkse kosten [Euro] Opname onbekende drainage in beheerpakket c.a ,-- Totale jaarlijkse kosten 5.000, Onderzoek drainage in openbaar gebied De onderhoudstoestand van de bestaande drainage onder wegen en in plantsoenen is niet bekend. Om de toekomstige onderhoudsfrequentie te kunnen bepalen, zal onderzoek uitgevoerd worden. Dit zal gebeuren door middel van steekproefsgewijze camera-inspectie en beoordeling. Na deze inspectie zal de drainage gereinigd worden. Dit onderzoek zal na één of twee jaar herhaald worden waarna de resultaten met elkaar vergeleken zullen worden. Op basis hiervan zal de toekomstige onderhoudsfrequentie van de drainage bepaald worden. Het onderzoek zal tevens gebruikt worden om reparatie of vervanging van de drainage te kunnen bepalen. Om dit onderzoek in de planperiode uit te kunnen voeren, wordt een bedrag ,-- gereserveerd. Pagina 21 van 36

22 Strategie Verder wordt geschat dat hiermee jaarlijks 20 uur gemoeid is. De uitvoering van eventuele maatregelen zal worden opgenomen in het volgende GGP. Er zal geen onderzoek naar de toestand van drainage onder sportvelden uitgevoerd worden. Dit gezien de hoge onderhoudsfrequentie en het feit dat er geen klachten zijn. Dit geldt ook voor de begraafplaatsen, met uitzondering van de begraafplaats in Poortvliet en Sint-Annaland. Op deze twee begraafplaatsen kan de uitvoering van het onderhoud vereenvoudigd worden door het aanbrengen van doorspoelputjes. Zie ook paragraag Basispakket Onderzoek uitvoering onderhoudsfrequentie drainage Kosten in planperiode [Euro] ,-- Totale kosten , Onderzoek bestaande en nieuwe klachten Volgens het klachtenregistratiesysteem staan er nog circa 60 klachten open. In februari 2006 is via een enquête contact met de betreffende bewoners opgenomen. Hierbij is onder andere gevraagd of de klachten nog steeds aanwezig zijn en zo ja, of de eigenaar bereid is maatregelen te treffen op eigen terrein. Als het antwoord hierop positief is, zal nader onderzoek uitgevoerd worden, te beginnen met het plaatsen van ondiepe peilbuizen en monitoring gedurende een voldoende lange periode. Geraamd wordt dat voor het inventariseren van de klachten in 2006 en uur per jaar benodigd is. Geschat wordt dat er op 20 locaties peilbuizen geplaatst moeten worden in verband met de uitvoering van aanvullend grondwateronderzoek. De kosten voor het plaatsen van een peilbuis worden geraamd op 250,--. In totaal dient in de planperiode dus 5.000,-- te worden gereserveerd. Geschat wordt dat hiervoor 20 uur per jaar nodig is. Op locaties waar in de planperiode nieuwe grondwateroverlast wordt geconstateerd, kunnen eveneens peilbuizen geplaatst worden. Geschat wordt dat het 20 peilbuizen betreft. De kosten hiervan bedragen eveneens 5.000,--. Geraamd wordt dat hiervoor eveneens 20 uur per jaar nodig is. Bewoners die klachten hebben over grondwateroverlast kunnen terecht bij het grondwaterloket van de gemeente. Basispakket Kosten in planperiode [Euro] Plaatsen peilbuizen naar aanleiding van bestaande grondwaterklachten 5.000,-- Plaatsen peilbuizen naar aanleiding van nieuwe grondwaterklachten 5.000,-- Totale kosten , Onderzoek bestaand grondwaterpeilbuizennet Om de grondwaterstand te registreren en vast te kunnen stellen of er sprake is van grondwateroverlast, zijn de afgelopen jaren omstreeks 70 peilbuizen geplaatst. Deze bevinden zich voornamelijk op de locaties waar de meeste grondwateroverlast is (was); in Tholen (25 à 30 stuks) en Sint Philipsland (circa 20 stuks). De grondwaterstand in de peilbuizen wordt twee keer per maand gecontroleerd en geregistreerd. Jaarlijks kost deze activiteit 280 uur. Geschat wordt dat dit in de loop van de planperiode zal toenemen tot 360 uur, vanwege de toename van het aantal peilbuizen. Het is de vraag of het bestaande peilbuizennet in de toekomst gehandhaafd moet worden. In verband hiermee zal in de planperiode onderzocht worden of het zin heeft een peilbuizennet- Pagina 22 van 36

23 Strategie werk (grof of fijnmazig) te handhaven als hulpmiddel voor het bepalen van maatregelen om grondwateroverlast op te heffen. Voor dit onderzoek wordt in deze planperiode een bedrag van ,-- geraamd. Voor de begeleiding van dit project wordt 40 uur geraamd. Omdat de noodzaak niet bij voorbaat kan worden vastgesteld, zal de beslissing over een eventuele uitbreiding van het peilbuizennet in de volgende planperiode genomen worden. Basispakket Eenmalige kosten [Euro] Onderzoek noodzaak netwerk peilbuizen (2009 en 2010) ,-- Totale kosten , Maatregelen riolering Onderhoud rioleringsvoorzieningen Kolken worden twee keer per jaar gezogen. De gemiddelde jaarlijkse kosten hiervan bedragen ,--. Dit inclusief stortkosten Om een goede afstroming van de vrij verval riolen te handhaven is regelmatig onderhoud noodzakelijk. Regelmatig onderhoud heeft tevens een positieve invloed op de vuiluitworp van het rioolstelsel naar het oppervlaktewater. Momenteel laat de gemeente jaarlijks 20 km riolering reinigen. Dit is een frequentie van 1 x per 7 jaar. Gemiddeld is hiervoor een bedrag van ,-- per jaar noodzakelijk. In dit bedrag zijn tevens de stortkosten van het rioolslib verwerkt Jaarlijks wordt gemiddeld 10% van de totale lengte van het rioolstelsel geïnspecteerd, of 13,5 kilometer per jaar. De kosten hiervoor worden geraamd op ,- - per jaar. Voor verwerking van de inspectiegegevens is jaarlijks 2.000,-- nodig. De totale gemiddelde kosten per jaar zijn dus ,-- Voor het mechanisch elektrisch onderhoud van de rioolgemalen en de randvoorzieningen is gemiddeld per jaar een bedrag van ,-- nodig Voor het jaarlijks onderhoud van de drukrioleringsunits en bijbehorende drukleidingen is een bedrag van ,-- nodig Voor energiekosten van rioolgemalen, randvoorzieningen en drukrioleringsunits moet gerekend worden op een bedrag van ,-- per jaar Voor telefoonkosten van de rioolgemalen, de randvoorzieningen en de drukriolering is jaarlijks 7.000,-- nodig Voor het onderhoud van klein gereedschap en de rioolspuitmachine is jaarlijks 4.000,-- nodig Voor de uitvoering van bijzonder onderhoud (onder andere speciale blokzoden) van wadi's is jaarlijks 4.000,-- nodig Voor de uitvoering van onderhoud van uitstroomvoorzieningen van overstorten en hemelwateruitlaten jaarlijks 2.000,-- nodig Basispakket onderhoud Jaarlijkse kosten [Euro] Kolken zuigen (incl. stortkosten)n ,-- Onderhoud, rioolgemalen, randvoorzieningen, persleidingen ,-- Onderhoud drukrioleringsunits en drukleidingen ,-- Energiekosten rioolgemalen, randvoorzieningen, drukriolering ,-- Telefoonkosten rioolgemalen, randvoorzieningen, drukriolering 7.000,-- Onderhoud klein gereedschap 2.500,-- Onderhoud rioolspuitmachine 1.500,-- Pagina 23 van 36

24 Strategie Basispakket onderhoud Jaarlijkse kosten [Euro] Bijzonder onderhoud wadi's 4.000,-- Onderhoud uitstroomvoorzieningen 2.000,-- Totale jaarlijkse kosten ,-- Basispakket reinigen Jaarlijkse kosten [Euro] Reinigen riolering (incl. stortkosten) ,-- Totale jaarlijkse kosten ,-- Basispakket inspectie Jaarlijkse kosten [Euro] Inspectie riolering en verwerking gegevens ,-- Totale jaarlijkse kosten , Reparatie rioleringsvoorzieningen Reparatie is gedefinieerd als het herstel van het oorspronkelijk functioneren van (een gedeelte) van de riolering, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd. Hierdoor neemt (rest)levensduur van het gerepareerde rioleringsonderdeel toe tot 60 jaar. Voorbeelden van toegepaste reparaties zijn een lokale kousmethode of een lokale sliplining. De ingrijpmaatstaf voor lekkage en scheuren is klasse 4 en hoger. Dit betekent dat reparaties uitgevoerd worden vanaf klasse 4. Op basis van de uitgevoerde rioolinspecties is een schatting gemaakt van het aantal lekkages en scheuren. Om deze schades op te heffen is in de planperiode gemiddeld ,-- per jaar nodig Verder is jaarlijks 5.000,-- nodig voor het wegfrezen van wortels. Voor het verwijderen van doorgestoken inlaten is jaarlijks ,-- nodig. Onder de post reparatie zijn ook de kosten voor de uitvoering van klein onderhoud huisaansluitingen (voor reparatie van huisaansluitingen, kolken, putten) opgenomen. Hiervoor is een bedrag van ,-- geraamd. Tenslotte is een post algemeen onderhoud van ,-- per jaar opgenomen voor de uitvoering van onvoorziene situaties die direct opgelost moeten worden Toestandaspect Aantal per jaar [st] Reparatiekosten per stuk [Euro] Totale kosten per jaar [Euro] Lekkage, klasse , ,-- Scheuren, klasse , ,-- Wortelingroei 5.000,-- Doorgestoken inlaten klasse , ,-- Klein onderhoud huisaansluitingen ,-- Pagina 24 van 36

25 Strategie Toestandaspect Aantal per jaar [st] Reparatiekosten per stuk [Euro] Totale kosten per jaar [Euro] Algemeen onderhoud ,-- Totale kosten per jaar De verwachting is dat over 10 jaar de achterstand op het gebied van lekkage, scheuren ingelopen is en er geen doorgestoken inlaten meer zijn. Aangenomen wordt dat de jaarlijkse kosten die gemoeid zijn met de reparatie van lekkage en scheuren dan gehalveerd kunnen worden. Voor wortelingroei en klein onderhoud huisaansluitingen blijven de jaarlijkse reparatiekosten gelijk. en de jaarlijkse reparatiekosten vanaf dat moment ,-- bedragen Renovatie rioleringsvoorzieningen Renovatie heeft betrekking op het herstel van het oorspronkelijk functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd zodat een evenaring van technische nieuwstaat wordt verkregen (Leidraad Riolering C3000); het gerenoveerde riool is vergelijkbaar met een nieuw riool. Technische nieuwstaat ontstaat bijvoorbeeld door aan de binnenzijde van het riool een kunststof bekleding (sliplining) aan te brengen. In principe vindt de renovatie van een riool plaats als er op basis van rioolinspectie (chemische) aantasting klasse 4 of hoger wordt vastgesteld en/of de reststerkte van het riool onvoldoende is. De reststerkte wordt bepaald aan de hand van de uitvoering van radaronderzoek en boorkernen. Renovatie vindt eveneens plaats als het aantal lekkages en/of scheuren zo groot is dat een (lokale) reparatie niet zinvol is, of het riool onder tegenschot ligt. In dit plan is er van uitgegaan dat er gemiddeld vier rioolstrengen per jaar gerelined worden. Voor de uitvoering van deze relining dient rekening te worden gehouden met een gemiddeld bedrag van ,-- per jaar. In dit bedrag is ook het opnieuw boren van inlaten opgenomen. Met de uitvoering van radaronderzoek en boorkernonderzoek is gemiddeld 2.000,-- per jaar gemoeid. Toestandaspect Aantal strengen per jaar [st] Renovatiekosten per streng [Euro] Totale kosten per jaar [Euro] Aantasting, klasse , ,-- Onderzoek (boorkern en radar) 2.000,-- Totale kosten per jaar ,-- Pagina 25 van 36

26 Strategie Na renovatie van het rioleringsobject wordt er van uitgegaan dat levensduur met 60 jaar wordt verlengd. Opgemerkt wordt dat renovaties uiteraard niet uitgevoerd worden als het riool op korte termijn vervangen moet worden, onder tegenschot ligt en/of verloren berging heeft Vervanging rioleringsvoorzieningen Vervangen is het herstel van het oorspronkelijk functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst. Uitgaande van een levenduur van 60 jaar moet in de planperiode 2009 tot en met 2013 gerekend worden op een vervanging van circa 2,3 kilometer vrij vervalriolering. Hiermee is een bedrag van omstreeks ,-- gemoeid Voor bouwkundige en/of mechanisch elektrische vervanging van rioolgemalen en randvoorzieningen is in de planperiode circa ,-- nodig. Gezien de leeftijd van moet in de planperiode rekening gehouden worden met de vervanging van drie rioolgemalen (Bloemenlaan en de Gladiolenstraat te Sint-Maartensdijk en Zijpestraat in Sint Philipsland). Het besluit om deze drie gemalen daadwerkelijk te vervangen zal afhankelijk zijn van het resultaat van de uitvoering van een bouwkundige inspectie. Bij vervanging (maar ook bij nieuwbouw) van de mechanisch elektriche installatie worden twee pompen toegepast. Dit in verband met de vergroting van de bedrijfszekerheid In de planperiode 2009 tot en met 2013 zijn geen vervangingen van rioolpersleidingen voorzien Uitgaande van de mechanisch elektrische vervanging van gemiddeld 14 drukrioleringsunits (of IBA's) per jaar is in de planperiode een bedrag ,-- nodig. Bij de mechanisch elektrische vervanging wordt tevens telemetrie geïnstalleerd, als aanvulling op de aanwezige rode alarmlamp. Het doel hiervan is de verhoging van de bedrijfszekerheid en efficiëntie van de storingsdienst Bouwkundige vervanging van drukrioleringsunits en de vervanging van de bijbehorende drukrioolpersleidingen is niet aan de orde. Vooralsnog is de vervanging gepland in de periode De planning voor de vervanging en de vervangingskosten van de riolering in de periode 2009 tot en met 2013 is weergegeven in de onderstaande tabel. Omschrijving Vervangingskosten in planperiode 2009 tot en met 2013 [Euro] Vervangen vrij vervalriolen ,-- Vervangen rioolgemalen en randvoorzieningen bk en m/e Vervangen drukrioleringsunits mech/el (incl. telemetrie) , ,-- Totaal periode 2009 tot en met , Verbetering rioleringsvoorzieningen In overeenstemming met de Vierde Nota Waterhuishouding ten aanzien van het water in stad dient in stedelijke gebieden, dient de gemeente Tholen de CIW-basisinspanning te realiseren. De gemeente Tholen heeft de basisinspanning in 2004 gerealiseerd. Op basis van een uitgevoerde optimalisatiestudie met de gemeente en waterschap Zeeuwse Eilanden dient de kern Tholen in 2008 te voldoen aan de basisinspanning. De uitvoering van deze maatregelen ligt op schema. In 2008 zal nog verhard oppervlak afgekoppeld worden, waarna ook de kern Tholen eveneens aan de basisinspanning voldoet. Het landelijk beleid richt zich verder op de ontwikkeling van duurzame stedelijke watersystemen. In verband hiermee dient er naar te worden gestreefd meer verhard oppervlak af te kop- Pagina 26 van 36

27 Strategie pelen en (waar mogelijk) hemelwater te infiltreren in de bodem. De landelijke ambitie is 20% afkoppelen in bestaand stedelijk gebied. Afkoppelen van verhard oppervlak levert op de lange termijn een aantal belangrijke voordelen op voor het milieu: Bestaande grondwateroverlastproblemen kunnen gelijktijdig met het afkoppelen opgelost worden. Drainagesystemen kunnen hierbij namelijk op infiltratietransport riolen of regenwaterriolen aangesloten worden Door af te koppelen vinden er minder overstortingen plaats vanuit de gemengde rioolstelsels. Dit verbetert de kwaliteit van het oppervlaktewater Als gevolg van een verminderde afvoer van regenwater naar de rioolwaterzuivering, neemt het onnodig zuiveren van schoon hemelwater af. Het geloosde effluent van de zuivering krijgt hierdoor een betere kwaliteit. Dit heeft een positief effect op het oppervlaktewater In het GRP heeft de gemeente hier al beleid voor geformuleerd, te weten 2,5 ha (1%) verhard oppervlak afkoppelen per jaar vanaf 2009 tot en met Tussentijds is dit beleid bijgesteld en is bestuurlijk besloten om 1,25 ha (0,5%) per jaar af te koppelen. Als basis voor de uitvoering van dit GRP wordt echter uitgegaan van 1,0 ha (0,4%) afkoppelen per jaar gedurende 20 jaar, omdat de uitvoering van deze hoeveelheid haalbaar is. De kosten hiervoor worden geraamd op circa ,-- per jaar In de verbeteringskosten zijn ook de kosten voor een incidentele aansluiting van bestaande drukriolering opgenomen. Omschrijving uitvoering verbetermaatregelen Jaarlijkse kosten [Euro] Afkoppelen verhard oppervlak 1,0 hectare per jaar, gedurende 20 jaar ,-- Aansluiting incidentele drukriolering 5.000,-- Totaal ,-- Als er afgekoppeld wordt, zal de voorzijde van de percelen eveneens bovengronds afgekoppeld worden. De kosten hiervan maken deel uit van de al genoemde jaarlijkse afkoppelkosten. Alternatief voorstel afkoppelen verhard oppervlak Naast het eerder genoemde voorstel om de komende 20 jaar 0,4% afkoppelen, stellen wij u als alternatief voor om 1% verhard oppervlak af te koppelen. De keuze voor dit alternatief of het basispakket dient te worden gemaakt tijdens de behandeling van de Kadernota. Omschrijving uitvoering verbetermaatregelen alternatief Jaarlijkse kosten [Euro] Afkoppelen verhard oppervlak 2,5 hectare per jaar gedurende 20 jaar ,-- Aansluiting incidentele drukriolering 5.000,-- Totaal ,-- Pagina 27 van 36

28 Strategie Aanleg bergbezinkriool Bloemenlaan Sint-Maartensdijk 2002 Bij het omgaan van hemelwater en ander afvalwater aan de bron, houdt de gemeente rekening met de wettelijke voorkeursvolgorde. Deze volgorde is in de volgende tabel weergegeven. Voorkeursvolgorde voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater aan de bron A B C D E F G Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet-gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater wordt ingezameld en naar een rwzi getransporteerd Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel D wordt hergebruikt (zo nodig na zuivering bij de bron) Ander afvalwater dan onderdeel D (in de praktijk dus in het bijzonder hemelwater) wordt lokaal in het milieu teruggebracht (zo nodig na zuivering bij de bron) Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel D wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een rwzi getransporteerd De bovengenoemde voorkeursvolgorde beschrijft een algemene voorkeur voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater aan de bron. Bij hemelwater geldt dat de lokale lozing van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwatersysteem) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd rioolstelsel. Lozing op oppervlaktewater is gelijkwaardig aan lozing op de bodem Maatregelen ontwateringsmiddelen Onderhoud ontwateringsmiddelen Om te voorkomen dat er grondwateroverlast ontstaat, is regelmatig onderhoud van de bestaande ontwateringsmiddelen noodzakelijk. Onder normale omstandigheden is één keer in de 5 tot Pagina 28 van 36

29 Strategie 10 jaar voldoende. In ijzerrijke gronden (zoals in Tholen) is de frequentie hoger. In sommige situaties zelfs twee maal per jaar. Bron: Vereniging Nederlandse Draineerbedrijven. De huidige reinigingsfrequentie van de drainage onder sportvelden en in begraafplaatsen bedraagt één keer per twee jaar. Gezien de activiteiten die op deze locaties plaatsvinden, is het van belang dat deze drainage goed blijft functioneren. Daarom wordt de huidige reinigingsfrequentie van gemiddeld één maal per twee jaar gehandhaafd. Gemiddeld per jaar is dit 140 uur Gemeentebedrijf plus 40 uur tractor (Bron: Gemeentebedrijf). Om het onderhoud in het stedelijk gebied uit te voeren is jaarlijks 800 uur beschikbaar: 450 uur Binnendienst en 350 Gemeentebedrijf (bron: GGP 1998). Hierin zijn tevens de uren voor het opnemen van de bestaande grondwaterpeilbuizen opgenomen. De tractor wordt gemiddeld 40 uur per jaar ingezet (bron: afdelingsplan 2005). Voor de drainage in het stedelijke gebied wordt vooralsnog gekozen voor een gemiddelde onderhoudsfrequentie van één keer per 5 jaar. Vanwege de verspreide ligging van de drainagebuizen, de bereikbaarheid en het regelmatig aanvullen van de voorraad spoelwater (circa 1½ uur watervoorraad) wordt aangenomen dat het onderhoud circa tweeënhalf keer zo lang duurt als bij sportvelden en begraafplaatsen. Dit komt overeen met 15 uur per kilometer. Uitgaande van 8 kilometer drainage betekent dit dat er 120 uur nodig is voor een totale reinigingscyclus. Bij een reinigingscyclus van vijf jaar is dit gemiddeld 24 uur per jaar. De capaciteit van de tractor van de Gemeentebedrijf is nagenoeg volledig benut, maar in overleg met de coördinator van de Gemeentebedrijf wordt er vooralsnog van uitgegaan dat dit onderhoud in eigen beheer uitgevoerd kan worden. Als in de toekomst blijkt dat dit onoverkomelijke problemen oplevert, dient te worden overwogen om (een deel van) het onderhoud in het stedelijke gebied uit te besteden. Zonder regelmatig onderhoud kunnen de filters van de grondwaterpeilbuizen verstoppen. Dit kan voorkomen worden door deze filters jaarlijks te spoelen. Utgaande van 110 peilbuizen ( ) zijn de geraamde jaarlijkse kosten 5.000,--. Omschrijving onderhoud ontwateringsmiddelen Jaarlijkse kosten [Euro] Spoelen filters peilbuizen 5.000,-- Totaal 5.000, Reparatie ontwateringsvoorzieningen Om kleine reparaties van drainage in stedelijk gebied uit te voeren, wordt uitgegaan van 1,10 per meter ( 8.800,-- / m). Aangenomen wordt dat drainage op begraafplaatsen en sportvelden aanzienlijk minder schadegevoelig is. De kosten om schades te herstellen zullen daarom eveneens aanzienlijk lager zijn. Hiervoor is een bedrag van 0,25 per meter aangenomen. Omschrijving Hoeveelheid [km] Eenh.prijs [euro/m] Jaarlijkse kosten [euro/jr] Stedelijk gebied 8 1, ,-- Sportvelden 35 0, ,-- Begraafplaatsen 13 0, ,-- Totaal ,-- Voor begeleiding van de uitvoering wordt gemiddeld 40 uur per jaar geraamd Renovatie ontwateringsvoorzieningen Renovatie heeft betrekking op het herstel van het oorspronkelijk functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd zodat technische nieuwstaat wordt verkregen. Voor zover bekend komt renovatie bij drainage niet voor; een beschadiging wordt gerepareerd of vervangen. Pagina 29 van 36

30 Strategie Vervanging ontwateringsvoorzieningen Vervanging is het herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst. In de praktijk wordt voor de levensduur van landbouwdrainage uitgegaan van 30 jaar. Aangenomen wordt dat drainage in stedelijk gebied kwetsbaarder is dan in landbouwgebied. In verband hiermee wordt voor drainage onder wegen en plantsoenen uitgegaan van een levensduur van 20 jaar. Vervanging van drainage kan plaatsvinden met de uitvoering van herbestrating die eveneens een cyclus van gemiddeld 20 jaar heeft. De vervanging van drainage onder sportvelden wordt afgestemd op het groot onderhoud en vindt gemiddeld één keer per 20 jaar plaats. Bron: afdeling Welzijn en Onderwijs. Voor begraafplaatsen wordt uitgegaan van een levensduur van 30 jaar, vergelijkbaar met de landbouw. De totale lengte drainage bedraagt 56 kilometer. Uitgaande van een eenheidsprijs van 20,-- per m' voor een drainage met polypropyleenomhulling 700 µm inclusief controledoorspuitputten (gemiddeld 50 m h.o.h.), eindbuizen etc. wordt de totale vervanging van de drainage geraamd op ,--. Bron: Leidraad Riolering. Als er gemiddeld 2,6 kilometer per jaar wordt vervangen, is dit gemiddeld ,-- per jaar. Voor voorbereidingskosten wordt jaarlijks 80 uur geraamd. Omschrijving Lengte [km] Vervangingscyclus [jr] Gemiddelde vervanging [km/jr] Wegen en plantsoenen ,40 Sportvelden ,75 Begraafplaatsen ,45 Totaal 56 2,60 Vervanging ontwateringsmiddelen Jaarlijkse kosten [Euro] 2,6 kilometer drainage per jaar Totaal , Verbetering ontwateringsvoorzieningen De drainage op begraafplaats van Scherpenisse is een samengestelde drainage. Het gevolg hiervan is dat 750 meter drainage bijna niet door te spoelen is, terwijl daar bijna altijd problemen zijn met water in de graven. In de planperiode zal dit probleem structureel opgelost wordt. Voor voorbereiding en uitvoering wordt een bedrag van ,-- opgenomen voor Bij een derde van de drainage op de begraafplaats in Sint-Annaland zijn problemen met het doorspoelen. Om deze problemen op te lossen wordt een bedrag van 7.500,-- opgenomen voor Voor voorbereiding van verbeteringsmaatregelen op de begraafplaats Poortvliet en Sint- Annaland wordt uitgegaan van gemiddeld 40 uur per jaar. Om de ontwatering in bestaand stedelijk gebied te verbeteren wordt tot en met 2015 een bedrag van ,-- per jaar geraamd. Aangenomen wordt dat ontwateringsproblemen hierna niet meer voorkomen. Voor voorbereiding en begeleiding worden gemiddeld 40 uren per jaar geraamd. Verbetering ontwateringsmiddelen 2009, 2010 [Euro/jr] 2011 [Euro/jr] 2012 tm 2015 [Euro/jr] Uitvoering verbetermaatregelen , , ,-- Totaal , , ,-- Pagina 30 van 36

31 Strategie Overige kosten riolering In deze paragraaf zijn de bijkomende kosten opgenomen. Dit betreft de jaarlijkse kosten vanwege: Recognities Provincie Zeeland Overstortheffing waterschap Zeeuwse Eilanden Precario KLIC (Kabels en Leidingen Informatie Centrum) RIOB (Rioolbeheerpakket Arcadis) RIONED (begunstigerskosten) SaBeWa (Samenwerkingsverband belastingen) Hiernaast wordt in dit GRP rekening gehouden met het opstellen van een communicatieplan in Dit plan zal als gebruikt worden als uitgangspunt om de gewenste communicatie met de bevolking structurelere vormen te gaan geven. Hiermee zijn eenmalig kosten gemoeid. Omschrijving overige kosten Jaarlijkse kosten [Euro] Recognities Provincie Zeeland 250,-- Heffing overstorten ,-- Precario 1.250,-- KLIC RIOB 4.000,-- RIONED 1.500,-- SaBeWa ,-- Opstellen communicatieplan (in 2009) ,-- Totaal ,-- Subsidie coaten dakgoten Met het oog op de vermindering van de toepassing van zware metalen in de bouw, is de invoering van een subsidie om bestaande dakgoten te voorzien van materialen die geen uitloging veroorzaken, aan de orde geweest. Hierbij is gedacht aan een subsidie voor de coating van bestaande zinken dakgoten of de vervanging van zinken dakgoten door kunststof dakgoten. Landelijk bestaat er echter discussie over de nadelige gevolgen van uitlogende bouwmaterialen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodem en het aanwezige ecosysteem. De indruk bestaat namelijk dat de effecten gering zijn. In verband hiermee stellen wij voor om een eventuele subsidie door te schuiven naar de volgende planperiode. Naar verwachting is er dan meer duidelijkheid over deze problematiek Overige kosten ontwatering Niet van toepassing. Pagina 31 van 36

32 5 Middelen en kostendekking In dit hoofdstuk komt aan de orde wat er aan middelen, personeel en financieel, nodig is om de in dit plan gestelde doelen te kunnen bereiken en daarmee wat nodig is om de zorg voor de riolering (aanleg en beheer) in de planperiode inhoud te kunnen geven. 5.1 Personele middelen riolering Het benodigde aantal uren voor de afdeling Openbare Werken en het Gemeentebedrijf is gebaseerd op de werkelijke gemiddelde tijdbesteding in de afgelopen vijf jaren. Voor het Gemeentebedrijf is hierbij rekening gehouden met het tijdelijk inhuren van personeel, omdat er tijdelijk een tekort aan personeel was (vacature). Hier van uitgaand bedraagt het benodigde aantal formatieplaatsen: Omschrijving Uren/jr Aantal fte Openbare Werken ,5 Gemeentebedrijf ,6 Totaal ,1 Het benodigde aantal formatieplaatsen voor de uitvoering van de rioleringszorg bedraagt 5,1. Dit aantal formatieplaatsen is momenteel beschikbaar. Uitbreiding van het aantal formatieplaatsen is daarom niet aan de orde. 5.2 Personele middelen ontwatering Uitgaande van de uitvoering van het huidige onderhoud van ontwateringsmiddelen en de uitvoering van onderzoek zijn voor de uitvoering van het grondwaterbeheer in de planperiode gemiddeld 0,75 formatieplaatsen per jaar benodigd. De benodigde hoeveelheid personele middelen is terug te vinden in hoofdstuk4 en is gebaseerd op zowel inschattingen als op de werkelijke tijdbesteding door het Gemeentebedrijf. Hierbij wordt opgemerkt dat voor de raming van de personele middelen voor de zorg voor het grondwater in dit GRP uitgegaan is van de gemiddelde tijdsbesteding in de periode 2009 tot en met Voor de jaren 2012 en 2013 en de verdere toekomst is eveneens van dit gemiddelde uitgegaan. Omschrijving Gemiddeld aantal uren/jr Aantal fte Openbare Werken en Overig 450 0,36 Gemeentebedrijf (grondwater in stedelijk gebied) 350 0,28 Gemeentebedrijf (sportvelden en begraafplaatsen) 140 0,11 Totaal 940 0,75 In de onderstaande tabel is de bovenstaande tijdbesteding uitgewerkt voor de jaren 2009 tot en met Omschrijving OW Gem. bedr. OW Gem.bedr. OW Gem.bedr Onderzoek Opstellen GGP Bijhouden grondwaterbeheersysteem Pagina 32 van 36

33 Middelen en kostendekking Omschrijving OW Gem. bedr. OW Gem.bedr. OW Gem.bedr. Inventarisatie onbekende drainage Onderzoek drainage onder wegen en plantsoenen Onderzoek bestaande en nieuwe klachten Registratie grondwaterpeilbuizen Onderzoek peilbuizennet 40 Subtotaal Onderhoud Onderhoud drainage sportvelden Onderhoud drainage begraafplaatsen Onderhoud drainage stedelijk gebied Reparatie drainage Subtotaal Renovatie en vervanging Vervanging drainage (gemiddeld) Subtotaal Verbetering Verbetering drainage begraafplaats Scherpenisse 20 Verbetering drainage begraafplaats Sint-Annaland 20 Verbetering stedelijk gebied Subtotaal Overig Facilitair Overhead Subtotaal Totaal Financiële middelen: Riolering Het uurtarief voor Openbare Werken is 76,78 en voor het gemeentebedrijf 43,64. Deze tarieven gelden vanaf In de onderstaande grafiek is een overzicht weergegeven van de totale uitgaven voor de uitvoering van het rioleringsbeheer in de periode 2009 tot en met Pagina 33 van 36

34 Middelen en kostendekking Jaarlijkse kosten rioolbeheer Kosten [euro] Jaar lopende kap.last Btw Overige kosten Berekeningen Verbetering Vervanging Renovatie Reparatie Inspectie Reiniging Onderhoud Financiële middelen: Ontwatering In de onderstaande grafiek is een overzicht weergegeven van de jaarlijkse uitgaven voor de uitvoering van het grondwaterbeheer in de periode 2009 tot en met Op het gebied van ontwatering zijn diverse zaken momenteel onbekend. In de planperiode worden deze zaken nader onderzocht. Als de resultaten van deze onderzoeken over enkele jaren bekend zijn, kan dit leiden tot een bijstelling van de jaarlijkse uitgaven. Het overzicht heeft daarom een voorlopig karakter. Uren Jaarlijkse kosten grondwaterbeheer Kosten [euro] Btw Berekeningen Verbetering Vervanging Reparatie Reiniging Uren Jaar Kostendekking riolering en ontwatering Uitgangspunt voor de berekeningen is dat de heffing voor riolering en grondwater 100% kostendekkend is. Pagina 34 van 36

35 Middelen en kostendekking Scenario 1 Voor de uitvoering van het rioleringsbeheer zijn de kosten van het basisscenario doorgerekend. Deze berekening leidt tot het basisheffingsniveau. Dit basisniveau is weergegeven in het onderstaande overzicht. Scenario. Omschrijving Rioolheffing [euro] Basis Basisscenario uitgaande van 3,5 fte voor OW en 1,6 fte voor het Gemeentebedrijf en afkoppeling van 1,0 ha (0,4%) verhard oppervlak per jaar 204,-- Totaal 204,-- Vanwege de gewijzigde wetgeving is in dit GRP voor de eerste maal rekening gehouden met het grondwaterbeheer in het stedelijk gebied. Gezien de onzekerheid van de toestand van de bestaande ontwateringsmiddelen is er voor gekozen slechts één basisscenario in beeld te brengen. De kosten voor de uitvoering van dit grondwaterbeheer worden geraamd op 13,-- per heffingseenheid. Scenario. Omschrijving Grondwaterheffing [euro] Basis Uitvoering basisscenario uitgaande van 0,35 fte voor IIIow binnendienst en 0,4 fte voor het Gemeentebedrijf 13,-- Totaal 13,-- Uit de bovenstaande twee overzichten volgt dat de gezamenlijke heffing voor de uitvoering van het basispakket riolering en grondwater met ingang van 2009 minimaal 204, ,-- = 217,-- per heffingseenheid (lees perceel) bedraagt. De gemeenteraad zal voorgesteld worden om in te stemmen met het basispakket, een heffing van ( 204, ,-- =) 217,-- per heffingseenheid met ingang van Handhaving van deze keuze of de keuze voor het andere scenario dient integraal te worden genomen tijdens de behandeling van de kadernota medio Scenario 2 In de meerjarenraming is voor de uitvoering van de rioleringszorg rekening gehouden met een totale heffing van 225,--. In verband met deze ruimte is een tweede scenario in beeld gebracht: In dit scenario is uitgegaan van gemiddeld 1% verhard oppervlak afkoppelen per jaar gedurende 20 jaar, een jaarlijkse stijging met 2,-- en een heffing in 2009 van ( 204,-- + 2, ,-- =) 219,-- en geleidelijk stijgend naar 231,-- in Hoogte rioolheffing In vergelijking met (veel) andere gemeenten lijkt de rioolheffing van de gemeente Tholen hoog. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat de gemeente Tholen bij de bepaling van het rioolrecht rekening houdt met vervanging van de riolering op de lange termijn. Er zijn gemeenten die hier (nog) geen rekening mee houden. Op deze manier kan de rioolheffing laag gehouden worden. Verder houdt de gemeente Tholen in het GRP rekening met het afkoppelen van verhard oppervlak, terwijl dat bij andere gemeenten niet altijd het geval is. Soms ook dekken gemeenten de kosten voor het beheer van de riolering uit de heffing voor de Onroerende Zaken. Dit levert een vertekend beeld op als de rioolheffingen van dergelijke gemeenten vergeleken worden met de heffing van de gemeente Tholen. Pagina 35 van 36

36 6 Conclusies en besluit Op donderdag 3 april 2008 heeft de gemeenteraad van Tholen het GRP vastgesteld. Voor de hoogte van de rioolheffing is uitgegaan van de uitvoering van het basispakket. Met ingang van 2009 zal het gemiddelde niveau van de rioolheffing 204, ,-- = 217,-- per heffingseenheid bedragen. Een kopie van het raadsvoorstel en het raadsbesluit zijn hieronder opgenomen. Pagina 36 van 36

37 Conclusies en besluit Pagina 37 van 36