7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld"

Transcriptie

1 Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari ,7 26 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Begrippenlijst m&o Hst. 19 t/m 27 Hoofdstuk 19 Permanentie = Als een onderneming regelmatig gedurende het jaar een balans en resultatenrekening opstelt. Transitorische posten = Deze twee balansposten worden transitorische posten genoemd. Transitorische posten verdelen we in uitstelposten en anticipatieposten. Uitstelposten en anticipatieposten kunnen betrekking hebben op kosten en opbrengsten. (in par 19.1 kostenrekening). (in par geldt het voor opbrengsten). Uitstelposten = kosten worden vooruit betaald. Anticipatieposten = kosten worden achteraf betaald. Liquiditeitsbegroting = overzicht van de ontvangsten en uitgaven. Ontvangstenstaat = hierop worden de ontvangsten van de vereniging geboekt. Uitgavenstaat = met de te ontvangen bedragen moeten de uitgaven worden betaald. Bruto-overzicht = De voorgaande ontvangsten- en uitgavenstaat geven een zogenoemd bruto-overzicht van ontvangsten en uitgaven weer. In een dergelijk overzicht wordt het afzonderlijk genoemd. Dat is onleesbaar en er zit niemand op 40 bladzijde te wachten. Netto-overzicht = is een samenvatting van het bruto-overzicht: per categorie ontvangst of uitgave wordt het totaalbedrag over een periode vermeld. Beleid = Uit de ontvangsten- en uitgavenstaat kun je een stuk beleid van het bestuur van de vereniging afleiden. Zeker wanneer je de staten van achtereenvolgende jaren naast elkaar legt. Jaarrekening = Een niet-commerciële organisatie stelt ook een jaarrekening op. Zo n jaarrekening heeft een debetkant en een creditkant met daarop de ontvangsten (debet) en de uitgaven (credit). Staat van baten en lasten = Om te weten te komen of Smash er in het seizoen 2003/2004 op vooruit is gegaan, zullen we een staat van baten en lasten samenstellen. Contributiebaten = Om de contributiebaten voor het seizoen 2003/2004 vast te stellen, moeten we de contributie-inkomsten in het seizoen 2003/ verhogen met contributie uit andere jaren die voor dit seizoen bestemd zijn. - verlagen met contributie uit dit seizoen maar voor andere jaren bestemd zijn. Hoofdstuk 20 Balans = Een balans geeft een overzicht van de bezittingen, schulden en eigen vermogen van een onderneming. Resultatenrekening = geeft een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een onderneming. Pagina 1 van 12

2 Bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening = Het bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening komt tot stand door de brutowinst te verminderen met de kosten. Financieringsresultaat = het verschil tussen de interestkosten en de interestopbrengsten. Bijzondere resultaten = Deze bijzondere winsten of verliezen (heel hoge winst, zwaar verlies) worden gescheiden gehouden van de gewone gang van zaken. Liquiditeitsbegroting = Hieruit blijkt over hoeveel liquide middelen een onderneming kan beschikken in een of een aantal toekomstige perioden. Tijdelijk tekort = Als het tekort van tijdelijke aard is, ligt het voor de hand dit met een kortstondig krediet op te vangen. Blijvend tekort = Wordt het tekort van structurele aard, dan moet de onderneming andere maatregelen treffen. Ze kan dan proberen het eigen vermogen te vergroten of lang vreemd vermogen aan te trekken. Betaling crediteuren = Er zijn ook ontvangsten die geen opbrengsten zijn. Als een onderneming een lening sluit, dan ontvangt de onderneming geld, wat in invloed heeft op liquiditeit van de onderneming. Hoofdstuk 21 Buitenstaanders = Het betreft hier verslaggeving aan buitenstanders (instanties banken, en personen aandeelhouders) die geïnteresseerd zijn in de onderneming. NV of BV = een handelsonderneming met als rechtsvorm NV of BV. Interne balans = Deze overzichten zijn slechts bestemd voor intern gebruik. Externe balans = Deze wordt ook wel publicatiebalans genoemd. Deze overzichten zijn verkrijgbaar voor iedere belangstellende. Materiële vaste activa = Hier vallen onder, terreinen, gebouwen, machines, inventaris en computers. Afschrijven = Met uitzondering van terreinen (grond) dalen de materiële activa in waarde. Daarom moet er op deze activa worden afgeschreven. Immateriële vaste activa = tot de immateriële vaste activa worden onder andere gerekend, vergunningen en goodwill. Vergunning = Als een oliemaatschappij toestemming krijgt om aardolie te boren uit de bodem van Nederland te halen, moet zij daarvoor forse vergoeding betalen. We spreken van een Vergunning. Licentie = Een bedrijf wil product namaken. Als zij toestemming krijgt maakt het andere bedrijf het product in licentie. Ook hiervoor moet betaald worden. Activeren = Als een bedrag op de balans wordt opgenomen: het bedrag wordt geactiveerd. Afschrijven in 5 jaar = In het algemeen worden immateriële vast activa in een periode van 5 jaar afschrijven. Goodwill = Bij een overname van een onderneming wordt er nogal eens goodwill betaald. Dit is een bedrijf dat betaald wordt boven het bedrag van de waarde van onderneming. Financiële vaste activa deelneming = Een voorbeeld van financiële vaste activa is een deelneming. We spreken van een deelneming wanneer een onderneming een gedeelte van een andere onderneming in bezit heeft. Wet Melding Zeggenschap = De Wet Melding Zeggenschap schrijft voor dat ondernemingen die 5% of meer van het aandelenkapitaal van een andere onderneming bezitten, dit moeten melden aan de onderneming, zodat iedereen van die deelneming op de hoogte kan zijn. Liquide middelen = De liquide middelen kun je als een aparte categorie beschouwen omdat de andere vlottende activa niet in liquide vorm aanwezig zijn. Pagina 2 van 12

3 Effecten = De onderneming van effecten aanschaffen wanneer zij over overtollige kasmiddelen beschikt. Koerswinst = Bovendien is de kans aanwezig dat de koers van de effecten gaat stijgen waardoor koerswinst gemaakt wordt. Overlopende activa = De transitorische activa noemen we ook wel overlopende activa omdat ze betrekking hebben op een voorgaande periode of op een volgende periode. Garantiefunctie = Het bedrag dat de aandeelhouders nog moeten storten, vervult een garantiefunctie. Als de onderneming failliet zou gaan, worden de aandeelhouders verplicht dit bedrag te betalen aan verschaffers vreemd vermogen. Statutaire Reserve = De statutaire reserve is een reserve waarvan de statuten van de NV zeggen dat deze een bepaalde grootte bereikt moet hebben voordat er winst aan de aandeelhouders mag worden uitgekeerd. Algemene reserve, winst inhouding = Dit is een reserve die wordt gevormd door de winst die niet volledig aan de aandeelhouders uit te keren, maar gedeeltelijk binnen de onderneming te houden. Dividend reserve = Deel van dividend dat bestemd is voor aandeelhouders wordt ingehouden om in geval van weinig winst toch genoeg dividend te kunnen uitkeren. Dividend stabilisatie = In jaren grote winst wordt er maar deel uitgekeerd, de rest wordt bewaard voor het geval van mindere winst voldoende wordt uitgekeerd. Vennootschapsbelasting = Elke NV/BV die in Nederland gevestigd is, moet over de winst die wordt behaald belasting betalen: vennootschapsbelasting. Ongeveer 35 % van behaalde winst. Waarderingsgrondslag = De overheid schrijft allerlei regels voor waaraan de externe balans moet voldoen. Deze regels betreffen onder andere de waarderingsgrondslag van de voorraden en vaste activa. Actuele waarde = De vaste activa worden op de balans opgenomen voor de actuele waarde. (vervangingswaarde). Wettelijke reserves = Omdat de wetgever regels heeft gegeven, spreken we wel van wettelijke reserves. Pensioen = Werknemers sparen elke maand (betalen premie)en krijgen van hun 65e elke maand uitgekeerd. Pensioenvoorziening = Om er een pensioenvoorziening op na te houden, moet het bedrijf een zekere grootte hebben bereikt. Is dit niet het geval dan worden de pensioenrechten bij pensioenfondsen ondergebracht. Pensioenen in eigen beheer = Grote ondernemingen zoals Philips houden de pensioenen in eigen beheer. Grens lang en kort vreemd vermogen = De grens van lang en kort eigen vermogen ligt bij een periode van 1 jaar. Registeraccountant = NV s en grote BV s moeten de jaarrekening vergezeld laten gaan van een verklaring van een registeraccountant. Goedkeurende verklaring = Wanneer de accountant van mening is dat deze de wettelijke voorschriften voldoet, zal hij een goedkeurende verklaring afgeven. Is dit niet het geval dan is dat een geweigerde verklaring. De directie moet dan uitleggen waarom accountant geen verklaring geeft. Hoofdstuk 22 Verhoudingscijfers = Kengetallen zijn verhoudingscijfers tussen belangrijke grootheden in een organisatie of een bedrijf, zoals de verhouding tussen omzet en vermogen, winst en eigen vermogen enz. Vergelijking geeft inzicht in de ontwikkeling = Door vergelijking van deze kengetallen van jaar tot jaar en Pagina 3 van 12

4 van bedrijf tot bedrijf krijgt men inzicht in de situatie waarin het bedrijf zich bevindt en in de ontwikkeling van het bedrijf. Liquiditeit = Geeft de mate aan waarin de onderneming haar schulden op korte termijn kan voldoen. Liquiditeitskengetallen = current ratio Quick ratio Current ratio = vlottende activa + liquide middelen Schulden op korte termijn Quick ratio = vlottende activa goederenvoorraad + liquide middelen Schulden op korte termijn Normen = De quick ratio is ten minste 1 en current ratio ten minste 2. Beïnvloeden ratio s = Bovendien kan de onderneming de grootte van de ratio s beïnvloeden door kort voordat de ratio s worden bepaald bijvoorbeeld een schuld aan de bank af te lossen. IJzeren voorraad = Bedoelen we een voorraad goederen waarover een onderneming voor een ongestoorde bedrijfsuitoefening altijd moet beschikken. Debiteurenkern = Het minimale bedrag dat de onderneming altijd onder de debiteuren heeft uitstaan. Solvabiliteit = Geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is haar schulden op korte en op lange termijn te voldoen. Liquiditeitwaarde = Zolang de waarde van de activa meer bedraagt dan het totale vreemd vermogen, is de onderneming solvabel. Liquiditeitbalans = Een balans waarop de activa zijn opgenomen tegen de liquiditeitwaarde. 1 Solvabiliteitspercentage = totale activa X 100 % Vreemd vermogen Solvabiliteitspercentage = _totale vermogen X 100 % Vreemd vermogen 2 Solvabiliteitspercentage = _eigen vermogen X 100 % Vreemd vermogen Nieuw vermogen = Het aantrekken van nieuw vermogen heeft invloed op de solvabiliteit van de onderneming, tenzij de verhouding tussen het aan te trekken eigen en vreemd vermogen dezelfde is als de al bestaande verhouding. Solvabiliteitseis = Banken en andere kredietverschaffers stellen nogal eens voorwaarden voordat zij ertoe overgaan geld te lenen. Een van deze voorwaarde is de solvabiliteitseis die aangeeft welk deel van het totale vermogen maximaal bestaan uit vreemd vermogen. Winstgevendheid = Door de opbrengst uit te drukken in een percentage van het vermogen, verkrijgen we een percentage dat inzicht geeft in de mate van winstgevendheid van de onderneming. Rentabiliteit = De opbrengst van het eigen vermogen (nettowinst uit gewone bedrijfsvoering, dus na aftrek vennootschapsbelasting) uit te drukken in een percentage van het eigen vermogen. 2 soorten rentabiliteit Rentabiliteit van het eigen vermogen (R.E.V.) Rentabiliteit van het totale vermogen (R.T.V.) R.E.V = nettowinst X 100% Gemiddeld eigen vermogen R.T.V = nettowinst X 100% Pagina 4 van 12

5 Gemiddeld totale vermogen Hoofdstuk 23 Marketingbeleid = Het marketingbeleid van commerciële organisaties omvat alle activiteiten van een onderneming die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging van de afnemers. Verkoopactiviteit = De vertegenwoordiger zal de detaillist ervan moeten overtuigen dat deze een goed te verkopen product in zijn assortiment opneemt. Tot marketingbeleid worden gerekend: - Prijsbeleid (welke prijs, welke kortingen?) - Productbeleid (welke kwaliteit?) - Promotiebeleid (hoeveel reclame, welke service?) - Plaatsbeleid (via grossier, winkelier of rechtstreeks aan consument?) In de loop van de jaren is daar Personeelsbeleid bij gekomen. Marketingmix = De 4 marketing instrumenten worden in onderlinge samenhang toegepast, waarbij het accent dan weer eens op het ene, dan weer op het andere instrument gelegd wordt. Markt = Het gedrag van een producent is afhankelijk van de markt waarop hij opereert. Een producent gedraagt zich anders met slechts 2 concurrent dan met 100. Omgevingsfactoren: De niet-beïnvloedbare omgevingsfactoren De beïnvloedbare omgevingsfactoren Niet beïnvloedbare omgevingsfactoren zijn onder andere: A = de wetgeving en andere overheidsmaatregelen en richtlijnen B = het sociale en culturele niveau van de samenleving C = de technologische ontwikkelingen D = de macro-economische ontwikkelingen E = gedragsregels F = zelfregulering A= tot de wetgeving rekenen we onder andere de wetten op het terrein van belastingen, het milieu en de sociale wetgeving. B = Op het sociale en culturele niveau van de samenleving kan de onderneming geen directe invloed uitoefenen. De overheid kan dit wel door o.a. beleidsbeslissingen. C = Veel bedrijven hebben eigen laboratoria waarin onderzoek wordt gedaan. Vanzelfsprekend betreft dit onderzoek de terreinen waar op de onderneming zich inspant om een voorsprong op de concurrentie te verkrijgen of te behouden. D = Macro-economische ontwikkelingen betreffen de ontwikkelingen op economisch gebied van een land of groep landen, zoals EU. E= Dit zijn regels die in een bepaalde bedrijfstak vanzelfsprekend worden aangenomen. F = Zelfregulering ligt zeer dicht bij de gedragsregels. Bij zelfregulering legt een bepaalde branche zichzelf regels op. BV, Reclame Code Commissie. Tot de beïnvloedbare factoren worden gerekend: - Toeleveranciers - Afzetkanalen - Afnemersgedrag Pagina 5 van 12

6 - Concurrentie Vestigingsplaats = Voor een onderneming op een bepaalde plek van start gaat, wordt vaak een marktonderzoek ingesteld. Uit een dergelijk marktonderzoek moet komen vast te staan of het zin heeft om de onderneming op die plaats te vestingen. Marktonderzoek = Onder marktonderzoek verstaan we het systematische onderzoek naar de afzetmogelijkheden van een bepaald product in een gebied gedurende een zekere periode. Deskresearch = Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt daarbij gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is verzameld. Fieldresearch = Levert de deskresearch niet voldoende op, dan moet er fieldresearch worden gedaan. De onderzoeker moet nu op zoek naar informatie die nog niet in de onderneming aanwezig is. Om de fieldresearch uit te voeren, staan de onderzoeker verschillende mogelijkheden ter beschikking. A = enquête B = observatie C = experiment A = bij een enquête wordt getracht informatie te verkrijgen door aan een groep mensen of bedrijven een aantal vragen te stellen. Een enquête kan: Schriftelijk (goedkoop maar aantal nadelen, onzeker hoeveel mensen de enquête invullen. Hoe hoger non- respons, hoe onbetrouwbaarder resultaten) Mondeling (meest betrouwbare informatie, mogelijkheid doorvragen, voldoende antwoorden mogelijk.) Telefonisch (snelle respons, relatief goedkoop. Zijn sterk in opmars laatste jaren.) B= Een ander manier van marktonderzoek is het observeren van het gedrag van de consument. Observeren is een geschikte methode als de marktonderzoeker wil weten wát de consumenten doen en niet zozeer waaróm zij iets doen. C = Een experiment stelt de marktonderzoeker in staat een verband tussen bepaalde gegevens op te sporen. Vergelijkend warenonderzoek = Omdat het bij de aanschaf van een product vrijwel onmogelijk is de talrijke variëteiten van het product die door vele fabrikanten geleverd worden met elkaar te vergelijken, zijn de consumentenorganisaties ertoe over gegaan vergelijkend warenonderzoek te verrichten. Marketingdoelstellingen = tot de marketingdoelstellingen rekenen we: - Het halen van een bepaalde afzet - Het vergroten van het marktaandeel - Het behalen van een bepaalde winst - Het verbeteren van het imago Imago = Het verbeteren van het imago is een marketingdoelstelling die niet te meten is. Door het houden van open dagen kan een onderneming proberen het imago te verbeteren. Of er daardoor meer producten kunnen worden afgezet, is niet te meten. Marktonderzoek = Een marktonderzoek kan de onderneming inzicht geven in het marktaandeel dat deze onderneming met een bepaald product heeft in een bepaalde periode. Doelgroep = Een doelgroep of marktsegment is een groep mensen die dezelfde wensen heeft en op min of meer gelijke wijze reageert op de marketinginstrumenten van de onderneming. Marktaandeel = afzet van een onderneming in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode x 100% Pagina 6 van 12

7 totale afzet in een bepaald gebied gedurende dezelfde periode Marktleider = De onderneming met het grootste marktaandeel. Marktpositie = De plaats die de onderneming met haar producten inneemt in de markt ten aanzien van de concurrentie. Marketingstrategie = Dit houdt in dat de onderneming één of enkele deelmarkten kiest, waarom de onderneming zich richt. Marktsegmentatie = Op deze wijze tracht de onderneming het product en de bijbehorende marketingstrategie zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en de behoeften van een bepaald marktsegment. A = Ongedifferentieerde marketing Hierbij richt de onderneming zich op vrijwel de gehele markt B = Gedifferentieerde marketing---- C = Geconcentreerde marketing > Hierbij concentreert de onderneming zich op een bepaald segment A = Hierbij wordt een product slecht in 1 variant op de markt gebracht. B = Hierbij wordt een product in verschillende varianten op de markt gebracht. C = Wanneer een onderneming deze strategie toepast, richt zij zich op één of enkele deelmarkten. Hoofdstuk 24 Product = Onder een product verstaan we het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Materiële eigenschappen = zijn de eigenschappen die in het product zelf aanwezig zijn (vorm, gewicht, smaak en capaciteit) en de eigenschappen die de producent heeft toegevoegd (verpakking, garantie en service). Immateriële eigenschappen = zijn de eigenschappen die de consument aan het product verbindt, bijvoorbeeld status, imago, exclusiviteit en goede naam. Deelmarkten = wanneer we bij ons voorbeeld van de auto blijven, kan een deelmarkt gevormd worden voor auto s in de prijsklasse ,- tot ,-. Maar er is ook een deelmarkt voor auto s die meer dan ,- kosten. Kwaliteit = alle eigenschappen van een product waaraan de gebruiker waarde hecht. De volgende kenmerken met betrekking tot het product. A = de kwaliteit B = de vormgeving C = de verpakking D = de garantie en verpakking A = De kwaliteit is gedeeltelijk subjectief, afhankelijk van de eisen en het oordeel van de gebruiker; gedeeltelijk is zij ook objectief meetbaar. B= Voor veel producten speelt vormgeving geen enkele rol. Hoe anders is dit bij meubels, auto s en kleding. C = de verpakking heeft 2 aspecten : technisch aspect -> de noodzaak dat een product moet worden verpakt. Tegenwoordig zie je bijan geen onverpakt product meer. Commercieel aspect -> tegenwoordig veel belangrijker dan het technische. Soms kan de koper zelf bepalen in welke vorm hij de goederen koopt (groente), bij benzine kan dit niet. Pagina 7 van 12

8 D = Vooral bij duurzame gebruiksgoederen zijn garantie en service van groot belang. We moeten beide begrippen wel goed uit elkaar houden. Geschillencommissies = Het komt regelmatig voor dat er geschillen over garantie ontstaan tussen koper en verkoper. Daarvoor zijn geschillencommissies in het leven geroepen, waar de consument zijn beklaag kan doen. De uitspraak is binden. (iedereen moet zich aan deze uitspraak houden). Service = Een winkelier die veel service verleent, trekt nog steeds veel afnemers aan, hoewel dezelfde producten in discounthouses veel goedkoper te verkrijgen zijn. Deze verlenen echt geen of weinig service. Merk = Door middel van een merk onderscheidt een product zich van vergelijkbare producten van concurrenten. Het merk kan bestaan uit een naam, een symbool of een teken(logo). -> Fabrikantenmerk -> A-merk -> B-merk Merken -> Paraplumerk -> Private label -> Eigen merk -> Huismerk -> Wit merk Fabrikantenmerk = Bij het fabrikantenmerk is de naam van de fabrikant verbonden aan het merk (bv, Philips en Douwe Egberts). A-merk = Een A-merk is een merk dat de koper vertrouwd in de oren klinkt. Hij is bereid voor een dergelijk product wat meer te betalen. B-merk = Een B-merk is minder bekend bij het publiek dan een A-merk. Het product is wat goedkoper en op minder plaatsen te verkrijgen. Paraplumerk = We spreken van een paraplumerk wanneer de fabrikant al zijn producten onder 1 naam op de markt brengt zoals Philips. Private label = hier verstaan we onder producten die, gezien vanaf het standpunt van de fabrikant, in opdracht van derden en onder een andere merknaam dan de eigenmerknaam van de fabrikant, door die opdrachtgevers onder de door hen gekozen namen op de markt worden gebracht. Onder private labels vallen eigen merken, huis- of winkelmerken en witte merken. Eigen merk = Als de producten met een fantasienaam op de markt worden gebracht. Huismerk = Een huismerk of winkelmerk komt voor als de producten onder de eigen naam van de detaillist worden aangeboden. Wit merk = zijn producten die geen merknaam kennen. C-merk = Dit is een merk dat veel minder naamsbekendheid heeft dan een B-merk. Meestal heeft een dergelijk merk plaatselijke of regionale bekendheid. Soortnaam = is een merknaam die door de consumenten wordt gebruikt als de naam van een product. Voordelen fabrikantenmerk = Als voordelen voor het voeren van het fabrikantenmerk door de detaillist worden genoemd: - Niet de detaillist maar fabrikant zorgt voor reclame - De garantieverplichtingen zijn voor rekening van de fabrikant - Door het voeren van merkartikelen krijgt de detaillist vaak een goede naam Maar ook het voeren van eigen merk heeft voordelen: Pagina 8 van 12

9 - De consument krijgt binding met de detaillist waar hij het product koopt - De winstmarge is meestal groter dan bij een fabrikantenmerk - Men heeft minder last van concurrentie van andere winkels - De naam van de winkel staat op de verpakking Fabrikantenbeleid = De fabrikanten van merkartikelen volgen verschillende bedrijfspolitieken/strategieën: - Er wordt aan de detaillist geleverd onder de merknaam van de detaillist. Vaak zijn het kleiner fabrikanten zonder eigen commerciële afdeling, die deze politiek voeren. - Uitsluitend het fabrikantenmerk wordt geleverd. Alleen grotere producten voeren deze politiek, omdat veel detaillisten deze producten willen verkopen. - De fabrikant kiest voor een combinatie. Hij levert beide producten voor optimale winst. Levenscyclus = Wanneer er een nieuw product op de markt komt neemt de afzet langzamerhand toe -> vervolgens komt er een periode waarin afzet gelijk blijft -> en ten slotte neemt de afzet af. Bij de levenscyclus zijn 5 fasen te onderscheiden: A = introductiefase -> De meest kritiek fase, zal het product aanslaan? Hogere prijs in het begin dan in latere fase (snel goedmaken ontwikkelingskosten). B = groeifase -> De omzet neemt snel toe. De prijs gaat dalen omdat productie op grotere schaal voordeliger is. Variëteiten worden uitgebreid en product verbeterd. C= rijpheidsfase -> Er is nog wel groei maar tempo neemt af. Nog meer variëteiten. De prijs zakt lichtelijk mede door concurrentie. D= verzadigingsfase -> De groei is er vrijwel uit. De prijs is stabiel maar in winst komt al lichte daling. Doordat groei eruit wordt concurrentie hevig. E = neergangsfase -> De omzet neemt snel af, terwijl winst fors daalt. Bij sommige producten lijkt het of er geen einde aan komt. Heineken bier bestaat al jaren en het einde lijkt nog lang niet in zicht. De duur van de levenscyclus en de grootte van de afzet worden bepaald door: A = snelheid technische ontwikkelingen B = de concurrentie C = de mate waarin het nieuwe product door de afnemers wordt geaccepteerd A = Door technische ontwikkeling komen steeds meer nieuwe producten op de markt waar tegen bestaande producten het moeten afleggen. Door technische ontwikkeling wordt de levensduur steeds korter. B = Concurrentie belangrijke rol aan aanbodzijde. Niet het aantal concurrenten speelt een rol maar hoe ze elkaar beconcurreren. C= Met de acceptatie door afnemers van het nieuwe product bevinden we ons in aan de vraagzijde van de markt. Acceptatie speelt niet alleen belangrijke rol in introductiefase maar ook in verder verloop van de cyclus, omdat er steeds weer nieuw producten op de markt komen. Hoofdstuk 25 Invloeden op de prijs = Er zijn allerlei factoren zijn die invloed hebben op de prijs, waardoor de onderneming de prijsstelling van haar producten bijna nooit volledig in eigen hand heeft. Monopoliepositie = Ook als een onderneming een monopoliepositie bezit, is zij toch niet geheel vrij in het bepalen van de prijs van het product. Kostengeoriënteerde prijsbepaling = Hierbij neemt de ondernemer de kosten als uitgangpunt en verhoogd Pagina 9 van 12

10 de inkoopprijs of kostprijs met een bepaalde winstopslag. Vraagoriënteerde prijsbepaling = Neemt de detaillist de prijs die de consument wil betalen als uitgangspunt. Verschillende mogelijkheden (vraaggeoriënteerd): A = Penetratiepolitiek -> Van nieuw product prijs zolaag maken dat korte tijd groot deel van de markt is voorzien. B = afroompolitiek -> Hoge prijs, meer mensen en steeds verder laten zakken tot bijna iedereen het product heeft en dan op normaal prijsniveau. C = psychologische prijs -> voorbeeld: prijs verhoging 6.95 naar 7.05 en 7.50 naar Voor het gevoel is de eerst verhoging groter. Door net benenden 7 euro te blijven wordt de afzet gestimuleerd. D = prijskortingen -> Ook kortingen doel het altijd goed. Denk maar aan uitverkoop. Veel zogenaamde onverkoopbare producten worden toch verkocht. E = prijsdiscriminatie -> Hierbij worden op hetzelfde moment aan verschillende groepen afnemers verschillende prijzen berkeend voor technische en economische identieke product. Bijvoorbeeld kaas. Kaas van het mes is duurder dan dezelfde voorverpakte kaas. Rayon = Als een onderneming meerdere vestigingen in het land heeft dan heeft hij het land verdeeld in rayons. Verkoopmanager = De verkoper heeft een chef, de verkoopmanager of ook wel gezegd de salesmanager. Hoofdstuk 26 Promotiebeleid = In plaats van promotiebeleid spreek je tegenwoordig steeds meer van communicatiebeleid. Het gaat erom dat een bepaalde boodschap van de producent op een of andere manier bij de consument terechtkomt. Doel promotie = het doel van promotie is in contact te komen met de afnemer en hem allerlei informatie te verstrekken van de fabrikant of winkelier. Zender ontvanger = Bij communicatie gaat het erom dat een zender een boodschap via een of ander medium bij de ontvanger brengt. Dit proces is als volgt weer te geven: Zender -> Degen die boodschap wil overbrengen Bijvoorbeeld fabrikant Boodschap -> Datgene waarop we de aandacht willen vestigen Nieuw product Medium -> De wijze waarop de boodschap wordt overgebracht STER-reclame Ontvanger -> Degene voor wie de boodschap bestemd is Consument Massacommunicatie = het nummer 1 medium waar iedereen kennis van kan nemen. Bijvoorbeeld krant, tv en Internet. Persoonlijke communicatie = Hierbij wordt elke potentiële koper afzonderlijk van informatie voorzien. Aan vertegenwoordigers kunnen de volgende taken worden opgedragen: - onderhouden contacten met afnemers en sluiten van orders. - verstrekken van informatie en winnen van nieuwe klanten. - verlenen van service aan de afnemers. - informatie inwinnen voor het eigen bedrijf. Voordelen persoonlijke verkoop: - onderneming kan persoonlijk inspelen op wensen van iedere klant. - veel betere discussie mogelijk over eigenschappen product. Pagina 10 van 12

11 - kan veel beter worden teruggekoppeld van de klant naar de onderneming ten aanzien van de wensen van de klanten. Voordelen massacommunicatie: - Massacommunicatie is per bereikte afnemer veel goedkoper dan persoonlijke verkoop. - De onderneming kan een groter aantal personen in één keer bereiken. - Massacommunicatie gaat veel sneller. Reclame = Is een middel om het grote publiek vertrouwd te maken met een bepaald product. Productreclame = Deze reclame speelt in onze samenleving een grote rol. Individuele reclame = hierbij maakt een fabrikant reclame voor het product dat hij voortbrengt. Collectieve reclame = wordt reclame gemaakt door de fabrikant van een bepaalde productsoort. Thema reclame = gaat het de onderneming erom merkbekendheid te kweken en te onderouden. Actiereclame = onderneemt de onderneming een speciale actie om op korte termijn de verkoop van een bepaald product te stimuleren. Sampling = Een bekende manier om de consument kennis te laten maken met een nieuw product is het verspreiden van monsters (samplers). Stakeholders = zijn alle belanghebbende met wie de onderneming rekening moet houden zoals, overheid, leveranciers, detaillisten en consumenten. Om reclame te maken staan de volgende media ter beschikking: - Dag- en weekbladen -Radio- en tvbladen en familietijdschriften - radio en TV - Sponsoring - brieven - Internet - vakbladen en hobbytijdschriften Public relations = Het doel van PR is niet het aanprijzen van het product bij de consument of detaillist, maar het beïnvloeden van personen van wei de mening over de onderneming van belang kan zijn. Hoofdstuk 27 Plaatsbeleid = wordt min of meer het distributiebeleid genoemd. Groothandel = Het verschil is dat groothandel niet en kleinhandel wel aan consumenten levert. Totale groothandel = vervult belangrijke rol voor detailhandel: - Groothandel zorgt ervoor altijd genoeg producten in huis te hebben die door kleinhandel kunnen worden afgenomen. - Doordat groothandel groot inkoopt kan het kortingen bedingen. Een deel wordt doorgegeven aan de kleinhandel. - Daarnaast zorgt groothandel ervoor dat de detaillist op de hoogte wordt gebracht van nieuwe producten. - De groothandel levert over het algemeen op rekening waardoor een deel van de voorraad van de kleinhandel door de groothandel wordt gefinancierd. Kleinhandel = levert producten aan de consument Distribuerende functie = Bij distributie gaat het dus om de verspreiding van de producten over de afnemers. Collecterende functie = De collecteren functie is het inkopen door de kleinhandel van zijn assortiment bij verschillende groothandelaren en producenten. Het beleid van de kleinhandel spitst zich toe op de volgende onderdelen: Pagina 11 van 12

12 A = samenstelling van het assortiment -> Voor een deel afhankelijk van de plaats waar de winkel is gevestigd. Volksbuurt is anders dan villawijk. Artikel dat wordt gevraagd door consument daar kan detaillist niet omheen. B= De serviceverlening-> Kan heel uitvoerig zijn. Bij goede service verlening mag klant product teruggeven als het niet bevalt. Ook worden er kredieten en garanties verstrekt. Als je zo alles overziet kun je snappen dat er kosten aan zitten. C = Prijs -> Bij het vaststellen van de prijs heeft de detaillist rekening gehouden met 3 factoren: kosten van het product, de vraag ernaar en de concurrentie. D = Vestigingsplaatsfactoren -> Als een onderneming ergens zich vestigt, kost dit veel geld. Het gevolg is dat de onderneming er normaal vele jaren blijft zitten. Directe distributie = wanneer de goederen rechtstreeks van de producent naar de afnemer gaan. Producent -> consument Indirecte distributie = Bij indirecte distributie zitten er tussen de producent en de afnemer één of meer tussenschakels. Korte indirecte kanaal Producent -> detaillist -> consument Lange indirecte kanaal Producent -> groothandel -> detaillist -> consument Bij import van goederen zien we vaak volgende keten: Producent -> exporteur -> importeur -> groothandel -> detaillist -> consument Concurrentiestrijd = Als wapens in deze concurrentiestrijd zijn de volgende mogelijkheden aanwezig: - kredietverlening - bijzondere aanbiedingen - geven van cadeaus - hoge rabatten (kortingen) - snelle levering (ook in kleine hoeveelheden) - het maken van reclame Pushdistributie = stelt de producent alles in het werk om zijn producten door de detaillist in diens assortiment te laten opnemen. Pulldistributie = De producent bewerkt de consument over de hoofden van de detaillisten heen. Door reclame of acties. Daardoor vraagt de consument bij de detaillist zodat deze het noodgedwongen in zijn assortiment op moet nemen. Pagina 12 van 12

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27 Samenvatting door een scholier 3774 woorden 23 januari 2008 6,4 13 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 23 t/m 27 M&O Boek 2 Marketing

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36

Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36 Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36 Samenvatting door een scholier 1360 woorden 4 oktober 2007 7,9 10 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 32: Het marketingbeleid 32.2 De marketing-mix

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting door een scholier 1430 woorden 1 februari 2003 6,1 79 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Marketingbeleid. 5.1 Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 16 Marketing

Hoofdstuk 16 Marketing Samenvatting door C. 1742 woorden 24 mei 2016 9 1 keer beoordeeld Vak M&O Management & Organisatie Hoofdstuk 16 Marketing 16.4 Marktsegmentatie Een onderneming kiest 1 of enkele deelmarkten, waarop ze

Nadere informatie

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19 Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19 Hoofdstuk 16 Marketing 16.1 Strategische doelstellingen van elke organisatie: - het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 2483 woorden 22 december 2004 7,1 16 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Marketing Hoofdstuk 5 Marketingbeleid:

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid Samenvatting door een scholier 1793 woorden 1 februari 2003 6,8 74 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Het productbeleid

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19 Samenvatting door een scholier 2259 woorden 2 april 2009 7,8 58 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 16 16.1 Marketingaspecten Marketingbeleid:

Nadere informatie

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden] Samenvatting door een scholier 1240 woorden 29 september 2014 9,4 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans [ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden

Nadere informatie

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt. Samenvatting door een scholier 1629 woorden 27 januari 2004 7,1 33 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management & Organisatie Hoofdstuk 5 Samenvatting Desk research: Gebeurt vanachter het bureau.

Nadere informatie

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4. Samenvatting door een scholier 1792 woorden 6 juli 2008 6,6 56 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H16, H17, H18 en H19 Marketingbeleid: - Is een onderdeel van het totale organisatiebeleid, dus

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1074 woorden 11 april 2003 6,8 55 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Hoofdstuk 7 Omgevingsfactoren 7.1 Marketingmix

Nadere informatie

Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36)

Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36) Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36) Samenvatting door een scholier 2050 woorden 10 februari 2016 6,4 16 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 31: Inleiding externe verslaggeving 31.1 Verschil

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19 Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19 Samenvatting door G. 2369 woorden 29 oktober 2015 1 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H16.1 Marketingaspecten Marketingbeleid is een onderdeel van het totale

Nadere informatie

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld Samenvatting door M. 2560 woorden 5 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 17 17.1 Marketingaspecten Marketingbeleid: een onderdeel van het totale organisatiebeleid. Tot de doelstellingen

Nadere informatie

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld Boekverslag door B. 1398 woorden 9 mei 2007 6 6 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Hoofdstuk 7 Marketing: alle activiteiten die een organisatie onderneemt om zijn ruilactiviteiten te bevorderen, te

Nadere informatie

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld Samenvatting door R. 1294 woorden 7 juli 2015 5,6 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Om deze samenvatting te begrijpen heb je de originele afbeeldingen uit de samenvatting uit de bijlage nodig.

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober 2003 6,2 49 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 8 Marketing omvat alle activiteiten die een organisatie onderneemt om zijn ruilactiviteiten te

Nadere informatie

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming Samenvatting door -. 2208 woorden 3 november 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 17 Marketing 17.1 Marketingbeleid gaat over alle activiteiten van een organisatie die gericht zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving We spreken van permanentie als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en winst-en-verliesrekening opstelt. Het doel van de permanentie

Nadere informatie

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Het product Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Bij immateriële eigenschappen moet je denken aan imago en exclusiviteit. Productmix Kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23 Samenvatting door een scholier 3700 woorden 21 januari 2010 7,3 12 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 16 Marketing 16.1 Marketingaspecten

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Samenvatting door een scholier 1682 woorden 5 april 2004 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Samenvatting M&O Hoofdstuk 21 21.1 Intern verslag in een eenmanszaak Met behulp van een aantal geprognosticeerde

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 561 woorden 1 april 2004 5,5 8 keer beoordeeld Vak Methode M&O Rendement Management en Organisatie 3.1 Het belang van een

Nadere informatie

Hoofdstuk 25, 30 en 31

Hoofdstuk 25, 30 en 31 V5 M&O Samenvatting SE2 Hoofdstuk 25, 30 en 31 1 Hoofdstuk 25 Breakeven analyse Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie/afzet. Proportioneel variabele kosten stijgen in dezelfde mate als de

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting door E. 3434 woorden 13 november 2013 6,7 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 17 Marketing 17.1 Marketingaspecten

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 8: Marketing M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht Management & Organisatie School Examen (SE) 7. Organisaties 8. Marketing Organisatiestructuren Niet commerciële organisaties Commerciële

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22 Samenvatting door een scholier 1676 woorden 10 september 2004 5,8 20 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent M&O samenvatting H21 Intern verslag

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september 2005 6,9 13 keer beoordeeld Vak Methode M&O Rendement 12.1 In de marketing staan de behoeftes van mogelijke afnemers centraal. De keuze welke afnemers

Nadere informatie

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart 2004 3,3 14 keer beoordeeld Vak M&O Management en organisatie toetsperiode 3 (boek 2: 5, 6, 7, 8, 10, 11) hoofdstuk 5: marketingbeleid v commerciële

Nadere informatie

eindexamenprogramma m&o vwo

eindexamenprogramma m&o vwo Domein G: Externe financiële verslaggeving 17. : - de begroting en de jaarrekening van commerciële en niet-commerciële organisaties analyseren, zoals deze worden voorgelegd aan medezeggenschapsraden, ondernemingsraden

Nadere informatie

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk Boekverslag door W. 3116 woorden 20 juni 2011 3 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent M&O Hoofdstuk 8 + 9 + 21 + 22 Hoofdstuk 8: Marketingbeleid. Marketing: omvat alles wat een organisatie doet om

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de

Nadere informatie

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix. Samenvatting door Joost 1698 woorden 1 november 2017 7,4 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Marketing Het marketingbeleid van commerciële organisaties omvat alle activiteiten van een onderneming

Nadere informatie

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet) Marketingaspecten Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Doelstellingen Continuïteit winst Marketingdoelstellingen Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet) Marktaandeel (verkopen

Nadere informatie

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27 Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27 Samenvatting door een scholier 3926 woorden 8 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H12, H13, H14 en H15 Vormen van lang vreemd vermogen: 1. Onderhandse

Nadere informatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen Praktische-opdracht door een scholier 2683 woorden 12 november 2001 5 33 keer beoordeeld Vak M&O Omschrijving van de organisatie Mijn

Nadere informatie

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid Aantekening door een scholier 832 woorden 30 januari 2016 7,5 1 keer beoordeeld Vak M&O 5.1 Marketingbeleid Marketing omvat alle activiteiten van een organisatie om de verkoop van producten of diensten

Nadere informatie

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer Samenvatting door L. 2664 woorden 20 mei 2014 7,4 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 18 Paragraaf 1 kostengeoriënteerde prijsbepaling kosten + opslagmarge vraaggeoriënteerde prijsbepaling

Nadere informatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 belangrijk Solvabiliteitskengetallen: de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en totaal vermogen 2 3 4 Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende solvabiliteitskengetallen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging) Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging) Samenvatting door een scholier 1118 woorden 23 mei 2004 7,5 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 7 Management in Beweging

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart 2012 9 7 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 15 Samengestelde interest Bij samengestelde interest krijg je niet alleen rente over het

Nadere informatie

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober 2003 5,9 52 keer beoordeeld Vak M&O Onderdeel 3 Marketing Hoofdstuk 7 Omgevingsfactoren 7.1 Marketingmix Marketing omvat alle activiteiten die een

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen. Samenvatting door een scholier 835 woorden 27 oktober 2003 6,1 85 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 9 economische begrippen. Marketing concept = het lokken van de consument om jou

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt. Prijs en distributiebeleid Hoofdstuk 19 Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt. Maar een onderneming wil/moet winst maken. Dus veel verkopen voor een winstgevende prijs. Vraag

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

Werkstuk Economie marketing

Werkstuk Economie marketing Werkstuk Economie marketing Werkstuk door een scholier 1610 woorden 19 maart 2005 6,6 59 keer beoordeeld Vak Economie Het begrip marketing Het begrip marketing stamt uit de Verenigde Staten, en is onvertaald

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting door een scholier 3192 woorden 6 april 2011 6,7 21 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Marketing Beleid H17 t/m 20 H17 Marketing

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving 17.1 Geef van elke uitspraak aan of hij juist of onjuist is. a b c d e f g h i Publicatie van de jaarrekening is verplicht voor alle ondernemingen. Het jaarverslag

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma Samenvatting door een scholier 2558 woorden 18 oktober 2006 6,7 9 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 3 Marketing 3.1 Commerciële economie:

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1 Bedrijfseconomie B-cluster BBBBEC2A.1 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS Naam :..... Cursusgroep :..... a: U hebt voor deze toets 60 minuten

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten Samenvatting door een scholier 3594 woorden 3 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H.17 Marketing Marketingaspecten Bij marketingbeleid gaat het om alle activiteiten van een organisatie

Nadere informatie

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen). Basiskennis Ondernemerschap Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 In Alkmaar wordt elke vrijdag een kaasmarkt gehouden. De kazen worden aangeleverd door de producenten

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017 De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum: 28 februari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Algemeen 2 1.1 Kengetallen 2 1.2 Grafieken 4 2 Jaarrekening 6 2.1 Balans

Nadere informatie

Eindexamen m&o havo 2009 - I

Eindexamen m&o havo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 1 maximumscore 2 625 + 175 = 800 eenheden 2 maximumscore 3 Verkoopresultaat = 2000 800 = 2,50 per stuk 1 Kostprijs = 4 + 1 = 5 1 Verkoopprijs = 5 + 2,50 = 7,50 1 3 maximumscore

Nadere informatie

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op www.saxionstudent.nl. Saxionstudent.nl Blok1

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op www.saxionstudent.nl. Saxionstudent.nl Blok1 Inleiding Dit verslag is geschreven in het kader voor het project Desk & Fieldresearch. Het project is voor het eerste studiejaar van de opleiding Commerciële Economie, aan Saxion Hogeschool te Enschede.

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Liquide en Solvabel Voldoende werkkapitaal Voldoende eigen vermogen 2 1 Kasstromen Operationele cashflow Investeringscashflow Financieringscashflow 3 Liquiditeit Mate waarin schulden

Nadere informatie

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7 Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7 Begrippenlijst door een scholier 1414 woorden 28 december 2006 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Hoofdstuk 5 Aandelenkapitaal

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl Regels voor Passiva Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Basiskennis Ondernemerschap Voorbeeldexamen Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Dit voorbeeldexamen bestaat

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1:

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1: Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april 2006 6,6 361 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1: De naamloze vennootschap: De openbare kapitaalmarkt: 1 geldnemer en vele geldgevers. Obligaties. De

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 = Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000

Nadere informatie

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni 2005 4,8 56 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent H9 Marketingmix 1 Product: alles wat in een behoefte kan voorzien. Een product heeft diverse eigenschappen

Nadere informatie

Financiële aspecten van de planning

Financiële aspecten van de planning 14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1. VOORSTEL NIEUW DOMEIN F VERSLAGGEVING 1.1 Doel en inhoud Dit domein concentreert zich op de wijze waarop een organisatie zich extern via verslaggeving

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst) www.jooplengkeek.nl Interne verslaggeving Kosten en uitgaven Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst) Meestal

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Samenvatting Management & Organisatie de firma Samenvatting Management & Organisatie de firma Samenvatting door een scholier 2579 woorden 18 januari 2007 7 17 keer beoordeeld Vak M&O De firma Als je een eigen bedrijf wilt beginnen moet je een rechtsvorm

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie

7,3. Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei keer beoordeeld

7,3. Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei 2004 7,3 9 keer beoordeeld Vak M&O In een CAO worden over de volgende punten afspraken gemaakt: -> Primaire arbeidsvoorwaarden: hebben altijd betrekking

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing: Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari 2005 6,9 216 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2. Wat is Marketing: Marketing omvat de op de markt afgestemde ontwikkeling, prijsbepaling,

Nadere informatie

Eindexamen havo m&o 2013-I

Eindexamen havo m&o 2013-I Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. Bij deze opgave worden de belastingen buiten beschouwing gelaten. Peter de Beer is de eigenaar van een klein autobedrijf (FIAT De Beer

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2004-II

Eindexamen m&o vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 1 voorbeelden van een juist antwoord: De relatief hoge prijzen voor A-merken hebben veel te maken met het imago van het product. Actiereclame kan juist imagoverlagend gaan

Nadere informatie

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 18 februari UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 18 februari UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR 18 februari 2011 12.00 13.00 UUR NAJAARSCYCLUS 2010 EN INHALERS Naam :..... Cursusgroep :..... a: U hebt voor deze toets 60 minuten

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Nadere informatie