B en W Adviesnota ADVIES. 1. Instemmen met de beantwoording van de vragen van ProVenray, conform artikel 38.

Transcriptie

1 B en W Adviesnota Onderwerp Artikel 38 vragen betreft aanpassen verordening Jeugdhulp Zaaknummer Teammanager Ernst-Jan Meerbeek B & W datum 11 februari 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Maatschappelijke ontwikkeling Naam steller Pieter Kersten Portefeuillehouder Anne Thielen Openbaarheid Bevoegd orgaan Deze adviesnota is openbaar B & W Ter kennisname Aanbieden via de Griffie aan Commissie Leven ADVIES 1. Instemmen met de beantwoording van de vragen van ProVenray, conform artikel 38.

2 B en W Adviesnota Samenvatting In de Commissie Leven van 29 november heeft ProVenray t.a.v. de aanpassing verordening Jeugdhulp 2019 vragen gesteld over artikel 14 lid 2 en 3, t.w. het College wijst een toezichthouder aan die belast is met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet, waaronder bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet gebruik van deze wet; - Het College stelt nadere regels vast over de bevoegdheden van de toezichthouder Deze vragen zijn schriftelijk beantwoord op 13 december (bijlage 1). ProVenray heeft op basis van deze beantwoording vervolgvragen ingediend over de wijze van beantwoording en de inhoudelijke beantwoording. De schriftelijke beantwoording (bijlage 2) van deze vragen wordt middels deze nota aan u voorgelegd. Beoogd resultaat Door schriftelijke beantwoording van de vragen van ProVenray wordt meer inzicht verschaft over de bevoegdheden van de toezichthouder sociaal domein. Argumenten 1.1 Artikel 38 vragen dienen (schriftelijk) door het College te worden beantwoord. 1.2 De beantwoording van de vragen geeft meer inzicht over de bevoegdheden over de toezichthouder. In de verordening Jeugdhulp is opgenomen dat het College een toezichthouder sociaal domein aanwijst die belast is met toezicht op naleving van rechtmatige uitvoering van de wet. Bij het vaststellen van de verordening en bij de eerdere vragen die gesteld zijn door ProVenray, was het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein nog niet gereed. Ook was er nog geen toezichthouder aangewezen door het College. Inmiddels is het beleidsplan door het College vastgesteld (28 januari) en wordt dit ter kennisname aangeboden aan de Commissie Leven. Het beleidsplan, de bijbehorende nota en de beantwoording van de vragen geeft de commissie Leven meer inzicht over de werkwijze van de toezichthouder sociaal domein en de bevoegdheden van de toezichthouder. Kanttekeningen Communicatie Financiële gevolgen Personele/organisatorische gevolgen Juridische gevolgen Rechtmatigheid Fatale termijnen Er staat een termijn van 2 weken voor het beantwoorden van de vragen. De vragen zijn ingediend op 28 januari Dat betekent dat de beantwoording uiterlijk 11 februari 2019 ingediend moet zijn. Vervolgtraject besluitvorming

3 B en W Adviesnota Evaluatie Bijlagen 1. Schriftelijke beantwoording Commissie Leven Schriftelijke beantwoording Commissie Leven Naslagwerk

4 Datum: Behandelt door: Pieter Kersten Betreft: Toezegging Verordening Jeugdhulp Artikel 14 lid 2 en 3 - Het college wijst een toezichthouder aan die belast is met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet; - Het college stelt nadere regels vast over de bevoegdheden van de toezichthouder. Vraag: Is er al zicht op welke bevoegdheden het hier gaat? Houdt de toezichthouder toezicht op het budget van Pgb-houders. Is er dan inspraak van de Pgb-houders? Antwoord: De toezichthouder heeft de taak om de naleving van de Wmo en de Jeugdwet te controleren. Deze heeft een aantal bevoegdheden die omschreven zijn in de Algemene wet Bestuursrecht (artikel 5:11 t/m 5.20 Awb). Denk hierbij aan: inzage in het dossier, binnentreden en het vorderen van inlichtingen. Daarnaast kan het college in voorkomende gevallen ook de sociale recherche inzetten. De toezichthouder houdt toezicht op het naleven van de wet, dus ook op het naleven van de wet bij het verstrekken van en gebruiken van het persoonsgebonden budget. Het gaat hier om het opsporen, onderzoeken en aanpakken van misbruik en fraude, zowel in het kader van Zorg in Natura als van pgb s. Inspraak van pgb-houder is hierbij niet aan de orde. Men geeft immers een verdachte ook geen inspraak in zijn opsporingsdossier. Er zijn een aantal stappen in een onderzoek naar misbruik en fraude. Als in een onderzoek het vermoeden van misbruik en fraude blijft bestaan of er bewijs voor gevonden wordt, vindt er in het proces ook overleg met betrokkenen plaats.

5 Vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray conform artikel 38 van het Reglement van Orde Betreft: Aanpassing verordening jeugdhulp 2019 Bijlage: Antwoord commissie Leven Verordening Jeugd 2019 Toezichthouder Geacht college, In de CIE leven van 29 november 2018 heeft ProVenray t.a.v. de aanpassing verordening jeugdhulp 2019 vragen gesteld over artikel 14 lid 2 en 3, t.w.: "Het college wijst een toezichthouder aan die belast is met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet; - Het college stelt nadere regels vast over de bevoegdheden van de toezichthouder". Vragen van ProVenray in deze luidden op 29 november: Is er al zicht op welke bevoegdheden het hier gaat? Houdt de toezichthouder toezicht op het budget van Pgb-houders en is er inspraak van de Pgb-houders wie hun toezichthouder is? Er werd tijdens deze Cie toegestemd dat deze vragen schriftelijk zou worden beantwoord, echter kwam hier geen reactie op, mede daar de vragen niet leken te zijn verwerkt. Hierop zijn rond 10 december 2018 de vragen nogmaals door ProVenray bij de griffie gelegd. De griffie heeft op 12 december, na de vragen te hebben doorgestuurd aan betreffende betrokkenen, het volgende tussenantwoord verstrekt aan ProVenray: "Blijkbaar is er een regionale nota in de maak hierover en vergt beantwoording daarom meer tijd". Het verbaasde ProVenray dan ook ten zeerste dat de volgende dag, t.w. op 13 december toch al een antwoord kwam op haar vragen. Hierin werd echter nergens gesproken over een regionale nota. ProVenray heeft in deze de volgende vragen: Wat maakt dat er eerst is aangegeven dat beantwoording van de vragen meer tijd zou vergen, daar een regionale nota in deze in de maak was? In de regio was men bezig met o.a. een beleidsplan Handhaving Sociaal Domein en een aanvullende samenwerkingsovereenkomst sociaal domein. De intentie was om de inhoud van deze stukken mee te nemen in de beantwoording van de vragen naar de commissie Leven. Wat maakt dat blijkbaar een dag later de antwoorden toch gegeven konden worden zonder dat hier ook maar iets gezegd wordt over een regionale nota in deze? Op 13 december bleek dat de stukken (o.a. beleidsplan), die in de regio zijn voorbereid, niets veranderden aan het reeds opgetelde antwoord op de vraag van de Commissie Leven. Omdat we de Commissie Leven niet langer wilde laten wachten op het antwoord van hun gestelde vraag, zijn de vragen over de bevoegdheden van de toezichthouder op 14 december schriftelijk beantwoord. Wat heeft nu die regionale nota hiermee van doen gehad en is die regionale nota er nu wel of niet?

6 Er is een B&W nota opgesteld t.b.v. intensivering van het toezicht rechtmatigheid in de Wmo en Jeugdwet. Op 28 januari heeft het college ingestemd met de beslispunten zoals die beschreven staan in de B&W nota. Deze B&W nota wordt ter kennisname aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven. Met deze beslispunten is niets gewijzigd t.a.v. de bevoegdheden van de toezichthouder zoals die benoemd zijn in de antwoorden richting de commissie Leven op 14 december. Indien deze regionale nota er is, waar kan die geraadpleegd worden? De B&W nota is op maandag 28 januari als openbaar behandeld in het college. De B&W nota en de bijbehorende bijlagen worden ter kennisname aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven. ============================================================================ Voor zover de wijze van beantwoorden van vragen van ProVenray in deze, echter heeft ProVenray ook vragen over de inhoudelijke beantwoording van de door haar gestelde vragen. Zo wordt in de beantwoording gesteld: "De toezichthouder heeft de taak om de naleving van de Wmo en de Jeugdwet te controleren. Deze heeft een aantal bevoegdheden die omschreven zijn in de Algemene wet Bestuursrecht (artikel 5:11 t/m 5.20 Awb)". Opmerkingen ProVenray in deze: In artikel 5:15 lid 1 AWB is opgenomen dat toezichthouder elke plaats mag betreden met uitzondering van een woning. Daarvoor is echter nadrukkelijk toestemming van de bewoner nodig. Verder is in Artikel 5:14 AWB opgenomen dat aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden kunnen worden beperkt, echter niet uitgebreid. Vragen van ProVenray in deze: Daar het AWB duidelijk is over het alleen mogen beperken van bevoegdheden van toezichthouder, hoe kunnen we dan de volgende zin verstaan: "Het college stelt nadere regels vast over de bevoegdheden van de toezichthouder?" De bedoeling van het Besluit Nadere Regels is niet om de bevoegdheden van de toezichthouder te beperken of te vergroten, maar is een mogelijkheid om bevoegdheden te concretiseren en nader uit te werken. Welke nadere regels wil het college vaststellen en is daar, zoals al gevraagd in de Cie van 29 november, op zijn minst al zicht op? De nadere regels die opgesteld gaan worden hebben met name betrekking op de uitwerking van werkwijze van de toezichthouder. Hierbij gaat het met name om het melden van calamiteiten en geweldsincidenten die zich voor kunnen doen bij zorgaanbieders en waar verder onderzoek nodig is door de toezichthouder. Verder wordt hierbij omschreven dat de toezichthouder in eerste instantie in gesprek gaat met de aanbieder of de persoon op wie deze melding betrekking heeft, in het kader van hoor en wederhoor, om samen tot een oplossing te komen. De planning is dat deze nadere regels omstreeks april 2019 door het college vastgesteld worden. Dit besluit nadere regels zal ter kennisname worden aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven en de Raad.

7 Gaat het hier niet om uitbreiden van bevoegdheden? Nee, er worden geen bevoegdheden uitgebreid of beperkt zoals die staan beschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht (artikel 5:11 t/m 5.20 Awb). Heeft dit alles alsnog te maken met een nog niet bekende maar wel aangehaalde regionale nota? Nee. En: wordt budgethouder in deze gewezen op zijn/haar rechten zodat een toezichthouder niet te pas en te onpas een woning binnentreedt met alle mogelijke (juridische) gevolgen van dien? Bij het toekennen van een PGB wordt een budgethouder altijd in duidelijke taal geïnformeerd over zijn/haar rechten en plichten. Een toezichthouder is niet bevoegd om een woning te betreden zonder toestemming van een bewoner (artikel 5.15 Awb). ============================================================================= Verder valt in het antwoord het volgende te lezen: "De toezichthouder houdt toezicht op het naleven van de wet, dus ook op het naleven van de wet bij het verstrekken van en gebruiken van het persoonsgebonden budget. Het gaat hier om het opsporen, onderzoeken en aanpakken van misbruik en fraude, zowel in het kader van Zorg in Natura als van pgb s. Inspraak van pgb-houder is hierbij niet aan de orde". Echter staat in de verordening ook: "oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet" Vragen van ProVenray in deze: Is het college het met ProVenray eens dat het in deze om kwetsbare, jonge mensen gaat die zorg behoeven en die zelf, maar mogelijk ook hun omgeving, zeer waarschijnlijk niet goed het verschil weten tussen misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van PGB en/of Zorg in Natura?? En indien niet, waarom niet? In het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein, vastgesteld door het college op 28 januari jl. wordt nader aandacht aan besteed aan de definities van toezicht en handhaving en de visie van de gemeente Venray. We stellen hierin dat hoogwaardig handhaven bestaat uit 4 stappen: communiceren, dienstverlenen, controleren en sanctioneren. De nadruk ligt hierbij op preventie door heldere communicatie en dienstverlening. Wij willen voorkomen dat inwoners in een problematische situatie geraken omdat verschillen niet duidelijk zijn. Veel oneigenlijk gebruik van wetgeving komt namelijk voort uit onwetendheid. Is het college het eens met ProVenray dat deze beantwoording uitgaat van wantrouwen in plaats van hen die zorg vragen te ondersteunen in deze en hen de weg leren te vinden in de complexe regelgeving rondom benodigde zorg? En indien niet, waarom niet? Nee, alhoewel het antwoord wellicht wat summier is weergegeven wordt in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein duidelijk dat het belangrijk is de burger te ondersteunen in het toe leiden naar de benodigde zorg. Dit begint met stap 1: communiceren. We communiceren in duidelijke taal over wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor een regeling of (raam)overeenkomst en wie niet. In de externe communicatie richting de cliënt, zorgvrager en zorgaanbieder komen de rechten en plichten van de cliënt of zorgvrager aan bod.

8 De volgende stap (stap 2) is dienstverlenen. Dienstverlenen is het goed toeleiden naar de meest doeltreffende, doelmatige en veilige zorg, middels een persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura (ZIN). In de gemeente Venray wordt de burger hierin begeleidt door de wmo- of jeugdconsulent. Zij voeren procesregie en ondersteunen de burger daar waar nodig. Op deze manier proberen we onze inwoners te ondersteunen in het vinden van benodigde en passende zorg. Uitgangspunt hierbij is vertrouwen in de inwoner en voorkomen van oneigenlijk gebruik, misbruik en niet gebruik. We willen namelijk voorkomen dat inwoners in een problematische situatie geraken. Wanneer dat vertrouwen wordt geschonden, volgt ook een passende maatregel ( high trust, high penalty ) ============================================================================= Als laatste valt in het antwoord te lezen: "Men geeft immers een verdachte ook geen inspraak in zijn opsporingsdossier. Er zijn een aantal stappen in een onderzoek naar misbruik en fraude. Als in een onderzoek het vermoeden van misbruik en fraude blijft bestaan of er bewijs voor gevonden wordt, vindt er in het proces ook overleg met betrokkenen plaats" Allereerst wil ProVenray opmerken dat zij niet gevraagd heeft of een verdachte in deze inspraak zou mogen hebben in zijn /haar opsporingsdossier, gevraagd werd of er inspraak mogelijk is voor een budgethouder wie zijn/haar toezichthouder is/wordt, maar dit terzijde. Vragen van ProVenray in deze: Is het college het met ProVenray eens dat gezien dit antwoord de toezichthouder en diens taken zich lijken toe te spitsen op alleen fraude en misbruik? En indien niet, waarom niet? De taken van de toezichthouder zullen zich met name toespitsen op stap 3 (controleren) en stap 4 (sanctioneren) zoals die beschreven staan in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein. De activiteiten in stap 1 (communiceren) en 2 (dienstverlenen) zijn preventief van aard. Hiermee proberen we fraude en misbruik te voorkomen. De activiteiten in stap 1 en 2 worden grotendeels lokaal uitgevoerd door de jeugd- en Wmo-consulenten en de aandachtsfunctionaris van de gemeente Venray. Komen er toch signalen dat niet rechtmatig wordt gehandeld, dan komen stap 3 (controleren) en stap 4 (sanctioneren) in beeld. Deze stappen worden (deels)regionaal uitgevoerd door de regionale toezichthouder. In dit proces vindt continue afstemming plaats door alle betrokkenen. Dit proces staat nader omschreven in het beleidsplan handhaving sociaal domein. Wat maakt dat in deze uitgegaan wordt van verdachten? Met verdachten wordt hiermee bedoeld: een zorgaanbieder of een persoon die onder verdenking staat van mogelijk misbruik of fraude binnen de jeugdwet of Wmo. Dat wil nog niet zeggen dat deze persoon/zorgaanbieder ook schuldig is. Als blijkt dat er aanvullend onderzoek nodig of wenselijk is (op basis van een klacht of calamiteit), dan schakelt de aandachtsfunctionaris binnen de gemeente met de toezichthouder rechtmatigheid (sociale recherche). Afhankelijk van de aard en zwaarte van de overtreding worden vervolgacties ondernomen. Wat maakt dat er niet gerept wordt over hoe oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet een plek krijgt binnen de taken van toezicht houder?

9 Dit heeft een plek gekregen in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein. Dit plan was nog niet gereed en vastgesteld bij eerdere beantwoording van de vragen van de Commissie Leven. Is het college het eens met ProVenray dat juist inspraak over wie toezichthouder is/wordt van budgethouder (en daaruit volgend samenspraak) en tijdig inzage in mogelijke dossiervorming in deze tot betere resultaten zou kunnen leiden m.b.t. voorkomen van misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik? En indien niet, waarom niet? Het college is van mening dat inspraak door de budgethouder over wie toezichthouder is en wordt niet bijdraagt aan betere resultaten. Het voorkomen van misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik binnen de Wmo- en Jeugdwet begint bij bewustwording bij cliënten en zorgaanbieders over de regels rondom o.a. het persoonsgebonden budget en/of contractuele verplichtingen. Met het beleidsplan wordt doelmatig ingezet op deze bewustwording door duidelijke communicatie zodat de zorgvrager/cliënt (het waarom van) rechten en plichten kent en de gevolgen van het niet nakomen. Met de juiste dienstverlening beogen we dat de regels duidelijk en eenvoudig na te leven zijn. Hoe denkt het college deze zaken vorm te geven binnen de taken van de toezichthouder? Dit wordt nader toegelicht in het beleidsplan handhaving sociaal domein, welke is vastgesteld door het college op 28 januari Dit wordt door de griffie ter kennisname aangeboden aan de Commissie Leven. ProVenray verzoekt het college deze Artikel 38 vragen binnen de hiervoor gestelde termijn te beantwoorden. Erica Irene van den Akker, Raadslid ProVenray

10 Fractie Pro Venray Maatschappelijke ontwikkeling Raadhuisstraat 1 Postbus 500, 5800 AM Venray Telefoon (0478) Telefax (0478) gemeente@venray.nl Internet KvK-nummer IBAN IBAN BIC NL20 BNGH (belastingen) NL11 BNGH (algemeen) BNGHNL2G Datum 11 februari 2019 Behandeld door Pieter Kersten Ons kenmerk Datum uw brief 28 januari 2019 Pagina 1 van 6 Uw kenmerk Verordening Jeugdhulp Onderwerp Artikel 38 vragen inzake Verordening Jeugdhulp Geachte Fractie, U heeft per mail, gedateerd 28 januari 2019, vragen gesteld over de Verordening Jeugd. De beantwoording van deze vragen leest u in de bijlage. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders,, burgemeester, secretaris

11 Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 2 van 6

12 Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 3 van 6 Bijlage 1: Wat maakt dat er eerst is aangegeven dat beantwoording van de vragen meer tijd zou vergen, daar een regionale nota in deze in de maak was? In de regio was men bezig met o.a. een beleidsplan Handhaving Sociaal Domein en een aanvullende samenwerkingsovereenkomst sociaal domein. De intentie was om de inhoud van deze stukken mee te nemen in de beantwoording van de vragen naar de commissie Leven. Wat maakt dat blijkbaar een dag later de antwoorden toch gegeven konden worden zonder dat hier ook maar iets gezegd wordt over een regionale nota in deze? Op 13 december bleek dat de stukken (o.a. beleidsplan), die in de regio zijn voorbereid, niets veranderden aan het reeds opgetelde antwoord op de vraag van de Commissie Leven. Omdat we de Commissie Leven niet langer wilde laten wachten op het antwoord van hun gestelde vraag, zijn de vragen over de bevoegdheden van de toezichthouder op 14 december schriftelijk beantwoord. Wat heeft nu die regionale nota hiermee van doen gehad en is die regionale nota er nu wel of niet? Er is een B&W nota opgesteld t.b.v. intensivering van het toezicht rechtmatigheid in de Wmo en Jeugdwet. Op 28 januari heeft het college ingestemd met de beslispunten zoals die beschreven staan in de B&W nota. Deze B&W nota wordt ter kennisname aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven. Met deze beslispunten is niets gewijzigd t.a.v. de bevoegdheden van de toezichthouder zoals die benoemd zijn in de antwoorden richting de commissie Leven op 14 december. Indien deze regionale nota er is, waar kan die geraadpleegd worden? De B&W nota is op maandag 28 januari als openbaar behandeld in het college. De B&W nota en de bijbehorende bijlagen worden ter kennisname aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven. Daar het AWB duidelijk is over het alleen mogen beperken van bevoegdheden van toezichthouder, hoe kunnen we dan de volgende zin verstaan: "Het college stelt nadere regels vast over de bevoegdheden van de toezichthouder?" De bedoeling van het Besluit Nadere Regels is niet om de bevoegdheden van de toezichthouder te beperken of te vergroten, maar is een mogelijkheid om bevoegdheden te concretiseren en nader uit te werken. Welke nadere regels wil het college vaststellen en is daar, zoals al gevraagd in de Cie van 29 november, op zijn minst al zicht op? De nadere regels die opgesteld gaan worden hebben met name betrekking op de uitwerking van de werkwijze van de toezichthouder.

13 Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 4 van 6 Hierbij gaat het met name om het melden van calamiteiten en geweldsincidenten die zich voor kunnen doen bij zorgaanbieders en waar verder onderzoek nodig is door de toezichthouder. Verder wordt hierbij omschreven dat de toezichthouder in eerste instantie in gesprek gaat met de aanbieder of de persoon op wie deze melding betrekking heeft, in het kader van hoor en wederhoor, om samen tot een oplossing te komen. De planning is dat deze nadere regels omstreeks april 2019 door het college vastgesteld worden. Dit besluit nadere regels zal ter kennisname worden aangeboden via de Griffie aan de Commissie Leven en de Raad. Gaat het hier niet om uitbreiden van bevoegdheden? Nee, er worden geen bevoegdheden uitgebreid of beperkt zoals die staan beschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht (artikel 5:11 t/m 5.20 Awb). Heeft dit alles alsnog te maken met een nog niet bekende maar wel aangehaalde regionale nota? Nee. En: wordt budgethouder in deze gewezen op zijn/haar rechten zodat een toezichthouder niet te pas en te onpas een woning binnentreedt met alle mogelijke (juridische) gevolgen van dien? Bij het toekennen van een PGB wordt een budgethouder altijd in duidelijke taal geïnformeerd over zijn/haar rechten en plichten. Een toezichthouder is niet bevoegd om een woning te betreden zonder toestemming van een bewoner (artikel 5.15 Awb). Is het college het met ProVenray eens dat het in deze om kwetsbare, jonge mensen gaat die zorg behoeven en die zelf, maar mogelijk ook hun omgeving, zeer waarschijnlijk niet goed het verschil weten tussen misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van PGB en/of Zorg in Natura?? En indien niet, waarom niet? In het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein, vastgesteld door het college op 28 januari jl. wordt nader aandacht aan besteed aan de definities van toezicht en handhaving en de visie van de gemeente Venray. We stellen hierin dat hoogwaardig handhaven bestaat uit 4 stappen: communiceren, dienstverlenen, controleren en sanctioneren. De nadruk ligt hierbij op preventie door heldere communicatie en dienstverlening. Wij willen voorkomen dat inwoners in een problematische situatie geraken omdat verschillen niet duidelijk zijn. Veel oneigenlijk gebruik van wetgeving komt namelijk voort uit onwetendheid. Is het college het eens met ProVenray dat deze beantwoording uitgaat van wantrouwen in plaats van hen die zorg vragen te ondersteunen in deze en hen de weg leren te vinden in de complexe regelgeving rondom benodigde zorg? En indien niet, waarom niet? Nee, alhoewel het antwoord wellicht wat summier is weergegeven wordt in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein duidelijk dat het belangrijk is de burger te ondersteunen in

14 Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 5 van 6 het toe leiden naar de benodigde zorg. Dit begint met stap 1: communiceren. We communiceren in duidelijke taal over wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor een regeling of (raam)overeenkomst en wie niet. In de externe communicatie richting de cliënt, zorgvrager en zorgaanbieder komen de rechten en plichten van de cliënt of zorgvrager aan bod. De volgende stap (stap 2) is dienstverlenen. Dienstverlenen is het goed toeleiden naar de meest doeltreffende, doelmatige en veilige zorg, middels een persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura (ZIN). In de gemeente Venray wordt de burger hierin begeleidt door de wmo- of jeugdconsulent. Zij voeren procesregie en ondersteunen de burger daar waar nodig. Op deze manier proberen we onze inwoners te ondersteunen in het vinden van benodigde en passende zorg. Uitgangspunt hierbij is vertrouwen in de inwoner en voorkomen van oneigenlijk gebruik, misbruik en niet gebruik. We willen namelijk voorkomen dat inwoners in een problematische situatie geraken. Wanneer dat vertrouwen wordt geschonden, volgt ook een passende maatregel ( high trust, high penalty ) Is het college het met ProVenray eens dat gezien dit antwoord de toezichthouder en diens taken zich lijken toe te spitsen op alleen fraude en misbruik? En indien niet, waarom niet? De taken van de toezichthouder zullen zich met name toespitsen op stap 3 (controleren) en stap 4 (sanctioneren) zoals die beschreven staan in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein. De activiteiten in stap 1 (communiceren) en 2 (dienstverlenen) zijn preventief van aard. Hiermee proberen we fraude en misbruik te voorkomen. De activiteiten in stap 1 en 2 worden grotendeels lokaal uitgevoerd door de jeugd- en Wmo-consulenten en de aandachtsfunctionaris van de gemeente Venray. Komen er toch signalen dat niet rechtmatig wordt gehandeld, dan komen stap 3 (controleren) en stap 4 (sanctioneren) in beeld. Deze stappen worden (deels)regionaal uitgevoerd door de regionale toezichthouder. In dit proces vindt continue afstemming plaats door alle betrokkenen. Dit proces staat nader omschreven in het beleidsplan handhaving sociaal domein. Wat maakt dat in deze uitgegaan wordt van verdachten? Met verdachten wordt hiermee bedoeld: een zorgaanbieder of een persoon die onder verdenking staat van mogelijk misbruik of fraude binnen de jeugdwet of Wmo. Dat wil nog niet zeggen dat deze persoon/zorgaanbieder ook schuldig is. Als blijkt dat er aanvullend onderzoek nodig of wenselijk is (op basis van een klacht of calamiteit), dan schakelt de aandachtsfunctionaris binnen de gemeente met de toezichthouder rechtmatigheid (sociale recherche). Afhankelijk van de aard en zwaarte van de overtreding worden vervolgacties ondernomen.

15 Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 6 van 6 Wat maakt dat er niet gerept wordt over hoe oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet een plek krijgt binnen de taken van toezicht houder? Dit heeft een plek gekregen in het beleidsplan Handhaving Sociaal Domein. Dit plan was nog niet gereed en vastgesteld bij eerdere beantwoording van de vragen van de Commissie Leven. Is het college het eens met ProVenray dat juist inspraak over wie toezichthouder is/wordt van budgethouder (en daaruit volgend samenspraak) en tijdig inzage in mogelijke dossiervorming in deze tot betere resultaten zou kunnen leiden m.b.t. voorkomen van misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik? En indien niet, waarom niet? Het college is van mening dat inspraak door de budgethouder over wie toezichthouder is en wordt niet bijdraagt aan betere resultaten. Het voorkomen van misbruik, fraude, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik binnen de Wmo- en Jeugdwet begint bij bewustwording bij cliënten en zorgaanbieders over de regels rondom o.a. het persoonsgebonden budget en/of contractuele verplichtingen. Met het beleidsplan wordt doelmatig ingezet op deze bewustwording door duidelijke communicatie zodat de zorgvrager/cliënt (het waarom van) rechten en plichten kent en de gevolgen van het niet nakomen. Met de juiste dienstverlening beogen we dat de regels duidelijk en eenvoudig na te leven zijn. Hoe denkt het college deze zaken vorm te geven binnen de taken van de toezichthouder? Dit wordt nader toegelicht in het beleidsplan handhaving sociaal domein, welke is vastgesteld door het college op 28 januari Dit wordt door de griffie ter kennisname aangeboden aan de Commissie Leven.