Uitgangspunten financiële kadernota 2008

Transcriptie

1 Uitgangspunten financiële kadernota 2008 De inkt voor de begroting 2007 van de Drechtsteden is nog maar nauwelijks droog. Toch is het belangrijk om de financiële uitgangspunten aan u voor te leggen. In deze notitie wil ik de volgende items die voor de financiële kaders van 2008 van belang zijn, aan u voorleggen: 1. Budgettaire ontwikkeling 2007 en 2008 (accresontwikkeling 2007 en 2008) 2. Nominale ontwikkelingen voor Inwonertallen, paramaters kostenverevening. 4. Opzet begroting. 5. Planning. 6. Specifieke uitgangspunten bij dochters. Bijlagen: 1. Notitie accresontwikkeling. 2. Uitgangspunten bij kostenverevening SDD. 1. Budgettaire ontwikkeling 2007 en 2008 (accresontwikkeling 2007 en 2008) Algemeen uitgangspunt indexeren staand beleid: Samen trap op en samen trap af Met de vaststelling van de notitie Verkenning P&C cyclus heeft het Drechtstedenbestuur besloten om de ontwikkeling van het budgettaire kader van de GRD te koppelen aan de accresontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het accres is daarmee kaderstellend voor de ontwikkeling van de budgettaire ruimte van de GRD. Daarbij geldt het principe samen trap op en samen trap af, wat betekent dat indien het accres stijgt de budgettaire ruimte van de GRD stijgt. Omgekeerd geldt dat indien het accres daalt, de budgettaire ruimte van de GRD daalt. Dit principe geldt rechtevenredig voor de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten. Toepassing doet daarmee recht aan de financiële verhouding op dit punt tussen GRD en deelnemende gemeenten. Toepassing van dit uitgangspunt leidt tot jaarlijkse bijstelling van de inwonerbijdrage. Benadrukt wordt dat doeluitkeringen van deze methodiek zijn uitgezonderd. Uitwerking Op grond van de Septembercirculaire 2006 van het Gemeentefonds wordt het accres en daarmee de inwonerbijdrage bijgesteld met + 3,9% voor Voor het begrotingsjaar 2007 geldt een éénmalige aanvullende bijstelling van de inwonerbijdrage voor het bureau Drechtsteden met + 0,57%. De inzet van de behoedzaamheidsreserve is hierbij niet meegenomen. In bijlage 1 treft u meer informatie aan. 2. Nominale ontwikkelingen voor 2008 (loon, prijs en rente) Lonen en prijzen Algemeen uitgangspunt Jaarlijks worden de budgetten geïndexeerd aan de verwachte loon- en prijsontwikkeling. Voor de lonen wordt daarbij zoveel mogelijk aangesloten op afspraken in de overheidssector (CAO s) en de ontwikkeling van sociale- en pensioenpremies. Voor de autonome ontwikkeling van de prijsgevoelige budgetten in de begroting wordt uitgegaan van het verwachte inflatiepercentage. Bij de vaststelling van de compensatie die nodig is om de prijsgevoelige budgetten op peil te houden wordt vanaf het jaar 2008 volgens staand beleid tevens rekening gehouden met de nacalculatie van de over voorgaande jaren uitgekeerde prijscompensatie. Uitwerking Voor de lonen wordt voor 2008 een stijging verwacht van 3% en voor de prijzen 2%. De regiobudgetten zijn ongeveer voor 80% loongevoelig en voor 20% prijsgevoelig. Dit betekent dat het kostenniveau per saldo voor 2008 zal stijgen met 2,8%. vs

2 Vrije budgettaire ruimte De budgettaire ruimte is beschikbaar om onder andere ontwikkelingen in loon en prijs te compenseren. Uitgaande van de genoemde accresontwikkeling en ontwikkeling van de lonen en prijzen, resteert een vrij besteedbare ruimte van 1,1%. Deze ruimte wordt afzonderlijk inzichtelijk gehouden in de begroting van de GRD en is beschikbaar voor onvoorzien. Onvoorzien is ook bestemd voor dekking van eventueel hoger uitvallende loon- en prijsontwikkeling dan begroot. Indien dergelijke ontwikkelingen beslag leggen op de budgettaire ruimte dan worden daarvoor afzonderlijk voorstellen voorgelegd, bijvoorbeeld bij de begroting. Uitkeringen en inkomensoverdrachten Voor de WWB worden de stijgingspercentages van het ministerie gevolgd. Voor het overige is de algemene prijsindex van toepassing. Dit is voorlopig 2,8%. Rentebijschrijving Het voorstel is om ten opzichte van 2007 niet te wijzigen, dat wil zeggen Ontvangen rente baseren op 3,0% Analoog rente aan de volgende bestemmingsreserves tegen hetzelfde percentage onder aftrek van administratiekosten toevoegen: Bestemmingsreserve manden maken (conform verordening). Bestemmingsreserve programmareserve WWB. Bestemmingsreserve leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Bestemmingsreserve ingenieursbureau. Het overig renteresultaat wordt voor het vormen van een algemene reserve bestemd. Rente wordt dus niet uitgekeerd. In de loop van 2007 verschijnt een kaderstellende nota over reserves waarin de noodzaak, hoogte, bestemming, rentebijschrijving en het eventuele uitkeren van de reserve wordt uitgewerkt. Eventuele financiële gevolgen worden in een begrotingswijziging meegenomen. 3. Inwonertallen, paramaters kostenverevening Binnen de GRD zijn voor het verevenen van de uitgaven diverse parameters van toepassing. Meestal inwonertallen, soms formatie-eenheden of een historisch afgesproken budget. Het wijzigen van verdeelsleutels leidt per definitie tot een voordeel of nadeel in de gemeentebegroting. Voor de GRD maakt het niet uit. De omvang van de begroting staat immers los van verdeelsleutels. Het bijhouden van diverse verdeelsleutels vergt tijd en is voor bestuurders eveneens rommelig. Het verdient aanbeveling om in de vereveningssystematiek meer eenduidigheid, objectiviteit en duurzaamheid te realiseren. Bestuurlijk kan deze discussie in 2007 wellicht worden gestart maar voor de begroting 2008 is besluitvorming niet realistisch en ter voorkoming van financiële onzekerheden evenmin wenselijk. Derhalve wordt voorgesteld de verevening van de begroting 2008 op het volgende te baseren: RELEVANT ONDERDEEL PROGRAMMABEGROTING PARAMETER Bureau Drechtsteden, algemeen, aanvullend voor Aantal inwoners per 1 juli 2006; conform regio stedelijke vernieuwing en wonen, voorrangs- en Zuid Holland Zuid klachtencommissie, regionaal vervoersplatvorm, natuur- en milieueducatie. Loopbaancentrum Drechtsteden. Aantal werknemers per 1 januari 2007 Bedrijfsvoering SDD (exclusief bedrijfsvoering voor de Voortschrijdend 5 jaarlijkse gemiddelde van de WMO; vanaf 2009 te bepalen op WMOklantenaantallen)) klantenaantallen. Ingenieursbureau Afgenomen diensten; financieel risico is op conto van de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht vs

3 RELEVANT ONDERDEEL PROGRAMMABEGROTING Bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Waterbus+ PARAMETER De bijdrage wordt in het voorjaar 2007 herzien en meegenomen overeenkomstig de besluitvorming in het portefeuillehoudersoverleg BL+. De gemeentelijke bijdrage wordt waarschijnlijk o.b.v. leerlingaantallen en subsidie OCW voor RMC functie/ voortijdig schoolverlaten gebaseerd. Gemeentefonds.(cf advies pfo economie en bereikbaarheid). Zie verder de afspraken volgens bijlage Opzet begroting Over de opzet van de begroting zijn veel aan- en opmerkingen te maken. Optimaal is wanneer de programma s voldoende helder zijn op de 3 W s inclusief de halsvraag hoe gaan we het meten. Naar dit kwaliteitsniveau wordt voor 2008 gestreefd. Voor de begroting 2008 is het niet praktisch om de opzet te veranderen. Bestuurders hebben baat bij herkenbaarheid en voor de sturing is het goed om de samenhang met de verschillende diensten transparant te houden. In principe gaat het om de programmering. Het is voor een Drechtraad niet relevant wie zich met de uitvoering binnen de vastgestelde financiële kaders bezig houdt. Op termijn verdwijnt het verband tussen programma s en diensten. In een bijlage zal het verband tussen de programmabegroting en de dienstbegrotingen dan worden aangegeven. Verder zal op termijn ook het programma manden maken verdwijnen. Manden maken wordt over de verschillende programma s verdeeld waardoor het de programmering zal versterken. Voor meer inzicht zal bij een programma een uitsplitsing per product worden opgenomen. 5. Planning Het vergaderschema is bijgevoegd. Voor de begroting 2008 en begroting 2009 is het volgende van belang: Overleg Ambtelijk gereed Netwerkdirectie Manage mentteam drechtsteden Portefeuillehouders Overleg BC SDD Drecht steden bestuur Drecht raad Termijn tussen Drechtraad en ambtelijk gereed Kadernota 11-jan 25-jan 1-feb 5-feb 15-feb 21-mrt 16 dagen min 20 Begroting 5-apr 12-apr 26-apr 7-mei 31-mei 27-jun dagen 1 e marap 7-jun 15-jun 28-jun 2-jul 12-juli 3-okt min 7 dagen 2 e marap 27-sep 4-okt 18-okt 1-okt 7-nov 12-dec Technische kadernota sep 4-okt 18-okt 1-okt 7-nov 12-dec Jaarrekening maart 26 april 8 mei 22 mei 6 juni 10 juli Begroting maart 26 april 8 mei 22 mei 6 juni 10 juli 1 e marap mei 30 mei 13 juni 4 juli 3 okt 2 e marap sept 3 okt 23 okt 7 nov 11 decr Aantekeningen: Officieel horen de raden een termijn van 6 weken voor de bedenkingen tegen het vaststellen van de begroting te hebben. Aangezien iedereen het wenselijk vindt om tijdig te worden geïnformeerd, zal de termijn voor het indienen van wensen en bedenkingen over de begroting een jaarrekeningen reeds starten na vaststelling door het drechtstedenbestuur. vs

4 Het is nuttig om stukken ook met hoofden Financien/concerncontrollers te bespreken. Het voorstel is om iedere 4 weken een bijeenkomst te hebben. Afhankelijk van de onderwerpen vaardigen de gemeenten medewerkers af. Hierbij is het voornemen om stukken uit de diensten of het concern die een ambtelijke status hebben, u toe te sturen. De Drechtstedenorganisatie is lean en mean. Dat klinkt goed maar het gevolg is dat voor het bijstellen van de stukken op basis van overleg, coördinatie en communicatie nauwelijks tijd en capaciteit beschikbaar is. Het vergaderschema 2008 is niet vastgesteld. Bovenstaand schema geldt als leidraad. In verband met de ontwerpwet gemeenschappelijke regeling wijzigen de data waarop de begroting (15 september) en jaarrekening (15 april) moeten zijn vastgesteld. De consequenties van deze ontwerpwet voor planning en control bij de Drechtsteden zijn bestuurlijk relevant. De jaarrekening kan namelijk op 15 april wel door het wettelijk bevoegde orgaan het Drechtstedenbestuur worden vastgesteld maar vanwege de doorlooptijd van stukken niet door de Drechtraad. vs

5 6. Specifieke uitgangspunten bij de dochters. Ingenieursbureau. Dit blijft een 0 begroting. Een geprognosticeerd voordelig resultaat wordt mee begroot. BL+. De begrotingssystematiek is in 2004 bij de start van het bureau voor de Drechtsteden vastgesteld tot en met Onderbesteding is via de bestemmingsreserve RMC opgebouwd in 2004 en 2005 en vanaf 2006 voor het tijdelijk aanstellen medewerker kwaliteit/ plaatsvervangend directeur en balie receptie medewerker ingezet. In 2006 is besloten om bij de GR Drechtsteden de bekostiging en verevening te herzien in 2007 op basis van ervaring en kosten in de afgelopen jaren en ter zake doende parameters.. Verwachte ontwikkeling in 2007: Voor 2007 wordt nieuw beleid ingevoerd vanuit OCW voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten. De bijdrage RMC zal stijgen, naar verwachting wordt daarover in juni 2007 een besluit genomen in Den Haag. Procedure BL+ Zoals bekend participeren ook de gemeente Gorinchem, Leerdam en Hardinxveld- Giessendam in BL+. Over onderwerpen als kostenverevening, reservevorming, ombuigingen en extra budget voor nieuw beleid beslissen de portefeuillehouders BL+ namens de betreffende gemeenten. De portfeuillehouders dragen zelf zorg voor terugkoppeling uit de eigen colleges. GR Drechtsteden conformeert zich in principe aan deze procedure van besluitvorming. LCD. Het loopbaancentrum wordt door middel van een afzonderlijke bijdrage gefinancierd. Uitsluitend de loon- en bureaukosten van de medewerk(st)ers van het loopbaancentrum worden opgenomen. SDD. Bedrijfsvoering SDD uitvoeringsformatie in verband met de lagere klantenaantallen. Speciale aandacht bij volume-ontwikkeling voor de klantenaantallen WWB en WMO. Omtrent het kader van de omvang van de bedrijfsvoering SDD zijn met de bestuurscommissie SDD duidelijke afspraken gemaakt. De begroting 2008 zal voldoen aan deze afspraken. Deze behoedzame benadering is verstandig uit het oogpunt van allerlei financiële onzekerheden in de bedrijfsvoering van de SDD. Logisch is om eerst de informatie omtrent de feitelijke kosten van de bedrijfsvoering te hebben om daarna gericht te kunnen bijsturen. In het 1 e halfjaar van 2007 wordt een model gemaakt waarmee de gewenste omvang in relatie tot de klantenaantallen beter wordt bepaald. De uitkomst van het rekenmodel wordt in het begrotingstraject betrokken. Voor de budgetten van het minimabeleid wordt geen volumeaanpassing voorzien. Het beleid is recent geharmoniseerd. Eventuele overschotten worden aan gemeenten uitgekeerd als de maximale omvang van de programmareserve van 4,4 miljoen euro is bereikt. vs

6 Bijlage Concept uitgangspunten begroting 2008 De concept begrotingsrichtlijnen 2008 zijn opgesteld in veronderstelling dat de hieronder gekozen concept beleidsuitgangspunten onverkort door het DB worden gevolgd. Indien het dagelijks bestuur een aanpassing voorstelt zal dit naar alle waarschijnlijkheid doorwerken in de concept uitgangspunten begroting In de tabel zijn de uitgangspunten 2008 opgenomen: waar nodig wordt er in de kolom 2007 aangegeven welke onderdelen voor dat begrotingsjaar moeten worden aangepast. In de uitgangspunten 2008 worden onder andere de ramingen van het accres, loon -en prijsontwikkelingen aangegeven. Door de vaststellingen van de uitgangspunten bepaalt het dagelijks bestuur de budgettaire kaders en daarmee de budgettaire ruimte voor begroting Accres 2008 Budgettering vindt plaats op basis van het bruto accres conform het conceptvoorstel Indexatiepercentage inwonerbijdrage. Op basis van de recente gegevens uit de septembercirculaire 2006 kan het accrespercentage worden bepaald op 3,9% (ten opzichte van het nagecalculeerde percentage 2007). Daarbij is nog geen rekening gehouden met de inzet van de behoedzaamheidreserve. Op basis van de huidige methodiek wordt deze door het rijk pas volgende jaar (indien nodig) geraamd. Bij de nacalculatie in de loop van volgend jaar komt een eventuele correctie aan de orde. 2. Nacalculatie begroting Accres 2007 Budgettering vindt plaats op basis van het bruto accres conform het conceptvoorstel Indexatiepercentage inwonerbijdrage (hierboven vermeld bijlage 3). Op basis van de recente gegevens uit de septembercirculaire 2006 kan worden bepaald wat de gevolgen zijn voor de begroting Het accres 2007 moet voor bureau Drechtsteden als gevolg van de gegevens in de septembercirculaire positief worden bijgesteld met 0,57%. Opgenomen in begroting 2007 Gegevens septembercirculaire Accres ,87% 1 1,64% Accres ,34 % 3,77% Accres ,90 % 4,27% 9,11 % 9,68% Het accres komt dus 0,57% hoger uit dan in de begroting 2007 is voorzien. 1 Inclusief de gehanteerde correctie voor de behoedzaamheidreserve vs

7 Verrekeningssystematiek & de gemeentelijke bijdragen aan de SDD. Bijlage 2. Programmakosten 1. Werk 1a. Reïntegratie; De hoogte van de financiële bijdrage welke door de gemeenten wordt geleverd is gelijk aan de hoogte van het door het Rijk toegekende budget. Het bedrag is te herleiden aan de hand van de door het Rijk verzonden beschikking aan de gemeente. Op dit programmaonderdeel zullen zich geen tekorten voordoen aangezien het hier geen openeind financiering betreft. Goede budgetbeheersing zal tekorten voorkomen; de inkoop van reïntegratietrajecten wordt stopgezet bij een eventueel dreigend tekort. Overschotten welke ontstaan op dit programma zullen i.v.m. de afrekening aan het rijk gereserveerd moeten worden (verplicht). 1b. Kinderopvang; De hoogte van de financiële bijdrage welke door de gemeenten voorcalculatorisch wordt geleverd, wordt bepaald door de overdracht van de bestaande budgetten van de verschillende gemeenten. De bestaande budgetten zijn de basis geweest voor de vorming van de begroting van de SDD, deze zijn als onderbouwing vastgelegd in een spreadsheet gehanteerd door de werkgroep financiën. Indexatie is hierop van toepassing. Na afloop van enig begrotingsjaar vindt nacalculatie plaats per gemeente. Het onderdeel SMI zal op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten aan gemeenten worden doorbelast. 2. Inburgering (WI/WIN) De gelden die gemeenten ontvangen vanuit het Rijk zullen door gemeenten ter beschikking worden gesteld aan de SDD. Nog bepaald moet worden of hier gewerkt wordt op basis van nacalculatie of dat overschotten of tekorten collectief worden gedragen. Het lijkt zinvol een risicoreserve te creëren voor het opvangen van mogelijke tekorten op inburgering. 3. WWB-Inkomenbudget Voor de bekostiging van de reguliere bijstand is de afspraak gemaakt samen trap op, samen trap af. De hoogte van de financiële bijdrage welke door de gemeenten wordt geleverd is gelijk aan de hoogte van het door het Rijk toegekende budget. Deze is te herleiden uit de door het Rijk verzonden beschikking aan de gemeenten. Tekorten en/ of overschotten op dit programmaonderdeel zullen door de deelnemende gemeenten gezamenlijk worden gedragen cq terugontvangen. De verdeling van een eventueel tekort en/ of overschot gebeurt op grond van de verdeelsleutel die gebaseerd is op het vijfjaars voortschrijdend gemiddelde klantenaantal WWB. Hierbij de aantekening dat de eerste opvang van tekorten of overschotten gaat binnen de kaders van de gemaakte afspraken betreffende de risicoreserve WWB. 4. Minimabeleid De hoogte van de financiële bijdrage welke door de gemeenten wordt geleverd wordt bepaald door de overdracht van de bestaande budgetten van de verschillende gemeenten. De bestaande budgetten zijn de basis geweest voor de vorming van de begroting van de SDD, deze zijn als onderbouwing vastgelegd in een spreadsheet gehanteerd door de werkgroep financiën (indexatie is hier ook op van toepassing). Ter voorbereiding op de vorming van de SDD is het minimabeleid van de zes deelnemende gemeenten geharmoniseerd. Voor de meerkosten die voortvloeien uit deze harmonisatie wordt niet aangeklopt bij de deelnemende gemeenten; het risico van budgetoverschrijding als gevolg van de harmonisatie ligt bij de SDD. vs

8 Tekorten en/ of overschotten op dit programmaonderdeel zullen door de deelnemende gemeenten gezamenlijk worden gedragen cq terugontvangen. De verdeling van een eventueel tekort en/ of overschot gebeurt via de verdeelsleutel methode, dat wil zeggen op basis van de verdeelsleutel gebaseerd op het vijfjaars voortschrijdend gemiddelde klantenaantal WWB. Hierbij de aantekening dat de eerste opvang van tekorten of overschotten gaat binnen de kaders van de gemaakte afspraken betreffende de reserves. 5. WMO De financiële bijdrage van gemeenten voor de WMO voorzieningen die tot 2007 onder de WVG vielen is gebaseerd op de overdracht van de bestaande budgetten van de verschillende gemeenten. De afrekening zal de eerste 2 jaar (2007, 2008) plaatsvinden door middel van nacalculatie. In 2008 wordt dit systeem van voor- en nacalculatie geëvalueerd. De financiële bijdrage voor de Drechthopper zal eveneens nog 2 jaar door middel van voor- en nacalculatie met gemeenten worden afgerekend. In 2008 vindt evaluatie plaats. Voor de bekostiging van de huishoudelijke verzorging is afgesproken dat deze gedurende de eerste 2 jaar zal plaatsvinden via het systeem van samen trap op, samen trap af. In 2008 vindt evaluatie plaats met het oog op de financieringsmethodiek vanaf Over de uitvoeringskosten WMO zijn aparte afspraken gemaakt, zie hierna bij apparaatskosten. 6. Wet op de lijkbezorging Dordrecht draagt haar bestaande budget (incl. indexatie in de toekomst) over aan de SDD voor de uitvoering van deze wet. De door de overige gemeenten gemaakte kosten zullen worden doorberekend aan de hand van werkelijk gemaakte kosten. Apparaatskosten en financiële buffers Bijdrage apparaatskosten. De bijdrage van gemeenten voor de apparaatskosten wordt berekend via de verdeelsleutel. De verdeelsleutel wordt bepaald door het 5-jaars voortschrijdend gemiddelde WWB-klantenaantal. Uitzondering hierop vormen de apparaatskosten voor de WMO. Deze worden gefinancierd uit een overdracht door gemeenten van 83,5% van hun uitvoeringsbudgetten WMO (2007) en vervolgens 68,5% structureel vanaf In 2008 wordt bezien op welke wijze vanaf 2009 de WMO gerelateerde formatie kan worden bekostigd op basis van een verdeelsleutel die gerelateerd is aan de WMO-klantenaantallen. Reserve & Voorziening De bijdrage van gemeenten aan de programmareserve gebeurt via toepassing van de verdeelsleutel (5- jaars voortschrijdend gemiddeld WWB klantenaantal). vs