POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2011 DEEL I JAARVERSLAG

Transcriptie

1 POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2011 DEEL I JAARVERSLAG Apeldoorn, 20 maart 2012

2

3 JAARVERSLAG 2011 Politieacademie Bezoekadres: Arnhemseweg AC Apeldoorn Postadres: Postbus BB Apeldoorn T F E info@politieacademie.nl W

4

5 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR... 5 HOOFDSTUK Inleiding... 7 HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie Werving Selectie... 9 HOOFDSTUK 3 Onderwijs Inleiding Onderwijs Uitvoer van het onderwijs Examinering en EVC s Kwaliteitszorg onderwijs Verbeterinitiatieven Internationalisering HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling Inleiding Afdeling Onderzoek Afdeling Kennis Afdeling Ontwikkeling HOOFDSTUK 5 Bestuur en toezicht College van Bestuur Raad van Toezicht HOOFDSTUK 6 Beheer en Bedrijfsvoering Financial & Operational Audit Planning & Control Bedrijfsvoeringissues Informatievoorziening (ICM) Huisvesting en middelen HOOFDSTUK 7 Personeel & Organisatie Organisatie Veranderingen binnen P&O Personele bezetting Mobiliteit Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) Inrichten P-beheer en P-processen Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie Ziekteverzuim Sociale zekerheid Professionalisering Welzijn Diversiteit Veiligheid Medezeggenschap HOOFDSTUK 8 Financiën Hoofdlijnen van de jaarrekening Treasury Ontwikkelingen en financiële risico s... 45

6

7 VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR De Nationale Politie in zicht: versterking blauw vakmanschap centraal In 2011 stond de vorming van de Nationale Politie volop in belangstelling; in 2012 zal dat niet anders zijn. Het in 2011 verschenen ontwerpplan laat zien dat de kwartiermakers het politievakmanschap en de medewerkers hoog in het vaandel hebben. De nationale politie vertrouwt op haar professionals, die leren en innoveren. De politie is een lerende organisatie die permanent reflecteert op relevante maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor het politievak. Op basis daarvan werkt de politie aan verbeteren en innoveren van werkwijzen volgens het plan. De Politieacademie draagt graag volop bij om deze voornemens te ondersteunen, waar te maken en te prikkelen; professionalisering van de politie is immers de kernopdracht van de Politieacademie. Het vormt tevens de verbinding tussen de Nationale Politie en de Politieacademie. Professionalisering van de politie is ook het uitgangspunt geweest van de ingrijpende omvorming van het politieonderwijs van bedrijfsopleidingen tot volwaardig beroepsonderwijs met diploma s die gelijkwaardig zijn aan het reguliere onderwijs. De Politieacademie is een door OCW erkende instelling voor hoger onderwijs. Beroepsonderwijs maakt politiemedewerkers breder inzetbaar en vindt op een zekere afstand van de praktijk plaats. De diplomagelijkwaardigheid wordt voor wat betreft het hoger onderwijs getoetst en erkend via accreditaties, waarbij het politieonderwijs aan dezelfde maatstaven wordt getoetst als het reguliere onderwijs. In 2011 hebben drie opleidingen deze procedure met positief resultaat doorlopen. Diplomagelijkwaardigheid betekent erkenning van de politieprofessie. Het maakt het politievak toegankelijk voor zij-instromers en maakt door- en uitstroom vanuit de politie naar andere beroepen mogelijk. Uitdagingen zoals cybercrime waar de politie voor staat, laten zien dat deze zij-instroom meer dan noodzakelijk is. Een voorbeeld van de samenwerking met het reguliere onderwijs is de doorstroom vanuit de opleiding Handhaver Toezicht en Veiligheid naar de niveaus 3 en 4 van het politieonderwijs. Samen met vertegenwoordigers van het Korpsbeheerdersberaad, de MBO-Raad en het Kenniscentrum ECABO en de Politieacademie, heeft de minister van Veiligheid en Justitie in 2011 het Onderwijsarrangement HTV-Politie ondertekend. Dat maakt voor een jonge doelgroep we praten hier over jarigen - een nieuw doorstroomprogramma mogelijk. Wie, na een positieve selectie, doorstroomt, kan één jaar verkorting krijgen van de politieopleiding. Op 1 september 2011 zijn enkele ROC s al met dit speciale programma van start gegaan. De Politieacademie ondersteunt de professionalisering van de politie ook door de kennis- en onderzoeksfunctie. De afgelopen jaren heeft de Politieacademie een hoogwaardige onderzoeks- en kennisfunctie binnen de politie tot ontwikkeling gebracht. Door middel van onderzoek, bijvoorbeeld het uitgebrachte onderzoeksrapport Veilig Politiewerk, en bijdragen aan initiatieven als FoBo (Frontoffice, Backoffice) en Professionele Weerbaarheid draagt de academie bij aan de verdere professionalisering van de politie. Uiteraard is er een nadrukkelijke wisselwerking met het onderwijs, zodat nieuwe inzichten direct worden overgebracht naar het onderwijs. Er liggen kansen om de kwaliteit van de informatieorganisatie, die de Nationale Politie is, te versterken door de nauwe verbinding tussen de Nationale Politie en de kennisfunctie. Het is van belang dat de informatieorganisatie en de kennisfunctie complementair zijn. De verbinding biedt uitgelezen mogelijkheden voor de doorwerking van kennis en onderzoek in de haarvaten van de operatie. De professionaliteit van de politiemedewerker en de politieorganisatie als geheel zijn hiermee gediend. Het is zaak dat de komende tijd deze intensieve samenwerking verder wordt uitgewerkt en vormgegeven. Met de ontwikkelde Strategische Onderzoeksagenda Politie wil de Politieacademie nadrukkelijk de strategische agenda van de politie voeden. Over de inrichting van de kennisinfrastructuur voor de politie vindt met het ministerie en de toekomstige nationale korpsleiding intensief overleg plaats. De professionalisering van de politie(organisatie) is gebaat bij een kennis- en onderzoeksfunctie die een zekere eigenstandigheid ten opzichte van de politieorganisatie heeft, maar tegelijkertijd nauw verbonden is met de beroepspraktijk. Met de vorming van de Nationale Politie krijgt de Politieacademie te maken met één landelijke organisatie. De landelijke korpsleiding bepaalt de kaders van het HRM-beleid binnen de Nationale 5

8 Politie en stemt met de Politieacademie snel en eenduidig af. De mogelijkheid tot sturing op instroom, de samenstelling naar niveaus en dergelijke, wordt daardoor groter en de koppeling personeelsplanning, werving en selectie en onderwijs sterker. De uniformering en standaardisering waarmee de Nationale Politie gepaard zal gaan heeft voordelen voor de taakuitvoering van de Politieacademie. Door een nauwere samenwerking tussen de korpsen/de Nationale Politie en de Politieacademie is de afspraak die de minister Veiligheid en Justitie met de Tweede Kamer had gemaakt om in aspiranten te werven en te selecteren gezamenlijk gerealiseerd. Eind 2011 zijn deze aspiranten met hun opleiding gestart met een oriëntatie op het vak. Eind vorig jaar heeft de minister de kwartiermaker Nationale Politie en de voorzitter College van Bestuur Politieacademie ook de opdracht gegeven om voorstellen te doen voor de optimalisatie van het werving- en selectieproces en de financiering hiervan. Dit geoptimaliseerde proces moet in werking treden op het moment dat de Nationale Politie een feit wordt tot aan het moment dat de Wet op het LSOP en het politieonderwijs ( de oprichtingswet van de Politieacademie ) is herzien en in werking treedt. De Politieacademie zal deel gaan uitmaken van de Nationale Politie. Zij blijft een zelfstandige rechtspersoon om de onafhankelijke kwaliteit van het politieonderwijs, de kennis en onderzoek te kunnen blijven waarborgen. De uitwerking vindt plaats door herziening van de Wet op het LSOP. Zoals het er nu naar uitziet treedt per 1 januari 2014 de nieuwe wet in werking. Als onderdeel van de Nationale Politie zal de Politieacademie beheerstaken overdragen aan de Nationale Politie, zodat de Politieacademie zich vooral kan richten op de kerntaken die zij voor de Nationale Politie verzorgt. De verdere uitwerking vindt momenteel o.a. plaats door participatie in de verschillende business cases en deelname aan de ontwerpdagen. De overdracht van beheerstaken aan de Nationale Politie betekent ook dat het personeel van de Politieacademie dat de beheerstaken verzorgt wordt overgedragen aan de Nationale Politie. Het komende jaar zal de samenwerking met de Nationale Politie verder invulling krijgen wordt door het ministerie van Veiligheid en Justitie als overgangsjaar aangemerkt waarin allerlei zaken nader vorm krijgen. Naast de voorziene inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet en de start van de Nationale Politie, zal er ook duidelijkheid komen over de financiering van de kerntaken (werving en selectie, onderwijs, onderzoek, kennis en ontwikkeling) van de Politieacademie. De evaluatie van de huidige bekostiging van de Politieacademie heeft in 2011 plaatsgevonden, de business case Onderwijs, Kennis en Onderzoek zal naar verwachting begin 2012 worden afgerond. Het ministerie wil begin 2012 over beide zaken een besluit nemen dat opgenomen zal worden in de Junicirculaire Goede financiering van de kerntaken van de Politieacademie is en blijft noodzakelijk om de kerntaken goed uit te kunnen voeren ten behoeve van de versterking van blauw vakmanschap, ook in een tijd waarin iedereen begrijpt dat het met minder moet en de bomen niet tot in de hemel groeien. Het College van Bestuur, A.P.P.M. van Baal Hoofdcommissaris van Politieacademie Voorzitter College van Bestuur 6

9 HOOFDSTUK Inleiding De missie van de Politieacademie is: De Politieacademie biedt de politie en haar partners in veiligheid een inspirerende leeromgeving en wil een maatschappelijk topinstituut zijn voor veiligheid. In De nieuwe koers; Burgers eisen Beter Blauw geeft de Politieacademie de nieuwe koers aan die zij sinds reorganisatie 2009 heeft ingezet: alles is erop gericht om de individuele student te vormen tot een volwaardige politiefunctionaris. Daarmee draagt de Politieacademie bij aan de versterking van het professioneel optreden en gezag van de politie en uiteindelijk bij aan een veiligere samenleving. De student staat centraal en de politiepraktijk is uitgangspunt voor kennis, opleiding en groei. Door de nieuwe koers, inrichting en besturing van de Politieacademie kan de academie haar kerntaken nog beter uit te voeren: Werving & Selectie, Onderwijs, Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling. De Politieacademie wil: - meer functioneren als één organisatie: korpsen, studenten en andere afnemers van onze diensten moeten de weg beter weten te vinden; - haar relatie met de politie verder versterken: onze organisatie moet een nog betere herkenbaarheid van de primaire politietaken bewerkstelligen; - terug naar de kerntaken: een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit en professionaliteit van de Nederlandse politie. Ook waren er interne beweegreden om te veranderen: - het verder op orde brengen van de bedrijfsvoering; - het verbeteren en inzichtelijk maken van de besturing en besluitvorming; - meer samenhang aanbrengen. In de volgende hoofdstukken wordt achtereenvolgens een toelichting gegeven op de bereikte resultaten op de kerntaken Werving & Selectie (hoofdstuk 2), Onderwijs (hoofdstuk 3), Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling (hoofdstuk 4). Vervolgens wordt een toelichting gegeven op bestuur en toezicht (hoofdstuk 5), beheer & bedrijfsvoering (hoofdstuk 6), personeel & organisatie (hoofdstuk 7) en de financiën (hoofdstuk 8). 7

10 HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie 2.1 Werving De Politieacademie ondersteunt de personeelsvoorziening van de Nederlandse politie door de uitvoering van de landelijke werving van potentiële politiemedewerkers. Hiervoor ontwikkelt en lanceert de Politieacademie de landelijke arbeidsmarktcampagne van en voor de politie. In samenwerking met het onderwijs werd vastgesteld dat er een relatief hoge uitval van aspiranten ontstond als gevolg van een onjuist beroepsbeeld. In 2011 is daarom het accent gelegd op meer reële beeldvorming van het politiewerk wat tot uiting is gebracht in de campagne Screen jezelf (gestart in juni 2011). De site kende bezoekers, waarvan uniek (geschat). 30% van het nieuwe personeel wordt aangebracht door eigen medewerkers. Dit was aanleiding om in 2011 de online sociale netwerken van de politie actief in te zetten om nieuwe talenten te werven. Daarnaast is de politie ook als opleider gepositioneerd, om betere aansluiting te krijgen met de meer opleidingszoekende scholier en hun beïnvloeders. In 2011 is de politie in de categorie hoger opgeleiden wederom uitgeroepen tot de meest favoriete werkgever in de non-profit sector 1. Als landelijke organisatie ondersteunt de Politieacademie alle 26 politiekorpsen bij de werving van personeel en bij de vervulling van hun personeelsbehoefte. In 2011 is intensief campagne gevoerd; de mediadruk werd opgehoogd om de politie als werkgever te positioneren ( employer branding ). De directe werving is geïntensiveerd om te voldoen aan de opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie om nieuw aangestelde politiemedewerkers te realiseren. Begin van het jaar leek nog sprake te zijn van een instroombehoefte van 750 nieuwe politiemedewerkers, maar in de maartcirculaire werd duidelijk dat een aanzienlijk hoger aantal gerealiseerd moest worden. Om dit te realiseren zijn diverse regionale wervingsuitingen gelanceerd en 82 algemene en 25 doelgroepspecifieke bijeenkomsten Beroepenoriëntatie Politie georganiseerd, bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten voor Defensie voor de zij-instroom van defensiepersoneel richting de politie. Eind 2011 is ook naar aanleiding van de oproep van minister Opstelten tevens de campagne Word vrijwilliger gestart, om in de komende jaren het aantal vrijwilligers (vrijwillige politie en volontairs) toe te laten nemen tot bijna in Alle extra inspanningen hebben er toe geleid dat de volgende resultaten zijn geboekt op het gebied van werving: Wervingsresultaten Aantal unieke bezoekers website Aantal sollicitaties Aantal toegewezen sollicitanten Het in 2009 ingerichte landelijk Contactcenter verwerkt de binnenkomende sollicitaties van alle belangstellenden voor een functie bij de politie en beantwoordt vragen van belangstellenden, beïnvloeders en sollicitanten, inclusief vragen die via de social media worden ontvangen. Het Contactcenter is ook het centrale loket van de politie voor aanmeldingen voor voorlichtingsbijeenkomsten. Zo profileert de Nederlandse politie zich meer en meer als één gezicht naar de arbeidsmarkt toe. Voor de sollicitant verzorgt het Contactcenter sinds 2011 ook de communicatie en afstemming met betrekking tot het eerste onderdeel van de wettelijke selectie. Minister Opstelten heeft de regie voor voorlichting en intake ten behoeve van de realisatie van een instroom van aspiranten bij de Politieacademie neergelegd. Dit resulteerde in samenwerkingsverbanden in de diverse politieregio s. Nadat kandidaten als aspirant bij een politiekorps zijn aangesteld gaan zij de opleiding volgen. Doordat lopende het jaar toch aspiranten binnengehaald moesten worden, kwam voor Werving & Selectie de druk in de tweede helft van het jaar te liggen. De druk op Onderwijs kwam uiteraard na het moment van selectie, eind 2011/2012. Om deze operatie zo goed mogelijk te laten verlopen is er een intensief samengewerkt tussen werving, selectie en onderwijs. 1 Barometer Meest Favoriete Werkgevers en Intermediair Imago onderzoek 8

11 2.2 Selectie De Politieacademie verzorgt ook de wettelijke selectie van aankomende aspiranten en vrijwilligers-inopleiding voor een baan bij de politie. De selectie geeft een uitkomst over de geschiktheid van de kandidaat voor de uitoefening van het politievak, waarna het korps besluit tot het al dan niet aanstellen van de kandidaat. De nieuw aangestelde politiefunctionaris start vervolgens als student met een van de politieopleidingen aan de Politieacademie. Eind 2010 is, vanwege de geprognosticeerde aanstelling van 750 nieuwe politiefunctionarissen in 2011, de bezetting van de afdeling Selectie in eerste instantie afgebouwd. Na de brieven in februari en de opdracht in de Maartcirculaire 2011 van het ministerie Veiligheid en Justitie om personen aan te stellen is in hoog tempo opgeschaald qua personeelsbezetting (ophogen bezetting en inhuur derden) en faciliteiten (meerdere locaties). Medio 2011 heeft het Onderzoekscluster een prognosemodel ontwikkeld voor de instroomaantallen op basis van gegevens van processtappen en tijdlijnen. Dit model heeft gezorgd voor input naar de Taskforce Instroom Personeel en het ministerie Veiligheid en Justitie, op basis waarvan verdere aanscherpende maatregelen door het ministerie zijn voorgesteld. Na de zomer van 2011 werden naast de reeds toegekende regie aan de Politieacademie ook meer en meer de bijbehorende bevoegdheden toegewezen aan de Politieacademie, waaronder de landelijke selectiestandaard deel B. De totale aspiranteninstroom is eind december 2011 uitgekomen op aangestelde aspiranten zijn voortijdig gestopt met de opleiding. De opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie is behaald: door de korpsen zijn in 2011 uiteindelijk kandidaten aangesteld, waaronder 100 recherchekundigen. Gedurende 2011 zijn de doorgevoerde wijzigingen met betrekking tot het geschiktheidonderzoek (Fysiek Motorisch Onderzoek leeftijdsgerelateerde eisen en selectienorm deel B) ook verwerkt in de Regeling aanstellingseisen Politie Het uiteindelijke aantal kandidaten dat een reguliere selectie heeft doorlopen (deel A, gevolgd door deel B) bedroeg in kandidaten. Er zijn selecties mbo-opleidingenniveau 2 t/m 4 en selecties voor het opleidingenniveau bachelor en master uitgevoerd. Aantal reguliere selecties Deel A Deel B De Politieacademie voerde ook nog bijzondere selecties uit voor kandidaten (waarvan meerdaagse selecties). Dit betreffen speciale trajecten voor politie (onder meer arrestantenverzorgers, recherchekundigen en persoonsbeveiligers) en partners in de veiligheidsketen (FIOD, douane, brandweer, gemeenten). Door accountmanagement en deze contractactiviteiten heeft Werving en Selectie 2011 kunnen afsluiten met een positief resultaat. Naar aanleiding van het proces van het afgelopen jaar heeft minister Opstelten de Politieacademie en de kwartiermaker Nationale Politie eind november de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar een fundamentele verbetering van het proces werven en selecteren, rekeninghoudend met de opgedane ervaring in De uitkomst van dit onderzoek moet eind februari 2012 worden opgeleverd. 9

12 HOOFDSTUK 3 Onderwijs 3.1 Inleiding In het jaar 2011 werd in het onderwijs onder andere ingezet op een betere aansluiting op de politiële werkprocessen, een introductie van een systeem van permanente om-, her- en bijscholing ter professionalisering van zittende politiemensen en de doorontwikkeling van de Virtuele Politieacademie. 3.2 Onderwijs De Politieacademie biedt initieel en postinitieel politieonderwijs aan. Initieel onderwijs is bestemd voor beginnende beroepsbeoefenaren, postinitieel onderwijs sluit hierop aan en betreft onderwijs op het gebied van de specialistische politietaken als op het gebied van politieleiderschap. Het onderwijs is gebaseerd op een aantal uitgangspunten: complementair (duale opleidingen worden uitgevoerd samen met de korpsen); competentiegericht: gestructureerd onderwijs gericht op de ontwikkeling van competenties aansluitend op de praktijk; contextgebonden: het geleerde staat ten dienste van het politievak. In het jaar 2011 heeft de noodzaak van verbinding, het zogenaamde school maken, tussen de organisatieonderdelen van de Politieacademie en de onderdelen binnen de Politieacademie en de directie Onderwijs zich steeds nadrukkelijker afgetekend. Vanuit dit bewustzijn is een nieuwe Visie op Politieonderwijs ontwikkeld. In opdracht van de minister en aansluitend op de uitgangspunten van deze nieuwe visie is het Project Vernieuwde Kwalificatiestructuur PO 2012 opgestart. De nieuwe kwalificatiestructuur bouwt voort op de bovengenoemde uitgangspunten, maar zorgt er ook voor dat het onderwijs meer responsief is, meer kennis wordt geïntegreerd in dit onderwijs, de relatie tussen docent en student centraal staat en de kwaliteit van het politieonderwijs wordt geborgd, zodat erkende diploma s worden afgegeven. 3.3 Uitvoer van het onderwijs Initieel: Instroom De laatste jaren werden gekenmerkt door een daling van de instroom. De instroom van aspiranten uit de korpsen in 2011 bleef aanvankelijk achter. Halverwege 2011 heeft dit geleid tot een aanwijzing van de minister om alsnog een instroom te realiseren van aspiranten, zodat de sterkte van politiemedewerkers binnen Politie Nederland op peil blijft. Ook binnen Onderwijs zijn alle zeilen bijgezet om deze doelstelling te realiseren. Hieronder volgt een instroom overzicht uitgesplitst naar de verschillende leergangen. Instroom initieel Assistent Politiemedewerker Politiemedewerker Allround Politiemedewerker Politiekundige Bachelor ** Politiekundige Master * 0* Vrijwillige Politie Totaal Tabel 1: Overzicht instroom initieel 2011 *De opleiding Politiekundige Master is in 2010 en 2011 niet aangeboden. ** Incl. Recherchekundigen. 10

13 Initieel: door- en uitstroom De gemiddelde studieduur van de geslaagden is bij de meeste opleidingsniveaus iets korter dan de nominale studieduur; voor de politiekundige bachelors zelfs flink korter, namelijk 3 jaar in plaats van 4 jaar. Dit is het effect van de verkorte onderwijstrajecten en het vrijstellingenbeleid. Daar staat tegenover dat de gemiddelde student die uitvalt relatief laat de initiële opleiding verlaat, gemiddeld pas in de tweede helft van de studie. Onderstaande cijfers geven de uitval aan van alle sinds 2009 gestarte studenten. Vervolgens een overzicht van het aantal studenten dat per opleiding in 2011 is uitgestroomd met een diploma. Uitval initieel Uitval gestart 2011 Uitval gestart 2010 Uitval gestart 2009 Uitval gestart eerder Assistent Politiemedewerker 5 13 nvt nvt Politiemedewerker nvt Allround Politiemedewerker Politiekundige Bachelor 0 1 Politiekundige Master 0 0 Vrijwillige Politie Totaal Uitstroom met diploma 2011 Assistent Politiemedewerker 167 Politiemedewerker 964 Allround Politiemedewerker 883 Politiekundige Bachelor 71 Politiekundige Master 0 Vrijwillige Politie 52 Totaal Postinitieel onderwijs De verschillende scholen die postinitieel onderwijs verzorgen, verzorgen onderwijs op gebied van de specialistische politietaken alsook op het gebied van politieleiderschap. Studenten kunnen zowel leergangen als losse kernopgaven volgen. Dit onderwijs wordt bekostigd deels vanuit het loopbaanbudget dat vanuit het ministerie ter beschikking wordt gesteld en deels vanuit het eigen budget van de korpsen of andere afnemers (contractactiviteiten). Hieronder volgt een overzicht van de instroom van het aantal studenten, onderverdeeld naar het loopbaanbudget en contractactiviteiten. Tevens is daarbij het aantal annuleringen aangegeven. Het aantal annuleringen wordt beïnvloed door verschuivingen van contractplaatsen naar bekostigde plaatsen (loopbaanbudget), het samenvoegen van groepen en onderlinge overname van opleidingsplaatsen door de korpsen. Aantal geplaatst Aantal geannuleerd Uitvoerend per school 2011 Loopbaanbudget Contract en VOV Loopbaanbudget Contract en VOV School voor Gevaar- & Crisisbeheersing School voor Handhaving School voor Politie Leiderschap School voor Recherche * 210** 394 Totaal * waarvan 291 VOV ** waarvan 52 VOV 11

14 Totaal Postinitieel 2011 Inschrijvingen Ingevuld Annuleringen Taakonderwijs (15%) Contractonderwijs en VOV (10%) Totaal (10%) Overzicht geplaatste en geannuleerde opleidingsplaatsen naar school en het totaal. Aantal studenten per domein School voor Gevaar- & Crisisbeheersing School voor Handhaving School voor Politie Leiderschap School voor Recherche Totaal De toename in de aantallen in 2011 wordt veroorzaakt door veel kortere specials (o.a. hercertificeringen). 3.4 Examinering en EVC s Examinering en Eerder Verworven Competenties (EVC s) Examinering In 2011 is de uitvoer van examinering door het bureau Examinering aan de scholen overgedragen. Bureau Examinering is na de reorganisatie opgenomen in het onderdeel Onderwijs. Met deze wijziging is bepaald dat de inhoudelijke en uitvoerende verantwoordelijkheid in het onderwijs wordt vervlecht. De rol van bureau Examinering is verschoven naar kaderstellend en het monitoren van de kwaliteit. Aantal examens per jaar Aantal examens Aantal examens 2011 Aantal examens realisatie Aantal gebudgetteerd Initieel Postinitieel Relevante derden Beroepscommissie examens De Politieacademie kent een onafhankelijke Commissie van Beroep voor de Examens op basis van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, waar studenten beroep kunnen aantekenen tegen de uitslag van examens. Hieronder een overzicht van het aantal door de commissie behandelde beroepschriften. Uitspraak Niet ontvankelijk Ongegrond Gegrond met vernietiging besluit Gegrond met herkansing Voorziening Totaal Kennistoetsen De invoering van de kennistoetsen leidde in de maanden april t/m juni 2011 tot de indiening van 122 beroepschriften. De beroepsschriften en klachten waren voor de Politieacademie reden om de uitslag van de kennistoetsen als gevolg van uitvoeringsproblemen ongeldig te verklaren voor die studenten die de kennistoets met onvoldoende resultaat hadden afgelegd. Nadat de commissie bij de indieners van de beroepsschriften nagegaan was of zij zich in het besluit van de Politieacademie kon vinden, is 12

15 het bij deze 122 beroepschriften niet tot een individuele en inhoudelijke behandeling gekomen. Alle 122 appellanten hebben hiervan individueel van de commissie een schriftelijke bevestiging ontvangen. Voorziening In twee dossiers heeft de commissie ervoor gekozen geen inhoudelijke uitspraak te doen, maar is een aanwijzing tot oplossing van de klacht gegegeven. Beide klachten hadden betrekking op een onvoldoende motivering van de uitslag, waarbij de commissie het bureau Examinering heeft verzocht de uitslag in een gesprek nader toe te lichten. In beide gevallen heeft dit ertoe geleid dat de student in kwestie zich alsnog met de uitslag kon verenigen. EVC s Dat het politieonderwijs competentiegericht is, houdt ook in dat rekening wordt gehouden met de competenties die de student eerder verworven heeft, door opleiding, werkervaring of op een andere manier. Een erkenning van verworven competenties (EVC) Ieidt tot vrijstellingen van examenonderdelen of proeven van bekwaamheid, tot vermindering van de studiebelasting en veelal tot verkorting van de totale studieduur. Aantal EVC-procedures Initieel Postinitieel Relevante derden De terugloop voor wat betreft het postinitieel onderwijs wordt verklaard doordat er minder mogelijkheden zijn om vrijstellingsverzoeken in te dienen. Dit komt door de gewijzigde opzet van met name de opleidingen Operationeel Leidinggevende Leergang (OLL) en Tactisch Leidinggevende Leergang (TLL). Hiervoor konden in het verleden aanvragen voor vrijstellingen worden gedaan, deze zijn nu niet meer mogelijk (vanaf 2011). 3.5 Kwaliteitszorg onderwijs Kwaliteitszorg onderwijs De Politieacademie heeft een aantal onderzoeksinstrumenten voor het meten van de kwaliteit van en de tevredenheid over het onderwijs. De opzet, doelgroep en frequentie van deze onderzoeken is afhankelijk van de opzet van het onderwijs. Initieel onderwijs De StudentTevredenheidsMeter (STEM) geeft inzicht in de waardering van studenten van de initiële opleidingen voor de verschillende aspecten van het onderwijs. In onderstaande tabel zijn het gemiddelde rapportcijfer voor de opleiding en de totaalindruk weergegeven in vergelijking met De totaalindruk bestaat uit de gemiddelde score van de antwoorden op drie vragen, namelijk met betrekking tot de mate waarin de student de opleiding zou aanraden aan iemand, de mate waarin de opleiding voldoet aan de verwachtingen en de mate waarin de student trots is op de politieopleiding die hij volgt. Rapportcijfer 2 Totaalindruk Initieel onderwijs 6,6 6,4 3,5 3,4 Assistent politiemedewerker 6,8 7,1 3,6 3,7 Politiemedewerker 6,8 6,7 3,7 3,7 Allround politiemedewerker 6,3 6,1 3,3 3,2 Politiekundige bachelor 6,7 6,2 3,6 3,3 Politiekundige master * 6,8 * 3,9 Voortraject Recherchekundige master 6,7 6,6 3,7 3,6 * Hier was een te lage respons om te rapporteren. 2 Gemeten op een schaal van 1 t/m Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens). 13

16 Onderstaande tabel laat de gemiddelde tevredenheid zien van de studenten van de School voor Politiekunde over de gevolgde kernopgaven in kwartiel 1, weergegeven in een gemiddeld rapportcijfer en vergeleken met Kwartiel jan april juli okt jan april juli okt Assistent politiemedewerker 7,5 7,7 7,6 7,5 7,1 * 7,5 7,8 Politiemedewerker 7,8 7,3 7,4 7,4 7,5 * 7,6 7,4 Allround politiemedewerker 7,2 7,3 7,6 7,1 6,8 * 7,7 7,2 * Hier is geen evaluatie uitgevoerd, in verband met de afname van de StudentTevredenheidsMeter. In 2011 zijn binnen de School voor Hogere Politiekunde geen digitale onderwijsevaluaties afgenomen. Postinitieel onderwijs In 2011 is een aantal postinitiële opleidingen geaccrediteerd: - de Master of Crisis and Public Order Management van de School voor Gevaar- en Crisisbeheersing; - de Executive Master of Tactical Policing (TLL), een hbo-master van de School voor Politie Leiderschap. Deze hbo-master is hiermee gelijkwaardig aan een hbo-masterdiploma van het reguliere hbo; - de hbo-bachelor of Policing van de School voor Hogere Politiekunde: in september heeft de visitatie (door de NQA) plaatsgevonden met goed gevolg. De school is in afwachting van de definitieve rapportage, die voorgelegd zal worden aan de NVAO ten behoeve van de accreditatie. De tevredenheid van studenten over de gevolgde kernopgaven binnen het postinitieel onderwijs per school is in de volgende tabel te zien, uitgesplitst in een gemiddelde score 4 op een aantal aspecten en een gemiddeld rapportcijfer. De resultaten zijn vergeleken met die van Gem. score Rapport Rapportcijfer Gem. score cijfer School voor Gevaar- en Crisisbeheersing 4,2 8,0 4,2 8,0 School voor Politieleiderschap 4,0 7,4 4,1 7,4 School voor Recherche 3,9 7,4 4,0 7,4 School voor Handhaving 3,8 7,0 4,2 8,2 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) Op basis van de aanbevelingen in het IOOV-rapport augustus 2010 hebben in 2011 de volgende onderwijsverbeteringen plaatsgevonden: - de leeropdrachten zijn verplicht gesteld; - de kernopgaven zijn gescreend op dekkendheid; - examens zijn aangepast op dekkendheid; - de leeropdrachten zijn aangepast; - inventarisatie van competenties met behulp van competentiematrix. De inspectie heeft in het najaar van 2011 de Operationeel Leidinggevende Leergang binnen de School voor Politie Leiderschap beoordeeld. De inspectie heeft aangegeven dat deze leergang zowel wat betreft de uitvoering van het onderwijs, als de examinering goed is en daarmee voldoet aan de norm van voldoende kwaliteit. De inspectie acht de opleiding tot operationeel leidinggevende van cruciaal belang, aangezien deze functionarissen de dagelijkse leiding hebben over de uitvoering van de politietaak. 4 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens). 14

17 3.6 Verbeterinitiatieven Flexibiliteit In lijn met de nieuwe Visie op Politieonderwijs is in de loop van 2011 is het project Herijking Beroepsprofielen, het latere project Vernieuwde Kwalificatiestructuur PO 2012 gestart. Het doel van dit project is om middels een andere structuur - modulair onderwijs - een flexibeler aanbod te realiseren. Het onderwijs zal gebaseerd worden op de herijkte beroepsprofielen en aansluiten op de ontwikkelingen binnen het Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie (LFNP). Anticiperend hierop is de leerlijn van Allround Politiemedewerker (initieel onderwijs) ontwikkeld. De studieduur is van 4 naar 3 jaar gegaan en beantwoordt hiermee onder andere aan de wens om het onderwijs efficiënter uit te voeren. Inhoudelijk is het onderwijs ingedeeld naar de bedrijfsprocessen van Politie Nederland en is het duale ritme aangepast. Begin 2012 zal dit onderwijs van start gaan. Ook de School voor Hogere Politiekunde heeft in 2011 de nieuwe hbo Bachelor of Policing ontwikkeld. De laatste fasen van deze opleiding worden begin 2012 opgeleverd. Tevens is in 2011 een nieuwe visie op het begeleiden van studenten ontwikkeld, implementatie vindt plaats in In het verlengde hiervan is de samenwerking met ROC s en hbo s door de verschillende scholen gerealiseerd. Er heeft een brainstormdag plaatsgevonden met ROC s om de aansluiting op het nieuwe initiële onderwijs af te stemmen. Diverse oriënterende gesprekken hebben plaatsgevonden, in sommige gevallen zijn contracten afgesloten en in het licht van de samenwerking zijn studenten bij de ROC s gestart. De ROC s kennen een traject Handhaver Toezicht en Veiligheid (HTV). Hier worden mbo-studenten opgeleid tot handhaver/toezichthouder. Na de HTV-opleiding zijn de ROC-studenten Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) en inzetbaar in de publieke/private veiligheidssector. De studenten kunnen tijdens hun studie de richting politie kiezen. Studenten die de selectieprocedure van de Politieacademie met positief resultaat doorlopen kunnen via een verkort traject, met een EVC voor het eerste jaar, de Allround Politiemedewerker te volgen. Dierenpolitie In het regeerakkoord is afgesproken om dierenmishandeling harder aan te pakken. Om dit te effectueren is besloten 500 animal cops (dierenpolitie) tot 2014 op te leiden en in te zetten. In 2011 is de opleiding hiervoor ontwikkeld en uitgevoerd. Begin december zijn de eerste certificaten uitgereikt aan ruim 30 studenten. In totaal zijn er 138 studenten in 2011 met de opleiding gestart. Vrijwillige Politie Er is een nieuwe opleiding Vrijwillige Politiemedewerker ontwikkeld bestaande uit drie kernopgaven. De opleiding kent een doorlooptijd van 1 jaar. Met deze opleiding is een loskoppeling van de functie assistent politiemedewerker is gerealiseerd. Deze vrijwillige politiemedewerker krijgt na 1 jaar opleiding de beschikking over beperkte geweldsmiddelen, maar is wel algemeen opsporingsambtenaar. Virtuele Politieacademie De Virtuele Politieacademie speelt een belangrijke rol in de flexibilisering van het onderwijs. Doel is het in samenhang brengen en doorontwikkelen van mogelijkheden op het gebied van e-learning. Na de eerste oriëntatiefase is de tweede fase in de vorm van het Project e-lab in 2011 afgerond. De tweede fase heeft de waarde aangetoond van afstandsleren en andere virtuele leerexperimenten. De adviezen van fase 2 zijn vervat in het plan van aanpak fase 3. De belangrijkste adviezen omvatten: blended learning, implementatie van de Virtuele Academie via de scholen en integratie van leersystemen. Projectfase 3 is eind 2011 opgestart en kent een vervolg in Een leven lang leren Dit betreft het realiseren van een aanbod voor zittend personeel binnen het veiligheidsdomein om te kunnen om-/her- of bijscholen: deze derde leerweg is volop in ontwikkeling. In 2011 zijn drie pilots uitgevoerd. De samenwerking met de korpsen is geïntensiveerd. Specifieke opleidingsvragen zijn in behandeling genomen om de verschillende doelgroepen te kunnen bedienen. Al gaandeweg is het project Derde Weg vervloeid in het project Vernieuwde Kwalificatiestructuur PO

18 Gastdocenten en gastexaminatoren Voor de inhuur van gastdocenten en examinatoren uit de korpsen zijn nieuwe afspraken gemaakt: betaling vindt plaats aan het korps in plaats van persoonlijk aan de docent of examinator. Het veranderen van de systematiek is in nauw overleg met de RKC en het werkveld voorbereid en (na twee keer uitstel) per 1 november ingevoerd. Implementatie van dit beleid is niet zonder slag of stoot verlopen met de nodige gevolgen voor de beschikbare capaciteit voor de uitvoering van onderwijs en examens. Met name in de laatste twee maanden van 2011 zijn forse inspanningen gepleegd om de negatieve effecten voor studenten zoveel mogelijk te beperken. Samenwerking met de korpsen is noodzakelijk en daarom is in 2011 veelvuldig overleg gevoerd met de contactpersonen in de korpsen. Het traject van intensieve begeleiding loopt door tot tenminste 1 augustus Professionaliseren (De docent z'n vak terug) In 2011 zijn in samenwerking met de Ondernemingsraad dialoogbijeenkomsten georganiseerd, bedoeld om het begrip de docent z n vak terug met de betreffende doelgroep nader te duiden. Een vervolg is gepland in PDA: de Politieacademie wil 100% van de docenten die langer dan twee jaar in dienst zijn geprofessionaliseerd hebben middels een Pedagogisch Didactische Aantekening (PDA). Van de 647 docenten hebben 452 docenten de PDA behaald. Van de totale groep docenten hebben 65 mensen ontheffing gekregen en zijn 28 docenten met de opleiding bezig. Daarmee rest een groep van 102 docenten die de PDA nog moeten volgen. Van die groep zijn 53 mensen langer dan twee jaar in dienst. Onderwijs streeft naar een hbo-diplomering voor 70% van de docenten. Eind december was dit 40%. In 2011 is het niet gelukt om volledig op dit doel in te zetten: de inzet van docenten op het onderwijs was enerzijds vereist om het capaciteitsprobleem veroorzaakt door het traject inhuur gastdocenten en gastexaminatoren op te vangen, anderzijds om voldoende omzet te genereren om zo tekorten te voorkomen. Gedurende het jaar zijn op alle scholen docenten geprofessionaliseerd in het afnemen van examens. Hoewel de professionalisering voor een groot deel is geslaagd, blijft de beschikbare capaciteit voor het afnemen van examens beperkt vanwege de inzet in het onderwijs, evenals de problematische overgang naar inhuur van gastdocenten en examinatoren direct vanuit de korpsen. Deelname aan onderzoek door docenten en het lopen van stage in de praktijk is zoveel mogelijk gestimuleerd en uitgevoerd, maar werd beperkt door bovengenoemde oorzaken. 3.7 Internationalisering In 2010 is het referentiekader internationalisering ontwikkeld en implementatie was gepland, middels een pilot die in 2011 plaatsvond. Aansluitend aan de pilot wordt het totale onderwijsaanbod doorgelicht op de toepassing van het referentiekader in Onderwijs op het gebied van grensoverschrijdend politieoptreden (e-learning module, niveau 4 initieel) is ontwikkeld. De technische afronding en de professionalisering van docenten wordt uitgevoerd in Daarnaast heeft de Staf Internationale Relaties en Internationalisering (SIRI) de scholen ondersteund bij de internationalisering van de curricula. De kaders voor de leeropdrachten voor de internationale beroepsoriëntatie (IBO) voor het initiële onderwijs zijn opgeleverd. Dit betekent dat naast een stage er alternatieve routes zijn om internationale beroepsoriëntatie binnen het onderwijs te kunnen volgen. Afstemming met de korpsen van de IBO op het internationale betrekkingsbeleid van de korpsen wordt opgepakt na de komst van de Nationale Politie. Binnen de scholen zijn diverse uitwisselingsprogramma s gerealiseerd. Twee CEPOL-opleidingen zijn naar tevredenheid verzorgd. 16

19 HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling 4.1 Inleiding Kennis is belangrijk voor de professionaliteit van medewerkers, de doorontwikkeling van het politievak en het vakmanschap. Het belang om de afstand te overbruggen tussen kennis en onderwijs is één van de belangrijkste speerpunten voor zowel de directie Onderwijs als de directie Onderzoek, Kennis en Onderzoek (OK&O) in De zichtbare aanwezigheid in het onderwijs, zowel bij de ontwikkeling van curricula als bij de uitvoering van het onderwijs is belangrijk. De ondersteuning van het onderwijs met state of the art kennis, toegang tot kennisbronnen en het informatievaardig maken van studenten en docenten is een ander aspect. Aan de andere kant is het vanuit het onderwijs ook belangrijk om bij te dragen aan de opbouw van een body of knowledge door middel van onderzoek dat door docenten en studenten wordt uitgevoerd. Het is verheugend te constateren dat die samenwerking steeds breder, intensiever en gaandeweg een natuurlijk onderdeel wordt van het proces, maar er kunnen, en zullen nog wel degelijk verbeteringen worden gerealiseerd. Een grote wens van OK&O blijft het versterken van de inzet van docenten en studenten in onderzoek. Een inzet die de productie van nieuwe kennis nog verder kan doen toenemen. Het afgelopen jaar heeft aangetoond dat nauw samenwerken helpt om afstanden te verkleinen en dus bijdraagt aan de doorwerking. Het programma Politie & Wetenschap (P&W) is geëvalueerd. De uitkomst was dat P&W, in haar huidige vorm, niet terugkeert binnen de Nationale Politie. Dat geldt niet voor de opdracht van P&W: er blijven middelen beschikbaar voor het uitzetten van onderzoeksopdrachten voor de politie. P&W heeft deze zomer de Call voor 2012 uitgezet en deze is in het najaar 2011 beoordeeld. Door de lectoraten zijn meerdere onderzoeksvoorstellen ingediend waarvan er enkele zijn gehonoreerd. De evaluatie van P&W was aanleiding tot gesprekken met onder andere het ministerie over de positionering van de kennisfunctie binnen het nieuwe politiebestel en de inrichting van een kennisinfrastructuur voor de politie. Goede input voor deze discussie was de concept strategische onderzoeksagenda die het afgelopen jaar tot stand gekomen is door nauwe samenwerking tussen de lectoraten en externe partijen. In deze onderzoeksagenda zijn vier onderliggende state of the art studies opgenomen over de thema's prestaties, positie, gezag en professionalisering. Eind 2011 kon de opdracht worden gegeven om tot het drukken van de strategische onderzoeksagenda over te gaan. Tevens is het afgelopen jaar de consultatieronde voorbereid, die begin 2012 van start gaat in de vorm van een drietal ronde tafelsessies met belangrijke partners afkomstig uit de politie, de wetenschap en het beleid. OK&O is sterk op de externe omgeving georiënteerd ook waar het gaat om samenwerking met andere partijen. Het jaar 2011 is gebruikt om de belangrijkste spelers in het externe netwerk in beeld te brengen om vervolgens de banden daarmee aan te halen. Belangrijk resultaat daarvan is geweest dat de samenwerking met TNO, het NFI en de technische universiteiten is geïntensiveerd. Met die samenwerking beoogt OK&O invulling te geven aan de grotere focus op het thema technologie in relatie tot de politie. Een ander terrein waarop samenwerking feitelijk gestalte heeft gekregen betreft het project Virtuele Veiligheidsacademie (VVA). Nadat einde 2010 door het ministerie van Veiligheid en Justitie een subsidie was toegekend om de haalbaarheid van een VVA te onderzoeken, heeft de directie OK&O een belangrijke rol vervuld bij de inrichting van het project en vervolgens bij de aansturing ervan. Het doel van het project is het versterken van de samenwerking tussen de Politieacademie, het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV), de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) op het gebied van kennis en onderwijs. Mede aan de hand van het stakeholderonderzoek dat in 2011 is opgeleverd, wordt sinds kort gewerkt aan de realisatie van drie prototypes voor e-learning, serious gaming en de virtuele integratie van kennisomgevingen binnen het domein crisisbeheersing. Het succes van OK&O wordt voor een belangrijk deel bepaald door de doorwerking van kennis. Daarom is het van belang onze omgeving goed te informeren. Daarbij is ook de vorm van belang. Om die reden is in 2011 een nieuw concept ontwikkeld waarbij op een heel interactieve manier kan worden gecommuniceerd met onze doelgroepen. Het resultaat is K@nnismag geworden dat in juni 2011 voor het eerst is uitgekomen. Dit digitale magazine, gericht op een groot aantal doelgroepen, maakt laagdrempelig inzichtelijk wat de bijdrage van OK&O-activiteiten is geweest in de richting van de praktijk en het onderwijs en vanuit het perspectief van de gebruikers. Een eerste uitgave leverde, 17

20 getuige de reacties, een mooi nieuw product op dat echter aanliep tegen technische belemmeringen binnen de korpsen, waardoor deze niet voor iedereen te bekijken was. In 2012 zal dit product worden doorontwikkeld, waarbij lessen getrokken worden uit de eerste ervaring. Hierin wordt meegenomen in hoeverre met de komst van de Nationale Politie, de (technische) belemmeringen worden weggenomen. Ook het publicatiebeleid heeft in 2011 tot resultaat geleid. De Politieacademie en Boom Lemma uitgevers hebben een contract gesloten om gezamenlijk de Onderzoeksreeks Politieacademie uit te geven. De reeks verschijnt binnen het fonds Criminologie & Veiligheid van Boom Lemma uitgevers. Voor de Politieacademie is het belangrijk dat haar onderzoeksresultaten niet alleen bij de politiepraktijk en het onderwijs bekend worden, maar ook breder. De Politieacademie staat immers midden in de maatschappij en heeft een eigenstandige positie en verantwoordelijkheid ten opzichte van de politie. Daarnaast ontwikkelen ook andere kennisinstituten en partners in het veiligheidsdomein kennis die relevant is voor de versterking van de politieprofessie. Alleen door op basis van complementariteit samen te werken binnen die zogenaamde kennisinfrastructuur ontstaat een optimale ontwikkeling van het politievak. Die samenwerking veronderstelt het breed publiceren van onderzoeksresultaten. De samenwerking met Boom Lemma uitgevers voorziet in die behoefte. 4.2 Afdeling Onderzoek De onderzoeksfunctie is binnen de afdeling gegroepeerd rond de lectoraten. In 2011 functioneerden in totaal 12 lectoraten. Aan ieder van de lectoraten zijn naast een vaste kern bestaande uit een lector, een programmamanager en ondersteuning, onderzoekers en een kenniskring verbonden. Versterken van de onderlinge samenwerking is het uitgangspunt van het lectoratenplan dat vorig jaar is afgerond. Eén van de voornaamste zaken in het lectoratenplan is dan ook de clustervorming. Op natuurlijke manier krijgt die steeds meer gestalte. Dat blijkt onder meer uit de recent gehouden conferentie Recherchestrategieën en de vakdag Veilige Evenementen. Ook een project als Monitoring Evenementen waar een aantal lectoraten in samenwerkt, is een goed voorbeeld, evenals gezamenlijke onderzoeksvoorstellen. De internationale dimensie van de onderzoeksfunctie krijgt onder andere gestalte in EPIC (European Police Research Institutes Collaboration). EPIC heeft tot nu toe verschillende samenwerkingsprojecten en subsidieaanvragen opgeleverd. Er loopt ook een subsidieaanvraag voor het netwerk zelf (bij COST). Inmiddels is er een internationale cursus Policing the global neighbourhood ontwikkeld, die binnen de Politieacademie als minor wordt aangeboden. Een tweede resultaat rond internationale samenwerking is het Matra-project in Turkije. Het project A research based policy approach for the juvenile criminal justice system' wordt gefinancierd door de Europese Unie. Het onderzoek naar het Juvenal Justice System is een project waarbij wetenschappers van de Turkse politieacademie onderzoek doen naar de gang van zaken voor, tijdens en na de terechtzitting van jeugdige delinquenten. Het onderzoek moet leiden tot adviezen naar ministeries om beter in te spelen op de aanpak van vermiste kinderen in Turkije. Ook wordt er een e- learningmodule ontwikkeld over de procedure rondom vermiste kinderen. Het project wordt in het voorjaar van 2012 afgerond. Voorafgaand daaraan is in december 2011 een voorlichting verzorgd voor trainers Jeugd en Vermiste Kinderen in Turkije en bezoeken in januari en februari 2012 twee delegaties vanuit Turkije diverse regio s om mee te draaien met jeugdrechercheurs. In maart is een afsluitend congres gepland. De doorwerking van kennis is de kritische succesfactor van de directie OK&O. De afdeling Onderzoek is daarom niet alleen actief op het gebied van kennisontwikkeling en de publicatie ervan, de lectoraten investeren sterk in de doorwerking via presentaties op en deelname aan congressen, seminars en andere bijeenkomsten. De doorwerking van kennis binnen het onderwijs is voor de lectoraten een speerpunt in het besef dat de betrokkenheid van lectoraten bij het onderwijs en vice versa de kwaliteit van kennistransfer en de professionalisering van student en docent vergroot. In 2011 zijn op dit punt de nodige stappen gezet, maar de samenwerking kan en moet verder worden uitgebouwd. De lectoraten hebben in 2011 onder andere onderwijs verzorgd in bacheloropleiding op het thema politiële ethiek, (gast)colleges zijn verzorgd bij de School voor Politieleiderschap, de School voor 18

21 Recherche en de School voor Hogere Politiekunde. Daarnaast zijn studenten van diverse leergangen begeleid en hebben de lectoraten een rol gespeeld bij examinering. Enkele in 2011 afgeronde en gepubliceerde onderzoeken van de lectoraten zijn: Ordeverstoringen en groepsgeweld bij evenementen en grootschalige gebeurtenissen; Managing collective violence around public events; an international comparison; Leerpunten en ervaringen naar aanleiding van praktische handreikingen voor een veiliger openbaar vervoer in bus, tram en metro; Politiewerk aan de basis: stevig en nuchter; Inrichting van de informatiefabriek; Nieuwe impuls voor veiligheidsaanpak, Het beste van drie werelden; Blauw Relaas; Verhalen over het vakmanschap van politiebazen; Aandacht politie financieel-economische criminaliteit; Lectorale rede lectoraat Financieel Economische Criminaliteit; Lectorale rede lectoraat Gebiedsgebonden Politie; Lectorale rede lectoraat Crisisbeheersing; Lectorale rede lectoraat Forensisch Onderzoek; Lectorale rede lectoraat Politieleiderschap; Slim Vakmanschap; Docent zijn vak terug, PA-Magazine Special; Opsporing Belicht; over strategieën in de opsporingspraktijk; Een wereld te winnen; politie en sociale media, een eerste verkenning; De groep IJzerman; Inrichting Regionale Informatie Organisaties Politiekorpsen Real-Time Intelligence Center; Opsporing van zware en georganiseerde misdaad vanuit macroperspectief Bundelen van kracht, over presterend vermogen, professionaliteit en vermogen tot samenwerking CIE (beperkt verspreid); Inzet van joint investigation teams bij Duits-Nederlandse opsporingssamenwerking; Grensoverschrijdende informatie-uitwisseling tussen Duitse en Nederlandse opsporingsinstanties. In het bovenstaande overzicht van publicaties zijn de lectorale redes vermeld van vijf lectoraten die in 2011 zijn gehouden. De lectorale rede is een belangrijke bijeenkomst voor het lectoraat. Lectoraten betreden vaak het podium. Enkele voorbeelden: studiedag voor docenten GVK van de Politieacademie; themamiddag voor wijkagenten van de politieregio s Midden- en West-Brabant en Zeeland; Vakdag Openbare Orde en Gevaarbeheersing; Recherchevakdag; slotcongres Gebiedsgebonden Politie; seminar Community of Intelligence; seminar Real-time Intelligence Ontrafeld; themadag Nationale Politie-Intelligence; themadag TNO Bestuurlijke Drukte en Informatiemanagement; congres Recherchestrategieën; expeditie Plankzaken Opgeruimd!; Professionele Vastgoedfraude. 4.3 Afdeling Kennis Ontsluiting van kennisproducten en diensten is één van de kerntaken van OK&O. De belangrijkste diensten die worden geleverd zijn PolitieKennisNet (PKN), Mediatheek, Landelijke Deskundigheidsmakelaar en Externe Bronnen. Daarmee wil de afdeling uitgroeien tot de kennisprovider van de Nederlandse politie. In 2011 is een aantal belangrijke stappen gezet. Omdat de politie een 24-uurs bedrijf is, is PKN continue beschikbaar op het PolitieIntraNet. Sinds februari 2011 is PKN ook via internet bereikbaar en daarmee wordt tegemoet gekomen aan de 19