Doelgroepen en woonlasten
|
|
- Stijn Boer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving RAPPORT Doelgroepen en woonlasten Betaalbaarheid in de huursector van Breda
2 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. RIGO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
3 RIGO Research en Advies BV Woon- De bewoonde werk- en leefomgeving RAPPORT Doelgroepen en woonlasten Betaalbaarheid in de huursector van Breda Opdrachtgevers Gemeente en woningcorporaties Breda Auteurs Marlies van der Vlugt Steven Kromhout Johan van Iersel Rapportnummer P26790 Uitgave 1 februari 2014 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 112C 1011 AB Amsterdam info@rigo.nl
4 Inhoud Samenvatting 1 1 Doelgroepen en woonlasten De bestedingsruimte van de doelgroep van beleid 2 3 Toekomstige ontwikkelingen Ontwikkeling behoefte betaalbare huurvoorraad 4 5 Conclusies onderzoek 4 1 Inleiding 6 2 Omvang en ontwikkeling doelgroepen Inleiding Woningvoorraad Huishoudens en inkomensgroepen Omvang en ontwikkeling scheefheid 14 3 Woonlasten van huurders Inleiding Huidige woonlasten van huurders Woonlasten van de doelgroep van beleid Vergelijking met normquotes Effectverkenning huurbeleid en energieprijzen 27 4 De bestedingsruimte van de doelgroep Inleiding Inkomen en uitgaven De bestedingsruimte van de doelgroep De bestedingsruimte versus de werkelijke huurlasten 35
5 5 Toekomstige ontwikkelingen Inleiding Demografische ontwikkelingen Economische ontwikkelingen Ontwikkeling van het eigenwoningbezit 45 6 Ontwikkeling doelgroepen en woningbehoefte Inleiding Omvang en ontwikkeling van de doelgroepen Ontwikkeling van de woningbehoefte De benodigde omvang van de betaalbare huurvoorraad Gewenste differentiatie binnen de betaalbare huurvoorraad 54 Bijlage 1 Aanvullende tabellen en figuren 58 Bijlage 2 Begrippen en aannamen 61
6 Samenvatting 1 Doelgroepen en woonlasten Een toename van de doelgroep van beleid Huishoudens met laag inkomen vormen een groot deel van de bevolking van Breda. In totaal behoren huishoudens tot de doelgroep van beleid 1, ofwel 47%. Voor een deel gaat het om studenten met een laag inkomen, een groep die oververtege n- woordigd is in Breda. Kijken we alleen naar de huishoudens in de zelfstandige wo- ningvoorraad dan behoort 42% tot de doelgroep van beleid. In aantal gaat het om huishoudens. Het betreft voornamelijk alleenstaanden, uit alle leeftijdsgroe- pen. In de periode 2010 tot 2013 is de doelgroep van beleid in de zelfstandige wo- ningvoorraad toegenomen met huishoudens: van 41% in 2010 tot 42% in Afname van goedkope scheefheid De sociale huursector vervult een belangrijke functie in de huisvesting van de lagere inkomensgroepen: 53% van de (zelfstandig wonende) doelgroep van beleid woont in een sociale huurwoning. Daarnaast woont 26% van de middeninkomens in de sociale huursector en 11% van de hogere inkomens. De goedkope scheefheid bedraagt daar- mee 26% en is ten opzichte van 2010 (32%) afgenomen, als gevolg van onder meer een strenger toewijzingsbeleid en een inkomensdaling van huishoudens. Functie van de particuliere huursector Van de doelgroep van beleid woont ongeveer 14% in de particuliere huursector, waarmee deze sector substantieel bijdraagt aan de huisvesting van de doelgroep. Circa particuliere huurwoningen hebben een huurprijs tot 681. Vermoedelijk biedt de particuliere huursector vooral voor jonge huishoudens, veelal starters, een entree op de Bredase woningmarkt. Een toename van huishoudens met een (te) hoge woonquote De meeste huishoudens in de sociale huursector huren een woning onder de aftop- pingsgrenzen. Toch is de woonquote van huurders van de Bredase corporaties toege- nomen van 30% in 2010 tot 34% in Ook heeft een deel van de huurders een hogere woonquote dan (op grond van de in dit onderzoek gehanteerde normquotes) wenselijk is. In 2010 had 20% van de totale huurderpopulatie een te hoge woonquote (4.520 huishoudens), in 2013 is dit percentage toegenomen naar 26% (5.840 huishou- 1 Huishoudens met een belastbaar jaarinkomen tot Op bladzijde 6 is de afbakening van de inkomensgroepen in dit onderzoek weergegeven. 1
7 dens).binnen de primaire doelgroep gaat het om bijna de helft van de huurders en binnen de doelgroep van beleid om 35%. Het grootste deel van de huurders met een te hoge woonquote bestaat uit alleen- staanden onder de 65 jaar. Naar verhouding hebben ook gezinnen vaak te maken met een te hoge woonquote. Huishoudens van 65 jaar of ouder kunnen hun woonlasten over het algemeen prima betalen. Van 5% tot 15% boven de norm Een groot deel van de huurders met een te hoge woonquote heeft een woonquote die tot 5% te hoog is. Maar er zijn ook huishoudens met een woonquote van meer dan 15% boven de in dit onderzoek gehanteerde normquotes. Deze groep is met 450 huis- houdens toegenomen: van in 2010 tot in Deze ontwikkeling is het gecombineerde effect van dalende besteedbare inkomens (als gevolg van de crisis en bezuinigingen) een toename van de huurlasten (mede door bezuinigingen op de huur- toeslag) en een stijging van de energieprijzen. 2 De bestedingsruimte van de doelgroep van beleid Verschillen in inkomens en bestedingsruimte Binnen de doelgroep van beleid is er sprake van inkomensverschillen en verschillen in bestedingsruimte. Voor meer inzicht in beide aspecten is in dit onderzoek de sprei- ding in beeld gebracht. De maximale huur die een huishouden kan betalen (met en zonder huurtoeslag) hebben we afgezet tegen zowel de huidige prijsopbouw van de huurvoorraad als de prijsopbouw na het doorvoeren van het streefhuurbeleid 2. Belangrijke functie huurtoeslag Zonder huurtoeslag kan 47% van de doelgroep van beleid niet meer dan 374 per maand aan de huur besteden. Als we uitgaan van maximale huurtoeslag bij een huur- prijs net onder de huurtoeslaggrens kan 20% van de doelgroep van beleid minder dan 374 besteden aan wonen. De huurtoeslag vervult daarmee een belangrijke functie in de bestedingsruimte van de doelgroep. Belangrijke functie huursegment tot 374 Rekening houdend met de huurtoeslag kan 20% van de doelgroep van beleid tot 374 per maand aan de huur besteden. Het gaat om huishoudens, vooral eenper- soonshuishoudens tot 65 jaar en gezinnen. Dit aantal is ongeveer gelijk aan het aantal woningen in het prijssegment tot 374 dat door de doelgroep van beleid wordt be- woond (3.100 woningen). Het gaat deels om dezelfde huishoudens, maar ook om andere huishoudens met een ruimere bestedingsruimte. Naast de doelgroep van be- 2 Het resultaat als alle huren per direct zouden worden opgetrokken tot de streefhuur. Voor elke huurwoning hebben de corporaties een streefhuur bepaald. 2
8 leid wonen er ook 550 midden- en hogere inkomens in het huursegment tot 374. Als alle huren per direct zouden worden opgetrokken tot de streefhuur, dan neemt het aanbod in het segment tot 374 af van tot woningen en kunnen er bekeken vanuit het perspectief van de bestedingsruimte van huurders tekorten ont- staan. De doelgroep van beleid met voldoende bestedingsruimte Uitgaande van een optimale match tussen bestedingsruimte en woonlasten is er in het prijssegment tussen 374 en 536 een overmaat aan woningen. Een deel van deze woningen wordt bewoond door de doelgroep van beleid die voldoende beste- dingsruimte voor de huur zou moeten hebben of wat meer huur zou kunnen betalen. Het gaat naar verhouding vaak om oudere huishoudens (met een hoger inkomen). 3 Toekomstige ontwikkelingen Bevolkingstoename en vergrijzing Volgens de prognose van de provincie Noord-Brabant neemt het aantal huishoudens in Breda toe met huishoudens in de periode 2013 tot Deze toename be- staat vooral uit eenpersoonshuishoudens en 65-plussers. Het aandeel 65-plus neemt toe van 23% in 2013 tot 26% in Vergrijzing vooral in de koopsector De toename van het aantal ouderen zal de komende decennia het straatbeeld doen veranderen. Voor de woningmarkt betekent de vergrijzing vooral een afname van de dynamiek, want ouderen verhuizen maar in beperkte mate. Daarnaast zal de aanpas- singsbehoefte toenemen, zodra de ouderen minder goed ter been raken of met ande- re ouderdomsbeperkingen te maken krijgen. Deze trends zijn vooral belangrijk voor de koopwoningmarkt. De toename van het aantal ouderen betreft de naoorlogse ba- byboom generatie, die op dit moment een leeftijd tussen ongeveer 50 en 68 jaar heeft. Deze vrij welvarende generatie woont vooral in koopwoningen en verschilt in dit opzicht van de huidige generatie 75-plussers. Dit betekent niet dat de vergrijzing geen gevolgen heeft voor de huursector. Ten eer- ste blijven er ook ouderen in de huursector wonen en zij moeten passend gehuisvest worden. Daarnaast geldt dat door de zogenoemde extramuralisering het aandeel ou- deren met beperkingen in de reguliere voorraad toeneemt. Toename doelgroep van beleid De doelgroep van beleid neemt toe met circa huishoudens in de periode 2013 tot Uiteraard is deze verwachting met bandbreedten omgeven. Twee mecha- nismen liggen aan deze toename ten grondslag: door de economische crisis krijgen huishoudens - behorende tot de beroepsbevolking - te maken met een inkomensda- ling én door vergrijzing neemt de beroepsbevolking af en het aantal gepensioneerden 3
9 toe. Het aandeel 65+ binnen de doelgroep van beleid neemt toe van 30% in 2013 tot 33% in Ontwikkeling behoefte betaalbare huurvoorraad Toename doelgroep in de koopsector De doelgroep van beleid woont voor een toenemend aandeel in de koopsector. Dit betekent dat de betaalbare voorraad (huurwoningen van corporaties tot 681) niet recht evenredig met de doelgroep mee hoeft te groeien. Bij de benodigde omvang van de betaalbare voorraad speelt naast het groeiend aandeel van de doelgroep in de koopsector ook de ontwikkeling van de goedkope scheefheid een rol. Beperkte toenemende behoefte aan betaalbare huurwoningen In de analyses wordt uitgegaan van de huidige verdeling van de huishoudens over de woningvoorraad in Breda. Als deze huidige woonpatronen waaronder scheefwonen worden doorgetrokken dan neemt de behoefte aan woningen in de betaalbare huurvoorraad toe met circa woningen in 2013 tot 2025 (in het economisch ba- sisscenario). Op de korte termijn lijkt het daarom verstandig om de huidige omvang van de betaalbare huurvoorraad in stand te houden en beperkt te laten groeien. Op termijn ontstaat er mogelijk meer schuifruimte. Als de goedkope scheefheid afneemt van 26% in 2013 tot 18% in 2025 kan de betaalbare huurvoorraad in omvang gelijk blijven. Neemt de scheefheid verder af, dan is er zelfs een afname van de betaalbare voorraad mogelijk. Behoud van woningen in het segment tot 374 De bestedingsruimte van huurders neemt de komende jaren af als gevolg van koop- krachtdaling en stijgende energieprijzen. Binnen de betaalbare huurvoorraad is het daarom zaak om ook woningen in het goedkope segment tot 374 te behouden voor de primaire doelgroep. 5 Conclusies onderzoek De doelgroep van beleid is in het recente verleden toegenomen: van 41% in 2010 tot 42% in 2013 in de zelfstandige woningvoorraad. De sociale huursector vervult een belangrijke functie in de huisvesting van de lagere inkomensgroepen. In de periode 2010 tot 2013 is de goedkope scheefheid in de corporat ie huurvoor- raad afgenomen: van 32% in 2010 tot 26% in De particuliere huursector draagt substantieel bij aan de huisvesting van de doel- groep van beleid. De woonquote van huurders is toegenomen van 30% in 2010 tot 34% in
10 Het aantal en aandeel huishoudens met een te hoge woonquote is toegenomen: van 20% in 2010 tot 26% in Veel huurders hebben te maken met een woonquote die tot 5% te hoog is. Ook het aantal huurders met een zeer hoge woonquote (>15%) is met 450 huishou- dens toegenomen. Eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar en gezinnen hebben naar verhouding vaak een te hoge woonquote. Huishoudens van 65 jaar of ouder kunnen hun woonlas- ten over het algemeen prima betalen. De huurtoeslag vervult een belangrijke functie in de bestedingsruimte van de primaire doelgroep. Als alle huren per direct zouden worden opgetrokken tot de streefhuur, neemt het aanbod in het segment tot 374 af en kunnen er bekeken vanuit het per- spectief van de bestedingsruimte van huurders tekorten ontstaan. In het prijssegment tussen 374 en 536 hebben vooral oudere huishoudens (ruim) voldoende bestedingsruimte voor de huur. De doelgroep van beleid neemt toe met circa huishoudens in de periode 2013 tot Het aandeel 65+ binnen de doelgroep van beleid neemt toe van 30% in 2013 tot 33% in De doelgroep van beleid woont voor een toenemend aandeel in de koopsector. Het gaat hier vooral om ouderen met inkomensterugval. Op de korte termijn lijkt het verstandig om de huidige omvang van de betaalbare huurvoorraad in stand te houden en beperkt te laten groeien. Op termijn ontstaat er mogelijk meer schuifruimte, als de goedkope scheefheid in de betaalbare huurvoorraad afneemt. 5
11 1 Inleiding Aanleiding onderzoek In 2010 heeft RIGO in opdracht van de gemeente en corporaties in Breda een onder- zoek uitgevoerd naar de huisvesting en woonlasten van huurders in de sociale huur- sector. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat een deel van de huurders van sociale huurwoningen te hoge woonlasten heeft. Inmiddels is het drie jaar later. De economische situatie is sinds 2010 niet verbeterd: de werkloosheid is toegenomen en de koopkracht gedaald. Ondertussen zijn de woonlasten van huurders gestegen, onder meer als gevolg van bezuinigingen op de huurtoeslag en stijgende energieprijzen. Voor meer inzicht in de betaalbaarheid van het wonen anno 2013 hebben de gemeente en corporaties RIGO gevraagd om de huisvesting en woonlasten van de huurders in Breda opnieuw onder de loep te ne- men. Net als in 2010 baseren we onze analyses op het Woon Onderzoek Nederland (WoON), een groot steekproefonderzoek van het ministerie van BZK. In april 2013 is het databestand van het WoON 2012 beschikbaar gekomen. Omdat dit onderzoek onvoldoende respondenten uit Breda bevat, maken we (net als in 2010) gebruik van referentiecases en simulatietechnieken om een goede schatting van de situatie in Breda te maken. Leeswijzer Deze rapportage is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 beschrijven we de doelgroepen die we in dit onderzoek onder- scheiden, op basis van hun inkomen. We gaan in op de kenmerken van de doel- groepen, de woonsituatie, goedkope scheefheid en de ontwikkeling van de om- vang van deze groepen in de periode 2010 tot In hoofdstuk 3 staan de woonlasten van huurders van sociale huurwoningen cen- traal. Hoeveel betalen zij voor huur, energie en lokale heffingen? En hoe verhou- den de woonlasten zich tot de normquotes die in dit hoofdstuk gehanteerd wor- den? In hoofdstuk 4 gaan we nader in op de bestedingsruimte voor wonen van de doel- groep van beleid en komen we tot een prijsopbouw van de huurwoningvoorraad die optimaal aansluit op de bestedingsruimte van de huurders. In hoofdstuk 5 wordt de toekomst op drie terreinen verkend: demografie, econ o- mie en woonpatronen van huishoudens. In hoofdstuk 6 brengen we op basis van de aannamen in hoofdstuk 5 de ontwikke- ling van de doelgroepen en de woningbehoefte in Breda in beeld in de periode 2013 tot Ook gaan we in op de benodigde omvang van de betaalbare huur- voorraad en de gewenste differentiatie binnen dit segment. 6
12 2 Omvang en ontwikkeling doelgroepen Breda wordt gekenmerkt door een oververtegenwoordiging van jongeren, vooral studenten met een laag inkomen. Van het totaal aantal huishoudens behoort anno % tot de doelgroep van beleid, exclusief onzelfstandig wonende huishoudens (vooral studenten) gaat het om 42%. Dit is ongeveer gelijk aan het landelijk aandeel van 41% in De omvang van de doel- groep van beleid is in de periode 2010 tot 2013 toegenomen, met ongeveer een procentpunt. Ook landelijk is de doelgroep licht toegenomen. Als gevolg van de inkomensdaling van huishoudens en een strenger toewijzingsbeleid is de goedkope scheefheid in de gereguleerde huurvoorraad in Breda afge- nomen: van 32% in 2010 tot 26% in Ook landelijk is de goedkope scheefheid afgenomen: van 29% in 2009 tot 26% in Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de omvang, samenstelling, woonsituatie en ontwikke- ling van vier inkomensgroepen in Breda in de periode 2010 tot Wat is de on t- wikkeling geweest van de doelgroep van beleid en van goedkope en dure scheefheid in de sociale huurvoorraad? Alvorens hierop in te gaan belichten we eerst de samen- stelling van de woningvoorraad en de huishoudens in Breda. 2.2 Woningvoorraad Omvang woningvoorraad Op 1 januari 2013 bestond de bewoonde woningvoorraad in Breda uit circa woningen. De totale woningvoorraad is met woningen groter, omdat een klein deel niet bewoond wordt als gevolg van (frictie)leegstand, door bijvoorbeeld een verhuizing of voorgenomen renovatie of sloop. Anno 2013 bedraagt de (fric- tie)leegstand ongeveer 3%. Het aantal huishoudens in Breda is met circa huishoudens groter dan het aan- tal bewoonde woningen. Ongeveer huishoudens (10%) wonen dus buiten de reguliere woningvoorraad. Het gaat om studenten in studentenhuisvesting en om huishoudens in bewoonde andere ruimten (zoals woonwagens). Deze categorie wordt in dit onderzoek aangeduid als onzelfstandige woonruimten of onzelfstandig wonende huish oudens. In 2010 waren er nog onzelfstandig wonende huishou- dens in Breda (9%). Anno 2013 zijn vooral jongeren vaker dan voorheen inwonend of in het alternatieve circuit gehuisvest, een trend die ook in andere grote (studen- ten)steden zichtbaar is. 7
13 Samenstelling woningvoorraad In figuur 2-1 is de samenstelling van de bewoonde woningvoorraad weergegeven. In Breda staan net iets meer koop- dan huurwoningen. De koopsector bestaat vooral uit grondgebonden woningen en ongeveer de helft van de voorraad heeft een geschatte verkoopwaarde tot (tabel 2-1). De huursector bestaat uit zowel grondgebonden woningen als appartementen. De bewoonde huurvoorraad van woningcorporaties telt woningen (30% van de bewoonde voorraad), waarvan woningen in bezit van Laurentius, wonin- gen in bezit van AlleeWonen en woningen in bezit van WonenBreburg. Circa 87% van de huurvoorraad van woningcorporaties heeft een huurprijs tot de 2de af- toppingsgrens (tot 574, prijspeil 2013), 10% heeft een huurprijs tussen 574 en 681 en 4% valt buiten het gereguleerde huursegment (> 681). figuur 2-1 Samenstelling van de bewoonde woningvoorraad in Breda, 2013 aantal aandeel koop eengezins % meergezins % totaal % corporatie huur eengezins % meergezins % totaal % particuliere huur eengezins % meergezins % totaal % totaal bewoonde voorraad % totaal incl. onzelfstandig 10% 11% 52% 27% koop corporatie huur particuliere huur onzelfstandige woonruimten totaal huishoudens % onzelfstandige woonruimten % Bron: CBS, gemeente en woningcorporaties Breda, WoON 2012, bewerking RIGO tabel 2-1 Bewoonde woningvoorraad naar prijsklassen in Breda, prijspeil 2013 aantal aandeel koop < % % % % > % totaal % corporatie huur particuliere huur totaal huur aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel huur < % % % % % % % 850 9% % % % % > % % % totaal % % % Bron: CBS, gemeente en woningcorporaties Breda, WoON 2012, bewerking RIGO 8
14 2.3 Huishoudens en inkomensgroepen Samenstelling huishoudens naar leeftijd en type Op 1 januari 2013 woonden in Breda huishoudens. In figuur 2-2 en tabel 2-2 is de huishoudenssamenstelling naar leeftijd en type weergegeven. Ongeveer 42% be- staat uit eenpersoonshuishoudens en 30% bestaat uit gezinnen. Breda wordt gekenmerkt door een sterke oververtegenwoordiging van jongeren (stu- denten). Circa 9% van de huishoudens is jonger dan 25 jaar, tegen 5% in Nederland. Circa 23% van de huishoudens is 65 jaar of ouder en 11% is ouder dan 75 jaar. Dit is lager dan de landelijke percentages van respectievelijk 26% en 12%. figuur 2-2 Samenstelling huishoudens naar leeftijd (links) en type (rechts) in Breda, % 10,9% 9% 34% < 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar % 6% eenpersoons tweepersoons 42% gezin eenoudergezin 33% 28% Bron: CBS, bewerking RIGO tabel 2-2 Samenstelling huishoudens naar leeftijd en type in Breda en Nederland, 2013 Breda 2013 Breda 2010 Nederland 2013 aantal aandeel aandeel aandeel < 25 jaar eenpersoons % 8% 4% meerpersoons % 1% 1% 25 tot 45 jaar eenpersoons % 12% 11% tweepersoons % 7% 6% gezin % 15% 15% 45 tot 65 jaar eenpersoons % 9% 10% tweepersoons % 11% 11% gezin % 15% 17% 65 tot 75 jaar eenpersoons % 4% 5% meerpersoons % 7% 9% 75+ eenpersoons % 7% 7% meerpersoons % 4% 5% totaal % 100% 100% Bron: CBS, bewerking RIGO 9
15 Omvang en ontwikkeling inkomensgroepen In tabel 2-4 is de omvang van vier inkomensgroepen weergegeven. Het gaat om: 1. Primaire doelgroep: huishoudens met een belastbaar jaarinkomen en vermogen tot de grens waarop men in aanmerking kan komen voor huurtoeslag. De inko- mensgrenzen zijn weergegeven in tabel 2-3. tabel 2-3 Maximum inkomensgrenzen doelgroep huurtoeslag 2013 inkomensgrenzen eenpersoonshuishouden < 65 jaar eenpersoonshuishouden >= 65 jaar meerpersoonshuishouden < 65 jaar meerpersoonshuishouden >= 65 jaar Bron: Ministerie van BZK 2. Secundaire doelgroep: huishoudens die niet in aanmerking komen voor huurtoe- slag en een belastbaar jaarinkomen hebben tot De primaire en secun- daire doelgroep samen worden de doelgroep van beleid genoemd. 3. Middeninkomens: huishoudens met een belastbaar jaarinkomen tussen en Hogere inkomens: huishoudens met een belastbaar jaarinkomen van meer dan In Breda behoort ongeveer 32% van het totaal aantal huishoudens tot de primaire doelgroep en 47% behoort tot de doelgroep van beleid. Dit is hoger dan het landelijk aandeel van 43% in 2012, vooral als gevolg van de oververtegenwoordiging van jonge- ren (studenten) in Breda met een laag inkomen. Circa 11% van de huishoudens heeft een middeninkomen en 42% heeft een hoger inkomen. Van het aantal zelfstandig wonende huishoudens behoort 42% tot de doelgroep van beleid, wat ongeveer gelijk is aan het landelijke aandeel van 41% in 2012 (tabel 2-5). In de periode 2010 tot 2013 is de doelgroep van beleid in Breda toegenomen met huishoudens: van huishoudens in 2010 tot huishoudens in In aandeel gaat het om een toename van 46% in 2010 tot 47% in 2013, ofwel +1 pro- centpunt. 3 Ook landelijk is de doelgroep van beleid licht toegenomen in de periode 2009 tot 2012 (tabel 2-4 en figuur 2-3). De toename van de doelgroep van beleid heeft deels te maken met de toename van het aantal onzelfstandig wonende huishoudens in Breda (vooral jongeren met een laag inkomen). Maar ook binnen de groep zelfstandig wonende huishoudens is de doelgroep van beleid toegenomen, van 41% in 2010 naar 42% in 2013, wat neerkomt op een toename van zelfstandig wonende huishoudens. 3 In het WoON 2012 zijn de inkomensdefinities aangepast en met terugwerkende kracht toegepast op het WoON Voor de vergelijkbaarheid is in dit onderzoek aangesloten op de herziene versie van het WoON De genoemde percentages wijken daarom af van de percentages genoemd in de rapportage De doelgroep in Breda, RIGO,
16 tabel 2-4 Omvang en ontwikkeling inkomensgroepen in Breda en Nederland, totaal huishoudens Breda aantal Breda aandeel Nederland aandeel primaire doelgroep (A) % 32% 29% 29% secundaire doelgroep (B) % 15% 14% 15% middeninkomens % 11% 11% 12% hogere inkomens % 42% 46% 45% totaal % 100% 100% 100% doelgroep van beleid (A+B) ,7% 47,1% 43,1% 43,4% ontwikkeling doelgroep ,4% 0,3% Bron: WoON 2009 en WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO figuur 2-3 Omvang en ontwikkeling inkomensgroepen in Breda en Nederland, totaal huishoudens 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 44% 42% 46% 45% 10% 11% 11% 12% 15% 15% 14% 15% 31% 32% 29% 29% Breda Nederland hogere inkomens middeninkomens secundaire doelgroep primaire doelgroep Bron: CBS, bewerking RIGO tabel 2-5 Omvang en ontwikkeling inkomensgroepen in Breda en Nederland, zelfstandig wonende huishoudens Breda aantal Breda aandeel Nederland aandeel primaire doelgroep (A) % 26% 27% 26% secundaire doelgroep (B) % 16% 14% 15% middeninkomens % 12% 11% 12% hogere inkomens % 46% 48% 47% totaal % 100% 100% 100% doelgroep van beleid (A+B) ,0% 42,0% 41,1% 41,2% ontwikkeling doelgroep ,0% 0,1% Bron: WoON 2009 en WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 11
17 Samenstelling van de doelgroep van beleid De doelgroep van beleid bestaat vooral uit eenpersoonshuishoudens (68%, figuur 2-4). Gezinnen hebben vaak een hoger inkomen: ruim drie kwart van deze groep heeft een inkomen van meer dan De doelgroep van beleid bestaat voor 30% uit 65-plussers. In de toekomst zal dit aan- deel naar verwachting toenemen. figuur 2-4 Samenstelling van de doelgroep van beleid naar leeftijd (links) en type (rechts) in Breda, % 17% 23% 19% 28% < 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar % 7% 8% eenpersoons tweepersoons gezin eenoudergezin 68% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Woonsituatie van huishoudens Ouderen wonen naar verhouding vaak in de huurvoorraad van de Bredase woningcor- poraties, jongeren in onzelfstandige woonruimten en huishoudens tussen 45 en 65 jaar in de koopsector (figuur 2-5 en figuur 2-6). Naar type huishouden wonen vooral eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen in de huurvoorraad van corporaties. Tweepersoonshuishoudens en gezinnen wonen vaak in de koopsector. Een groot deel van de 65% eigenaar-bewoners onder de groep tussen 45 en 65 jaar zal in de toekomst in de huidige koopwoning blijven wonen. Dit betekent dat de ve r- grijzing zich voor een belangrijk deel in de koopsector manifesteert. Woonsituatie naar inkomensgroep Van de doelgroep van beleid woont ongeveer 42% in de huurvoorraad van woningcor- poraties (tabel 2-6) en van de middeninkomens 25%. Hogere inkomens wonen over- wegend in de koopsector. Van de doelgroep van beleid woont ongeveer 14% in de particuliere huursector, waarmee deze sector substantieel bijdraagt aan de huisvesting van de doelgroep van beleid. Vermoedelijk biedt de particuliere huursector vooral voor jonge huishoudens, veelal starters, een entree op de Bredase woningmarkt. 12
18 figuur 2-5 Woonsituatie van huishoudens naar leeftijd in Breda, % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 7% 7% 10% 15% 14% 11% 69% 24% 26% 33% 47% 27% 15% 55% 65% 56% 36% 52% 10% 6% < 25 jr jr jr jr. 75+ totaal onzelfstandig particuliere huur corporatie huur koop Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO figuur 2-6 Woonsituatie van huishoudens naar type huishouden in Breda, % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 21% 11% 4% 11% 10% 12% 11% 15% 21% 45% 27% 36% 82% 65% 42% 52% 27% eenpersoons tweepersoons tweeoudergezin eenoudergezin totaal onzelfstandig particuliere huur corporatie huur koop Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO tabel 2-6 Woonsituatie van huishoudens naar inkomensgroep in Breda, 2013 koop corporatie huur particuliere huur onzelfstandig totaal N = primaire doelgroep (A) 18% 43% 12% 26% 100% secundaire doelgroep (B) 37% 39% 17% 7% 100% middeninkomens 55% 25% 17% 3% 100% hogere inkomens 82% 10% 6% 1% 100% totaal 52% 27% 11% 10% 100% N = doelgroep van beleid (A+B) 24% 42% 14% 20% 100% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 13
19 2.4 Omvang en ontwikkeling scheefheid In tabel 2-7 is de bewoning van de gereguleerde huurvoorraad van de woningcorpora- ties in Breda weergegeven. Anno 2013 behoort 74% van de huurderspopulatie tot de doelgroep van beleid. Circa 10% van de huurders heeft een middeninkomen en 16% heeft een hoger inkomen. De goedkope scheefheid bedraagt daarmee 26%, wat gelijk is aan het landelijke scheefheidspercentage in De goedkope scheefheid is in de periode 2010 tot 2013 afgenomen: van 32% in 2010 tot 26% in 2013, als gevolg van onder meer een strenger toewijzingsbeleid en een inkomensdaling van huishoudens. Ook in Nederland is in de periode 2009 tot 2012 de goedkope scheefheid afgenomen: van 29% in 2009 tot 26% in 2012 ( figuur 2-7). In tabel 2-8 is de omvang van de dure scheefheid in Breda weergegeven. Anno 2013 behoort 52% van de huishoudens in de vrije sector huurvoorraad van corporaties tot de doelgroep van beleid. Daarmee is de dure scheefheid afgenomen: in 2010 ging het nog om 60%. Het gaat hierbij echter om kleine aantallen en er is nader onderzoek nodig om de oorzaak hiervan te achterhalen. tabel 2-7 Bewoning van de gereguleerde huurvoorraad van woningcorporaties in Breda naar inkomensgroep in 2010 en 2013 Breda aantal Breda aandeel gereguleerde huur primaire doelgroep (A) % 52% secundaire doelgroep (B) % 22% middeninkomens (C) % 10% hogere inkomens (D) % 16% totaal % 100% doelgroep van beleid (A+B) % 74% overige huishoudens (C+D) % 26% Bron: CBS, WoON 2009, WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO figuur 2-7 Bewoning van de gereguleerde huurvoorraad van woningcorporaties in Breda (2010 en 2013) en Nederland (2009 en 2012) naar inkomensgroep 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 19% 16% 18% 14% 13% 10% 11% 11% 20% 22% 21% 22% 48% 52% 50% 52% Breda Nederland hogere inkomens middeninkomens secundaire doelgroep primaire doelgroep Bron: CBS, WoON 2009, WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 14
20 tabel 2-8 Bewoning van de vrije sector huurvoorraad van woningcorporaties in Breda naar inkomensgroep in 2010 en 2013 Breda aantal Breda aandeel huur boven liberalisatiegrens primaire doelgroep (A) % 36% secundaire doelgroep (B) % 16% middeninkomens (C) % 14% hogere inkomens (D) % 34% totaal % 100% doelgroep van beleid (A+B) % 52% overige huishoudens (C+D) % 48% Bron: CBS, WoON 2009, WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 15
21 3 Woonlasten van huurders De woonquote van huurders in de huurvoorraad van de Bredase woningcor- poraties is toegenomen: van 30% in 2010 tot 34% in Dit als gevolg van een stijging van de huur en de overige woonlasten en een afname van het inkomen. In vergelijking met de normen die we hier hanteren hebben huurders te hoge woonlasten (26%), waarvan de meesten tot de primaire doelgroep behoren. Dat zijn er meer dan in 2010: toen hadden huurders (20%) een te hoge woonquote. Voor een deel gaat het om huishoudens die met hun woonlasten net boven de norm zitten die hier gehanteerd wordt. Maar ook de groep met zeer hoge woonlasten (meer dan 15% boven de norm) is met 450 huishoudens toegenomen: van in 2010 tot in Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de woonlasten en woonquotes van huurders in de huurvoorraad van de Bredase woningcorporaties. We vergelijken de woon quotes van huurders met normquotes die gebaseerd zijn op Nibud-cijfers om inzicht te krijgen in de omvang en de samenstelling van de groep huurders met te hoge woonlasten. We brengen in beeld hoe deze groep zich ontwikkeld heeft in de periode 2010 tot Huidige woonlasten van huurders Omvang en ontwikkeling woonlasten De woonlasten van huurders bestaan niet alleen uit de huur maar ook uit andere componenten, zoals de kosten voor energie en lokale heffingen door de gemeente en het waterschap. De kosten voor deze overige woonlasten staan weergegeven in bijl a- ge 2. Opgeteld is een doorsnee huurder in de huurvoorraad van de corporaties in Breda 555 in de maand kwijt aan wonen (tabel 3-1). Het grootste deel van de woonlasten bestaat uit de netto huur (incl. servicekosten): 370. Huishoudens uit de primaire doelgroep ontvangen huurtoeslag en betalen me- de daardoor ongeveer 150 tot 200 minder dan huishoudens uit de andere doel- groepen. De energierekening van huurders in de sociale huursector bedraagt circa 115 per maand en de lokale heffingen 55. Deze bedragen liggen wat hoger dan in 2010 (tabel 3-2). Dit komt onder meer door een stijging van de aardgasprijs. De lokale heffingen van de gemeente en het waterschap zijn in de periode 2010 tot 2013 met ongeveer 2 per maand toegenomen. In tegenstelling tot de woonlasten is het besteedbaar inkomen van huurders in Breda gedaald: van in 2010 naar in Dat betekent ook dat het percen- tage van het besteedbaar inkomen dat huurders uitgeven aan huur (huurquote) en aan de totale woonlasten (woonquote) gestegen is. De woonquote van huurders is 16
22 gestegen van 30% in 2010 tot 34% in De toename van de woonquote deed zich voor binnen elke inkomensgroep (zie ook figuur 3-1). Landelijk bedroeg de doorsnee woonquote van huurders in de corporatie huurvoorraad 33% in 2012 (zie ook tabel b- 3 in bijlage 1). tabel 3-1 Woonlasten, quoten en besteedbaar huishoudensinkomen per maand van huurders in de huurvoorraad van corporaties, 2013, in medianen 4 woonquote 37% 35% 37% 30% 22% 34% huurquote 24% 25% 24% 20% 15% 22% energiequote 9% 6% 8% 6% 4% 7% belastingquote 5% 3% 4% 3% 2% 4% N = Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO tabel 3-2 Woonlasten, quoten en besteedbaar huishoudensinkomen per maand van huurders in de huurvoorraad van corporaties, 2010, in medianen 2013 primaire secundaire doelgroep van middeninkomens hogere doelgroep (A) doelgroep (B) beleid (A+B) inkomens totaal netto huur (incl. toeslag) gas en electriciteit lokale belastingen en water totaal netto woonlasten besteedbaar huishoudensinkomen primaire secundaire doelgroep van middeninkomens hogere doelgroep (A) doelgroep (B) beleid (A+B) inkomens totaal netto huur (incl. toeslag) gas en electriciteit lokale belastingen en water totaal netto woonlasten besteedbaar huishoudensinkomen woonquote 33% 34% 33% 28% 20% 30% huurquote 22% 25% 23% 20% 14% 20% energiequote 8% 6% 7% 5% 4% 6% belastingquote 4% 3% 4% 3% 2% 3% N = Bron: WoON 2009, woningmarktsimulatie RIGO 4 Omdat in de tabel medianen zijn weergegeven tellen de netto huur en de overige woonlasten niet exact op tot de totale woonlasten. De mediaan is de middelste waarde in een reeks getallen die gerangschikt zijn naar grootte. Dat wil zeggen dat 50% van de getallen onder de mediaan ligt en 50% van de getallen boven de mediaan. Het voordeel van een mediaan is dat deze minder gevoelig is voor uitschieters dan het gemiddelde. In bijlage 1 is de tabel met gemiddelde waarden weergeven. 17
23 figuur 3-1 Woonquote van huurders in de corporatie huurvoorraad in 2010 en 2013, in medianen 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 33% 37% 37% 34% 35% 33% 30% 28% 22% 20% 34% 30% primaire doelgroep (A) secundaire doelgroep (B) doelgroep van beleid (A+B) middeninkomens hogere inkomens totaal Bron: WoON 2009 en WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Spreiding van huur- en woonquoten Een doorsnee huurder gaf in % van zijn besteedbaar inkomen uit aan de (net- to) huur. In 2013 bedraagt de huurquote 22%. In figuur 3-2 is te zien dat er tussen de doelgroepen flinke verschillen zijn. Circa 12% van de primaire doelgroep en 10% van de secundaire doelgroep is meer dan 35% van zijn besteedbaar inkomen kwijt aan de huur. Naarmate het inkomen hoger is, neemt de huurquote af. Het merendeel van de huurders uit de hoogste inkomensgroep is minder dan 20% van het huishoudensbud- get kwijt aan de huur. Eenzelfde beeld komt naar voren bij de spreiding van de woonquotes ( figuur 3-3). Een doorsnee huurder in een corporatie huurwoning besteedt circa 34% van zijn besteed- baar inkomen aan woonlasten, maar bij sommigen gaat meer dan de helft van hun budget op aan huur en bijkomende kosten. Het zijn vooral eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar met hoge woonquotes (figuur 3-4). Binnen deze groep gaat het om zowel jongere als oudere huishoudens. 18
24 figuur 3-2 Spreiding van de huurquotes naar doelgroep, 2013 totaal hogere inkomens 31% 78% 28% 21% 11% 17% 9% < 20% 20% - 25% 25% - 30% middeninkomens 41% 35% 18% 5% 30% - 35% > 35% doelgroep van beleid (A+B) 20% 29% 25% 15% 11% secundaire doelgroep (B) 17% 30% 26% 17% 10% primaire doelgroep (A) 21% 29% 25% 14% 12% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 0% 20% 40% 60% 80% 100% figuur 3-3 Spreiding van de woonquotes naar doelgroep, 2013 totaal hogere inkomens 16% 35% 64% 32% 31% 12% 5% 4% < 25% 25% - 35% 35% - 45% middeninkomens 18% 62% 20% 45% - 55% > 55% doelgroep van beleid (A+B) 5% 32% 40% 16% 7% secundaire doelgroep (B) 6% 37% 44% 9% 4% primaire doelgroep (A) 4% 30% 38% 19% 9% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 0% 20% 40% 60% 80% 100% figuur 3-4 Spreiding van de woonquotes naar huishoudenstype, 2013 totaal gezin 16% 37% 35% 35% 32% 12% 5% 21% 4% 3% < 25% 25% - 35% 35% - 45% 65+ 2p. 10% 73% 13% 3% 45% - 55% > 55% 65+ 1p. 35% 47% 15% 2% < 65 jaar 2p. 3% 28% 47% 17% 5% < 65 jaar 1p. 6% 24% 40% 20% 11% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 19
25 3.3 Woonlasten van de doelgroep van beleid Huishoudens uit de primaire en in mindere mate de secundaire doelgroep hebben soms te maken met hoge huur- en woonquotes. In deze paragraaf gaan we nader in op de woonlasten van de primaire en secundaire doelgroep, samen de doelgroep van beleid. Woonlasten naar huishoudenstype De doelgroep van beleid in de huurvoorraad van corporaties bestaat relatief vaak uit eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar: het gaat om 39%, tegen 34% binnen de totale huurderspopulatie (figuur 3-5). Deze groep betaalt relatief weinig huur, maar heeft vanwege een laag inkomen een hoge huur- en woonquote (respectievelijk 27% en 41%, tabel 3-3). De doelgroep van beleid bestaat ook relatief vaak uit eenpersoonshuishoudens ouder dan 65 jaar. Deze groep heeft een hoger inkomen en daardoor een lagere huur- en woonquote. Tweepersoonshuishoudens ouder dan 65 jaar binnen de doelgroep van beleid hebben weliswaar de hoogste woonlasten, maar ook het hoogste inko men. Hun woonquote is met 30% relatief laag. figuur 3-5 Samenstelling van de huurderspopulatie in de huurvoorraad van corporaties, totaal en binnen de doelgroep van beleid, % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 22% 17% 11% 11% 22% 29% 11% 5% 34% 39% totaal doelgroep van beleid gezin 65+ 2p p. < 65 jaar 2p. < 65 jaar 1p. Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 20
26 tabel 3-3 Woonlasten, quoten en besteedbaar huishoudensinkomen per maand van de doelgroep van beleid naar huishoudenstype in de huurvoorraad van corporaties, 2013, in medianen < 65 jaar 1p. < 65 jaar 2p p p. gezin totaal netto huur (incl. toeslag) gas en electriciteit lokale belastingen en water totaal netto woonlasten besteedbaar huishoudensinkomen woonquote 41% 37% 32% 30% 33% 37% huurquote 27% 25% 22% 20% 20% 24% energiequote 9% 8% 7% 7% 9% 8% belastingquote 5% 4% 4% 4% 4% 4% N = Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Woonlasten naar energielabel De woonsituatie van de doelgroep van beleid naar energielabel verschilt weinig van de woonsituatie van de midden- en hogere inkomens (figuur 3-6). Circa 19% van de doelgroep van beleid woont in een huurwoning met label A of B (tegen 18% van de totale huurderspopulatie) en 14% woont in een huurwoning met label F of G (tegen 15% van de totale huurderspopulatie). Een doorsnee huurder van een woning met label A betaalt een wat hogere huur, maar de energiekosten zijn niet substantieel lager waardoor deze huishoudens een hoge huur- en woonquote hebben (tabel 3-4). Deze woningen worden relatief vaak be- woond door ouderen met een wat hoger inkomen: 30% bestaat uit tweepersoons- huishoudens ouder dan 65 jaar (tegen 11% totaal). Deze huishoudens houden over het algemeen voldoende budget over voor andere uitgaven. Een doorsnee huurder in een woning met label G heeft de hoogste energiequote (10%), maar de laagste huur- quote (22%). Huurders in woningen met een B label hebben een lage energiequote (7%) en een huurquote gelijk aan die van de totale huurderspopulatie (24%). 21
27 figuur 3-6 Samenstelling van de corporatie huurvoorraad naar energielabel en de woonsituatie van de doelgroep van beleid, % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 15% 14% 12% 11% 25% 25% 29% 30% 10% 10% 8% 9% totaal doelgroep van beleid F + G E D C B A Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO tabel 3-4 Woonlasten, quoten en besteedbaar huishoudensinkomen per maand van de doelgroep van beleid naar energielabel in de huurvoorraad van corporaties, 2013, in medianen A B C D E F G totaal netto huur (incl. toeslag) gas en electriciteit lokale belastingen en water totaal netto woonlasten besteedbaar huishoudensinkomen woonquote 39% 36% 36% 36% 37% 38% 36% 37% huurquote 28% 24% 25% 24% 25% 22% 22% 24% energiequote 8% 7% 8% 9% 8% 9% 10% 8% belastingquote 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% N = Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Woonlasten van zittende en nieuwe huurders Een doorsnee huurder die in 2011 naar een corporatie huurwoning is verhuisd is 360 kwijt aan de (netto) huur en 540 aan de totale woonlasten. Dit is hoger dan huurders die al langer in de corporatie huurvoorraad wonen. Ook de woonquote van nieuwe huurders is met 41% hoger dan de woonquote van de totale huurderspopula- tie (37%). 22
28 tabel 3-5 Woonlasten, quoten en besteedbaar huishoudensinkomen per maand van de doelgroep van beleid naar het jaar waarin men verhuisd is naar een corporatie huurwoning, in medianen voor t/m totaal netto huur (incl. toeslag) gas en electriciteit lokale belastingen en water totaal netto woonlasten besteedbaar huishoudensinkomen woonquote 36% 39% 41% 37% huurquote 23% 25% 29% 24% energiequote 8% 8% 8% 8% belastingquote 4% 5% 4% 4% N = Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 3.4 Vergelijking met normquotes Om te kunnen bepalen welke huurders te hoge woonlasten hebben, hebben we in overleg met de gemeente en corporaties normquotes vastgesteld. Om die normquo- tes te bepalen is gebruikgemaakt van cijfers van het Nibud. Nibud-benadering van woonlasten In opdracht van woningcorporaties stelt het Nibud regelmatig advieshuren op. Op basis van kengetallen over de bestedingen van huishoudens aan diverse uitgavenpo s- ten adviseert het Nibud voor verschillende typen huishoudens over wat de maximale huren mogen zijn om voldoende inkomen over te houden voor uitgaven aan primair levensonderhoud. Voor elke uitgavepost heeft het Nibud een minimaal benodigd bedrag bepaald, per huishoudenstype maar ongeacht inkomen. Deze bedragen worden basisbedragen genoemd. Daarnaast kijkt het Nibud naar het bedrag dat een huishouden werkelijk uitgeeft. Deze bedragen zijn representatief zijn voor het inkomensniveau van het huishouden en worden voorbeeldbedragen genoemd. De normbedragen die het Ni- bud voor de uitgaven aan primair levensonderhoud hanteert, houden het midden tussen de basisbedragen en de voorbeeldbedragen. Het verschil tussen het besteed- baar inkomen en de normbedragen vormt de (maximale) huur die het Nibud advi- seert. Van advieshuren naar normquotes Om te kunnen bepalen of huurders in Breda meer kwijt zijn aan woonlasten dan het Nibud adviseert, hebben we de advieshuren van het Nibud eerst uitgedrukt in een huurquote, door de advieshuur te delen door het besteedbaar inkomen dat bij een bepaald bruto inkomen hoort. Vervolgens hebben we deze maximale huurquote ver- 23
29 meerderd met 10%, om rekening te houden met de bijkomende kosten voor energie en lokale heffingen. Het totale percentage beschouwen we als de maximaal accepta- bele woonquote. Deze acceptabele woonquote vergelijken we met de werke lijke woonquote van huurders in de huurvoorraad van de Bredase woningcorporaties. Omvang en ontwikkeling van huurders met een te hoge woonquote Anno 2013 hebben huurders (26%) in de huurvoorraad van de corporaties een hogere woonquote dan de norm die we hier hanteren (tabel 3-6). Dat zijn er meer dan in 2010: toen hadden huurders (20%) een te hoge woonquote. De meeste huishoudens met een te hoge woonquote behoren tot de primaire doelgroep. Binnen de primaire doelgroep heeft 45% een te hoge woonquote en binnen de secundaire doelgroep 12%. Huishoudens met een midden- of hoger inkomen die een corporatie- woning huren, wonen over het algemeen niet te duur. tabel 3-6 Aantal en aandeel huurders in de huurvoorraad van corporaties met een hogere woonquote dan acceptabel, in 2010 en 2013 aantal aandeel aandeel binnen groep primaire doelgroep (A) % 90% 39% 45% secundaire doelgroep (B) % 10% 7% 12% middeninkomens % 0% 0% 1% hogere inkomens % 0% 0% 0% totaal % 100% 20% 26% doelgroep van beleid (A+B) % 100% 30% 35% Bron: WoON 2009 en WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Binnen de doelgroep van beleid hebben vooral gezinnen en eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar een te hoge woonquote (respectievelijk 50% en 36%, tabel 3-7). De om- vang van deze groepen is in de periode 2010 tot 2013 toegenomen, als gevolg van een stijging van de woonlasten en een daling van het inkomen, vooral onder gezinnen. De groep eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar (2.370 huishoudens) is divers van samen- stelling en bestaat voor 15% uit huishoudens tot 25 jaar, voor 41% uit huishoudens tussen 25 en 45 jaar en voor 44% uit huishoudens tussen 45 en 65 jaar. Onder gezin- nen zien we vaak eenoudergezinnen terug: het gaat om circa huishoudens, of- wel 71% binnen de groep gezinnen. Ook tweepersoonshuishoudens tot 65 jaar hebben anno 2013 vaak een te hoge woonquote, maar minder vaak dan in Het gaat om een kleine groep huishou- dens. De meeste ouderen binnen de doelgroep van beleid kunnen hun woonlasten prima betalen. In 2010 had 12% van de eenpersoonshuishoudens boven de 65 jaar een te hoge woonquote, in 2013 is dit aandeel afgenomen tot 7%. In absolute aantal- len is de omvang van deze groep wel toegenomen, omdat het totaal aantal ouderen in de huursector is toegenomen. 24
30 tabel 3-7 Aantal en aandeel huurders binnen de doelgroep van beleid met een hogere woonquote dan acceptabel naar huishoudenstype, in 2010 en 2013 aantal aandeel aandeel binnen groep < 65 jaar 1p % 41% 35% 36% < 65 jaar 2p % 6% 46% 41% 65+ 1p % 25% 12% 7% 65+ 2p % 4% 12% 14% gezin % 24% 31% 50% totaal % 100% 30% 35% Bron: WoON 2009 en WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO Spreiding van de onacceptabele woonquote van huurders Van de huurders binnen de primaire doelgroep met een te hoge woonquote heeft 28% een woonquote die meer dan 15% hoger ligt dan de norm die hier gehan- teerd wordt (figuur 3-7). Binnen de totale doelgroep van beleid gaat het om 26%, ofwel huishoudens. In 2010 ging het om 24%, ofwel huishoudens. Deze huishoudens hebben mogelijk te maken met betalingsachterstanden. Het grootste deel van de toename van het aantal huishoudens met een te hoge woonquote bestaat uit huishoudens met een woonquote die tot 5% hoger ligt dan de norm die hier gehanteerd wordt. Binnen de doelgroep van beleid zijn het vooral eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar en gezinnen die een veel hogere woonquote hebben dan de norm die hier gehanteerd wordt (figuur 3-8). Veel van deze huishoudens leven van een uitkering (tabel 3-8). Binnen de groep eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar gaat het om zowel jongere als oudere huishoudens. Binnen de groep gezinnen gaat het vooral om eenoudergezinnen (78%). Tweepersoonshuishoudens boven de 65 jaar hebben vrijwel nooit te maken met zeer hoge woonquotes. 25
31 figuur 3-7 Spreiding van de onacceptabele woonquote van de doelgroep va n beleid in de huurvoorraad van corporaties, in 2010 en 2013 doelgroep van beleid (A+B) 19% 18% 22% 15% 26% < 2,5% 2,5% - 5% secundaire doelgroep (B) primaire doelgroep (A) doelgroep van beleid (A+B) secundaire doelgroep (B) 15% 13% 29% 28% 15% 20% 18% 30% 18% 15% 11% 21% 13% 28% 27% 16% 34% 9% 24% 17% 5% - 10% 10% - 15% > 15% primaire doelgroep (A) 17% 15% 26% 17% 25% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO figuur 3-8 Spreiding van de onacceptabele woonquote van de doelgroep van beleid in de huurvoorraad van corporaties naar huishoudenstype, 2013 totaal gezin 19% 14% 18% 22% 22% 22% 8% 15% 34% 26% < 2,5% 2,5% - 5% 5% - 10% 65+ 2p. 30% 8% 30% 30% 10% - 15% > 15% 65+ 1p. 27% 21% 29% 11% 12% < 65 jaar 2p. 8% 30% 26% 20% 15% < 65 jaar 1p. 18% 12% 17% 19% 35% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bron: WoON 2012, woningmarktsimulatie RIGO 26
Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid
RAPPORT 03-06-2014 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieWoonlasten- en behoefteonderzoek
RAPPORT 17-03-2015 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Woonlasten- en behoefteonderzoek In de regio West-Brabant en Zeeland De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij
Nadere informatieWoonruimteverdeling in Breda
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieBetty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies
M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:
Nadere informatieDoelgroepen TREND A variant
Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling
Nadere informatieWoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie
WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen
Nadere informatieRapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek
Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286
Nadere informatieWoonlastenonderzoek Breda
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonlastenonderzoek Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatie2 In het kort: onderzoek en analyse
2 In het kort: onderzoek en analyse In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten van het onderzoeksrapport De woningmarkt in West-Brabant en Tholen, 2012 weergegeven. In de eerste paragraaf volgt
Nadere informatieWoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners
15233-WON WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners Berry Blijie (ABF) Judith Hurks (BZK) 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad
Nadere informatieDoelgroepen en woningbehoefte
RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl RAPPORT 13 NOVEMBER 215 Doelgroepen en woningbehoefte Onderzoeksmatige onderlegger voor de wensportefeuille van Lefier De verantwoordelijkheid
Nadere informatieBetaalbaarheid Haaglanden
Betaalbaarheid Haaglanden De betaalbaarheid van sociale huurwoningen krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. De huurprijzen van sociale huurwoningen stijgen, terwijl het (besteedbare) inkomen van
Nadere informatie30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatie30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatie** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatieOmvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008
Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties
Nadere informatie31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatieWoningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt
Woningmarktonderzoek IJsselstein 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt de r u y t e r k a d e 1 1 2 C 1 0 1 1 a b a m s t e r d a m w w w. r i g o. n l Opbouw 1. Algemeen beeld woningmarkt
Nadere informatie1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatieGerrichhauzen en Partners Notitie 'Bereikbaar wonen in Breda' Concept d.d. 14 april
Gerrichhauzen en Partners Notitie 'Bereikbaar wonen in Breda' Concept d.d. 14 april 2011 1 BEREIKBAAR WONEN IN BREDA Juni 2011 Een synthese van de rapporten over de woningmarkt en doelgroep in Breda 1
Nadere informatie16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatie30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatieBijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen
Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch
Nadere informatieBij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Doorkiesnummer 030-28 64408
Nadere informatie30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland
1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste
Nadere informatieKoopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland
In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens
Nadere informatieDe woningmarkt in Amstelveen
RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl RAPPORT De woningmarkt in Amstelveen Op basis van het Woononderzoek Nederland 2012 Schutsluis, Amstelveen De verantwoordelijkheid voor
Nadere informatieRegionaal Platform Woonconsumenten Noord Kennemerland
Betaalbare huur. In de Algemene Leden Vergadering eind mei 2015 discussieerden de leden van het Regionaal Platform Noord-Kennemerland () over betaalbare huren. Voor deze discussie is het document: Betaalbare
Nadere informatieWONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN
WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van
Nadere informatieRIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl. De doelgroep in Breda
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl De doelgroep in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting
Nadere informatieLokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )
Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties
Nadere informatieBetaalbaar Wonen Woonlasten en kwaliteit in de sociale huursector
Betaalbaar Wonen Woonlasten en kwaliteit in de sociale huursector Wilma Bakker en Steven Kromhout (RIGO) De opdracht voor dit onderzoek is verstrekt door Kennisplatform Corpovenista. Kennisplatform Corpovenista
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije
Nadere informatieWoonlasten van huurders
RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonlasten van huurders Huur- en energielasten in de gereguleerde huursector De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatie2010-2012 SAMENVATTING
2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis
Nadere informatieAnalyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland
Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal
Nadere informatieFactsheet wonen Harderwijk
Factsheet wonen Harderwijk Mei 2015 Domein Ruimte INHOUDSOPGAVE 1. Woningbehoefte 2 2. Woningvoorraad 4 3. Aandachtsgroepen 5 4. Woonlasten 7 5. Wonen en zorg 9 6. Leefbaarheid 11 7. Gerealiseerde verhuizingen
Nadere informatieFact sheet Wonen in Zaanstad 2017
Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.
Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid
Nadere informatieFact sheet Wonen in Amsterdam 2017
Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.
Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid
Nadere informatieBetaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten
Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Petra Bassie petra.bassie@vng.nl Betaalbaarheid van het wonen - Rapport VNG - Belangrijkste inzichten & bestuurlijke
Nadere informatieRaming van de omvang van de kernvoorraad in 2015
Notitie Raming van de omvang van de kernvoorraad in 2015 Methodiek, aannamen en berekening DSO/PSO/WVB 11 juni 2013 Samenvatting Achtergrond Gemeente en corporaties zijn in de prestatieafspraken 2010-215
Nadere informatieBetaalbaarheid in de regio West- Brabant, Tholen en Bevelanden
RAPPORT 12 JULI 2017 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Betaalbaarheid in de West- Brabant, Tholen en Een integraal overzicht over de s De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.
Gelderse regio Stadsregio Arnhem/Nijmegen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens
Nadere informatieRIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Tussen wal en schip
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Tussen wal en schip Twee deelstudies naar de gevolgen van de 90% norm De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies.
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.
Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1
Nadere informatiePublicaties Stadsdeelbestuur 2010
Publicaties Stadsdeelbestuur 2010 Stadsdeelraad Vergaderstukken/raadsvoorstellen 28 september 2010-r Voorstel van Raadsleden Van Lissum en De Meij (VVD) over Effecten van Europese maatregel voor huishoudens
Nadere informatie(Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren
(Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren (Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren - EINDRAPPORT - Auteur Jerzy Straatmeijer Amsterdam, 11 september 2018 Publicatienr.
Nadere informatieWoonwensen 2015 Gemeente s-hertogenbosch
Woonwensen 2015 Gemeente s-hertogenbosch Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek juni 2016 2 Inhoud 0. Samenvatting 5 0.1 Woonwensen van starters en doorstromers samengevat 7 1. Inleiding
Nadere informatieAchtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE BETAALBAAR- HEID
Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE BETAALBAAR- HEID donderdag 19 maart 2015 BETAAL- BAARHEID Groningen is de jongste stad van Nederland. Van de totaal circa 200.000 inwoners zijn
Nadere informatieRIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDCONCEPT. Woonlastenonderzoek. Gemeente Waalwijk
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDCONCEPT Woonlastenonderzoek Gemeente Waalwijk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van
Nadere informatieKengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht
Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige
Nadere informatieAnalyse Scheefwonen. Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB. W. Philipsen en B. Blijie. Juni 2013 r bb WON
Analyse Scheefwonen Analyse Scheefwonen Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB W. Philipsen en B. Blijie Juni 2013 r2013-0014bb 12269-WON ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27
Nadere informatieWoonlasten in Den Bosch 3.0
RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl EINDRAPPORTAGE Woonlasten in Den Bosch 3.0 Betaalbaarheid van de sociale huursector in 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatieBetaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten
Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Freya Mostert freija.mostert@vng.nl Betaalbaarheid van het wonen - Rapport VNG - Belangrijkste inzichten & bestuurlijke
Nadere informatieBrief van de minister voor Wonen en Rijksdienst
27926 Huurbeleid Nr. 216 Herdruk 1 Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 maart 2014 Hierbij doe ik u het volgende toekomen:
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.
Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1
Nadere informatieRegio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep
Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep Woonwensen: Jongeren
Nadere informatieDe rol van corporaties op de woningmarkt
De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven
Nadere informatieSusteren-Heide - gemeente Echt-Susteren
- gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale
Nadere informatiePrioriteiten volkshuisvesting
Prioriteiten volkshuisvesting Programma Inleiding: Sinisa Boksic (BZK) Toelichting 4 prioriteiten: Annelies Dassen (BZK) Uitkomsten startmeting prioriteiten: Hanjo Lagas (Atrivé) Prioriteiten in lokaal
Nadere informatiePeij-Slek - gemeente Echt-Susteren
- gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale
Nadere informatieIn opdracht van: Stadsregio Amsterdam, Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad, gemeente Almere, Ymere
Wonen in de regio Amsterdam In opdracht van: Stadsregio Amsterdam, Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad, gemeente Almere, Ymere Projectnummer: H. Booi A. Smits M. Hendriks D. Stojmenovska Bezoekadres:
Nadere informatieUitkomsten van het WoON 2018
Uitkomsten van het WoON 2018 Mentimeter www.menti.com Code: 21 49 64 Onderwerpen Uitleg digitale Kernpublicatie Uitkomsten van het WoON 2018 In gesprek over de uitkomsten Uitleg digitale kernpublicatie
Nadere informatieEnquête woonlasten Lefier. 26 november 2013 1
Enquête woonlasten Lefier 26 november 2013 1 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en doel onderzoek (3) 4. Woonlasten, inkomen en armoede (9) 2. Conclusies (5) 5. Betaalbaarheid (37) 3. Methoden en opzet (7) 6.
Nadere informatieDieteren - gemeente Echt-Susteren
- gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale
Nadere informatieBij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Datum 4 oktober 2016 Doorkiesnummer
Nadere informatieLANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016
LANDELIJKE RAPPORTAGE Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016 In de Lokale Monitor Wonen zijn gegevens opgenomen over alle huishoudens en woningen in Nederland. Deze gegevens zijn beschikbaar
Nadere informatieHuishoudens in Leiden
211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het
Nadere informatie. Ongelijke gevallen Ongelijk behandeld
. Ongelijke gevallen Ongelijk behandeld Differentiatie naar huishoudsamenstelling, bij de toewijzing van sociale huurwoningen Afstudeerpresentatie Bob Witjes Probleemstelling KOOP Afstudeerpresentatie
Nadere informatieDoelgroepen en woonlasten in Etten-Leur
RAPPORT 25 APRIL 2017 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Doelgroepen en woonlasten in Etten-Leur Basis voor nieuwe prestatieafspraken De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieOp 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.
De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19
Nadere informatieFact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers
Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77
Nadere informatieKoningsbosch - gemeente Echt-Susteren
- gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale
Nadere informatieMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De achtergronden van hoge huurquotes - kiezen tussen prijs en kwaliteit? 5 oktober 2015 DATUM 5 oktober 2015 TITEL De achtergronden van hoge huurquotes
Nadere informatieSint Joost - gemeente Echt-Susteren
- gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale
Nadere informatieOspel - gemeente Nederweert
- gemeente Nederweert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep
Nadere informatieRESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015
Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel
Nadere informatieVerkoop door woningcorporaties
2 14 Ruim 22.000 corporatiewoningen verkocht Vanaf 199 tot en met de eerste helft van 14 hebben de woningcorporaties ruim 22.000 bestaande woningen verkocht aan particulieren. Het aantal verkopen kwam
Nadere informatie2013D20434 LIJST VAN VRAGEN
2013D20434 LIJST VAN VRAGEN Nr. Vraag 1 In hoeverre komt het percentage van het aandeel sociale huurvoorraad met een huur tussen aftoppingsgrens en liberalisatiegrens overeen met het percentage van de
Nadere informatieEnergie en armoede, deel 1 probleemverkenning. 25 juni 2013 Bert Weevers, kennismiddag energie en armoede
Energie en armoede, deel 1 probleemverkenning. 25 juni 2013 Bert Weevers, kennismiddag energie en armoede Recente onderzoeken en artikelen woon- en energielasten Onderzoek naar noodzaak en mogelijkheden
Nadere informatieWonen in Amsterdam 2013 Eerste resultaten
Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2013 Eerste resultaten December 2013 Centraal in het onderzoek Wonen in Amsterdam staat de verhouding tussen de woningmarktsegmenten
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Wonen en Bouwen
Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen De laagste inkomens in de huursector 18 maart 2014 DATUM 18 maart 2014 TITEL De laagste inkomens in de huursector ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Directoraat-Generaal Wonen
Nadere informatieGevolgen passendheidstoets
Gevolgen passendheidstoets Corporaties moeten jaarlijks 90% van de vrijkomende huurwoningen tot de vrije-sector toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot de EU-grens. Vanaf 1 januari 2015 gaat er ook
Nadere informatieRIGO Research en Advies BV. De bewoonde omgeving. www.rigo.nl. Woonlastenonderzoek. Gemeente Loon op Zand
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Woonlastenonderzoek Gemeente Loon op Zand De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieHBO De Peel. Woonlastenonderzoek. De huurder in beeld. 18 maart 2014
HBO De Peel Woonlastenonderzoek De huurder in beeld 18 maart 2014 DATUM 18 maart 2014 TITEL Woonlastenonderzoek ONDERTITEL De huurder in beeld OPDRACHTGEVER AUTEUR(S) HBO De Peel Jeroen Wissink (Companen)
Nadere informatieHuur beleid Ru t te II. Een overzicht van de impact. van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector.
Huur beleid Ru t te II Een overzicht van de impact van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector. Januari 2015 Inleiding De huren zijn de afgelopen twee jaar fors gestegen.
Nadere informatieWoonlastenbeleid als uitweg uit de crisis. 5 juni 2013 Bert Weevers, kennismiddag woonlasten.
Woonlastenbeleid als uitweg uit de crisis. 5 juni 2013 Bert Weevers, kennismiddag woonlasten. Onderwerpen Verdieping probleem 1. Wat zijn woonlasten? 2. Betaalbaarheid onder druk 3. Oorzaken Na de pauze:
Nadere informatieWoonwensen 2015 Gemeente Boxtel
Woonwensen 2015 Gemeente Boxtel O&S November 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1 Doelgroep van beleid 7 2.2 Betaalbaarheid en scheefheid 10 2.3 Bouwwijze en aantal kamers
Nadere informatieVerkoop door woningcorporaties
34 Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.
Nadere informatieWOONKOSTEN IN BEELD. Rapportage
WOONKOSTEN IN BEELD Een onderzoek naar de woongerelateerde kosten van Eindhovense huishoudens in de betaalbare huur- en koopsector in 2012. Rapportage Opdrachtgevers: Opdrachtnemer: Domein Trudo Woonbedrijf
Nadere informatieDoelgroepen en woonlasten
RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Doelgroepen en woonlasten Betaalbaarheid van het wonen in Tilburg in 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO.
Nadere informatieWoonwensen 2015 Gemeente Oss
Woonwensen 2015 Gemeente Oss O&S December 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1 Doelgroep van beleid 7 2.2 Betaalbaarheid en scheefheid 10 2.3 Bouwwijze en aantal kamers
Nadere informatieInhoud. amsterdam woon. inhoud
Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 926 Huurbeleid Nr. 216 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieTwee rapportages over de benodigde omvang van de sociale huursector in Utrecht
Amsterdam, 24 mei 216 Betreft: Twee rapportages over de benodigde omvang van de sociale huursector in Utrecht Geachte lezer, Bij dit schrijven vindt u twee door Rigo opgestelde documenten over de benodigde
Nadere informatieBijlage bij brief Modernisering Huurbeleid
Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw
Nadere informatieBijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum
Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:
Nadere informatieWoningstichting Eigen Haard t.a.v.: mw. E. Heidrich Postbus JB Amsterdam. Betreft: Notitie Betaalbaarheid Huren. Amsterdam, 3 december 2014
Woningstichting Eigen Haard t.a.v.: mw. E. Heidrich Postbus 67065 1060 JB Amsterdam Betreft: Notitie Betaalbaarheid Huren Amsterdam, 3 december 2014 Geachte mevrouw Heidrich/Beste Elke, Bijgaand ontvang
Nadere informatie