Monitor Intramurale GGZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor Intramurale GGZ"

Transcriptie

1 Milou Haggenburg, Maaike van Vugt, Frank van Hoof Monitor Intramurale GGZ Resultaten tweede meting Publieksrapportage

2

3 Milou Haggenburg Maaike van Vugt Frank van Hoof Monitor Intramurale GGZ Resultaten tweede meting Publieksrapportage Utrecht, november 2012

4 Colofon Opdrachtgever Raden van Bestuur voor Reductie van Bedden (RvB 2 ) Financiers Parnassia Groep, GGz Breburg, GGZ Noord-Holland Noord, Delta, Dimence, GGZ Oost Brabant, GGzE, Rivierduinen, Lentis, Pro Persona, Mondriaan, GGZNet, GGZ Drenthe, Altrecht, Vincent van Gogh, Cordaan, HVO Querido, Kwintes, Mensana, Pameijer, Perspektief, RIBW Fonteynenburg, RIBW Heuvelland en Maasvallei, RIBW Arnhem en Veluwevallei, RIBW Gooi en Vechtstreek, RIBW groep Overijssel, RIBW Kennemerland Amstelland, RIBW Midden-Brabant, RIBW Nijmegen en Rivierenland, RIBW Zaanstreek Waterland, RIWIS Zorg en Welzijn, SBWU, Stichting Anton Constandse Auteurs Milou Haggenburg Maaike van Vugt Frank van Hoof Projectleiding Frank van Hoof Advies Jan Dietvorst Eta Mulder Hans Kroon Productie Trimbos-instituut Productiebegeleiding Kathy Oskam Artikelnummer AF1194 Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus AS Utrecht T: F: , Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut. 2

5 Inhoud 1 Inleiding De RvB 2 en de Monitor Intramurale GGZ Beleidscontext en landelijke trends Opzet van de Monitor en het rapport 7 2 Klinische zorg en beschermd wonen in de geïntegreerde GGZ-instellingen Inleiding Omvang en kenmerken intramurale productie en zorggebruik Mutaties Beschermd wonen in de RIBW's Inleiding Omvang en kenmerken BW-productie en BW-gebruik Mutaties Samenvatting en beschouwing Hoofdlijnen monitorresultaten Interinstitutionele en regionale verschillen Beschouwing 30 Referenties 33 Afkortingen 35 3

6 4

7 1 Inleiding 1.1 De RvB 2 en de Monitor Intramurale GGZ Medio 2010 nam een aantal geïntegreerde GGZ instellingen, verenigd in de Raden van Bestuur voor Reductie van Bedden RvB², gezamenlijk het besluit om actief te werken aan de afbouw van hun intramurale capaciteit en de ontwikkeling van ambulante alternatieven. Ter ondersteuning en stimulering van het daartoe in te zetten beleid, vroeg de RvB² het Trimbos instituut de ontwikkelingen te volgen door middel van een Monitor Intramurale GGZ. De Monitor dient met name jaarlijkse benchmark en trendgegevens te genereren en analyseren over de omvang, de aard en het gebruik van de intramurale voorzieningen van de deelnemende instellingen. In 2011 vond de eerste meting plaats (Van Vugt en Van Hoof, 2011). In een uitgebreide, interne rapportage aan deelnemende instellingen is inmiddels ook verslag gedaan van de resultaten van de tweede meting, in Voorliggende publieksrapportage geeft een overzicht van de bevindingen tot nu toe. 1.2 Beleidscontext en landelijke trends Nederland beschikt in internationaal perspectief over een grote intramurale GGZ capaciteit. Tabel 1.1 geeft voor een aantal Europese landen een overzicht van de psychiatrische beddencapaciteit anno 2009 en van de ontwikkeling van die capaciteit in de voorafgaande decennia. Tabel 1.1. Psychiatrische opname- en verblijfsplaatsen* per inwoners in zeventien Europese landen, Land België Nederland Tsjechië Zwitserland Kroatië Frankrijk Noorwegen Griekenland Finland Ierland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Portugal Denemarken Zweden Spanje Italië Bron: World Health Organization (2012). * Bedden in psychiatrische ziekenhuizen, instellingen voor verslavingszorg en psychiatrische afdelingen van algemene of gespecialiseerde ziekenhuizen. Exclusief langdurige verpleeg- en rehabilitatiebedden. 5

8 Bij onderlinge vergelijking van nationale cijfers is altijd enige voorzichtigheid geboden. Ondanks scherpe definities vanuit de WHO kunnen exacte inclusiecriteria en de beschikbaarheid van gegevens tussen de landen uiteenlopen. Zo wordt bijvoorbeeld in België, anders dan elders, ook een deel van de psychogeriatrische bedden meegeteld in de WHO-cijfers. Dat doet niet af aan de constatering dat, uitgaande van in de tijd gelijkblijvende criteria op nationaal niveau, in de meeste landen in de afgelopen decennia een drastische beddenafbouw heeft plaatsgevonden, maar dat die afbouw in Nederland tot dusverre heel bescheiden is geweest. Het beschermd wonen is in de WHO-cijfers niet meegenomen. Onderzoek van Priebe e.a. (2008) laat zien dat de afbouw van klinische voorzieningen in veel landen gepaard is gegaan met de opbouw van plaatsen in kleinschalige, residentiële voorzieningen. Wel verliep in de meeste landen die residentiële opbouw veel trager dan de klinische afbouw. Zo niet in Nederland. Tabel 1.2 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de intramurale GGZ capaciteit in Nederland tussen 1993 en 2009, onderscheiden naar (verschillende circuits van) klinische bedden en plaatsen voor beschermd wonen. Tabel 1.2. Psychiatrische opname- en verblijfsplaatsen in Nederland, Klinische bedden Beschermd wonen Circuit Volwassenen en Ouderen Kinderen en Jeugd Verslavingszorg Totaal Bron: Van Hoof e.a. (2012) * Op basis van jaarlijkse productiecijfers (verblijfdagen) AWBZ en ZVW, omgerekend naar bedden/plaatsen op basis van 100% bezetting (365 verblijfdagen is 1 bed); exclusief forensisch psychiatrische zorg. De tabel laat zien dat het aantal klinische bedden tussen 1993 en 2002 daalde en daarna weer steeg. Daarbij kwam de aanvankelijke daling vooral voor rekening van de klinische volwassenenouderenzorg, terwijl de recentere hernieuwde groei vooral op het conto van klinische kinder- en jeugd GGZ en de verslavingszorg te schrijven is. De tabel laat echter ook zien dat met name het beschermd wonen hard is gegroeid. Tussen 1993 en 2009 verdrievoudigde de BW-capaciteit (met vooral in de laatste paar jaar een zeer forse groei). Per saldo daalde de totale intramurale GGZ capaciteit - inclusief BW - tussen 1993 en 2002 nog licht, maar name die tussen 2002 en 2009 met bijna een derde toe. Beleidsontwikkelingen Verklaringen voor de trends in de capaciteit van de intramurale GGZ in Nederland worden over het algemeen meer gezocht in algemene beleidsontwikkelingen, dan in epidemiologische 6

9 ontwikkelingen of in overloop vanuit belendende sectoren (Ravelli, 2006; Wierdsma e.a., 2006; Van Hoof e.a., 2009; IBO, 2010; Van Veldhuizen, 2012). Nederland heeft nooit een erg directief afbouwbeleid gekend. Ook het vermaatschappelijkingsbeleid van de jaren 90 was in dit opzicht relatief vrijblijvend. De opbouw van intensieve ambulante hulp werd weliswaar op bescheiden schaal gestimuleerd (onder andere via het Zorgvernieuwingsfonds), maar de afbouw van intramurale capaciteit werd nooit geforceerd. Meer nog: sinds de eeuwwisseling verdwenen de thema s van vermaatschappelijking en deïnstitutionalisering nagenoeg geheel van de landelijke beleidsagenda. De stelselherziening slokte vanaf dat moment alle aandacht op. Het is nog te vroeg om te concluderen dat 2010 een keerpunt is voor de intramurale GGZ in Nederland. Wel werd in dat jaar voor het eerst sinds lang de wenselijkheid van beddenreductie weer nadrukkelijk verwoord in beleidsdocumenten van de landelijke overheid. Met name in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Curatieve ggz werd vastgesteld dat de Nederlandse GGZ (nog steeds) over een grote intramurale capaciteit beschikt en dat beddenafbouw aangewezen is (IBO GGZ, 2010). In datzelfde jaar ontstaat de RvB 2. Een en ander blijkt de aanzet te zijn geweest voor een aantal nieuwe beleidsontwikkelingen rond de intramurale GGZ. Zo stemt een jaar later, in 2011, ook het bestuur van GGZ Nederland in met de afbouwambitie (GGZ Nederland, 2011), neemt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) maatregelen om de overheveling van middelen naar de ambulante zorg te vereenvoudigen (NZa, 2011) en starten zorgverzekeraars met het formuleren van kwantitatieve afbouwtargets voor de instellingen. Nog weer een jaar later, in 2012, is de beddenafbouw uitgegroeid tot het kernthema van een Bestuurlijk Akkoord tussen overheid, aanbieders, verzekeraars en cliëntenorganisaties over de toekomst van de GGZ (Ministerie van VWS, 2012). Het initiatief van de RvB 2 is daarmee in relatief korte tijd in het middelpunt komen te staan van de beleidsontwikkelingen in de GGZ. Die beleidsontwikkelingen worden inmiddels gevoed vanuit uiteenlopende motieven, belangen en zorginhoudelijke en economische overwegingen. Des te belangrijker zijn goede waarborgen voor een zorgvuldig afbouwtraject, dat recht doet aan de diversiteit van het intramurale werkveld, van de cliënten die daarvan gebruik maken en van de ambulante alternatieven die voor hen ontwikkeld moeten worden. De Monitor Intramurale GGZ beoogt daar gedurende het ambulantiseringstraject de benodigde basisinformatie voor aan te leveren, om te beginnen voor de leden van de RvB Opzet van de Monitor De Monitor Intramurale GGZ bestaat uit een jaarlijkse uitvraag van gegevens bij de afzonderlijke deelnemende instellingen aan de hand van een met alle betrokkenen overeengekomen, uniforme en vaste dataset. De dataset heeft betrekking op alle intramurale GGZ-voorzieningen - inclusief voorzieningen voor beschermd wonen - die direct worden gefinancierd vanuit de ZVW (Zorgverzekeringswet), de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) of de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen). 7

10 Kerngegevens van de Monitor gaan over de jaarlijkse gerealiseerde productie c.q. het jaarlijkse aantal gerealiseerde verpleegdagen/verblijfdagen (in het vervolg van dit rapport houden we de term verblijfdagen aan). De gerealiseerde productie wordt beschouwd als de meest eenduidige, meest betrouwbare en meest toekomstbestendige maat voor de omvang van de intramurale voorzieningen. De productiecijfers worden in de Monitor vervolgens nader gespecificeerd naar zorgcircuits (waaronder BW), DBC-productgroepen, zorgzwaartepakketten en leeftijdcategorieën. Naast de productiecijfers worden in de Monitor gegevens verzameld over gebruik (instroom en bestand), geografische spreiding en opbrengsten van de intramurale voorzieningen, maar ook over inhoudelijke categorieën zoals de functies en de concentratie van de voorzieningen. Inhoud en formuleringen van de dataset zijn in de voorbereidingen van de eerste meting (in 2011) vastgesteld in overleg en na enkele consultatierondes met vertegenwoordigers van de instellingen. Met het oog op de trendanalysefunctie van de monitor blijft de dataset bij vervolgmetingen in de kern onveranderd. Wel zijn naar aanleiding van de ervaringen met de eerste meting een aantal formuleringen aangescherpt. Verder is, mede naar aanleiding van de aansluiting van een aantal nieuwe instellingen bij de Monitor (zie verder) en in overleg met betrokkenen, een aantal items toegevoegd, met name met betrekking tot productie en gebruik van het Volledig Pakket Thuis en het gebruik van langdurige ambulante zorg. Deelnemende instellingen en dekkingsgraad In totaal participeren 33 GGZ-instellingen in de Monitor 2012, waarvan 15 geïntegreerde instellingen en 18 RIBW s. De volgende instellingen nemen aan de Monitor 2012 deel: Geïntegreerde GGZ-instellingen Altrecht Delta Dimence GGZ Breburg GGZ Drenthe GGZE GGNet GGZ Noord-Holland Noord GGZ Oost Brabant Lentis Mondriaan Parnassia Groep Pro Persona Rivierduinen Vincent van Gogh RIBW s Cordaan HVO Querido Kwintes Mensana Pameijer Perspektief RIBW Fonteynenburg RIBW Heuvelland en Maasvallei RIBW Arnhem en Veluwevallei RIBW Gooi en Vechtstreek RIBW groep Overijssel RIBW Kennemerland Amstelland RIBW Midden-Brabant RIBW Nijmegen en Rivierenland RIBW Zaanstreek Waterland RIWIS Zorg en Welzijn SBWU Stichting Anton Constandse 8

11 Deze 33 instellingen maken samen circa de helft uit van alle grote, geïntegreerde instellingen en circa 85 % van alle zelfstandige RIBW s. Gezamenlijk beheren ze circa twee derde van totale landelijke intramurale GGZ-capaciteit (inclusief beschermd wonen). De totale klinische (niet BW- )capaciteit in Nederland wordt door de deelnemende instellingen voor ruim 50 % gedekt; de totale BW-capaciteit in Nederland voor circa 80 % (zie Veerbeek e.a., in voorbereiding). Dataverzameling 2012 De eerste meting, in 2011, had betrekking op gegevens over 2010; de tweede meting, in 2012, ging over Lang niet alle deelnemers in 2012 namen echter ook in 2011 al deel aan de Monitor. Met name de RIBW s en één van de geïntegreerde instellingen sloten pas begin 2012 aan bij de RvB 2 en bij de Monitor. Om ook bij deze nieuwe leden over een complete dataset vanaf 2010 te kunnen beschikken, werd betreffende instellingen verzocht gegevens over twee jaar aan te leveren: 2011 én Leeswijzer In de volgende hoofdstukken worden de belangrijkste resultaten van de tweede monitormeting gepresenteerd. De resultaten voor de geïntegreerde instellingen en die voor de RIBW s worden daarbij apart besproken; enerzijds omwille van de inhoudelijke verschillen tussen deze twee categorieën instellingen, anderzijds vanwege de oververtegenwoordiging van de RIBW s in de Monitor (een totaalplaatje over alle instellingen zou in relatie tot de totale landelijke capaciteit een vertekend beeld geven). Hoofdstuk 2 (over de geïntegreerde instellingen) en hoofdstuk 3 (over de RIBW s) bieden elk eerst overzicht van de monitorresultaten over de omvang, aard en kenmerken van de klinische en BW-voorzieningen van de deelnemende instellingen in Beide hoofdstukken vervolgen met een overzicht van de mutaties die in dit aanbod hebben plaatsgevonden in de periode In hoofdstuk 4 worden de belangrijkste resultaten van de Monitor 2012 nog eens op een rij gezet en wordt kort stil gestaan bij enkele belangrijke verschillen in de resultaten van de afzonderlijke instellingen. In een korte slotbeschouwing wordt ingegaan op de betekenis van de bevindingen tot dusver voor het verdere ambulanterinsgtraject van de GGZ. Terminologie Intramurale productie wordt in de Monitor geregistreerd in aantallen verblijfdagen 2. Omwille van de leesbaarheid worden deze productiecijfers in dit rapport vaak omgerekend naar bedden. Daarbij hanteren we de rekenregel: 365 verblijfdagen is één bed 3. 1 N.B.: De in dit rapport gepresenteerde gegevens over 2010 zijn mede vanwege de aanwas van nieuwe deelnemers niet volledig identiek aan die van de eerste Monitorrapportage. 2 Een verblijfdag wordt gedefinieerd als een in rekening te brengen kalenderdag (inclusief afwezigheidsdagen), die deel uitmaakt van de periode vanaf de opname tot en met ontslag. 3 In de praktijk zal het aantal fysiek aanwezige plaatsen doorgaans iets hoger zijn, omdat niet alle plaatsen continu zijn bezet. 9

12 Verder scharen we in dit rapport onder term intramurale GGZ alle GGZ die wordt geregistreerd in verpleeg- of verblijfdagen - dus inclusief BW. De term klinische voorzieningen reserveren we voor het niet-bw deel van de intramurale GGZ. Tot slot: doorgaans spreekt men in het BW niet van bedden, maar plaatsen. Soms wordt ook in de klinische GGZ over plaatsen in plaats van bedden gesproken. In dit rapport worden, zonder onderscheid, beide termen gebruikt. 10

13 2 Klinische zorg en beschermd wonen in de geïntegreerde GGZ-instellingen 2.1 Inleiding Nederland telt 31 geïntegreerde GGZ-instellingen (Veerbeek e.a., in voorbereiding). Samen nemen die naar schatting 90 % van klinische capaciteit en 35 % van de capaciteit van het beschermd wonen in Nederland voor hun rekening. Van deze 31 geïntegreerde instellingen participeren er 15 in de RvB 2 en in de Monitor Intramurale GGZ. In dit hoofdstuk worden de omvang, aard en gebruik van de intramurale voorzieningen van deze 15 geïntegreerde GGZ-instellingen besproken en worden de mutaties gepresenteerd die zich daarin in de periode hebben voorgedaan Omvang en kenmerken intramurale productie en zorggebruik 2011 Omvang en opbrengsten intramurale voorzieningen Tabel 2.1 geeft een overzicht van de totale intramurale productie van de geïntegreerde GGZinstellingen in 2011, gespecificeerd naar financieringskader. Tabel 2.1. Omvang intramurale productie geïntegreerde GGZ-instellingen in totaal en per financieringskader (in verblijfdagen, bedden en percentages) Verblijfdagen Bedden % Totaal ZVW AWBZ DJI De tabel laat zien dat de totale intramurale productie van de geïntegreerde GGZ-instellingen in 2011 uitkomt op circa 5,5 miljoen verblijfdagen, ofwel circa bedden 5. Dit komt neer op gemiddeld 1000 bedden per instelling. De AWBZ neemt met circa 8500 plaatsen ruim de helft van de intramurale productie voor zijn rekening. Het aandeel van ZVW-bedden is met circa 5500 bedden iets meer dan een derde. De DJI neemt ruim 1000 bedden ofwel 7 % van de totale intramurale productie voor zijn rekening. Tabel 2.2 geeft een overzicht van het gemiddelde aandeel van de intramurale productie in de opbrengsten van de geïntegreerde GGZ-instellingen in 2011 vanuit de drie financieringskaders. De 4 Gepresenteerde data gaan steeds over alle 15 geïntegreerde instellingen, tenzij anders vermeld. 5 Volgens de rekenregel: 365 verblijfdagen is 1 bed (zie inleiding). 11

14 tabel laat zien dat de intramurale zorg gemiddeld ruim de helft van de opbrengsten van de instellingen genereert. Dat aandeel is min of meer gelijk verdeeld over intramurale ZVWopbrengsten en intramurale AWBZ-opbrengsten. Kijken we naar het gemiddelde aandeel van de intramurale productie in de opbrengsten per financieringskader, dan bedraagt dit voor de ZVW 35 %, voor de AWBZ 89 % en voor de DJI 77 %. Tabel 2.2 Gemiddeld aandeel intramurale productie in de opbrengsten van de geïntegreerde GGZ-instellingen in 2011 (in procenten) Intramuraal 53 % % ZVW intramuraal 22 AWBZ intramuraal 26 DJI intramuraal 6 Ambulant / overig 47 ZVW ambulant / overig 44 AWBZ ambulant / overig 2 DJI ambulant / overig 1 Totaal 100 Zorgcircuits en typen intramurale voorzieningen De NZa onderscheidt en registreert een zestal zorgcircuits voor de GGZ. Instellingen is gevraagd intramurale productiecijfers c.q. capaciteit te specificeren naar deze zorgcircuits. Tabel 2.3 laat zien dat twee derde tot drie kwart tot het circuit Volwassenen en ouderen behoort. De circuits Kinderen en jeugd, Verslavingszorg en SGLGV beschikken over de laagste capaciteit en nemen samen iets meer dan 6 % voor hun rekening. De circuits Forensisch psychiatrische zorg en Kleinschalig / beschermd wonen komen uit op ruim 8 % respectievelijk ruim 16 %. Tabel 2.3. Intramurale capaciteit geïntegreerde GGZ-instellingen per zorgcircuit in 2011 Zorgcircuit Bedden Aandeel in totale intramurale capaciteit (%) Kinderen en jeugd 274 1,9 Volwassenen en ouderen ,0 Verslavingszorg 647 3,9 Forensisch psychiatrische zorg (incl. DJI) ,3 SGLVG* 59 0,5 Kleinschalig / beschermd wonen ,4 Totaal ,0 *Sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten 12

15 Tabel 2.4. Concentratie intramurale voorzieningen geïntegreerde GGZ-instellingen 2011* Aandeel in totaal aantal bedden % Bedden op locaties met 1-20 bedden 12,1 Bedden op locaties met bedden 43,4 Bedden op locaties met meer dan 200 bedden 44,4 Totaal aantal bedden 100,0 * Twee instellingen data over 2010 Tabel 2.5. Functionele setting intramurale voorzieningen geïntegreerde GGZ-instellingen 2011* Functionele setting** Aandeel in totale intramurale capaciteit (%) Klinische opnamevoorziening (kort en lang) 60,2 Groepswoonvoorziening op/naast ziekenhuisterrein 13,9 Individuele woonvoorziening op/naast ziekenhuisterrein 4,6 Groepswoonvoorziening in de wijk: zorg in huis 6,9 Groepswoonvoorziening in de wijk: begeleiding op afstand 6,9 Geclusterde, individuele woonvoorzieningen in de wijk 6,9 Zelfstandige, individuele woonvoorzieningen in de wijk 0,8 Totaal 100,0 * N = 13 instellingen ** Definities: Klinische opnamevoorzieningen: voorzieningen voor acute, kortdurende of langdurende klinische opnamen (niet bestemd voor wonen/langdurig verblijf). Groepswoonvoorzieningen op of naast het ziekenhuisterrein; voorzieningen voor wonen/langdurig verblijf voor meer personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, op/naast het ziekenhuisterrein. Individuele woonvoorzieningen op of naast het ziekenhuisterrein: woonvorm voor één persoon, met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc., op/naast het ziekenhuisterrein. Groepswoonvoorzieningen in de wijk met zorg in huis: woonvorm voor meerdere personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, in de wijk, zorg en begeleiding in het pand aanwezig. Groepswoonvoorzieningen in de wijk met begeleiding op afstand: woonvorm voor meerdere personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, in de wijk, zorg en begeleiding op afstand, afroepbaar. Geclusterde, individuele woonvoorzieningen in de wijk: eenpersoonswoningen met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc, geclusterd in een groter verband, zorg en begeleiding in nabijheid of op afstand, afroepbaar Zelfstandige, individuele woonvoorzieningen in de wijk: eenpersoonswoningen met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc, zorg en begeleiding op afstand, afroepbaar. In de monitor zijn gegevens verzameld over de concentratiegraad en over de 'functionele setting' van de intramurale voorzieningen. Uit het overzicht in tabel 2.4 blijkt dat bijna de helft van de bedden van de geïntegreerde instellingen zich bevindt op locaties met meer dan 200 plaatsen. De overige zijn voor het merendeel geclusterd op locaties van 20 tot 200 bedden. Eén op de acht bedden bevindt zich op locaties met ten hoogste 20 bedden. 13

16 Tabel 2.5 laat zien dat ruim de helft van het intramurale aanbod de geïntegreerde instellingen getypeerd word als 'klinische opnamevoorzieningen' (kort of langdurend). De overige circa 40 % worden geduid als 'woonvoorziening'. Bijna de helft van deze woonvoorzieningen staat op of naast het ziekenhuis terrein, de andere helft (circa 21 % van de totale intramurale capaciteit) 'in de wijk'. Verder blijkt een kwart van de woonvoorzieningen (10 % van de totale intramurale capaciteit) te bestaan uit individuele woonvoorzieningen (merendeels geclusterd). Overigens biedt één geïntegreerde instelling ook zorg in het kader van het Volledig Pakket Thuis, zij het vooralsnog op zeer bescheiden schaal. Zorggebruik en cliëntenstromen in de intramurale zorg Bijna cliënten stroomden in 2011 in in de intramurale voorzieningen van de geïntegreerde GGZ-instellingen. Dat zijn bijna 2200 cliënten per instellingen. Tabel 2.6 geeft een overzicht van instroom per financieringskader. Tabel 2.6. Instroom intramurale zorg geïntegreerde GGZ -instellingen 2011 Totaal aantal cliënten Gemiddeld aantal cliënten per instelling Instroom ZVW verblijf Instroom AWBZ verblijf Instroom DJI verblijf DBBC Instroom DJI verblijf - ZZP 31 2 Totaal Instroom ZZP vanuit DBC verblijf De cijfers in tabel 2.6 geven aan dat begrijpelijkerwijs de instroom in de ZVW verreweg het grootst is. De tabel laat ook zien dat ruim 1900 cliënten vanuit een DBC verblijf doorstroomden naar AWBZ verblijf. (Voor cliënten waarvan de DBC verblijf in 2011 werd geopend, betekent dit een dubbeltelling in het algemene instroomcijfer; daarnaast is mogelijk voor een aantal cliënten gedurende het jaar meer dan één keer een DBC-verblijf geopend; het aantal geopende DBC's verblijf kan daarom iets hoger zijn dan het aantal nieuwe intramurale ZVW-cliënten.) De tabellen 2.7a en 2.7b tonen de verblijfsduur van de intramurale ZVW-cliënten respectievelijk AWBZ-cliënten van de geïntegreerde instellingen bij uitstroom in 2011 en op peildatum (gemiddelden per instelling). Tabel 2.7a laat zien dat in 2011 ruim 40 % van de opgenomen ZVWcliënten uitstroomden binnen een maand en bijna drie kwart binnen 90 dagen. Van de uitgestroomde intramurale ABWZ-cliënten verbleef circa 60 % maximaal twee jaar in de instelling (exclusief eventueel voorafgaand DBC-verblijf). Tabel 2.7b laat ook zien dat meeste AWBZ-bedden worden bezet door de relatieve langverblijvers. Van de aanwezige intramurale AWBZ-populatie op verbleef circa 60 % meer dan twee jaar en ruim 30 % meer dan vier jaar in de instelling. 14

17 Tabel 2.7a. Verblijfsduur ZVW-cliënten Verblijfsduur intramurale ZWV-cliënten geïntegreerde GGZ-instellingen bij uitstroom in 2011 en bij aanwezige cliënten op * Uitgestroomde cliënten 2011 (%) Aanwezige cliënten op peildatum (%) Maximaal 7 dagen 17,6 8, dagen 25,4 21, dagen 29,3 32, dagen 13,1 17, dagen 6,2 10, dagen 8,4 9,7 Totaal 100,0 100,0 * N = 14 instellingen; gemiddelden per instelling Tabel 2.7b. Verblijfsduur AWBZ-cliënten Verblijfsduur intramurale AWBZ-cliënten geïntegreerde instellingen bij uitstroom in 2011 en bij aanwezige cliënten op * Uitgestroomde cliënten 2011( %) Aanwezige cliënten op peildatum (%)** Maximaal 1 jaar 32,8 21,5 1 tot 2 jaar 27,4 19,8 2 tot 4 jaar 24,6 26,9 Meer dan vier jaar 15,2 31,8 Totaal 100,0 100,0 *Gemiddelden per instelling; exclusief eventueel voorafgaand DBC verblijf ** N = 14 instellingen De GGZ-instellingen is gevraagd om gegevens te leveren over zowel de instroom als de productie in 2011 per DBC-hoofddiagnosegroep. Tabel 8 heeft een overzicht van de zes meest voorkomende hoofddiagnosegroepen in de intramurale ZVW-productie in Met een aandeel van ruim een kwart in de totale productie doet de diagnosegroep schizofrenie en overige psychotische stoornissen het grootste beroep op de intramurale capaciteit, op afstand gevolgd door de diagnosegroepen depressieve stoornissen, persoonlijkheidstoornissen en bipolaire stoornissen. Ook in de instroom in 2011 (geopende DBC s verblijf) neemt de diagnosegroep schizofrenie en overige psychotische stoornissen ook het grootste aandeel in (18,9 procent). Informatie over diagnostische categorieën in de ABWZ-populatie zijn niet voorhanden in de Monitor. Wel zijn gegevens verzameld over de geïndiceerde zorgzwaarte van de AWBZ-cliënten. Tabel 2.9 laat zien dat twee derde van de intramurale ABWZ-capaciteit wordt gebruikt voor cliënten met een ZZP-B indicatie (voortgezet verblijf). ZZP 5B is de grootste groep met een aandeel van 26 % in de totale 15

18 intramurale AWBZ-productie 6. De drie zwaarste B-paketten samen (5, 6 en 7) nemen bijna de helft van de totale productie voor hun rekening. Bij de C-paketten (beschermd wonen; een derde van de totale ABWZ-productie van de geïntegreerde instellingen) vormt de ZZP 3C met een aandeel van 16 % in de totale intramurale ABWZ-productie en de helft van de productie binnen C-pakketten de grootste categorie 7 8. Tabel 2.8. Meest voorkomende diagnosegroepen in intramurale ZVW-productie geïntegreerde GGZ-instellingen 2011* DBC Hoofddiagnosegroep % Schizofrenie en overige psychotische stoornissen 27,9 Depressieve stoornissen 14,3 Persoonlijkheidsstoornissen 9,4 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen 7,0 Aan alcohol gebonden stoornissen 6,2 Delirium dementie en overige amnestische stoornissen 5,6 * N = 14 instellingen; één instelling data over 2010 Tabel 2.9. Aandeel ZZP-categoriën in intramurale AWBZ-productie van de geïntegreerde GGZ-instellingen in 2011 ZZP-categorie Aandeel in totale AWBZ-productie (%) ZZP 1B-2B 2,1 ZZP 3B-4B 20,0 ZZP 5B-6B-7B 44,5 Totaal ZZP-B 67,6 ZZP 1C-2C 6,5 ZZP 3C-4C 22,2 ZZP 5C-6C 4,7 Totaal ZZP-C 33,4 Ambulante cliënten Anders dan bij de eerste meting is in de Monitor 2012 ook informatie verzameld over het (langdurige) ambulante zorggebruik. Een en ander om op termijn ook de trends daarin in beeld te brengen. Vooralsnog zijn alleen gegevens over 2011 beschikbaar. Die laten zien dat de geïntegreerde GGZ-instellingen in 2011 in totaal circa ambulante cliënten telden (actief bestand; gemiddeld bijna cliënten per instelling), verreweg het grootste deel daarvan in het 6 ZZP B5: "Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering" 7 ZZP C3: "Beschermd wonen met intensieve begeleiding" 8 ZZP C is een indicatie voor beschermd wonen, maar niet alle cliënten met een ZZP C indicatie verblijven (al) in een voorziening die tot het BW-circuit gerekend wordt (sommigen zijn nog in afwachting van overplaatsing). Daardoor is de totale intramurale productie voor cliënten met een ZZP C indicatie doorgaans iets groter de productie binnen het BW-circuit. 16

19 kader van de ZVW (circa 98 %). Bij circa cliënten (ongeveer 15 % van de ambulante ZVWcliënten) had de DBC bij afsluiting meer dan 6000 minuten geduurd (minimaal circa 100 contacten). Het aantal ambulante AWBZ-cliënten van de geïntegreerde GGZ-instellingen is relatief bescheiden: ruim 4100 cliënten (gemiddeld bijna 300 per instelling) kregen in 2011 ambulante hulp op basis een AWBZ-indicatie voor individuele begeleiding en bijna 5300 (gemiddeld bijna 400 per instelling) op basis van een AWBZ-indicatie voor groepsbegeleiding. De intentie is om in de komende jaren te volgen in hoeverre de beddenafbouw en de ambulantisering van de instellingen zich ook toont in de ontwikkeling van het aantal langdurige of intensieve ambulante zorggebruikers. 2.3 Mutaties Tabel 2.10 geeft een overzicht van de belangrijkste mutaties die zich in de periode hebben voorgedaan in de omvang van de intramurale voorzieningen van de geïntegreerde instellingen 9. Tabel 2.10 Mutaties intramurale capaciteit geïntegreerde GGZ-instellingen ; totaal, per financieringskader en per zorgcircuit Mutatie in % Totale capaciteit (in bedden) ,4 Capaciteit per financieringskader (in bedden) ZVW ,2 AWBZ ,7 DJI ,5 Capaciteit per zorgcircuit (in bedden) Kinderen en jeugd ,3 Volwassenen en ouderen ,5 Verslavingszorg ,0 Forensisch psychiatrische zorg* ,0 SGLVG** ,4 Kleinschalig / beschermd wonen ,1 * Inclusief DJI ** Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk Gehandicapten De tabel laat zien dat tussen 2010 en 2011 een lichte daling van een half procent plaatsvond in het totaal aantal intramurale plaatsen. Er zijn echter aanzienlijke verschillen in de mutaties per financieringskader en per zorgcircuit. Met name het aantal intramurale ZVW-plaatsen is tussen 2009 en 2010 gedaald, met ruim 5 %. Het aantal intramurale AWBZ-plaatsen is juist gestegen met bijna 3 9 Als gevolg van de uitbreiding van het aantal monitordeelnemers en enkele correcties op de data zijn de hier gepresenteerde data over 2010 niet volledig identiek aan die in rapportage over de eerste meting. 17

20 %. Ook de intramurale DJI-gefinancierde (strafrechtelijke forensisch psychiatrische) zorg laat een groei zien van 2 á 3 %, al is die in absolute termen bescheiden. De verschuivingen tussen de financieringskaders vertalen zich ook naar het aandeel van de intramurale zorg in de opbrengsten van de instelling (niet in de tabel): op het totaal van de opbrengsten van de instellingen is het aandeel van de intramurale zorg ongewijzigd gebleven, maar het aandeel van de intramurale ZVW iets gedaald (bijna twee procentpunten) ten gunste van het aandeel van de intramurale ABWZ (stijging van eveneens ruim een procentpunt) 10. Kijken we in tabel 2.10 naar de ontwikkelingen per zorgcircuit blijkt met name de intramurale capaciteit bij Kinderen en jeugd (ruim 6 %) 11 en bij Volwassenen en ouderen ( 2 á 3 %) te zijn gedaald. Verder laat vooral het circuit voor SGLVG een grote procentuele daling zien - bijna 25 % - maar in absolute termen gaat om het een zeer klein circuit en is het aantal afgenomen bedden beperkt. De stijgers zijn de intramurale verslavingszorg, de intramurale forensisch psychiatrische zorg (beiden met drie procent) en met name het beschermd wonen (ruim twaalf procent). Mutaties in zorggebruik Mutatiegegevens over de instroom van het aantal intramurale GGZ-cliënten zijn dit jaar nog niet voorhanden 12. Wel zijn gegevens beschikbaar over veranderingen in de verblijfsduur van de intramurale cliënten. Tabel 2.11 Mutaties verdeling verblijfsduur intramurale cliënten geïntegreerde GGZ-instellingen Verblijfsduur uitgestroomde ZVW-cliënten (in procenten) Mutatie in procentpunten* Maximaal 30 dagen 41,8 43,0 1, dagen 38,6 42,3 3, ,6 14,7-4,9 Verblijfsduur AWBZ-cliënten op peildatum 1-12 (in procenten)* Maximaal 1 jaar 39,9 38,5-1,4 1 tot 2 jaar 27,8 25,6-2,1 2 tot 4 jaar 18,3 20,9 2,6 Meer dan vier jaar 14,0 15,0 0,9 * N = 14 instellingen; ontbrekende data 2010 gesubstitueerd door data 2011 bij één instelling. 10 Overigens doet zich tegelijk in de ambulante zorg een omgekeerde tendens voor (zij het vooralsnog ook op bescheiden schaal): het aandeel van ambulante ABWZ in de totale opbrengsten van de instellingen is iets afgenomen (met ruim een procentpunt) ten gunste van het aandeel van de ambulante ZVW (eveneens ruim een procentpunt). 11 De daling in het intramurale aanbod voor Kinderen en jeugd is vooral op het conto van één instelling te schrijven, tevens de instelling met verreweg het grootste aantal intramurale plaatsen voor Kinderen en jeugdigen (ook nog na de forse daling in ). 12 Definities van de instroomitems in de vragenlijst van de nulmeting bleken onvoldoende eenduidig en zijn voor de tweede meting aangescherpt. De instroomdata van de twee metingen zijn daardoor niet vergelijkbaar. 18

21 Tabel 2.11 laat zien dat de uitgestroomde intramurale ZVW-cliënten in 2011 gemiddeld iets korter opgenomen zijn geweest. Het aandeel uitgestroomde intramurale ZVW-cliënten met een verblijfsduur van meer dan een half jaar daalde met bijna 5 procentpunten (hetgeen een deel van de verklaring is voor de daling van de intramurale ZVW-productie). Overigens daalt niet alleen de intramurale ZVW-productie, daarbinnen daalt met name ook het aandeel van de cliënten met schizofrenie of andere psychotische stoornissen. Mogelijk vindt de verschuiving van intramurale ZVW-voorzieningen naar intramurale AWBZ-voorzieningen vooral plaats met betrekking tot deze cliëntengroep. Wat betreft de intramurale AWBZ-voorzieningen constateren we dat, gezien de capaciteitsstijging, de uitstroom in 2011 iets achter is gebleven bij de instroom. We zien in tabel 2.11 niettemin ook dat onder de aanwezige intramurale AWBZ-cliënten op peildatum het aandeel langverblijvers (meer dan twee jaar) stijgt en het aandeel kortverblijvers daalt. Dat impliceert dat de uitstroom uit de intramurale AWBZ vooral deze kortverblijvers betreft en dat de uitstroom bij de langverblijvers beduidend lager ligt. Blijven we bij de mutaties binnen de ABWZ, dan blijken zich met name op het gebied van de zorgzwaarte forse verschuivingen voor te doen. Tabel 2.12 geeft een overzicht. Tabel 2.12 Mutaties zorgzwaarte intramurale AWBZ-productie geïntegreerde GGZ-instellingen Jaarproductie ZZP-categoriën (in bedden) Mutatie in procenten* ZZP-B 1, 2, ,2 ZZP-B 4, 5, 6, ,9 ZZP-B totaal ,0 ZZP-C 1, 2, ,6 ZZP-C 4, 5, ,6 ZZP-C totaal ,6 De tabel laat zien dat zien dat de intramurale AWBZ-productie voor cliënten met een B-pakket nagenoeg gelijk blijft, maar dat die voor cliënten met een C-pakket (beschermd wonen) met bijna 11 % toeneemt (zie ook voetnoot 7); één en ander hoofdlijnen conform de data in tabel Tabel 2.12 toont echter ook dat binnen de productie voor cliënten met een B-pakket een forse verschuiving optreedt van lichtere naar zwaardere zorg. En de groei van de productie voor cliënten met een C- pakket komt nagenoeg volledig voor rekening van cliënten met de zwaardere ZZP-C indicaties. Er treedt binnen de AWBZ dus niet alleen een forse groei van het BW op, maar over de hele linie ook een aanzienlijke zorgverzwaring (een ontwikkeling die in lijn is met een al langer bestaande landelijke trend (Van Hoof e.a., 2012), maar zich daarin tot dusverre niet zo scherp aftekende). Ondanks de groei van het beschermd wonen hebben zich overigens in de concentratiegraad van de instellingen in de periode geen grote verschuivingen voorgedaan. Opmerkelijk is wel dat, 19

22 voor zover die concentratiegraad is veranderd, deze juist is toegenomen: het aandeel van de bedden op locaties met meer dan 200 bedden is volgens de gegevens van de geïntegreerde GGZ-instellingen met bijna 1 procentpunt toegenomen en het aandeel op locaties met maximaal 20 bedden met bijna 1 procentpunt afgenomen. Klaarblijkelijk gaat de deconcentratie naar het beschermd wonen gepaard met een concentratie van andere voorzieningen, mogelijk vooral de opnamevoorzieningen (afbouw van ZVW-capaciteit door sluiting van kleinere locaties). Trends in hoofdlijnen Zetten we de belangrijkste mutaties in de intramurale voorzieningen van de geïntegreerde instellingen in de periode op een rij, dan constateren we - een zeer lichte daling van de totale intramurale capaciteit - een daling van intramurale ZVW-capaciteit - kortere opnames binnen de intramurale ZVW-voorzieningen - een lichte groei van de intramurale verslavingszorg en forensisch psychiatrische zorg - een lichte groei van de intramurale AWBZ-productie - een sterke groei van het beschermd wonen - een verschuiving binnen de AWBZ van lichte naar zware zorg De lichte daling van de totale intramurale capaciteit van de geïntegreerde instellingen is een trendbreuk met de ontwikkeling in de voorafgaande periode Toen steeg de totale capaciteit nog met bijna 5 % (Van Vugt en Van Hoof, 2011). Wat ook opvalt is dat het groeicijfer van de intramurale ABWZ tussen de eerste en de tweede meting van de monitor ongewijzigd is gebleven maar dat de intramurale ZVW-capaciteit van de geïntegreerde instellingen - in 2011 met ruim 5 % afgenomen - het jaar daarvoor nog met bijna 6 % was gegroeid (zodat per saldo de intramurale ZVW-capaciteit in 2011 terug is op het niveau van 2009). Overigens is ook het groeicijfer van de intramurale DJI-gefinancierde voorzieningen flink bijgesteld, van 13 % in de periode naar 2 á 3 % in de periode De groei van het beschermd wonen - al jarenlang een landelijke trend - is binnen de geïntegreerde instellingen juist versneld: van 6 % in 2010 naar 12 % in Bovenstaande capaciteits-, gebruiks- en mutatiecijfers hebben betrekking op de geaggregeerde gegevens van de geïntegreerde instellingen. Onderlinge verschillen tussen de instellingen kunnen echter aanzienlijk zijn. In hoofdstuk 4 gaan we nader in op die verschillen. Eerst presenteren we, in het volgende hoofdstuk, de geaggregeerde monitorresultaten van de RIBW s. 20

23 3 Beschermd wonen in de RIBW's 3.1 Inleiding Nederland telt 22 zelfstandige RIBW s. De RIBW s bieden voorzieningen voor beschermd wonen (in een woning van de instelling), voorzieningen voor begeleid zelfstandig wonen (ambulante hulp) en in een aantal gevallen ook voorzieningen voor dagbesteding. Van de totale capaciteit van de voorzieningen voor beschermd wonen in Nederland wordt naar schatting twee derde beheerd door de zelfstandige RIBW s. Naast het beschermd wonen bieden de RIBW s geen (andere) intramurale voorzieningen. Van deze 22 zelfstandige RIBW s in Nederland participeren er 18 in de RvB 2 en in de Monitor Intramurale GGZ. In dit hoofdstuk worden de omvang, aard en gebruik van de voorzieningen voor beschermd wonen van deze 18 RIBW s besproken en worden de mutaties gepresenteerd die zich daarin in de periode hebben voorgedaan Omvang en kenmerken BW-productie en BW-gebruik 2011 Tabel 3.1 geeft een overzicht van de omvang van het beschermd wonen van de RIBW's in 2011 in verpleegdagen en plaatsen (gespecificeerd naar financieringskader) en van het aandeel van aandeel van de BW-productie in de totale opbrengsten van de instellingen in Tabel 3.1.a Omvang BW-productie RIBW's in totaal en per financieringskader Verblijfdagen Plaatsen % Totaal AWBZ ,22 DJI ,78 Tabel 3.1.b Aandeel intramurale productie in totale opbrengsten van de RIBW's in 2011 % Intramuraal 79,4 Ambulant / overig 20,6 Totaal 100,0 Tabel 3.1.a laat zien dat de totale BW-productie van de participerende RIBW s in 2011 uitkomt op ruim 3 miljoen verblijfdagen, ofwel circa 8500 plaatsen 14. Dit komt neer op gemiddeld bijna 500 plaatsen per instelling. Deze voorzieningen voor beschermd wonen worden in de regel gefinancierd vanuit de AWBZ maar een relatief zeer klein deel (iets minder dan een procent) wordt gefinancierd 13 Gepresenteerde data gaan steeds over alle 18 RIBW's, tenzij anders vermeld. 14 Volgens de rekenregel: 365 verblijfdagen is 1 BW-plaats (zie inleiding). 21

24 vanuit de DJI (strafrechtelijke forensische zorg) 15. Uit tabel 3.1.b blijkt dat deze BW-productie in 2011 circa vier vijfde van de totale opbrengsten van de instellingen genereerde; één vijfde van de opbrengsten van de RIBW s komt uit ambulante zorg. De BW-voorzieningen van de RIBW s verschillen onderling in omvang en opzet. Het merendeel (69 %) bestaat uit locaties met maximaal 20 plaatsen, verdeeld over een aantal groeps- en/of individuele woningen. Maar er zijn ook grotere locaties. Omgekeerd zijn er ook zelfstandige, niet-geclusterde individuele woonvoorzieningen. Tabel 3.2 geeft een overzicht. Tabel 3.2 Opzet BW-voorzieningen RIBW 2011* Opzet Aandeel in totale BW-capaciteit % Groepswoonvoorziening op/naast ziekenhuisterrein 0,3 Indiv. woonvoorziening op/naast ziekenhuisterrein 1,0 Groepswoonvoorziening in de wijk: zorg in huis 21,9 Groepswoonvoorziening in de wijk: begeleiding op afstand 37,7 Geclusterde, indiv. woonvoorzieningen in de wijk 18,8 Zelfstandige, indiv. woonvoorzieningen in de wijk 19,4 Volledig Pakket Thuis 0,9 * Definities: Groepswoonvoorzieningen op of naast het ziekenhuisterrein; voorzieningen voor wonen/langdurig verblijf voor meer personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, op/naast het ziekenhuisterrein. Individuele woonvoorzieningen op of naast het ziekenhuisterrein: woonvorm voor één persoon, met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc., op/naast het ziekenhuisterrein. Groepswoonvoorzieningen in de wijk met zorg in huis: woonvorm voor meerdere personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, in de wijk, zorg en begeleiding in het pand aanwezig. Groepswoonvoorzieningen in de wijk met begeleiding op afstand: woonvorm voor meerdere personen, met een gedeelde keuken, huiskamer etc., geen eigen voordeur, in de wijk, zorg en begeleiding op afstand, afroepbaar. Geclusterde, individuele woonvoorzieningen in de wijk: eenpersoonswoningen met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc, geclusterd in een groter verband, zorg en begeleiding in nabijheid of op afstand, afroepbaar Zelfstandige, individuele woonvoorzieningen in de wijk: eenpersoonswoningen met eigen keuken, huiskamer, voordeur, etc, zorg en begeleiding op afstand, afroepbaar. Volledig pakket thuis: zorg aan een cliënt met een ZZP-indicatie bij de cliënt thuis De tabel laat zien dat circa 60 % van de plaatsen bestaat uit groepswoonvoorzieningen en bijna 40 % uit individuele woonwoningen (nagenoeg alle in de wijk, maar volgens opgave van de RIBW s ook een enkele op of naast een ziekenhuisterrein van de GGZ). Bij ruim een derde van de groepswoonvoorzieningen bevindt de begeleiding zich in het pand zelf, bij de rest bevindt deze zich op afstand. Van de individuele woonvoorzieningen is de helft geclusterd (de buren zijn ook BWbewoners). De andere helft bestaat uit zelfstandige, individuele woonvoorzieningen tussen reguliere woningen. Verder wordt bijna 1 procent van de ZZP-geïndiceerde zorg geboden onder de noemer van het Volledig Pakket Thuis (formeel verblijfszorg, de facto ambulante zorg). 15 Het aandeel van de totale forensische zorg (dus inclusief de niet-strafrechtelijke forensische zorg) is volgens de gegevens van de instellingen iets hoger, namelijk 1,1 %. 22

25 Zorggebruik en cliëntenstromen In de loop van 2011 stroomden 1974 cliënten in de BW-voorzieningen van de RIBW s die participeren de Monitor (waarvan circa 2 % met een DJI-verblijfsindicatie). De jaarinstroom bedraagt daarmee gemiddeld ruim 20 % van de aanwezige populatie op peildatum: ruim Per instelling gaat het gemiddeld om circa 115 instromers op een bestand van bijna 500 cliënten 17. Tabel 3.3 geeft, voor die instellingen die daarover gegeven beschikbaar hadden, een overzicht van de verblijfsduur van de BW-bewoners van de RIBW s. Tabel 3.3. Verblijfsduur AWBZ-cliënten Verblijfsduur BW-bewoners RIBW's, bij aanwezige bewoners op en bij uitstroom in 2011* Aanwezige bewoners op peildatum % Uitgestroomde bewoners 2011 (%) Maximaal 1 jaar 19,8 38,5 1 tot 2 jaar 16,2 25,6 2 tot 4 jaar 31,0 20,9 Meer dan vier jaar 33,0 15,0 Totaal 100,0 100,0 * N = 11 instellingen Bijna tweederde van de op peildatum aanwezige BW-bewoners blijkt inmiddels tenminste twee jaar in de beschermende woonvorm te verblijven, een derde tenminste vier jaar. De uitstroom vindt juist vooral plaats onder de kortverblijvers: bijna 40 % van de uitstromers zijn bewoners die nog geen jaar in de beschermende woonvorm verbleven. Een en ander impliceert dat naarmate het verblijf in de RIBW langer duurt, de kans op doorstroom navenant afneemt (eerder onderzoek onder de leden van de RIBW-alliantie kwam uit op een gemiddelde verblijfsduur van de BW-bewoners in 2009 van bijna 5 jaar; Caro-Nienhuis e.a., 2010). Mensen met psychische aandoeningen komen in aanmerking voor een beschermende woonvorm op grond van een ZZP-indicatie. Tabel 3.4 laat zien dat bijna de helft van de BW-capaciteit van de RIBW s in gebruik is voor mensen met een ZZP 3C indicatie 18. Ruim 70 % valt in de lichtere categorieën 1C, 2C of 3C, bijna 30 % in de zwaardere categorieën 4C, 5C en 6C. De RIBW s bieden als gezegd ook ambulante hulp in de vorm van begeleid zelfstandig wonen en soms ook dagbestedingsvoorzieningen. Ook zagen we al dat deze ambulante zorg circa 20 % van de inkomsten van de RIBW s genereert. Qua aantallen cliënten gaat het echter om een grotere groep 16 De capaciteit in 2011 (tabel 3.1.a) en het cliëntenbestand op peildatum komen niet exact overeen. Vermoedelijke oorzaken daarvan zijn fluctuaties in de bezetting van de voorzieningen gedurende het jaar en eventuele andere administratieve factoren. 17 Uitstroomgegevens zijn uitgevraagd in relatie tot de verblijfsduur van bewoners. Slechts 10 van de 18 RIBW s konden deze gegevens leveren, waardoor geen cijfer beschikbaar is over de totale uitstroom. Wel geven de beschikbare gegevens aan dat bij de betrokken instellingen de instroom in 2011 gemiddeld twee keer zo hoog was als de uitsroom. 18 ZZP 3C: Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding' 23

26 dan die van de BW-bewoners. In totaal ontvingen in 2011 circa cliënten ambulante hulp van de RIBW s op basis een AWBZ-indicatie voor individuele begeleiding (gemiddeld ruim 650 per instelling) en ruim 3700 ontving ambulante hulp op basis van een AWBZ-indicatie voor groepsbegeleiding (gemiddeld ruim 200 per instelling). Tabel 3.4. Aandeel ZZP-categoriën in BW-productie van de RIBW s Aandeel in totale BW-productie (%) ZZP-1C 5,1 ZZP-2C 21,8 ZZP-3C 43,5 ZZP-4C 18,7 ZZP-5C 9,7 ZZP-6C 1,1 Totaal 100,0 3.3 Mutaties Tabel 3.5 geeft een overzicht van mutaties in enkele kerngegevens rond de RIBW-voorzieningen in de periode Tabel 3.5 Mutaties BW-capaciteit, BW-instroom en ambulante cliëntenen RIBW-voorzieningen Mutatie in % Totaal BW-capaciteit ,6 Instroom BW* ,1 Ambulante cliënten indiv. begel. (actief bestand)** ,8 * N = 17 instellingen, ontbrekende data 2010 gesubstitueerd door data 2011 bij vijf instellingen * N = 16 instellingen, ontbrekende data 2010 gesubstitueerd door data 2011 bij vier instellingen De tabel laat zien dat de totale BW-capaciteit van de RIBW s in de periode met bijna 8 % is gegroeid 19. Dat is een aanzienlijke stijging, zij het minder groot dan die van de BW-capaciteit van de geïntegreerde instellingen. De stijging is wel in lijn met landelijke trends van de laatste jaren (van Hoof e.a., 2012). Uit de tabel blijkt ook dat de instroom in het beschermd wonen niettemin iets is afgenomen. Dat de capaciteit toch is gegroeid bevestigt dat die instroom nog altijd aanzienlijk groter is dan de uitstroom (naar schatting circa twee keer zo groot, zie voetnoot 16; bij die instellingen waar gegevens over beschikbaar zijn is bovendien de uitstroom in de periode gedaald). 19 Eerder bleek dat de DJI gefinancierde zorg binnen de totale BW-capaciteit slechts een zeer klein aandeel inneemt. Dit aandeel is echter ook gegroeid, van 49 in 2010 naar 66 plaatsen in De totale forensische psychiatrische zorg (strafrechtelijk én niet-strafrechtelijk, is gegroeid van 65 plaatsen in 2010 naar 92 plaatsen in

27 Overigens stijgt ondertussen ook het aantal ambulante cliënten van de RIBW s: het aantal cliënten dat zorg krijgt op basis van een AWBZ-indicatie voor individuele begeleiding is met bijna 5 % gestegen in de periode In de verblijfsduur van de bewoners en in de typen voorzieningen waarin deze verblijven, doen zich in de periode geen grote verschuivingen voor, al lijkt de capaciteitsgroei vooral te hebben plaatsgevonden bij de kleinere locaties (met minder dan 20 plaatsen). Grote verschuivingen zijn wel te zien in de zorgzwaarte. Tabel 3.6 Mutaties zorgzwaarte BW-productie RIBW s * Productie in plaatsen BW Mutatie in % ZZP 1C ,5 ZZP 2C ,7 ZZP 3C ,5 ZZP 4C ,1 ZZP 5C ,8 ZZP 6C ,0 Totaal zwaarste ZZPC's (4C, 5C en 6C) ,4 * Ontbrekende data 2010 gesubstitueerd door data 2011 bij twee instellingen Tabel 3.6 toont voor de periode met name een verschuiving van de BW-productie naar de zwaardere ZZP-categorieën. De omvang van de zorg voor cliënten met de laagste ZZP-en - 1C en 2C - daalt flink, terwijl de zorg voor cliënten met zwaardere ZZP-en juist fors groeit. In absolute zin groeit vooral het aantal plaatsen voor cliënten met ZZP 3C indicatie. Relatief stijgt het aantal plaatsen dat gebruikt wordt door cliënten met een indicatie voor ZZP 4C het hardst (bijna 30 %). In het vorige hoofdstuk constateerden we overigens al dat deze zorgverzwaring in het beschermd wonen (en in de AWBZ in het algemeen) zich ook bij de geïntegreerde instellingen voordoet (zie hoofdstuk 2). De groei van de BW-capaciteit en de verzwaring van de BW-zorg maken ook dat het aandeel van het beschermd wonen in de totale opbrengsten van de RIBW s in de periode nog verder is gegroeid, zij het licht (met bijna een procentpunt). 25

Bedden tellen. Landelijke trends en resultaten tweede meting Monitor Intramurale GGZ. Improving Mental Health by Sharing Knowledge

Bedden tellen. Landelijke trends en resultaten tweede meting Monitor Intramurale GGZ. Improving Mental Health by Sharing Knowledge Improving Mental Health by Sharing Knowledge Bedden tellen Landelijke trends en resultaten tweede meting Monitor Intramurale GGZ Frank van Hoof Milou Haggenburg Zeist Maaike van Vugt 7 november 2012 Te

Nadere informatie

Landelijke Monitor Intramurale GGZ

Landelijke Monitor Intramurale GGZ A. Knispel, L. Hulsbosch, F. van Hoof Landelijke Monitor Intramurale GGZ Tweede meting - 2013 A. Knispel, L. Hulsbosch, F. van Hoof Landelijke Monitor Intramurale GGZ Tweede meting - 2013 Trimbos-instituut

Nadere informatie

Sectorrapport ggz 2012. feiten en cijfers over een sector in beweging

Sectorrapport ggz 2012. feiten en cijfers over een sector in beweging Sectorrapport ggz 2012 feiten en cijfers over een sector in beweging Amersfoort, mei 2014 uitgave GGZ Nederland copyrights GGZ Nederland 2014 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. bezoekadres

Nadere informatie

ZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018

ZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018 ZorgCijfers Monitor Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg FEBRUARI 2018 Van goede zorg verzekerd Dit is een uitgave van Zorginstituut Nederland Postbus 320 1110

Nadere informatie

EPA-vignettenstudie. Overzicht EPA-cliënten per gemeente, ingedeeld naar zorggebruik. Toelichting op het onderzoek

EPA-vignettenstudie. Overzicht EPA-cliënten per gemeente, ingedeeld naar zorggebruik. Toelichting op het onderzoek EPA-vignettenstudie Overzicht EPA-cliënten per gemeente, ingedeeld naar zorggebruik Toelichting op het onderzoek Datum: 7 mei 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Welke resultaten zijn

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009 Wachttijden in ggz-instellingen 2008 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2009-353 juni 2009 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

Landelijke Monitor Intramurale GGZ

Landelijke Monitor Intramurale GGZ A. Knispel, M.E. Haggenburg, F. van Hoof Landelijke Monitor Intramurale GGZ Eerste meting - 2012 A. Knispel M.E. Haggenburg F. van Hoof Landelijke Monitor Intramurale GGZ Eerste meting - 2012 Trimbos-instituut,

Nadere informatie

GGZ in de Zorgverzekeringswet. tabellen over de jaren

GGZ in de Zorgverzekeringswet. tabellen over de jaren tabellen over de jaren 8- Inhoudsopgave Introductie Gemiddeld aantal behandelingen per patiënt, 8 Gebruik ggz naar leeftijd en geslacht, Patiënten in behandeling per circuit, 8 Doorstroming per circuit,

Nadere informatie

Beschermd Wonen GGZ. Midden-Holland

Beschermd Wonen GGZ. Midden-Holland Beschermd Wonen GGZ Midden-Holland Beschermd Wonen Midden-Holland Uitgevoerd in opdracht van de Regio Midden-Holland Wim Faessen, Jaap van Galen, Judith Willems September 2017 r2017-0032jw 17035-WON ABF

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

AWBZ en Wlz: een vergelijking

AWBZ en Wlz: een vergelijking Trends in de indicatiestelling AWBZ en Wlz: een vergelijking Inleiding In deze factsheet presenteren we de meest opvallende trends in de indicatiebesluiten en in de aanspraak op zorg bij cliënten van 18

Nadere informatie

Bedden tellen Afbouw van de intramurale ggz

Bedden tellen Afbouw van de intramurale ggz 298 ter discussie ambulantisering Bedden tellen Afbouw van de intramurale ggz Nederland heeft internationaal gezien veel klinische bedden. Om die af te bouwen moet je rekening houden met de diversiteit

Nadere informatie

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost Bijlage Informatiedocument Brabant Noordoost-oost 1 Inleiding: Vanaf 1 januari 2015 zal de huidige langdurige intramurale Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) niet langer meer onderdeel zijn van de AWBZ.

Nadere informatie

REGELING CA/NR-100.045

REGELING CA/NR-100.045 Bijlage 1 bij ACON/khes/Care/AWBZ/06/23c REGELING Aanlevering en verspreiding scoregegevens zorgzwaartepakketten (ZZP's) ten behoeve van de Nederlandse Zorgautoriteit Gelet op artikel 68, eerste lid, Wet

Nadere informatie

Themadag LOOT/LOMOZ. Wat betekenen de ontwikkelingen voor de Geestelijke Gezondheidszorg. 19 juni 2013 Marianne van Duijn

Themadag LOOT/LOMOZ. Wat betekenen de ontwikkelingen voor de Geestelijke Gezondheidszorg. 19 juni 2013 Marianne van Duijn Themadag LOOT/LOMOZ Wat betekenen de ontwikkelingen voor de Geestelijke Gezondheidszorg 19 juni 2013 Marianne van Duijn Inhoud Veranderingen Consequenties voor de patiënt Consequenties voor organisatie

Nadere informatie

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek November 2014 Samenvatting De landelijke

Nadere informatie

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018 Concept rapportage Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018 Gemeente Tilburg Afdeling Informatievoorziening Team Informatie- en Kenniscentrum Theo Leliveld September 2018 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

SECTORRAPPORT GGZ 2013 FEITEN EN CIJFERS OVER EEN SECTOR IN BEWEGING

SECTORRAPPORT GGZ 2013 FEITEN EN CIJFERS OVER EEN SECTOR IN BEWEGING SECTORRAPPORT GGZ 2013 FEITEN EN CIJFERS OVER EEN SECTOR IN BEWEGING Sectorrapport ggz 2013 Feiten en cijfers over een sector in beweging Amersfoort, december 2015 1 Inhoud Voorwoord... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L)

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) 1 2 Inhoud Onderdelen 1. Kerncijfers ondersteuning 2. Ontwikkeling voorzieningen 3. Kosten 4. Kanteling/verschuiving 5. Aanbieders Wmo/Jeugd 6. Gebruik voorzieningen/zorgconsumptie per wijk 7. Stapeling

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010 Wachttijden in ggz-instellingen 2009 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2010-365 juli 2010 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014 Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014 1 Toelichting bij de analyse De centrumgemeente Leiden heeft op verschillende momenten in 2014 gegevens ontvangen over Beschermd wonen van

Nadere informatie

ZorgCijfers Monitor Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 1 e kwartaal juli Van goede zorg verzekerd

ZorgCijfers Monitor Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 1 e kwartaal juli Van goede zorg verzekerd ZorgCijfers Monitor Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 1 e kwartaal 2019 juli 2019 Van goede zorg verzekerd Dit is een uitgave van Zorginstituut Nederland Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl

Nadere informatie

Bijlage B. Uitgaven en gebruik formele langdurige zorg en ondersteuning. Ab van der Torre. Pagina 1 van 22

Bijlage B. Uitgaven en gebruik formele langdurige zorg en ondersteuning. Ab van der Torre. Pagina 1 van 22 Bijlage B Uitgaven en gebruik formele langdurige zorg en ondersteuning Ab van der Torre Pagina 1 van 22 Bijlage bij de publicatie: Landelijke evaluatie van de Hervorming Langdurige Zorg. Veranderde zorg

Nadere informatie

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz Per 1 januari 2015 worden grote veranderingen in de zorg van kracht. De Hervorming Langdurige Zorg is één van de ingrijpendste veranderingen in het zorgstelsel

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006

Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006 Contractering AWBZ-zorg 2006 Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006 Referentiemateriaal voor zorgkantoren en zorgaanbieders ten behoeve van de zorgcontractering 2007 Oktober 2006 Nederlandse

Nadere informatie

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014 Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014 1 Toelichting bij de analyse De centrumgemeente Leiden heeft op verschillende momenten in 2014 gegevens ontvangen over Beschermd wonen van

Nadere informatie

Wie is de klant. Peter Bakker

Wie is de klant. Peter Bakker Wie is de klant Peter Bakker Corry Filmpje Corry (RIBW Alliantie) Inhoud Wie is de klant (algemeen) GGZ landschap Feiten en cijfers Wie is de klant (specifiek) Hoe krijg je als gemeente de klant in beeld

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0864 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden BELEIDSREGEL Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Bestuurlijk akkoord GGZ en gemeenten

Bestuurlijk akkoord GGZ en gemeenten Bestuurlijk akkoord GGZ en gemeenten Veronique Esman Directeur Curatieve Zorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 21 november 2013 Inhoud 1. Akkoorden curatieve zorg 1. Akkoorden curatieve

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Productiemonitor Stichting ZorgPunt Utrecht

Productiemonitor Stichting ZorgPunt Utrecht Productiemonitor Stichting ZorgPunt Utrecht 1e kwartaal 2012 Inleiding en samenvatting Voor u ligt de productiemonitor van het 1e kwartaal 2012. In deze monitor wordt een beeld geschetst van de belangrijkste

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

GGZ en Maatschappelijke Opvang 2011 Ranking o.b.v. omzet en eigen vermogen. Augustus 2012

GGZ en Maatschappelijke Opvang 2011 Ranking o.b.v. omzet en eigen vermogen. Augustus 2012 GGZ en Maatschappelijke Opvang Ranking o.b.v. omzet en eigen vermogen Augustus 2012 INHOUD Deel 1 : omzet - Totaal per sector pag. 2 - Geïntegreerde GGZ pag. 3 - Ambulante GGZ pag. 4 - Kind en Jeugd pag.

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig Gehandicaptenzorg van AWBZ naar Wmo Inleiding Per 2015 vervalt de aanspraak op extramurale begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging uit de AWBZ. De cliënten vanaf 18 jaar

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen Perceelbeschrijving Beschermd wonen Inhoud 1. Beschermd wonen... 3 1.1 Gevraagd product... 3 1.2 Eisen aan aanbieder... 4 1.3 Basisprotocol... 5 Pagina 2 van 5 1. Beschermd wonen 1.1 Gevraagd product De

Nadere informatie

Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s

Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s Langer thuis Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s Eerste kwartaal 2013 Inhoudsopgave Samenvatting... 4 1 Onderzoeksopzet en begrippen... 6 1.1 Inleiding... 6 1.2 Probleemstelling... 6 1.3 Onderzoeksmethode...

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Analyse quick scan productie 2016

Analyse quick scan productie 2016 Analyse quick scan productie 2016 Publicatienummer 2016-405 Vormgeving omslag Case Communicatie, Ede Copyrights GGZ Nederland 2016 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Voorwoord In de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 891 Regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg) Nr. 82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Rapportage Impactmonitor begeleiding Rapportage Impactmonitor begeleiding Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck Enschede, 31 januari 2012 SS/12/259/ova2 drs. Sylvia Schutte Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Aantal cliënten met begeleiding...

Nadere informatie

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Menzis Marktanalyse Sectoraal Inkoopplan AWBZ 215 GZ 1.5 1 Marktanalyse Gehandicaptenzorg In dit document wordt de intramurale Gehandicaptenzorg (GZ) kwantitatief

Nadere informatie

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp. 17 misverstanden over de Wet langdurige zorg (Wlz) Per 1 januari 2015 komt de Wet langdurige zorg (Wlz) in de plaats van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is van toepassing op cliënten

Nadere informatie

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Monitor begeleid wonen Twente 2012 Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Frank van Hoof, Aafje Knispel, Bob van Wijngaarden, Ineke Kok. Toekomstverkenning intramurale GGZ

Frank van Hoof, Aafje Knispel, Bob van Wijngaarden, Ineke Kok. Toekomstverkenning intramurale GGZ Frank van Hoof, Aafje Knispel, Bob van Wijngaarden, Ineke Kok Toekomstverkenning intramurale GGZ Frank van Hoof Aafje Knispel Bob van Wijngaarden Ineke Kok Toekomstverkenning intramurale GGZ Trimbos-instuut,

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

resultaten Vacature-enquête

resultaten Vacature-enquête resultaten Vacature-enquête voorjaar 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Vacatures maart 2014 4 3. Vacatures per sector 5 4. Conclusies 11 Bijlage 1 Tabellen 12 Kenmerk: Project: 81110 Juni 2014 1. Inleiding

Nadere informatie

Regionale marktanalyse Wlz

Regionale marktanalyse Wlz Regionale marktanalyse 2017-2018 Wlz Zorgkantoren Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord Inleiding Voor u ligt de marktanalyse voor de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland

Nadere informatie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Inleiding In de komende decennia zal de bevolkingssamenstelling veranderen en zal het aandeel ouderen in de bevolking toenemen. Indien nu al bekend is hoeveel ouderen

Nadere informatie

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Kwartaalmonitor Indicatiemelding Kwartaalmonitor Indicatiemelding Eerste kwartaal 2012 Voorwoord In april 2012 heeft het CIZ de eerste kwartaalmonitor uitgebracht van de pilot indicatiemelding voor 80-plus-cliënten voor intramurale zorg.

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0229 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten met verpleegzorgbehoefte en bijkomende GGZ problematiek

Financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten met verpleegzorgbehoefte en bijkomende GGZ problematiek Financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten met verpleegzorgbehoefte en bijkomende GGZ problematiek 1. Inleiding Voor u ligt de financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten

Nadere informatie

Uitgavenontwikkeling zorg voor ouderen en gehandicapten en zorgverzwaring voor de jaren 2010-2012

Uitgavenontwikkeling zorg voor ouderen en gehandicapten en zorgverzwaring voor de jaren 2010-2012 Zorgverzwaring Uitgavenontwikkeling zorg voor ouderen en gehandicapten en zorgverzwaring voor de jaren 1. Inleiding In de Volkskrant van 3 mei jl. verscheen het artikel Explosie vraag om zware zorg met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68102 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Stuurgroep Wachttijden 16 juli Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis

Stuurgroep Wachttijden 16 juli Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis Aan: Stuurgroep Wachttijden 16 juli 19 Van: Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis 0 8008 39 Kwartaalrapportage wachttijden ggz Q2 19 1. Samenvatting landelijke beeld In deze notitie staat een overzicht

Nadere informatie

Handreiking Gebruik zorgvraagzwaarte-indicator GGZ Voor GGZ-instellingen en zorgverzekeraars

Handreiking Gebruik zorgvraagzwaarte-indicator GGZ Voor GGZ-instellingen en zorgverzekeraars Handreiking Gebruik zorgvraagzwaarte-indicator GGZ Voor GGZ-instellingen en zorgverzekeraars September 2015 Utrecht 1 Handreiking zorgvraagzwaarte-indicator GGZ; Voor GGZinstellingen en zorgverzekeraars

Nadere informatie

Generalistische Basis GGZ

Generalistische Basis GGZ Generalistische Basis GGZ Code Omschrijving Maximale vergoeding TOTAAL 180001 Generalistische Basis GGZ Kort (BK) 418,10 180002 Generalistische Basis GGZ Middel (BM) 712,39 180003 Generalistische Basis

Nadere informatie

EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN

EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN FACTSHEET ZZP 1, 2 EN 3 EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN ACHTERGROND, GEVOLGEN, FEITEN EN CIJFERS Voor de twaalf Drentse gemeenten Marion Wijnstra Erwin Matijsen Oktober 2012 ACHTERGROND EN

Nadere informatie

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011 DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS Zorgkantoor Friesland 15 december 2011 WAT KUNT U VERWACHTEN 1. Aanleiding bijeenkomst 2. Begeleiding

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0863 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015 Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman METINGEN 2014, 2015 EN 2016 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Utrecht, juni 2013 Inhoud 1 Kort verblijf 4 2 Deel I - Speciaal onderwijs 5 2.1 Uitstroom 5 2.2 IQ van

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2012

Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Voor u ligt het derde infoblad 2012. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,

Nadere informatie

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Colofon tekst: JB Lorenz vormgeving: de Beeldsmederij mei 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding Deel I Speciaal onderwijs 1.1 Uitstroom vanuit het so 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen

Nadere informatie

Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 2013-2025

Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 2013-2025 Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 213-225 Inleiding Als we nu al weten hoeveel ouderen in 225 in een verzorgingshuis wonen, is het mogelijk om hierop te anticiperen. Voor beleidsmakers

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Kwartaalmonitor Indicatiemelding Kwartaalmonitor Indicatiemelding Tweede kwartaal 2013 Inhoud 1 Samenvatting... 3 2 Inleiding... 5 2.1 Achtergrond: de invoering van indicatiemelding voor ZZP s 80+... 5 2.2 Doel van de kwartaalmonitor...

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Deze rapportage geeft informatie over het verloop van de wachtlijsten in het jaar 2004. De laatste peildatum van de rapportage is 1 januari 2005. Nu de rapportage

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Rapportage EPA vignettenstudie

Rapportage EPA vignettenstudie Rapportage EPA vignettenstudie Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 1. Inleiding Aanleiding van de EPA vignettenstudie Op 5 december 2013 hebben de initiatiefnemers vanuit Altrecht (Rob de Jong) en Kwintes

Nadere informatie

Rapportage decentralisatie monitor Gemeente Eijsden-Margraten

Rapportage decentralisatie monitor Gemeente Eijsden-Margraten Rapportage decentralisatie monitor Gemeente Eijsden-Margraten 2013 2 Hoofdstuk 1: Totaaloverzichten (Begeleiding + Persoonlijke Verzorging) Totaaloverzichten (begeleiding + Persoonlijke Verzorging) Begeleiding

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0865 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Documentatierapport Personen met indicaties voor

Documentatierapport Personen met indicaties voor Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Personen met indicaties voor AWBZ gefinancierde zorg (INDICAWBZTAB) Datum: 15 december 2014 Bronvermelding Publicatie

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie