Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006

Transcriptie

1 Contractering AWBZ-zorg 2006

2 Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006 Referentiemateriaal voor zorgkantoren en zorgaanbieders ten behoeve van de zorgcontractering 2007 Oktober 2006

3

4 Nederlandse Zorgautoriteit Inhoud Samenvatting 5 1. Contracteren in de AWBZ-zorg Inleiding Doelstelling rapport Informatiebronnen Leeswijzer Zorgcontractering totaal Zorgcontractering in de geestelijke gezondheidszorg Het contracteerbedrag Verdeling contracteerbedrag volwassenen en ouderen over intramuraal, deeltijd en extramuraal Verdeling contracteerbedrag kinderen en jeugdigen over intramuraal, deeltijd en extramuraal Verdeling gecontracteerde budget over zorgcircuits Verdeling gecontracteerde plaatsen over de circuits Contractering producten Zorgcontractering in de gehandicaptenzorg Het contracteerbedrag Verdeling contracteerbedrag over intramuraal, dagactiviteit en zorg thuis Verdeling gecontracteerde budget over type zorg Contractering producten Zorgcontractering in de verpleging, verzorging en thuiszorg Het contracteerbedrag Verdeling gecontracteerd bedrag over intramuraal, dagactiviteiten en zorg thuis Verdeling gecontracteerd bedrag en gecontracteerde intramurale plaatsen over type zorg Opbouw gecontracteerde extramurale budget Realisatie zorg thuis Contractering prestaties en producten 46 A Tabellen zorgcontractering totaal 49 B Tabellen geestelijke gezondheidszorg 53 C Tabellen gehandicaptenzorg 57 D Tabellen verpleging, verzorging en thuiszorg 61 E Afkortingenlijst 79 F Indeling clustering zorgkantoren 81

5

6 Nederlandse Zorgautoriteit Samenvatting Deze gids bevat informatie op landelijk niveau over de contractering van de AWBZ-zorg in 2005 en Uitgangspunt voor de gegevens over 2005 is de meting van september Voor de gegevens over 2006 vormt de meting van maart 2006 het vertrekpunt. Op basis van gegevens over voornamelijk productieafspraken worden per zorgkantoorregio of per cluster van regio s cijfers over de afgesproken zorg gepresenteerd. Daarmee beoogt deze gids referentiemateriaal te bieden voor de zorgcontractering voor Tegelijk met deze gids zijn per zorgkantoorregio kerncijfers uitgebracht in het tabellenrapport Kerncijfers zorginkoop Daarin staat de zorgcontractering in de betreffende regio centraal en wordt een verbinding gelegd tussen de contractering in de regio s en de landelijk gemiddelden. Kernbevindingen zorgcontractering totaal Contracteerbedrag: Het totale contracteerbedrag is gestegen van 17,5 miljard in 2005 tot 18,1 miljard in Dat is een toename van 3,4%. In 2005 was sprake van een stijging van 3,0% ten opzichte van Evenals in 2005 is in 2006 de toename het grootst in de gehandicaptenzorg (4,9%). In 2006 is de stijging in de zorg thuis het geringst: 1,5%. In 2005 was de groei van het budget in de geestelijke gezondheidszorg het minst sterk. Per inwoner van Nederland is in 2006 gemiddeld voor een bedrag van aan AWBZ-zorg gecontracteerd. In 2005 was dat De verschillen in gecontracteerde bedragen per inwoner tussen de regio s zijn in 2006 iets gegroeid in vergelijking met De verschillen doen zich voor in alle AWBZ-sectoren. Voor een (in het kader van dit onderzoek niet nader te kwantificeren) gedeelte worden de verschillen tussen regio s veroorzaakt door bovenregionale contractering. Productmix: In alle AWBZ-sectoren zijn regionale verschillen in de productmix te constateren. Zo varieert de verhouding tussen intramuraal en extramuraal, maar ook de verhouding tussen zwaardere en minder zware zorg. Kernbevindingen zorgcontractering in de geestelijke gezondheidszorg Contracteerbedrag: In 2006 is het contracteerbedrag voor geestelijke gezondheidszorg met 2,1% gestegen.

7 Productmix: Binnen het circuit volwassenen en ouderen is het aandeel extramurale zorg in het totale contracteerbedrag in 2006 iets gedaald ten opzichte van 2005, van 41,0% naar 40,6%. Het aandeel intramurale zorg is in 2006 iets gestegen, van 50,2% naar 50,6%. Het aandeel deeltijdbehandeling is onveranderd op 8,8% gebleven. Het aandeel intramurale zorg op het totaal in het circuit volwassenen en ouderen varieert per geclusterde regio van 44,1% tot 60,2%. De regionale verschillen zijn daarmee in 2006 iets kleiner dan in 2005 en dat geldt ook voor de extramurale zorg. Het aandeel van het aantal plaatsen beschermd wonen in de totale intramurale capaciteit voor volwassenen en ouderen bedraagt in 2006 gemiddeld 31,9% en varieert per clusterregio van 25% tot 40%. Gemiddeld wordt in ,0% van het totale budget voor volwassenen en ouderen gecontracteerd voor telefonische contacten; dat is 0,4% meer dan in De regionale verschillen zijn aanzienlijk. Het bedrag dat voor kinder- en jeugdpsychiatrie is gecontracteerd, is in 2006 met 7,3% toegenomen ten opzichte van Er zijn duidelijke verschillen per regio te onderkennen in de contractering van productvarianten met beperkte begeleiding en met volledige begeleiding. Kernbevindingen zorgcontractering in de gehandicaptenzorg Contracteerbedrag In 2006 is het contracteerbedrag voor gehandicaptenzorg met 4,9% gestegen. Productmix: Het aandeel intramurale zorg op het totaal in 2006 is in vergelijking met 2005 licht gedaald, van 77,4% naar 77,1%. Het percentage intramurale middelen varieert per geclusterde regio van 72,1% tot 84,6%; dit is een iets grotere variatie dan in Het bedrag dat is gecontracteerd voor extramurale gehandicaptenzorg is in 2006 gestegen met 3,9%. Het aandeel extramurale middelen op het totaal komt gemiddeld uit op 10,7% en varieert per regio van 4,0% tot 15,6%; dit is een iets grotere spreiding dan in Het aandeel dagactiviteiten op het totaal is van 12,6% in 2005 gedaald naar 12,3% in 2006 en varieert in 2006 per regio van 10,2% tot 14,2%. Het aantal plaatsen in gezinsvervangende tehuizen neemt in 2006 (in heel lichte mate) toe van 1,35 tot 1,37 per inwoners. Ook in 2005 was er sprake van een kleine toename. De regionale verschillen in percentages gecontracteerde middelen voor licht verstandelijk gehandicapten, matig verstandelijk gehandicapten, ernstig verstandelijk gehandicapten, zeer ernstig verstandelijk gehandicapten en sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten zijn in 2006 onveranderd groot. Van het totaal aantal uren begeleiding wordt in 2006 gemiddeld 28,4% als begeleiding extra gecontracteerd; dat is meer dan in 2005 (26,8%). De percentages verschillen per regio van 6,1% tot 43,9%. Van het totaal aantal uren dagactiviteit wordt in 2006 gemiddeld 22,6% als dagactiviteit extra gecontracteerd. De percentages verschillen per regio van 7,7% tot 52,8%. 6

8 Nederlandse Zorgautoriteit Kernbevindingen zorgcontractering in de verpleging, verzorging en thuiszorg Contracteerbedrag: In 2006 is het contracteerbedrag voor verpleging, verzorging en thuiszorg met 3,1% gestegen: de intramurale zorg met 4,1% en de extramurale zorg met 1,5%. De verschillen tussen de bedragen per regio per 75-plusser zijn groot en dat geldt ook voor de verschuivingen tussen 2005 en De oorzaak daarvan kunnen bovenregionale fusies zijn. Productmix: Het aandeel intramurale zorg in het totaal is gestegen van 63,3% in 2005 naar 63,9% in Van de intramurale zorg in 2006 bestaat 39,4% uit verpleeghuiszorg en 60,6% uit verzorgingshuiszorg; in 2005 was deze verhouding 38,6% versus 61,4%. Voor 32,7% van de verzorgingshuisplaatsen is aanvullende verpleeghuiszorg beschikbaar. Dit komt neer op een daling met 3,5% ten opzichte van Het aandeel extramurale zorg in het totaal is van 33,9% in 2005 gedaald naar 33,3% in 2006; deze aandelen variëren in 2006 per regio van 17,3% tot 48,5%. Het aandeel huishoudelijke verzorging in de zorg thuis is met 2,8% toegenomen en het aandeel ondersteunende begeleiding met 1,4%. Het aandeel persoonlijke verzorging is gedaald met 2,9% en het aandeel verpleging met 1,4%. Van het totaal aantal extramurale uren persoonlijke verzorging wordt in 2006 gemiddeld 16,2% als persoonlijke verzorging extra gecontracteerd; dat is meer dan in 2005 (14,2%). Deze aandelen variëren per regio van 1,5% tot 46,9%. Van het totaal aantal uren extramuraal wordt in 2006 gemiddeld 1,3% als persoonlijke verzorging speciaal gecontracteerd; deze aandelen variëren per regio van 0,1% tot 3,2%. Van het totaal aantal uren verpleging wordt in 2006 gemiddeld 13,4% als verpleging extra gecontracteerd; dat is meer dan in 2005 (12,8%). De percentages variëren per regio van 0,6% tot 49,6%. Het aandeel zorgzwaartetoeslagen in het variabel budget bedraagt 3,1% in 2006, dit was 0,4% in Dit is het gevolg van de invoering van vijf nieuwe toeslagcategorieën en de verhoging van het geoormerkte bedrag dat hiervoor beschikbaar is gesteld van 15 miljoen naar 104 miljoen. 7

9

10 Nederlandse Zorgautoriteit 1. Contracteren in de AWBZ-zorg 1.1 Inleiding De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gegevens verzameld over de zorginkoop in 2005 en Die gegevens zijn door PricewaterhouseCoopers (PwC) in een coproductie met de NZa bewerkt tot een bruikbare dataset voor zorgkantoren en zorgaanbieders bij de zorgcontractering voor het jaar De bewerkte gegevens zijn gebundeld in deze gids Contractering AWBZzorg In aanvulling op deze gids is het tabellenrapport Kerncijfers zorginkoop 2006 uitgebracht. Het rapport bevat feitelijke informatie en cijfers over de omvang van de gecontracteerde zorg in 2005 en Het rapport is niet gericht op verklaringen voor de waargenomen ontwikkelingen en gevonden verschillen. De gepresenteerde referentiecijfers zijn belangrijke spiegelinformatie voor de zorgkantoren, maar zijn niet zonder meer bepalend voor de regionale inkoop. De gegevens per zorgkantoor zijn gemiddelden van zorginstellingen die onderling kunnen verschillen als gevolg van specifieke omstandigheden of bijzondere doelgroepen waarop de zorg is gericht. 1.2 Doelstelling rapport De gids Contractering AWBZ-zorg 2006 geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de contractering in de AWBZ-zorg in 2005 en De gids biedt onder andere: een overzicht van de (ontwikkeling in de) totale zorgcontractering; een overzicht van de ontwikkeling in de zorgcontractering onderverdeeld naar zorgsector: de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), de gehandicaptenzorg (GZ) en de verpleeghuizen, verzorgingshuizen en de thuiszorg (VVT); een overzicht van de totaalbedragen per sector én een verdeling van deze bedragen over de intra- en extramurale zorg en over de zorgcircuits of de typen zorgaanbieders. De gids gaat specifiek in op enkele afzonderlijke prestaties en zorgtoeslagen. In het tabellenrapport Kerncijfers zorginkoop 2006 is per sector een overzicht opgenomen dat de verschillen in de zorgcontractering tussen de regio s in 2006 laat zien. In het tabellenrapport zijn opgenomen: kerncijfers die betrekking hebben op de ontwikkeling van de zorgcontractering per sector en per zorgkantoor; kerncijfers die betrekking hebben op de extramurale zorgprestaties: daar waar dat nuttig is, zijn ten opzichte van het tabellenrapport van vorig jaar onderdelen over de extramurale zorgprestaties toegevoegd. 1.3 Informatiebronnen Deze gids en het tabellenrapport zijn gebaseerd op gegevens over de productieafspraken uit de zogeheten maartronde en hebben als peildatum 9 mei De peildatum van de bevolkingsgegevens is 1 januari 2006.

11 De informatie over 2005 heeft betrekking op gegevens die afkomstig zijn uit de zorginkoopgids 2005; de peildatum daarvan is september Vanwege een te gering aantal waarnemingen zijn voor de GGZ en de GZ de 32 zorgkantoorregio s gebundeld tot tien zorgclusters. Deze tien zorgclusters bestaan uit de volgende zorgkantoren: 1. Groningen, Friesland en Drenthe; 2. Zwolle, Flevoland, Twente, Midden-IJssel; 3. Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen; 4. Midden-Holland, Utrecht en t Gooi; 5. Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland; 6. Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden; 7. Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland; 8. Zeeland; 9. West-Brabant, Midden-Brabant, Noordoost-Brabant en Zuidoost- Brabant; 10. Noord-Limburg en Zuid-Limburg. Zie voor deze clusterindeling ook bijlage F. Voor de VVT is het niveau van de zorgkantoorregio gekozen. In deze gids is geen rekening gehouden met de intrede van een nieuw bekostigingssysteem voor de intramurale AWBZ-zorg. Het nieuwe systeem, dat per 1 januari 2007 wordt ingevoerd, voorziet in bekostiging op basis van zorgzwaartepakketten (ZZP s). Een zorgzwaartepakket is een volledig pakket van zorg dat aansluit op de kenmerken van de cliënt en het soort zorg dat hij/zij nodig heeft. Een ZZP bestaat uit een beschrijving van het type cliënt (een zogenoemd cliëntprofiel), het aantal benodigde uren zorg en een beschrijving van die zorg. Ieder ZZP kent een (maximale) prijs. Voor de drie AWBZsectoren zijn 45 ZZP s ontwikkeld: tien voor de verpleging en verzorging, zeven voor de geestelijke gezondheidszorg en 28 voor de gehandicaptenzorg. De contracteerbedragen in zowel 2005 als 2006 zijn exclusief kapitaalslasten. Een mutatie in gecontracteerde bedragen wil niet zeggen dat de hoeveelheid gecontracteerde zorg ook met eenzelfde percentage is gemuteerd. De mutatie kan immers voor een gedeelte veroorzaakt worden door tariefswijzigingen. 1.4 Leeswijzer De gids bestaat uit vijf hoofdstukken. In het volgende hoofdstuk komen enkele gegevens over de totale zorgcontractering aan de orde. In de drie hoofdstukken die volgen staat steeds één van de AWBZ-sectoren centraal. Ter wille van de leesbaarheid van het rapport is een aantal uitkomsten in de hoofdstukken uitsluitend in tekstvorm opgenomen en zijn de bijbehorende tabellen in de bijlagen geplaatst. De bijlagen omvatten ook een afkortingenlijst en een clusterindeling van de zorgkantoren. 10

12 Nederlandse Zorgautoriteit 2. Zorgcontractering totaal In dit hoofdstuk zijn een aantal gegevens op het niveau van de totale zorgcontractering samengevat. De bijbehorende tabellen op het niveau van de zorgkantoorregio s zijn in bijlage A opgenomen. De productieafspraken in maart 2006 zijn 0,6 miljard hoger dan de afspraken in september De totaalbedragen productieafspraken zijn inclusief de geoormerkte middelen, waaronder die met het oog op zorgzwaarte in verpleeghuizen. De verhoging van deze toeslag van 15 miljoen in 2005 naar 105 miljoen in 2006 verklaart een deel van de toename van de productieafspraken. Daarnaast wordt de toename verklaard door 175 miljoen die in september 2005 nog niet was belegd en daardoor nog beschikbaar was voor de afspraken in de oktoberronde. Verder wordt de toename verklaard door beschikbare groeiruimte, tariefsverhogingen, indexeringen, nieuwe toelatingen en het kas/ jaarbasiseffect. Zorgcontractering totaal tabel 1: Kerngegevens zorgcontractering totaal, 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Kerngegevens Mutatie Mutatie % Totaalbedrag productieafspraken 1 18,1 miljard 17,5 miljard 0,6 miljard 3,4% Bedrag productieafspraken per 1000 inwoners Het totaalbedrag is over de zorgsectoren verdeeld zoals weergegeven in de nu volgende figuren. De sector VVT is nader uitgesplitst in zorg thuis (geleverd door thuiszorginstellingen of door verpleeg- en verzorgingshuizen) en intramurale verpleging en verzorging. Zorgcontractering totaal figuur 1: Opbouw bedrag contractering naar zorgsector 2006 (stand maart) 1 Deze bedragen zijn inclusief energiekosten, ozb en opleidingskosten. 11

13 Zorgcontractering totaal figuur 2: Opbouw bedrag contractering naar zorgsector 2005 (stand september 2005) De opbouw van het totale contracteringsbedrag is tussen 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) niet wezenlijk veranderd. Toch is de groei niet gelijk verdeeld: uit tabel 2 blijkt dat de gehandicaptenzorg het meest is gegroeid en de zorg thuis het minst. Over alle sectoren bezien is de intramurale zorg met 3,7% gegroeid en de extramurale zorg met 2,9%. Zorgcontractering totaal tabel 2: Procentuele groei contracteringsbedrag 2006/2005 per zorgsector intramuraal plus extramuraal GGZ GZ VVT Totaal 2,1% 4,9% 3,1% 3,4% Ook de mutaties in het contracteringsbedrag zijn niet gelijkmatig over de regio s verdeeld. Figuur 3 toont de mutatie per zorgkantoorregio. Het gaat daarbij om het gecontracteerde bedrag, dus ongeacht het feit waar de zorg daadwerkelijk is geleverd. De regio s zijn niet geclusterd. De groei bedraagt in zestien regio s meer dan 3,4%; in twee regio s is sprake van een daling van het contracteerbedrag. In de regio s Groningen en Amstelland/De Meerlanden doet de situatie zich voor dat door fusie van aanbieders uit verschillende regio s het contracteerbedrag sterk is gestegen. Bij de regio Arnhem is juist het omgekeerde het geval. In deze regio is door een fusie een zorgaanbieder naar een andere regio gegaan, met het gevolg dat het contracteerbedrag is verlaagd. Zorgcontractering totaal figuur 3: Procentuele mutatie contracteringsbedrag 2006/2005 per zorgkantoorregio 12

14 Nederlandse Zorgautoriteit Het bedrag per inwoner in 2006 verschilt tussen de regio s iets sterker dan in De productieafspraken zijn dus iets minder gelijkmatig over het land gespreid. Er zijn in 2006 forse verschillen zichtbaar (van 574 tot per inwoner), maar daarmee is niet gezegd dat de zorglevering dezelfde verschillen vertoont. De oorzaak van de grote verschillen in het bedrag per inwoner kan mede gelegen zijn in bovenregionale fusies. Ook hebben niet alle zorgkantoren hun beschikbare contracteerruimte benut in maart Na verwerking van de maartronde 2006 blijkt nog 197 miljoen beschikbaar te zijn voor aanvullende productieafspraken per 15 juli en 15 oktober. Zie voor nadere details tabel A-IV. De spreiding in 2006 is te zien op kaart 2.1. Klasse A op deze kaart is de waarde met een laag bedrag per inwoner en klasse D de waarde met een hoog bedrag per inwoner. De verdeling is gemaakt op basis van vier kwartielen. Zorgcontractering totaal kaart 2.1: Contracteerbedrag per inwoner 2006, onderverdeeld in vier klassen Contracteerbedrag per inwoner 2006 Nr. Zorgregio 1 Groningen 2 Friesland 3 Drenthe 4 Zwolle 5 Twente 6 Apeldoorn, Zutphen en omstreken 7 Midden-IJssel 8 Arnhem 9 Nijmegen 10 Utrecht 11 Flevoland 12 t Gooi 13 Noord-Holland-Noord 14 Kennemerland 15 Zaanstreek/Waterland 16 Amsterdam 17 Amstelland De Meerlanden 18 Zuid-Holland-Noord 19 Haaglanden 20 Delft/Westland/Oostland 21 Midden-Holland 22 Rotterdam 23 Nieuwe Waterweg Noord 24 Zuid-Hollandse Eilanden 25 Waardenland 26 Zeeland 27 West-Brabant 28 Midden-Brabant 29 Noordoost-Brabant 30 Zuidoost-Brabant 31 Noord Limburg 32 Zuid Limburg Klasse A: Klasse B: Klasse C: Klasse D: Bron: NZa, Primos

15 14

16 Nederlandse Zorgautoriteit 3. Zorgcontractering in de geestelijke gezondheidszorg Voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) zijn, evenals in de zorginkoopgids 2005, de 32 zorgkantoorregio s gebundeld tot tien clusterregio s. Het hypothetische uitgangspunt is dat de meeste geleverde zorg de grenzen van deze clusterregio s niet overschrijdt, ook al worden de productieafspraken voornamelijk met één of enkele zorgkantoren binnen de clusterregio gemaakt. De clustering is ontworpen op basis van ervaringsgegevens. 3.1 Het contracteerbedrag In 2006 werd er in de GGZ voor 3,17 miljard aan zorg gecontracteerd; in 2005 was dat 3,10 miljard. De mutaties in het bedrag per 1000 inwoners worden gepresenteerd in tabel 1. De bedragen hebben betrekking op alle GGZ-zorg. Geestelijke gezondheidszorg tabel 1: Bedrag per inwoners, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Bedrag Bedrag Bedrag Stijging/ verschil daling Groningen, Friesland en Drenthe ,4% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel ,8% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen ,3% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi ,2% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland ,1% ,6% ,2% Zeeland ,1% Brabant ,3% Limburg ,3% Gemiddeld ,5% Bron: NZa, Primos 2005 Kaart 3.1 toont de hoogte van het bedrag per inwoners, onderverdeeld in vier klassen. Klasse A op deze kaart vormt de waarde met een laag bedrag per 1000 inwoners en klasse D is de waarde met een hoog bedrag per 1000 inwoners. De verdeling is gemaakt op basis van vier kwartielen. 15

17 Geestelijke gezondheidszorg kaart 3.1: Bedrag per inwoners, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Geestelijke gezondheidszorg Beschikbaar bedrag intramuraal en extramuraal per inwoners Nr. Regio 1. Groningen, Friesland en Drenthe 2. Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 3. Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 4. Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 5. Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 6. Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 7. Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 8. Zeeland 9. Brabant 10. Limburg Klasse A: Klasse B: Klasse C: Klasse D: Bron: NZa, Primos 2005 Vanwege de specifieke actualiteit met betrekking tot de jeugdzorg en de extra middelen daarvoor is de analyse van het bedrag per inwoners ook afzonderlijk voor de kinder- en jeugdpsychiatrie gemaakt. Geestelijke gezondheidszorg tabel 2: Bedrag kinder- en jeugdpsychiatrie per inwoners van 0-18 jaar, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Kinderen/ jeugd 2006 Kinderen/ jeugd 2005 Bedrag verschil Stijging/ daling Groningen, Friesland en Drenthe ,6% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel ,1% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen ,8% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi ,5% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland ,2% ,6% ,3% Zeeland ,5% Brabant ,9% Limburg ,0% Gemiddeld ,3% Bron: NZa, Primos

18 Nederlandse Zorgautoriteit Figuur 1 is een weergave van de gegevens in tabel 2. Geestelijke gezondheidszorg figuur 1: Bedrag kinder- en jeugdpsychiatrie per inwoners van 0-18 jaar, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Landelijk 2005 Landelijk 2006 Limburg Branbant Zeeland Rotterdam, NWN, Delft/Westland/Oostland, ZHE en Waardenland Amstelland/ De Meerlanden, ZH-N en Haaglanden Amsterdam, NH-N, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Apeldoorn/Zutphen Arnhem en Nijmegen Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Groningen, Friesland en Drenthe Bron: NZa, Primos 2005 Het bedrag dat in 2006 per 1000 inwoners van 0 t/m 18 jaar voor kinder- en jeugdpsychiatrie beschikbaar is, bedraagt Dit is een stijging van 7,3 % ten opzichte van Verdeling contracteerbedrag volwassenen en ouderen over intramuraal, deeltijd en extramuraal Van het gecontracteerde GGZ-bedrag voor volwassenen en ouderen is in 2006 een iets geringer gedeelte ingezet voor extramurale zorg dan in 2005; het aandeel voor intramurale zorg is daarentegen toegenomen. Bij de deeltijdbehandeling is de situatie nagenoeg ongewijzigd; onder deeltijdbehandeling wordt verstaan structuurbiedende en psychotherapeutische deeltijdbehandeling met of zonder begeleiding. In de tabellen 3, 4 en 5 komt de verdeling van het GGZ-budget aan de orde. De cijfers zijn exclusief eerste opnames. Deze zijn niet uitsluitend aan de groep volwassenen en ouderen toe te rekenen. Geestelijke gezondheidszorg tabel 3: Mutatie verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005), inclusief beschermd wonen en exclusief eerste opnames Intramuraal Deeltijd Extramuraal Opbouw ,6% 8,8% 40,6% Opbouw ,2% 8,8% 41,0% Mutatie 0,4% 0,0% -0,4% 17

19 Geestelijke gezondheidszorg tabel 4: Verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart), inclusief beschermd wonen en exclusief eerste opnames Regio Intramuraal Deeltijd Extramuraal 2006 Groningen, Friesland en Drenthe 51,8% 9,8% 38,5% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 51,9% 8,8% 39,3% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 55,9% 6,9% 37,2% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 52,3% 9,9% 37,8% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 43,6% 10,0% 46,5% 44,1% 8,0% 47,9% 46,9% 6,1% 47,0% Zeeland 60,2% 7,0% 32,9% Brabant 56,2% 10,3% 33,5% Limburg 55,4% 8,8% 35,8% Totaal 50,6% 8,8% 40,6% Geestelijke gezondheidszorg tabel 5: Verdeling budget productieafspraken 2005 (stand september 2005), inclusief beschermd wonen en exclusief eerste opnames Regio 2005 Intramuraal Deeltijd Extramuraal Groningen, Friesland en Drenthe 52,6% 10,1% 38,4% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 55,7% 8,9% 37,3% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 51,0% 7,0% 39,0% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 42,5% 10,0% 47,9% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 43,7% 9,6% 48,2% 46,5% 8,1% 47,4% 59,0% 6,0% 33,9% Zeeland 55,9% 7,1% 34,0% Brabant 55,1% 10,1% 36,5% Limburg 50,3% 8,5% 41,0% Totaal 50,2% 8,8% 41,0% Ondanks het feit dat het aandeel deeltijd in 2006 gelijk is aan 2005, laten de tabellen 5 en 6 zien dat er binnen de clusters wel degelijk sprake is van een toe- of afname. Ook bij de intramurale en extramurale productie zijn de mutaties niet gelijkmatig over de clusters verdeeld. Opvallend is dat spreiding ten opzichte van het gemiddelde van de extramurale productie in vergelijking met 2005 is verminderd. De zorgvernieuwingsmiddelen in de GGZ verkeren in een afbouwtraject. Uit tabel 6 komt naar voren dat het bedrag tussen 2006 en 2005 met gemiddeld 20% is gedaald. 18

20 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel 6: Verdeling budget zorgvernieuwingsmiddelen 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Verschil In % Groningen, Friesland en Drenthe ,0% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland ,6% ,2% ,6% ,2% ,7% ,3% Zeeland n.a. Brabant ,9% Limburg ,4% Totaal ,1% 3.3 Verdeling contracteerbedrag kinderen en jeugdigen over intramuraal, deeltijd en extramuraal De verdeling van het gecontracteerde budget over intramuraal, deeltijd en extramuraal is ook afzonderlijk gemaakt voor de kinder- en jeugdpsychiatrie. De uitkomsten op totaalniveau zijn te vinden in tabel 7; de uitkomsten per regio zijn opgenomen in de tabellen B-I en B-II. Geestelijke gezondheidszorg tabel 7: Verdeling budget productieafspraken kinder- en jeugdpsychiatrie 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005), inclusief beschermd wonen en exclusief eerste opnames Intramuraal Deeltijd Extramuraal Opbouw ,5% 15,2% 41,3% Opbouw ,4% 15,9% 38,7% Mutatie -1,9% -0,7% 2,6% In de kinder- en jeugdpsychiatrie is het aandeel gecontracteerd budget voor deeltijdbehandeling met 0,7% afgenomen, in tegenstelling tot het circuit voor volwassenen en ouderen waar dit niet is gewijzigd. 3.4 Verdeling gecontracteerde budget over zorgcircuits De verdeling van het gecontracteerde budget over de zorgcircuits laat zien dat er per clusterregio verschillen zijn. De verdeling van de intramurale budgetten in 2006 en 2005 wordt gepresenteerd in de tabellen 8 en 9 en de figuren 2 en 3; de tabellen 10 en 11 tonen de verdeling van de extramurale budgetten. De forensische psychiatrie is buiten beschouwing gebleven; het sterk bovenregionale karakter hiervan zou de verdeling over de regio s namelijk vertekenen. 19

21 Geestelijke gezondheidszorg figuur 2: Verdeling budget productieafspraken over circuits intramuraal, exclusief forensische psychiatrie 2006 (stand maart) Geestelijke gezondheidszorg figuur 3: Verdeling budget productieafspraken over circuits extramuraal, exclusief forensische psychiatrie 2006 (stand maart) 20

22 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel 8: Verdeling budget productieafspraken over circuits intramuraal, exclusief forensische psychiatrie 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden- IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord- Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Verslavingszorg Kinderen en jeugd Volwassenen en ouderen Beschermd wonen Eerste opnames Bezette bedden Totaal Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld

23 Geestelijke gezondheidszorg tabel 9: Verdeling budget productieafspraken over circuits intramuraal, exclusief forensische psychiatrie 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden- IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord- Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Verslavingszorg Kinderen en jeugd Volwassenen en ouderen Beschermd wonen Eerste opnames Bezette bedden Totaal Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld De tabellen 8 en 9 laten zien dat de regionale verschillen groot zijn. Ook blijkt dat in regio s waar in 2006 het gecontracteerde bedrag voor het ene intramurale circuit relatief laag is, dit voor andere circuits niet laag hoeft te zijn. Voor de hoogste bedragen geldt dat wel. De verdeling van de hoogste en laagste waarnemingen is in 2006 onveranderd ten opzichte van In de tabellen B-III en B-IV wordt de verdeling in percentages per regio gepresenteerd. De regio Brabant neemt van alle plaatsen in de algemene psychiatrie in Nederland 17% voor zijn rekening en Zeeland 2%. De meeste intramurale plaatsen voor kinderen en jeugdigen zijn gevestigd in de regio Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen (18%) en de meeste plaatsen voor forensische psychiatrie in Brabant (27%). De regio Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland beschikt over de meeste plaatsen in de verslavingszorg (22%) en Amsterdam, Noord- Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland over de meeste plaatsen in beschermd wonen (15%). De regio s die in 2005 de grootste leverancier van al deze plaatsen waren, zijn dit in 2006 opnieuw. 22

24 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel 10: Verdeling budget productieafspraken over circuits intramuraal, extramuraal exclusief forensische psychiatrie 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden- Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Face to face volw/ ouderen Face to face verslaafden Face to face kinderen/ jeugdigen Deeltijd behandeling Overig Zorg thuis Totaal Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld

25 Geestelijke gezondheidszorg tabel 11: Verdeling budget productieafspraken over circuits intramuraal, extramuraal exclusief forensische psychiatrie 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden- Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Face to face volw/ ouderen Face to face verslaafden Face to face kinderen/ jeugdigen Deeltijd behandeling Overig Zorg thuis Totaal Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld Voor de extramurale zorg geldt dat de hoogste en laagste bedragen in 2006 sterk over de regio s gespreid zijn. In de regio s Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel en Zeeland komen de laagste waarden per inwoners voor, terwijl de hoogste waarden zich voornamelijk voordoen in de regio s Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord, Haaglanden en Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland. 24

26 Nederlandse Zorgautoriteit 3.5 Verdeling gecontracteerde plaatsen over de circuits Op dezelfde manier als de verdeling van het contracteerbedrag is de verdeling van het gecontracteerde zorgvolume (intramuraal) over de circuits in kaart gebracht. In de tabellen 12 en 13 is de verdeling van het aantal gecontracteerde plaatsen in percentages weergegeven. De verdeling uitgedrukt in aantallen plaatsen wordt gepresenteerd in de tabellen B-V en B-VI. Geestelijke gezondheidszorg tabel 12: Verdeling intramurale plaatsen over circuits, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen Overige plaatsen Totaal 62% 5% 3% 5% 23% 1% 100% 66% 0% 0% 3% 31% 0% 100% 54% 8% 4% 7% 26% 1% 100% 56% 5% 1% 4% 34% 1% 100% 54% 5% 3% 6% 32% 1% 100% 61% 7% 1% 7% 24% 1% 100% 50% 5% 0% 11% 33% 1% 100% Zeeland 66% 5% 0% 4% 25% 0% 100% Brabant 65% 4% 3% 4% 21% 1% 100% Limburg 62% 4% 1% 5% 26% 3% 100% Totaal 59% 5% 2% 6% 27% 1% 100% 25

27 Geestelijke gezondheidszorg tabel 13: Verdeling intramurale plaatsen over circuits, gebaseerd op productieafspraken 2005 (stand september 2005) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen Overige plaatsen Totaal 62% 5% 3% 5% 23% 1% 100% 67% 0% 0% 3% 30% 0% 100% 55% 8% 4% 6% 25% 2% 100% 56% 5% 1% 4% 33% 1% 100% 53% 5% 3% 6% 32% 1% 100% 61% 7% 1% 7% 24% 1% 100% 50% 5% 0% 10% 34% 1% 100% Zeeland 69% 5% 0% 4% 22% 0% 100% Brabant 64% 4% 3% 5% 22% 1% 100% Limburg 62% 4% 1% 5% 25% 3% 100% Totaal 59% 5% 2% 6% 27% 1% 100% De tabellen 12 en 13 laten onder andere zien dat de verhouding tussen algemene psychiatrie en beschermd wonen per regio verschilt. In de ene regio wordt naar verhouding meer ingezet op beschermd wonen dan in de andere regio. De tabellen 14 en 15 geven de verhouding tussen algemene psychiatrie en beschermd wonen afzonderlijk weer. De reden hiervoor is dat de verhoudingcijfers tussen de twee instellingstypes kunnen worden vertekend door de andere circuits. 26

28 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel 14: Verhouding aantal plaatsen algemene psychiatrie (volwassenen en kinderen) en beschermd wonen gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Regio 2006 Plaatsen Algemene psychiatrie Plaatsen Beschermd wonen % Algemene psychiatrie Groningen, Friesland en Drenthe % 27% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel % 31% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen % 32% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi % 38% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland % 37% % 28% % 40% Zeeland % 27% Brabant % 25% Limburg % 29% Totaal ,1% 31,9% % beschermd wonen Geestelijke gezondheidszorg tabel 15: Verhouding aantal plaatsen algemene psychiatrie (volwassenen en kinderen) en beschermd wonen gebaseerd op productieafspraken 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Plaatsen Algemene psychiatrie Plaatsen Beschermd wonen % Algemene psychiatrie Groningen, Friesland en Drenthe % 27% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel % 31% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen % 31% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi % 38% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland % 38% % 28% % 40% Zeeland % 24% Brabant % 26% Limburg % 29% Totaal ,2% 31,8% % beschermd wonen Ook uit deze vergelijking blijken de verschillen in aandelen in de capaciteit beschermd wonen: deze aandelen in de capaciteit van algemene psychiatrie en beschermd wonen variëren in 2006 van 25% tot 40%. Het gemiddelde aandeel beschermd-wonencapaciteit is 31,9%; dat is nagenoeg gelijk aan 2005 (31,8%). 27

29 3.6 Contractering producten Ter afsluiting van dit hoofdstuk over GGZ is de contractering van enkele specifieke producten onderzocht. Tabel 16 toont de tijd die is besteed aan preventie. Geestelijke gezondheidszorg tabel 16: Tijdsbesteding preventie in uren per jaar per inwoners gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Groningen, Friesland en Drenthe 14,55 13,96 Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 39,97 35,24 Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 29,18 31,20 Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 29,86 30,48 Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland 42,91 41,49 Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 36,85 34,50 Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland 45,23 44,88 Zeeland 26,64 34,13 Brabant 37,13 36,08 Limburg 19,05 16,59 Totaal 33,68 32,80 Bron: NZa, Primos 2005 Ten opzichte van 2005 valt in 2006 een kleine stijging waar te nemen in het aantal uren preventie per jaar per 1000 inwoners. Deze stijging is niet evenredig over de tien clusters verdeeld. Bij een drietal regio s is zelfs een daling waar te nemen. Dezelfde clusterregio s kennen in beide jaren de meeste en de minste tijd. De regionale verschillen zijn aanzienlijk. De middelen die zijn gecontracteerd voor het product telefonisch contact (ouderen en volwassenen) als aandeel van het totale gecontracteerde bedrag voor dit circuit, worden gepresenteerd in tabel

30 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel 17: Aandeel telefonisch contact in totale budget productieafspraken volwassenen en ouderen 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Groningen, Friesland en Drenthe 3,9% 2,9% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 3,2% 2,3% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 2,5% 2,0% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 1,6% 1,3% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland 3,5% 2,8% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 4,4% 4,5% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland 2,2% 2,1% Zeeland 1,8% 1,5% Brabant 2,6% 2,3% Limburg 2,9% 2,1% Totaal 3,0% 2,6% Gemiddeld wordt 3,0% van het totale budget gecontracteerd voor telefonische contacten; de verschillen zijn echter aanzienlijk. Ten opzichte van 2005 is het aandeel van de telefonische contacten met 0,4% gestegen. Deze toename is niet gelijkmatig over alle clusters verdeeld. De stijging is in het cluster Groningen, Friesland en Drenthe het grootst. Tabel 18 laat de zorgcontractering van een aantal producten zien waarvan zowel een variant met beperkte begeleiding als een variant met volledige begeleiding bestaat. De analyse is uitsluitend voor 2006 gemaakt. 29

31 Geestelijke gezondheidszorg tabel 18: Opbouw producten behandeling, exclusief forensische psychiatrie en gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland, Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente, Midden IJssel Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen Midden Holland, Utrecht, t Gooi Amsterdam, NHN, Kennemerland,Zaanstreek Amstelland, Z-H Noord, Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft, ZHE, Waardenland Structuurbiedend beperkt volledig Veranderingsgericht beperkt volledig Klinisch kortdurend beperkt volledig 5,1% 94,9% 17,1% 82,9% 0,7% 99,3% 17,1% 82,9% 9,0% 91,0% 11,3% 88,7% 16,4% 83,6% 19,6% 80,4% 11,0% 89,0% 20,6% 79,4% 21,1% 78,9% 19,3% 80,7% 7,1% 92,9% 14,0% 86,0% 2,1% 97,9% 10,1% 89,9% 14,9% 85,1% 11,5% 88,5% 9,2% 90,8% 22,2% 77,8% 14,0% 86,0% Zeeland 15,7% 84,3% 13,6% 86,4% 1,7% 98,3% Brabant 23,4% 76,6% 20,8% 79,2% 9,8% 90,2% Limburg 12,0% 88,0% 26,5% 73,5% 15,2% 84,8% Totaal 13,8% 86,2% 18,5% 81,5% 10,2% 89,8% Voor alle drie de producten geldt dat de verdeling over de varianten beperkte begeleiding en volledige begeleiding voor de diverse regio s aanzienlijk verschilt. De regio s waar van het ene product een relatief hoog of laag percentage van de variant met beperkte begeleiding wordt ingekocht, zijn niet de regio s waar ook van de andere producten het hoogste of laagste percentage van deze variant wordt ingekocht. 30

32 Nederlandse Zorgautoriteit 4. Zorgcontractering in de gehandicaptenzorg Voor de gehandicaptenzorg (GZ) zijn, evenals voor de GGZ, de 32 zorgkantoorregio s gebundeld tot tien clusterregio s. In de meeste tabellen in dit hoofdstuk zijn de bedragen voor zintuiglijk gehandicapten buiten beschouwing gebleven. Voor deze doelgroep wordt lang niet in alle clusterregio s zorg gecontracteerd, zodat er een vertekend beeld zou ontstaan. 4.1 Het contracteerbedrag In 2006 werd er in de GZ voor 4,45 miljard aan zorg gecontracteerd. In 2005 was dat voor 4,25 miljard, wat een stijging is van 4,9%. De mutaties in het bedrag per inwoner (gekozen is voor een eenheid van inwoners) zijn in tabel 1 opgenomen. Gehandicaptenzorg tabel 1: Bedrag per inwoners, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005), exclusief zintuiglijk gehandicapten en overige componenten Regio bedrag per inwoners 2006 Bron: NZa, Primos 2005 bedrag per inwoners 2005 Verschil 2006 t.o.v Groningen, Friesland en Drenthe ,8% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland ,2% ,6% ,2% ,0% ,6% ,1% Zeeland ,8% Brabant ,7% Limburg ,8% Gemiddeld ,6% Verschil in procenten Uit de tabel blijkt dat niet alleen het bedrag per regio varieert, maar ook het mutatiepercentage. Het groeipercentage in de regio met het laagste bedrag per inwoner is duidelijk bovengemiddeld, maar niet het hoogste. Overigens is ook het groeipercentage in de regio met het hoogste bedrag per inwoner iets groter dan het gemiddelde. 31

33 In de tabellen C-I en C-II zijn de gecontracteerde bedragen voor de intramurale en de extramurale gehandicaptenzorg opgenomen. Daaruit blijkt dat in de regio Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen, met in totaliteit het hoogste bedrag per inwoners, vooral het bedrag voor intramurale zorg hoog is. De regio Groningen, Friesland en Drenthe laat extramuraal het hoogste bedrag per inwoners zien en Zeeland het laagste. Opvallend is dat het bedrag per inwoners voor extramurale gehandicaptenzorg in Zeeland zelfs afneemt ten opzichte van Op kaart 4.1 wordt de hoogte van het bedrag per inwoners in vier klassen gepresenteerd. Klasse A op deze kaart vormt de waarde met een laag bedrag per inwoner en klasse D is de waarde met een hoog bedrag per inwoner. De verdeling is gemaakt op basis van vier kwartielen. Gehandicaptenzorg kaart 4.1: Bedrag per inwoners, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en exclusief zintuiglijk gehandicapten (ZG) Gehandicaptenzorg Beschikbaar bedrag intramuraal en extramuraal per inwoners Nr. Regio 1. Groningen, Friesland en Drenthe 2. Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 3. Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 4. Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 5. Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 6. Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 7. Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 8. Zeeland 9. Brabant 10. Limburg Klasse A: Klasse B: Klasse C: Klasse D: Bron: NZa, Primos Verdeling contracteerbedrag over intramuraal, dagactiviteit en zorg thuis In 2006 steeg het gecontracteerde bedrag voor de extramurale gehandicaptenzorg sterker dan dat voor de intramurale zorg. Het aandeel gecontracteerd budget voor intramurale zorg nam daardoor af. De tabellen 2, 3 en 4 illustreren dit. In deze tabellen met de verdeling van het gecontracteerde budget konden de gezinsvervangende tehuizen helaas niet worden verwerkt. De reden is dat de toerekening hiervan in 2005 en 2006 op een verschillende manier plaatsvond. 32

34 Nederlandse Zorgautoriteit Gehandicaptenzorg tabel 2: Mutatie intramuraal, dagactiviteiten en zorg thuis 2006/2005, exclusief zintuiglijk gehandicapten Mutatie intramuraal 2,2% 3,9% Mutatie extramuraal Gehandicaptenzorg tabel 3: Verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart), exclusief ZG Regio Intramuraal Dagactiviteiten Zorg thuis 2006 Groningen, Friesland en Drenthe 72,1% 14,3% 13,6% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 76,7% 13,1% 10,2% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 79,9% 10,2% 9,9% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 72,9% 11,4% 15,6% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 76,8% 14,2% 9,0% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 82,4% 11,9% 5,7% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 76,6% 13,9% 9,5% Zeeland 84,6% 11,5% 4,0% Brabant 76,9% 10,2% 12,9% Limburg 78,7% 12,7% 8,6% Gemiddeld 77,1% 12,3% 10,7% Gehandicaptenzorg tabel 4: Verdeling budget productieafspraken 2005 (stand september 2005), exclusief ZG Regio Intramuraal Dagactiviteiten Zorg thuis 2005 Groningen, Friesland en Drenthe 72,2% 14,3% 13,5% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 77,4% 13,2% 9,4% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 80,8% 10,5% 8,7% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 74,0% 12,0% 14,0% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 76,5% 15,1% 8,4% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 82,4% 11,8% 5,8% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 76,4% 14,4% 9,2% Zeeland 82,9% 11,8% 5,2% Brabant 77,1% 10,4% 12,5% Limburg 79,0% 13,0% 8,0% Gemiddeld 77,4% 12,6% 10,1% Het budgetaandeel voor intramurale zorg is gedaald van 77,4% in 2005 naar 77,1% in Het aandeel gecontracteerd budget voor dagactiviteiten is eveneens met 0,3% gedaald (van 12,6 % naar 12,3 %), zodat de stijging voor rekening komt van de zorg thuis. 33

35 4.3 Verdeling gecontracteerde budget over type zorg De verdeling van het gecontracteerde budget over het type zorg laat zien dat er per clusterregio verschillen zijn, zo blijkt uit de tabellen 5 en 6. De regio s die in 2006 de hoogste en laagste percentages hebben, zijn over het algemeen dezelfde regio s als in Uitzondering is de verdeling bij ernstig verstandelijk gehandicapten (EVG). Gehandicaptenzorg tabel 5: Verdeling budget productieafspraken naar type zorg 2006 (stand maart) Regio 2006 LVG MVG EVG ZEGV SGLVG Groningen, Friesland en Drenthe 4,7% 21,5% 29,4% 33,1% 11,2% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 3,0% 24,1% 36,0% 30,7% 6,2% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 6,4% 25,1% 37,4% 22,9% 8,2% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 2,7% 20,6% 27,8% 37,2% 11,7% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 3,6% 33,9% 23,9% 26,1% 12,6% 3,3% 25,1% 34,9% 24,2% 12,5% 4,5% 27,8% 27,8% 29,6% 10,2% Zeeland 14,7% 34,6% 18,0% 18,4% 14,3% Brabant 5,3% 32,1% 23,5% 26,4% 12,7% Limburg 6,4% 41,8% 18,1% 21,1% 12,6% Gemiddeld 4,8% 27,9% 28,9% 27,6% 10,9% Gehandicaptenzorg tabel 6: Verdeling budget productieafspraken naar type zorg 2005 (stand september 2005) Regio 2005 LVG MVG EVG ZEGV SGLVG Groningen, Friesland en Drenthe 6,0% 23,4% 27,6% 31,3% 11,7% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 2,8% 23,7% 36,4% 30,6% 6,6% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 6,1% 29,1% 34,6% 21,5% 8,7% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 2,7% 19,8% 28,6% 36,8% 12,1% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 3,2% 36,0% 21,7% 25,4% 13,6% 2,9% 24,1% 34,6% 25,2% 13,1% 4,0% 27,5% 27,9% 30,1% 10,5% Zeeland 11,0% 30,7% 20,6% 22,9% 14,8% Brabant 4,8% 32,4% 24,0% 25,1% 13,7% Limburg 5,5% 42,0% 17,0% 22,1% 13,5% Gemiddeld 4,5% 28,6% 28,2% 27,2% 11,5% De tabellen C-III t/m C-VI laten een aantal aanvullende analyses zien voor de zorgtypes licht verstandelijk gehandicapten (LVG), matig verstandelijk gehandicapten (MVG), ernstig verstandelijk gehandicapten (EVG) en zeer ernstig verstandelijk gehandicapten (ZEGV); de analyses hebben betrekking op de gecontracteerde volumes. Uit de tabellen blijkt onder andere dat het totale aantal plaatsen in absolute termen (dus niet gerelateerd aan het aantal inwoners) voor de zorgtypes LVG en EVG het grootst is in de regio Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen en voor de zorgtypes MVG en ZEGV in de regio Brabant. 34

36 Nederlandse Zorgautoriteit Tabel 7 gaat specifiek in op de plaatsen gezinsvervangend tehuis (GVT), waarbij het aantal plaatsen per inwoners in 2006 en 2005 per regio wordt vergeleken. De tabellen C-IV en C-V presenteren op een overeenkomstige manier de totaalbedragen en de totale aantallen plaatsen in absolute zin. Gehandicaptenzorg tabel 7: Budgetten en plaatsen GVT in 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) per regio per inwoners Regio Budget GVT 2006 Budget GVT 2005 Plaatsen GVT 2006 Groningen, Friesland en Drenthe ,68 1,64 Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel ,29 1,26 Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen ,68 1,62 Midden-Holland, Utrecht en t Gooi ,16 1,20 Plaatsen GVT 2005 Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland ,35 1, ,35 1, ,36 1,31 Zeeland ,27 1,28 Brabant ,16 1,17 Limburg ,44 1,41 Totaal ,37 1,35 Bron: NZa, Primos 2005 Uit tabel 7 wordt duidelijk dat het aantal GVT-plaatsen per inwoners in vier clusterregio s is gedaald en in de overige zes regio s is toegenomen; uit tabel C-VII blijkt dat dit ook in absolute zin het geval is. 4.4 Contractering producten Ter afsluiting van dit hoofdstuk over de GZ is de contractering van enkele specifieke producten onderzocht. Tabel 8 toont de verhouding tussen de gecontracteerde uren begeleiding en de gecontracteerde uren begeleiding extra. 35

37 Gehandicaptenzorg tabel 8: Verhouding uren begeleiding en uren begeleiding extra,gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio uren begeleiding uren begeleiding extra uren begeleiding Groningen, Friesland en Drenthe 64,8% 35,2% 68,9% 31,1% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden- IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 84,5% 15,5% 85,8% 14,2% 71,1% 28,9% 70,5% 29,5% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 73,7% 26,3% 70,6% 29,4% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland 64,5% 35,5% 69,1% 30,9% 56,1% 43,9% 52,0% 48,0% 67,6% 32,4% 70,7% 29,3% Zeeland 73,6% 26,4% 87,0% 13,0% Brabant 70,1% 29,9% 75,9% 24,1% Limburg 93,9% 6,1% 91,0% 9,0% Gemiddeld 71,6% 28,4% 73,2% 26,8% uren begeleiding extra Het percentage uren dat in de vorm van begeleiding extra wordt gecontracteerd, is toegenomen van 26,8% in 2005 tot 28,4% in In 2006 zijn het dezelfde regio s die de hoogste en laagste percentages hebben als in In tabel 9 is de verhouding berekend voor de producten dagactiviteit en dagactiviteit extra, beide voor verstandelijk gehandicapten. Ook hier blijkt sprake van aanzienlijke verschillen tussen de regio s. Gehandicaptenzorg tabel 9: Verhouding uren dagactiviteit basis en uren dagactiviteit extra voor verstandelijk gehandicapten, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio dagactiviteit vg basis dagactiviteit vg extra dagactiviteit vg basis Groningen, Friesland en Drenthe 85,5% 14,5% 81,3% 18,7% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 75,9% 24,1% 75,6% 24,4% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 85,6% 14,4% 85,4% 14,6% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 65,5% 34,5% 65,6% 34,4% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 47,2% 52,8% 40,5% 59,5% 91,8% 8,2% 92,4% 7,6% 67,9% 32,1% 68,9% 31,1% Zeeland 88,6% 11,4% 84,5% 15,5% Brabant 87,4% 12,6% 83,6% 16,4% Limburg 92,3% 7,7% 87,9% 12,1% dagactiviteit vg extra Gemiddeld 77,4% 22,6% 74,5% 25,5% 36

38 Nederlandse Zorgautoriteit De tabellen 8 en 9 maken duidelijk dat de regio waar het laagste percentage dagactiviteit extra wordt gecontracteerd, te weten Limburg, ook het laagste percentage contractering van begeleiding extra laat zien. Tabel 10 toont een overzicht van de toeslag voor de zogenoemde thuiszitters in gezinsvervangende tehuizen voor verstandelijk gehandicapten. De toeslag is uitgedrukt als een percentage van het totaal aantal plaatsen. Gehandicaptenzorg tabel 10: Toeslag thuiszitters in GVT s verstandelijk- en zintuiglijk gehandicapten, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio GVT VG GVT ZG GVT VG GVT ZG Groningen, Friesland en Drenthe 8,4% 8,7% 6,6% 0,0% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 13,6% 42,7% 13,5% 41,5% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 15,0% n.a. 14,5% n.a. Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 21,3% 0,0% 21,3% 0,0% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland 21,1% n.a. 25,3% n.a. Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 21,1% 0,0% 21,0% 0,0% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 21,6% n.a. 22,0% n.a. Zeeland 17,2% n.a. 16,3% n.a. Brabant 20,1% 31,4% 19,9% 31,4% Limburg 14,1% n.a. 14,6% n.a. Gemiddeld 17,5% 26,2% 17,7% 25,3% Dezelfde berekening is uitgevoerd voor de gezinsvervangende tehuizen voor zintuiglijk gehandicapten en wel voor de vijf clusterregio s waar deze tehuizen voorkomen. Uit tabel 10 blijkt dat in 2006 in twee regio s geen toeslag is gecontracteerd en in de drie overige regio s toeslagen van respectievelijk 8,7%, 31,4% en 42,7%. Tabel 11 toont de toeslag voor 50-plussers in gezinsvervangende tehuizen. De toeslagen zijn uitgedrukt als percentage van het totaal aantal plaatsen. 37

39 Gehandicaptenzorg tabel 11: Toeslag 50-plussers in GVT s, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio GVT VG GVT ZG GVT MG GVT VG GVT ZG GVT MG Groningen, Friesland en Drenthe 38,3% 8,7% n.a. 37,8% 9,5% n.a. Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 27,6% 44,5% n.a. 27,2% 46,0% n.a. Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 34,5% n.a. n.a. 35,9% n.a. n.a. Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 36,4% 0,0% n.a. 36,4% 0,0% n.a. Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 39,7% n.a. 0,0% 38,3% n.a. 0,0% 39,3% 50,0% 42,3% 40,7% 45,8% 34,6% 39,5% n.a. n.a. 39,6% n.a. n.a. Zeeland 38,1% n.a. n.a. 35,7% n.a. n.a. Brabant 40,3% 0,0% 58,3% 38,1% 0,0% 45,8% Limburg 40,5% n.a. n.a. 40,8% n.a. n.a. Gemiddeld 37,5% 27,6% 46,2% 37,2% 28,5% 37,2% De toeslag voor 50-plussers verschilt minder per regio dan die voor thuiszitters. De regio met de laagste toeslag voor thuiszitters is de regio met de hoogste toeslag voor 50-plussers. De toeslagpercentages voor 50-plussers zijn ook berekend voor de gezinsvervangende tehuizen voor zintuiglijk gehandicapten. Van de vijf clusterregio s waar deze instellingen voorkomen, zijn er twee waar geen toeslag is gecontracteerd; in de overige drie regio s varieert de toeslag van 8,7% tot 50,0%. Van de drie regio s waar sprake is van een gezinsvervangend tehuis voor meervoudig gehandicapten, is er één waar geen toeslag wordt gecontracteerd. De toeslag in de overige twee regio s bedraagt 42,3% en 58,3%. Tabel 12 heeft betrekking op de toeslag voor doven en/of blinden, uitgedrukt als percentage van het aantal gecontracteerde dagen voor verstandelijk gehandicapten. Gehandicaptenzorg tabel 12: Toeslag dagen doven en/of blinden, uitgedrukt in het totale aantal dagen voor verstandelijk gehandicapten, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Regio Aandeel 2006 Aandeel 2005 Groningen, Friesland en Drenthe 23,7% 22,8% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 19,5% 19,2% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 20,2% 19,9% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 37,7% 36,1% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 23,0% 23,1% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 33,1% 34,2% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland 24,1% 24,3% Zeeland 13,7% 16,0% Brabant 26,7% 26,5% Limburg 26,0% 26,3% Gemiddeld 25,3% 25,1% 38

40 Nederlandse Zorgautoriteit Evenals bij de andere toeslagen het geval was, verschillen de aandelen per regio aanzienlijk. Na analyse van alle productvarianten (basis en extra) en toeslagen kan worden gesteld dat er geen enkele regio is waar de percentages consequent het hoogst of het laagst zijn. 39

41 40

42 Nederlandse Zorgautoriteit 5. Zorgcontractering in de verpleging, verzorging en thuiszorg In tegenstelling tot de GGZ en GZ waar de tien clusterregio s werden gehanteerd, zijn voor de sector verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) de analyses gemaakt op het niveau van de zorgkantoorregio. Omdat de productieafspraken voor de VVT per zorgkantoor zijn berekend, nemen de tabellen veel ruimte in beslag. Ter wille van de leesbaarheid zijn deze tabellen in bijlage D opgenomen. In de hoofdtekst zijn korte tabellen opgenomen die de kernbevindingen op landelijk niveau weergeven. 5.1 Het contracteerbedrag In 2006 werd er in de VVT voor 10,51 miljard aan zorg gecontracteerd; in 2005 was dat voor 10,19 miljard. Dit betekent een stijging met 3,1%. In 2006 nam het bedrag dat is gecontracteerd voor intramurale VVT sterker toe dan het bedrag voor extramurale zorg, namelijk met 4,1% tegenover 1,5%. Zie voor een nadere detaillering de tabellen D-I en D-II. De mutaties in het bedrag per 75-plusser (dit is de eenheid waarvoor in de sector VVT is gekozen) zijn in tabel 1 opgenomen. Het bedrag per 75-plusser is met gemiddeld 190 gestegen. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 1: Bedrag per 75- plusser gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld Mutatie Bron: NZa, Primos 2005 Uit tabel D-I blijkt dat de bedragen per 75-plusser per regio sterk uiteenlopen. Bovendien is er in enkele regio s sprake van aanzienlijke verschillen tussen 2006 en Mogelijk zijn bovenregionale fusies (vooral in de zorg thuis) daarvan de oorzaak. In zestien regio s is het bedrag per 75-plusser gedaald. Kaart 5.1 toont de hoogte van het bedrag per 75-plusser, onderverdeeld in vier klassen. Klasse A op deze kaart vormt de waarde met een laag bedrag per 75-plusser en klasse D is de waarde met een hoog bedrag per 75-plusser. De verdeling is gemaakt op basis van vier kwartielen. 41

43 Verpleging, verzorging en thuiszorg kaart 5.1: Bedrag per 75- plusser, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Verpleging, verzorging en thuiszorg Beschikbaar bedrag intramuraal en extramuraal per 75-plusser Nr. Zorgregio 1 Groningen 2 Friesland 3 Drenthe 4 Zwolle 5 Twente 6 Apeldoorn, Zutphen en omstreken 7 Midden-IJssel 8 Arnhem 9 Nijmegen 10 Utrecht 11 Flevoland 12 t Gooi 13 Noord-Holland-Noord 14 Kennemerland 15 Zaanstreek/Waterland 16 Amsterdam 17 Amstelland De Meerlanden 18 Zuid-Holland-Noord 19 Haaglanden 20 Delft/Westland/Oostland 21 Midden-Holland 22 Rotterdam 23 Nieuwe Waterweg Noord 24 Zuid-Hollandse Eilanden 25 Waardenland 26 Zeeland 27 West-Brabant 28 Midden-Brabant 29 Noordoost-Brabant 30 Zuidoost-Brabant 31 Noord Limburg 32 Zuid Limburg Klasse A: Klasse B: Klasse C: Klasse D: Bron: NZa, Primos Verdeling gecontracteerd bedrag over intramuraal, dagactiviteiten en zorg thuis Van het budget VVT is het aandeel voor intramurale zorg licht gestegen. Voor dagactiviteiten is het percentage nagenoeg gelijk gebleven en voor de zorg thuis is het gedaald. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 2: Verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Intramuraal Dagactiviteit Extramuraal Totaal ,9% 2,8% 33,3% 100,0% ,3% 2,8% 33,9% 100,0% Mutatie 0,6% 0,0% -0,6% 0,0% 5.3 Verdeling gecontracteerd bedrag en gecontracteerde intramurale plaatsen over type zorg Tabel 3 toont de verdeling van de gecontracteerde intramurale zorg naar type. Tabel D-III en figuur D-I laten de verdeling per zorgkantoorregio zien. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 3: Verdeling dagen naar type zorg op basis van productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Verpleeghuiszorg Verzorgingshuiszorg Totaal ,4% 60,6% 100,0% ,6% 61,4% 100,0% Mutatie 0,8% -0,8% 0,0% 42

44 Nederlandse Zorgautoriteit Het aandeel verpleeghuisdagen in het totaal van de intramurale zorg vertoont een lichte stijging. Uit tabel D-III blijkt dat het absolute aantal verpleeghuisdagen is toegenomen met 2,3%. Het absolute aantal verzorgingshuisdagen is gedaald met 1,0%. Het totale aantal dagen is gestegen met 0,3%. Het aantal dagen aanvullende verpleeghuiszorg is afgenomen met 3,5%. In tabel 4 is het aantal dagen aanvullende verpleeghuiszorg uitgedrukt als percentage van het aantal verzorgingshuisplaatsen. Deze tabel laat zien dat bij bijna eenderde van de verzorgingshuisplaatsen sprake is van aanvullende verpleeghuiszorg. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 4: Gecontracteerde dagen aanvullende verpleeghuiszorg als percentage van het totale aantal verzorgingshuisdagen op basis van productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld ,2% 44,6% 32,7% ,9% 48,7% 36,2% Mutatie -3,5% De tabellen 5, 6 en 7 tonen opnieuw de verdeling over de typen zorg, maar dit keer gerelateerd aan het aantal 75-plussers. De tabellen hebben betrekking op respectievelijk de verpleeghuiszorg, de verzorgingshuiszorg en de aanvullende verpleeghuiszorg. Tabel D-IV en figuur D-II tonen deze cijfers per regio. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 5: Gecontracteerde bedden in verpleeghuizen in relatie tot het aantal 75-plussers, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld ,4% 8,5% 6,4% ,6% 8,3% 6,3% Mutatie 0,1% Bron: NZa, Primos 2005 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 6: Gecontracteerde plaatsen in verzorgingshuizen in relatie tot het aantal 75- plussers, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld ,6% 12,7% 9,9% ,0% 13,3% 10,2% Mutatie -0,3% Bron: NZa, Primos

45 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 7: Gecontracteerde dagen aanvullende verpleeghuiszorg in relatie tot het aantal 75- plussers, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld ,4% 5,0% 3,7% ,1% 4,7% 3,6% Mutatie 0,1% Bron: NZa, Primos 2005 Het totale aantal intramurale bedden/plaatsen is met 0,2 % gedaald. De capaciteit is enigszins verschoven in de richting van de verpleeghuiszorg. Er is eveneens sprake van een daling van de aanvullende verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen. Het minimum- en het maximumpercentage in de tabellen 5, 6 en 7 hebben in beide jaren betrekking op dezelfde zorgkantoorregio s, te weten Flevoland (minimum), t Gooi (maximum percentage verpleeghuiszorg) en Midden- Brabant (maximum percentage verzorgingshuiszorg en aanvullende verpleeghuiszorg). Met het oog op nadere specificatie toont tabel 8 het percentage plaatsen voor psychogeriatrische patiënten binnen de intramurale verpleeghuiszorg. In tabel D-V is dit aandeel per zorgkantoor opgenomen; figuur D-III bevat dezelfde gegevens. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 8: Gecontracteerde bedden voor psychogeriatrische patiënten als aandeel van het totale aantal verpleeghuisbedden gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Jaar Minimum Maximum Gemiddeld ,1% 68,4% 58,4% ,0% 70,9% 58,7% Mutatie -0,3% Uit de voorgaande tabellen komt het beeld naar voren dat de verpleeghuiszorg (al of niet aanvullend) in volume toeneemt ten koste van de verzorgingshuiszorg. Binnen de verpleeghuiszorg neemt het percentage zorg voor psychogeriatrische patiënten (licht) af. 5.4 Opbouw gecontracteerde extramurale budget Tabel 9 en de figuren 1 en 2 (in de bijlage per regio als tabel D-VI) presenteren het extramurale budget. Daarbij worden uitsluitend de prestaties vermeld die groot in volume zijn. AWBZ-prestaties zoals Advies, Instructie en Voorlichting etc. zijn gerangschikt onder de categorie Overig. 44

46 Nederlandse Zorgautoriteit Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 9: Opbouw budget productieafspraken zorg thuis naar AWBZ-prestaties 2006 (stand maart 2006) HV PV VP OB AB BH Overig Minimum ,9% 14,2% 8,4% 4,7% 0,2% 1,1% 3,9% Maximum ,7% 29,8% 12,9% 26,8% 2,8% 12,4% 9,8% Gemiddeld ,1% 22,9% 10,6% 10,9% 1,2% 3,9% 5,4% Gemiddeld ,3% 25,7% 12,0% 9,5% 1,3% 3,7% 5,5% Mutatie 2,8% -2,9% -1,4% 1,4% -0,1% 0,2% -0,1% Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur 1: Opbouw budget productieafspraken zorg thuis naar AWBZ-prestaties 2006 (stand maart) Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur 2: Opbouw budget productieafspraken zorg thuis naar AWBZ-prestaties 2005 (stand september 2005) Het aandeel huishoudelijke verzorging (HV) in de zorg thuis is gestegen met 2,8% en het aandeel ondersteunende begeleiding (OB) met 1,4%. Het aandeel persoonlijke verzorging (PV) is gedaald met 2,8% en het aandeel verpleging (VP) met 1,4%. De overige aandelen zijn ongeveer gelijk gebleven. 5.5 Realisatie zorg thuis In tabel 10 worden de realisatiecijfers vergeleken met de productieafspraken. 45

47 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 10: Realisatiepercentage zorg thuis per AWBZ-prestatie, 2005 HV PV VP OB AB BH Overig Totaal Gemiddeld 2005 geheel 99,9% 97,9% 99,3% 101,3% 95,7% 98,1% 98,5% 99,1% Gemiddeld ligt het realisatiepercentage op ruim 99%. Uit de tabel per zorgkantoorregio (in tabel D-IX) blijkt echter dat er sprake is van aanzienlijke verschillen per regio. De tabel is uitsluitend voor 2005 opgenomen. Vooral de realisatie bij behandeling vertoont een grote spreiding. De realisatie van de persoonlijke verzorging daarentegen ligt meer rondom het gemiddelde. 5.6 Contractering producten Ter afsluiting van dit hoofdstuk over de VVT is de contractering van enkele specifieke prestaties en producten onderzocht. Tabel 11 toont de verhouding tussen enerzijds de gecontracteerde uren persoonlijke verzorging extra en anderzijds de uren persoonlijke verzorging. Daarnaast presenteert de tabel de verhouding tussen verpleging extra en verpleging totaal. De prestatie extra omvat de basisprestatie aangevuld met de module voor beschikbaarheid gedurende het etmaal.. Zie voor een overzicht per regio tabel D-VII en tabel D-VIII en de figuren D-IV en D-V. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 11: Aandeel persoonlijke verzorging extra in totaal persoonlijke verzorging en aandeel verpleging extra in totaal verpleging, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) PV extra PV Speciaal VP extra Minimum ,5% 0,1% 0,6% Maximum ,9% 3,2% 24,1% Gemiddeld ,2% 1,3% 13,4% Gemiddeld ,0% n.a. 12,8% Mutatie 16,2% n.a. 0,7% Opvallend is dat de percentages als extra gecontracteerde persoonlijke verzorging en verpleging in 2006 hoger uitvallen dan in 2005 en tussen de regio s aanzienlijk verschillen. In het voorgaande jaar (mutatie tussen 2004 en 2005) was juist sprake van een daling. Tabel 12 toont het gecontracteerde aantal dagen aanvullende verpleeghuiszorg combinatie ten opzichte van het totale aantal gecontracteerde dagen aanvullende verpleeghuiszorg. Het gaat er dus om hoeveel aanvullende verpleeghuiszorg is gecontracteerd in de vorm van combinatiezorg. Om de vergelijking zo zuiver mogelijk te houden, zijn de AWBZ-prestaties nachtverzorging, nachtverpleging, kortdurend verblijf en paramedische zorg niet meegerekend. 46

48 Nederlandse Zorgautoriteit Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 12: Aandeel aanvullende verpleeghuiszorg combinatie in totaal aantal dagen aanvullende verpleeghuiszorg, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) AV Combi Minimum ,0% Maximum ,4% Gemiddeld ,6% Gemiddeld ,7% Mutatie -1,1% De verschillen per regio zijn erg groot. In één regio (Midden-IJssel, waarbij het om een gering aantal plaatsen gaat) wordt in het geheel geen aanvullende zorg als combizorg gecontracteerd, terwijl in Delft/ Westland/Oostland (waar het eveneens een klein aantal plaatsen betreft) sprake is van een contracteringspercentage van 83,4%, zo laat tabel D-V zien. Tabel 13 toont het percentage gecontracteerde (verpleeghuis) toeslagen 2. Er is een onderscheid gemaakt in zorgzwaartetoeslagen en overige toeslagen. Onder zorgzwaarte vallen tien cliëntengroepen en bij overige toeslagen gaat het om toeslagen voor palliatieve terminale zorg en aids- en CVA-patiënten. De tabellen D-X en D-XI in de bijlage bevatten de overzichten per regio. Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel 13: Verpleeghuistoeslagen in relatie tot het variabel budget van verpleeghuizen, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Percentage toeslag zorgzwaarte Percentage toeslag overigen Minimum ,2% 0,9% Maximum ,5% 3,2% Gemiddeld ,1% 1,6% Gemiddeld ,4% 1,6% Mutatie 2,7% 0,0% De toeslagen voor zorgzwaarte en overige toeslagen zijn berekend ten opzichte van het reguliere verpleeghuisbudget (exclusief kapitaalslasten). Het percentage (verpleeghuis)toeslagen is in 2006 toegenomen; dit is vooral het gevolg van de introductie van enkele nieuwe toeslagen. Het totale bedrag aan gecontracteerde toeslagen is in ,8 miljoen en in ,1 miljoen. Het aandeel zorgzwaartetoeslagen is gestegen van 14,5 miljoen tot 103,8 miljoen. Dit betreft onder meer toeslagen 3 voor verpleeghuisbewoners met een verstandelijke handicap ( 5,2 miljoen), jong dementerenden ( 10,2 miljoen), complex NAH ( 21,5 miljoen), geronto-psychiatrie ( 36,4 miljoen) en Korsakov ( 39,7 miljoen). Het aandeel overige toeslagen (palliatief terminale zorg, cerebraal vasculair accident en aids) is gestegen van 50,5 miljoen tot 54,0 miljoen. Per regio zijn grote verschillen waarneembaar, voornamelijk in de zorgzwaartetoeslagen. 2 In de toeslag voor palliatieve terminale zorg is ook de toeslag voor PTZ in verzorgingshuiszorg opgenomen. 3 Deze toeslagen zijn exclusief kortingen, zie ook tabel D-X 47

49 48

50 Nederlandse Zorgautoriteit A Tabellen zorgcontractering totaal Tabel A-I: Zorgcontractering op basis van productieafspraken 2006 (stand maart) Zorgkantoor GGZ GZ V&V Zorg thuis V&V intramuraal Totaal 2006 Groningen Friesland Drenthe Zwolle Twente Apeldoorn/ Zutphen e.o Midden-IJssel Arnhem Nijmegen Utrecht Flevoland t Gooi Noord-Holland Noord Kennemerland Zaanstreek/ Waterland Amsterdam Amstelland/ De Meerlanden Zuid-Holland Noord Haaglanden Delft/Westland/ Oostland Midden-Holland Rotterdam Nieuwe Waterweg Noord Zuid-Hollandse Eilanden n.a Waardenland Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noord-Oost Brabant Zuidoost Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Totaal

51 Tabel A-II: Zorgcontractering 2005 op basis van productieafspraken (stand september 2005) Zorgkantoor GGZ GZ V&V Zorg thuis V&V intramuraal Totaal 2005 Groningen Friesland Drenthe Zwolle Twente Apeldoorn/ Zutphen e.o Midden-IJssel Arnhem Nijmegen Utrecht Flevoland t Gooi Noord-Holland Noord Kennemerland Zaanstreek/ Waterland Amsterdam Amstelland/ De Meerlanden Zuid-Holland Noord n.a Haaglanden Delft/Westland/ Oostland Midden-Holland Rotterdam Nieuwe Waterweg Noord Zuid-Hollandse Eilanden n.a Waardenland Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noord-Oost Brabant Zuidoost Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Totaal

52 Nederlandse Zorgautoriteit Tabel A-III: Procentuele stijging zorgcontractering 2006 ten opzichte van 2005 Zorgkantoor GGZ GZ V&V Zorg thuis V&V intramuraal Totaal 2006 Groningen 19,6% 3,6% 66,7% 13,1% 22,8% Friesland 3,4% 7,1% 1,4% 2,0% 3,3% Drenthe -15,8% 5,0% 0,3% 3,1% -0,5% Zwolle -0,5% 5,0% 8,3% 4,0% 3,7% Twente 5,2% 7,7% 3,5% 3,1% 4,4% Apeldoorn/Zutphen e.o. 1,2% 6,2% 0,8% 3,2% 3,7% Midden-IJssel -0,1% 2,9% -2,9% 6,0% 2,3% Arnhem 2,3% 4,0% -34,7% -2,0% -7,1% Nijmegen 1,8% 0,8% 3,5% 5,9% 3,2% Utrecht 1,1% 0,8% 2,1% 3,1% 1,9% Flevoland -57,4% 7,3% -0,4% 6,1% 3,4% t Gooi -1,3% 4,0% 3,1% 6,8% 4,9% Noord-Holland Noord -1,1% 8,5% 3,0% 2,7% 3,7% Kennemerland -1,3% 3,9% 2,4% 4,9% 2,6% Zaanstreek/Waterland -1,6% 0,2% 1,5% 6,5% 3,1% Amsterdam 0,7% 7,5% 1,8% 5,8% 3,8% Amstelland/De Meerlanden n.a. 21,9% -1,9% 6,8% 16,2% Zuid-Holland Noord 3,1% 3,5% 2,0% 4,6% 3,5% Haaglanden 4,2% 3,0% 2,7% 2,0% 2,8% Delft/Westland/Oostland 0,8% 7,0% -3,2% 2,6% 2,8% Midden-Holland -8,5% 6,1% -5,3% 11,2% 4,6% Rotterdam 1,6% 9,8% -1,5% 4,0% 3,2% Nieuwe Waterweg Noord n.a. 7,3% 1,2% 5,0% 4,1% Zuid-Hollandse Eilanden 2,8% 5,9% 0,9% 5,3% 3,9% Waardenland 0,5% 6,3% 2,4% 3,7% 3,5% Zeeland 6,0% 8,6% -3,8% 5,2% 3,7% West-Brabant 3,6% 3,4% -2,8% 3,7% 2,1% Midden-Brabant -0,2% 2,5% 2,2% 3,7% 2,5% Noord-Oost Brabant 1,2% 1,5% 3,6% 2,2% 1,9% Zuidoost Brabant 4,3% 3,2% 7,1% 5,0% 4,9% Noord-Limburg 1,6% 6,5% 5,5% 3,2% 4,2% Zuid-Limburg 5,5% 6,7% -0,2% 3,0% 3,3% Totaal 2,1% 4,9% 1,5% 4,1% 3,4% 51

53 Tabel A-IV: Contractering per inwoner 2006 en 2005 Zorgkantoor Aantal inwoners 2006 Bedrag per inwoner 2006 Aantal inwoners 2005 Bedrag per inwoner 2005 Toename/ Afname Toename/ Afname % Groningen ,3% Friesland ,7% Drenthe ,7% Zwolle ,9% Twente ,9% Apeldoorn/ Zutphen e.o ,8% Midden-IJssel ,8% Arnhem ,3% Nijmegen ,3% Utrecht ,8% Flevoland ,8% t Gooi ,1% Noord-Holland Noord ,5% Kennemerland ,4% Zaanstreek/ Waterland ,8% Amsterdam ,2% Zuid-Holland Noord ,3% ,5% Haaglanden ,6% Delft/ Westland/ Oostland Amstelland/ De Meerlanden Midden- Holland ,7% ,9% Rotterdam ,9% Nieuwe Waterweg Noord Zuid- Hollandse Eilanden ,0% ,9% Waardenland ,3% Zeeland ,7% West-Brabant ,7% Midden- Brabant Noord-Oost Brabant Zuidoost Brabant Noord- Limburg ,5% ,6% ,0% ,8% Zuid-Limburg ,1% Totaal ,6% Bron: NZa, Primos

54 Nederlandse Zorgautoriteit B Tabellen geestelijke gezondheidszorg Geestelijke gezondheidszorg tabel B-I: Verdeling budget productieafspraken kinder- en jeugdpsychiatrie 2006 (stand maart) Regio 2006 Intramuraal Deeltijd Extramuraal Groningen, Friesland en Drenthe 43,7% 9,7% 46,6% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 3,9% 10,0% 86,1% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 53,6% 14,7% 31,7% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 49,3% 13,7% 37,0% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 32,6% 25,2% 42,2% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 48,6% 14,1% 37,3% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 41,9% 14,6% 43,5% Zeeland 46,1% 9,1% 44,8% Brabant 44,3% 12,3% 43,4% Limburg 49,6% 17,6% 32,7% Totaal 43,5% 15,2% 41,3% Geestelijke gezondheidszorg tabel B-II: Verdeling budget productieafspraken kinder- en jeugdpsychiatrie 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Intramuraal Deeltijd Extramuraal Groningen, Friesland en Drenthe 46,1% 11,1% 42,8% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel 4,6% 11,5% 83,9% Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 56,1% 16,4% 27,6% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 46,3% 12,7% 41,0% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland 34,2% 26,2% 39,6% Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden 49,2% 14,4% 36,4% Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland 44,7% 15,6% 39,6% Zeeland 52,5% 7,9% 39,6% Brabant 49,0% 12,6% 38,4% Limburg 50,9% 18,5% 30,6% Totaal 45,4% 15,9% 38,7% 53

55 Geestelijke gezondheidszorg tabel B-III: Verhouding plaatsen geleverd per zorgcircuit per regio 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen 12% 12% 19% 9% 9% 9% 9% 1% 0% 4% 9% 0% 10% 18% 24% 13% 11% 15% 10% 10% 4% 7% 13% 10% 12% 12% 18% 14% 15% 13% 10% 13% 4% 11% 8% 7% 10% 13% 0% 22% 14% 10% Zeeland 2% 2% 0% 1% 2% 0% Brabant 17% 14% 27% 12% 12% 17% Limburg 8% 6% 3% 7% 7% 18% Overige plaatsen Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Geestelijke gezondheidszorg tabel B-IV: Verhouding plaatsen geleverd per zorgcircuit per regio 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen 12% 12% 19% 10% 9% 9% 9% 1% 0% 4% 9% 0% 10% 17% 25% 12% 10% 15% 10% 10% 4% 8% 13% 10% 12% 12% 18% 14% 15% 13% 10% 13% 4% 11% 8% 7% 10% 13% 0% 19% 14% 10% Zeeland 2% 2% 0% 1% 2% 0% Brabant 17% 14% 27% 12% 13% 17% Limburg 8% 6% 3% 7% 7% 18% Overige plaatsen Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 54

56 Nederlandse Zorgautoriteit Geestelijke gezondheidszorg tabel B-V: Opbouw intramurale plaatsen per regio gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Regio 2006 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen Overige plaatsen Totaal n.a Zeeland n.a Brabant Limburg Totaal

57 Geestelijke gezondheidszorg tabel B-VI: Opbouw intramurale plaatsen per regio, gebaseerd op productieafspraken 2005 (stand september 2005) Regio 2005 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/ Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/ Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland Algemene psychiatrie Volw Algemene psychiatrie kind Forensisch Verslaving Beschermd wonen Overige plaatsen Totaal n.a Zeeland n.a Brabant Limburg ,00 Totaal

58 Nederlandse Zorgautoriteit C Tabellen gehandicaptenzorg Gehandicaptenzorg tabel C-I: Gecontracteerd bedrag intramuraal per inwoners per regio, exclusief zintuiglijk gehandicapten Regio bedrag per inwoners 2006 Bron: NZa, Primos 2005 bedrag per inwoners 2005 Verschil 2006 t.o.v Groningen, Friesland en Drenthe ,6% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen ,2% ,4% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi ,6% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland ,5% ,5% ,3% Zeeland ,8% Brabant ,5% Limburg ,4% Gemiddeld ,2% Verschil in procenten Gehandicaptenzorg tabel C-II: Gecontracteerd bedrag extramuraal per inwoners per regio, exclusief zintuiglijk gehandicapten Regio bedrag per inwoners 2006 bedrag per inwoners 2005 Verschil 2006 t.o.v Groningen, Friesland en Drenthe ,3% Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen ,4% ,8% Midden-Holland, Utrecht en t Gooi ,9% Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland ,4% ,9% ,5% Zeeland ,8% Brabant ,4% Limburg ,1% Gemiddeld ,9% Verschil in procenten Bron: NZa, Primos

59 Gehandicaptenzorg tabel C-III: Gecontracteerde plaatsen naar type zorg 2006 (stand maart) Regio 2006 LVG MVG EVG ZEGV Totaal Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld Gehandicaptenzorg tabel C-IV: Gecontracteerde plaatsen naar type zorg 2005 (stand september 2005) Regio 2005 LVG MVG EVG ZEGV Totaal Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/ Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland Zeeland Brabant Limburg Gemiddeld

60 Nederlandse Zorgautoriteit Gehandicaptenzorg tabel C-V: Gecontracteerde verpleegdagen per type zorg 2006 (stand maart) Regio 2006 LVG MVG EVG ZEGV Totaal Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden- IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waa rdenland Zeeland Brabant Limburg Totaal Gehandicaptenzorg tabel C-VI: Gecontracteerde verpleegdagen per type zorg per inwoners 2006 (stand maart) Regio 2006 LVG MVG EVG ZEGV Totaal Groningen, Friesland en Drenthe 0,17 0,61 0,67 0,74 2,19 Zwolle, Flevoland, Twente en Midden- IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen 0,11 0,68 0,81 0,67 2,26 0,30 0,96 1,17 0,69 3,13 Midden-Holland, Utrecht en t Gooi 0,09 0,55 0,58 0,78 2,01 Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/ Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid- Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/Westland/Oostland, Zuid- Hollandse Eilanden en Waardenland 0,10 0,74 0,42 0,44 1,70 0,12 0,72 0,81 0,55 2,19 0,12 0,61 0,48 0,51 1,71 Zeeland 0,50 0,94 0,40 0,39 2,23 Brabant 0,20 1,00 0,58 0,64 2,41 Limburg 0,24 1,29 0,45 0,51 2,49 Gemiddeld 0,17 0,77 0,65 0,61 2,20 Bron: NZa/Primos

61 Gehandicaptenzorg tabel C-VII: Gecontracteerde budgetten en plaatsen GVT 2006 en 2005 Regio Budget GVT 2006 Budget GVT 2005 Plaatsen GVT 2006 Plaatsen GVT 2005 Groningen, Friesland en Drenthe Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel Apeldoorn/Zutphen, Arnhem en Nijmegen Midden-Holland, Utrecht en t Gooi Amsterdam, Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek/Waterland Amstelland/De Meerlanden, Zuid-Holland Noord en Haaglanden Rotterdam, Nieuwe Waterweg Noord, Delft/ Westland/Oostland, Zuid-Hollandse Eilanden en Waardenland Zeeland Brabant Limburg Totaal

62 Nederlandse Zorgautoriteit D Tabellen verpleging, verzorging en thuiszorg Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-I: Bedrag in relatie tot het aantal 75-plussers 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Zorgkantoor Zorg thuis Dagactiviteit Intramuraal Totaal 75 plussers Bedrag per 75-plusser 2006 Bedrag per 75-plusser 2005 Groningen Friesland Drenthe Zwolle Twente Apeldoorn/ Zutphen e.o Midden-IJssel Arnhem Nijmegen Utrecht Flevoland t Gooi Noord-Holland Noord Kennemerland Zaanstreek/ Waterland Amsterdam Amstelland/De Meerlanden Zuid-Holland Noord Haaglanden Delft/Westland/ Oostland Midden-Holland Rotterdam Nieuwe Waterweg Noord Zuid-Hollandse Eilanden Waardenland Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noord-Oost Brabant Zuidoost Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Totaal Totaal Hoger/ lager Bron: NZa, Primos

63 Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur D-I: Verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) over aanvullende verpleeghuisdagen als aandeel van het aantal verzorgingshuisdagen, gebaseerd op de productieafspraken 2005 (stand maart 2005) Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur D-II: Het aantal bedden in verpleeghuizen en het aantal plaatsen in verzorgingshuizen en aanvullende verpleeghuiszorg in relatie tot het aantal 75-plussers, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) Bron: NZa, Primos

64 Nederlandse Zorgautoriteit Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-II: Verdeling budget productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) 2006 Zorgkantoor Zorg thuis Dagactiviteit Intramuraal Totaal Groningen 41,8% 1,9% 56,2% 100,0% Friesland 35,4% 1,9% 62,7% 100,0% Drenthe 48,5% 1,8% 49,7% 100,0% Zwolle 17,3% 4,3% 78,4% 100,0% Twente 34,8% 3,5% 61,6% 100,0% Apeldoorn/Zutphen e.o. 25,3% 3,6% 71,0% 100,0% Midden-IJssel 27,3% 2,8% 70,0% 100,0% Arnhem 29,6% 2,8% 67,6% 100,0% Nijmegen 28,0% 2,7% 69,3% 100,0% Utrecht 36,5% 3,1% 60,4% 100,0% Flevoland 33,3% 3,1% 63,6% 100,0% t Gooi 36,7% 2,6% 60,7% 100,0% Noord-Holland Noord 37,2% 3,2% 59,6% 100,0% Kennemerland 28,2% 2,6% 69,2% 100,0% Zaanstreek/Waterland 34,1% 2,1% 63,7% 100,0% Amsterdam 31,5% 2,8% 65,7% 100,0% Amstelland/De Meerlanden 31,1% 2,2% 66,6% 100,0% Zuid-Holland Noord 30,4% 2,6% 67,0% 100,0% Haaglanden 35,3% 2,3% 62,4% 100,0% Delft/Westland/Oostland 30,8% 2,6% 66,5% 100,0% Midden-Holland 35,7% 1,9% 62,4% 100,0% Rotterdam 32,6% 2,8% 64,6% 100,0% Nieuwe Waterweg Noord 32,7% 2,8% 64,5% 100,0% Zuid-Hollandse Eilanden 31,1% 2,4% 66,5% 100,0% Waardenland 39,5% 2,7% 57,8% 100,0% Zeeland 32,5% 2,2% 65,3% 100,0% West-Brabant 32,3% 3,3% 64,4% 100,0% Midden-Brabant 25,6% 3,2% 71,1% 100,0% Noord-Oost Brabant 26,5% 2,8% 70,7% 100,0% Zuidoost Brabant 32,1% 3,3% 64,6% 100,0% Noord-Limburg 33,0% 3,6% 63,4% 100,0% Zuid-Limburg 33,2% 3,5% 63,3% 100,0% Totaal ,33% 2,80% 63,87% 100,0% Totaal ,91% 2,78% 63,31% 100,0% 63

65 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-III: Verdeling productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) over verpleeghuisdagen, verzorgingshuisdagen en dagen aanvullende verpleeghuiszorg Zorgkantoor Verpleeghuis dagen Verzorgingshuis dagen Totaal dagen % vph t.o.v. totaal AVZ dagen % AVZ/VZH dagen 2006 Groningen ,8% ,7% 39,5% Friesland ,8% ,8% 39,7% Drenthe ,5% ,3% 45,5% % AVZ/VZH dagen 2005 Zwolle ,2% ,2% 45,0% Twente ,5% ,2% 25,9% Stedendriehoek ,4% ,0% 34,9% Middel-IJssel ,5% ,2% 32,5% Arnhem ,4% ,5% 32,1% Nijmegen ,7% ,5% 33,0% Utrecht ,2% ,2% 31,9% Flevoland ,5% ,4% 35,3% t Gooi ,1% ,0% 33,0% Noord-Holland-Noord ,8% ,9% 38,1% Kennemerland ,7% ,2% 40,9% Zaanstreek/Waterland ,6% ,7% 28,1% Amsterdam ,9% ,6% 48,7% Amstelland/Meerlanden ,7% ,6% 30,8% Zuid-Holland-Noord ,9% ,5% 30,5% Haaglanden ,4% ,3% 29,9% Delft/Westland/Oostland ,9% ,4% 34,7% Midden-Holland ,0% ,4% 31,2% Rotterdam ,4% ,7% 46,4% Nieuwe Waterweg Noord ,0% ,7% 45,9% Zuid-Hollandse Eilanden ,0% ,1% 41,0% Waardenland ,4% ,4% 37,2% Zeeland ,5% ,4% 36,0% West-Brabant ,3% ,7% 32,0% Midden-Brabant ,1% ,9% 35,8% Noordoost Brabant ,0% ,5% 39,6% Zuid Oost-Brabant ,9% ,6% 36,0% Noord-Limburg ,9% ,0% 29,6% Zuid-Limburg ,2% ,0% 35,7% Totaal ,4% ,7% Totaal ,6% ,2% 64

66 Nederlandse Zorgautoriteit Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-IV: Het aantal bedden in verpleeghuizen en het aantal plaatsen in verzorgingshuizen en aanvullende verpleeghuiszorg in relatie tot het aantal 75-plussers, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) 2006 Zorgkantoor Verpleeghuis bedden Verzorgingshuis bedden Totaal bedden Aanvullende zorg Aantal 75- plussers % vph/ 75- plussers % vzh/ 75- plussers Groningen ,3% 11,9% 4,2% Friesland ,0% 10,3% 3,7% Drenthe ,8% 10,2% 3,4% Zwolle ,3% 9,7% 3,9% Twente ,0% 10,5% 2,6% Apeldoorn/Zutphen e.o ,1% 10,0% 2,8% Midden-IJssel ,0% 10,0% 2,7% Arnhem ,1% 9,7% 2,7% Nijmegen ,4% 10,4% 2,9% Utrecht ,7% 9,3% 2,6% Flevoland ,4% 5,6% 2,1% t Gooi ,5% 11,2% 3,8% Noord-Holland Noord ,3% 9,0% 2,9% Kennemerland ,2% 11,7% 3,2% Zaanstreek/Waterland ,3% 10,2% 3,3% Amsterdam ,0% 10,2% 4,3% Amstelland/De Meerlanden ,1% 8,9% 2,9% Zuid-Holland Noord ,8% 10,0% 2,8% Haaglanden ,3% 10,2% 2,6% Delft/Westland/Oostland ,1% 8,4% 2,6% Midden-Holland ,0% 10,4% 2,9% Rotterdam ,5% 9,1% 3,7% Nieuwe Waterweg Noord ,8% 8,6% 3,4% Zuid-Hollandse Eilanden ,3% 6,7% 2,6% Waardenland ,7% 9,1% 2,9% Zeeland ,8% 9,3% 3,7% West-Brabant ,1% 10,7% 3,4% Midden-Brabant ,5% 12,7% 4,7% Noord-Oost Brabant ,2% 11,2% 4,0% Zuidoost Brabant ,7% 8,9% 2,4% Noord-Limburg ,5% 9,1% 2,8% Zuid-Limburg ,5% 10,0% 2,9% Totaal ,4% 9,9% 3,2% Totaal ,3% 10,2% 3,6% % avz 75- plussers Bron: NZa, Primos

67 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-V: Verdeling verpleeghuisbedden over somatiek en psychogeriatrie en verdeling bedden aanvullende verpleeghuiszorg over somatiek, psychogeriatrie en combinatiezorg, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) 2006 Zorgkantoor Bedden Somatiek Bedden PG Totaal bedden % Somatiek % PG AVZ Somatiek AVZ PG AVZ Comb AVZ Psy AVZ Overig AVZ totaal AVZ % PG AVZ % Comb AVZ % Psy Groningen ,8% 58,2% ,0% 32,6% 35,5% 3,0% Friesland ,2% 55,8% ,4% 21,4% 37,0% 0,0% Drenthe ,0% 61,0% ,0% 48,0% 10,6% 5,7% Zwolle ,5% 48,5% ,8% 43,3% 17,0% 1,5% Twente ,2% 54,8% ,0% 9,3% 46,6% 0,2% Apeldoorn/ Zutphen e.o ,0% 59,0% ,2% 49,0% 26,6% 3,2% Midden-IJssel ,4% 53,6% ,4% 67,0% 0,0% 0,0% Arnhem ,7% 60,3% ,4% 36,3% 32,0% 2,7% Nijmegen ,1% 58,9% ,3% 45,0% 23,2% 3,1% Utrecht ,2% 58,8% ,6% 23,5% 55,6% 0,0% Flevoland ,8% 64,2% ,2% 18,7% 24,5% 2,7% t Gooi ,4% 63,6% ,1% 44,2% 13,7% 0,7% AVZ % Somatiek Noord- Holland Noord ,7% 61,3% ,1% 37,1% 29,4% 0,2% Kennemerland ,8% 58,2% ,2% 52,9% 15,2% 1,3% Zaanstreek/ Waterland ,5% 54,5% ,6% 21,2% 29,5% 0,8% Amsterdam ,0% 59,0% ,1% 26,8% 12,4% 0,8% Amstelland/De Meerlanden ,6% 47,4% ,6% 44,3% 36,8% 3,1% Zuid-Holland Noord ,9% 65,1% ,4% 23,6% 56,0% 0,9% Haaglanden ,9% 61,1% ,7% 52,7% 1,2% 7,3% Delft/ Westland/ Oostland ,3% 61,7% ,0% 0,0% 92,7% 0,0% 66

68 Nederlandse Zorgautoriteit (vervolg) Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-V: Verdeling verpleeghuisplaatsen over somatiek en psychogeriatrie en verdeling plaatsen aanvullende verpleeghuiszorg over somatiek, psychogeriatrie en combinatiezorg gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Midden- Holland ,1% 61,9% ,3% 27,8% 17,2% 0,0% Rotterdam ,4% 56,6% ,4% 36,5% 47,2% 0,0% Nieuwe Waterweg Noord ,6% 68,4% ,7% 0,0% 83,3% 0,0% Zuid- Hollandse Eilanden ,4% 50,6% ,5% 10,9% 62,4% 0,0% Waardenland ,5% 60,5% ,3% 82,5% 5,0% 13,8% Zeeland ,7% 60,3% ,8% 24,1% 30,7% 2,9% West-Brabant ,2% 57,8% ,5% 10,8% 55,1% 2,7% Midden- Brabant ,4% 58,6% ,2% 33,2% 39,6% 0,0% Noord-Oost Brabant ,9% 46,1% ,9% 27,3% 33,2% 5,3% Zuidoost Brabant ,8% 59,2% ,2% 31,5% 23,4% 3,6% Noord- Limburg ,1% 60,9% ,5% 9,0% 24,7% 0,0% Zuid-Limburg ,9% 61,1% ,1% 34,8% 21,0% 8,9% Totaal ,6% 58,4% ,4% 31,8% 32,2% 2,4% Totaal ,3% 58,7% ,3% 28,2% 28,7% 2,3% 67

69 Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur D-III: Verdeling verpleeghuisbedden over somatiek en psychogeriatrie gebaseerd op productieafspraken en 2006 (stand maart) 68

70 Nederlandse Zorgautoriteit 69

71 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-VI: Opbouw productieafspraken zorg thuis naar AWBZ-prestaties 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) HV PV VP OB AB BH Overig HV PV VP OB AB BH Overig 47,5% 26,9% 11,0% 5,8% 1,8% 2,6% 4,4% 42,5% 27,4% 12,8% 5,9% 2,3% 3,5% 5,6% Friesland 42,3% 29,8% 11,1% 8,3% 1,2% 2,9% 4,3% 36,0% 34,5% 12,3% 8,7% 1,1% 2,7% 4,7% Drenthe 52,7% 24,4% 11,4% 4,7% 0,8% 1,8% 4,2% 51,1% 27,8% 11,8% 3,2% 0,7% 1,7% 3,8% Zwolle 29,9% 23,1% 9,3% 14,7% 0,8% 12,4% 9,8% 36,8% 22,4% 8,8% 11,0% 0,8% 11,2% 8,9% Twente 46,9% 23,8% 10,1% 8,5% 1,1% 3,6% 5,9% 46,4% 23,2% 12,6% 7,1% 1,2% 3,7% 5,8% Zorgkantoor Groningen Apeldoorn/ Zutphen e.o. 47,9% 19,2% 9,5% 11,1% 1,0% 5,3% 6,0% 46,6% 18,2% 12,3% 10,9% 1,6% 4,8% 5,7% Midden- IJssel 48,3% 19,6% 11,0% 11,2% 0,9% 3,1% 6,0% 44,3% 26,8% 10,5% 7,9% 1,5% 4,0% 5,0% Arnhem 40,0% 21,7% 10,6% 16,7% 1,0% 3,6% 6,3% 40,0% 25,9% 13,4% 11,3% 1,4% 2,5% 5,6% Nijmegen 41,1% 25,8% 9,7% 10,7% 1,1% 4,0% 7,6% 37,9% 29,7% 11,1% 7,8% 1,9% 4,0% 7,7% Utrecht 42,9% 24,7% 11,8% 9,9% 1,2% 4,2% 5,1% 41,7% 25,1% 14,7% 7,9% 1,4% 3,9% 5,2% Flevoland 45,7% 25,0% 11,2% 8,6% 0,4% 3,8% 5,4% 45,5% 21,4% 14,8% 8,7% 0,4% 3,9% 5,3% t Gooi 35,9% 17,7% 10,7% 24,8% 1,0% 4,5% 5,4% 35,4% 17,1% 12,3% 23,5% 1,8% 4,1% 5,8% Noord- Holland Noord 44,5% 23,3% 11,4% 7,7% 2,1% 4,9% 6,0% 39,7% 27,1% 14,5% 5,7% 1,9% 5,1% 5,9% 34,9% 23,0% 9,1% 20,6% 2,8% 4,5% 5,0% 35,3% 26,3% 13,9% 13,9% 1,2% 4,4% 5,1% 44,1% 24,0% 11,3% 9,2% 1,3% 3,3% 6,8% 41,3% 30,2% 11,2% 7,2% 1,4% 2,8% 6,0% 42,6% 25,1% 11,4% 10,5% 1,7% 3,6% 5,1% 39,6% 28,9% 12,7% 9,7% 1,3% 2,9% 4,9% Kennemerland Zaanstreek/ Waterland Amsterdam Amstelland/De Meerlanden 40,3% 23,6% 12,9% 11,5% 1,8% 3,0% 6,9% 39,4% 26,1% 15,1% 8,8% 1,2% 2,9% 6,6% 70

72 Nederlandse Zorgautoriteit (vervolg) Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-VI: Opbouw productieafspraken zorg thuis naar AWBZ-prestaties 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Zuid- Holland Noord 42,2% 28,0% 12,7% 6,8% 0,3% 4,1% 5,8% 37,5% 33,4% 11,9% 6,4% 0,9% 3,6% 6,2% Haaglanden 48,9% 18,7% 12,8% 10,5% 1,8% 3,2% 4,0% 49,8% 20,0% 12,6% 8,5% 1,5% 3,0% 4,7% Delft/ Westland/ Oostland 51,3% 15,3% 10,8% 12,5% 1,2% 3,4% 5,5% 44,5% 22,4% 12,8% 9,9% 1,5% 3,3% 5,6% Midden- Holland 38,1% 18,0% 10,0% 26,8% 1,0% 1,1% 5,0% 36,3% 18,5% 12,1% 25,6% 1,3% 1,1% 5,1% 47,5% 22,6% 8,7% 12,6% 0,9% 3,9% 3,9% 42,7% 28,0% 8,5% 12,3% 1,1% 3,4% 3,9% Nieuwe Waterweg Noord 49,4% 14,2% 10,9% 15,6% 0,2% 4,7% 5,1% 48,8% 17,4% 12,8% 10,5% 1,0% 4,3% 5,3% Rotterdam Zuid- Hollandse Eilanden 43,5% 26,5% 9,8% 9,0% 1,0% 4,2% 6,0% 41,9% 29,2% 10,2% 7,8% 1,3% 3,3% 6,2% 45,3% 27,5% 10,4% 6,0% 1,3% 4,2% 5,4% 42,8% 29,5% 11,1% 5,3% 1,3% 5,1% 4,8% Zeeland 50,0% 22,3% 8,9% 10,4% 0,7% 2,7% 5,1% 42,9% 30,3% 11,0% 7,1% 1,0% 2,5% 5,2% Waardenland West- Brabant 47,5% 18,5% 11,7% 10,5% 1,4% 4,0% 6,6% 41,5% 24,7% 11,5% 10,1% 1,4% 4,5% 6,3% Midden- Brabant 48,0% 19,1% 8,4% 13,0% 0,6% 3,9% 7,0% 46,5% 17,4% 12,0% 13,1% 0,7% 3,6% 6,7% Noord- Oost Brabant 47,3% 22,2% 8,9% 8,7% 1,0% 4,8% 7,1% 44,1% 26,8% 9,2% 6,9% 1,3% 4,3% 7,4% Zuidoost Brabant 40,8% 24,4% 10,3% 12,8% 1,6% 4,9% 5,3% 38,3% 27,6% 10,5% 12,0% 1,7% 4,6% 5,3% Noord- Limburg 49,3% 19,6% 9,6% 11,6% 0,3% 3,8% 5,8% 45,2% 23,2% 12,7% 8,5% 0,5% 3,9% 6,1% Zuid- Limburg 49,4% 18,8% 9,0% 12,1% 0,7% 5,0% 5,0% 42,7% 23,4% 10,0% 12,5% 1,1% 4,8% 5,5% Totaal ,1% 22,9% 10,6% 10,9% 1,2% 3,9% 5,4% 42,3% 25,7% 12,0% 9,5% 1,3% 3,7% 5,5% 71

73 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-VII: Aandeel persoonlijke verzorging extra in totaal persoonlijke verzorging en aandeel verpleging extra in totaal verpleging, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Zorgkantoor PVZ Totaal PVZ PV-E % 2006 % 2005 VP Totaal VP VP-E % 2006 % 2005 Groningen ,5% 21,6% ,8% 9,5% Friesland ,4% 11,8% ,9% 10,1% Drenthe ,9% 11,4% ,4% 7,4% Zwolle ,9% 22,5% ,3% 20,7% Twente ,1% 9,2% ,1% 8,6% Apeldoorn/ Zutphen e.o ,6% 18,8% ,2% 12,4% Midden-IJssel ,4% 34,5% ,2% 19,9% Arnhem ,6% 11,1% ,6% 9,4% Nijmegen ,3% 15,0% ,6% 13,3% Utrecht ,1% 14,9% ,9% 10,1% Flevoland ,5% 28,4% ,0% 18,7% t Gooi ,0% 10,4% ,6% 9,4% Noord- Holland Noord ,8% 16,2% ,4% 19,9% Kennemerland ,1% 13,3% ,7% 15,1% Zaanstreek/ Waterland ,3% 21,3% ,2% 23,7% Amsterdam ,1% 2,5% ,3% 13,1% ,1% 13,9% ,4% 6,5% Zuid-Holland Noord ,0% 17,6% ,7% 16,4% Haaglanden ,8% 12,1% ,5% 10,0% Delft/ Westland/ Oostland ,9% 16,4% ,6% 10,7% Amstelland/ De Meerlanden Midden- Holland ,5% 14,3% ,6% 12,8% 72

74 Nederlandse Zorgautoriteit (vervolg) Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-VII: Aandeel persoonlijke verzorging extra in totaal persoonlijke verzorging en aandeel verpleging extra in totaal verpleging, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Rotterdam ,9% 17,0% ,7% 22,1% Nieuwe Waterweg Noord ,0% 17,0% ,5% 19,2% Zuid- Hollandse Eilanden ,1% 7,6% ,6% 14,4% Waardenland ,7% 19,3% ,3% 15,2% Zeeland ,5% 23,8% ,5% 24,1% West-Brabant ,2% 16,3% ,1% 16,6% Midden- Brabant ,5% 2,9% ,9% 1,2% Noord-Oost Brabant ,2% 10,9% ,7% 13,0% Zuidoost Brabant ,2% 19,6% ,4% 17,8% Noord- Limburg ,4% 6,6% ,6% 2,3% Zuid-Limburg ,5% 14,0% ,3% 18,7% Totaal ,2% ,4% 12,8% Totaal ,2%

75 Verpleging, verzorging en thuiszorg tabel D-VIII: Aandeel uren persoonlijke verzorging speciaal in totaal aantal extramurale uren gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Zorgkantoor VVT Extramuraal 2006 PV Speciaal Aandeel PV Speciaal Groningen ,6% Friesland ,6% Drenthe ,1% Zwolle ,8% Twente ,4% Apeldoorn/Zutphen e.o ,8% Midden-IJssel ,3% Arnhem ,1% Nijmegen ,2% Utrecht ,2% Flevoland ,0% t Gooi ,1% Noord-Holland Noord ,8% Kennemerland ,9% Zaanstreek/Waterland ,8% Amsterdam ,9% Amstelland/De Meerlanden ,0% Zuid-Holland Noord ,6% Haaglanden ,5% Delft/Westland/Oostland ,6% Midden-Holland ,9% Rotterdam ,4% Nieuwe Waterweg Noord ,3% Zuid-Hollandse Eilanden ,1% Waardenland ,7% Zeeland ,8% West-Brabant ,4% Midden-Brabant ,5% Noord-Oost Brabant ,6% Zuidoost Brabant ,8% Noord-Limburg ,7% Zuid-Limburg ,7% Totaal ,3% 74

76 Nederlandse Zorgautoriteit Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur D-IV: Aandeel persoonlijke verzorging extra in totaal persoonlijke verzorging, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) Verpleging, verzorging en thuiszorg figuur D-V: Aandeel verpleging extra in totaal verpleging, gebaseerd op productieafspraken 2006 (stand maart) en 2005 (stand september 2005) 75