Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? 22 oktober 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? 22 oktober 2008"

Transcriptie

1 Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? 22 oktober 2008

2 Stationsplein 1 Postbus AX Amersfoort Telefoon Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? Meryem Kilic Amersfoort, 22 oktober /MKC/IPA

3 Samenvatting De kernboodschap Dit artikel gaat over derde generatie burgerparticipatie die gericht is op het vergroten van burgerinitiatieven waarbij de burger de lead heeft en de lokale overheid waar nodig faciliteert en stimuleert. Derde generatie burgerinitiatieven zorgen voor sociale samenhang en samenhorigheid in een gemeenschap en daar kan de lokale overheid een rol in spelen. De centrale vragen in dit artikel betreffen de stand van zaken rond derde generatie burgerinitiatieven bij gemeenten en wat zij kunnen doen om te zorgen voor meer burgerinitiatieven. De kern van het antwoord op deze vragen is dat bestuurders en beleidsmakers zich moeten realiseren dat de burgers al actief zijn. Derde generatie burgerinitiatieven zijn er al, die ontstaan ook zonder de overheid. De lokale overheid moet zicht krijgen op waar in de gemeente bijzondere initiatieven plaatsvinden en er achter komen of en waar de burger haar hulp nodig heeft. De lokale overheid kan een rol hebben in het initiatief, maar dat hoeft niet. Soms kan de lokale overheid namelijk helpen door niets te doen of door ruimte te geven aan het initiatief. Derde generatie burgerparticipatie vraagt om een andere manier van denken en doen. Het vraagt erom de logica van de de burger als vertrekpunt te nemen en niet die van de overheid. De samenvatting Burgerparticipatie is niet meer weg te denken bij lokale overheden. Het motto is de burger doet mee. Overheden willen dat de burger niet alleen meedenkt en meedoet aan beleidsontwikkeling en uitvoering; ze willen dat de burger actief meedoet in de samenleving, zich verantwoordelijk voelt en acties onderneemt voor een gezondere samenleving. Door de burger te betrekken bij het openbaar bestuur willen gemeenten het vertrouwen van de burger in de overheid vergroten. Burgerparticipatie moet verder gaan dan de betrokkenheid van de burger bij het openbaar bestuur. Gemeenten willen de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van de burger vergroten en de burger meer bij zijn woon- en leefomgeving betrekken. Burgerparticipatie in het openbaar bestuur ontstond in de jaren 70. Het begon met een door de burger afgedwongen inspraak in beleid. Deze vorm van burgerparticipatie wordt gedefinieerd als eerste generatie burgerparticipatie. In de jaren 90 ontstond de tweede generatie burgerparticipatie waar de overheid het belangrijk vond om de burger te betrekken bij beleidsontwikkeling, vanuit de beleidshypothese dat als de burger betrokken zou worden bij beleidsontwikkeling er beter beleid zou ontstaan en er meteen ook draagvlak voor dat beleid zou zijn.

4 Een nieuwe vorm van burgerparticipatie is ontstaan in de jaren Bij deze vorm van burgerparticipatie gaat het om burgerinitiatieven die ontstaan als de burger kansen ziet in zijn omgeving en zelf of samen met andere burgers werkt aan de ontwikkeling van iets moois op straat, in de wijk en op stadniveau. De overheid kan een rol hebben bij derde generatie burgerinitiatieven maar dat hoeft niet. Het speelt in eerste instantie tussen burgers en burgers, en de overheid komt in beeld als de burgers de overheid nodig hebben. Met derde generatie burgerinitiatieven laat de burger haar zelfredzaamheid en haar zelforganiserend vermogen zien. Burgers bouwen samen aan iets moois zonder te wachten op de overheid. Samen doen zorgt voor sociale samenhang en een grote saamhorigheid in een gemeenschap. En die hebben we nodig in Nederland, vooral in de wijken die sinds de jaren 70 enorm zijn veranderd van samenstelling. De wetenschap faciliteert de praktijk met de theorieën die zij heeft ontwikkeld over burgerparticipatie. Een groot deel van de theorieën faciliteert tweede generatie burgerparticipatie waarin onderscheid wordt gemaakt in de mate waarin de burger wordt betrokken bij het participatieproces. De machtgeoriënteerde participatieladders van Arnstein en Edelenbos en Munnik, waarin de overheid bepaalt hoe de burger betrokken wordt, worden in de praktijk het meest toegepast. Theorieën die het meest aansluiten bij derde generatie burgerparticipatie zijn ontwikkeld door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en door David Thomas. De participatieladder van Thomas is gericht op groei en sociale ontwikkeling van een dorp of wijk. In deze ladder staat niet de relatie burger-overheid maar de relatie burger-burger centraal. De tweesporenaanpak van de WRR moet leiden tot meer vertrouwen van de burger in zijn buurt. Gemeenten zien het belang van derde generatie burgerparticipatie in en ondernemen acties om meer burgerinitiatieven tot stand te brengen. Die initiatieven komen moeizaam van de grond. Gemeenten zijn in de praktijk het meest in de weer met tweede generatie burgerparticipatie, de burger wordt het meest aangesproken op de coproductierol. Dat derde generatie burgerparticipatie moeizaam van de grond komt, komt doordat men met het denken, het doen en de participatievormen die passen bij de tweede generatie, toepast op derde generatie burgerparticipatie. De gemeente organiseert en hoopt dat de burger komt opdagen. De theorieën die passen bij derde generatie burgerparticipatie worden in de gemeentelijke participatiepraktijk nauwelijks gebruikt. Er wordt regelmatig gerefereerd aan het gedachtegoed en de filosofie van de WRR ten aanzien van burgerparticipatie, namelijk dat het belangrijk is om de burger te betrekken en om uit te gaan van zijn behoeften en kwaliteiten, maar de tweesporenaanpak die zij heeft ontwikkeld en de taal die daarbij wordt gebruikt, zie en hoor je nauwelijks in de praktijk.

5 Dat geldt ook voor het model van David Thomas. Dat wordt in Nederland voornamelijk gebruikt door professionals in de welzijnssector en nauwelijks door gemeenten. Derde generatie burgerparticipatie gaat meer van de grond komen als bestuurders en beleidsambtenaren zich realiseren dat burgerinitiatieven ontstaan, ook als zij niets doen. De burger organiseert zichzelf en heeft daar niet altijd een overheid bij nodig. Gelukkig maar. Maar soms hebben de burgers de lokale overheid nodig en dan kan zij helpen om het initiatief niet dood te laten bloeden of om het initiatief een stap verder te brengen. Derde generatie burgerparticipatie vraagt om een andere manier van denken en doen. Het komt niet van de grond met de wijze waarop tweede generatie burgerparticipatie wordt georganiseerd. Bestuurders en beleidsmakers kunnen burgerinitiatieven stimuleren. Ze moeten zich dan wel bezinnen op en bewust worden van het leidend denken binnen de eigen organisaties. Gaat het uit van een burger die opportunistisch is en alleen in beweging komt bij eigenbelang of gaat het uit van burgers die een steentje willen bijdragen aan een mooiere, betere en veiligere straat, wijk of stad? Burgerinitiatieven ontstaan niet als de overheid vanuit haar eigen logica bedenkt wat nodig is voor de burger; ze ontstaan als een burger zelf een kans of probleem ziet. In dit artikel worden op drie niveaus burgerrollen benoemd: de straat, de wijk en de stad. Dit type burger bestaat echt: hij is door anderen gespot, nu nog door de lokale overheid. De lokale overheid moet zich aan sluiten bij dit type burger en bij de door hem gehanteerde aanpak. Dat zijn burgers die kunnen zorgen voor bijzonder mooie burgerinitiatieven. Op straatniveau zien we de handen uit de mouwen-burger. Hij zorgt voor schoon, heel en veilig op straat. Hij ziet een kans of een probleem en bedenkt hoe hij met andere burgers die kans kan benutten of dat probleem kan oplossen. De overheid heeft een beperkte rol en staat op afstand, geeft ruimte aan de initiatieven van de burger en legt geen beperkende maatregelen op waardoor het initiatief doodbloedt. De tweede burgerrol is de informele leider. Deze informele leiders staan vaak voor een groep die op afstand staat van de maatschappij. De informele leiders motiveren en stimuleren deze groep om actiever te worden of helpen hen bij het doppen van hun eigen boontjes. De rol die de overheid heeft bij deze informele leiders is zien, herkennen en benutten. Want via deze informele leiders krijgt de overheid toegang tot en inzicht in het gedrag en de beweegredenen van groepen die zij niet goed kent, bijvoorbeeld een groep allochtone jongeren, een groep Marokkaanse vrouwen, een groep ouderen. De laatste burgerrol is de ondernemende burger. De ondernemende burger werkt samen met andere ondernemende burgers aan maatschappelijke doelstellingen waar ze zich beiden aan hebben gecommitteerd. Typerend voor de ondernemende burgers is zijn de drie M s: macht, mening en middelen.

6 De rol van de overheid is een faciliterende en verbindende rol. De overheid zorgt ervoor dat deze ondernemende burger zich verbindt aan een maatschappelijke doelstelling en verbindt de burgers aan elkaar die willen werken aan die maatschappelijke doelstelling.

7 Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding Doel, doelgroep en centrale vragen Totstandkoming van dit artikel Leeswijzer 3 2 De wetenschappelijke theorieën over burgerparticipatie 4 3 De gemeentelijke participatiepraktijk Invalshoeken en het waarom De doelgroepen van het participatiebeleid Organisatie van het proces Knelpunten en uitdagingen op het gebied van burgerparticipatie 14 4 Het hier en nu en de toekomst van derde generatie burgerparticipatie De stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten Meer derde generatie burgerparticipatie 16 5 Geen inspraak of coproductie, maar initiatiefnemende burger De eerste stap: drie vragen voor derde generatie burgerparticipatie De tweede stap: zien, herkennen en benutten. Nieuwe burgerrollen bij derde generatie burgerparticipatie 18 6 Nawoord 25 Bijlagen 1. Literatuurlijst 2. Onderzoeksmethode gemeenten

8 1 Inleiding Niemand aan de kant. Iedereen moet participeren en een bijdrage leveren aan deze samenleving. De mening van de burger telt. Dat vond ook het Kabinet- Balkenende IV. Zij hebben hun eerste honderd dagen benut door naar de burgers te luisteren. De bewindslieden toerden per bus door het land om met burgers en maatschappelijke organisaties te praten om op basis daarvan hun beleid te kunnen bepalen. Dat deed het kabinet om meer draagvlak voor haar plannen te creëren. De burger moet meedenken en doen. Dat is de trend. En hoe zit het met de gemeenten? Nemen zij de rijksoverheid als voorbeeld? Gaan ze ook honderd dagen de stad in en luisteren ze naar burgers? Wat doen gemeenten om de inwoners te laten participeren? Als gemeenten het hebben over hun participatiebeleid, waar hebben ze het dan over? Wie moet participeren, waarin moet de burger participeren en op welke wijze zorgen zij daarvoor? In Nederland zijn de eerste vormen van burgerparticipatie ontstaan in de jaren 70 en die hebben zich in de loop van de jaren verder ontwikkeld. Innovatiecentrum voor het openbaar bestuur InAxis heeft die ontwikkeling geduid met verschillende generaties burgerparticipatie: - eerste generatie burgerparticipatie: inspraak. De door mondige burgers afgedwongen mogelijkheid om te reageren op beleid, gemaakt door de overheid. Dit is vervolgens een wettelijk vastgelegd recht geworden. Gestart in de jaren 70 en standaard onderdeel van het participatiebeleid van gemeenten - tweede generatie burgerparticipatie: interactieve beleidsvorming en coproductie. Burgers krijgen in een vroege fase de gelegenheid om het beleid mede vorm te geven. Is begonnen in de jaren 90 en is nu de meest toegepaste vorm van burgerparticipatie - derde generatie burgerparticipatie, burgerinitiatief. De burger toont initiatief en heeft de verantwoordelijkheid daarvoor. De overheid heeft een faciliterende rol. Deze vorm is nieuw (vanaf 2000). Gemeenten zijn hiermee aan het experimenteren. 1/1

9 Dit artikel gaat over derde generatie burgerparticipatie. De definitie (Kilic, 2008) die in dit artikel wordt gegeven aan derde generatie burgerparticipatie luidt als volgt. Derde generatie burgerparticipatie ontstaat als de burger kansen ziet in zijn omgeving en zelf of samen met andere burgers werkt aan de ontwikkeling van iets moois op straat, in de wijk en de stad. De overheid kan een rol hebben bij derde generatie burgerinitiatieven, maar dat hoeft niet. Het speelt in eerste instantie tussen burgers en burgers, en de overheid komt in beeld als de burgers de overheid nodig hebben. Waar bij eerste en tweede generatie burgerparticipatie het initiatief bij de overheid ligt, ligt het bij derde generatie burgerparticipatie bij de burger. Waar bij eerste en tweede generatie burgerparticipatie de burger wordt betrokken bij beleidsvorming en beleidsontwikkeling, gaat het bij de derde generatie veel verder. Dan gaat het om de participatie van de burger in de samenleving in brede zin. Participatie in de straat, de wijk en de stad. Derde generatie burgerinitiatieven ontstaan bij burgers die zich verantwoordelijk voelen voor hun woon- en leefomgeving en vanuit dat gevoel werken aan een mooiere, schonere, veiligere en leukere straat, wijk of stad. Burgers die derde generatie burgerinitiatieven tonen zijn zelfredzaam en hebben een groot zelforganiserend vermogen. Zij organiseren straatfeesten, buurtbarbecues. Zij zorgen ervoor dat mensen betrokken worden in hun woon- en leefomgeving en dat groepen die niet makkelijk bij elkaar over de vloer komen, elkaar leren kennen. Bij derde generatie burgerparticipatie verwelkomt de lokale overheid de initiatieven van de burger, geeft zij ruimte en ondersteunt en faciliteert zij als dat nodig is. 1.1 Doel, doelgroep en centrale vragen Dit artikel is niet geschreven om hetgeen door gemeenten of de wetenschap is ontwikkeld voor burgerparticipatie te verwerpen of te diskwalificeren, maar om er iets naast te zetten. Namelijk nieuwe inzichten en een stukje theorie over de derde generatie in de verwachting dat de praktijk daar haar voordeel mee kan doen. Het doel van dit artikel is om met de theorie over derde generatie burgerparticipatie nieuwe handelingsperspectieven te bieden aan bestuurders en beleidsadviseurs. In dit artikel staan twee vragen centraal: - wat is de stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten? - wat kunnen zij doen om derde generatie burgerparticipatie verder te ontwikkelen? 2/2

10 1.2 Totstandkoming van dit artikel Dit artikel is tot stand gekomen op basis van een literatuurstudie (zie bijlage 1), een onderzoek (zie bijlage 2) naar de gemeentelijke burgerparticipatiepraktijk op basis van interviews, en de bestudering van beleidsstukken en praktijkervaring in burgerparticipatietrajecten. Dit artikel reikt nieuwe inzichten en nieuwe burgerrollen aan voor derde generatie burgerparticipatie die bestuurders en beleidsadviseurs kunnen gebruiken voor de optimalisatie van hun derde generatie participatiebeleid. Tijdens het ontwikkelen van de burgerrollen en het schrijven van dit artikel zijn de theorieën getoetst onder professionals die actief zijn bij lokale overheden en professionals die zich bezighouden met burgerparticipatie. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden theorieën die zijn ontwikkeld over eerste, tweede en derde generatie burgerparticipatie toegelicht. Er wordt een beeld geschetst van wat er in de wetenschap is ontwikkeld aan theorieën over de verschillende generaties burgerparticipatie. In hoofdstuk 3 komt de gemeentelijke burgerparticipatiepraktijk aan bod. Waarom en hoe maken gemeenten participatiebeleid en wat gebeurt er op de verschillende niveaus? In hoofdstuk 4 worden antwoorden gegeven op de centrale vragen. In hoofdstuk 5 worden nieuwe burgerrollen voor derde generatie burgerparticipatie geoperationaliseerd. Het artikel wordt afgerond met een nawoord in hoofdstuk 6. 3/3

11 2 De wetenschappelijke theorieën over burgerparticipatie In dit artikel staan de volgende twee vragen centraal: - wat is de stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten? - wat kunnen gemeenten doen om derde generatie burgerparticipatie verder te ontwikkelen? Door in dit hoofdstuk te kijken naar theorieontwikkeling op het gebied van burgerparticipatie, kan een beeld worden geschetst van hoe de wetenschap de praktijk faciliteert met haar theorieën. Het zal geen toeval zijn dat in de jaren waarin een bepaalde generatie burgerparticipatie in opkomst was, de theorie op dat niveau is ontwikkeld. Dat is ook de reden waarom de theorie chronologisch, op basis van de verschillende generaties burgerparticipatie zal worden weergegeven. Uiteraard is wat hier aan theorieën wordt weergegeven niet uitputtend. Er is veel meer geschreven over burgerparticipatie. Hierna volgt een selectie van theorieën waar in de praktijk het meest naar wordt verwezen. Gesteld kan worden dat als het gaat om theorieën over participatie Arnstein 1 een naam is waar veel naar wordt verwezen. Niet alleen door wetenschappers maar ook door mensen uit de praktijk. Zij introduceerde in 1969 de participatieladder. Deze wordt getypeerd als een machtgeoriënteerde ladder waarbij de overheid de macht heeft en de burger deelnemer is in wat de overheid wil of heeft bedacht. Doel van Arnstein was duidelijk te maken dat publieke participatie vaak niet zo eerlijk en billijk is als wordt verondersteld. In de participatieladder van Arnstein komt de burger pas in beeld als de overheid iets van hem wil; als de burger iets moet weten, over iets moet meedenken of moet meedoen. Het model van Arnstein wordt in versimpelde vorm veel toegepast in de praktijk. Een versimpeling van dit model is gemaakt door Edelenbos en Monnikhof waarin ze onderscheid maken tussen de participatieniveaus informeren, consulteren, adviseren, coproduceren en meebeslissen. Het model van Arnstein wordt weergegeven in figuur 1. 1 Arntein, Sherry R., A ladder of citizen participation. Journal of the American Planning Association, 4 juli /4

12 Figuur 1. A ladder of citizen participation Deze ladder helpt in de praktijk om te bepalen op welk niveau van de ladder een overheid de burger wil benaderen of betrekken. Bij de eerste twee stappen is de burger geen deelnemer. Doel van de overheid is de burger te genezen of op te leiden. Informeren is de belangrijkste stap om participatie te wettigen. Hier ligt vaak de nadruk op een eenzijdige stroom van informatie, er is geen kanaal voor terugkoppeling. Vanaf de vierde stap treedt de overheid in overleg met de burger. Gesteld kan worden dat in de vierde stap eerste generatie burgerparticipatie begint. Arnstein noemt dit legitimerende activiteiten als het gaat om burgerbetrokkenheid als window dressing. Bij de vijfde stap begint tweede generatie burgerparticipatie. Het gaat hier om consultatie van de burger. Volgens Arnstein gaat het dan om selectief uitgekozen burgers die om hun mening wordt gevraagd maar de machtshouder behoudt het recht en heeft de legitimiteit om de haalbaarheid van de adviezen te beoordelen. De zesde stap is vennootschap. De macht wordt in feite opnieuw verdeeld door onderhandeling tussen burgers en machtshouders. Stap 7 gaat uit van afgevaardigde macht waarin de overheid een deel van haar bevoegdheid overdraagt aan de burgers. Stap 8 is de uiterste vorm van tweede generatie burgerparticipatie. Dan is de burger in control. Hij controleert het gehele proces van beleidsvorming en uitvoering zonder tussenpersonen tussen hem en de bron van middelen. De burger in control kan ook worden geïnterpreteerd als derde generatie burgerparticipatie. De vraag is of dat een juiste interpretatie is. De burger heeft wel veel macht en de overheid treedt terug, maar het is nog steeds een initiatief van de overheid waar de burger aan meedoet en niet andersom. Bij derde generatie burgerparticipatie heeft de burger de lead en doet de overheid mee. 5/5

13 Theorieën, specifiek ontwikkeld voor tweede generatie burgerparticipatie, komen uit de bestuurskundige hoek. De Erasmus Universiteit (2002) 2 plaatst participatiebevordering van de burger binnen een kader van visie op democratie en visie op bestuur, en maakt onderscheid tussen representatie en participatie. Bij representatie heeft de burger een passieve rol en bij participatie een actieve rol. Zonder een waardeoordeel te geven over de representerende en participerende burger, geeft de Erasmus Universiteit een theoretisch kader dat gemeenten kunnen gebruiken om keuzes te maken over de wijze waarop ze de burger willen betrekken bij het openbaar bestuur. Tabel 1 geeft een toelichting op die burgerrollen. Tabel 1. Indeling burgerrollen Erasmus Generatie Visie op democratie Representatie Participatie Visie op bestuur Burger = Burger = Eerste generatie burgerparticipatie Democratisch instituut Kiezer van de personele vertegenwoordiging van de gemeenschap Kiezer van beleidsbeslissingen die door de volksvertegenwoordiging voorgelegd worden Tweede generatie burgerparticipatie Beleidsinstantie Onderdaan: passieve ontvanger van beslissingen van de volksvertegenwoordiging Coproducent: actieve meedenker over probleemdefinitie, doelen, beslissingen, uitvoering van beleid Derde generatie burgerparticipatie Dienstverlener Passieve klant: aanvaardt diensten Actieve klant: actief de dienstverlening mede vormgeven dan wel corrigeerder of beklager De Erasmus Universiteit constateert dat in Nederland de burger het meest wordt benaderd op de coproducentrol, vooral bij de ontwikkeling van beleid voor buurten en wijken (bouwen en wonen en ruimtelijke ordening). De coproducentrol wordt door de Erasmus Universiteit verder uitgewerkt waarbij een onderverdeling wordt gemaakt tussen de burger die zelf initiatieven ontwikkelt, een burger die samenwerkingspartner is voor beleidsmakers, een burger als medebeslisser en een burger die adviseert. In tabel 2 wordt naast de burgerrol, ook de rol van de overheid toegelicht als de wijze waarop de rol geoperationaliseerd kan worden. 2 Beukenholdt-Ter Mors, M.A., H.H.F.M. Daemen & L. Schaap, (2002). Participatiebevordering in het Nederlands openbaar bestuur, Erasmus Universiteit Rotterdam: Centre for Local Democracy 6/6

14 Tabel 2. Operationalisering van de rol van de overheid gericht op de coproducentrol Rol burger Rol bestuur Operationalisering Initiatiefnemer Facilitator - Initiatief, strategische keuzen liggen elders - Bestuur biedt faciliteiten - Interactie: veelal met ambtenaren - Besluitvorming door bestuur: marginaal toetsend Samenwerkingspartnepartner Samenwerkings- - Strategische keuzen in gezamenlijkheid - Eventueel samenwerkingsverband (pps) - Interactie met ambtenaren en bestuurders - Besluitvorming door alle partners, geen politiek primaat Medebeslisser Delegator - Strategische keuzen door het bestuur - Burgers werken uit, ruimte voor eigen invulling - Interactie veelal met ambtenaren en bestuurders Adviseur Open adviesvrager - Strategische keuzen door het bestuur - Burgers kunnen open advies geven, eigen probleemdefinitie en oplossing - Interactie veelal met ambtenaren en bestuurders - Handhaving primaat politieke besluitvorming De burger als initiatiefnemer kan geïnterpreteerd worden als derde generatie burgerparticipatie. Maar daar kan over gediscussieerd worden. Want ondanks dat de burger de initiatiefnemer is, ligt de besluitvorming deels bij de overheid. En omdat het uit de koker van coproductie komt, is de overheid per definitie een partij waarmee wordt samengewerkt. Bij derde generatie burgerparticipatie kan de overheid een rol hebben, maar dat hoeft niet per se. Theorieën die het meest raken aan derde generatie burgerparticipatie komen uit de hoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 3, de WRR. Als in de praktijk wordt gesproken over burgerparticipatie nieuwe stijl wordt veel gerefereerd aan of geadviseerd het gedachtegoed en de filosofie van de raad te gebruiken. De WRR stelt dat burgers een belangrijke rol kunnen spelen bij de voorkoming en aanpak van problemen die de kwaliteit van die leefomgeving soms ernstig onder druk zetten. In het rapport Vertrouwen in de Buurt laat de WRR zien onder welke voorwaarden op buurtniveau sociaal kapitaal ontstaat en groeit, en hoe de betrokkenheid van politici en ambtenaren daarbij het meest verstandig vorm gegeven kan worden. De WRR stelt ook dat sterke buurten en betrokken burgers vragen om een sterke verandering in de bestuurlijke cultuur, en om een ambitieuze en vernieuwende lokale democratie die met haar gezicht naar de samenleving staat. 3 Vertrouwen in de Buurt. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 14 maart 2005, Amsterdam 7/7

15 Volgens de WRR kunnen gemeenten burgerbetrokkenheid en burgerparticipatie vergroten door de burgers te betrekken bij hun wijk door in te spelen op hun behoeften en kwaliteiten met een tweesporenaanpak, gericht op: 1. sociale herovering 2. kansgedreven beleid. Sociale herovering definieert de WRR als sociale en fysieke interventies, gericht op het vergroten van de leefbaarheid en veiligheid in de publieke ruimte en het realiseren van een evenwichtigere samenlevingsopbouw. Kansgedreven beleid wordt gedefinieerd als beleid dat zich concentreert op het structureel bestendigen en uitbouwen van de sociale cohesie 4 in buurten. De tweesporenaanpak wordt weergegeven in figuur 2. Figuur 2. Tweesporenaanpak 4 De definitie van sociale cohesie volgens wikipedia.nl: sociale cohesie is een begrip uit de sociologie, het duidt op sociale samenhang in de maatschappij. Door sociologen wordt sociale cohesie ook wel omschreven als 'kleefkracht'. Uit onderzoek blijkt, hoe hechter de sociale cohesie, hoe groter de solidariteit in een gemeenschap 8/8

16 De WRR constateert dat het huidige gemeentelijke participatiebeleid voornamelijk vanuit de institutionele logica wordt opgezet. De overheid denkt dat een initiatief goed zal zijn voor de wijk, bedenkt het en legt het voor. Het gaat vaak over in het gemeentehuis bedacht beleid waarover de burger zijn zegje mag doen. De overheid zit er dicht op; zij heeft de regie op zowel de inhoud als het proces. De WRR pleit ervoor om burgerparticipatie te vergroten door de nadruk te leggen op de vraaglogica van de bewoner, waarbij de overheid soms heel dicht bij de burger staat, maar soms ook op afstand. Een overheid die heel duidelijk is in wat wel en niet kan, en duidelijk is over de rolverdeling tussen burger en overheid (tweede generatie burgerparticipatie). Maar ook een overheid die door afstand te nemen, de burger vertrouwen en ruimte geeft voor eigen initiatieven (derde generatie burgerparticipatie). Het laatste stukje theorie dat hier wordt toegelicht is de participatieladder van de Engelse wetenschapper David Thomas (1980) 5. Doel van dit model is te zorgen voor de groei en sociale ontwikkeling van een dorp of wijk. In deze ladder staat niet de relatie burger-overheid centraal, maar de relatie burgerburger. Pas in stap 10 van dit model heeft de burger contact met de overheid, namelijk wanneer hij in interactie treedt met beleidsmakers. De eerste vier stappen zijn gericht op het vergroten van de contacten tussen burger en burger op straatniveau. Het gaat om wederzijdse waardering en erkenning tussen burgers, waarmee de anonimiteit verdwijnt en men in ieder geval oppervlakkig met elkaar bekend is. Tussen stap 5 en 10 wordt de burger steeds actiever: eerst op wijkniveau, daarna wijkoverstijgend. Burgers bieden elkaar praktische hulp door bijvoorbeeld op elkaars kinderen te passen of elkaar spullen te lenen. Hij neemt deel aan of helpt mee een buurtactiviteit te organiseren (feest of barbecue). In stap 8 wordt de burger wijkoverstijgend actief en werkt samen met andere buurtgroepen. Zoals gezegd komen in stap 10 de beleidsmakers in beeld. Dan gaat het over de interactie tussen de burger en de beleidsmakers van instanties als de gemeente, woningbouwcorporaties en welzijnsorganisaties. Stap 11 is de laatste stap en vergelijkbaar met de laatste stap van Arnstein: citizen control. Het gaat over de beheer (en bezit) van voorzieningen. Een groep bewoners beheert en bezit gemeenschappelijke voorzieningen. In dit model begint derde generatie burgerparticipatie ergens tussen stap 5 en 6 waarin de burger organiseert met de burger. Pas in stap 10 organiseren burgers samen met de overheid. Het model wordt weergegeven in figuur 3. 5 Prof. David Thomas, Community work, social planning and social change. University of Birmingham, United Kingdom 9/9

17 Figuur 3. Participatieladder volgens David Thomas Samengevat kan worden geconcludeerd dat de wetenschap met de theorieën die zij heeft ontwikkeld, de praktijk het meest faciliteert in tweede generatie burgerparticipatie. Dat derde generatie burgerparticipatie nieuw is, blijkt ook uit het feit dat er weinig theorieontwikkeling heeft plaatsgevonden en dat dat wat er is, weinig wordt gebruikt in de praktijk. De theorieën van de WRR en David Thomas lijken het meest aan te sluiten bij de definitie van burgerparticipatie maar toepassing van de theorieën bij de ontwikkeling van participatiebeleid komt niet vaak voor. Interessant is dat er wel wordt verwezen naar het gedachtegoed en de filosofie van de WRR, maar dat de gebruikte taal en de tweesporenaanpak weinig worden gebruikt c.q. toegepast in de praktijk. Dat geldt ook voor het model van David Thomas. Zijn model wordt wel gebruikt door professionals in de welzijnssector maar is nauwelijks bekend bij gemeenten. 10/10

18 3 De gemeentelijke participatiepraktijk De centrale vragen in dit artikel zijn: wat is de stand van zaken rondom derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten, en wat kunnen gemeenten doen om derde generatie burgerparticipatie verder te ontwikkelen? In voorgaand hoofdstuk is gekeken naar de theorieontwikkeling ten aanzien van eerste, tweede en derde generatie burgerparticipatie. De conclusie was dat er veel theorieën zijn ontwikkeld over tweede generatie burgerparticipatie en nog relatief weinig over derde generatie burgerparticipatie. En dan de participatiepraktijk van gemeenten. Hoe gaat het in de praktijk met derde generatie burgerparticipatie? Vanuit welke invalshoeken zetten gemeenten hun participatiebeleid op en waarom vinden gemeenten het belangrijk dat de burgers participeren? Wie moet participeren (de doelgroepen)? Hoe organiseren ze het proces en waar lopen ze tegenaan? Die vragen worden hier beantwoord. 3.1 Invalshoeken en het waarom De invalshoeken die gemeenten kiezen bij het geven van invulling aan hun participatiebeleid zijn verschillend. De een organiseert burgerparticipatie vanuit de invalshoek Bestuurlijke Vernieuwing; de ander gebruikt de Wet maatschappelijke ontwikkeling om haar participatiebeleid een nieuwe impuls te geven. Andere gemeenten gebruiken de term participatie als vervanger voor integratie. Zij gebruiken hun participatiebeleid om groepen die niet of minder actief zijn te betrekken bij de samenleving. Wat de invalshoek ook is, uiteindelijk gaat het erom dat de bewoners meer participeren: meedoen aan bestuurlijke processen, meedoen aan en denken over beleid, en actief meedoen in de maatschappij. Waarom vinden gemeenten het belangrijk dat hun burgers participeren? Het antwoord kan worden onderverdeeld op twee niveaus: - tweede generatie burgerparticipatie, gericht op het vergroten van het vertrouwen in de overheid door:. beter beleid te maken voor de burger. te zorgen voor draagvlak voor te ontwikkelen of ontwikkeld beleid - derde generatie burgerparticipatie door de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van de te burger vergroten door:. als onderdeel van het participatiebeleid de ontwikkeling van de burger als speerpunt te benoemen: ervoor zorgen dat hij een stap verder komt in zijn ontwikkeling. de burger bij zijn woon- en leefomgeving te betrekken. 11/11

19 3.2 De doelgroepen van het participatiebeleid Gemeenten zien steeds dezelfde personen bij participatietrajecten: de 50 +, linksgeoriënteerde autochtone man. Vanwege een representativiteitvraagstuk willen gemeenten meer diversiteit maar het lukt ze niet om met de beschikbare middelen en instrumenten die diversiteit binnen te krijgen. Bijna alle gemeenten - betrokken bij dit onderzoek - zijn actief aan de slag met de ontwikkeling van communicatiemiddelen die een breder publiek bereiken, en met nieuwe participatievormen. Gemeenten gebruiken nog steeds overheersend ouderwetse participatievormen die zijn ontwikkeld voor de eerste en de tweede generatie en zijn zich aan het bezinnen op nieuwe participatievormen waarmee nieuwe doelgroepen worden bereikt en ook gemotiveerd worden om mee te doen. De doelgroepen die gemeenten benoemen zijn verschillend, maar tweeverdieners, vrouwen, jongeren en allochtone groepen zijn vaak doelgroep van beleid. Dat zijn groepen die de gemeentelijke overheid moeilijk kan bereiken en motiveren om mee te doen aan inspraak en coproductie. Tweeverdieners omdat die, als ze s avond eindelijk thuis zijn, hebben gegeten en de kinderen op bed hebben gelegd, niet de energie of zin hebben om een hele avond met andere burgers en beleidsambtenaren te praten. Jongeren vinden dat soort bijeenkomsten suf en allochtone groepen bereiken is een lastige taak voor veel lokale overheden omdat ze vaak niet weten hoe ze die doelgroep moeten bereiken en wat ze moeten doen om die groep te motiveren. De lokale overheden willen ook twee andere doelgroepen betrekken bij hun participatieprocessen, namelijk de afzijdige en de afwachtende burgers. Deze burgerschapsstijlen zijn ontwikkeld door Motivaction 6 en zijn onderdeel van vier typen burgers: de afhankelijke, de afzijdige, de afwachtende en de actieve burger. Deze burgers typeren zich door: - de afhankelijke burger: binding door nabijheid, gezagsgetrouw, veeleisend en kritisch naar de overheid toe - de afzijdige burger: binding door makkelijke nabijheid, grote afstand tot overheid/politiek, gaat uit van eigenbelang, wantrouwen en intolerant naar gezag - de afwachtende burger: binding door consumptie, ongeïnteresseerd in traditionele instituties. Is calculerend en opportunistisch - de actieve burger: binding door participatie. Vertrouwen in overheid en coproductie van beleid door interactie en reflectie. 6 Basisrapport burgerschapsstijlen Motivaction Research and Strategy, Amsterdam, februari /12

20 De afzijdige burger wil de lokale overheid betrekken bij haar participatieprocessen omdat zij bij die groep het vertrouwen in de overheid wil vergroten. De afwachtende burger moet eerder meedoen want de ervaring is dat deze groep aan het eind van het proces waarin met actieve burgers het beleid is bedacht, hij gaat protesteren tegen het beleid of de uitkomst van het beleidsproces omdat hij daar last van heeft. 3.3 Organisatie van het proces Leidend voor het participatiebeleid is vaak het collegeprogramma. Daarin geeft de gemeente aan waarom zij het belangrijk vindt dat haar burgers participeren. De burger doet mee is vaak het motto en hij doet niet alleen mee bij inspraakavonden en coproductieprocessen, maar voelt zich verantwoordelijk voor en levert een bijdrage aan een gezonde samenleving. Het is aan de beleidsambtenaar om het abstracte motto te vertalen naar concrete plannen die moeten leiden tot burgerparticipatie. Die worden vaak expertmatig vastgesteld, soms met input van professionals in het veld, en vertaald naar een uitvoeringsplan participatie. Als gekeken wordt vanuit de theorie van de WRR dan kan worden geconcludeerd dat de institutionele logica overheerst. De gemeente wil dat burgers participeren, bepaalt waar de burgers in moeten participeren en organiseert het proces. Waar gemeenten bij het opzetten van hun participatiebeleid veel tijd aan kwijt zijn, is de ontwikkeling van kaders: wanneer leggen we iets voor aan de burger en wat wordt zijn rol? Moet hij meeweten, meedenken, meebeslissen? Algemene richtlijnen voor participatie ontbreken vaak en er is veel onduidelijkheid over de rol van de burger en de rol van de overheid in het proces. In de praktijk worden de participatieladders van Arnstein en Edelenbos veel gebruikt, maar het wordt problematischer als het gaat om de benoeming van de rol van de burger in relatie tot de eigen rol van de gemeente. Een expliciete operationalisering van de rol van de overheid komt niet vaak voor, waardoor er veel onduidelijkheid is over wat er wordt gedaan met de mening, het advies, de ideeën of het initiatief van de burger. Kortom, operationalisering conform de theorieën van de Erasmus Universiteit gebeurt niet vaak. Er wordt ook weinig consequent onderscheid gemaakt tussen eerste, tweede en derde generatie burgerparticipatie. Met een steeds mondigere en meer kritische burger, vinden wethouders of de raad dat de burger overal bij betrokken moet worden. De medewerkers van de gemeentelijke organisatie moeten het organiseren. Dat vraagt in het gemeentehuis om een cultuuromslag van tafelbeleid of pc-beleid naar beleid met burgers. En die omslag is lastig want burgers worden gezien als een verstorende factor in het project of proces. De ambtenaren hadden net het probleem goed geanalyseerd en bedacht wat de oplossing moest zijn, en dan gaat de burger alles in twijfel trekken. En dan mag je als ambtenaar helemaal overnieuw beginnen. 13/13

21 Desondanks zien steeds meer ambtenaren de meerwaarde van burgerbetrokkenheid in, maar ze zitten dan wel met de vraag hoe ze die meerwaarde kunnen realiseren, hoe ze het proces moeten organiseren en welke middelen nodig of beschikbaar zijn om het proces te organiseren. Soms is de wil er wel, maar zijn er organisatorische en financiële knelpunten. Bijvoorbeeld het ontbreken van capaciteit, het ontbreken van middelen of het ontbreken van commitment vanuit het management. 3.4 Knelpunten en uitdagingen op het gebied van burgerparticipatie De grootste uitdaging van gemeenten op het gebied van participatiebeleid is het van de grond krijgen van burgerinitiatieven, de zogenoemde derde generatie burgerinitiatieven. Gemeenten willen meer bottum-up participatie, gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van de burger. Maar die komt niet of nauwelijks van de grond. De participatiebudgetten die gemeenten beschikbaar stellen voor burgerinitiatieven worden onvoldoende benut door burgers en gemeenten hebben geen zicht op waar dat door komt. Zij experimenteren met methoden om meer burgerinitiatieven van de grond te krijgen. Bijvoorbeeld door het mogelijk te maken om een plan in te dienen door middel van een zelfgemaakte film of het bieden van ondersteuning bij het opstellen van een burgerinitiatief vanuit een wijkcentrum. Een ander probleem dat door gemeenten wordt benoemd met betrekking tot burgerinitiatieven is dat als de burger met een initiatief komt, de gemeente het van de burger overneemt. Dan wordt van een derde generatie burgerinitiatief een tweede generatie coproductieproces gemaakt. De gemeente transformeert het burgerinitiatief naar een eigen product of proces. Op basis van het bovengenoemde kan worden geconcludeerd dat de burger weinig initiatief toont of neemt, maar een interessante constatering wordt gedaan door de Burgerraad voor het Regeringsbeleid 7. Zij stelt vast dat de overheid onvoldoende in staat is om succesvol te reageren op burgerinitiatieven. De Burgerraad voor het Regeringsbeleid heeft een nepinitiatief om een sociaal restaurant voor ouderen op te zetten aan alle Nederlandse gemeenten voorgelegd. Van de gemeenten liet 32% niets van zich horen en 17% liet het bij een ontvangstbevestiging. 51% reageerde wel, maar wist doorgaans geen raad met het initiatief. De waarheid zal ergens in het midden van deze beelden in liggen, maar duidelijk is dat de schuldvraag niet altijd bij de burger ligt. 7 De Jong, De Betrokken Burger. Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid, /14

22 4 Het hier en nu en de toekomst van derde generatie burgerparticipatie In dit hoofdstuk worden de centrale vragen beantwoord: - wat is de stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten? - wat kunnen gemeenten doen om derde generatie burgerparticipatie verder te ontwikkelen? Eerst de stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten. 4.1 De stand van zaken rond derde generatie burgerparticipatie bij gemeenten Gemeenten willen meer derde generatie burgerparticipatie. Dat is duidelijk. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) 8 bevestigt dit. Zij signaleert dat gemeenten een groeiende belangstelling hebben voor derde generatie burgerparticipatie. Partners+Pröpper 9, bestuurskundig onderzoek- en adviesbureau, constateert dat vele gemeenten, zo niet alle, worstelen met de inzet van burgerparticipatie. Zij zien net als het IPP dat er binnen gemeenteland meer wordt gesproken over derde generatie burgerinitiatieven, maar dat de overheid tot nu toe veelal vormen van eerste en tweede generatie burgerparticipatie gebruikt: de klassieke vormen van inspraak en vormen van interactie waarbij de overheid de burger uitnodigt om te adviseren, te participeren of mee te beslissen. Met de participatievormen die zijn opgezet voor tweede generatie burgerparticipatie proberen lokale overheden derde generatie burgerparticipatie van de grond te krijgen en dat werkt niet. De wetenschap probeert de praktijk te faciliteren met haar theorieën, maar het gebruik daarvan in de praktijk valt tegen. Gemeenten gebruiken de participatieladders van Arnstein en Edelenbos (2006), soms de geoperationaliseerde rolverdeling tussen de burger en de overheid in participatieprocessen van de Erasmus Universiteit, en af en toe komt de generatieindeling van InAxis om de hoek kijken. Aan het gedachtegoed en de filosofie van de WRR wordt gerefereerd maar de taal die zij daarbij gebruikt en de tweesporenaanpak die zij heeft ontwikkeld, hoor en zie je nauwelijks in de praktijk. 8 Steven Lenos, Pieter Sturm en Ronald Vis, Burgerparticipatie in gemeenteland. Een quick scan van 34 coalitieakkoorden en raadsprogramma s voor de periode , IPP, september Ingo Pröpper, Bart Litjens, Ester Weststeijn, Wanneer werkt participatie? Partners+Pröpper in opdracht van Het Stedelijk Innovatieprogramma, juli /15

23 Derde generatie burgerparticipatie is niet alleen nieuw voor de praktijkmensen, het is ook nieuw voor wetenschappers. Een groot deel van de theorieën over burgerparticipatie is ontwikkeld voor tweede generatie burgerparticipatie maar er zijn weinig theorieën over wat derde generatie burgerparticipatie precies is en hoe het van de grond kan komen. Het is een nieuw terrein waar wetenschappers verder onderzoek naar moeten doen en waarvoor zij een theorie moeten ontwikkelen waar de praktijk haar voordeel mee kan doen. Een andere interessante onderzoeksvraag is waarom de theorieën die zijn ontwikkeld voor burgerparticipatie weinig worden benut in de praktijk. Waarom worden ze nauwelijks gebruikt? Zijn ze te abstract en daardoor moeilijk te vertalen naar het dagelijks handelen? Of weten ambtenaren niet dat ze bestaan? 4.2 Meer derde generatie burgerparticipatie Het participatiebeleid van gemeenten is nu vooral gericht op het winnen van het vertrouwen van de burger en het creëren van draagvlak voor beleid. De wijze waarop gemeenten invulling geven aan hun participatiebeleid past bij tweede generatie burgerparticipatie, maar is onvoldoende gericht op het ontwikkelen van derde generatie burgerparticipatie. Om meer derde generatie burgerparticipatie van de grond te krijgen moeten gemeenten zich niet alleen richten op het voorkomen van problemen met de burger, maar juist op het tot bloei (laten) brengen van kansen in de samenleving. Burgers moeten de ruimte krijgen om hun zelfredzaamheid en zelforganiserend vermogen te laten zien. Dat betekent dat bestuurders en beleidsambtenaren de burger niet als bedreiging maar als kans moeten zien en, zonder de problemen uit het oog te verliezen, moeten kijken naar plekken en mensen in deze samenleving met energie en dynamiek. Derde generatie burgerinitiatieven ontstaan bij de burger. Deze ziet een kans of een probleem en bedenkt hoe die kans tot bloei gebracht kan worden of hoe het probleem kan worden opgelost. De WRR constateert 10 dat in het huidige beleid van gemeenten om de burger te laten participeren er voornamelijk vanuit de institutionele logica wordt gedacht. De lokale overheid vindt het belangrijk dat de burger meedoet en bedenkt hoe dat georganiseerd moet worden. Ook constateert de WRR dat het voor overheden lastig is om ruimte en vertrouwen te geven aan de burger. Concluderend: gemeenten proberen vanuit een institutionele logica burgerinitiatieven te bevorderen en de vraag is of dat gaat werken. 10 Vertrouwen in de buurt. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid,14 maart 2005, Amsterdam 16/16

24 De meeste invloed op de praktijk van participatiebeleid van gemeenten komt in Nederland vanuit de bestuurskundige wereld. Interessant is het om te kijken naar andere werelden, namelijk die van de organisatiepsychologie. Wheatley 11 stelt dat organisaties zich nog steeds laten leiden door de principes van de oude natuurkunde waar twee belangrijke kaders gelden: levende systemen en de nieuwe natuurkunde. Wheatley constateert dat de huidige wijze van werken in organisaties is gebaseerd op het machinedenken uit de tijd van Isaac Newton. Aan deze machinebenadering liggen diepe collectieve mentale modellen ten grondslag, namelijk: - mensen zijn alleen gemotiveerd door eigenbelang - we bestaan als individu en we zijn niet onderling afhankelijk - hiërarchie en bureaucratie zijn noodzakelijk om alles goed te laten verlopen - mensen werken het beste als er sprake is van veel regels en controle. Het machinedenken is ook terug te zien in het participatiebeleid van gemeenten en de wijze waarop de gemeentelijke organisatie naar buiten kijkt. De burger doet alleen mee als hij eigenbelang heeft en er moeten duidelijke kaders en regels zijn en het proces moet goed worden georganiseerd. Bij eerste generatie burgerparticipatie, wettelijk afgedwongen inspraakrecht van de burger, is het machinedenken niet verkeerd. Sterker nog: het is nodig om wettelijke inspraak te regelen. Bij tweede generatie burgerparticipatie begint het al te knellen. Bij tweede generatie burgerparticipatie, namelijk interactieve beleidsvorming en coproductie waar de burger in een vroege fase de gelegenheid krijgt om het beleid mede vorm te geven, wil de burger duidelijkheid over zijn rol en bijdrage in het proces, maar wil hij niet gezien worden als een opportunistische burger die alleen vanuit eigenbelang meedoet. Bij derde generatie burgerparticipatie gaat de schoen wringen. Daar gaat het om burgerinitiatieven waar de burger het initiatief toont en daar de verantwoordelijkheid voor heeft. De overheid heeft een faciliterende rol. Wheatley stelt dat levende systemen zich o.a. kenmerken door een streven naar autonomie, creativiteit en zelforganisatie. Een maatschappij is een levend systeem waarin de samenstelling, maar ook wat burgers belangrijk vinden, verandert. We willen dat burgers meedoen, initiatieven tonen, maar we benaderen hen vanuit het machinedenken van Newton of het machtsdenken van Arnstein. Hofman (2007) 12, directeur-eigenaar van Allianties en ontwerper van participatieprocessen, stelt dat participatieprocessen moeten aansluiten bij wat er al draait in de wijken en steden. Hij stelt dat aangesloten moet worden bij het al bestaande sociale kwaliteitsniveau van een wijk. Dan hoef je mensen niet meer te activeren, het is er al. 11 Margaret J. Wheatley, Leadership and the New Science: Discovering Order in a Chaotic World Revised. September Top-down wordt bedacht dat het bottum-up moet. Part noch deel, 12 korte beschouwingen over participatie. Quintis, maart /17

25 5 Geen inspraak of coproductie, maar initiatiefnemende burger In dit hoofdstuk wordt specifiek ingegaan op wat de lokale overheid kan doen om derde generatie burgerparticipatie te stimuleren. Een eerste stap in het stimuleringsproces is stilstaan bij drie vragen. Een tweede stap is het vinden van burgers die een belangrijke rol kunnen vervullen bij het tot stand brengen van burgerinitiatieven. De twee stappen worden hierna toegelicht. 5.1 De eerste stap: drie vragen voor derde generatie burgerparticipatie Derde generatie burgerparticipatie gaat pas van de grond komen als bestuurders en beleidsambtenaren stilstaan bij de volgende drie vragen: - wat is de manier van denken binnen onze organisaties: machinedenken of levende systeemdenken? - door welke logica willen we ons laten leiden: institutionele logica of de vraaglogica van de burger? - welke rol heeft de burger en welke rol moeten wij vervullen als we derde generatie burgerparticipatie van de grond willen krijgen? 5.2 De tweede stap: zien, herkennen en benutten. Nieuwe burgerrollen bij derde generatie burgerparticipatie Het model van David Thomas is een bruikbaar concept voor gemeenten om derde generatie burgerinitiatieven handen en voeten te geven. Dat betekent dat de ambtenaren de stad niet verkennen vanuit het gemeentehuis maar dat ze de wijken ingaan, de sleutelfiguren in de wijken leren kennen, zicht krijgen op waar mooie ontwikkelingen plaatsvinden en kijken of ze kunnen helpen of ondersteunen. Dat betekent soms helemaal niets doen en ruimte bieden, soms ondersteunen en faciliteren. Zoals hierboven wordt geconcludeerd moeten gemeenten bij het van de grond krijgen van derde generatie burgerinitiatieven anders naar de burger kijken. De overheden moeten zich realiseren dat burgerparticipatie niet alleen van de grond komt als zij het organiseren. Burgerinitiatieven zijn er vaak al en de overheden moeten aansluiten bij die initiatieven en daarbij kijken naar de rol die zij kunnen vervullen. Bij derde generatie burgerinitiatieven hoeft de overheid niet altijd een rol te hebben. Het kan, maar het hoeft niet. Een paar toepassingsgerichte tips voor de ambtenaar die aansluiting zoekt bij actieve burgers en de burgerinitiatieven die zij hebben ontwikkeld: - door in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de wijkagent, de gastvrouw in het buurthuis erachter komen waar in de gemeente of in de wijk actieve formele en informele netwerken zijn en wie de contactpersoon is van dat netwerk 18/18

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving?

Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving? Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving? De Raad voor Openbaar Bestuur stelde onlangs vast dat veel gemeenten op lokaal niveau experimenteren met nieuwe democratievormen, waarbij

Nadere informatie

Wat kunnen we bereiken met participatie in het integraal waterbeheer? Jan Van Damme, Instituut voor de Overheid

Wat kunnen we bereiken met participatie in het integraal waterbeheer? Jan Van Damme, Instituut voor de Overheid Wat kunnen we bereiken met participatie in het integraal waterbeheer? Jan Van Damme, Instituut voor de Overheid Overzicht Over burgerzin en burgerparticipatie Waarom doen wij het? Wat willen we bereiken

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009. Dames en heren,

Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009. Dames en heren, Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009 Dames en heren, Een maand geleden mocht ik in Utrecht samen met vertegenwoordigers van 47 Europese landen

Nadere informatie

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013 Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013 Wendy Hermans Monique Speelman Karin Stevens Inhoudsopgave 1 Meedoen in Alblasserdam... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Ontwikkelingen... 3 1.3

Nadere informatie

Burgerbetrokkenheid in Beweging. Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente?

Burgerbetrokkenheid in Beweging. Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente? Burgerbetrokkenheid in Beweging Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente? 12/19/2017 Wie ben ik en wat doe ik? Burgerbetrokkenheid in beweging Waar hebben we het eigenlijk

Nadere informatie

Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader

Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader Inleiding Deze notitie beschrijft het theoretisch kader van de begrippen burger- en overheidsparticipatie. Het is tegelijkertijd bedoeld als agenda voor

Nadere informatie

Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels.

Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels. 06 Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels. tekst: Erik van co- Laar en Therèse van t Westende-de Bijl 26 vm juni 2013 creatie

Nadere informatie

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam Samen bouwen aan het huis van de democratie in Bloemendaal Verslag werkatelier over participatie en samenspel tussen samenleving en gemeentebestuur op 4 juni 2015 van 20:00 tot 23:00 uur in het Dorpshuis

Nadere informatie

Vergaderen in West Betuwe. Eerste gemeenschappelijke gedachtevorming binnen de raadswerkgroep Bestuur & Organisatie

Vergaderen in West Betuwe. Eerste gemeenschappelijke gedachtevorming binnen de raadswerkgroep Bestuur & Organisatie Vergaderen in West Betuwe Eerste gemeenschappelijke gedachtevorming binnen de raadswerkgroep Bestuur & Organisatie Herindelingsadvies Par.4.3.: Samen met de samenleving West Betuwe Voert haar wettelijke

Nadere informatie

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen Stroomschema Burgerparticipatie Stap 1 situatieschets Omschrijf de beleidssituatie: Wat is het probleem? Breng de complexiteit in beeld. Wie zijn de spelers en wat zijn hun belangen? Maak een krachtenveldanalyse

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie Imrat Verhoeven Uva/AISSR Vormgeven aan overheidsparticipatie In een notendop Activerende verzorgingsstaat leidt tot meer nadruk verhoudingen burgers onderling Hoe democratisch zijn die verhoudingen eigenlijk?

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Civiele kracht Stem geven aan verankering. 21 januari 2010

Civiele kracht Stem geven aan verankering. 21 januari 2010 Civiele kracht Stem geven aan verankering 21 januari 2010 Verkenning: Stem geven aan verankering Opzet - Aanleiding - Centrale vraag - Uitgangspunten - Analyse - Voice nader bekeken Aanleiding Legitimiteit

Nadere informatie

Ridderkerk dragen we samen!

Ridderkerk dragen we samen! Ridderkerk dragen we samen! Inleiding In mei 2015 heeft de gemeenteraad de startnotitie vastgesteld met de titel Ridderkerk dragen we samen! De subtitel luidt: van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie.

Nadere informatie

(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg

(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg (Burger) participatie De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli Tessa van den Berg AGENDA - Welke soorten en vormen van (burger)participatie zijn er? - Een korte theoretische introductie - Wat is en

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Marije van den Berg. knutselt aan een energieke samenwerking tussen overheid, politiek en gemeenschap

Marije van den Berg. knutselt aan een energieke samenwerking tussen overheid, politiek en gemeenschap Marije van den Berg knutselt aan een energieke samenwerking tussen overheid, politiek en gemeenschap Adviseur, trainer en publicist overheidsparticipatie Raadslid van 2002-2010 Bestuurslid van Stadslab

Nadere informatie

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 Conform: De Langedijker werkwijze, Notitie interactief werken gemeente Langedijk op basis

Nadere informatie

Participatieverslag Nieuw & Anders

Participatieverslag Nieuw & Anders Participatieverslag Nieuw & Anders Op 26 en 31 maart vonden twee bijeenkomsten plaats met de titel Nieuw & Anders plaats. Twee bijeenkomsten die druk bezocht werden door vrijwilligers, verenigingen en

Nadere informatie

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,

Nadere informatie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste

Nadere informatie

Vertrouwenswerk & Cliëntenparticipatie

Vertrouwenswerk & Cliëntenparticipatie Vertrouwenswerk & Cliëntenparticipatie CLIËNTENPARTICIPATIE JEUGD Hoe je jongeren kunt betrekken bij jeugdhulp 1 Bij de transitie van de jeugdzorg is inspraak van belang. Juist jongeren en hun ouders die

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake Kijkt u eens om u heen, zit u ook met een computer, mobiele telefoon, misschien wel twee en mogelijk ook nog andere type computer zoals

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Visie Beheer Openbare Ruimte

Visie Beheer Openbare Ruimte Visie Beheer Openbare Ruimte De openbare ruimte bestaat uit de ondergrondse en bovengrondse voorzieningen die in beheer zijn de gemeenten en bestaat uit riolering, plantsoenen, bomen, wegen, straten, pleinen,

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen. Samenvatting. Christa van Oorsouw juni 2007

Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen. Samenvatting. Christa van Oorsouw juni 2007 Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen Samenvatting Christa van Oorsouw juni 2007 Thesis in het kader van de opleiding Public Management en Policy Open Universiteit Nederland Engelse titel: City Council

Nadere informatie

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Communicatie verenigingen KNVB 2014 1 Communicatie verenigingen KNVB 2014 1. Achtergrond van de notitie: veranderde rollen De kern van de bestuurlijke vernieuwing is het realiseren van een efficiëntere besluitvorming in het amateurvoetbal.

Nadere informatie

Reclaim Nature Over de waarde van de groene vrijwilliger Welke waarde heeft de groene vrijwilliger? En hoe kunnen we deze verder ontwikkelen?

Reclaim Nature Over de waarde van de groene vrijwilliger Welke waarde heeft de groene vrijwilliger? En hoe kunnen we deze verder ontwikkelen? Reclaim Nature Over de waarde van de groene vrijwilliger In Nederland zijn jaarlijks 100.000 enthousiaste vrijwilligers betrokken bij de zorg voor natuur en landschap. Zij tellen, herstellen, vertellen

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

Benchmark Burgerparticipatie

Benchmark Burgerparticipatie Benchmark Burgerparticipatie meten, vergelijken, leren en ontwikkelen Jaarbijeenkomst 18 juni 2012 13.00 tot 17.30 uur Stadhuis, gemeente Almere hein albeda Jaarrapport De 11 deelnemende gemeenten in beeld

Nadere informatie

Beter beleid door burger-participatie: doel en methoden

Beter beleid door burger-participatie: doel en methoden Beter beleid door burger-participatie: doel en methoden 27 maart 2008 Jonge Ambtenarendag Suzanne van der Pijll en Marjolein Sterk Burgerparticipatie is een containerbegrip Overheid (1945-1975) _ Nederland

Nadere informatie

Kennisdag HAN Sociaal 2013

Kennisdag HAN Sociaal 2013 Kennisdag HAN Sociaal 2013 Praktijkkennis in de aanbieding! Martha van Biene Marion van Hattum 1 HAN Sociaal Bevorderen participatie door, voor en met kwetsbare burgers in de samenleving Meedenken, meedoen,

Nadere informatie

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving Breed Welzijn s-hertogenbosch Juvans Maatschappelijk Werk en Dienst verlening // Welzijn Divers //

Nadere informatie

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015 Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015 Datum: maart 2015 Afdeling: Samenlevingszaken In- en aanleiding Voor u ligt de startnotitie voor de aankomende beleidsnota van de gemeente

Nadere informatie

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA!

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA! Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE 2014-2018 HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA! Reimerswaal Het kan anders Ons land verandert snel. Niet alleen kennen we op dit moment in Nederland financieel

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014 Zelfevaluatie Wmo-raden 2014 Deze evaluatie is gericht op het functioneren van de Wmo-raad tot nu toe: doen we de goede dingen? En doen we die dingen op de goede manier? Daarmee krijgt u zicht op het huidige

Nadere informatie

DE BEZIELDE ORGANISATIE Quick scan. thechangecollective.nl info@thechangecollective.nl +31202613954

DE BEZIELDE ORGANISATIE Quick scan. thechangecollective.nl info@thechangecollective.nl +31202613954 DE BEZIELDE ORGANISATIE Quick scan thechangecollective.nl info@thechangecollective.nl +31202613954 Waarom de quick scan? Snelle analyse van eigen organisatie Vernieuwend inzicht in de oplossing voor een

Nadere informatie

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het ontwikkelen, coördineren en realiseren van campagnes en acties binnen een team en/of thema met als doel het bereiken, benaderen en activeren van de doelgroepen. Welke

Nadere informatie

Aanjagers 1 december 2015 Ctylab

Aanjagers 1 december 2015 Ctylab Ctylab zoekt aanjager(s) Je hebt misschien al eens van ons gehoord. Een online platform voor klein nieuws en frisse ideeën uit je eigen omgeving. Nu doen we dat nog op Facebook met een kleine groep. Maar

Nadere informatie

Participatie en social media. Futurawonen. Politiek Online Prinses Mariestraat 36 2514 KG Den Haag T: 070 362 97 97 F: 070 345 45 41

Participatie en social media. Futurawonen. Politiek Online Prinses Mariestraat 36 2514 KG Den Haag T: 070 362 97 97 F: 070 345 45 41 Participatie en social media Politiek Online Prinses Mariestraat 36 2514 KG Den Haag T: 070 362 97 97 F: 070 345 45 41 Futurawonen E: info@politiekonline.nl www.politiekonline.nl 21 april 2011 1 Inhoud

Nadere informatie

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming Startnotitie Interactieve Beleidsvorming Status: concept Bestuurlijk opdrachtgever: Drs J.F.N. Cornelisse Ambtelijk opdrachtgever: Drs H.J. Beumer Ambtelijk opdrachtnemer: Drs M.M.H. de Boer Datum 17-03-2010

Nadere informatie

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën Een betrouwbare overheid Gemeentelijke samenwerking en financiën 1 Een betrouwbare overheid Bij de ChristenUnie staat de samenleving centraal. Een samenleving die niet het werk is van de overheid maar

Nadere informatie

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Verenigingen, stichtingen en instellingen barsten doorgaans van de ambities en toekomstplannen. Maar om ze te realiseren heb je financiële middelen

Nadere informatie

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) De vier cursisten, die aanwezig waren, begonnen zich aan elkaar voor te stellen onder leiding van de cursusleidster. Van de vier cursisten waren

Nadere informatie

Basistraject lokaal jeugdbeleid

Basistraject lokaal jeugdbeleid Basistraject lokaal jeugdbeleid Inhoud en competenties per basismodule Basismodule Ruimte op 23 september en 23 oktoberi 2014 (Brussel) Kinderen en jongeren mogen er zijn en ruimte innemen, letterlijk:

Nadere informatie

Participatie betrokkenheid

Participatie betrokkenheid 5 Participatie en betrokkenheid De mate van participatie in de sessies die je organiseert kan erg verschillen. Soms wil je gebruik maken van de ideeën van de medewerkers door een brainstorm te organiseren

Nadere informatie

20-05-2014. Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up

20-05-2014. Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up Emmen Revisited van 1.0 naar 3.0! Perspectief Eigenaarschap Wie regisseert wie? ER 3.0 en 4.0? Simon Henk Luimstra s.luimstra@emmen.nl Warming up Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus

Nadere informatie

Naam good practice: Project visie op burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting.

Naam good practice: Project visie op burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting. Format good practice Algemeen Naam good practice: Project visie op burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting. Gemeente: Harderwijk Contactpersoon: De heer Abbas Lotfolahian

Nadere informatie

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Uitgevoerd door Onderzoeksnetwerk Sociaal Domein Utrecht Initiatieven

Nadere informatie

Lokale democratie onder / december 2017

Lokale democratie onder / december 2017 Lokale democratie onder druk @Ostaaijen / december 2017 Spoorboekje Wat is er aan de hand met de lokale democratie? - afhakende inwoners - aanhakende inwoners Rol gemeenteraad in de lokale democratie -

Nadere informatie

Flitsende en bruisende dienstverlening

Flitsende en bruisende dienstverlening Beleidsprogramma A+O fondsen Flitsende en bruisende dienstverlening Door: Rieke Veurink/ Fotografie: Shutterstock / Kees Winkelman Niet meer alleen het oude faciliteren, maar op weg gaan naar iets nieuws.

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

Lokale Democratie, Vertrouwen en Burgerparticipatie. Prof. dr. Monique Leyenaar Drechtstedendinsdag, 7 februari 2012

Lokale Democratie, Vertrouwen en Burgerparticipatie. Prof. dr. Monique Leyenaar Drechtstedendinsdag, 7 februari 2012 Lokale Democratie, Vertrouwen en Burgerparticipatie Prof. dr. Monique Leyenaar Drechtstedendinsdag, 7 februari 2012 Weemoed naar vroeger? Realiteit Sociaal-maatschappelijke context is veranderd, politieke

Nadere informatie

Werkplan 2014. Adviesraad Sociaal Domein Lopik

Werkplan 2014. Adviesraad Sociaal Domein Lopik Werkplan 2014 Adviesraad Sociaal Domein Lopik 18 februari 2014 Ter introductie De Adviesraad Sociaal Domein Lopik (ASDL) bestaat uit inwoners van Lopik die een actieve verhouding hebben met het sociale

Nadere informatie

SchiedamsDOEN, brug tussen burger en gemeente?

SchiedamsDOEN, brug tussen burger en gemeente? SchiedamsDOEN, brug tussen burger en gemeente? Moniek Stout Studentnummer: 374967 Masterscriptie Master: Beleid en politiek Begeleider: A. van Sluis Datum: 18-1-2017 1 Voorwoord Voor u ligt het resultaat

Nadere informatie

Maatschappelijke aandeelhouders. Nijmegenaren als volwaardige gesprekspartners van corporaties, zorg- en onderwijsinstellingen

Maatschappelijke aandeelhouders. Nijmegenaren als volwaardige gesprekspartners van corporaties, zorg- en onderwijsinstellingen Maatschappelijke aandeelhouders Nijmegenaren als volwaardige gesprekspartners van corporaties, zorg- en onderwijsinstellingen Debatstuk GroenLinks Nijmegen Pepijn Boekhorst Juni 2014 Woningcorporaties,

Nadere informatie

De interne communicatieadviseur

De interne communicatieadviseur De interne communicatieadviseur Dit zijn de kenmerken van een complex Verschillende ideeën Kleine wijzigingen kunnen grote gevolgen hebben Beweeglijke doelen Het pad ontrolt zich met iedere stap??? Geen

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel experiment loting

Initiatiefvoorstel experiment loting Haarlemse participatie door middel van loting; een voorstel voor het een experiment met participatie door middel van loten van Haarlemmers Samenvatting Grondbeginsel van een democratische staatsinrichting

Nadere informatie

Wat heeft het Provinciebestuur met de participatiesamenleving?

Wat heeft het Provinciebestuur met de participatiesamenleving? Wat heeft het Provinciebestuur met de participatiesamenleving? PlattelandsParlement Gelderland 2017 3 februari 2016 Ben van Essen Ben van Essen: even voorstellen Senior-strateeg provincie Limburg (tot

Nadere informatie

LOKAAL SAMENSPEL. enqueteresultaten: de verschillen tussen de interne en externe beelden

LOKAAL SAMENSPEL. enqueteresultaten: de verschillen tussen de interne en externe beelden LOKAAL SAMENSPEL enqueteresultaten: de verschillen tussen de interne en externe beelden 1 ALGEMEEN BEELD geen onverklaarbare uitkomsten verschillen in waardering van het samenspel intern en extern, en

Nadere informatie

Het beste uit jezelf

Het beste uit jezelf Het beste uit jezelf 2 3 Met elkaar bouwen aan het Huis van Philadelphia Philadelphia wil dat mensen met een beperking gelukkig kunnen zijn en het beste uit zichzelf kunnen halen. Daarom doen we ons werk

Nadere informatie

Wijkplan Centrum/ Noord-West. Internet-versie

Wijkplan Centrum/ Noord-West. Internet-versie Wijkplan 2015 Centrum/ Noord-West Internet-versie Inhoudsopgave 1. Visie Pagina 2 2. Wijkanalyse Pagina 3 3. Conclusie Pagina 5 Wijkplan 2015 CNW, maart 2015 Pagina 1 1. Visie De visie van Veens luid:

Nadere informatie

Bijeenkomst opschaling. Divosa 1 februari 2013

Bijeenkomst opschaling. Divosa 1 februari 2013 Bijeenkomst opschaling Divosa 1 februari 2013 Opschaling Vooral veel uitdagingen kansen, bedreigingen In de sheets een impressie van wat de deelnemers aan de masterclass bedachten. Antwoord op de vraagstukken

Nadere informatie

Verslag van de bijeenkomst Mannen Emancipatie in het Turks Museum d.d. 30 november 2013

Verslag van de bijeenkomst Mannen Emancipatie in het Turks Museum d.d. 30 november 2013 Verslag van de bijeenkomst Mannen Emancipatie in het Turks Museum d.d. 30 november 2013 Aanwezig ca. 100 personen. Sprekers: Vz. Turks Museum Rustem Akarsu, Vz. Platform Allochtone Ouderen de heer R. Ramnath,

Nadere informatie

Profiel gemeenteraadslid

Profiel gemeenteraadslid Profiel gemeenteraadslid NB: Overal waar zij of ze staat kan ook hij gelezen worden. ALGEMEEN Een D66 gemeenteraadslid is zich ervan bewust een mandaat te hebben van de kiezers en zal met overtuiging én

Nadere informatie

DE PIRAMIDE WERKT BEWEEGT

DE PIRAMIDE WERKT BEWEEGT DE PIRAMIDE WERKT In de overgang naar een nieuwe manier van het organiseren van zorg en ondersteuning in Nederland, is de WMO piramide een goed hulpmiddel. ZIVA heeft de piramide vertaald naar een praktische

Nadere informatie

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut I Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak en leeswijzer 1 2 Doelen 2.1 Doelen van beleid 3 2.2 Doelen van sociale wijkteams Krimpenerwaard

Nadere informatie

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing: Perspectief van de wetenschap Albert Meijer Universiteit Utrecht Politieacademie 11 september 2012 Even voorstellen

Nadere informatie

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen Redactie: Marieke Haitsma en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie

Nadere informatie

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus VJR-20100511 Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus Inleiding De Vlaamse regering wil de lokale sectorale en thematische beleidsplannen, waaronder

Nadere informatie

Joint Venture in de Westas? Hoe nu verder. Leren van Joint Venture Silicon Valley Network Kennislab voor Urbanisme Geert Kievit

Joint Venture in de Westas? Hoe nu verder. Leren van Joint Venture Silicon Valley Network Kennislab voor Urbanisme Geert Kievit Joint Venture in de Westas? Hoe nu verder. Leren van Joint Venture Silicon Valley Network. 28-1-2015 Kennislab voor Urbanisme Geert Kievit Joint Venture in de Westas? Hoe nu verder. In de huidige situatie

Nadere informatie

Burgerparticipatie of Overheidsparticipatie?

Burgerparticipatie of Overheidsparticipatie? Burgerparticipatie of Overheidsparticipatie? Berenschot seminar Hoe dienend is uw gemeente? Even voorstellen Marieke Knobbe Openbaar bestuur Participatie Maaike Zunderdorp Procesmanagement Participatie

Nadere informatie

LEREN VAN LOCHEM VERTROUWEN SCHENKEN AAN DE ENERGIEKE SAMENLEVING THOMAS HOPPE EN DONALD VAN DEN AKKER

LEREN VAN LOCHEM VERTROUWEN SCHENKEN AAN DE ENERGIEKE SAMENLEVING THOMAS HOPPE EN DONALD VAN DEN AKKER LEREN VAN LOCHEM VERTROUWEN SCHENKEN AAN DE ENERGIEKE SAMENLEVING THOMAS HOPPE EN DONALD VAN DEN AKKER TWENTE CENTRE FOR STUDIES OF TECHNOLOGY AND SUSTAINABLE DEVELOPMENT. CSTM UNIVERSITY OF TWENTE. OPRIT

Nadere informatie

Profiel gemeenteraadslid

Profiel gemeenteraadslid 1 1 Profiel gemeenteraadslid 2NB: Overal waar zij of ze staat kan ook hij gelezen worden. 3ALGEMEEN 4Een D66 gemeenteraadslid is gekozen door de inwoners van Utrecht en vertegenwoordigt hen op een 5integere

Nadere informatie

Participatiewijzer gemeente De Bilt

Participatiewijzer gemeente De Bilt Participatiewijzer gemeente De Bilt Stap 1: Inventarisatie Je staat aan de start van een project/ beleidstraject, maar vraagt je af of en hoe je inwoners en/of ondernemers moet betrekken bij je project.

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving Breed Welzijn s-hertogenbosch Juvans Maatschappelijk Werk en Dienst verlening // Welzijn Divers //

Nadere informatie

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes Ed Knies Koning Arthur; visie en organisatieprincipes Welkom Dit boek is een moreel boek voor professionals. Met moreel bedoelen we dat er binnen organisaties

Nadere informatie

De Utrechtse Participatiestandaard

De Utrechtse Participatiestandaard De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Anne-Marie Poorthuis en Sjanneke Werkhoven De netwerkmultiloog is een methode om veel mensen in een organisatie te betrekken bij een organisatiethema

Nadere informatie

Bewoners gaan het doen...

Bewoners gaan het doen... De complexiteit van de eenvoud De beproefde Vijf Sterrenmethode, gebaseerd op vijf stappen en bijbehorende werktechnieken, inspelend op toeval, emotie en overmacht van het werken aan de sociale ontwikkeling

Nadere informatie

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal 0 1. Inleiding Het vitaal houden van onze samenleving is cruciaal in het bouwen aan een solide toekomst voor onze inwoners. Het Sociaal Domein is volledig

Nadere informatie

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam ! De gemeente Appingedam wil jongeren actiever laten participeren in beleidsvorming, zodat ze beter kan inspelen op de behoeften van jongeren. Om dit

Nadere informatie

De parels benutten! Meedoen, meepraten en meedenken! Samenspraak! Medezeggenschap en participatie van vrijwilligers in de besluitvorming!

De parels benutten! Meedoen, meepraten en meedenken! Samenspraak! Medezeggenschap en participatie van vrijwilligers in de besluitvorming! Drie workshops over medezeggenschap en participatie van vrijwilligers in de besluitvorming 1. De parels benutten - voor leidinggevenden en medewerkers van organisaties 2. Meedoen, meepraten en meedenken

Nadere informatie

SAMENVATTING. Succes verzekerd!?

SAMENVATTING. Succes verzekerd!? SAMENVATTING Succes verzekerd!? Onderzoek naar de succes- en faalfactoren bij gemeentelijke samenwerking op gebied van lokale sociale zekerheid en de rol van de gekozen samenwerkingvorm daarin Universiteit

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen Raadsvoorstel Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen 2014-2017 Datum raadsvergadering 06-02-2014 Portefeuillehouder(s) R.G. te Beest W.E. Westerman Registratienummer Rs13.00783 Ambtenaar K. Bruijns Datum

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid' 'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid' Voor Mekaar is de titel van het Rotterdamse actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid (december 2014). Het volledige

Nadere informatie

elimineer De Burger!

elimineer De Burger! elimineer De Burger! (tegenover de Tweede Kamer in Den Haag) When the winds of change are blowing some people are building shelters, while others are building windmills (Chinees gezegde) Compactere overheid,

Nadere informatie

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Onderzoek naar de wensen, behoeften en bijdragen van inwoners uit Padbroek, Cuijk Alex de Veld, Daniëlle Damoiseaux MSc., dr. Martha

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Algemeen profiel bestuurskandidaat

Algemeen profiel bestuurskandidaat Algemeen profiel bestuurskandidaat Ieder bestuurslid heeft functiespecifieke taken. Daarnaast vervult hij taken in het algemeen belang van de afdeling of de regio. Elk bestuurslid is in die optiek bijvoorbeeld

Nadere informatie