F I N A N C I Ë L E B E N C H M A R K J A A R R E K E N I N G V G S A D V I E S

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "F I N A N C I Ë L E B E N C H M A R K J A A R R E K E N I N G 2 0 0 8 V G S A D V I E S"

Transcriptie

1 F I N A N C I Ë L E B E N C H M A R K J A A R R E K E N I N G V G S A D V I E S

2 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 Liquiditeit:... 5 Solvabiliteit:... 5 Rentabiliteit:... 6 Weerstandsvermogen totaal:... 6 Weerstandsvermogen publiek:... 7 Geïnvesteerd vermogen:... 7 Benchmark en analyse per kengetal... 8 Liquiditeit:... 9 Solvabiliteit:...10 Rentabiliteit:...11 Weerstandsvermogen totaal:...13 Weerstandsvermogen publiek:...14 Geïnvesteerd vermogen:...15 Vergelijking met voorgaande jaren...16 Liquiditeit:...16 Solvabiliteit:...17 Rentabiliteit:...18 Weerstandsvermogen totaal:...19 Weerstandsvermogen publiek:...19 Geïnvesteerd vermogen:...20 Nawoord...21 Contactgegevens financieel adviseurs VGS Advies...22 Pagina 2 van 22

3 Voorwoord Middels dit rapport wordt u opnieuw een benchmarkrapport aangeboden, welke dit keer betrekking heeft op de cijfers van het kalenderjaar In deze benchmark zijn de financiële cijfers van 97 bij het administratiekantoor van de VGS aangesloten besturen in ogenschouw genomen. Net als voorgaande jaren worden deze cijfers in dit rapport, mede door vergelijkingsgroepen, geanalyseerd. Benchmarken kan omschreven worden als het vergelijken en verbeteren van de resultaten van de organisatie, waarbij buiten de muren van de eigen organisatie wordt gekeken. Door middel van een benchmark kan inzicht worden verkregen in de verhouding van de schoolspecifieke resultaten ten opzichte van de resultaten van andere schoolbesturen. Hierdoor wordt duidelijk waar uw specifieke schoolbestuur bovengemiddeld of onder het gemiddelde presteert. Benchmarken is jezelf verbeteren door van anderen te leren! Doordat er gewerkt wordt met vergelijkingsgroepen, is het heel gemakkelijk om voor uw specifieke schoolbestuur erachter te komen wat het gemiddelde bij vergelijkende schoolbesturen is geweest. Een benchmark geeft niet aan hoe groot uw vermogenspositie bijvoorbeeld zou moeten zijn. Als een vergelijkingsgroep een zeer lage risicobuffer heeft, wil dat niet zeggen dat een bestuur met een lage risicobuffer wel goed presteert. Ook is het behalen van een weerstandsvermogen van 150% waar de vergelijkingsgroep gemiddeld 30% heeft, geen teken van goed beleid. Normeringen blijven dus belangrijk. Veel besturen en directies worstelen met het toepassen van een goede normering: geven we niet te veel uit, maar potten we ook niet te veel op? Dit najaar komt VGS Advies met een workshop Risicoanalyse en vermogensopbouw, waarin handreikingen worden gegeven voor het samenstellen van een bestuursspecifiek risicoprofiel en het kwantificeren van deze risico s ten bate van het bepalen van een goede norm. Meer informatie hierover vindt u binnenkort op onze website. Aan de inhoud van dit rapport kunnen geen verdere rechten worden ontleend. Ridderkerk, 26 augustus 2009 Mevr. W. van Dalen BBA Mevr. M. Terlouw BEc (Red.) VGS Advies Pagina 3 van 22

4 Inleiding In deze financiële benchmark zijn de cijfers geanalyseerd aan de hand van diverse kengetallen. Kengetallen kunnen gebruikt worden om de financiële situatie van organisaties te boordelen en te vergelijken. Daarnaast zijn kengetallen nuttig als kaderstelling voor het financiële beleid. In de benchmark is gebruik gemaakt van zes kengetallen die de financiële positie uit moeten drukken. Het betreft de volgende kengetallen: de liquiditeit: gedefinieerd als het totaal van de vlottende activa, gedeeld door de kortlopende schulden; de solvabiliteit: gedefinieerd als het totaal van het eigen vermogen, gedeeld door het balanstotaal; de rentabiliteit: gedefinieerd als het resultaat gedeeld door de totale baten; het weerstandsvermogen totaal: gedefinieerd als het totaal van het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, gedeeld door de totale rijksbijdragen; het weerstandsvermogen publiek: gedefinieerd als het totaal van het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de private reserves, gedeeld door de totale rijksbijdragen; het geïnvesteerd vermogen: gedefinieerd als de materiële vaste activa gedeeld door de rijksbijdragen OCW. Ten opzichte van vorig jaar is het kengetal vermogensverhouding gewijzigd voor het kengetal weerstandsvermogen publiek. Dit kengetal laat beter zien in hoeverre het totale weerstandsvermogen vertekend is door hoge buffers van het bestuur. Het laatste kengetal is niet in de jaarrekening of managementrapportages terug te vinden maar wordt ook toegevoegd om vertekeningen in het weerstandsvermogen bij te stellen. Het weerstandsvermogen kan namelijk vertekend zijn door omvangrijk privaat vermogen, maar ook door een lage investeringsgraad. Bij de beoordeling van kengetallen (ook wanneer deze gebruikt worden als sturingsinstrumenten voor het financieel beleid) moet altijd rekening gehouden worden met het feit dat het een globale toetsing blijft en er vertekeningen in de kengetallen kunnen bestaan. Om ervoor te zorgen dat de kengetallen goed met elkaar vergeleken kunnen worden is in de benchmark gebruik gemaakt van zes verschillende vergelijkingsgroepen, met een redelijk homogene populatie: groep 1: éénpitterbesturen met een schoolgrootte tot en met 150 leerlingen; groep 2: éénpitterbesturen met een schoolgrootte van 151 tot en met 250 leerlingen; groep 3: éénpitterbesturen met een schoolgrootte van 251 tot en met 350 leerlingen; groep 4: éénpitterbesturen met een schoolgrootte van meer dan 350 leerlingen; groep 5: besturen met twee of meer scholen; groep 6: besturen met een ontheffing voor de verplichte aansluiting bij het Vervangings- en Participatiefonds wegens gemoedsbezwaren. Ten opzichte van vorig jaar is de vergelijkingsgroep met schoolbesturen met twee scholen samengevoegd met de groep met besturen met meer dan twee scholen. Mocht u twijfels hebben over welke vergelijkingsgroep (1 tot en met 6) voor u van toepassing is, dan kunt u dit navragen bij één van de personen genoemd onder het kopje contactpersonen. Pagina 4 van 22

5 Kengetallen In dit hoofdstuk worden de in aanmerking genomen kengetallen allereerst verder toegelicht. Per kengetal wordt de betekenis, de formule en de advies weergegeven. Liquiditeit: Onder liquiditeit kan de mate verstaan worden waarin een organisatie aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen. Hier wordt dus eigenlijk het totaal aan middelen mee bedoelt wat een organisatie onmiddellijk kan aanwenden om betalingen te verrichten. Deze middelen kunnen worden aangemerkt als zijnde de vlottende activa (vorderingen en liquide middelen). De liquide middelen zijn, zoals de naam al laat zien, onmiddellijk vereffenbaar of beschikbaar en daarmee dus heel liquide. Vorderingen zijn gelden, die op korte termijn (in minder dan een jaar) opeisbaar zijn. Hiermee zijn vorderingen iets minder liquide dan de liquide middelen, aangezien de gelden niet direct beschikbaar zijn. De gelden kunnen echter wel op korte termijn beschikbaar komen. De liquiditeit kan dan ook uitgedrukt worden door middel van de volgende formule: Liquiditeit = vlottende activa kortlopende schulden Voor het kengetal liquiditeit geldt een aanbevolen minimum van 2,00; soms wordt hiervoor ook wel 1,80 gehanteerd. Een liquiditeit van 2,00 betekent dus dat de vlottende activa twee maal zoveel bedraagt dan de kortlopende schulden, waardoor een voldoende buffer aanwezig is. Een liquiditeit welke ligt onder de van 1,00 is niet gezond te noemen, aangezien de kortlopende schulden dan niet uit de vlottende activa betaald kunnen worden. Liquiditeit is duidelijk geen indicator voor de rijkdom van het schoolbestuur. Een organisatie kan namelijk zeer vermogend zijn, maar geen hoge liquiditeit bezitten. Dit is het geval wanneer een groot deel van het vermogen vastgelegd is in vaste activa. Solvabiliteit: Solvabiliteit kan gedefinieerd worden als de mate waarin een organisatie aan haar totale schulden kan voldoen. De solvabiliteitsratio laat zien welk gedeelte van het vermogen, waarmee de organisatie haar dagelijkse activiteiten financiert, van haar zelf is en dus niet (noch op korte, noch op lange termijn) terugbetaald hoeft te worden aan andere partijen. De solvabiliteit kan dan ook uitgedrukt worden door middel van de volgende formule: Solvabiliteit = eigen vermogen balanstotaal Pagina 5 van 22

6 Als minimumnorm voor de solvabiliteit wordt voor not-for-profit organisaties zoals onderwijsinstellingen, een van 0,50 (ook wel 50%) gehanteerd. Dit betekent dat het eigen vermogen de helft moet zijn van het totale vermogen en dat met het eigen vermogen dus precies de schulden (ook 50%) kunnen worden afbetaald. Een solvabiliteitsratio van 0,60 (60%) geeft aan dat als een organisatie al haar schulden zou moeten afbetalen zij nog 20% van het balanstotaal vrij beschikbaar zou overhouden. Rentabiliteit: Bij berekening van de rentabiliteit wordt als ware gekeken naar de verhouding tussen de opbrengsten en het nettoresultaat. Anders gezegd wordt hier gekeken hoeveel procent van de totale opbrengsten als nettoresultaat in de organisatie achterblijft. De formule luidt dan ook als volgt: Rentabiliteit = nettoresultaat totale opbrengsten Voor de rentabiliteit kan geen algemene minimum worden gegeven: de gewenste rentabiliteit is afhankelijk van het gevoerde financiële beleid (met name met betrekking tot de gewenste vermogenspositie). Weerstandsvermogen totaal: Het weerstandsvermogen kan omschreven worden als het niveau van de aanwezige vrije reserves voor het opvangen van de financiële consequenties van eventuele calamiteiten. Het weerstandsvermogen kan uitgerekend worden door middel van de volgende formule: Weerstandsvermogen totaal = (eigen vermogen - materiële vaste activa) rijksbijdragen OCW De investeringen in materiële vaste activa worden buiten beschouwing gelaten, omdat het vermogen wat aangewend is voor het doen van deze investeringen niet meer vrij beschikbaar is. Wanneer dit vermogen beschikbaar gemaakt zal worden door de verkoop van de materiële vaste activa, zal de continuïteit van de school in gevaar komen, aangezien er dan geen materialen meer aanwezig zullen zijn voor het geven van onderwijs. Het kengetal wordt afgezet tegen de rijksbijdragen (op jaarbasis), aangezien dit een indicator is voor de grootte van de schoolorganisatie. Een vermogen van bijvoorbeeld is immers voor een school met 100 leerlingen meer dan voor een school met 500 leerlingen. De laatste heeft echter een veel hogere rijksbijdrage dan de eerste, waardoor het vermogen afgezet tegen de rijksbijdrage een betere diepte aan het kengetal meegeeft. Verder wordt hiermee het vergelijken van vermogensposities tussen verschillende scholen mogelijk. Pagina 6 van 22

7 Afhankelijk van de bestuurs- en schoolgrootte kan voor het weerstandsvermogen een minimum van 5 tot 15% worden aangehouden. Voor de VGS-besturen is gezien de relatief beperkte omvang een bereik van 12,50% tot 15% realistischer. Bij deze norm zal het bestuur voldoende buffer ter beschikking hebben om eventuele calamiteiten op te kunnen vangen. Eigenrisicodragers dienen echter nog een aanvullende dekking te formuleren voor de personele risico s die zij lopen. Meestal wordt voor deze besturen een norm gehanteerd van 35%. Weerstandsvermogen publiek: Het voornoemde kengetal weerstandsvermogen kan per school erg verschillend zijn door de aangehouden private reserves van het bestuur. Het weerstandsvermogen kan hiervoor genuanceerd worden door het publieke weerstandsvermogen mee te nemen in de beoordeling. Het publieke weerstandsvermogen wordt berekend door onderstaande formule: Weerstandsvermogen publiek = (eigen vermogen - materiële vaste activa private reserves) rijksbijdragen OCW Aangezien bestuursexploitaties door hun beperkte omvang in tegenstelling tot schoolexploitaties vaak geen ruimte bieden om ingeteerd vermogen snel weer aan te vullen met positieve resultaten, is het van belang dat een school zelf een voldoende risicobuffer heeft. Voor het publieke weerstandsvermogen wordt derhalve dezelfde norm gehanteerd als voor het totale weerstandsvermogen, namelijk 12,50% tot 15%. Wel is het zo dat de daadwerkelijke norm per bestuur kan verschillen, door verschillen in het risicoprofiel. Het is dus voor elk bestuur belangrijk om een eigen risicoprofiel te bepalen en dit te kwantificeren. VGS Advies biedt workshops aan die hierin ondersteunend functioneren. Geïnvesteerd vermogen: Het weerstandsvermogen kan verder onterecht positief vertekend worden, wanneer er bijna niet geïnvesteerd wordt in materiële vaste activa. Het weerstandsvermogen zal dan hoger uitvallen, terwijl de onderwijskwaliteit kan dalen, door de lage investeringsgraad. Het geïnvesteerde vermogen kan gedefinieerd worden als: Geïnvesteerd vermogen = materiële vaste activa rijksbijdragen OCW Door middel van het percentage aan geïnvesteerd vermogen kan een uitspraak gedaan worden over in hoeverre het weerstandsvermogen een realistisch beeld geeft van de organisatie. Pagina 7 van 22

8 Benchmark en analyse per kengetal In dit hoofdstuk zullen de uitkomsten van de benchmark van 2008 in grafieken worden weergegeven. In deze grafieken worden per kengetal en per vergelijkingsgroep de laagste, mediale, gemiddelde en hoogste getoond. De reden dat ook de mediaan (de middelste van een reeks) wordt weergegeven is dat door die te vergelijken met het gemiddelde, er uitspraken kunnen worden gedaan over de mate waarin het gemiddelde te wijten is aan bepaalde uitschieters. Verder zullen per kengetal de gevonden n worden geanalyseerd. Hierbij zullen kort eventuele opvallende zaken aangestipt worden en zal aandacht worden besteed aan mogelijke vertekeningen in de gevonden n. In onderstaande tabel worden allereerst de vergelijkingsgroepen met een aantal kenmerken weergegeven: Beschrijving Aantal besturen Gemiddelde schoolgrootte 1 tot en met 150 leerlingen ,11 lln tot en met 250 leerlingen ,46 lln tot en met 350 leerlingen ,20 lln. 4 meer dan 350 leerlingen 9 484,22 lln. 5 besturen met twee of meer scholen ,47 lln. 6 besturen met ontheffing VF/PF ,62 lln. TABEL 1: VERGELIJKINGSGROEPEN Als eerste criterium bij het indelen van de besturen in vergelijkingsgroepen is de ontheffing voor de verplichte aansluiting bij het Vervangings- en Participatiefonds gebruikt. Deze besturen zijn ingedeeld in groep 6. De indeling is onafhankelijk van bestuursgrootte: zo bevinden zich in groep 6 13 besturen die gezamenlijk 22 scholen onder haar beheer hebben. Als tweede criterium is de hoeveelheid scholen per bestuur gehanteerd. Besturen met meer dan één school, de zogenoemde meerpitters zijn onverdeeld in groep 5. De overgebleven éénpitterbesturen zijn vervolgens in de eerste vier groepen ingedeeld op basis van leerlingenaantal. Elk bestuur is maar in één groep ingedeeld. Gerealiseerd moet worden dat kengetallen een momentweergave zijn van de financiële situatie van een schoolbestuur. Het gevaar is namelijk aanwezig dat er te veel naar het getal op zich gekeken wordt, waardoor de cijfers overschat kunnen worden. Het nut van kengetallen is echter dat ze heel goed gebruikt kunnen worden als vergelijkingsgetal. Een ander voordeel is dat er gemakkelijk adviesn aan gekoppeld kunnen worden. In de volgende tabellen zullen de kengetallen worden weergegeven en geanalyseerd. Bij elke tabel is een grafiek geplaatst met een visuele weergave van de n per vergelijkingsgroep. Pagina 8 van 22

9 Liquiditeit: Laagste Mediaan Gemiddelde Hoogste 1 2,27 5,71 5,84 11,35 2 2,05 4,92 5,32 11,70 3 2,80 5,18 5,37 9,86 4 3,00 5,08 5,18 6,97 5 2,15 4,37 4,61 8,32 6 2,81 8,57 7,39 11,48 TABEL 2: LIQUIDITEIT In bovenstaande tabel is te zien dat alle 97 schoolbesturen aan de minimumnorm van 2,00 voldoen. Dit is ten opzichte van vorige jaar een verbetering, toen er nog twee schoolbesturen waren die niet aan deze norm voldeden. Het bovenstaande betekent dat alle schoolbesturen op korte termijn aan haar verplichtingen kunnen voldoen. Wanneer er naar de gemiddelde n gekeken wordt, is te zien dat deze voor bijna elke groep minimaal 2 keer boven de adviesnorm liggen. Een overschot aan liquiditeit is echter niet automatisch goed te noemen. Overtollige liquide middelen kunnen bijvoorbeeld aangewend worden om extra te investeren in de onderwijskwaliteit, mits de andere kengetallen ook aangeven dat deze ruimte aanwezig is. Daarnaast kan het zijn dat de middelen weinig Voor het opstellen van een liquiditeitsbegroting voor uw bestuurs- of schoolspecifieke situatie kunt u gebruik maken van de diensten van de unit VGS Advies. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met drs. A. (Arie) van Loon, unitmanager. optimaal zijn weggezet: grote bedragen die op de lopende rekening blijven staan omdat er geen zicht is op kasstromen of geld dat weinig renderend wordt weggezet, leidt feitelijk tot een verlies aan inkomsten. Het is echter ook mogelijk dat de liquiditeit weliswaar voldoende is als naar de norm van 2,00 wordt gekeken, maar dat dit nog niet de ruimte biedt voor de gewenste investeringen of bijvoorbeeld een renovatie. Het is de taak voor elk schoolbestuur om een balans te vinden tussen een tekort en een overschot aan liquiditeit. Een liquiditeitsbegroting is een goed hulpmiddel om de beschikbare ruimte of juist behoefte op het saldo liquide middelen te kunnen bepalen. Op basis hiervan kunnen besturen en directies beslissen of er ruimte is voor investeringen, onderhoud of het voor langere tijd vastzetten van banktegoeden. In de grafiek zijn bij groep 6 verschillende uitschieters te zien. De gemiddelde liquiditeit is in deze groep ook het hoogst. Dit is te verklaren door het feit dat deze besturen zelf de risico s dragen van vervanging en participatie en daarvoor hogere buffers aanhouden. Naast de hoge n in groep 6, zijn er in de groepen 1 en 2 ook hoge n waar te nemen. Deze n zijn gerealiseerd door hoge tegoeden op bank- en girorekeningen. Pagina 9 van 22

10 Solvabiliteit: Laagste Gemiddelde Hoogste Mediaan 1 0,31 0,69 0,66 0,86 2 0,51 0,74 0,71 0,88 3 0,56 0,72 0,70 0,84 4 0,48 0,72 0,70 0,84 5 0,55 0,73 0,70 0,81 6 0,59 0,79 0,79 0,89 TABEL 3: SOLVABILITEIT Er zijn slechts twee schoolbesturen welke de minimum van 0,50 voor de solvabiliteit niet halen. Dat wil in theorie zeggen dat er onvoldoende eigen vermogen binnen de organisatie beschikbaar is om eventuele risico s die verband houden met het exploiteren van een school en dus zogenaamde deelname aan het economisch verkeer, te dekken. Een lage solvabiliteit bemoeilijkt het vinden van een externe financiering voor tekorten door middel van leningen in verband met onzekerheid over de continuïteit van de organisatie. De liquiditeit van deze schoolbesturen bevindt zich wel boven de adviesnorm. Dit duidt er op dat er waarschijnlijk andere factoren zijn die de balans dusdanig vertekenen dat de solvabiliteit zeer laag is, terwijl het bestuur wel financieel gezond is. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een omvangrijke voorziening groot onderhoud in verband met een naderende renovatie zijn: deze geeft dan een onevenredig hoog vreemd vermogen, terwijl het risico niet hoger is dan normaal. Bij het uitvoeren van een dergelijke renovatie loopt de voorziening leeg, waarna de solvabiliteit vaak weer tot normale proporties terugkeert. Ten opzichte van vorig jaar is er een vooruitgang op te merken. Toen waren er namelijk nog 7 besturen die niet aan deze norm voldeden. Aangezien de tabel met weerstandsvermogen laat zien dat de vermogensposities niet gegroeid zijn, moet hier echter opnieuw gedacht worden aan vertekende factoren door bijvoorbeeld voorzieningen. Daarmee is de vooruitgang meer cosmetisch te noemen dan kwalitatief. In de kolom gemiddelde is te zien dat de gemiddelde n ver boven te norm liggen in elke vergelijkingsgroep. In de grafiek is bij groep 6 stijging waar te nemen. Dit is het gevolg van de reeds genoemde extra buffers in verband met het risico van vervanging en participatie wat deze besturen dragen. Pagina 10 van 22

11 Rentabiliteit: Laagste Gemiddelde Hoogste Mediaan 1-20,03% 0,29% -1,30% 12,60% 2-8,55% 3,14% 2,39% 11,24% 3-4,25% 1,60% 1,56% 8,94% 4-0,10% 3,25% 3,07% 8,32% 5-2,53% 2,23% 3,43% 22,02% 6-32,65% 6,11% 2,05% 10,59% TABEL 4: RENTABILITEIT Aan de soms forse negatieve percentages in bovenstaande tabel is af te leiden dat aardig wat schoolbesturen het afgelopen jaar een negatief netto resultaat hebben behaald. Dit negatieve netto resultaat kan vooraf echter begroot zijn geweest en dus gerealiseerd zijn conform de beleidsvoornemens. Het kan namelijk zijn dat het gewenst was om een inhaaldotatie te boeken voor een voorziening groot onderhoud of BAPO, waardoor de continuïteit van de organisatie ondanks (of juist door) het hierdoor gerealiseerde verlies is toegenomen. De hoogte van de rentabiliteit is dus direct afhankelijk van het gevoerde financiële beleid van het schoolbestuur. Wel blijft het belangrijk dat het resultaat begroot en daarmee niet onverwacht was (beleidsrijke verliezen) en het geen structurele trend betreft. Besturen en directies die een onverwacht groot negatief resultaat realiseerden, doen er goed aan hun planning en controle cyclus te herzien. Door te werken via een goede planning en control cyclus kan er continue gestuurd worden op de rentabiliteit van de schoolorganisatie. U kunt een beroep doen op de unit VGS Advies om gestalte te geven aan een deugdelijke planning en control cyclus (begroten, uitvoeren, monitoren middels financiële rapportages en bijsturen). Het grootste dal is te zien bij een schoolbestuur welke valt onder groep 6 (ontheffing VF). Dit verlies was van te voren niet begroot, maar zal niet structureel zijn, aangezien dit tot stand is gekomen door kosten met betrekking tot de uitbreiding van het schoolgebouw. Het weerstandsvermogen van dit bestuur is wel bovengemiddeld. Door deze lage uitschieter wordt het gemiddelde erg omlaag getrokken (zie ook de mediaan). Wanneer deze niet in aanmerking wordt genomen, ligt het gemiddelde met 4,94% boven de gemiddelden van de andere vergelijkingsgroepen. Dit kan verklaard worden doordat schoolbesturen in groep 6 grote risicobuffers aanhouden en hierdoor bovengemiddelde renteopbrengsten realiseren. In groep 1 bevinden zich de meeste negatieve rentabiliteitsn, waardoor het gemiddelde uitkomt op -1,30%. Dit betreft de groep eenpitterbesturen tot en met 150 leerlingen. Voor deze schoolbesturen is het doorgaans moeilijker om bij te sturen op bepaalde vaste lasten, zoals het personeelsbestand. Dit komt bijvoorbeeld doordat ze door beperkte schaalgrootte ook minder natuurlijk verloop in hun teams kennen. Aangezien deze scholen het meest getroffen zijn door dalende leerlingenaantallen, is juist dergelijk verloop belangrijk om tussentijds bij te kunnen sturen. Hierbij moet beseft worden dat één leerling minder gemiddeld gesproken voor een daling van de totale rijksbekostiging zorgt Pagina 11 van 22

12 van Het gemiddelde in deze groep wordt wel wat vertekend door een drietal uitschieters. De rentabiliteit staat bij deze schoolbesturen onder druk door onder andere hoge interimkosten en een inhaaldotatie voor groot onderhoud. Wanneer deze uitschieters niet meegenomen worden komt het gemiddelde van groep 1 uit op 1,39% positief. In de grafiek is bij groep 5 een piek waar te nemen bij de hoogste. Dit betreft een bestuur dat door organisatorische wijzigingen gedurende een bepaalde periode bekostigd werd op basis van de landelijk gemiddelde leeftijd in plaats van de eigen bestuursspecifieke gemiddelde leeftijd (ruim 10 jaar lager). Hierdoor werd een bekostiging ontvangen die veel hoger was dan het prijspeil van het personeelsbestand. Pagina 12 van 22

13 Weerstandsvermogen totaal: Laagste Gemiddelde Hoogste Mediaan 1 6,22% 39,31% 41,49% 90,60% 2 6,58% 36,47% 40,66% 106,18% 3 9,68% 32,50% 38,25% 88,68% 4 12,51% 36,45% 36,35% 67,37% 5 11,41% 33,12% 34,90% 68,94% 6 14,21% 71,36% 65,11% 104,29% TABEL 5: WEERSTANDSVERMOGEN TOTAAL Voor het weerstandsvermogen kan een adviesnorm van 12,50% tot 15,00% worden gehanteerd. Dit is afhankelijk van de bestuurs- en schoolgrootte. In bovenstaande tabel is te zien dat sommige besturen deze adviesnorm niet halen. Dit betreft vooral de besturen uit de groepen 1, 2 en 3. Bij groep 1 gaat het zoals eerder al gesteld om besturen die door beperkte schaalgrootte weinig flexibiliteit kennen in hun vaste lasten en daardoor moeilijker bij kunnen sturen. Het verlies dat dit veroorzaakte, zorgde voor dalende weerstandsvermogens. Verder spelen opnieuw de negatieve exploitaties door interimkosten een rol. Het valt op dat juist ook met name in deze groepen zich de hoogste n bevinden. Dit wordt veroorzaakt door het hoge niveau van de bestuursreserves. Vanuit het kengetal weerstandsvermogen publiek dat in de volgende paragraaf besproken zal worden gekeken in hoeverre het weerstandsvermogen vertekend wordt door de aanwezigheid van private vermogens. De gemiddelde n liggen in alle vergelijkingsgroepen ver boven de adviesnorm. In de grafiek is bij groep 6 een duidelijke piek zichtbaar. Deze eigenrisicodragers dienen wegens een verhoogd risicoprofiel echter een hoger weerstandsvermogen aan te houden. Aan de mediaan is te zien dat het gemiddelde binnen deze groep nog omlaag wordt getrokken door de laagste van 14,21%. Voor een schoolbestuur in deze vergelijkingsgroep betreft dit een lage, wat kan betekenen dat niet alle risico s in de toekomst opgevangen kunnen worden. Wanneer deze uitschieter niet in beschouwing genomen wordt, is de laagste 40,18%. Om de gewenste vermogensbuffer te bepalen voor uw schoolbestuur, kunt u deelnemen aan de workshop risicoanalyse en vermogensopbouw van de unit VGS Advies. Zie hiervoor ook de trainingsgids. Pagina 13 van 22

14 Weerstandsvermogen publiek: Laagste Gemiddelde Hoogste Mediaan 1-47,59% 18,92% 14,73% 64,05% 2-37,05% 20,46% 20,87% 52,86% 3-8,99% 21,94% 20,79% 42,02% 4 1,63% 22,72% 21,55% 38,95% 5-7,29% 25,94% 23,88% 55,04% 6-9,74% 47,10% 42,38% 88,80% TABEL 6: WEERSTANDSVERMOGEN PUBLIEK Het publieke weerstandsvermogen geeft het weerstandsvermogen op schoolniveau weer. Middels dit kengetal kunnen uitspraken gedaan worden over de mate waarin het geconsolideerde weerstandsvermogen beïnvloed wordt door de hoogte van de bestuursreserves. Een laag publiek weerstandsvermogen wil zeggen dat de school bijna geheel afhankelijk is van de bestuursreserves wanneer onverwachte risico s zich voordoen. In de kolom laagste in bovenstaande tabel is te zien dat er een aantal schoolbesturen zijn met een fors negatief publiek weerstandsvermogen. Dit is in een aantal gevallen veroorzaakt door sterke verliezen van de schoolorganisaties in de achterliggende jaren. Daarnaast zijn deze lage n het gevolg van de aanwezigheid van een hoog bedrag aan materiële vaste activa, door gebouwen en terreinen. Deze ontwikkeling is zorgelijk te noemen omdat de schoolorganisaties geheel draaien op het vermogen van het bestuur en zelf geen vermogen meer beschikbaar hebben. Gekeken naar de mediaan en de gemiddelde in groep 1, is te zien dat het gemiddelde naar beneden getrokken wordt door lage uitschieters in deze groep. De lage uitschieters betreffen drie besturen, waarvan de school de eigenaar is van een schoolgebouw. Wanneer deze n buiten beschouwing worden gelaten komt de gemiddelde in groep 1 uit op 23,56%. In de grafiek is bij groep 1 ook een piek waar te nemen bij de hoogste. Dit betreft een schoolbestuur met een hoog publiek eigen vermogen, wat door de jaren heen ontstaan is door positieve netto resultaten van de school. In groep 6 wordt het gemiddelde ook naar beneden getrokken door een lage uitschieter. Met name in deze groep is een negatieve zeer onwenselijk te noemen, omdat deze schoolbesturen een hogere risicobuffer aan dienen te houden voor participatie en vervanging. Het gemiddelde komt zonder deze uit op 46,73%. Dit percentage ligt ruim boven de eerdergenoemde (gemiddelde) norm van 35%. Een aantal schoolbesturen hebben op schoolniveau een zeer groot eigen vermogen opgebouwd. In het kader van eventuele signaleringsgrenzen (hetzij opgelegd door het Ministerie, hetzij net als in het Voortgezet onderwijs vanuit zelfregulering) verdient het aanbeveling deze gelden op een beleidsrijke manier aan te wenden voor het onderwijsproces, of (wanneer er echt sprake is van een verhoogd risicoprofiel dat dergelijke hoge vermogensbuffers rechtvaardigt) een duidelijke onderbouwing te maken van het risicoprofiel. Pagina 14 van 22

15 Geïnvesteerd vermogen: Laagste Gemiddelde Hoogste Mediaan 1 6,95% 17,80% 20,68% 61,20% 2 1,46% 19,90% 22,22% 63,80% 3 6,73% 14,54% 16,31% 49,36% 4 8,81% 15,78% 17,59% 30,37% 5 8,46% 16,33% 18,13% 43,27% 6 10,52% 17,16% 25,95% 75,29% TABEL 7: GEÏNVESTEERD VERMOGEN Naast het publieke weerstandsvermogen kan het geïnvesteerd vermogen gebruikt worden om het geconsolideerde weerstandsvermogen verder te nuanceren. Een lage investeringsgraad kan immers zorgen voor een hoog weerstandsvermogen, terwijl dit voor de onderwijskwaliteit niet altijd gunstig hoeft te zijn. In het benchmarkrapport van 2007 was al geconcludeerd dat er een relatie bestaat tussen het hoge weerstandsvermogen en het lage geïnvesteerde vermogen. Gekeken naar de uitschieters in de kolom hoogste van het geconsolideerde weerstandsvermogen, kan worden opgemerkt dat 4 van deze 6 besturen een lager geïnvesteerd vermogen kennen dan het groepsgemiddelde. Bij het bestuur in groep 2 betreft dit de laagste van het geïnvesteerd vermogen. Het hoge weerstandsvermogen is bij deze besturen dus mede het gevolg van benedengemiddelde investeringen. De besturen in groep 1 en 3 kenden ondanks het hoge weerstandsvermogen ook een bovengemiddelde investeringsgraad. Het hoge weerstandsvermogen was hier grotendeels het gevolg van het hoge private vermogen. Wanneer gekeken wordt naar de schoolbesturen met de hoogste n aan geïnvesteerd vermogen, kan geconcludeerd worden dat 4 van de 6 schoolbesturen een lager geconsolideerd weerstandsvermogen hebben dan gemiddeld. Dit lagere weerstandsvermogen is dus mede het gevolg van een hoge investeringsgraad. De groepen 2 en 6 kennen ondanks de hoge investeringsgraad een bovengemiddeld weerstandsvermogen. Dit wordt in deze groepen ook veroorzaakt door hoge private reserves. Zowel het geconsolideerde weerstandsvermogen als het publieke weerstandsvermogen en het geïnvesteerd vermogen hangen dus nauw met elkaar samen. Op basis van de mediaan en het gemiddelde kan geconcludeerd worden dat het gemiddelde van groep 6 vertekend wordt door de zeer hoge van 75,29%. De adviseurs van de VGS kunnen u helpen bij het opstellen van de (investerings)begroting voor uw specifieke schoolbestuur. Dit betreft een schoolbestuur, welke bezitter is van gebouwen en terreinen. Wanneer deze niet meegenomen wordt, komt het gemiddelde uit op 21,84%. Pagina 15 van 22

16 Vergelijking met voorgaande jaren In dit hoofdstuk zullen de kengetallen en hun kort vergeleken worden met de cijfers uit de benchmark over het kalenderjaar 2007 en 2006, toen voor het eerst een financiële benchmark werd opgesteld. In onderstaande tabellen zijn de gemiddelde n per groep genomen van zowel 2006 als Liquiditeit: Liquiditeit ,84 6,21 4,78 2 5,32 5,23 5,31 3 5,37 4,60 4,58 4 5,18 5,41 5,00 5 4,61 4,10 3,96 6 7,39 8,22 9, TABEL 8: VERGELIJKING LIQUIDITEIT De lijn van de liquiditeit in 2008 fluctueert minder ten opzichte van de jaren 2007 en Bij groep 6 is nog steeds een piek waar te nemen, wat te verklaren is door het feit dat deze besturen eigenrisicodragers zijn en daarvoor hogere buffers aanhouden. Het gemiddelde in groep 3 werd in de jaren 2006 en 2007 omlaaggehaald door een aantal fors benedengemiddelde n. De algehele liquiditeitspositie is ten opzichte van voorgaande jaren verbeterd, aangezien nu alle schoolbesturen de adviesnorm van 2,00 behaald hebben. Pagina 16 van 22

17 Solvabiliteit: Solvabiliteit ,66 0,68 0,66 2 0,71 0,73 0,72 3 0,70 0,68 0,70 4 0,70 0,71 0,71 5 0,70 0,70 0,71 6 0,79 0,77 0,79 TABEL 9: VERGELIJKING SOLVABILITEIT De lijn van de solvabiliteit is vergelijkbaar met de lijnen van voorgaande jaren. Wat wel opvalt is dat de gemiddelde in vergelijkingsgroep 3 hoger uitkomt ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is ook bij de liquiditeit het geval en wordt veroorzaakt door benedengemiddelde n in voorgaande jaren bij een aantal besturen. Zoals al eerder opgemerkt is de solvabiliteitspositie verbeterd ten opzichte van 2007 toen er nog zeven schoolbesturen niet aan de minimumnorm voldeden. In 2008 zijn dit er nog slechts twee. Eerder werd al gesteld dat, gezien de ontwikkeling van andere kengetallen, deze verbetering mogelijk slechts cosmetisch is. Het gemiddelde in de groepen 1 en 2 is wel lager uitgekomen ten opzichte van vorig jaar. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door de afgenomen rentabiliteit, wat een daling van de eigenvermogenspositie veroorzaakte. Pagina 17 van 22

18 Rentabiliteit: Rentabiliteit ,30% 6,35% 0,62% 2 2,39% 3,59% 3,20% 3 1,56% 2,70% 1,85% 4 3,07% 4,21% 2,05% 5 3,43% 4,11% 1,45% 6 2,05% 7,49% 7,72% TABEL 10: VERGELIJKING RENTABILITEIT De rentabiliteitspositie is verslechterd ten opzichte van het jaar 2007, toen deze bij bijna alle groepen toenam. De gemiddelde n van de rentabiliteit zijn nu bij vrijwel elke vergelijkingsgroep afgenomen. De gemiddelde van groep 1 is dit jaar zelfs negatief uitgekomen. Een reden hiervoor is dat veel scholen in deze groep te maken hadden met een dalend leerlingenaantal ten opzichte van Het leerlingenaantal op 1 oktober 2007 is immers de basis voor de hoogte van de bekostiging van Daarnaast bevinden zich in deze groep een aantal besturen, waar de rentabiliteit onder druk stond door specifieke lasten (zoals interim-kosten en een inhaaldotatie voor groot onderhoud). De gemiddelde rentabiliteit in groep 6 is fors gedaald ten opzichte van de jaren 2006 en 2007, toen de gemiddelde rentabiliteit nagenoeg ongewijzigd bleef. Zoals al eerder beschreven is deze daling gedeeltelijk het gevolg van een uitschieter binnen deze groep (-32,65%). Wanneer deze buiten beschouwing wordt gelaten, komt het gemiddelde uit op 4,94%. Dit is nog steeds lager dan de gemiddelden in voorgaande jaren (7,49% en 7,72%). De lagere rentabiliteitspositie bij alle vergelijkingsgroepen wordt relatief vaak veroorzaakt door een personele overbezetting. De afgelopen jaren is het prijspeil van de lonen sterk gestegen. De ontvangen personele lumpsum is hiervoor volledig geïndexeerd. Echter, veel scholen hebben meer personeel in dienst dan waar zij genormeerd bekostiging voor ontvangen en betalen dit uit andere budgetten, zoals het PAB-budget, of uit rentebaten. Deze inkomsten zijn niet (volledig) geïndexeerd, waardoor de lasten harder stegen dan de baten. Daarnaast ervaren sommige besturen problemen bij het afstemmen van het personeelsbestand op lagere leerlingaantallen en lagere bekostiging door het langzaam wegvallen van de overgangsregeling lumpsum. Pagina 18 van 22

19 Weerstandsvermogen totaal: Weerstandsvermogen totaal ,49% 48,50% 36,97% 2 40,66% 43,43% 39,93% 3 38,25% 35,57% 29,19% 4 36,35% 40,85% 36,33% 5 34,90% 35,69% 30,92% 6 65,11% 68,21% 63,70% TABEL 11: VERGELIJKING WEERSTANDSVERMOGEN TOTAAL De lijn van het gemiddelde totale weerstandsvermogen in 2008 loopt volgens de trend die zich liet zien in voorgaande jaren. Ten opzichte van 2007 nam het weerstandsvermogen iets af, met uitzondering van vergelijkingsgroep 3, waar een stijging waar te nemen is. Deze stijging is het gevolg van een toegenomen gemiddelde eigen vermogenspositie, wat te zien aan de stijging van de solvabiliteitsratio. Weerstandsvermogen publiek: Weerstandsvermogen publiek ,73% 22,86% 2 20,87% 24,35% 3 20,79% 20,77% 4 21,55% 22,72% 5 23,88% 24,17% 6 42,38% 54,29% TABEL 12: VERGELIJKING WEERSTANDSVERMOGEN PUBLIEK Bij de groepen 1, 2 en 6 laat de grafiek een daling zien van het publieke weerstandsvermogen ten opzichte van vorig jaar. Deze daling is mede het gevolg van de negatieve rentabiliteit bij deze groepen. Het aandeel van de private reserves in het eigen vermogen zal veelal constant blijven. Bij verliezen zal het publieke eigen vermogen in eerste instantie afnemen, waardoor ook het publieke weerstandsvermogen zal dalen. Pagina 19 van 22

20 Geïnvesteerd vermogen: Geïnvesteerd Vermogen ,68% 18,14% 2 22,22% 21,18% 3 16,31% 16,50% 4 17,59% 16,49% 5 18,13% 18,20% 6 25,95% 20,61% TABEL 13: VERGELIJKING GEÏNVESTEERD VERMOGEN De lijn van het geïnvesteerd vermogen over 2008 ligt op bijna alle punten hoger ten opzichte van Het gemiddelde geïnvesteerde vermogen van groep 6 wordt wel vertekend door een hoge uitschieter. Het gemiddelde komt zonder deze uitschieter uit op 21,48%, wat nog hoger ligt ten opzichte van vorig jaar. Het gemiddelde geïnvesteerde vermogen in groep 1 en 2 is hoger uitgekomen doordat de rijksbijdragen zijn gedaald als gevolg van een daling in het leerlingenaantal. Het aandeel van de materiële vaste activa in de rijksbijdragen komt daarmee hoger uit. Verder is de stijging van dit kengetal veelal het gevolg van daadwerkelijk hogere investeringen. Naast een aantal forse investeringen in gebouwen, waren de meest significante onderdelen op de investeringsbegrotingen van de scholen de volgende fase in de invoering van een nieuwe taalmethode en de aanschaf van zogenaamde Activboards (digitale borden). Pagina 20 van 22

21 Nawoord Als we de gegevens die in dit rapport opgenomen zijn bekijken, mogen we als eerste dankbaar concluderen dat de achterban van de VGS overall financieel goed gezond is. Een aantal jaren na de gevreesde invoering van lumpsum mag dat ook wel een keer als compliment meegegeven worden aan alle management- en bestuursleden die zich met de financiën bezig hebben gehouden. Wel moeten we niet vergeten dat, hoewel de uitschieters minder groot zijn dan voorheen, een aantal scholen met grote financiële problemen schuil gaan in de massa. Hoewel er gemiddeld genomen dus een goede financiële positie bestaat, is deze wel verminderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Waar dit het gevolg was van toegenomen investeringen is dit geen verkeerde ontwikkeling te noemen. Hierdoor kan overtollig vermogen immers nuttig en met een grote toegevoegde (namelijk ten gunste van de ontwikkeling van de leerlingen) ingezet worden. We zien echter ook andere oorzaken, zoals de negatieve(re) exploitaties bij een groot aantal scholen. Eerder werd al opgemerkt dat één van de oorzaken hiervoor dalende leerlingaantallen waren. Hoewel op macroniveau het aantal leerlingen binnen de achterban van de VGS nagenoeg gelijk bleef, was er tussen sommige regio s wel een toenemende herverkaveling te zien. Daarnaast legt de lumpsumfinanciering steeds meer gewicht in de schaal. Zo is de overgangsregeling, die waar nodig nog bijpluste, nagenoeg voor alle scholen verleden tijd. Ook kampen veel scholen met de gevolgen van de stijgende personele lasten. Over 2008 stegen deze door Cao-maatregelen met circa 4,5%, waarna de lumpsumbekostiging met eenzelfde percentage werd bijgesteld. Veel scholen kennen echter een overbezetting, die in stand gehouden wordt met de middelen vanuit het oude schoolbudget, de subsidie voor versterking van bestuur en management en gemeentelijke subsidies. Doordat deze niet of niet geheel werden bijgesteld voor de prijsstijging van het personeel, dan wel voor de leeftijd (anciënniteit) van het personeelsbestand, kwam de exploitatie onder druk te staan. Daarbij namen rugzakgelden en afdrachten vanuit het samenwerkingsverband veelal af. Veel scholen bleken helaas niet voldoende in staat om hierop met hun uitgaven te anticiperen. Dit geeft toch enige reden tot zorg voor de toekomst, waarin de toegenomen risico s voor het onderwijs toch een hoge kwaliteit van ook de financiële bedrijfsvoering vereisen. Sommige scholen kwamen financieel krapper te zitten door personele mutaties: het vertrek van een directeur bleek meer dan eens tot een langdurige vacature met hoge interimkosten te leiden. Hoewel dit niet op korte termijn te verwachten is, ziet de toekomst er op dit vlak rooskleurig uit. Afgaande op het aantal implementatietrajecten voor middenmanagement dat VGS Advies het afgelopen jaar uitvoerde, zal in de toekomst een groot aantal scholen werken met een meer gelaagde managementstructuur, waardoor er dus ook meer mensen intern opgeleid worden voor managementfuncties. Dat zal een positief c.q. drukkend effect hebben op het aantal directievacatures. Deze investering in managementpotentieel, mits breder dan alleen op het onderwijskundige vlak, zal zich in de toekomst ook uitbetalen in een blijvende financiële gezondheid van de scholen en een voor zover het het menselijk aspect betreft voortzetting van het christelijk onderwijs op gereformeerde grondslag. Ridderkerk, 20 augustus 2009 Arie van Loon Unitmanager VGS Advies Pagina 21 van 22

22 Contactgegevens financieel adviseurs VGS Advies Voor vragen over het benchmarkrapport of betreffende andere zaken op het gebied van financieel management, kunt u contact opnemen met de volgende adviseurs: De heer L.P. (Leonard) Niewenhuijse BSc, adviseur Telefoon: / , l.niewenhuijse@vgs.nl Expertisegebieden: bestuur en governance, financieel management Mevrouw W. (Evelien) van Dalen BBA, junior adviseur Telefoon: / , e.vandalen@vgs.nl Expertisegebieden: financieel management Mevrouw M. (Martha) Terlouw BEc, junior adviseur Telefoon: / , m.terlouw@vgs.nl Expertisegebieden: financieel management Voor de contactgegevens van de andere adviseurs wordt u verwezen naar de website of onze trainingsgids. Pagina 22 van 22

Financiële benchmark over de cijfers van 2012

Financiële benchmark over de cijfers van 2012 Financiële benchmark over de cijfers van 2012 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voorkomend uit de jaarrekeningen van het jaar 2012. Ridderkerk,

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2013

Financiële benchmark over de cijfers van 2013 Financiële benchmark over de cijfers van 2013 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voortkomend uit de jaarrekeningen over het jaar 2013. Ridderkerk,

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

Financiële benchmark over de cijfers van 2014 Financiële benchmark over de cijfers van 01 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voortkomend uit de jaarrekeningen over het jaar 01 Ridderkerk, 1

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2009

Financiële benchmark over de cijfers van 2009 Financiële benchmark over de cijfers van 2009 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voorkomend uit de jaarrekeningen van het jaar 2009. Ridderkerk,

Nadere informatie

Financiële benchmark Jaarrekening 2007

Financiële benchmark Jaarrekening 2007 Financiële benchmark Jaarrekening 2007 Ridderkerk, 18 juli 2008 De heer drs. A. van Loon (red.) Senior managementadviseur bedrijfsvoering Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs, Ridderkerk 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Jaar kengetal Gemiddelde sector Indicator risicoanalyse inspectie 2016 73,6% 1 Don: ondergrens 3 2015 75% Don: ondergrens 3

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Utrecht, december 2011 Inleiding... 4 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs... 5 1.1 Financieel beeld...

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Onderzoek bestuurlijke fusie VCBO Kollumerland & Stichting Arlanta

Onderzoek bestuurlijke fusie VCBO Kollumerland & Stichting Arlanta Onderzoek bestuurlijke fusie VCBO Kollumerland & Stichting Arlanta Auteur: Datum: November 2018 Status: Definitief Inhoudsopgave H1. Onderzoek... 3 H2. Bevindingen... 3 H3. Interne risicobeheersings- en

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41568 Onderzoeksnummer : 285916 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Benchmark Onderwijs 2011 Regio Noord, Oost en Midden. Benchmark 2011 Onderwijsinstellingen Sector-rapportage Noord, Oost en Midden Nederland

Benchmark Onderwijs 2011 Regio Noord, Oost en Midden. Benchmark 2011 Onderwijsinstellingen Sector-rapportage Noord, Oost en Midden Nederland Benchmark Onderwijs 2011 Regio Noord, Oost en Midden Benchmark 2011 Onderwijsinstellingen Sector-rapportage Noord, Oost en Midden Nederland Voorwoord Toezicht en verantwoording worden voor instellingen

Nadere informatie

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer Jaarrekening Grondslagen Deze jaarrekening is in opdracht van het bestuur van de Stichting Hageveld Beheer en de Onderwijsstichting College Hageveld opgesteld door de Stichting Regionaal Onderwijsbureau

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Aan de Raad, Heerhugowaard, Beknopt voorstel Het jaarverslag 2005 van de

Nadere informatie

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus Financiën (VO) 2012 Dit rapport over de financiën van het bestuur toont detailinformatie over de kengetallen en verdeling van de lasten. Er wordt een trend van vijf jaar getoond en een vergelijking gemaakt

Nadere informatie

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur Jaarrekening 2016 Rapportageperiode 31 dec 2016 31 december 2016 Benchmarkperiode 31 dec 2015 31 december 2015 Printdatum 07-06-2017 om 15:55 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 3

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting dr. Aletta Jacobs College Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42534 Onderzoeksnummer : 278606 Datum onderzoek : september november 2014

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

BEOORDEEL DE VERMOGENSPOSITIE VAN UW SCHOOLBESTUUR

BEOORDEEL DE VERMOGENSPOSITIE VAN UW SCHOOLBESTUUR BEOORDEEL DE VERMOGENSPOSITIE VAN UW SCHOOLBESTUUR Door financieel adviseur Reinier Goedhart, VOS/ABB Hoe beoordeel ik de vermogenspositie van mijn schoolbestuur? Op deze vraag wordt uitgebreid ingegaan

Nadere informatie

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam H3277049/41775

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam H3277049/41775 ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam H3277049/41775 Utrecht, juni 2012 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de financiële positie per

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 79003 Onderzoeksnummer : 285919 edocs nummer : 4719498 Datum

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 94316 Onderzoeksnummer : 286673 Datum onderzoek : oktober

Nadere informatie

Richtlijn financieel ratingsysteem. Uitgave nr. : versie 2.7 Datum : 1 januari 2016

Richtlijn financieel ratingsysteem. Uitgave nr. : versie 2.7 Datum : 1 januari 2016 Richtlijn financieel ratingsysteem Uitgave nr. : versie 2.7 Datum : 1 januari 2016 INHOUD Inleiding... 3 Waardering financiële positie van licentiehouders... 3 Definities van kernvariabelen uit financieel

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Apeldoorn en omgeving (SKVOA) Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 31082 Onderzoeksnummer : 285999 Documentnummer

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Ons nummer: O17.001486 *O17.001486* Informatie raad/mededeling college Onderwerp jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Commissie Boarger en Mienskip Collegebesluit d.d.

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2017 FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG GECONSOLIDEERDE BALANS 2017 Het balanstotaal ultimo 2017 bedraagt 20.282.000 en is daarmee 578.000 lager dan de balans ultimo 2016. Dit betekent een daling van 2,8%.

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES Juni 2014 JAARVERSLAG; PROCES Maart t/m Mei: voorbereiding jaarafsluiting Mei: accountantscontrole Juni: opstellen bestuursverslag

Nadere informatie

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Algemene toelichting Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs, die per 1 januari 2008 in werking is getreden, moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Stichting Haagsche Schoolvereeniging. Begroting 2014

Stichting Haagsche Schoolvereeniging. Begroting 2014 Stichting Haagsche Schoolvereeniging Begroting 2014 Scholen en afdelingen: Basisschool Haagsche Schoolvereeniging, Nederlandse afdeling Basisschool Haagsche Schoolvereeniging, internationale afdeling Instituut

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o. 4523240/40269 Utrecht, april 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar

Nadere informatie

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bijzonder Basisonderwijs Velsen H /40257

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bijzonder Basisonderwijs Velsen H /40257 ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE Stichting Bijzonder Basisonderwijs Velsen H3257302/40257 Utrecht, maart 2012 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de financiële positie per 31

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen 4514541/43967 Utrecht, maart 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming)

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) JAARREKENING 2013 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) 2013 2012 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 301.692 349.096 301.692 349.096 Vlottende activa Vorderingen 192.327

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. Het exploitatieresultaat en

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Leiderdorp Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41316 Onderzoeksnummer : 285715 Documentnummer

Nadere informatie

a. Instellingsgegevens; b. Indicator Percentage Nieuwe VSV ers van de studiejaren 2010/2011, 2011/2012, 2012/2013 en 2013/2014

a. Instellingsgegevens; b. Indicator Percentage Nieuwe VSV ers van de studiejaren 2010/2011, 2011/2012, 2012/2013 en 2013/2014 Toelichting Indicatoren GJ MBO 2015 Algemene toelichting Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs, die per 1 januari 2008 in werking is getreden, moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

Stichting Platform Centrummanagement Zeist Steynlaan 45 3701 EB Zeist JAARREKENING 2009

Stichting Platform Centrummanagement Zeist Steynlaan 45 3701 EB Zeist JAARREKENING 2009 371 EB Zeist JAARREKENING 29 Inhoudsopgave Pag. VERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2 Staat van Baten en Lasten 3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Zaaknummer: 00378506 Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Collegevoorstel Inleiding Bij de begrotingsbehandeling 2014 is unaniem een motie van het CDA aangenomen waarin u wordt verzocht de toepasbaarheid

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2011 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2011 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Wat zegt uw financiële balans?

Wat zegt uw financiële balans? Wat zegt uw financiële balans? Samen met een door uw accountant opgestelde toelichting vormen de winst- en verliesrekening en de balans gezamenlijk de jaarrekening van uw onderneming. De balans is een

Nadere informatie

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena Toelichting Begroting 2015 Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena November 2014 Hoofdstuk: Inleiding Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Toelichting resultaat... 4 2. Besluiten... 6 3. Aandachtspunten

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Met financiële kengetallen kijken naar. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. gezondheid gemeentefinanciën

Met financiële kengetallen kijken naar. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. gezondheid gemeentefinanciën Met financiële kengetallen kijken naar Vereniging van Nederlandse Gemeenten gezondheid gemeentefinanciën Jan van der Lei, FAMO, 5 november 2015 Schuldfinanciering Vereniging van Nederlandse Gemeenten van

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen 4512378/41613

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen 4512378/41613 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen 4512378/41613 Utrecht, maart 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële

Nadere informatie

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland Onderwerp: Analyse begroting 2007 Algemeen Hierbij bied ik u de concept-begroting 2007 ter voorlopige vaststelling aan.

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde gemeente Eindhoven Inboeknummer 12bst01585 Dossiernummer 12.38.651 18 september 2012 Commissienotitie Betreft startnotitie over Sturen met normen: domein 'flexibiliteit'. Inleiding Op 28 augustus is in

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 293 Primair Onderwijs Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij STICHTING GEERT GROOTE SCHOOL Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 94433 Onderzoeksnummer : 248484 Datum onderzoek : oktober 2012 januari 2014

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Accountantsrapport 2012 van. Samenwerkingsverband VO Brabant NO. Oss

Accountantsrapport 2012 van. Samenwerkingsverband VO Brabant NO. Oss Accountantsrapport 2012 van Samenwerkingsverband VO Brabant NO Oss INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 2 2 Ontbreken van de verklaring 2 3 Algemeen 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Accountantsrapport 2011 van. Samenwerkingsverband VO Brabant NO. Oss

Accountantsrapport 2011 van. Samenwerkingsverband VO Brabant NO. Oss Accountantsrapport 2011 van Samenwerkingsverband VO Brabant NO Oss INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 2 2 Ontbreken van de verklaring 2 3 Algemeen 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Het financieel beleid van onderwijsinstellingen

Het financieel beleid van onderwijsinstellingen Een vermogen om lief te hebben Symposium financieel beleid primair onderwijs, 11 juni 2010 Het financieel beleid van onderwijsinstellingen Henk Don Vz. Cie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen Outline

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie : RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij ROC van Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40833 Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland te Buitenpost H3261740/41492

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland te Buitenpost H3261740/41492 ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE Stichting Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland te Buitenpost H3261740/41492 Utrecht, juni 2012 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 29577 Onderzoeksnummer : 282182 Edocs

Nadere informatie

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag. Startpunt van de houdbaarheidstest is de beginbalans van het lopende boekjaar. Hiervan worden alle bezittingen op de linkerzijde van de balans en de schulden op de rechterzijde van de balans in ogenschouw

Nadere informatie

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Openbaar Basisonderwijs Surplus te Schagen H3261696/41438

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Openbaar Basisonderwijs Surplus te Schagen H3261696/41438 ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE Stichting Regionaal Openbaar Basisonderwijs Surplus te Schagen H3261696/41438 Utrecht, juni 2012 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de financiële

Nadere informatie

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15 Herziene Begroting 2 Inhoudsopgave Pagina Voorwoord 5 A. Herziene Begroting - O2A5 7 B. Toelichting 1. Algemeen 8 2. Baten 8 3. Lasten 10 4. Financiële baten en lasten 11 5. Exploitatie deelbegrotingen:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Onderwijs Stichting College Hageveld Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 78157 Onderzoeksnummer : 249329 Documentnummer : 4397189

Nadere informatie

Richtlijn financieel ratingsysteem

Richtlijn financieel ratingsysteem Richtlijn financieel ratingsysteem INHOUD Inleiding... 3 Definities van kernvariabelen uit financieel ratingsysteem... 5 Vangnetbepalingen... 7 2 INLEIDING In deze richtlijn worden de uitgangspunten van

Nadere informatie

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland 2017-2020 Inhoud 1. Aanleiding en Context... 3 2. Doel... 3 3. Methode... 3 3.1 Inventariseren en beoordelen risico s... 3 3.2 Vaststellen

Nadere informatie

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen ZorgRating Financiële gezondheid ziekenhuizen Financiële positie ziekenhuizen verbetert, personeel niet in loondienst en dure geneesmiddelen zetten operationele kasstroom onder druk Financiële positie

Nadere informatie

Analyse financiële performance ziekenhuizen 2009

Analyse financiële performance ziekenhuizen 2009 Analyse financiële performance ziekenhuizen 2009 Adriaan Lieftinck (06 1201 0683) Paul Retra (06 2127 2328) 1 Managementsummary (I) Opbrengsten De totale opbrengsten van de Nederlandse ziekenhuizen zijn

Nadere informatie

Voorwoord. Team Waarborgfonds Kinderopvang,

Voorwoord. Team Waarborgfonds Kinderopvang, Sectorrapport Kinderopvang Jaarcijfers 2017 Voorwoord Voor u ligt het Sectorrapport Kinderopvang. Een rapport met een objectieve en onafhankelijke weergave van de financiële ontwikkeling van de sector

Nadere informatie

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Jaarstukken 2011 Jaarrekening 9 Balans per 31 december 2011 10 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij 4527969/71749 Utrecht, april 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële

Nadere informatie

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012 Benchmarkrapport Kinderopvang September 2012 LET OP! De gegevens in dit document zijn bedoeld als voorbeeld en daarom fictief, enige overeenkomst met de werkelijkheid berust op toeval. Pagina 1 / 14 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20619 17 juli 2015 Regeling van de Minister van innenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198,

Nadere informatie

drs. J. (Jaap) Bergman RA directeur - partner Hartelijk welkom

drs. J. (Jaap) Bergman RA directeur - partner Hartelijk welkom drs. J. (Jaap) Bergman RA directeur - partner Hartelijk welkom Reorganisatie Voor reorganisatie is inzicht noodzakelijk Inzicht over de actuele stand van zaken Inzicht in de toekomst Zonder voldoende inzicht

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o. 4530103/70033 Utrecht, mei 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële

Nadere informatie

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam Inhoud : Bestuursverslag Balans per 31-12-14 Resultaten rekening per 31-12-14 Korte toelichting op de balans Accountantsverklaring inzake 2014

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie