Beroepsvorming III Vragen & Opdrachten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepsvorming III Vragen & Opdrachten"

Transcriptie

1 Beroepsvorming III Vragen & Opdrachten ISBN BEGRIPPEN BRANCHE- EN AANVERWANTE ORGANISATIES BEDRIJFS- EN AFDELINGSORGANISATIE WERKPLAATS- EN MAGAZIJNPROCEDURES WERKPLAATSADMINISTRATIE MAGAZIJNADMINISTRATIE ADMINISTRATIE BIJ SCHADEHERSTEL KENTEKENREGISTRATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING (APK) WETTELIJKE REGELINGEN EN VERZEKERINGEN EXPLOITATIEKENGETALLEN PRIJSOPGAVE KOSTENSOORTEN KOSTEN WERKPLAATSARBEID LEIDERSCHAP SCHOLING OVERDRACHT VAN KENNIS EN ERVARING KWALITEIT MILIEUZORG ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET (ARBO-WET) COMMUNICATIE IN THEORIE COMMUNICATIE IN PRAKTIJK Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 1

2 1. Begrippen Paragraaf Onderneming a. Omschrijf met eigen woorden wat er onder een onderneming verstaan wordt of geef de definitie ervan. b. Omschrijf waarom winst niet het enige ondernemingsdoel is en geef van de overige ondernemingsdoelen twee voorbeelden. c. Geef ten minste drie soorten kapitaalgoederen en omschrijf wat deze inhouden. Paragraaf Ondernemingsproces a. Teken het ondernemingsproces als een blokschema en zet in elk blok de fasen van het proces. b. Omschrijf van elke fase wat ze inhouden. c. Omschrijf de relatie tussen de fasen. d. Geef een voorbeeld van een ondernemingsproces. e. Omschrijf in welke relatie de kwaliteit, de presentatie, de wetten en regels en de communicatie in relatie staan tot het ondernemingsproces. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 2

3 2. Branche- en aanverwante organisaties Paragraaf Bedrijfskolom en bedrijfstak mobiliteitsbranche a. Omschrijf wat een bedrijfskolom en een bedrijfstak zijn. b. Teken de bedrijfskolom van autofabrikanten, importeurs en dealers. c. Teken bij de in vraag 1b gemaakte bedrijfskolom de universelen die gebuikte auto's verkopen (blok en lijnen). 2. (Auto)fabrikanten a. Omschrijf de functie(s) die autofabrikanten hebben in de bedrijfskolom. 3. (Auto)importeurs a. Omschrijf de functie(s) die importeurs hebben in de bedrijfskolom. 4. Motorvoertuigbedrijven a. Omschrijf de functie(s) die autodealers hebben in de bedrijfskolom. b. Deel de markt van personenautobedrijven in in categorieën en geef aan welke functie(s) in elke categorie uitgeoefend word(t)(en). 5. Universelen en specialisten a. Noem ten minste 10 soorten universelen/specialisten die in de mobiliteitsbranche actief zijn en geef aan welke functie(s) zij uitoefen(t)(en). Paragraaf Privaatrechtelijke branche-organisaties a. Omschrijf wat er onder privaatrechtelijke organisaties verstaan wordt en noem drie categorieën van organisaties die hieronder vallen. 7. Branche-organisaties a. Noem ten minste vijf branche-organisaties en omschrijf hun doelstellingen. b. Geef ten minste vier afdelingen van de BOVAG. c. Geef ten minste vier diensten die de BOVAG uitvoert en omschrijf welke activiteiten hierin plaatsvinden. d. Geef twee dochterondernemingen van de BOVAG en omschrijf welke functie(s) zij uitoefen(t)(en). e. Op welke gebieden van de mobiliteitsbranche houdt de FOCWA zich bezig? f. Omschrijf welke functie(s) de RAI, het RDC Datacentrum, de RDW, de ANWB, de Innovam Groep en de VOC uitoefenen. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 3

4 3. Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Paragraaf Afdelingsstructuur a. Noem de soorten afdelingen die in bedrijven binnen de mobiliteitsbranche gebruikelijk zijn. b. Onder welke voorwaarden zijn de in vraag 1a genoemde afdelingen tot een eenheid te laten functioneren. Paragraaf Taken (auto)werkplaats a. Noem ten minste drie taken die een (auto)werkplaats binnen de onderneming vervult en motiveer de gegeven antwoorden. Paragraaf Plaats werkplaats in de organisatie a. Noem ten minste drie doelstellingen die een (auto)werkplaats binnen de onderneming nastreeft en motiveer de gegeven antwoorden. b. Noem ten minste drie kenmerken van een (auto)werkplaats. 4. Personele bezetting a. Welke twee situaties onderscheidt men bij de bepaling van de kwantitatieve werkplaatsbezetting? b. Welke informatiebronnen kunnen we raadplegen om aan de vereiste gegevens te komen voor de berekening van het werkaanbod? Motiveer dit! c. Motiveer waarom de niet te claimen garantiewerkzaamheden en het werkplaatsonderhoud niet in de berekening van de kwantitatieve personeelsbezetting opgenomen zijn. d. Voer de berekening van voorbeeld 1 nogmaals uit maar dan voor 200 nieuwe en 300 gebruikte personenauto's. De overige gegevens blijven hetzelfde. e. Welk verschil zit er in de berekeningen van bedrijf van constante omvang en een bedrijf dat groeit of krimpt? f. Voer de berekening van voorbeeld 2 nogmaals uit maar dan voor respectievelijk 50, 100, 120, 120, 120, 120 en 120 nieuwe auto's. De overige gegevens blijven hetzelfde. g. Wat wordt bij de berekening van het personeelsbestand bedoeld met: de optimale personeelsbezetting? h. Wat wordt er onder werkorderanalyse verstaan? i. Hoe verloopt een werkorderanalyse? j. Over welke gegevens moeten we beschikken om de kwaliteit van het aangeboden werk in niveaus uit te kunnen drukken? k. Over welke gegevens moeten we beschikken om de kwaliteit van het personeel in niveaus uit te kunnen drukken? l. Wanneer we de verwerkte gegevens uit de vragen 4d en 4e grafisch uitzetten, hoe is dan de bezettingskwaliteit af te lezen? Neem hiervoor eventueel het voorbeeld uit het boek. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 4

5 m. Welke gegevens hebben we er nog meer bij nodig om samen met de reeds verzamelde gegevens ook de kwantitatieve personeelsbezetting te kunnen berekenen volgens de gedane steekproef? Paragraaf Taken schadeherstelwerkplaats a. Omschrijf de dienstverlenende taken van de afdeling schade en de partijen aan wie de genoemde diensten verleend worden. b. Als vraag 5a, maar dan voor de schadespecialist. c. Omschrijf de taken van het uitvoerende en het direct leidinggevende personeel van de schade-afdeling. d. Geef in termen van omzet, inkoop en kosten aan hoe de dekkingsbijdrage van de schade-afdeling is opgebouwd en bijdraagt tot het resultaat van de onderneming. Paragraaf Plaats (auto)schadeherstelwerkplaats in de organisatie a. Noteer ten minste vier doelstellingen die de afdeling werkplaats dient na te streven. b. Noteer ten minste vier kenmerken van de afdeling werkplaats. c. Noteer de vijf factoren die de personele bezetting in de werkplaats bepalen. 7. Opdracht De normale productie bedraagt uur op jaarbasis. De gemiddelde arbeidsproductiviteit bedraagt uur per jaar. De verhouding tussen ondergeschikten en schademanagers is 1 : 5. a. Bereken de kwantitatieve personeelsbezetting. b. Motiveer hoe u de taakverdeling van het schademanagement zou opzetten. c. Motiveer hoe u de verdeling van de werkzaamheden van de autoschadetechnici zou opzetten. Paragraaf Taken magazijn a. Noem ten minste vier taken die in de afdeling verkoop uitgeoefend worden. Paragraaf Plaats magazijn in de organisatie a. Noem ten minste twee doelstellingen van de afdeling verkoop onderdelen. b. Noem ten minste twee kenmerken van de afdeling verkoop onderdelen. c. Noem ten minste twee factoren die de personeelsbezetting van de afdeling verkoop onderdelen bepalen. Paragraaf Taken (auto)verkoop a. Noem ten minste zes taken die in de afdeling verkoop uitgeoefend worden. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 5

6 Paragraaf Plaats (auto)verkoop in de organisatie a. Noem ten minste vier doelstellingen van de afdeling verkoop. b. Noem ten minste vier kenmerken van de afdeling verkoop. 12. Personeelsbezetting afdeling verkoop a. Noem ten minste vier factoren die de personeelsbezetting van de afdeling verkoop bepalen. b. Hoe luidt de norm voor het vaststellen van de personeelsbezetting van de afdeling verkoop voor gelijk gesitueerde bedrijven? Geef hiervoor een gemakkelijk meetbare waarde. c. Welke overwegingen spelen een rol om een verkoper aan te trekken? d. In een autobedrijf worden gemiddeld 600 nieuwe en gebruikte auto's per jaar verkocht. Een verkoper kan gemiddeld 220 auto's per jaar verkopen. Gezien grootte van het bedrijf kan de directeur/eigenaar voor 70% van een normale dagtaak als verkoopleider/verkoper optreden. Geef een advies voor de personeelsbezetting van de afdeling verkoop. Paragraaf Inleiding a. Geef ten minste drie activiteiten waaruit organiseren bestaat. b. Geef de definitie van organisatiekunde. 14. Functies, taken en werkzaamheden a. Omschrijf wat er verstaan wordt onder een functie, taken en werkzaamheden. 15. Taakverdeling a. Wat is het doel van een taakverdeling? b. Geef van elke taakverdeling (verticaal, horizontaal en functioneel) een voorbeeld van een bedrijf in de mobiliteitsbranche. c. Omschrijf wat men verstaat onder: hiërarchie, span of control, centralisatie en decentralisatie. d. Verklaar waarom bij functionele taakverdeling de ontstane functies door vakdeskundigen bezet kunnen worden en welke voor- en nadelen dit met zich mee kan brengen. 16. Eisen organisatie a. Welke 3 eisen worden er aan organisatiestructuren gesteld en motiveer de gegeven antwoorden. 17. Organisatiestructuren (organisatieschema's of organogrammen) a. Noem de organisatiestructuren die ten gevolge van de verticale, horizontale en functionele taakverdelingen ontstaan. b. Noem de kenmerken van een lijnorganisatie. c. Teken het blokschema (organogram) van een lijnorganisatie en zet in de blokken om welk soort functies het gaat en zet erbij op welk niveau deze functies uitgevoerd worden. d. Op welke twee manieren kunnen de nadelen van een lijnorganisatie verkleind worden? e. Omschrijf hoe een passerelle en laterale relatie behoren te functioneren. f. Noem de kenmerken van een functionele organisatie. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 6

7 g. Teken het blokschema (organogram) van een functionele organisatie en zet in de blokken om welk soort functies het gaat en zet erbij op welk niveau deze functies uitgevoerd worden. h. Noem de kenmerken van een lijn-staf-organisatie. i. Teken het blokschema (organogram) van een lijn-staf-organisatie en zet in de blokken om welk soort functies het gaat en zet erbij op welk niveau deze functies uitgevoerd worden. j. Welk probleem kan er zich met een staffunctionaris voordoen, waardoor ontstaat dit probleem en hoe is dit probleem te voorkomen? k. Wat is een matrix organisatie? Teken er een. l. Welke soorten bevoegdheden onderscheiden we bij matrixorganisaties? m. Welk soort taken vallen onder functionarissen met operationele bevoegdheden? n. Welk soort taken vallen onder functionarissen met functionele bevoegdheden? o. Kunnen operationele en functionele bevoegdheden gezamenlijk bij matrixfunctionarissen gelegd worden? Motiveer het antwoord. p. Kun je ook motiveren waarom functionele bevoegdheden op het gebied van de kwaliteitszorg uitstekend door een matrixfunctionaris uitgevoerd kunnen worden? q. Welke voordelen kan een matrix-organisatie bieden? r. Motiveer of een matrixorganisatie ook voor kleine autobedrijven toe te passen is. 18. Streefmodellen a. Maak een organisatiestructuur van een klein personenwagenbedrijf en noteer de taken die iedere functionaris uitoefent. b. Maak een organisatiestructuur van een middelgroot personenwagenbedrijf en noteer de taken die iedere functionaris uitoefent. c. Geef een verklaring voor variant 2 (figuur 3.11) van het middelgrote personenwagenbedrijf. d. Maak een organisatiestructuur van een groot personenwagenbedrijf en noteer de taken die iedere functionaris uitoefent. e. Waarom kan de werkplaatschef bij de varianten 3 en 4 (figuur 3.13) van het grote personenwagenbedrijf vervallen? Paragraaf Personeelsstructuur a. Wat is een personeelsstructuur? b. Omschrijf wat men onder de personeelsstructuur verstaat. 20. Begrippen a. Welke drie factoren bepalen de capaciteit van iemand en welke elementen beïnvloeden dit? Licht dit toe door middel van een voorbeeld. b. Motiveer waarom de capaciteit bepaald wordt door de `zwakste schakel in de ketting.' c. Motiveer waarom leidinggeven, vaardigheid/gewoonten en speciale begaafdheid niet voor capaciteit aangezien kunnen worden. d. Wat verstaat men onder time span van iemand en geef daarvan een voorbeeld. e. Wat verstaat men onder capaciteitsniveau van iemand en geef daarvan een voorbeeld. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 7

8 Paragraaf De relatie tussen de functionaris en zijn functie a. Noem de drie soorten relaties die tussen de functionaris en zijn functie kunnen bestaan. b. Omschrijf de kenmerken bij een evenwichtsrelatie. c. Wat zijn de gevolgen bij een te hoog functieniveau? d. Hoe heeft zo'n situatie kunnen ontstaan en hoe kan deze situatie opgelost worden? e. Wat zijn de gevolgen bij een te laag functieniveau? f. Hoe heeft zo'n situatie kunnen ontstaan en hoe kan deze situatie opgelost worden? 22. Relatie tussen de functionarissen a. Noem de vier soorten relaties die tussen de functionaris bestaan. b. Wat is het kenmerkende van een evenwichtsrelatie. c. Waarom kunnen bij evenwichtsrelaties bekwaamheidsbotsingen ontstaan, hoe komen deze tot uiting en hoe kunnen ze opgelost worden? d. Wat is het kenmerkende van een relatie met één subniveau verschil? e. Wat is het kenmerkende van een relatie met één niveau verschil? f. Wat is het kenmerkende van een relatie met twee niveaus verschil? g. Waarom kunnen bij deze relatie een communicatiegat ontstaan, hoe komt dit tot uiting en hoe kan dit opgelost worden? Paragraaf Communicatielijnen a. Ten gevolge van verticale en horizontale taakdifferentiaties zijn er autonome functies ontstaan. Op welke wijze is dit nadeel op te heffen? b. Ten gevolge van functionele taakdifferentiaties zijn er autonome afdelingen ontstaan. Op welke wijze is dit nadeel op te heffen? Motiveer dit. 24. Eén en tweerichtingscommunicatie a. Wat verstaat men onder één- en tweerichtingscommunicatie? b. Geef van beide communicatierichtingen twee voorbeelden. c. Geef een voorbeeld in welke situatie één- dan wel tweerichtingscommunicatie toegepast zal worden. d. Omschrijf welke rol het zelfgerichte gedrag bij de tweerichtingscommunicatie kan spelen. 25. Verticale en horizontale communicatie a. Wat verstaat men onder verticale en horizontale communicatie? b. Wat verstaat men onder verticale kortsluiting? c. Wat verstaat men onder horizontale kortsluiting en waarop heeft dat betrekking? 26. Formele en informele communicatie a. Omschrijf wat men verstaat onder formele en informele communicatie. b. Geef twee voorbeelden van formele communicatie en twee voorbeelden van informele communicatie. c. Omschrijf het belang van beide communicatievormen in een onderneming. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 8

9 Paragraaf Mondelinge en schriftelijke communicatie a. Omschrijf de kenmerken van mondelinge communicatie. b. Omschrijf de kenmerken van schriftelijke communicatie. c. Omschrijf de kenmerken van audio-visuele communicatie. d. Geef van de in 27a, 27b en 27c genoemde communicatievormen voorbeelden die in de mobiliteitsbranche worden toegepast. e. Onder welke groepen kan in een onderneming interne communicatie plaatsvinden? Paragraaf Redenen om te vergaderen a. Geef ten minste vier redenen om een vergadering uit te schrijven. b. Wat verstaat men onder `brainstormen' en in welke stappen moet dit verlopen? 29. Soorten vergaderingen a. Noem ten minste twee soorten vergaderingen, omschrijf wat deze inhouden en wanneer ze worden toegepast. 30. Vergadering voorbereiden a. Welke vier stappen moet je ondernemen om een vergadering voor te bereiden? Omschrijf wat deze stappen inhoudelijk voorstellen. 31. De vergadering leiden a. Welke functie vervult de voorzitter van een vergadering en welke de secretaris? b. Noem een situatie waarin de vergadering beter door een werknemer geleid kan worden en niet door de directeur. Motiveer dit. c. Welke actiepunten moet de voorzitter afhandelen om het doel van de vergadering te kunnen bereiken? d. Op welke twee manieren kan de verslaglegging gedaan worden? Omschrijf wanneer de voorkeur naar een van beide uitgaat. e. Welke punten moeten in een verslaglegging weergegeven worden? f. Noem ten minste twee soorten besluitvormingen en geef aan wanneer deze ingezet zullen worden. 32. Kosten a. Op welke wijze kunnen we de kosten van een vergadering beperken? 33. De drie dimensies in een vergadering a. Noem de drie dimensies die tijdens een vergadering een rol spelen en omschrijf wat deze dimensies inhouden. 34. Groepsgedrag a. Welke groepsprocessen kunnen vergaderingen beïnvloeden? Motiveer dit. b. Noem ten minste drie factoren die bij taakgericht gedrag gebruikt worden. c. Noem ten minste drie factoren die bij groepsgericht gedrag gebruikt worden. d. Omschrijf het belang van groepsgericht gedrag tijdens een vergadering. e. Noem ten minste drie factoren die bij zelfgericht gedrag gebruikt worden. f. Waardoor kan zelfgericht gedrag ontstaan, wat is het negatieve effect daarvan en hoe is dit om te buigen? Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 9

10 g. Bij de rollenpatronen die in een vergadering voorkomen, hebben we met een aantal samenhangende aspecten te maken. Noem deze, omschrijf wat ze inhouden en hoe hiermee omgegaan kan worden. Paragraaf Waarom werkoverleg? a. Noem ten minste vier voordelen van werkoverleg dat regelmatig gehouden wordt. 36. Invoeren van werkoverleg a. Welke participatieniveau bestaan er, wat houden ze in en waarom is het van belang om binnen werkoverleg hiermee op juiste wijze om te gaan? b. Welke rol speelt de leidinggevende bij het opstarten van werkoverleg? 37. Voorbereiden van werkoverleg a. Met welke aspecten heeft de leidinggevende te maken bij het voorbereiden van werkoverleg? Motiveer de antwoorden. 38. Spelregels a. Geef globaal weer wat de spelregels van werkoverleg zijn. 39. Onderwerpen van werkoverleg a. Noem ten minste twee onderwerpen die bij werkoverleg aan de orde kunnen komen. b. Voor welk soort onderwerpen is werkoverleg niet bedoeld? Waar horen de genoemde onderwerpen dan wel thuis? 40. Andere hulpmiddelen bij informeren en overleg a. Noem ten minste drie hulpmiddelen die ingezet kunnen worden bij informeren en overleg en geef de mogelijkheden en eventueel de onmogelijkheden ervan weer. Paragraaf Waarom regelmatig een gesprek voeren? a. Wat zijn de doelen van het periodiek houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken? b. Noteer ten minste vier verschillen tussen het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. 42. Het invoeren van gesprekken als instrument a. Met welke actiepunten moeten we rekening houden als we functionerings- en beoordelingsgesprekken gaan invoeren. Motiveer waarom deze actiepunten belangrijk zijn. b. Wat is de reden dat er van iedere werknemer een functiebeschrijving aanwezig moet zijn? 43. Functioneringsgesprek a. Omschrijf wat een functioneringsgesprek is en welke onderwerpen daarbij aan de orde behoren te komen. b. Noem ten minste twee kenmerken van een functioneringsgesprek. c. Wat is het doel van het functioneringsgesprek? d. Hoe ziet de opbouw van een gestructureerd functioneringsgesprek er uit? 44. Beoordelingsgesprek a. Omschrijf wat een beoordelingsgesprek is en welke onderwerpen daarbij aan de orde behoren te komen. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 10

11 b. Wat is het doel van het beoordelingsgesprek? c. Hoe ziet de opbouw van het beoordelingsgesprek er uit? Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 11

12 4. Werkplaats- en magazijnprocedures Paragraaf Definitie en omschrijving a. Omschrijf wat men verstaat onder procedure, proces en stroomschema. Geef van elk een voorbeeld. Paragraaf Stroomschema (stroomdiagram, flow chart of process chart) a. Wanneer maakt men gebruik van stroomschema's? b. Teken de symbolen en geef aan waarvoor ze dienen. c. Noem ten minste drie eisen die aan een stroomschema gesteld worden. Paragraaf De RASCI-methode a. Met de RASCI-methode geef je per processtap aan welke `spelers' er in het `veld' zijn. Doe dit met de garantie-afwikkelingsprocedure van de werkplaats (zie figuur 6.9 Garantie-afwikkelingsprocedure werkplaats in het boek Beroepsvorming 2). b. Noem twee voordelen van het gebruik van de RASCI-methode. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 12

13 figuur 4.1 Garantie-afwikkelingsprocedure werkplaats Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 13

14 5. Werkplaatsadministratie Paragraaf Inleiding a. Omschrijf waarom de hoofddoelen van de werkplaatsadministratie zijn: het behouden respectievelijk verbeteren van de servicegraad, de efficiency, de arbeidsproductiviteit en dus de rentabiliteit. b. Noem ten minste vijf hiervan afgeleide doelen. c. Maak duidelijk dat zowel onder- als overorganisatie van de werkplaatsadministratie tot rendementsdaling leidt. Paragraaf Flatrate-systeem a. Wat houdt het flatratesysteem in? b. Waarom zijn bij het flatratesysteem de te onderscheiden werkzaamheden door middel van codes ingedeeld? c. In hoeveel delen is een uur ingedeeld? d. Uit hoeveel delen bestaat een arbeidseenheid (AE)? e. Uit hoeveel minuten bestaat een eenheid volgens het flatratesysteem? f. Voor een reparatie staat Het werkplaatsuurtarief bedraagt 80,. Hoeveel eenheden is dit? Hoeveel minuten staat er voor deze reparatie? Bereken het werkplaatsuurtarief wat voor deze reparatie staat. g. Hoe is de fabrikant aan de codetijden gekomen? h. Kan het flatratesysteem op alle werkzaamheden toegepast worden? Motiveer het antwoord. i. Welke voordelen biedt het flatratesysteem? j. Welke nadelen zijn er aan het flatratesysteem verbonden? k. In hoeverre zullen de genoemde nadelen op den duur verdwijnen? l. In hoeverre is een klant gesteld op een juiste prijsopgave voor de reparatie? m. Hoe gaat men bij het opstellen van een schadecalculatie om met het flatratesysteem? n. Wat is het voordeel, dat voor eenzelfde reparatie altijd dezelfde tijd doorberekend wordt? o. Waarom gebruikt de leiding van een bedrijf de flatratetijden als normtijden voor de autotechnici? p. Flatratetijden kunnen gebruikt worden om autotechnici onder druk te zetten. In bepaalde situaties kan dit positief werken. Omschrijf zo'n situatie. q. In de overige situaties zal dit negatief werken. Omschrijf zo'n situatie. r. In hoeverre kunnen de flatratetijden bijdragen in het toekennen van een prestatiebeloning? s. Waarom zal het flatratesysteem kunnen bijdragen tot rentabiliteitsverbetering in geval van efficiencyverbetering? t. Wat gebeurt er als een normtijd onvoldoende overeenstemt met de kloktijd? u. Waarom tolereert de klant een groot verschil tussen norm- en kloktijd niet? v. Welke reparaties kunnen niet onder het flatratesysteem vallen? Motiveer het antwoord. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 14

15 Paragraaf Planning a. Plannen is een belangrijke organisatorische en administratieve handeling. Wat houdt dit in? b. Hoe is bij het plannen de urencapaciteit te verwerken? c. Met welke vier factoren moeten we rekening houden tijdens het plannen? d. Waarom/wanneer verdelen we de werkzaamheden in bepaalde capaciteitsgroepen? 4. Het doel en effect van plannen a. Wat is het hoofddoel van plannen? b. Waarop heeft plannen direct en indirect invloed? c. Wat betekent: een goede planning bevordert de bezettingsgraad van de capaciteitsgroepen? d. Waarom moet de outillagecapaciteit afgestemd zijn op het gemiddeld werkaanbod? e. Waarom moeten klanten meewerken voor het tot stand komen van een goede tijdsplanning? f. Op welke manier(en) kunnen we de wachttijd(en) van de autotechnici verminderen? g. Geef een verklaring voor het volgende: als we de wachttijd verminderen werkt dit gunstig naar twee kanten. h. Wat wordt in een arbeidssituatie onder een normaal gemiddeld tempo verstaan? i. Motiveer waarom een normaal gemiddeld tempo een gunstige invloed op de arbeidsproductiviteit heeft. j. Hoe kunnen we de bezettingsgraad van de aanvangsuren van de autotechnici verbeteren? k. Een normaal werktempo vereist een weekplansysteem. Verklaar dit. l. Welke taak heeft de werkplaatsleiding bij aanvang van de werkzaamheden van de autotechnici? m. Welke werkvoorbereidingsactiviteiten moet de werkplaatsleiding nog meer treffen zodat de autotechnici langdurig op een normaal werktempo kunnen werken? n. Waarom moet een weekplanning omgezet worden in een dagplanning en waarom moeten autotechnici deze dagplanning kunnen lezen? o. Waarom zou men klanten, die hun auto voor een kleine reparatie aanbieden, vragen te wachten? p. Verklaar waarom kwaliteitsverbetering de arbeidsproductiviteit indirect verbetert. q. Verklaar waarom goed plannen tot kwaliteitsverbetering leidt. r. Waarom heeft een gelijkmatige werktempo een gunstige invloed op de kwaliteit van de werkzaamheden? 5. Plansystemen a. Wat is mutatie-overloop? b. Wat is de bedoeling van het gebruik van gekleurde kaartjes op een planbord? Noem er enkele. c. Op welke manier is de urencapaciteit op het weekplanningssysteem aan te geven? d. Hoe kan de voortgangscontrole verlopen bij een weekplanningssysteem? e. Op welke wijzen is een dagplanningssysteem maken? f. Hoe is het mogelijk dat een opgezette dagplanning toch gemakkelijk en snel aan te passen is aan gewijzigde omstandigheden? g. Wat vereist een flexibel dagplanningssysteem? h. Noteer ten minste zes planadviezen? i. Op welke manier is het mogelijk dat meer dan een functionaris plant? Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 15

16 Paragraaf (Auto)historie a. Wat is een (auto)historie en hoe wordt ermee gewerkt? b. Waarom is de autohistorie het administratieve hulpmiddel bij uitstek ten behoeve van de klantenbinding? c. Waarom moeten de kaarten van de autohistorie nauwkeurig ingevuld worden? d. Wat staat er vermeld op een kaart van de autohistorie? 7. Het doel van de (auto)historie a. Wat is het doel van het werken met ruiters op deze kaarten. b. Wat is het doel van de autohistorie? 8. De voordelen van de (auto)historie a. Noteer ten minste zes voordelen die het gebruik van de autohistorie biedt. b. Welke mogelijkheden kan de werkplaatsmanager of servicemanager hanteren wanneer de klant zijn auto niet ter reparatie aanbied? c. Stel een naar uw mening goedlopende herinneringskaart op. d. Stel een naar uw mening goede benadering (gespreksopening) via de telefoon op. e. Op welke manier is de kilometerprijs van de auto van een klant te berekenen met behulp van de autohistorie? f. Op welke manier kunnen we de klant service verlenen aan de hand van de gegevens van zijn autohistoriekaart? g. Hoe dient de werkplaatsmanager te handelen wanneer de klant steeds voor dezelfde reparatie terug moet naar de werkplaats? h. Zwakke punten van auto's, die na een bepaalde tijd optreden, kunnen bij een goed functionerende autohistorie efficiënter bepaald worden wanneer deze optreden. Geef nu aan hoe u zult moeten handelen om dit tot nu toe correctieve onderhoud te veranderen in preventief onderhoud. i. Op welke wijze kan de autohistorie van dienst zijn voor een meer persoonlijke ontvangst en omgang met de klant? j. Hoe kunnen we op een eenvoudige manier persoonlijke gegevens van een klant te weten komen? k. We kunnen de klant via zijn autohistoriekaart gemakkelijk vertellen welke reparaties uitgevoerd moeten worden. Verklaar dit. l. Wat heeft het gestelde in vraag 16k met goed plannen van doen? m. Hoe kunnen we aan de hand van de autohistorie de verkoop van onderdelen en accessoires bevorderen? n. Tegen betaling kan het RDC Datacentrum een door ons gewenste selectie uit de kentekenregistratie verzorgen. Motiveer hoe hiermee: de klantenbewaking verbeterd kan worden; klanten voor de werkplaats te werven zijn. o. Met welke gegevens van de autohistorie is het benodigde oppervlak van de werkplaats te berekenen? p. Met welke gegevens van de autohistorie is na te gaan dat de outillagecapaciteit van de werkplaats voldoende is of dat er mogelijk tot herinrichting van de werkplaats overgaan moet worden? q. Hoe kunnen we met behulp van de autohistorie, binnen bepaalde grenzen van nauwkeurigheid, de werkplaatsomzet bepalen? r. Met behulp van de autohistorie kunnen we tevens van de afdelingen verkoop en magazijn, binnen bepaalde grenzen van nauwkeurigheid, een afzetverwachting bepalen. Motiveer dit. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 16

17 s. Op welk moment zal de afdeling verkoop gebruik (moeten?!) maken van de autohistorie? Paragraaf Kwaliteitsregistratie: inventarisering en rubricering a. Wat is het nut van een centrale klachtenregistratie? b. Ontwerp een formulier waarop de klachten centraal geïnventariseerd en gerubriceerd kunnen worden. 10. Analyse after sales a. Op welke wijze kan de after sales aan een kwaliteitsonderzoek onderworpen worden? b. Hoe zou jij proberen om geconstateerde tekortkomingen op te heffen en ervoor zorgen dat ze niet meer voorkomen? 11. Tevredenheidsonderzoek a. Op welke manier kan een klanttevredenheidsonderzoek plaatsvinden en onder welke voorwaarden kan dat succesvol zijn? b. Op welke manier kan een werknemerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden en onder welke voorwaarden kan dat succesvol zijn? c. Noem ten minste vier tevredenheidskenmerken die bij een werknemerstevredenheidsonderzoek onderzocht kunnen worden en motiveer waarom je deze vragen respectievelijk antwoorden zou willen weten. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 17

18 6. Magazijnadministratie Paragraaf Administratie in- en uitgaande goederen a. Noem ten minste vier handelingen die bij de binnenkomst van de order worden verricht en motiveer waarom dit nodig is. b. Noem ten minste vier handelingen die bij de uitgifte van de order worden verricht en motiveer waarom dit nodig is. c. Noem ten minste vier motieven voor het hebben van een deugdelijke magazijnadministratie. Paragraaf Artikelen inkopen (bestellen) a. Wat houdt bestellen in? b. Uit welke vier activiteiten bestaat bestellen? 3. Het bepalen wat nodig is, hoeveel en wanneer a. Waarom kopen klanten onderdelen en accessoires? b. Wie is de grootste klant van het magazijn? c. Waarom is het kennen van de vraagstructuur belangrijk? d. Wat is een hoog servicebeleid? e. Waarom leidt een te hoog servicebeleid tot rentabiliteitsdaling? f. Waarom leidt een te laag servicebeleid tot rentabiliteitsdaling? g. Is nee-verkopen te voorkomen? h. Zal nee-verkoop altijd een omzetdaling tot gevolg hebben? Verklaar het antwoord. i. Tussendoor-bestellingen moeten geplaatst worden. Waarom? 4. Het vinden van leveranciers a. Welke artikelen betrekken we van leveranciers? b. Wat is de moeilijkheid bij het vinden van leveranciers? c. Wat zijn mogelijke informatiebronnen voor het vinden van leveranciers? 5. Het kiezen van leveranciers a. Hoe kunnen we de benodigde informatie over de leveranciers te weten komen? b. Op welke manier komt een magazijnchef aan de juiste prijs? c. Wat is quantumkorting? d. Welke rol spelen opslagkosten in het verhaal van kortingen? e. Hoe groot kan de omzetbonus zijn? f. Op welke manier kunnen we de keuze van de leverancier vergemakkelijken? g. Welke omstandigheden bepalen de hoogte van de wegingsfactor? h. Welke gegevens zijn nodig om de scores van de leveringscondities te kunnen berekenen? i. Hoe komen de gewogen leveringscondities tot stand? Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 18

19 j. De wegingsfactoren zijn: prijs 0,5; kwaliteit 0,2; levertijd 0,15; service 0,15. De leveringscondities van de leveranciers A en B zijn respectievelijk: prijs per stuk i20, en i22, ; aantal leveranties 20 en 22; aantal onvolkomenheden in de kwaliteit 5 en 2; aantal onvolkomenheden in de levertijd 2 en 1. aantal onvolkomenheden in de service 1 en 2. de laagst bekende prijs voor dit artikel bedraagt i18,. Naar welke leverancier gaat op basis van deze gegevens de voorkeur uit? 6. Het plaatsen en volgen van de bestelling a. Wat zijn imitatie-onderdelen? b. Noteer vier manieren van bestellen. c. Wat is bij autobedrijven de meest gebruikte manier van bestellen? d. Waarom moet een bestelling gevolgd worden? 7. Kortingen a. Een fabrikant van autoshampoo brengt een van haar producten voor een prijs van i7,95 (inclusief BTW) per flacon op de markt. Bij het op de markt brengen van deze shampoo is met detaillisten, die het product aan de consument verkopen, overeengekomen dat de factor 2 gehanteerd zal worden. Geef een berekening van de verkoopprijs die de fabrikant noteert. Geef een berekening van de brutomarge voor de detaillist uitgedrukt in een percentage van zijn inkoopprijs. b. Noteer twee kenmerkende verschillen tussen een hoeveelheidskorting en een omzetbonus. c. Wat wordt er verstaan onder een prestatiebonus? d. Verklaar waarom een korting voor contante betaling, zowel voor de gever als de ontvanger, op rentekosten geboekt zal worden. 8. Bestelactiviteiten a. Wat zijn reguliere orders? b. Welke functie heeft de bestellijst en het bestelvoorstel? c. Wat zijn back orders? d. Noem een aantal redenen waarom een klant het gekochte artikel mag teruggeven. e. Welke voorkeur geeft, bij het retourneren van goederen, het uitschrijven van een creditnota boven het geven van een tegoedbon? f. Noem twee mogelijkheden waarmee elektronisch bestellen mogelijk is. g. Wat is de voorwaarde om elektronisch te kunnen bestellen? h. Welke functie vervult de streepjescode (barcode) bij het elektronisch bestellen van goederen? i. Wat verstaat men onder order entry? j. Waarom verloopt het proces van inkoop tot en met verkoop in een magazijn volgens een stroomschema? k. Geef een toelichting op figuur 6.1 voor wat betreft: artikelen wel of niet in voorraad nemen; kwaliteitsinspectie; afboeken. l. Noem de activiteiten die onder het onderdelenbeheer vallen. Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 19

20 9. Bestelmethoden a. Noem de vier bestelmethoden en geef de betekenis van de volgende letters daarvan aan: s, S, Q, B. b. Geef een omschrijving van de volgende uitdrukkingen: economische voorraad; technische voorraad; signaalmoment; signaalniveau; aanvullingsniveau; levertijd; bestelinterval; bestelmoment; veiligheidsvoorraad. c. Plaats de in vraag 9b gegeven uitdrukkingen in een door jou gemaakte grafiek. d. Noem het kenmerk van het BS-systeem en geef aan waar deze bestelmethode in de autobranche voorkomt. e. Doe hetzelfde als in vraag 9d, maar dan voor de BQ-, ss- en de sq-bestelsystemen. 10. Servicegraad a. Geef de formule van de servicegraad en leg uit hoe deze gelezen moet worden. b. Wat verstaat men onder manco's? c. Welke invloed heeft de veiligheidsvoorraad op de servicegraad? 11. Administratieve ontvangstsystemen a. Noem de vervoersdocumenten die bij de ontvangst van goederen een rol spelen. b. Wat is het doel van de vrachtbrief en motiveer waarom deze uit drie delen bestaat. c. Noem ten minste vier zaken waaruit de bezorgservice kan bestaan en omschrijf wat dat betekent. d. Wat is de functie van een pakbon en welke relatie heeft deze met de bestellijst? e. Waarom moeten artikelen geprijsd worden? f. Wat verstaat men onder netto- en brutoverkoopprijs? g. Onder welke omstandigheden moeten artikelen geprijsd zijn? h. Wanneer hanteert men zogenaamde advies- of catalogusprijzen en mag de ondernemer hiervan afwijken? i. Noteer de mogelijkheden die streepjes- of barcodes bieden. Paragraaf Voorraadbeleid a. Wat is het doel van het voorraadbeleid? b. Noem een aantal onderwerpen die het voorraadbeleid inhouden. c. Wat verstaat men onder de technische en economische voorraad en wat is het nut om van beide de omvang te weten? d. Waartoe dient de buffer- of veiligheidsvoorraad? e. Wat is de relatie tussen de bestelfrequentie en het bestelinterval? f. Wat zijn manco's voor wat betreft het onderdelenmagazijn? g. Waarom zijn de verzend- en bestelkosten voor het opheffen van manco's doorgaans duurder dan bij reguliere orders? h. Geef de definitie van de omzetsnelheid. i. Wat is de relatie tussen de omzetsnelheid en de gemiddelde voorraad? j. Wat is het nut van het kennen van de omzetsnelheid? k. Welke kosten houden de 3R-kosten in? l. Welke kosten dragen bij tot de ruimtekosten? Uitgeverij Streutker Beroepsvorming 3, Vragen & Opdrachten 20

Hoofdstuk 6 Magazijnadministratie

Hoofdstuk 6 Magazijnadministratie Hoofdstuk 6 Magazijnadministratie Paragraaf 6.1 1. Administratie in- en uitgaande goederen a. Noem ten minste vier handelingen die bij de binnenkomst van de order worden verricht en motiveer waarom dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Paragraaf 3.1 1. Afdelingsstructuur a. Noem de soorten afdelingen die in bedrijven binnen de mobiliteitsbranche gebruikelijk zijn. b. Onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Hoofdstuk 11 Exploitatiekengetallen

Hoofdstuk 11 Exploitatiekengetallen Hoofdstuk 11 Exploitatiekengetallen Paragraaf 11.1 1. Productiviteit en efficiency a. Geef de algemene definitie van productiviteit. b. Noem een aantal vormen van resultaten en offers. c. Geef de algemene

Nadere informatie

Beroepsvorming II. Vragen & Opdrachten. Mobiliteitsbranche ISBN 97894 92062 987

Beroepsvorming II. Vragen & Opdrachten. Mobiliteitsbranche ISBN 97894 92062 987 Beroepsvorming II Mobiliteitsbranche Vragen & Opdrachten ISBN 97894 92062 987 1. BEGRIPPEN... 3 2. ORGANISATIESTRUCTUUR... 4 3. PERSONEELSSTRUCTUUR... 7 4. FORMELE COMMUNICATIE... 8 5. WERKPLAATS- EN MAGAZIJNPROCEDURES...

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Kostensoorten

Hoofdstuk 13 Kostensoorten Hoofdstuk 13 Kostensoorten Paragraaf 13.1 1. Kosten zijn onder andere in te delen in kostensoorten a. Wat zijn kostensoorten? b. Welke zes kostensoorten onderscheidt men meestal? c. Waarom worden de kosten

Nadere informatie

2.2 BEDRIJFSPROCESSEN...

2.2 BEDRIJFSPROCESSEN... Module 2 Management & Organisatie ISBN 97894 92062 987 2.1 ONDERNEMING... 3 2.1.1 SOORTEN ORGANISATIE... 3 2.1.2 ONDERNEMING: WAT HET IS... 3 2.1.3 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN... 4 2.2 BEDRIJFSPROCESSEN...

Nadere informatie

Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003)

Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.1 Organisatie. 3.1.1.1 Noemen van de aan de branche aanverwante organisaties en hun doelstellingen op de volgende niveaus: - het distributienetwerk van personen-, bestel en vrachtauto's (fabrikant,

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER Overzicht formules Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle rekenformules die aan bod komen in de hoofdstukken Voorraadbeheer, Bestellen, Voorraadinventarisatie en

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? Constante kosten hebben als eigenschap, dat de kosten niet worden beïnvloed door een hogere of lagere productie. b.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Voorraad. Hoofdstuk 2 Wat is logistiek?

Hoofdstuk 1 Voorraad. Hoofdstuk 2 Wat is logistiek? Hoofdstuk 1 Voorraad 1.1 Over het algemeen is er een grote voorraad in de apotheek aanwezig met veel verschillende geneesmiddelen in verschillende aantallen per geneesmiddel. Door welke twee factoren wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Specifieke wetten en regels ten aanzien van motorrijtuigen

Hoofdstuk 15 Specifieke wetten en regels ten aanzien van motorrijtuigen Hoofdstuk 15 Specifieke wetten en regels ten aanzien van motorrijtuigen Paragraaf 15.1 1. Algemeen a. Welke wettelijke verplichtingen brengt het in bezit hebben van een motorrijtuig met zich mee? b. Omschrijf

Nadere informatie

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196) instructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196) pi.clo12.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Werkplaatsefficiency binnen het service proces. Oskar Bronsgeest

Werkplaatsefficiency binnen het service proces. Oskar Bronsgeest Werkplaatsefficiency binnen het service proces Oskar Bronsgeest After Sales verkoop CRM KTV onderzoek interim management auditering training KORTE FILM In het Engels Goed opletten en. Beantwoord zélf

Nadere informatie

Kaarten module 4 derde klas

Kaarten module 4 derde klas 1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef

Nadere informatie

Automotivebranche & Automotivebedrijven

Automotivebranche & Automotivebedrijven Automotivebranche & Automotivebedrijven Vragen & Opdrachten ISBN 97894 92062 987 1 ONDERNEMING... 2 1.1 BEGRIPPEN... 2 1.2 BEDRIJF EN MAATSCHAPPIJ... 2 1.3 ECONOMISCHE KRINGLOOP... 3 1.4 ORGANISATIECULTUUR...

Nadere informatie

Management. Vragen & Opdrachten. Mobiliteitsbranche ISBN 97894 92062 987

Management. Vragen & Opdrachten. Mobiliteitsbranche ISBN 97894 92062 987 Management Mobiliteitsbranche Vragen & Opdrachten ISBN 97894 92062 987 1. BEDRIJFSORGANISATIE... 2 2. BOUW EN INRICHTING... 6 3. LOGISTIEK... 17 4. AUTOMATISERING... 33 5. MANAGEMENT INFORMATIE SYSTEEM...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? b. Is dit altijd een gegeven? Motiveer het antwoord. Opgave 2 a. Wat is het kenmerk van variabele kosten? b. Leg uit wat progressief

Nadere informatie

Het berekenen van kortingen en toeslagen, theorie

Het berekenen van kortingen en toeslagen, theorie Het berekenen van kortingen en toeslagen, theorie Inleiding Ondernemingen kunnen korting verstrekken aan hun afnemers en korting ontvangen van hun leveranciers. We gaan in deze paragraaf rabat en korting

Nadere informatie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Examen VMBO-GL 2012 gedurende 240 minuten CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Nadere informatie

OPLEIDING & ONDERNEMING...

OPLEIDING & ONDERNEMING... Beroepsvorming Autotechnicus Bedrijfsautotechnicus Loopbaan & Burgerschap ISBN 97894 92062 987 OPLEIDING & ONDERNEMING... 4 1 ONDERWIJS EN BEDRIJFSLEVEN... 4 1.1 Kwalificatiedossier en L&B-document...

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Omzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is.

Omzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is. .2 Voorraad, omzetsnelheid en omzetduur De technische voorraad is het aantal stuks product dat je op een bepaald moment in je winkel en magazijn hebt liggen. De economische voorraad houdt ook rekening

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Beoordeling financieel Financiële kengetallen Activiteitskengetallen Rentabiliteitskengetallen Liquiditeitskengetallen Solvabiliteitskengetallen Productiviteitskengetallen Beleggingskengetallen

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.

Nadere informatie

Elobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel

Elobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel Elobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel Dit rekenwerkboek is van: Telefoonnummer: Klas: 1 Rekenwerkboek,

Nadere informatie

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting door Joelle 1347 woorden 24 juni 2018 6,3 3 keer beoordeeld Vak M&O M&O Samenvatting hoofdstuk 3 Logistiek = integrale goederenstroombeheersing

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Computerhulp 2014

Algemene voorwaarden Computerhulp 2014 Algemene voorwaarden Computerhulp 2014 Pagina 1 van 7. Algemene voorwaarden gebaseerd op de versie mei 2013 van ICTWaarborg ook in te zien via www.ictwaarborg.nl Robin Krooshof Services - REDMIJNPC Postadres:

Nadere informatie

Praktijkinstructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202)

Praktijkinstructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202) instructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202) pi.clo06.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

2. De kandidaat kan een omschrijving geven van de diverse organisaties in de personenautobranche.

2. De kandidaat kan een omschrijving geven van de diverse organisaties in de personenautobranche. DEELKWALIFICATIE MANAGEMENT ESONENAUTOBEDIJF Onderdeel: Bedrijfsvoering ersonenautobedrijf 1. De kandidaat kan op basis van de marktontwikkelingen van de afgelopen jaren een prognose maken voor de toekomst

Nadere informatie

OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN

OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN 1. Klaas de Jager, als eerste verkoper verantwoordelijk voor het bestellen van de artikelgroep spijkerbroeken, gebruikt voor het bepalen van de juiste aantallen

Nadere informatie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63 Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Peter H. C. Hintzen isbn 978 90 5752 290 1 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Examen PC 2 Bestuurlijke Informatievoorziening

Examen PC 2 Bestuurlijke Informatievoorziening Examen PC 2 Bestuurlijke Informatievoorziening Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 10 Vak : Bestuurlijke Informatievoorziening Datum : 16 december 2014 Tijd : 12.00 13.30 uur Deze

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele

Nadere informatie

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de Marge berekeningen Inkoopprijs + marge = verkoopprijs Een voorbeeld marge van de inkoopprijs Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% marge van de verkoopprijs Inkoopprijs 90% + marge 10% = verkoopprijs

Nadere informatie

Voorbeeldformulier functieprofiel bedrijfsleider

Voorbeeldformulier functieprofiel bedrijfsleider Voorbeeldformulier functieprofiel bedrijfsleider Basisgegevens: Naam van de functie: Bedrijfsleider... Datum: 20 augustus 2009 Plaats in de organisatie: Rapporteert aan of werkt onder leiding van: Directie...

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden BeeDirect. 1) Algemene voorwaarden

Algemene Voorwaarden BeeDirect. 1) Algemene voorwaarden Algemene Voorwaarden BeeDirect 1) Algemene voorwaarden Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op het uitbrengen van alle offertes en overeenkomsten door de verkoper BeeDirect ten aanzien van de

Nadere informatie

Een goede controle had dit kunnen voorkomen!

Een goede controle had dit kunnen voorkomen! Goederen ontvangst In de voorgaande weken hebben we inzicht gegeven in de eisen die aan een magazijn gesteld kunnen worden en welke hulpmiddelen aanwezig zijn om goederen te lossen en te verplaatsen. Het

Nadere informatie

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de. BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.) Een handelaar wil de van het artikel Bomol berekenen. Hij

Nadere informatie

EINDTERMEN DEELKWALIFICATIE BEDRIJFSBEHEER CARROSSERIEBRANCHE. 1. De kandidaat kan de doelstellingen en de fasen van een marktonderzoek noemen.

EINDTERMEN DEELKWALIFICATIE BEDRIJFSBEHEER CARROSSERIEBRANCHE. 1. De kandidaat kan de doelstellingen en de fasen van een marktonderzoek noemen. Versie 2002 EINDTEMEN DEELKWALIFICATIE BEDIJFSBEHEE CAOSSEIEBANCHE Marketing en Verkoop 1. De kandidaat kan de doelstellingen en de fasen van een marktonderzoek noemen. 2. De kandidaat kan aan de hand

Nadere informatie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Examen VMBO-GL 2018 gedurende 210 xxx minuten CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Nadere informatie

Administratieve procedures

Administratieve procedures inhoudsopgave 1. Kentekenbewijs... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Geldigheid... 1 2. Raadplegen kentekenregister... 2 3. Controle van gegevens op het kentekenbewijs met het voertuig en controle kentekenplaten...

Nadere informatie

Case bungalow park. Opgave 1

Case bungalow park. Opgave 1 Case bungalow park Opgave 1 Geef een oordeel over de liquiditeit. Kan je op korte termijn je schulden betalen? Wat moet je op korte termijn betalen? Het kort vreemd vermogen. Wat heb je op korte termijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regelgeving keuring gasinstallatie Aanvulling 1 op versie

Inhoudsopgave. Regelgeving keuring gasinstallatie Aanvulling 1 op versie Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Raadplegen kentekenregister 2 3. Voertuigidentificatienummer 3 4. Kentekenplaten 3 5. Afmelden 3 6. Opnamekaart 4 7. Steekproef 5 8. Vrijgeven 5 9. Second opinion 5 10. Archiveren

Nadere informatie

CSPE GL 2009. administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie. minitoets bij opdracht 2 A B X C D

CSPE GL 2009. administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie. minitoets bij opdracht 2 A B X C D CSPE GL 2009 administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie minitoets bij opdracht 2 variant b Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - een case met 12 open

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

Wat is inkoop? Dit artikel geeft een eenvoudige uitleg van de basiselementen van de inkoopfunctie en de inkooporganisatie.

Wat is inkoop? Dit artikel geeft een eenvoudige uitleg van de basiselementen van de inkoopfunctie en de inkooporganisatie. Ir. ing. D. Mostert, DME Advies Dit artikel geeft een eenvoudige uitleg van de basiselementen van de inkoopfunctie en de inkooporganisatie. Definities inkoop terminologie Definitie inkoop: Inkoop is alles

Nadere informatie

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen.

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. URGERSCHAP - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters

Nadere informatie

1. De kandidaat kan de definitie van een organisatie en hoe de organisatie acteert in relatie tot interne en externe omgeving aangeven.

1. De kandidaat kan de definitie van een organisatie en hoe de organisatie acteert in relatie tot interne en externe omgeving aangeven. Onderdeel: Onderneming algemeen 1. De kandidaat kan de definitie van een organisatie en hoe de organisatie acteert in relatie tot interne en externe omgeving aangeven. 2. De kandidaat kan de diverse organisaties

Nadere informatie

HOE WORD IK EEN SCHUURMAN BV KLANT

HOE WORD IK EEN SCHUURMAN BV KLANT HOE WORD IK EEN SCHUURMAN BV KLANT Allereerst willen wij u graag bedanken voor uw interesse in ons bedrijf en producten. Uiteraard willen wij u graag als klant bij ons verwelkomen. Om voor u een klant

Nadere informatie

voorraadkosten d e 3 r s

voorraadkosten d e 3 r s voorraadkosten d e 3 r s wat kost het Als je ernaar streeft om de servicegraad op 100% te houden, betekent dit dat er veel geld geïnvesteerd wordt in het aanhouden van voorraden. Dit is bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Het betalingsverkeer: Wil je bij me pinnen?

Het betalingsverkeer: Wil je bij me pinnen? Deze casusopdracht gaat over het betalingsverkeer in supermarkten. Voor het beantwoorden van de vragen moet je gebruik maken van de drie informatiebronnen die na de vragen staan gegeven. In informatiebron

Nadere informatie

Beroepsvorming Autotechniek Bedrijfsautotechniek Motorfietstechniek K.J. Streutker

Beroepsvorming Autotechniek Bedrijfsautotechniek Motorfietstechniek K.J. Streutker Beroepsvorming Autotechniek Bedrijfsautotechniek Motorfietstechniek K.J. Streutker Beroepsvorming 1 Inhoudsopgave Inleiding: Voertuigtechnici... 7 1 Mobiliteitsbranche... 8 1.1 Ondernemingen in de mobiliteitsbranche

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde. 1 Kosten van duurzame productiemiddelen 1.1 Inleiding Een onderneming maakt kosten om omzet te kunnen behalen. De kosten vormen de basis voor de totstandkoming van de verkoopprijs. Een belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Relatie eindtermen en toetstermen deelkwalificatie Bedrijfsbeheer Carrosseriebranche Niveau 4 CREBO-nummer: 55011

Relatie eindtermen en toetstermen deelkwalificatie Bedrijfsbeheer Carrosseriebranche Niveau 4 CREBO-nummer: 55011 elatie eindtermen en toetstermen deelkwalificatie Bedrijfsbeheer Carrosseriebranche Niveau 4 CEBO-nummer: 55011 Eindterm Markering en Verkoop 1 De kandidaat kan de doelstellingen en de fasen van een marktonderzoek

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij

Nadere informatie

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten

Nadere informatie

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgaven COST & MANAGEMENT ACCOUNTING MAANDAG 6 OKTOBER 2014 12.00 UUR 14.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad.

Nadere informatie

TECHNISCH JAARVERSLAG 2010

TECHNISCH JAARVERSLAG 2010 TECHNISCH JAARVERSLAG 2010 Henk van Vliet Inhoudsopgave Algemeen Pag 3 Kwaliteitsbeleid Pag 4 Inbouwbedrijven Pag 5 Certificaten Pag 6 Organisatie kwaliteitsbewaking inbouw Pag 9 Periodieke keuringen Pag

Nadere informatie

Algemene voorwaarden VEGA Nederland B.V. - België

Algemene voorwaarden VEGA Nederland B.V. - België Algemene voorwaarden VEGA Nederland B.V. - België 1. Algemene clausule: Wij leveren alleen aan bedrijven die bij de KvK geregistreerd zijn, wij verkopen niet aan particulieren. De onderhavige algemene

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Eindexamen havo m&o 2013-I

Eindexamen havo m&o 2013-I Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. Bij deze opgave worden de belastingen buiten beschouwing gelaten. Peter de Beer is de eigenaar van een klein autobedrijf (FIAT De Beer

Nadere informatie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie

administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Examen VMBO-GL 2017 gedurende 210 xxx minuten CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Nadere informatie

Belanghebbenden. Relevant en betrouwbaar 1 punt Intern en extern. Geen informatie om organisatie mee te besturen

Belanghebbenden. Relevant en betrouwbaar 1 punt Intern en extern. Geen informatie om organisatie mee te besturen Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. De paginaverwijzingen in dit antwoordmodel zijn gebaseerd op het reguliere

Nadere informatie

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN 4 Soorten berekeningen 12 AUGUSTUS 2013 IR. PAUL DURLINGER Durlinger Consultancy Management Summary In dit paper worden vier methoden behandeld om veiligheidsvoorraden te

Nadere informatie

Algemene voorwaarden - v2

Algemene voorwaarden - v2 Algemene voorwaarden - v2 Aapje4Kids 18-01-2011 Algemene Voorwaarden Artikel 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: 1. Ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die producten en/of diensten

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOSERVICE MAZELAND BV

ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOSERVICE MAZELAND BV ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOSERVICE MAZELAND BV ALGEMEEN Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle aan Autoservice Mazeland B.V. verstrekte opdrachten met betrekking tot reparatie en onderhoud

Nadere informatie

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet?

Nadere informatie

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet 3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet 3.1 Inleiding De overheid profiteert mee van elke aankoop die wordt gedaan. Want iedere ondernemer is verplicht aan de fiscus omzetbelasting (btw) af

Nadere informatie

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning instructie Transportmanagementondersteuning 3 (CLO10.3/CREBO:50197) pi.clo10.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.

Nadere informatie

Handleiding BTW heffing op tabak. De oude en nieuwe BTW-heffing. Veenendaal, 17 juni 2013

Handleiding BTW heffing op tabak. De oude en nieuwe BTW-heffing. Veenendaal, 17 juni 2013 Veenendaal, 17 juni 2013 Handleiding BTW-heffing op tabak Per 1 juli 2013 vindt een wijziging plaats in de BTW-heffing op tabak. Deze maatregel betekent dat u BTW op tabak voortaan kunt meenemen in uw

Nadere informatie

Toetstermen Management Schadeherstel niveau 4 (CREBO-nummer 55012) (Versie 03, augustus 2003)

Toetstermen Management Schadeherstel niveau 4 (CREBO-nummer 55012) (Versie 03, augustus 2003) 1.1.1 Keuringen. Techniek Eindterm 5 1.1.1.1 Kennis hebben van de structuur en werkzaamheden van de RDW. 1.1.1.2 Weten wanneer en om welke reden een keuring bij de RDW dient te worden aangevraagd. 1.1.1.3

Nadere informatie

Rapportage december (Voorbeeld) Brancherapport Bedrijfsvergelijk - Autobedrijf Fictief - Kosterijland 15 3981 AJ Bunnik. Periode: December, 2013

Rapportage december (Voorbeeld) Brancherapport Bedrijfsvergelijk - Autobedrijf Fictief - Kosterijland 15 3981 AJ Bunnik. Periode: December, 2013 Rapportage december (Voorbeeld) Brancherapport Bedrijfsvergelijk Autobedrijf Fictief Kosterijland 15 3981 AJ Bunnik Periode: December, 2013 Gekozen vergelijkingsgroep: alle organisaties Aantal organisaties

Nadere informatie

Handleiding BTW-heffing op tabak.

Handleiding BTW-heffing op tabak. Handleiding BTW-heffing op tabak. Per 1 juli 2013 vindt een wijziging plaats in de BTW-heffing op tabak. Deze maatregel betekent dat u BTW op tabak voortaan kunt meenemen in uw maand- of kwartaalaangifte.

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

2. Prijzen Onze prijzen zijn inclusief BTW.

2. Prijzen Onze prijzen zijn inclusief BTW. 1. Alle afspraken op schrift Wij streven er naar onze afspraken over de prijs, eigenschappen van het te leveren product, levertijd, tijdstip van betaling e.d. zoveel mogelijk schriftelijk vast te leggen.

Nadere informatie

Praktisch boekhouden Examennummer: 58462 Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Praktisch boekhouden Examennummer: 58462 Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Praktisch boekhouden Examennummer: 58462 Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 9 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 4 minicases met 12 open vragen (maximaal

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 4 Examenopgaven Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Algemene voorwaarden Computerhulp 2012

Pagina 1 van 7. Algemene voorwaarden Computerhulp 2012 Pagina 1 van 7. Algemene voorwaarden Computerhulp 2012 Pagina 2 van 7. Algemeen Algemene voorwaarden worden vaak terecht gezien als 'moeilijke kleine lettertjes'. Wij (Robin Krooshof Services en ICTWaarborg)

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Let op: Registreren kan slechts met één emailadres per gebruiker. Controleer of u ingelogd bent als u de cijfers gaat invullen.

Let op: Registreren kan slechts met één emailadres per gebruiker. Controleer of u ingelogd bent als u de cijfers gaat invullen. Instructie voor het invullen van de online tool Op http://retailmarketingapp.nl/kapper/ is het in te vullen model te vinden. Voordat u de tool kunt gebruiken, dient u zich eerst te registreren. Dit kunt

Nadere informatie

Bedrijfsoriëntatie 2 BEDRIJFSORIËNTATIE 2 (CAL01.2/CREBO:50211)

Bedrijfsoriëntatie 2 BEDRIJFSORIËNTATIE 2 (CAL01.2/CREBO:50211) BEDRIJFSORIËNTATIE 2 (CAL01.2/CREBO:50211) sd.cal01.2.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze,

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Paragraaf 5.1 1. Ondernemingsrecht a. Wat is economisch en juridisch gezien het verschil in benadering bij de diverse ondernemersvormen? b. Waartoe dient het ondernemingsrecht?

Nadere informatie

VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST

VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST - LEERLING SuccesformulesVoorkant_Opmaak 1 06-10-14 10:08 Pagina 1 VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST 1 anigap 80:01 41-01-60 1 kaampo_tnakroovselumrofseccus

Nadere informatie

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn?

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? Vragen hoofdstuk 3: De onderneming nader bekeken OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? 2. Noem minimaal drie

Nadere informatie

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 3 cases met elk

Nadere informatie

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Automotivescan De Automotivescan 2014 is 464 x ingevuld: 4 van de respondenten heeft een merk-garagebedrijf en 5 is universeel. 71% heeft een

Nadere informatie