Behandeling van koorts bij neutropenie in poliklinische setting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Behandeling van koorts bij neutropenie in poliklinische setting"

Transcriptie

1 Behandeling van koorts bij neutropenie in poliklinische setting Outpatient therapy for febrile neutropenia Auteurs B.H. Roerig, S.M.G.J. Daenen en E. Vellenga Trefwoorden chemotherapie-geïnduceerde neutropenie, koorts, orale antibiotica, poliklinische behandeling, risicostratificatie Keywords chemotherapy-induced neutropenia, fever, oral antibiotics, outpatient treatment, risk stratification Samenvatting Koorts bij door chemotherapie-geïnduceerde neutropenie in poliklinische setting wordt gevreesd vanwege het hoge risico op mortaliteit en morbiditeit. Slechts een beperkte groep patiënten heeft een gecompliceerd beloop. Risicostratificatiemodellen die gebruik maken van klinische en biochemische parameters, zoals interleukine 8, kunnen patiënten identificeren met een laag of verhoogd risico op een gecompliceerd verloop als gevolg van bacteriëmie of ander infectieus focus. Deze patiënten, met name die met lage interleukine 8-waarden, komen in aanmerking voor behandeling met orale antibiotica in poliklinische setting. Profylactisch gebruik van antibiotica en groeifactoren lijkt van waarde te zijn en bij te dragen aan de mogelijkheden voor het behandelen van koorts bij neutropenie in poliklinische setting. (Ned Tijdschr Hematol 2010;7:24-30) Summary Chemotherapy-induced neutropenia and fever in outpatient setting is feared for its high risk of mortality and morbidity. Only a limited group of patients has a complicated course. Risk stratification models using clinical and biochemical parameters, like interleukin-8, can identify patients who are at low or high risk for a complicated course due to bacteremia or other infectious cause. These patients, especially those with low interleukine 8 levels, may be treated with oral antibiotics in an outpatient setting. Profylactic use of antibiotics and growthfactor seems to be of value and contributes to the possibilities of treating fever and neutropenia in outpatient setting. Inleiding Met de uitbreiding van behandelingsmogelijkheden met onder andere nieuwe chemotherapeutica, beenmerg- en stamceltransplantaties en immuuntherapie, is grote vooruitgang geboekt in de behandeling van hematologische maligniteiten. Chemotherapiegeïnduceerde neutropenie is de belangrijkste risicofactor voor het optreden van infecties. Van neutropenie wordt gesproken als het aantal neutrofiele granulocyten <0,5 x 10 9 /l is, of <1,0 x 10 9 /l en verwacht wordt verder te dalen door de reeds gegeven chemotherapie. Een gebruikelijke definitie van koorts is een axillaire lichaamstemperatuur boven 38,5 C of boven 38 C gedurende 24 uur, al hanteren sommige auteurs lagere grenswaarden voor koorts. Bij 15% van de kankerpatiënten die poliklinisch behandeld worden met chemotherapie leidt koorts en neutropenie tot 1 of meerdere ziekenhuisopnames. De mortaliteit binnen deze groep opgenomen patiënten varieert van 8,0% bij patiënten met 24

2 solide tumoren, tot 14,3% bij patiënten met een hematologische maligniteit. Vooral het hebben van comorbiditeit verhoogt het risico op overlijden van 2,6% zonder comorbiditeit tot 21,4% bij patiënten met meer dan 1 belangrijke vorm van comorbiditeit. De hoogste mortaliteit wordt gezien bij patiënten met een gedocumenteerde infectie. 1 De uitkomsten worden bepaald door onder andere de onderliggende aandoening, type chemotherapie en het optreden van mucositis, maar vooral door de duur en ernst van de neutropenie. De behandeling voor patiënten met koorts en chemotherapie-geïnduceerde neutropenie bestaat conventioneel uit ziekenhuisopname en empirische intraveneuze breedspectrumantibiotica, tot de neutropenie en koorts verdwenen zijn. Deze strategie draagt in belangrijke mate bij aan de reductie van morbiditeit en mortaliteit van sepsis. 2 Patiënten met koorts en neutropenie zijn echter een sterk heterogene groep waarvan tussen de 30-70% een mild beloop heeft en wellicht zou kunnen volstaan met een minder intensieve behandeling. 3 Onder impuls van Talcott et al. en Malik et al. is er een tendens om neutropene patiënten met koorts poliklinisch te behandelen met orale antibiotica. 4,5 Het identificeren van laagrisicopatiënten kan helpen in het terugdringen van ziekenhuisopnames, gebruik van en blootstelling aan antibiotica en superinfecties met multiresistente nosocomiale pathogenen. Dit artikel geeft een overzicht van aspecten die een rol spelen bij de mogelijkheden tot poliklinische behandeling van volwassen patiënten die zich presenteren met koorts en chemotherapie-gerelateerde neutropenie. Verwekkers In ongeveer een derde van alle infecties bij patiënten met koorts en neutropenie wordt een verwekker aangetoond. Bacteriële verwekkers zijn altijd de voornaamste groep geweest. Vanaf de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw is er een verschuiving geweest van vooral grampositieve bacteriën, zoals Staphylococcus aureus, naar gramnegatieve bacteriën, zoals Escherichia coli, Klebsiella- en Pseudomonas-species. In de jaren negentig van de negentiende eeuw werd in toenemende mate coagulasenegatieve Stafylococcus-, Streptococcus- en Enterococcus-species gezien. De Enterococcus faecium is een belangrijke verwekker, waartegen in toenemende mate resistentie tegen onder andere vancomycine wordt gevonden. Een studie van de European Organisation for Research and Treatment of Cancer heeft laten zien dat tussen de jaren 1993 en 2000 de incidentie van gramnegatieve verwekkers is gestegen van 6,5% naar 12%. De relatie met het profylactisch gebruik van antibiotica lijkt hiervan los te staan. 6 Schimmels en gisten worden in toenemende mate als verwekkers aangetoond en kunnen tot ernstige ziektebeelden leiden met hoge mortaliteit. Neutropenie is hierbij een sterke indicator van een slechte prognose. 7 In de jaren 80 van de negentiende eeuw werden vooral Candida-species gevonden, thans vaker Aspergillus-species en dan vooral Aspergilllus fumigatus, mogelijk mede door veelvuldig gebruik van azolen (vooral fluconazol en in beperkte mate voriconazol, itraconazol en posaconazol). In een minderheid van de gevallen zijn virale verwekkers verantwoordelijk zoals herpessimplex-, zoster-varicella-, epstein-barr- en cytomegalovirus of protozoën (Toxoplasma gondii), maar het al of niet optreden wordt sterk bepaald door de mate van stoornis in de cellulaire immuniteit als gevolg van het chemotherapieschema (bijvoorbeeld fludarabine of alemtuzumab) of het type transplantatie. Management Hematologische en oncologische patiënten die zich presenteren met koorts en neutropenie dienen beoordeeld te worden door ervaren artsen, bij voorkeur in het ziekenhuis waar ze hun chemotherapiebehandeling ondergaan. Aanvullend op de anamnese gericht op focale klachten, hoort grondig lichamelijk onderzoek met onder andere specifieke aandacht voor inspectie van de mond-keelholte, gericht op mogelijke aanwezigheid van herpes-simplexlaesies of orale candidiasis, bevindingen passend bij sinusitis en inspectie van de perianale regio. Aansluitend dienen naast kweken van sputum en urine ook perifere bloedkweken te worden afgenomen en, indien aanwezig, ook uit centraal veneuze catheters. Het overige aanvullend onderzoek bestaat vaak uit een X-thorax en op indicatie een X-sinussen, hoewel routinematige bepaling maar van beperkte waarde is. 8 De hoge mortaliteit van met name sepsis door Pseudomonas auruginosa (rond de 90%), vaak in de eerste 48 uur, is een belangrijk argument geweest voor middelen, al dan niet in verschillende combinaties, met een sterk anti-pseudomonas-effect. Deze behandelingsmodaliteit heeft geleid tot een dramatische reductie van bacteriëmie-geassocieerde mortaliteit tot beneden de 5%. 2 Schema s gebaseerd op empirisch gebruik van antibiotica zijn lang de grondslag geweest van een veelheid aan richtlijnen. 6 Een meta-analyse en systematische review van v o l. 7 nr n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e

3 Tabel 1. Risicostratificatiemodel van The Multinational Association for Supportive Care in Cancer. 15 Kenmerk leeftijd <60 jaar 2 poliklinische behandeling 3 klinische status bij presentatie: geen of milde klachten 5 matig ernstige klachten 3 geen hypotensie (systolische bloeddruk >90 mmhg) 5 geen dehydratie (waarvoor intraveneuze suppletie) 3 co-morbiditeit Punten geen COPD 4 solide maligniteit of hematologische maligniteit zonder voorgaande invasieve 4 schimmel- of gistinfectie Indien een kenmerk aanwezig is, worden punten toegekend. Bij een totaalscore >20 geldt de patiënt als laag risico (<10%) op het ontwikkelen van ernstige medische complicaties gedurende de neutropene fase. COPD=chronic obstructive pulmonary disease. studies bij hematologische en oncologische patiënten met koorts bij neutropenie en die met intensieve chemotherapie worden behandeld, laten zien dat monotherapie met een bétalactamantibioticum antibioticum met anti-pseudomonas-activiteit veelal effectief is en dat ceftazidime, piperacilline/tazobactam, imipenem/cilastatin en meropenem, wat betreft effect op mortaliteit, equivalent zijn. 9 Het initieel starten met een glycopeptide in deze setting is niet zinvol en ook het empirisch toevoegen aan het regime bij aanhoudende neutropenie en koorts zonder aangetoonde verwekker is niet zinvol. 10 Het toevoegen van amfotericine B als antischimmeltherapie, na 4 tot 7 dagen persisterende koorts ondanks breedspectrumantibiotica, verlaagt het risico op een invasieve schimmelinfectie met 50-80% en de daaraan gerelateerde mortaliteit met 23-45% bij patiënten met een hematologische maligniteit die met intensieve chemotherapie worden behandeld. 11 In centra waar de beschikking is over galactomannanmetingen met voldoende sensitiviteit, gecombineerd met een hoge resolutie CT-scan wordt tegenwoordig dit zuiver empirische beleid vervangen door een preëmptieve benadering. 12 Risicostratificatie Er zijn 2 veel gebruikte risicostratificatiemodellen waarop onderzoeken met behandelstrategieën voor patiënten met koorts en neutropenie zijn gebaseerd. Talcott et al. ontwikkelden een model op basis van een retrospectieve single-center studie waarbij 261 episoden van koorts bij neutropenie in 184 patiënten met een hematologische of oncologische maligniteit en die werden behandeld met chemotherapie zijn geanalyseerd. 4 Drie groepen patiënten hadden een hoger risico variërend van 31 tot 55% op ernstige complicaties versus een vierde groep waarin dit beperkt was tot 12%. Binnen deze laagrisicogroep werd geen mortaliteit gezien versus 12-23% in de andere groepen. De belangrijkste risicofactoren voor ernstige complicaties waren: hospitalisatie, co-morbiditeit waarvoor opname noodzakelijk was (zoals hypotensie, respiratoire insufficiëntie of veranderd bewustzijn) en progressieve ziekte van de onderliggende maligniteit. Dit voorspelde een risico van 31-41% op een levensbedreigende situatie indien de patiënt behandeld werd met chemotherapie, terwijl dit voor patiënten zonder deze kenmerken 2% bedroeg. Het model is vervolgens in een prospectieve studie met 444 patiënten (61% met een solide maligniteit en 39% met een hematologische maligniteit) gevalideerd, waarbij de laagrisicogroep (n=104) 5% ernstige complicaties ondervond en geen mortaliteit werd gezien. 13 Kritiek op het model is de beperkte toepasbaarheid en een sensitiviteit van slechts 30%. Bovendien waren er veel misgeclassificeerde patiënten (59%). Een ander model van de Multinational Association of Supportive Care in Cancer (MASCC) is gebaseerd op gegevens van 756 patiënten (64% met een solide maligniteit en 44% met een hematologische maligniteit), met een ongecompliceerd beloop van koorts en neutropenie. 14 Kenmerken, zoals leeftijd onder de 60 jaar, 26

4 Tabel 2. Vergelijking van de risicostratificatiemodellen van Talcott et al. en The Multinational Association for Supportive Care in Cancer (MASCC) voor patiënten met kanker, koorts en neutropenie. 4,15 Kenmerk Talcott et al. MASCC voorspelt aantal patiënten in laagrisicogroep sensitiviteit specificiteit positief voorspellende waarde negatief voorspellende waarde globale misclassificatie dood onder laagrisicogroep 3 2 poliklinische behandeling, geen of weinig klachten van de onderliggende aandoening, solide tumoren, afwezigheid van schimmelinfecties bij hematologische maligniteiten, geen dehydratie, geen chronische obstructieve longziekten en geen hypotensie, werden gewogen in een scoresysteem (zie Tabel 1 op pagina 26 ). Een score van 21 of meer voorspelt een ongecompliceerd beloop met een sensitiviteit van 80%, een specificiteit van 71%, een positief voorspellende waarde van 94% en een negatief voorspellende waarde van 39%. Kritiek op dit model is onder andere beperkte validatie in de poliklinische setting. Voordelen ten opzichte van het Talcott-model zijn een lager misclassificatiepercentage en een sterke verbetering van identificatie van laagrisicopatiënten (zie Tabel 2). 15 Het blijft echter moeilijk om het beleid bij de individuele patiënt te bepalen omdat er nog een ruime marge van onzekerheid blijft. Orale versus intraveneuze antibiotica In een Cochrane-review door Vidal et al., geüpdatet in 2007, werden 16 studies en 2 conference proceedings geanalyseerd, betreffende verschillende strategieën met orale en intraveneuze antibiotica op primaire eindpunten van mortaliteit door alle oorzaken, infectie-gerelateerde dood en therapiefalen, bij zowel hematologische als oncologische patiënten die behandeld werden met chemotherapie in poliklinische setting. 16 De criteria voor selectie van patiënten die behandeld werden met orale antibiotica in de geanalyseerde studies, zijn niet altijd gebaseerd op identificatie van laagrisicopatiënten, zoals in de modellen van Talcott et al. en de MASCC, maar waren veelal aangevuld met andere criteria: hemodynamische stabiliteit, geen orgaanfalen, vermogen tot nemen van orale antibiotica, geen pneumonie, geen infectie van een centraal veneuze catheter, geen ernstige weke-deleninfectie, geen acute leukemie als onderliggend lijden en geen bekende medicatieovergevoeligheid (tegen gebruikte medicatie). De gebruikte antibiotica betroffen een quinolone (ciproxine of ofloxacine), cefixime of clindamycine, in combinatie met amoxicilline-clavulaanzuur of een equivalent hiervan. Strategiën waarbij antibiotica oraal werden gegeven, gingen niet gepaard met een verhoogde mortaliteit. Zes studies (n=961; 61,5% met een solide maligniteit, 31% met een hematologische maligniteit, 7,5% met een overige aandoening, zoals aplastische anemie) met patiënten die initieel empirische behandeling kregen met orale antibiotica, hadden totaal 14 en 17 doden in de oraal respectievelijk intraveneus behandelde groep ( risk ratio (RR): 0,83; 95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 0,43-1,62). In 3 studies (n=431; 38% met een solide maligniteit en 62% met een hematologische maligniteit), waarbij de initiële behandeling met intraveneuze antibiotica korte tijd later omgezet werd naar orale therapie, was het relatieve risico op overlijden ook niet significant verschillend (RR 1,38; 95%-BI 0,45-4,22). 16 De huidige richtlijnen adviseren om alle patiënten met koorts en neutropenie op te nemen en intraveneuze breedspectrumantibiotica te geven. Laagrisicopatiënten die na 48 uur geen koorts meer hebben en bij wie het neutrofiele granulocytenaantal 0,5 x 10 9 /l is, kunnen overgezet worden op orale antibiotica, bestaande uit een quinolone gecombineerd met amoxicilline-clavulaanzuur, indien mogelijk, in poliklinische setting. 17 Profylactische behandelingen Potentieel effectieve maatregelen om infecties of ernstige complicaties van neutropenie te voorkomen zijn profylactisch gebruik van antibiotica en granulocytkolonie-stimulerende factor (G-CSF). 18,19 Fluoroquinolonen zijn meestal de eerste keuze bij profylactisch gebruik van antibiotica, vanwege brede 27 v o l. 7 nr n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e

5 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Het Multinational Association of Supportive Care in Cancer -model voor het identificeren van patiënten met een laag risico op complicaties heeft de voorkeur (zie Tabel 2). 2. Patiënten met een laag risico op complicaties die in de eerste 48 uur na opname geen koorts meer hebben en een neutrofiele granulocytenaantal 0,5 x 10 9 /l hebben, kunnen veilig behandeld worden met orale antibiotica bestaande uit een quinolone gecombineerd met amoxicilline-clavulaanzuur. 3. Onderzoek om patiënten antibiotica te onthouden, gebruik makend van een beslismodel op basis van interleukine 8, dient gevalideerd te worden. antimicrobiële dekking, goede orale resorptie, farmacologische beschikbaarheid en behoud van anaerobe darmflora. 19 In 2008 publiceerde het National Comprehensive Cancer Network een richtlijn waarin geadviseerd wordt om profylactisch antibiotica te geven aan patiënten met een intermediair of hoog risico op infectie. Deze richtlijn is gebaseerd op een meta-analyse van Gafter-Gvilli et al., waarbij een mortalitetisreductie van 34% werd gezien. 20 Dit kon echter, vanwege relatief weinig laagrisicopatiënten niet voor deze groep worden aangetoond. Met 2 belangrijke studies, de GINEMA- en SIGNIFICANTstudie, waarin grotere aantallen laagrisicopatiënten later aan de oorspronkelijke meta-analyse zijn toegevoegd door Leibovici et al., werden de gevonden voordelen ook voor laagrisicopatiënten aangetoond, met een mortaliteitsreductie van 42% (RR 0,58; 95%-BI 0,4-0,75). 21 Bij patiënten met solide tumoren en lymfomen in de eerste behandelcyclus met chemotherapie werd een mortaliteitsreductie gezien van 52% (RR 0,48; 95%-BI 0,26-0,88). Het profylactisch geven van antibiotica moet gewogen worden tegen het risico op antibioticaresistentie. Het European Antimicrobial Resistance Surveillance System rapporteerde dat tussen 1999 en 2006 resistentie tegen quinolonen in meer dan 25% van de positieve kweken met Escherichia coli voorkwam. 19 Dit bleek uit gegevens van 1300 ziekenhuizen in 31 Europese landen. Studies naar het effect van resistentieontwikkeling bij gebruik van quinolonen bij laagrisicopatiënten ontbreken. Het nut van profylactisch gebruik van G-CSF bij van patiënten met een solide maligniteit of maligne lymfoom die cyclisch werden behandeld met chemotherapie werd aangetoond in een systematische review door Kuderer et al. 18 Het effect op infectiegerelateerde mortaliteit werd onderzocht in 12 studies (n=1.454), waarbij een mortaliteitsreductie van 45% (RR 0,55; 95%-BI 0,33-0,90) werd gezien bij patiënten met een solide maligniteit of maligne lymfoom. Het aantal episoden van koorts bij neutropenie (15 studies, n=3.182) verminderde met 46% (RR 0,54; 95%-BI 0,43-0,67). De voornaamste bijwerking was bot- en spierpijn en werd meer gezien bij G-CSF-gebruik (10,6% versus 19,6%). Een voordeel op de totale overleving kon niet worden beoordeeld. Desondanks wordt voor behandelingen, waarbij het risico op koorts bij neutropenie groter is dan 20%, gebruik van G-CSF geadviseerd bij patiënten die poliklinisch worden behandeld voor een hematologische of oncologische maligniteit. 22,23 Dit betreft echter niet patiënten met een myeloïde maligniteit, waaronder acute myeloïde leukemie of myelodysplastisch syndroom. Biochemische markers Meerdere studies hebben onderzocht of biochemische markers beslismodellen kunnen aanvullen om laagrisicopatiënten te identificeren in de poliklinische setting. Voor procalcitonine, monocytchemotactisch proteïne, mannosebindendlectine, interleukine (IL)-6 en IL-8 is dit in wisselende mate aangetoond. 22,24-26 Alleen met IL-8 is een klinische studie uitgevoerd waarbij het resultaat is opgenomen in een beslismodel. Hierbij waren poliklinische patiënten met een hematologische of een oncologische maligniteit, die zich presenteerden vanwege koorts en neutropenie, ingedeeld op basis van bevindingen bij lichamelijk onderzoek, aangevuld met een IL-8-bepaling. Patiënten werden als laagrisicopatiënten geclassificeerd als bij aanvang en na 24 uur de IL-8-spiegel <60 ng/l was. In het geval dat de eerste of tweede bepaling van IL-8 >60 ng/l was, vond (her)classificatie naar gemiddeld risico plaats. Hoogrisicopatiënten waren patiënten bij wie klinische verschijnselen van een bacteriële infectie of sepsis aanwezig waren. Patiënten met een gemiddeld en hoog risico kregen de standaardbehandeling, be- 28

6 staande uit ziekenhuisopname en intraveneuze breedspectrumantibiotica. Patiënten met een laag risico werden voor observatie opgenomen maar kregen geen behandeling. Er zijn 196 episoden van koorts met neutropenie geanalyseerd bij 128 patiënten, waarbij 39% als hoog risico werd geclassificeerd, 43% als intermediair risico en 18% als laag risico. Bij 6 van 42 patiënten bij wie de eerste IL-8 <60 ng/l was, werd na 24 uur een stijging gezien tot >60 ng/l en deze 6 werden dus als intermediair risico geclassificeerd en zodanig behandeld. Alle laagrisicopatiënten hadden een ongecompliceerd beloop en een gunstige uitkomst. Van alle 196 episoden was er in 11% sprake van een bacteriëmie, waarvan geen enkele bij laagrisicopatiënten. De mediane opnameduur was 3 dagen voor de laagrisicopatiënten en 7-8 dagen voor de intermediar- en hoogrisicopatiënten. Deze studie toont voor het eerst aan dat het haalbaar is om op basis van een risicostratificatiemodel antibiotica te onthouden bij poliklinische patiënten. 25 Vergelijkbare resultaten zijn verkregen voor klinische patiënten met koorts en neutropenie. 27 Conclusie Behandeling van koorts bij neutropenie stelt de behandelend arts voor een lastig dilemma. Hospitalisatie en intraveneuze breedspectrumantibiotica lijkt voor een deel van de patiënten niet nodig vanwege een mild beloop. Anderzijds is er het risico dat een patiënt, die poliklinisch wordt behandeld, toch een gecompliceerd beloop heeft. Risicostratificatiemodellen zijn een hulpmiddel om patiënten met een laag of verhoogd risico op complicaties te identificeren. Het ontbreekt echter aan een eenduidige, gevalideerde definitie van patiënten met een laag risico op een gecompliceerd beloop. Van de risicostratificatiemodellen is die van de MASCC te verkiezen boven die van Talcott et al., vanwege hogere sensitiviteit en betere toepasbaarheid, maar kent beperkingen. Een beslismodel waarin IL-8 gebruikt wordt om patiënten te identificeren bij wie antibiotica onthouden kan worden, behoeft verdere validatie maar is mogelijk nu al bijdragend in centra waar deze bepaling als spoedbepaling beschikbaar is. Hoewel behandeling van laagrisicopatiënten met orale antibiotica bestaande uit een quinolone gecombineerd met amoxicilline-clavulaanzuur veilig is, worden in afwachting van beter gevalideerde risicostratificatiemodellen vrijwel alle patiënten opgenomen en behandeld met intraveneuze breedspectrumantibiotica. Patiënten bij wie in de eerste 24 tot 48 uur na opname geen aanwijzingen zijn voor een gecompliceerd beloop, kunnen verder poliklinisch behandeld worden met orale antibiotica,bestaande uit een quinolone gecombineerd met amoxicilline-clavulaanzuur. Profylactisch gebruik van antibiotica al of niet gecombineerd met G-CSF kan overwogen worden bij een hoog risico op koorts en neutropenie. Referenties 1. Kuderer NM, Dale DC, Crawford J, Cosler LE, Lyman GH. Mortality, morbidity, and cost associated with febrile neutropenia in adult cancer patients. Cancer 2006;106: Carstensen M, Sorensen JB. Outpatient management of febrile neutropenia: time to revise the present treatment strategy. J Support Oncol 2008;6: Ellis M. Febrile neutropenia. Ann N Y Acad Sci 2008;1138: Talcott JA, Finberg R, Mayer RJ, Goldman L. The medical course of cancer patients with fever and neutropenia. Clinical identification of a low-risk subgroup at presentation. Arch Intern Med 1988;148: Malik IA, Khan WA, Karim M, Aziz Z, Khan MA. Feasibility of outpatient management of fever in cancer patients with low-risk neutropenia: results of a prospective randomized trial. Am J Med 1995;98: Glasmacher A, Von Lilienfeld-Toal M, Schulte S, Hahn C, Schmidt-Wolf IG, Prentice A. An evidence-based evaluation of important aspects of empirical antibiotic therapy in febrile neutropenic patients. Clin Microbiol Infect 2005;11 Suppl 5: Betts R, Glasmacher A, Maertens J, Maschmeyer G, Vazquez JA, Teppler H, et al. Efficacy of caspofungin against invasive Candida or invasive Aspergillus infections in neutropenic patients. Cancer 2006;106: Oude Nijhuis CS, Gietema JA, Vellenga E, Daenen SM, de Bont ES, Kamps WA, et al. Routine radiography does not have a role in the diagnostic evaluation of ambulatory adult febrile neutropenic cancer patients. Eur J Cancer 2003;39: Paul M, Yahav D, Fraser A, Leibovici L. Empirical antibiotic monotherapy for febrile neutropenia: systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. J Antimicrob Chemother 2006;57: Erjavec Z, Vries-Hospers HG, Laseur M, Halie RM, Daenen S. A prospective, randomized, double-blinded, placebo-controlled trial of empirical teicoplanin in febrile neutropenia with persistent fever after imipenem monotherapy. J Antimicrob Chemother 2000;45: Sharma A, Lokeshwar N. Febrile neutropenia in haematological malignancies. J Postgrad Med 2005;51 Suppl 1:S Verweij PE, Maertens J. The changing face of febrile 29 v o l. 7 nr n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e

7 neutropenia-from monotherapy to moulds to mucositis. Moulds: diagnosis and treatment. J Antimicrob Chemother 2009;63 Suppl 1:i31-i Talcott JA, Whalen A, Clark J, Rieker PP, Finberg R. Home antibiotic therapy for low-risk cancer patients with fever and neutropenia: a pilot study of 30 patients based on a validated prediction rule. J Clin Oncol 1994;12: Klastersky J, Paesmans M, Rubenstein EB, Boyer M, Elting L, Feld R, et al. The Multinational Association for Supportive Care in Cancer risk index: A multinational scoring system for identifying low-risk febrile neutropenic cancer patients. J Clin Oncol 2000;18: Innes H, Lim SL, Hall A, Chan SY, Bhalla N, Marshall E. Management of febrile neutropenia in solid tumours and lymphomas using the Multinational Association for Supportive Care in Cancer (MASCC) risk index: feasibility and safety in routine clinical practice. Support Care Cancer 2008;16: Vidal L, Paul M, Ben-Dor I, Pokroy E, Soares-Weiser K, Leibovici L. Oral versus intravenous antibiotic treatment for febrile neutropenia in cancer patients. J Antimicrob Chemother 2004;54: Marti FM, Cullen MH, Roila F. Management of febrile neutropenia: ESMO clinical recommendations. Ann Oncol 2009;20 Suppl 4: Kuderer NM, Dale DC, Crawford J, Lyman GH. Impact of primary prophylaxis with granulocyte colony-stimulating factor on febrile neutropenia and mortality in adult cancer patients receiving chemotherapy: a systematic review. J Clin Oncol 2007;25: Pascoe J, Steven N. Antibiotics for the prevention of febrile neutropenia. Curr Opin Hematol 2009;16: Gafter-Gvili A, Paul M, Fraser A, Leibovici L. Antibiotic prophylaxis in neutropenic patients. Isr Med Assoc J 2007;9: Leibovici L, Paul M, Cullen M, Bucaneve G, Gafter-Gvili A, Fraser A, et al. Antibiotic prophylaxis in neutropenic patients: new evidence, practical decisions. Cancer 2006;107: Crawford J, Caserta C, Roila F. Hematopoietic growth factors: ESMO recommendations for the applications. Ann Oncol 2009;20 Suppl 4: Pascoe J, Cullen M. The prevention of febrile neutropenia. Curr Opin Oncol 2006;18: Oude Nijhuis CS, Daenen SM, Vellenga E, Van der Graaf WT, Gietema JA, Groen HJ, et al. Fever and neutropenia in cancer patients: the diagnostic role of cytokines in risk assessment strategies. Crit Rev Oncol Hematol 2002;44: Oude Nijhuis NC, Kamps WA, Daenen SM, Gietema JA, Van der Graaf WT, Groen HJ, et al. Feasibility of withholding antibiotics in selected febrile neutropenic cancer patients. J Clin Oncol 2005;23: Sakr Y, Sponholz C, Tuche F, Brunkhorst F, Reinhart K. The role of procalcitonin in febrile neutropenic patients: review of the literature. Infection 2008;36: Tromp YH, Daenen SM, Sluiter WJ, Vellenga E. The predictive value of interleukin-8 (IL-8) in hospitalised patients with fever and chemotherapy-induced neutropenia. Eur J Cancer 2009;45: Ontvangen 25 augustus, geaccepteerd 23 december Correspondentieadres Dhr. drs. B.H. Roerig, hematoloog i.o. Dhr. dr. S.M.G.J. Daenen, internist-hematoloog Dhr. prof. dr. E. Vellenga, internist-hematoloog Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Hematologie Postbus RB Groningen Tel.: adres: b.h.roerig@int.umcg.nl Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 30

9 e Post-O.N.S. Meeting

9 e Post-O.N.S. Meeting 9 e Post-O.N.S. Meeting Neutropenie & Antibiotica resistentie Heleen Klein Wolterink Research verpleegkundige Medische Oncologie UMC Utrecht Schiphol introductie Neutropenie: Definitie Symptomen MASSC

Nadere informatie

Pegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12

Pegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12 Pegfilgrastim Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 21 augustus 2017 Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid2 is niet aangetroffen in het bestand. Casus Man met lymfoom en darmperforatie Na CHOP-kuur

Nadere informatie

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva An Joosten 30/03/2010 30/03/2010 1 Surveillance hemoculturen Inleiding Bloedstroom infecties (BSI) Predisponerende

Nadere informatie

De rol van dubbeltherapie bij de behandeling van ernstige Pseudomonas infecties

De rol van dubbeltherapie bij de behandeling van ernstige Pseudomonas infecties De rol van dubbeltherapie bij de behandeling van ernstige Pseudomonas infecties H.I. Bax, coördinator concept SWAB sepsis richtlijn Erasmus Medisch Centrum 11 juni 2009 1. Achtergrond 2. Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Preventing and managing life-threatening infections in patients with neutropenia

Preventing and managing life-threatening infections in patients with neutropenia 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Preventing and managing life-threatening infections in patients with neutropenia Neutropenie management Bertine van Voorthuizen Verpleegkundig Specialist Oncologie Meander

Nadere informatie

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist 3 juli 2013 Inhoud. Hoe het was. En nu? Complicaties Klinisch vraagstuk Wat gebeurt er? Rol van vroege NIV Hoe doen wij het? Conclusie

Nadere informatie

Chemotherapie geïnduceerde neutropenie: wat betekent dit voor de patiënt? Hans Gelderblom 18 november 2014

Chemotherapie geïnduceerde neutropenie: wat betekent dit voor de patiënt? Hans Gelderblom 18 november 2014 Chemotherapie geïnduceerde neutropenie: wat betekent dit voor de patiënt? Hans Gelderblom 18 november 2014 Definitie Neutrofiele granulocyten 0,5 x 10 E 9/L of < 1.0 en verwacht binnen 48hr 0,5 x 10 E

Nadere informatie

Samenvatting in. het Nederlands

Samenvatting in. het Nederlands 11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten

Nadere informatie

Van sepsis tot orgaanfalen

Van sepsis tot orgaanfalen Van sepsis tot orgaanfalen Hoe een infectie uit de hand kan lopen in neutropene patiënten 21 januari 2015 J.C. Regelink, internist hematoloog 4 th Nursing Symposoim Inhoud Historie Begrippen Sepis en orgaanfalen

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting. Nederlandstalige samenvatting en conclusies

Nederlandstalige samenvatting. Nederlandstalige samenvatting en conclusies Nederlandstalige samenvatting en conclusies In Nederland wordt elk jaar bij ongeveer 7000 patiënten een kwaadaardige aandoening van bloed of beenmerg vastgesteld. De vooruitzichten voor deze patiënten

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Gegevens tot en met 2015 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Presentatie onderzoek Oncologiedagen 18 november Saskia Verhoeven Verpleegkundig specialist MANP Jeroen Bosch Ziekenhuis

Presentatie onderzoek Oncologiedagen 18 november Saskia Verhoeven Verpleegkundig specialist MANP Jeroen Bosch Ziekenhuis Presentatie onderzoek Oncologiedagen 18 november 2014 Saskia Verhoeven Verpleegkundig specialist MANP Jeroen Bosch Ziekenhuis De acute zorg voor de oncologische patiënt met een verdenking op febriele neutropenie:

Nadere informatie

Azool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland

Azool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland Azool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland - Het totaal aantal aspergillose patiënten in Nederland Het totaal aantal gevallen van invasieve aspergillose in Nederland is niet goed bekend. Mijn

Nadere informatie

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

De klinisch apotheker op een chirurgische dienst

De klinisch apotheker op een chirurgische dienst De klinisch apotheker op een chirurgische dienst CASUÏSTIEK Apr. Karolien Walgraeve Symposium klinische farmacie 5 oktober 2013 OVERZICHT Casusvoorstelling Farmaceutisch probleem Fluconazole Tigecycline

Nadere informatie

Neutropenie bij ABVD. Mirjam Oudshoorn. Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker

Neutropenie bij ABVD. Mirjam Oudshoorn. Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker Neutropenie bij ABVD Mirjam Oudshoorn Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Naam:

Nadere informatie

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Frapper fort et frapper vite

Frapper fort et frapper vite Antibacteriële therapie van volwassenen met sepsis Frapper fort et frapper vite Jeroen van der Hilst Internist-infectioloog Frapper fort et frapper vite Paul Ehrlich, address to the 17th International

Nadere informatie

De oudere patiënt met kanker. Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016

De oudere patiënt met kanker. Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016 De oudere patiënt met kanker Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016 Kanker en ouderen (1) Stijging van het aantal 80 plussers van 4% (2009) naar 10% (2050). Bijna 60% van de maligniteiten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Koorts. Diagnostische valkuilen bij de oudere patiënt

Koorts. Diagnostische valkuilen bij de oudere patiënt Koorts Diagnostische valkuilen bij de oudere patiënt Koorts Sinds de Oudheid weet men dat verhoogde lichaamstemperatuur een teken van ziekte kan zijn Vanaf 16-17 e eeuw worden thermometers ontwikkeld 1868

Nadere informatie

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Endophthalmitis profylaxe Intravitreale (anti-vegf) injecties

Endophthalmitis profylaxe Intravitreale (anti-vegf) injecties Endophthalmitis profylaxe Intravitreale (anti-vegf) injecties Mirjam E.J. van Velthoven Risico op endophthalmitis bij IVI s Ophthalmic Surg Lasers Imaging Retina. 2014 Mar-Apr;45(2):143-9 Meta-analysis

Nadere informatie

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP)

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) Concept versie 30 oktober 2018 Auteurs: Dr. C. van Nieuwkoop, internist-infectioloog-acuut geneeskundige Drs. L. el Bouazzoui, longarts Drs. T. Pletting,

Nadere informatie

Think sepsis! Namens de expertgroep sepsis Ingmar Waardenburg, huisarts Enter Jolein Huttenhuis, SEH-arts ZGT

Think sepsis! Namens de expertgroep sepsis Ingmar Waardenburg, huisarts Enter Jolein Huttenhuis, SEH-arts ZGT Think sepsis! Namens de expertgroep sepsis Ingmar Waardenburg, huisarts Enter Jolein Huttenhuis, SEH-arts ZGT Wat is - volgens u - sepsis? Wat is volgens u sepsis? Mijn definitie... Een septische patiënt

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie.

Kinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie. Neonatale invasieve candida infectie Wat is een neonatale invasieve candida infectie? Een neonatale invasieve candida infectie is een infectie bij pasgeboren baby (vaak een baby die te vroeg geboren is)

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

De extractie van bacterieel en fungaal DNA uit verschillende lichaamsvloeistoffen

De extractie van bacterieel en fungaal DNA uit verschillende lichaamsvloeistoffen Een grote verscheidenheid aan bacteriën, virussen, schimmels en parasieten is verantwoordelijk voor de naar schatting 15 miljoen sterfgevallen per jaar als gevolg van infectieziekten. Infectieziekten gaan

Nadere informatie

5 Antimicrobieel beleid

5 Antimicrobieel beleid 5 Antimicrobieel beleid 5.1 Definities Koorts: éénmalig > 38.5 C uur of enkele uren > 38.0 C Neutropenie: neutrofiele granulocyten < 500/µL, wanneer deze niet bekend zijn wordt neutropenie verondersteld

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Osteonecrosis of the jaw (ONJ)

Osteonecrosis of the jaw (ONJ) INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric

Nadere informatie

Antimicrobial stewardship balans

Antimicrobial stewardship balans Franky Buyle, pharmd, phd Apotheek Multidisciplinair Infectie Team Hebben we nood aan een nationale infectiologie-gids? 12 maart 2019 VZA PUO Franky.buyle@uzgent.be Antimicrobial stewardship balans INDIVIDU

Nadere informatie

Oseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB

Oseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB Oseltamivir Herjan Bavelaar AIOS MMB Inhoudsopgave à Introduc5e à Globaal overzicht evidence algemene popula5e à IC- specifieke literatuur à Conclusie/ discussie Introduc5e Influenza Familie: Orthomyxoviridae

Nadere informatie

Staken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017

Staken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017 Staken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017 Inleiding Tegenwoordig overlijden patienten op de IC nadat wij besluiten met behandelen te staken

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie

Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie 10de PICU Thanksgiving symposium 26 November 2015 Dr. Jef Willems Intensieve Zorgen Pediatrie Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth Antibiotic

Nadere informatie

Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA

Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? 1. Wat zijn dat, reserve antibiotica? 2. Wat is

Nadere informatie

Een doodgewone schimmelinfectie? Géke Kamphof Senior verpleegkundige Hematologie Beenmergtransplantatie LUMC

Een doodgewone schimmelinfectie? Géke Kamphof Senior verpleegkundige Hematologie Beenmergtransplantatie LUMC Een doodgewone schimmelinfectie? Géke Kamphof Senior verpleegkundige Hematologie Beenmergtransplantatie LUMC Casus Man 37 jaar (Mark) Voorgeschiedenis 2013 aug : AML (1 e inductie HOVON 102) Sweet syndroom

Nadere informatie

7.13. Koorts bij neutropene patiënt

7.13. Koorts bij neutropene patiënt 7.13. Koorts bij neutropene patiënt 1. Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld als hulpmiddel bij het maken van een verantwoorde antibioticumkeuze. De richtlijnen zijn slechts indicatief. Het oordeel van

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Influenza patiënten op de IC

Influenza patiënten op de IC Influenza patiënten op de IC MDO praatje 12-01-2018 Rebecca Koch Astrid Hoedemaekers Influenza infectie Influenza A (H1N1 / H3N2); Influenza B IAV = virulent, pandemieën (vooral H1N1) Hoge graad van IC

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 145 Introductie Invasieve aspergillose is een levensbedreigende opportunistische schimmelinfectie. Dit betekent dat deze infectie in principe

Nadere informatie

CAR-T THERAPIE VOOR ACUTE LEUKEMIE: SUCCESSEN, UITDAGINGEN, OPEN VRAGEN

CAR-T THERAPIE VOOR ACUTE LEUKEMIE: SUCCESSEN, UITDAGINGEN, OPEN VRAGEN DIENST HEMATOLOGIE UZ GENT CAR-T THERAPIE VOOR ACUTE LEUKEMIE: SUCCESSEN, UITDAGINGEN, OPEN VRAGEN PENTALFA 15 NOVEMBER 2018 Prof. Dr. Tessa Kerre UZG ACUTE LEUKEMIE: ALL VS AML VS MPAL 2 ALL VS AML Hematopoëse

Nadere informatie

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Geen (potentiële) belangenverstrengeling Azacitidine, een gekke oorzaak van crazy paving M. Roeven; M. Cruijsen; W. van der Velden, Casus

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur

Nadere informatie

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire

Nadere informatie

Susanne van Santen Internist- intensivist Venticare 2019

Susanne van Santen Internist- intensivist Venticare 2019 Ernstige tologie op de IC Susanne van Santen Internist- intensivist susanne.van.santen@mumc.nl Venticare 2019 Even voorstellen Marie, 57 jaar myelofibrose 9 dagen na allogene stamceltx fors benauwd sat

Nadere informatie

SEPSIS 3.0. Σήψις: the process by which flesh rots, swamps generate foul airs, and wounds fester (Hippocrates 700 bce)

SEPSIS 3.0. Σήψις: the process by which flesh rots, swamps generate foul airs, and wounds fester (Hippocrates 700 bce) SEPSIS 3.0 Σήψις: the process by which flesh rots, swamps generate foul airs, and wounds fester (Hippocrates 700 bce) Mariëlle Van der Steen, Martini Ziekenhuis Groningen Prof. P. Pickkers, Radboud Universiteit

Nadere informatie

Behandeling van het acute herseninfarct

Behandeling van het acute herseninfarct Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige

Nadere informatie

Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom

Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom Workshop Flowcytometrie in MDS 5 september 2012 Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom Canan Alhan VU Medisch Centrum Cancer Center Amsterdam Klinische prognostische

Nadere informatie

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren GUIDELINES PBO CONTROLE bij solide tumoren 1 Algemene richtlijnen Witte bloedcellen Een grondige klinische evaluatie van de neutropene patiënt is essentieel. Bij de minste twijfel, gelieve met ons contact

Nadere informatie

KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT

KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT U BENT NIET ALLEEN. Toehoorders 50 40 30 20 10 0 KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID (OVER)LEVEN EEN DING MOET IK MIJN VERMOEIDHEID

Nadere informatie

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Vroeg-detectie van Invasieve Aspergillose door middel van analyse van uitademingslucht. M.G. Gerritsen, arts-onderzoeker

Vroeg-detectie van Invasieve Aspergillose door middel van analyse van uitademingslucht. M.G. Gerritsen, arts-onderzoeker Vroeg-detectie van Invasieve Aspergillose door middel van analyse van uitademingslucht M.G. Gerritsen, arts-onderzoeker Invasieve Aspergillose Aspergillus Schimmel overal aanwezig in omgevingslucht Bij

Nadere informatie

Wondinfecties na colorectale ingrepen: rationale, praktische problemen en geleerde lessen van de PreCaution trial

Wondinfecties na colorectale ingrepen: rationale, praktische problemen en geleerde lessen van de PreCaution trial Wondinfecties na colorectale ingrepen: rationale, praktische problemen en geleerde lessen van de PreCaution trial T. Mulder, M.F.Q.Kluytmans-van den Bergh, M.J.M. Bonten, J.A.J.W. Kluytmans Peri-operatieve

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts

Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts Mede dankzij de steun van Q- support vindt er onderzoek naar Q- koorts plaats. Q- support heeft 2 miljoen van haar budget uitgegeven aan ondersteuning van wetenschappelijk

Nadere informatie

Het PSA dilemma: wel of niet bepalen?

Het PSA dilemma: wel of niet bepalen? Het PSA dilemma: wel of niet bepalen? Bin Kroon Uroloog Rijnstate 1 Achtergrond prostaatkanker Jaarlijks 9000 nieuwe gevallen Jaarlijks 3000 doden Gevorderde ziekte niet te cureren PSA: vroegdetectie Screenen

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%

Nadere informatie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care

Nadere informatie

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Triage Risk Screening Tool (TRST) Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van

Nadere informatie

Secundaire ijzerstapeling

Secundaire ijzerstapeling Secundaire ijzerstapeling een belangrijke chronische transfusiecomplicatie Marlijn Hoeks Hematoloog io Radboudumc PhD student CCTR Sanquin Research Leiden 29-11-2017 1 Inhoud Achtergrond secundaire ijzerstapeling

Nadere informatie

Wat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk

Wat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk Wat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk Paul Geels, arts-adviseur 24 januari 2018 Disclosure relevante belangen Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen BRMO Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Geriatrische oncologische zorg: nieuwe ontwikkelingen voor oudere patiënten. Beter beslissen? Beter behandelen?

Geriatrische oncologische zorg: nieuwe ontwikkelingen voor oudere patiënten. Beter beslissen? Beter behandelen? Geriatrische oncologische zorg: nieuwe ontwikkelingen voor oudere patiënten Beter beslissen? Beter behandelen? Prof. Dr. Kees Punt Medische Oncologie Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

V. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

V. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Appropriate antibiotic use for patients with complicated urinary tract infections in 38 Dutch hospital departments: variation and the relation to length of hospital stay V. Spoorenberg Arts-onderzoeker,

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Manueeltherapeutische classificaties voor lage-rugpijn: uitdaging voor de toekomst. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. Janusz Bromboszcz Opbouw Relevantie van classificaties voor MT Profielen KNGF-richtlijn

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten?

Literatuuronderzoek. Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten? HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Literatuuronderzoek Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten? Michelle Entius 500635128 LV13-3IKZ1 Stagebegeleiders: Anetha van Waveren Samantha Carrot Literatuuronderzoek Inhoudsopgave

Nadere informatie

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen De rol van apc en steroiden Peter Pickkers Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen NIVAS 2012 De controverse omtrent APC, Eli-Lilly en de Surviving Sepsis Campaign De studies De sponsering Het commentaar

Nadere informatie

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis Dr. Danielle Van der beek Huisartsensymposium 12 maart 2016 Bacteriële meningitis Empirische therapie Volwassenen > 18 jaar en < 50 jaar Volwassenen > 50

Nadere informatie

Acute myeloïde leukemie. Annoek Broers 7e nascholing hematologie 20-03-2014

Acute myeloïde leukemie. Annoek Broers 7e nascholing hematologie 20-03-2014 Acute myeloïde leukemie Annoek Broers 7e nascholing hematologie 20-03-2014 Bloedcelvorming - hematopoiese selfrenewal Multilineage differentiation Acute myeloïde leukemie - AML Normaal beenmerg Bloedarmoede

Nadere informatie

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? TRIP Symposium 29 november 2007 Cynthia So, internist Sanquin Bloedbank ZW Inhoud presentatie Waarom bloed besparen? Wat is er aan evidence? Lopende studies Waarom

Nadere informatie

SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY) Anemie is een onvermijdelijk gevolg van malaria-infecties door Plasmodium falciparum, vooral in gebieden waar zeer veel malaria voorkomt. De groep met het grootste risico op

Nadere informatie

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon

Nadere informatie

Een succesvolle implementatie van een antibioticum richtlijn!?

Een succesvolle implementatie van een antibioticum richtlijn!? Een succesvolle implementatie van een antibioticum richtlijn!? Peter Mol, Prashant V Nannan Panday, John E Degener, Marian Laseur, Rijk OB Gans, Flora M Haaijer-Ruskamp Doel van de studie Model voor de

Nadere informatie

Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR)

Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR) Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR) Katherine Kooij WHO Collaborating Centre for Antimicrobial Resistance Surveillance and Epidemiology Centrum

Nadere informatie

De plaats van procalcitonine in de klinische diagnostiek. Supervisor: Apr. Biol. W.

De plaats van procalcitonine in de klinische diagnostiek. Supervisor: Apr. Biol. W. De plaats van procalcitonine in de klinische diagnostiek Inleiding Procalcitonine Biomarker voor bacteriële infecties Geen terugbetaling Inhoud 1. Wat is de meerwaarde van een PCT-bepaling ten opzichte

Nadere informatie

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Auteur: Veronique Verhoeven Augustus 2009 Conclusie van deze opvolging

Nadere informatie

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Chronificatie van postoperatieve pijn

Chronificatie van postoperatieve pijn Chronificatie van postoperatieve pijn Dr. Baeyens Malika, ASO Dienst anesthesie 5 december 2017 Wat is pijn? IASP definition (1994) An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica?

Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica? Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica? Initiatief: Nederlandse Orthopaedische Vereniging In samenwerking met: Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie Nederlandse Vereniging voor

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie