KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT"

Geert van der Wal
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT

2 U BENT NIET ALLEEN. Toehoorders

3 KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID (OVER)LEVEN EEN DING MOET IK MIJN VERMOEIDHEID NAGEVEN: UITHOUDINGSVERMOGEN HEEFT HIJ WEL!

4 GEMETEN CIJFERS 80% gedurende Chemotherapie of Radiotherapie behandeling 29% maanden tot jaren na de behandeling % gemetastaseerde ziekte 86% in de laatste 2 weken voor overlijden Wang 2014, Hofman 2007, Oncoline 2010

5 DEFINITIE Aanhoudend, subjectief gevoel van uitputting gerelateerd aan kanker of aan de behandeling ervan dat niet in verhouding staat met recente activiteiten én interfereert met het dagelijks functioneren NCCN

6 WARE CIJFERS? Patiënten willen niet lastig zijn Patiënten denken geen behandeling mogelijk Patiënten bang dat behandeling dan verandert Ouderen denken dat het bij de leeftijd hoort Professionals weten niet hoe ze het moeten behandelen NCCN 2017

7 SOORTEN VERMOEIDHEID Lichamelijke vermoeidheid Mentale vermoeidheid Emotionele vermoeidheid Verminderde interesse en motivatie Moeite hebben in de omgang met mensen (thuis, omgeving, werk)

8 MOGELIJKE OORZAKEN VERMOEIDHEID BIJ KANKER 1. Pathofysiologisch 2. Hormonaal 3. Gedragsmatig 4. Psychologisch

9 AD 1. PATHOFYSIOLOGISCH (1) Ontsteking: CRP Leucocyten pijn, en gedragsveranderingen Cytokines (Interleukine 6, TNF-α) vermoeidheid sickness behavior C-reactive protein

10 AD 1. PATHOFYSIOLOGISCH (2) Serotonine, Prostaglandine, Cytokines Reflexinhibitie aandponline.com

11 AD 2. HORMONAAL (1) Oestrogeen Progesteron Testosteron

12 AD 2.HORMONAAL (2)

13 CIRCARDIAANS RITME Mormont 1998

14 AD 3. GEDRAGSMATIG (1)

15 AD 3. GEDRAGSMATIG (2)

16 AD 4. PSYCHOLOGISCH Self efficacy Catastroferende gedachten Slaapstoornissen Pijn

17 OVERGANG SYMPTOOM SYMPTOOMCLUSTER 2003 Jacobsen

18 SYMPTOOMCLUSTER Twee of meer symptomen Die samen voorkomen En elkaar beïnvloeden Met een hoge mate van voorspelbaarheid

19 STUDIE SYMPTOOMCLUSTERS RONDOM VERMOEIDHEID OUDERE/JONGERE SURVIVORS Profiles (Netherlands cancer registration) n=1698 stadium 1 en 2 darmkanker patiënten n=491 : 65 of jonger n=1207: >65 jaar Vermoeidheid Pijn Kortademigheid Slapeloosheid Angst Depressie Supportive care in cancer 2017 Agasi-Idenburg

20 RESULTATEN Drie componenten 1. Emotionele symptoom cluster Vermoeidheid, Angst en Depressie 2. Pijn symptoom cluster Pijn en Slapeloosheid 3. Dyspnoe

21 WAT DOEN WE MET DEZE GEGEVENS Vermoeid? MOE Angst DEPRESSIE

22 MIJN PATIËNT IS VERMOEID WAT DOE IK ALS EERSTE? 1.Onderzoek de vermoeidheid 1.De ernst (NRS 0-10) 4=verder onderzoeken (MVI) 2.Verandering in tijd 2.Onderzoek andere factoren: voedingstoestand, ontregelde Co-morbiditeiten, medicijngebruik, slaapstoornissen, pijn, angst, depressie, self efficacy, catastroferende gedachten, alcohol verslaving, onderzoek beweeggedrag

23 EN WAT DAARNA? AFHANKELIJK VAN JE BEVINDINGEN BEHANDEL.. Educatie en counseling Management Farmacologisch Non-farmacologisch 1= Gebaseerd op hoogstaande evidentie

24 EDUCATIE 1 EN COUNSELING Informatie over bekende patronen Niet persé een indicatie voor progressie van de ziekte Monitoren (na de behandeling) Past in de laatste fase en varieert per moment (laatste fase) Bennett 2016

25 MANAGEMENT Zelf monitoren vermoeidheid Beperk slaapjes overdag tot minuten of minder 1 Vaste structuur dagindeling Aandacht voor één taak per keer Afleiding zoeken Energie sparen/prioriteiten stellen Bewaar activiteiten voor momenten met meer energie (laatste fase) Besteed geen energie aan onbelangrijke zaken (laatste fase)

26 FARMACOLOGISCH Psychofarmaca Anemie bestrijden Hypothyreoidie bestrijden Slaapmedicatie

27 NON-FARMACOLOGISCH Psychosociale interventies (CGT 1 /mindfulness 1 /expressie th.) Yoga 1 Voedingsadvies Ontspanningstechnieken/remming overprikkeling Massage in laatste fase 1 Wit licht? Toename activiteit/optimaal niveau van activiteit 1

28 INTERMEZZO: TOENAME ACTIVITEIT/OPTIMAAL NIVEAU VAN ACTIVITEIT

29 TOENAME VAN ACTIVITEIT (CRAMP/BYRON DANIEL, 2012) Review: Exercise versus no exercise Gehele groep: 38 studies, 2646 deelnemers Gedurende behandeling: 28 studies, 1456 deelnemers Na de behandeling:10 studies, 539 deelnemers Borstkanker:18 studies, 1183 deelnemers Prostaatkanker:6 studies, 415 deelnemers Haematologische kankers: 4 studies, 220 deelnemers

30 KRACHTTRAINING

31 CONDITIETRAINING 1

32 HOE GAAN WE DAN TRAINEN? Matig intensief 55-75% max. HF Aerobe training minuten 3-7 dagen in de week Mustian 2009

33 PAS OP! Bot metastasen Cachexie Thrombocytopenie Neutropenie Anemia Vallen Koorts, Infectie

36 EXERCISE VERSUS NO EXERCISE OP QOL 34 randomised controlled trials Effect van exercise t.o.v. standaard zorg/geen exercise/wachtlijst groep n = 4519 Gemiddelde leeftijd =54.6 (SD 11.3) jaar 78% vrouw 70% borstkanker 2% metastase 51% exercised following cancer treatment 65% gesuperviseerde exercise Buffart 2017

37 EXERCISE ON QOL Buffart 2017

38 BEGELEID OF NIET Buffart 2017

Vergelijkbare documenten

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren