Betreft: Oranjebonnen, besteding provinciale subsidiegelden en behaalde resultaten

Transcriptie

1 Aan: Provinciale Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Van: ing. L.W. Vreugdenhil, Haakweg 33, 3151 XD Hoek van Holland. Betreft: Oranjebonnen, besteding provinciale subsidiegelden en behaalde resultaten Hoek van Holland, 4 december 2017 Geachte statenleden, Met interesse heb ik kennis genomen van de brief welke Gedeputeerde Weber aan u heeft verstuurd op 26 oktober 2017 met als onderwerp Oranjebonnen, besteding provinciale subsidiegelden en behaalde resultaten. Het spijt me dat ik daar nu pas op kan reageren. Ik bied u daar ook mij verontschuldigingen voor aan. Er zijn een tweetal redenen voor deze late reactie: 1. Op 4 mei maanden geleden heb ik een klacht ingediend bij de Ombudsman Rotterdam over het ontbreken van bestuurlijke besluiten bij de anonimisering van de brieven welke ondergetekende heeft verstuurd over het project Oranjebonnen en de uitsluiting van ondergetekende van deelname aan dit project (bijlage 1). Dit heeft geresulteerd in brieven van de Ombudsman Rotterdam aan het college van B&W van de gemeente Rotterdam (bijlage 2) en aan de griffie Rotterdam (bijlage 3). Laatstgenoemde instantie is direct in actie gekomen en dat heeft geleid tot een brief aan de Ombudsman Rotterdam waarin wordt gemeld dat er een verandering van de werkwijze zal plaatsvinden en dat daarmee dit onderdeel van de klacht lijkt te zijn opgelost (bijlage 4). In het gesprek met een medewerker van de griffie (bijlage 5) is ook een evaluatie van het project Oranjebonnen aan de orde gekomen. Er werd toen verwacht dat dit na het zomerreces zou kunnen plaatsvinden. Helaas is dat tot op heden nog niet gebeurd. Hersteld vertrouwen wordt hiermee weer beschadigd. Deze evaluatie kan gebeuren op basis van de aangeleverde gegevens voor de jaarrekening 2016 en de daaropvolgende 8-maands rapportage. Daarbij is het belangrijk om te toetsen of er daadwerkelijk gevolg is gegeven aan het raadsbesluit inzake het rekenkamerrapport Gemodder in de polder (bijlage 6). Voor wat betreft het andere onderdeel van de klacht heeft een herhaald verzoek van de Ombudsman Rotterdam aan het college van B&W (bijlage7) nog niet tot een contact met ondergetekende geleid en zulks is ook niet gebeurd na een verzoek aan het cluster Stadsontwikkeling (bijlage 8). De houding van het college van B&W is gebaseerd op ambtelijke adviezen. Wat de inhoud is van die adviezen is mij niet bekend. Nu ook het cluster Stadsontwikkeling geen actie onderneemt, zal er gewacht moeten worden op een oordeel van de Ombudsman Rotterdam. Helaas is dat nog niet gereed. Het zal u duidelijk zijn dat deze regenteske houding als uiterst kwetsend wordt ervaren.

2 2. Bij de vergadering van de Rotterdamse raadscommissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte op 28 juni 2017 was er nog de veronderstelling dat in oktober 2017 de voortgangsrapportage Oranjebonnen geagendeerd zou kunnen worden (bijlage 9). Uiteindelijk blijkt dat ondanks de beschikbaarheid van de gegevens vertraagd te zijn en bij de planning van de vergadering van deze raadscommissie op 6 december a.s. (bijlage 10) wordt nog steeds vermeld dat een behandeling hiervan dit jaar zal plaatsvinden, maar wordt dit onderwerp niet op de agenda vermeld. Het betreft de laatste vergadering van dit jaar (bijlage 11) en het is dus wachten op de volgende vergadering welke medio januari 2018 zal plaatsvinden (bijlage 12). Inmiddels betreft het niet alleen deze voortgangsrapportage, maar ook een discussie over het fenomeen natuurbegraven. In combinatie met een enorme hoeveelheid aan agendapunten en de beschikbare spreektijd per vergadering (bijlage 13) bestaat er gezien de ervaringen in het verleden (en de constatering van de Rekenkamer Rotterdam dat er onvoldoende prioriteit wordt gegeven aan de problematiek in het landelijk gebied) het risico dat er slechts beperkte aandacht aan het onderwerp Oranjebonnen kan worden besteed. Het lijkt of hierop wordt aangestuurd door het cluster Stadsontwikkeling. De (f)actor tijd wordt ambtelijk wel meer gebruikt om de bestuurlijke besluitvorming in een bepaalde richting te manoeuvreren c.q. manipuleren. Het werd door mij belangrijk geacht dat u een compleet beeld zou krijgen van de werkwijze van de projectgroep Oranjebonnen en dat u daarmee inzicht zou krijgen in de redenen van het uitblijven van de ooit gestelde publieke doelen binnen de vastgestelde termijnen, budgetten en afspraken. Het is duidelijk dat er vanuit deze projectgroep weinig bereidheid bestaat om op een transparante wijze hieraan medewerking te verlenen. Deze ambtelijke houding wordt door de bestuurlijk verantwoordelijke wethouder Eerdmans getolereerd. Inmiddels is het duidelijk dat niet alleen de (f)actor tijd wordt gebruikt om ambtelijk sturing te geven aan de vereiste bestuurlijke besluiten, maar dat dit ook gebeurt door de beschikbare informatie niet alleen niet tijdig te delen, maar soms ook onvolledig of zelfs onjuist. Dit gebeurt ondermeer bij de inzet van de bestuurlijke instrumenten controle & handhaving (bijlage 14) en gemeentelijk agrarisch vastgoed (bijlage 15). Door in het landelijk gebied tussen Hoek van Holland en Maassluis een oogje dicht te knijpen bij overtredingen wordt vrij spel geboden aan lieden die zich niet storen aan wetten, voorschriften, regels en bepalingen. Concurrentieverhoudingen worden hiermee ook verstoord. Het blijkt dat opleiding, vakmanschap, ondernemerschap en maatschappelijke opstelling geen relevante succesfactoren zijn als de (lokale) overheid in gebreke blijft in haar toezichthoudende taak. Het blijkt zelfs dat personen die deze cynische en calculerende houding tonen door de overheid niet alleen gefaciliteerd worden door hen ongemoeid te laten v.w.b. controle en handhaving, maar hen zelfs faciliteert door het in gebruik geven van gemeentelijk agrarisch vastgoed. Daarmee beloont de (lokale) overheid de destructieve krachten. Mogelijke maatschappelijke oplossingen voor de problemen in onze polders komen op deze wijze niet dichterbij, maar steeds verderweg te liggen. Helaas blijkt de ambtelijke gunfactor heel bepalend te zijn en helaas is het onduidelijk waarop deze is gebaseerd. De ambtelijke adviezen zijn erop gericht de bestuurders te overtuigen, maar de echte gebiedsdeskundigen zal men nimmer kunnen overtuigen met dit spel.

3 Ik zal me nu dus in mijn reactie beperken tot de verstrekte provinciale subsidie (bijlage 16), de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd en de behaalde resultaten. Het is in dit kader wellicht goed om dit alles ook in een historisch perspectief te zien en terug te gaan tot de tijd dat de Stichting de Bonnen een provinciale subsidie aanvroeg (bijlage 17). Er werd toen vooral naar argumenten gezocht om deze subsidie niet te behoeven verstrekken (bijlage 18). Er wordt nu de suggestie gewekt dat de (provinciale) overheid er speciaal is voor de burgers, ondernemers, organisaties en instellingen. De subsidie voor het project Oranjebonnen duidt er echter op dat een speciale band tussen provinciale overheid en lokale overheid erg belangrijk is voor wat betreft de gewenste flexibiliteit en behulpzaamheid. Met een dubbele moraal, argumentatieve willekeur en selectieve betrokkenheid wint de overheid echter niet aan geloofwaardigheid. Het wordt ervaren als meten met 2 maten. Met allerlei ambtelijke onderonsjes is er immers te weinig professionele afstand en te weinig oog voor het bereiken van publieke doelen en maatschappelijke resultaten. Dat bleek reeds met de (valse) start van het project Oranjebonnen waarbij de falende en knoeiende projectleider Oranjebuitenpolder zijn ambtelijke werkzaamheden kon continueren en ditmaal als projectleider Oranjebonnen werd aangesteld. Het tekent ook een gebrek aan functionerings- en beoordelingsgesprekken die oog hebben voor het belang van de samenleving en beseffen dat de maatschappij niet is gediend met overheidsfunctionarissen waarbij het ontbreekt aan voldoende competentie en moreel niveau. Het volledige dossier laat voorts ook zien dat er indertijd slechts een geringe hoeveelheid publiek geld was gemoeid met deze subsidie en dat er uiteindelijk verschrikkelijk veel publiek geld is verkwist, er tal van goede kansen zijn gemis en er unieke mogelijkheden onbenut zijn gebleven om tot een gewenst resultaat te komen in onze polders. De ambtelijk voorgewende deskundigheid heeft tot veel maatschappelijke -, zakelijke - en persoonlijke schade geleid. In de brief van Gedeputeerde Weber wordt het volgende gemeld over het doel van de verstrekte subsidie: Het is belangrijk om te beseffen dat het hier een subsidie betreft voor de tweede fase van het project Oranjebonnen. De eerste fase is door het college van B&W van Rotterdam vastgesteld op 2 juli 2013 (bijlage 19). Deze eerste fase is nog steeds niet afgerond en de tweede fase is nog niet bestuurlijk vastgesteld. De eerste fase heeft voorts de nodige problemen gekend omdat er wederom sprake was van een wanverhouding tussen ambities en beschikbare financiële middelen. De Rekenkamer Rotterdam had dit ook al geconcludeerd bij het eerdere project in de Oranjebuitenpolder.

4 Voorts blijkt uit de brief van Gedeputeerde Weber dat er in 2014 een wijzigingsverzoek heeft plaatsgevonden: En dan is er dit vermeld over de voortgangsrapportage 2016:

5 Voor wat betreft de wijze van rapporteren is er in de subsidiebeschikking vastgelegd dat dit per kalenderjaar moet gebeuren. Naast de verplichtingen uit het controleprotocol dient het geheel vóór 31 december 2016 te zijn uitgevoerd. Dit is er vermeld in de beschikking: Op 17 november 2016 heeft de gemeente Rotterdam een voortgangsrapportage ingediend en tevens een verzoek tot verlenging van de looptijd van de subsidie tot en met Dit verzoek hebben GS met besluit PZH gehonoreerd. Het zal u duidelijk zijn dat het project Oranjebonnen ook in 2018 nog niet zal zijn afgerond. Er wordt melding gemaakt van alle vorderingen die er gemaakt zijn (de aanleg van een brug voor agrarisch en recreatief verkeer over het Oranjekanaal (Bonnenbrug), een vispaaiplaats langs het Oranjekanaal, diverse recreatieve routes, de aanplant van bomen, een struin- en ruiterpad, bewegwijzering en picknickvoorzieningen), maar dat betreft onderdelen uit de eerste fase van het project Oranjebonnen. Deze eerste fase zal kennelijk binnenkort worden afgerond, zo wordt er gemeld in de commissie Bouwen, Wonen & Buitenruimte:

6 Het is daarbij goed om nog eens duidelijk te maken wat er zou worden gerealiseerd in deze eerste fase:

7 Gedeputeerde Weber beëindigt zijn brief zonder specificatie aldus: Het is dus niet duidelijk welke proceskosten, planvoorbereidingskosten en uitvoeringskosten er gemaakt zijn. Ook is niet duidelijk welke plankosten de gemeente heeft gemaakt voor de procesaanpak in het kader van de pilot, in de vorm van facilitatie van particuliere initiatieven en participatie door bewoners en ondernemers. Het is niet uitgesloten dat er hier sprake is van potjes waarop ambtelijke uren kunnen worden weggeschreven. Er is dus meer inzicht vereist. Helaas bieden de ervaringen uit het verleden weinig vertrouwen voor de toekomst. Het is dus ook de vraag of de overheid het particuliere initiatief m.b.t. een natuurbegraafplaats in de Bonnenpolders faciliteert. Het is onbekend welk deel van de kosten nu is aangewend voor de participatie door bewoners en ondernemers en of dit ook geldt voor de zogenaamde werkateliers die zijn georganiseerd door Natuurbegraven Nederland B.V. in combinatie met Natuurmonumenten en Het Zuid-Hollands Landschap.

8 In het voortgangsbericht 2016 staat het volgende over het Ontwikkelplan Oranjebonnen: Er wordt geschermd met het begrip coproductie en er wordt melding gemaakt van de inzet op kansen voor ondernemers, investeerders en bewoners van het gebied om met name recreatieve en agrarische ontwikkelingen mogelijk te maken. Men wenst een verruiming van de ontwikkelingsmogelijkheden om het gebied economisch vitaler te maken en men wenst het waardevolle polderlandschap te beschermen zodat het zijn recreatieve waarde behoudt en waar mogelijk versterkt. Een natuurbegraafplaats is derhalve een ongewenste functies en staat als zodanig dan ook vermeld in het Ontwikkelplan Oranjebonnen: Het wekt dan ook bevreemding dat dit nu als enige oplossingsrichting wordt gezien in deze voortgangsrapportage:

9 In deze voortgangsrapportage wordt verzwegen dat er een groot maatschappelijk verzet is ontstaan tegen deze ontwikkelrichting en dat tegenstanders bereid zijn (langdurige) bezwaaren beroepsprocedures te volgen om deze ongewenste toekomstige functie te verhinderen. Er wordt voorts aan voorbij gegaan dat er geen adequate publieke strategie is geweest om de gestelde recreatieve routes te realiseren naast de andere publieke doelen die er gesteld waren voor de Oranjebonnen. Met handjeklap zullen er concessies moeten worden gedaan aan de ambities uit het Ambitiedocument Oranjebonnen en zal er moeten worden ingeleverd op de doelen die er gesteld zijn in het Ontwikkelplan Oranjebonnen. Bij deze nogmaals de ambitie:

10 Dan wordt er in de voortgangsrapportage 2016 nog iets vermeld over stimuleringsbijdragen : Er lijkt sprake te zijn van voortschrijdend inzicht, maar de oorsprong hiervan is helaas onduidelijk. Ook elders in Nederland wordt immers met publiek geld geïnvesteerd in het vergroten van de beeldkwaliteit van agrarische erven en ook elders in Nederland probeert men agrarisch en recreatief ondernemerschap te stimuleren. Zulks gebeurt ook in de provincie Zuid-Holland en dit was ook al bekend toen de provinciale subsidie werd verstrekt. Een deel van de provinciale subsidie wordt ook aangewend als proceskosten innovatieteam. In het overzicht gaat het om ,- aan investeringen en beheerskosten in de eerste fase gaat. Voorts blijkt dat er ,- beschikbaar is gesteld voor deze proceskosten.

11 In een aparte paragraaf word het doel en de werkwijze van dit innovatieteam uitgelegd: Een specificatie ontbreekt. Het is volstrekt onduidelijk of dit publieke geld effectief en efficiënt wordt besteed en of dat op deze wijze weggeboekt kan worden. Er bestaat vooral de indruk dat er sprake is van een weinig gestructureerde werkwijze en dus veel improviseren c.q. aanmodderen. Het is brutaal om dit innovatie te noemen.

12 Uit de voortgangsrapportage 2016 blijkt dat dit de algemene maatregelen zijn: Ook bij het faciliteren van particuliere initiatieven kunnen de nodige vraagtekens worden geplaatst. Ondanks de specifieke beleidsuitspraken wordt er na een jaar nog steeds gepraat met Natuurbegraven Nederland B.V., Natuurmonumenten en Het Zuid-Hollands Landschap. Voorts is er na een jaar nog steeds geen omgevingsvergunning verstrekt voor de stoeterij:

13 Voorts wordt er in het voortgangsbericht 2016 aandacht besteed aan het IPO: Inmiddels is het duidelijk dat er ook in 2017 geen open dag is georganiseerd en dat zulks ook voor 2018 niet is te verwachten. Feitelijk heeft het IPO opgehouden te bestaan en dat komt voort uit frustratie over de rol van de projectleiding. De genoemde maatregelen bij de procesaanpak (co-creatie, workshops, gebiedmarkt, beheerderstafels, etc.) zijn gedoemd te mislukken. Het vertrouwen is weg en de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente. Recent is ook bekend geworden dat er het voornemen bestaat een dancefestival in de Oranjebuitenpolder te laten plaatsvinden en een zonnepark te realiseren (bijlage 20). Er is geen overleg met betrokken in onze polders geweest en het is niet voorgelegd aan het IPO en de gebiedscommissie. Het zonnepark wenst men te realiseren op de hoop vervuilde grond die nu Oranjeheuvel wordt genoemd. Dit alles past niet in de doelen die gesteld zijn voor de Oranjebonnen. Wellicht is er weer sprake van voortschrijdend inzicht bij het innovatieteam Oranjebonnen. Het is misschien mogelijk dat men ambtelijk de verantwoordelijke wethouder een rad voor ogen kan draaien, maar dat is niet mogelijk bij de bewoners en ondernemers in onze polders die beschikken over een nuchter en gezond boerenverstand.

14 In ieder geval is de Rotterdamse wethouder Eerdmans bestuurlijk verantwoordelijk voor deze gang van zaken. Hij is ook bestuurlijk verantwoordelijk voor het ambtelijke spel dat gespeeld wordt met de wijze waarop de beschikbare informatie over het project Oranjebonnen absoluut niet tijdig, juist en volledig wordt gedeeld. Een meerderheid van de Rotterdamse raad vindt tot op heden waarheidsvinding minder belangrijk als het gaat over het project Oranjebonnen en dat heeft te maken met het gebrek aan prioriteit voor het landelijke gebied van Rotterdam. In de afgelopen drieëneenhalf jaar heeft hij bestuurlijk niet het verschil kunnen maken en zich vooral als marionet c.q. buikspreekpop van het ambtelijk apparaat laten gebruiken. Het vereist nu eenmaal een groot intellectueel overzicht en moreel overwicht om het hoofd te kunnen bieden aan spelletjes die geen publiek doel dienen en geen maatschappelijk resultaat kennen. Er zijn private partijen die in de Bonnenpolders en de Oranjebuitenpolder in de afgelopen jaren een bedenkelijk spel hebben gespeeld. Dat is mogelijk geweest omdat ook publieke partijen dat gedaan hebben. Met het ontbreken van een adequate publieke strategie en dat is een bewuste keuze geweest heeft men vooral partijen in de kaart gespeeld die sterk giraal gemotiveerd waren. Er kan immers een flinke winst worden behaald als er een gewijzigde bestemming mogelijk is op agrarische gronden. Waarheidsvinding is essentieel in de bestuurlijke besluitvorming. Het kan verstrekkende gevolgen hebben als er sprake is van misleiding en bedrog. Bij bedrog is er immers sprake van een wilsgebrek door de totstandkoming van een rechtshandeling. Dit vereist nu eenmaal op grond van art. 3:33 B.W. een op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. In art. 3:44 B.W. staan de wilsgebreken: dwang (omgedoopt tot bedreiging ) (lid 2), bedrog (lid 3) en misbruik van omstandigheden. Deze wilsgebreken leiden tot vernietigbaarheid van de betreffende rechtshandelingen. Bij bedrog wordt iemand tot een bepaalde rechtshandeling bewogen door een opzettelijk onjuiste mededeling (leugens), opzettelijke verzwijging (iets belangrijks niet mededelen, wat men juist verplicht was mede te delen) of een andere kunstgreep. Helaas laat het volledige dossier Oranjebonnen zien dat het ambtelijk niet echt noodzakelijk wordt gevonden partijen correct te informeren. Wethouder Eerdmans is hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk. Ik verzoek u de brief van Gedeputeerde Weber niet slechts voor kennisgeving aan te nemen, maar te agenderen voor een inhoudelijke behandeling in een komende vergadering van uw commissie Duurzame Ontwikkeling. Het is dan ook mogelijk een integrale afweging te maken en de nu nog ontbrekende gegevens mee te nemen in uw opinie- en besluitvorming. met bezorgde groet, ing. L.W. Vreugdenhil

15 Bijlagen: 1. Klacht bij de Ombudsman Rotterdam, ; 2. Brief Ombudsman Rotterdam aan het college van B&W, ; 3. Brief Ombudsman Rotterdam aan de griffie Rotterdam, ; 4. Brief griffier Rotterdam aan Ombudsman Rotterdam, ; 5. Gespreksverslag griffie met indiener klacht, ; 6. Raadsbesluit inzake Gemodder in de polder ; 7. Brief Ombudsman Rotterdam aan college van B&W, ; 8. Brief Ombudsman Rotterdam aan cluster Stadsontwikkeling, ; 9. Planning raadscommissie BWB op 28 juni 2017; 10. Planning raadscommissie BWB op 6 december 2017; 11. Schema raads- en commissievergaderingen december 2017; 12. Schema raads- en commissievergaderingen janurari 2018; 13. Spreektijdentabel commissie BWB; 14. Voorbeeld bestuurlijk instrument controle & handhaving ; 15. Voorbeeld bestuurlijk instrument inzet gemeentelijk agrarisch vastgoed ; 16. Subsidie Provincie Zuid-Holland voor tweede fase project Oranjebonnen; 17. Aanvraag groene subsidie Stichting de Bonnen; 18. Afwijzing groene subsidie Provincie Zuid-Holland; 19. Grondexploitatie Oranjebonnen, 2 juli 2013; 20. Krantenartikelen over zonnepark en dancefestival. c.c.: - mr. H. Weber, Gedeputeerde Groen van de Provincie Zuid-Holland, - mevr. I. ter Woorst, Hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van Delfland, - ir. M. Houtzagers, directeur Het Zuid-Hollands Landschap, - gemeenteraad van Rotterdam, - gebiedscommissie Hoek van Holland, - ing. A.H.M. Weterings, voorzitter Stichting de Bonnen, - bestuur LTO-Noord.

16 Bijlage 1 Klacht bij de Ombudsman Rotterdam, Aan: Van: Ombudsman Rotterdam, t.a.v. mevr. mr. A.M. Zwaneveld, Meent 106, 3011 JR Rotterdam ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland. Betreft: klacht over ontbreken bestuurlijke besluiten bij uitsluiting en anonimisering Hoek van Holland, 4 mei 2017 Geachte mevrouw Zwaneveld, In de maand maart 2017 heb ik in een aantal brieven aan de gemeenteraad van Rotterdam - te weten d.d. 12 maart , d.d. 19 maart , d.d. 21 maart en d.d. 23 maart gevraagd om zich uit te spreken over de banvloek die ooit over mij is uitgesproken en de wijze waarop mijn anonimiteit wordt geschonden. Tot op heden heb ik geen reactie hierop mogen vernemen. Uit de meest recente brieven blijkt dat zelfs officiële brieven en besluiten, krantenartikelen, etc. door de griffie worden geanonimiseerd. Het is volstrekt onduidelijk op welke richtlijnen dit is gebaseerd. Ook is er nog steeds geen sprake van opheffing van de uitsluiting van ondergetekende bij het integrale gebiedsontwikkelingsproces in de Oranjebonnen. Bij deze richt ik mij dan ook tot u met een klacht over deze gemeentelijke handelswijze. Het zal op prijs worden gesteld als u duidelijkheid kunt krijgen over het bestuurlijke besluit om ondergetekende uit te sluiten van participatie bij de doorstart van het gebiedsontwikkelingsproces in onze polders en de richtlijnen om de brieven van ondergetekende (soms) te verminken door ze te scannen waardoor er voetnoten niet meer doorgelinkt kunnen worden en door daarbij essentiële informatie te wissen. Helaas heeft het onderzoek van de Rekenkamer Rotterdam naar het gemodder in de polder 5 daarin geen verandering kunnen brengen. Ondanks de aanbeveling te investeren in de relatie met publieke en private partijen die bij de ontwikkeling van onze polders betrokken zijn, is dat niet gebeurd v.w.b. het participeren van ondergetekende. De ambtelijke inzet is vooral gericht geweest op het verder marginaliseren. Zulks is in strijd met de Behoorlijkheidswijzer 6 en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur 7. Het is ook in strijd met de Kendoe-principes 8 en het coalitieakkoord 9. Eerder heeft u mij laten weten geen uitspraken te willen doen over het dossier Oranjebonnen zolang dit een punt van aandacht is in het bestuurlijk-politieke domein. Er werd door u verwacht dat er een reactie zou komen op mijn brieven aan de gemeenteraad en het college van B&W. Zulks is tot op heden niet het geval geweest. met bezorgde groet, ing. L.W. Vreugdenhil

17 Bijlage 2 Brief Ombudsman Rotterdam aan het college van B&W,

18

19 Bijlage 3 Brief Ombudsman Rotterdam aan de griffie Rotterdam,

20

21 Bijlage 4 Brief griffier Rotterdam aan Ombudsman Rotterdam,

22 Bijlage 5 Gespreksverslag griffie met indiener klacht,

23

24 Bijlage 6 Raadsbesluit n.a.v. rekenkamerrapport Gemodder in de polder

25

26

27

28

29

30

31

32 Bijlage 7 Brief Ombudsman Rotterdam aan college van B&W,

33 Bijlage 8 Brief Ombudsman Rotterdam aan cluster Stadsontwikkeling,

34

35 Bijlage 9 Planning raadscommissie BWB op 28 juni 2017

36 Bijlage 10 Planning raadscommissie BWB op 6 december 2017

37 Bijlage 11 Schema raads- en commissievergaderingen december 2017

38 Bijlage 12 Schema raads- en commissievergaderingen januari 2018

39 Bijlage 13 Spreektijdentabel commissie BWB

40 Bijlage 14 Voorbeeld bestuurlijk instrument controle & handhaving Bonnenweg 50, datum beeldmateriaal 27 mei 2005 Bonnenweg 50, 12 jaar later

41 Bijlage 15 Voorbeeld bestuurlijk instrument inzet gemeentelijk agrarisch vastgoed

42 Bijlage 16 Provinciale subsidie tweede fase project Oranjebonnen

43

44

45

46 Bijlage 17 Aanvraag groene subsidie Stichting de Bonnen

47

48 Bijlage 18 Afwijzing verzoek groene subsidie Provincie Zuid-Holland

49

50 Bijlage 19 Grondexploitatie Oranjebonnen, eerste fase (3 juli 2013)

51

52

53

54 Bijlage 20 Krantenartikelen over zonnepark en dancefestival

55