Onderzoeksrapport in opdracht van het Nederlands Mediation Instituut Mr. M.A. Waleson Tanja Stöver, MSc. Juni 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksrapport in opdracht van het Nederlands Mediation Instituut Mr. M.A. Waleson Tanja Stöver, MSc. Juni 2013"

Transcriptie

1 Assessment NMI Onderzoeksrapport in opdracht van het Nederlands Mediation Instituut Mr. M.A. Waleson Tanja Stöver, MSc. Juni Dit concept rapport is vertrouwelijk

2 Samenvatting Het Nederlands Mediation Instituut (NMI) is verantwoordelijk voor de toetsing ten behoeve van de toelating van mediators tot het register van het NMI. In het verleden was het afleggen van een kennistoets afdoende; sinds 1 januari 2012 is het voor certificering verplichte performanceassessment toegevoegd als registratie-eis. De slagingspercentages vallen echter tegen. Daarom heeft het bestuur van het NMI besloten een onderzoek in te stellen naar de mogelijke oorzaak van het verminderde slagingspercentage. Hoofdvraag voor dit onderzoek luidt: Wat zijn de oorzaken van het lage slagingspercentage van het verplichte performance assessment dat dient als toelatingseis voor de registratie van mediators tot het register van het NMI? Om een zo betrouwbaar beeld te krijgen, zijn gegevens verzameld bij Examenbureau INTOP en de geaccrediteerde opleidingsinstituten. Ook zijn er gegevens verzameld bij cursisten die het assessment in 2011 en 2012 hebben afgelegd. Resultaten laten zien dat, behalve leeftijd, er geen persoonskenmerken (gemeten in dit onderzoek) van invloed zijn op de slagingskans. De resultaten suggereren bovendien dat de opleidingsinstituten hun zaken op onderwijskundig niveau op orde hebben en dat cursisten over het algemeen erg tevreden zijn over de inhoud en inrichting van hun genoten opleiding. Ook zijn zij tevreden over de informatie die zij krijgen vanuit het opleidingsinstituut. Alle opleidingen hebben een intakeprocedure, waarbij getoetst wordt op geschiktheid. Opleidingen besteden bovendien tijd en aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling van cursisten. Als het gaat om de oefenmediations zijn cursisten tevreden, hoewel sommige aangeven meer één op één tijd te willen oefenen, liefst met acteurs en/of real life casussen, om zo het assessment beter na te kunnen bootsen en vaardigheden authentieker te kunnen ontwikkelen. Cursisten en opleidingen lijken twijfels te hebben bij het doel van het assessment en lijken een voorkeur uit te spreken voor een authentic assessment in plaats van een performance assessment. In de organisatie rondom de voorbereiding van video-assessments lijkt een ontwikkeling plaats te vinden bij de opleidingen, met name op het gebied van het aanleveren en beoordelen van casussen, alsmede het beoordelen van de technische kwaliteit van de video. Resultaten suggereren dat mensen de feedback vanuit INTOP bij het video assessment als minder prettig ervaren dan bij het live assessment. Het is aan te bevelen om hier in de toekomst meer duidelijkheid over te verschaffen. Ten slotte laat een analyse van de assessmentformulieren zien dat er geen verschil blijkt te zijn in de scoring tussen een live- en een video assessment. Een aantal schalen scoren hoger in het live-assessment, een valide verklaring is hiervoor in dit onderzoek niet gegeven. 1 Dit concept rapport is vertrouwelijk

3 Inhoud Samenvatting 1 Methode 5 Resultaten 7 Relatie persoonskenmerken en mediationervaring en slagingskans assessment 7 Vormgeving voorbereiding op assessment door opleidingsinstituten en slagingskans 8 Informatievoorziening vanuit het opleidingsinstituut 8 Intakeprocedure 9 Inrichting opleiding 10 Percentage theorie vaardigheden beroepshouding (attitude) en ondersteuning vanuit de opleiding 11 Inschatting van besteedde tijd aan oefenmediations- of assessment 12 Vorm van oefenmediations 12 Video-assessment 13 Toetsing door INTOP 14 Scoring van de schalen van het assessment 15 Conclusie en discussie 19 Literatuur 25 2 Dit concept rapport is vertrouwelijk

4 Inleiding Het Nederlands Mediation Instituut (NMI) is verantwoordelijk voor de toetsing ten behoeve van de toelating van mediators tot het register van het NMI. In het verleden was het afleggen van een kennistoets daarvoor afdoende, sinds 1 januari 2012 is het voor certificering verplichte performance assessment als registratie-eis toegevoegd. Het duale systeem registratie op basis van een kennistoets en certificering op basis van registratie en aanvullende eisen, waaronder en performance assessment- is daarmee vervangen door één register. Sinds 1 januari kan het assessment niet alleen live, maar ook via het inzenden van een video plaatsvinden. De slagingspercentages voor het assessment lijken tegen te vallen. Het bestuur van het NMI heeft besloten een onderzoek naar de oorzaak van het achterblijvende slagingspercentage uit te laten voeren. Daarvoor is mr. M.A. Waleson benaderd. De heer Waleson heeft het onderzoek samen met mevrouw Stöver, MSc. uitgevoerd. In het onderzoek worden zowel de live- als de video assessments betrokken. Zo kan een betrouwbaarder beeld van de oorzaken voor het niet behalen van het assessment in het algemeen verkregen worden, en kunnen resultaten van het video-assessment met die van het live-assessment vergeleken worden. Uitgangspunt bij het onderzoek is dat de inhoud en het niveau van het assessment valide instrumenten zijn om de toegang tot het beroep van mediator te regelen. Het assessment sluit aan bij het beroepsprofiel met de daarbij bijbehorende competenties. Het assessment zal daarom geen onderwerp van onderzoek zijn. De hoofdvraag voor dit onderzoek zoals geformuleerd door de opdrachtgever luidt: Wat zijn de oorzaken van het lage slagingspercentage van het verplichte performance assessment, dat dient als toelatingseis voor de registratie van mediators tot het register van NMI? Als eerste volgt kort een theoretische onderbouwing van de inhoud van het onderzoek. Als tweede vindt er een bespreking van de onderzoeksmethodiek plaats. Daarna worden de resultaten besproken en tot slot volgt een conclusie, waarin aandacht gegeven wordt aan de aanbevelingen. 3 Dit concept rapport is vertrouwelijk

5 Literatuur en verantwoording Uit de onderzoeksliteratuur over de effectiviteit van onderwijs (Van Der Ploeg, 2007) laat zich een viertal clusters van medebepalende factoren afleiden. Van de meeste van deze factoren is in empirisch onderzoek voldoende aangetoond dat zij bijdragen aan de effectiviteit van een onderwijseenheid. De eerste factor heeft betrekking op diegenen die het onderwijs volgen (geschiktheid, geïnformeerd zijn, gemotiveerd zijn). Mensen die het onderwijs volgen, dienen over de kennis en vaardigheden te beschikken die in een opleiding geëist worden. Dit impliceert een voorkeur voor ingangseisen voor de opleiding en zorgvuldige voorlichting over inhoud en eisen, voorafgaand aan de opleiding. Mensen die aan de opleiding deelnemen, moeten op tijd inzicht hebben wat de toetseisen zijn. Er dient te allen tijde duidelijkheid te zijn over opleidingsdoelen. Ook dienen zij frequente toetsing en feedback te ondergaan, waardoor zij geïnformeerd zijn gedurende de opleiding over hun voortgang. Behalve geschiktheid en geïnformeerd zijn, speelt de eigen motivatie van de cursisten mee. Een hoge verwachting en waardering is een medebepalende factor voor prestaties. Geschiktheid en geïnformeerd zijn zal worden meegenomen in deelvraag 1, 2 en 3, door te onderzoeken of demografische variabelen mogelijkerwijs invloed hebben op de slagingskans van het assessment. Ook zullen de cursisten worden bevraagd over bovengenoemde factoren. De tweede factor die de effectiviteit van onderwijs meebepaalt, heeft betrekking op het leren (adequate manier van leren, voldoende inspanning en tijdsbesteding en doelmatig plannen van werkzaamheden). Over adequate manieren van leren en doelmatig plannen van werkzaamheden verschilt de literatuur nog van mening over de wijze van bijdrage aan effectiviteit van onderwijs. Bovendien is dit problematisch te meten en wordt het voor dit onderzoek derhalve niet meegenomen. Subfactoren die wel worden meegenomen in dit onderzoek zijn inspanning en tijdsbesteding. Deze factoren lijken vanuit recentere literatuur een positieve bijdrage te leveren aan prestaties na het volgen van onderwijs. Deze subfactoren worden behandeld in deelvraag 2 en 3, door middel van het bevragen van opleidingen en cursisten. Hiervoor wordt ook beschikbare webinformatie worden geraadpleegd. De derde factor heeft betrekking op de opleiding zelf en heeft een connectie met de hiervoor besproken factoren (duidelijk en overzichtelijk programma, realistische programmering). Hoe transparanter het programma, hoe gemakkelijker het is voor de cursisten om te zien wat er van ze verwacht wordt. Ook deze factoren worden bevraagd bij opleidingen en cursisten. Hierbij wordt ook beschikbare webinformatie geraadpleegd. Als laatste spreekt men in de literatuur over factoren die betrekking hebben op het onderwijzen als activiteit naar voren. Veel subfactoren zijn methodisch gezien gecompliceerd te meten, derhalve worden in dit onderzoek de meer praktische variabelen meegenomen: voldoende focus en tijd, duidelijkheid en structuur, het geven van feedback en de match leerstof- en leervorm versus toetsing. 4 Dit concept rapport is vertrouwelijk

6 Methode De hoofdvraag voor dit onderzoek zoals geformuleerd door de opdrachtgever luidde: Wat zijn de oorzaken van het lage slagingspercentage van het verplichte performance assessment, dat dient als toelatingseis voor de registratie van mediators tot het register van NMI? In het onderzoek zijn zowel de live- als de video-assessments betrokken. Zo is er sprake van een meer betrouwbaar beeld van de oorzaken voor het niet behalen van het assessment in het algemeen, en kunnen de resultaten van het video-assessment met die van het live assessment vergeleken worden. Het NMI heeft ten behoeve van dit onderzoek een begeleidingsgroep ingesteld waarmee tenminste twee keer tussentijds overleg heeft plaatsgevonden. De begeleidingsgroep adviseert over te raadplegen informatiebronnen en faciliteert de onderzoekers in het verkrijgen van de gewenste data en informatie. Om de hoofdvraag te beantwoorden worden zowel de cursisten als de (op het assessment voorbereidende) opleidingen onderzocht. Daarbij wordt antwoord gegeven op de volgende deelvragen: 1. Is er een relatie tussen persoonskenmerken van de cursist zoals vooropleiding, leeftijd, professionele achtergrond, ervaring in de professie en mediationervaring enerzijds en de slagingskans anderzijds? 2. Op welke wijze geven de opleidingsinstituten de voorbereiding op het assessment vorm? Daarbij zullen de intake voor de opleiding, de invulling van de contacttijd, het oefenassessment, en begeleiding van de cursisten in het onderhavige onderzoek worden betrokken 3. Is er een relatie tussen de inrichting van de opleiding als boven bedoeld en de slagingskans voor het assessment? 4. Hoe wordt het assessment gescoord zijn er onderdelen de opvallend vaak slecht c.q. opvallend vaak goed gescoord worden- en in hoeverre verschilt deze score tussen de live- en de videoassessments? In het onderzoek zijn verschillende bronnen geraadpleegd. Waar mogelijk werd van bestaande en beschikbare informatie gebruik gemaakt. Deelvraag 1 wordt met behulp van het gegevensbestand van INTOP en haar gegevens in de assessmentformulieren beantwoord. Voor beantwoording van de vraag of persoonskenmerken van de cursist en mediationervaring van invloed zijn op de slagingskans worden de resultaten van de assessments van voor 1 januari 2012 in het onderzoek betrokken. De data van INTOP (n=276) zijn hierbij aangevuld met gegevens uit de digitale vragenlijst die is uitgezet onder de cursisten. 5 Dit concept rapport is vertrouwelijk

7 Deelvraag 2 is via een vragenlijst aan de 31 geaccrediteerde opleidingen beantwoord. De vragenlijst is door de onderzoekers opgesteld, gereviseerd met behulp van leden van de begeleidingscommissie en door het NMI verspreid. 21 opleidingen hebben de vragenlijst compleet ingevuld. Als controle voor de betrouwbaarheid van het onderzoek en de onderzochte variabelen is een soortgelijke vragenlijst opgesteld voor cursisten, die digitaal verspreid is door het NMI. Deze vragenlijst is ingevuld door 75 personen. Na analyse bleken van dit aantal 59 vragenlijsten in zijn geheel bruikbaar voor dit onderzoek. De gemiddelde leeftijd van cursisten was 47,7 jaar. Een deel van deze gegevens zijn gebruikt voor de analyses ten behoeve van deelvraag 1, de overige gegevens om de interbeoordelingsbetrouwbaarheid te kunnen waarborgen. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid geeft de overeenkomst weer tussen de uitkomsten van dezelfde metingen, uitgevoerd door meerdere beoordelaars: in dit geval worden zowel vertegenwoordigers van opleidingsinstituten als cursisten van opleidingen bevraagd over dezelfde onderwijskundige aspecten van de opleiding. Deelvraag 3 is beantwoord aan de hand van een onderwijskundige analyse van de opleiding op basis van een combinatie van de gegevens uit de vragenlijsten van de cursisten en de schriftelijke dan wel web informatie, soms aangevuld met verduidelijkende vragen aan de betreffende opleidingsinstituten. Deelvraag 4 is beantwoord met behulp van geanonimiseerde assessment scoreformulieren, geleverd door INTOP. De onderzoekers hebben de verkregen onderzoeksresultaten vertrouwelijk behandeld en zullen deze, zoals besproken, niet publiceren en/of openbaar maken. 6 Dit concept rapport is vertrouwelijk

8 Resultaten Hieronder volgen de resultaten per deelvraag. Voor sommige deelvragen geldt dat er aanvullende analyses hebben plaatsgevonden. Relatie persoonskenmerken en mediationervaring en slagingskans assessment Er is getoetst of het wel (n=70) of niet (n=99) behalen van het assessment voorspeld kan worden door de leeftijd van de cursist. De toets was significant, wat impliceert dat de groep die het assessment niet behaalde(gemiddelde=51,3) een hogere leeftijd had dan de groep cursisten die het assessment wel behaalde (gemiddelde=46,8). Ook is er getoetst of er een invloed was van leeftijd op de score per schaal van het assessment. Leeftijd bleek geen voorspeller van de scores op de aparte schalen van het assessment. Er is getoetst of het wel (n=69) of niet (n=99) behalen van het assessment voorspeld kan worden door de zelf gerapporteerde mediationervaring en zelf gerapporteerde professionele ervaring van de cursist. De toets was niet significant, wat impliceert dat het wel of niet behalen van het assessment niet voorspeld kan worden door de zelf gerapporteerde mediationervaring. Ook is er getoetst of er een invloed was van zelfgerapporteerde mediationervaring en zelfgerapporteerde professionele achtergrond op de score per schaal van het assessment. Beide variabelen bleken geen voorspeller van de scores op de aparte schalen van het assessment. Er is een getoetst of het wel (n=70) of niet (n=99) behalen van het assessment voorspeld kan worden door het opleidingsniveau van de cursist. De toets was niet significant, wat impliceert dat het wel of niet behalen van het assessment niet beïnvloed wordt door de opleidingsniveau. Aanvullend hebben de onderzoekers bekeken of er een relatie is tussen geslacht en het behalen van het assessment. Deze toets was niet significant, wat impliceert dat geslacht geen invloed heeft op het behalen van het assessment. Om te bekijken of er een invloed was van geslacht op de score per schaal van het assessment, is getoetst of de score per schaal beïnvloed wordt door geslacht. De toets was significant op de schaal Zelfbeschikking bevorderen wat impliceert dat vrouwen (gemiddelde=2.61), op deze schaal gemiddeld hoger scoren dan mannen (gemiddelde=2.45). 7 Dit concept rapport is vertrouwelijk

9 Vormgeving voorbereiding op assessment door opleidingsinstituten en slagingskans Alvorens te onderzoeken hoe opleidingsinstituten vorm geven aan de voorbereiding op het assessment, is nagegaan of er een invloed is van het opleidingsinstituut op de slagingskans. Deze toets was significant. Echter, om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de effectieve invloed van opleidingen, waren de verschillen in steekproefgrootte tussen de opleidingsinstituten te groot. De opleidingsinstituten met minder dan tien cursisten zijn verwijderd uit de analyse en de opleidingen die meer dan tien cursisten bevatten zijn geanalyseerd. Met deze vijf opleidingen bleek de toets niet significant. Het opleidingsinstituut waar een cursist de opleiding volgt, heeft geen invloed op het wel of niet voldoen aan het assessment. Ook in de inspectie van frequenties waren geen opleidingen te vinden die opvallend hoog of laag scoorden. Een aantal opleidingen stuurden twee cursisten waarvan beiden waren geslaagd, of beiden niet waren geslaagd. Voor de resultaten van de onderwijskundige analyse zijn de variabelen zoals besproken in de literaire verantwoording en deelvraag 2 onderzocht: de inspanning die is geleverd qua tijd, de invulling van de contacttijd, overzichtelijkheid van het onderwijsprogramma (informatie intake en programma), en de match tussen leerstof en toetsing (aandacht voor oefenassessments). Voor de onderwijskundige analyse zijn in eerste instantie de data bekeken vanuit de cursisten (n=57) en zijn de data vanuit de opleidingen (n=21) doorlopend gebruikt om te na te trekken of de antwoorden redelijkerwijs overeenkwamen. Bij opvallende afwijkingen is verder onderzoek verricht binnen de data naar eventuele verschillen. Om de vertrouwelijkheid voor de respondenten en opleidingsinstituten te waarborgen worden hier de algemene resultaten gerapporteerd. De rode draad uit de open vragen uit de vragenlijsten van cursisten volgt na de bespreking van de resultaten per onderwijskundig onderwerp. Informatievoorziening vanuit het opleidingsinstituut Gemiddelde score Informatie over afzonderlijke bijeenkomsten Informatie over het assessment 4.9 Informatie over toetsing in het assessment 5.1 Tabel 1: Gemiddelde scores (n=57) op informatie voorziening vanuit opleidingsinstituut 1 Alle vragen waarbij gemiddelden zijn gerapporteerd, zijn bevraagd op schaal van 1 (komt helemaal niet overeen) 7 (komt helemaal overeen) 8 Dit concept rapport is vertrouwelijk

10 Het merendeel van de cursisten geeft aan goed geïnformeerd te zijn. Een enkeling geeft aan dat op het boek van Prein geen nadruk is gelegd in de opleiding, maar dat het wel een must is voor het assessment. Bij elke opleiding staat het boek van Prein op de verplichte literatuurlijst. Ook geven cursisten aan dat zij ondanks alle veranderingen die zijn opgetreden in de onderhevige regels, het gevoel hebben voldoende geïnformeerd te zijn geweest. Voor wat betreft de intakeprocedure geven alle opleidingen aan informatie te verstrekken over cursusopzet en didactiek, contacturen, aantal uren zelfstudie en toelating tot het NMI register in informatiegidsen of tijdens eventuele voorlichtingen. De meeste opleidingen verschaffen daarenboven informatie over het aantal uren zelfstudie, vereist werk- en denkniveau en de intakeprocedure. Bovenstaande suggereert dat opleidingen voldoende informatie en duidelijkheid verschaffen, alvorens potentiele cursisten bij een opleiding starten. De verwachtingen zijn duidelijk. Intakeprocedure Tijdens de intakeprocedure geven opleidingen vooral aandacht aan motivatie en sociale vaardigheden. Op een enkele opleiding na wordt er in alle opleidingen een minimaal werk- en denkniveau verwacht (HBO). De opleiding die aangeeft deze richtlijn niet altijd aan te houden, beargumenteert dat het in de opleiding vooral draait om intrinsieke motivatie en sociale vaardigheden. Sommige opleidingen geven ook aandacht aan het vereiste beginniveau tijdens de intakeprocedure. In vrijwel alle opleidingen vindt er tijdens de intakeprocedure een administratieve controle plaats. Vier opleidingen geven aan geen daadwerkelijk intakegesprek te houden, maar daar nog wel aandacht aan te besteden bij het begin van de opleiding. De overige opleidingen houden een intakegesprek waarin met name analytisch vermogen, zelfreflectie, motivatie en verwachtingen getoetst worden. Bij sommige opleidingen vindt dat plaats na een telefonische intake. Een klein deel van de opleidingen toetst in het intakegesprek de potentiele cursist met een casus. 9 Dit concept rapport is vertrouwelijk

11 Inrichting opleiding Gemiddelde score Voldoende tijd voor oefenassessment Sprake van frequente feedback in de opleiding Voldoende mogelijkheden om mediationvaardigheden te oefenen Feedback ten aanzien van voortgang mediationvaardigheden De basisopleiding bereidt voor op toetsing zoals uitgevoerd bij INTOP Mijn vorderingen werden regelmatig getoetst De eigen te maken stof en vaardigheden worden in verband gebracht met de mediationpraktijk De basisopleiding bereidt voor op de toetsing zoals uitgevoerd bij INTOP qua inhoud De basisopleiding bereidt voor op de toetsing zoals uitgevoerd bij INTOP qua vorm Tabel 2: Gemiddelde scores (n=57) op inrichting opleiding De meeste respondenten zijn tevreden over de inrichting van de opleiding. Een enkeling geeft aan dat er meer behoefte is om met acteurs te oefenen in plaats van met medecursisten, om een zo reëlere nabootsing van het daadwerkelijk assessment te verkrijgen. De meeste opleidingen geven zelf ook aan dat zij niet altijd werken met acteurs in de opleiding. 10 Dit concept rapport is vertrouwelijk

12 Een aantal respondenten geeft aan dat de basisopleiding uitstekend voorbereidt op het beroep Mediator, maar dat deze opleiding niet automatisch voorbereidt (en hoeft voor te bereiden) op het assessment. De meeste respondenten zijn vol lof over de opleiding en de opleiders en zijn vooral tevreden over de hoeveelheid oefening en feedback die zij hebben gekregen. Een aantal respondenten geeft aan dat naar hun mening de groep te groot was en dat zij daarom soms frequente feedback mistte. Door de cursisten wordt een gemiddelde groepsgrootte van zeven personen per trainer gerapporteerd. De opleidingsinstituten rapporteren een gemiddelde groepsgrootte van zes personen en een maximale groepsgrootte van acht personen bij trainer. De meeste cursisten zijn tevreden over de groepsgrootte, maar hadden graag meer één op één willen oefenen met eventuele acteurs. Een enkeling had met minder cursisten in een groep willen werken. Vrijwel alle opleidingen geven hun cursus vorm als blokken van dagen. Een enkele opleiding hanteert daarbij een aantal losse dagen. De meeste blokken van dagen bestaan uit twee of drie opeenvolgende dagen. De tijd tussen die blokken varieert, maar niet veel: van één tot vier weken. Percentage theorie vaardigheden beroepshouding (attitude) en ondersteuning vanuit de opleiding Cursisten geven gemiddeld aan 32% bezig te zijn geweest met theorie, 42% met vaardigheden en 20% met het werken aan beroepshouding (attitude). 7,9% geeft andere aspecten van de opleiding aan, zoals literatuur, informatie over het assessment, informatie over de praktijk van de mediator, ontwikkelingen in het vakgebied en video s bekijken en bespreken. Opleidingen geven grotendeels dezelfde verdeling van tijdsbesteding aan (29% theorie, 45% vaardigheden en 23% beroepshouding). Alle opleidingen maken daarenboven gebruik van een vorm van intervisie. Een aantal opleidingen maakt gebruik van supervisie. Ook zijn er in alle opleidingen mogelijkheden tot hulp voor zelfstudie en wordt er gebruik gemaakt van individuele opdrachten. In sommige opleidingen dienen studenten daar bovenop zelfstandig aan het werk te gaan in groepen om bijvoorbeeld vaardigheden te oefenen. 11 Dit concept rapport is vertrouwelijk

13 Inschatting van besteedde tijd aan oefenmediations- of assessment De meeste cursisten geven aan het gevoel te hebben genoeg tijd te hebben besteed aan oefenmediations. Een enkeling had meer tijd willen besteden aan het oefenen. Een aantal cursisten geven aan zelfstandig buiten de opleidingen om oefenmediations te hebben uitgevoerd. Vorm van oefenmediations Van de cursisten geeft 66% aan dat er in de oefenmediations aandacht is voor de vorm van het assessment, zoals verwacht bij INTOP. 63.8% geeft aan dat er aandacht is voor de deelcompetenties zoals ze worden getoetst bij INTOP. 96% geeft aan dat er aandacht is voor feedback vanuit de trainers en 98% geeft aan dat er aandacht is voor feedback vanuit de cursist. Andere aandachtspunten die genoemd waren, zijn feedback van medecursisten, en algemene mediationvaardigheden. Een aantal opleidingen geeft zelf aan dat er geen speciale aandacht is in de oefenmediations voor de vorm en competenties van het assessment, zoals verwacht bij INTOP. Alle opleidingen geven te kennen dat er aandacht is voor feedback vanuit de trainer. De meeste opleidingen geven aan aandacht te besteden aan mediation vaardigheden, beroepsattitude en feedback van overige cursisten. Van de cursisten geeft 96% aan dat de oefenmediations de vorm hadden van een rollenspel met een medecursist, 53% geeft aan met acteurs te hebben geoefend, 60% oefende met een trainer. 12 Dit concept rapport is vertrouwelijk

14 Ook hier blijkt zelfreflectie (87%), feedback door de trainer (96%) en feedback vanuit mede-cursisten (92%) regelmatig te hebben plaatsgevonden. In 68% van de gevallen hebben de cursisten aangegeven dat er een analyse heeft plaatsgevonden van video-opnamen. Alle opleidingen geven aan oefenmediations vorm te geven door een rollenspel met mede-cursisten. De helft van de opleidingen doet dat ook met acteurs. Het merendeel oefent met de trainers zelf. Een mondelinge en/of schriftelijke analyse vindt volgens de meeste opleidingen plaats en in alle gevallen geven de opleidingen aan feedback te geven vanuit de trainers, mede-cursisten en de cursist zelf. In het merendeel van de gevallen geven de opleidingen aan dat zij gebruik maken van videoapparatuur, inclusief klassikale analyse hiervan. Video-assessment In geval van het insturen van een video voor het video-assessment, geeft 52% aan dat er meerdere video s zijn opgenomen, alvorens de meest geschikte te kiezen. De meeste opleidingen geven aan dat er niet meerdere video s worden opgenomen. Uit de respons van de cursisten blijkt dat in 17% van gevallen de casus inhoudelijk bekend was bij de cursist. In 70% van de gevallen werd de casus geleverd door de opleiding en in 39% van de gevallen waren er acteurs door het opleidingsinstituut aangedragen voor het rollenspel. De respons van de opleidingen geeft hetzelfde beeld. Bovendien geeft het merendeel van de opleidingen aan dat zij de casus van tevoren beoordelen op geschiktheid en op mogelijkheid tot conflictinteractie. Opleidingen zelf geven aan ten tijde van het insturen van de eerste video s niet altijd de casus te hebben beoordeeld, maar dat dit tegenwoordig wel structureel gebeurt. Een aantal opleidingsinstituten geven aan geen video s (meer) in te sturen ten behoeve van het assessment. 13 Dit concept rapport is vertrouwelijk

15 Met betrekking tot kwaliteit van de video-opnamen blijkt dat aspecten van de handleiding van INTOP voor het maken en insturen van video s volgens 39% van de cursisten aandacht is geweest voor verstaanbaarheid, 44% voor kwaliteit van de opname-omgeving, 39% voor de technische kwaliteit en 35% voor rekening houdend met omgevingsgeluid. Andere aspecten (22%) die werden aangegeven, hadden betrekking op lichtkwaliteit. Een aantal respondenten geeft aan de video in eigen beheer te hebben gemaakt. Het merendeel van de opleidingen geeft aan aandacht te hebben voor alle bovengenoemde aspecten. Een aantal opleidingen erkent dat hier ten tijde van het insturen van de eerste video-opnamen minder op is gestuurd. Toetsing door INTOP Gemiddelde score Het doel van het assessment is duidelijk Het live assessment leverde bruikbare feedback op over mijn functioneren in het assessment Ik had vanuit INTOP op tijd inzicht en overzicht wat er van me verwacht werd in het assessment Ik had vanuit INTOP op tijd inzicht en overzicht over hetgeen dat gemeten werd in het assessment Tabel 3: Gemiddelde scores (n=57) op toetsing door INTOP Volgens de cursisten is er vanuit INTOP afdoende geïnformeerd over het doel, werkwijze en toetsing tijdens het assessment. De meeste cursisten noemen de werkwijze verzorgd en strak en zijn tevreden over de professionele werkwijze. Een enkeling geeft aan geen informatie te hebben ontvangen. Ook geeft het merendeel van de cursisten aan dat zij na het live assessment bruikbare feedback hebben gekregen vanuit INTOP. De meeste cursisten gaven aan dat de feedback hun zwakke en sterke punten naar voren haalde. Cursisten die hebben deelgenomen via een video assessment geven wel vaker aan minder tevreden te zijn over feedback. Deze vonden zij vaak summier en zij geven aan geen uitgebreide uiteenzetting van feedback te hebben gehad. 14 Dit concept rapport is vertrouwelijk

16 Sommige cursisten geven aan dat zij van mening zijn dat het assessment vooral voor ervaren mediators is, en niet voor startende mediators die net hun opleiding hebben afgerond. Zij zijn van mening dat er ook gekeken dient te worden naar de potentie die een beginnende mediator heeft om verder te groeien. Een aantal cursisten heeft het idee dat het afhangt van de examinatoren of je slaagt. Sommige cursisten zijn niet tevreden over de vorm van toetsing. Zij geven aan dat het live assessment als stressvol wordt ervaren, waarin in 40 minuten alle competenties aan bod dienen te komen. Bovendien gaven meerdere cursisten aan dat naar hun mening de toetsingscriteria van het assessment zijn toegesneden op een volledige mediation en dat er daar in de beschikbare tijd feitelijk geen ruimte is. Scoring van de schalen van het assessment Om te beoordelen hoe de verschillende schalen van het assessment worden gescoord is allereerst gekeken naar de gemiddeldes 2 per schaal op de gehele steekproef (maximum score =5) (n=276). Competentie Gemiddelde score Vertrouwen opwekken 2.99 Beroepsethiek 2.87 Partijen gezamenlijke inspanning 2.62 Zelfbeschikking bevorderen 2.50 Bevorderen communicatie 2.60 Omgaan met conflicten en emoties 2.53 Agenda en procedures 2.98 Helpen met conflictkwesties 2.58 Helpen inventariseren van belangen Helpen bij creatieve oplossingen (n=55 3 ) Tabel 4: Gemiddelde per gemeten competentieschaal totale steekproef (N=276) 2 In principe vindt de scoring plaats op ordinaal niveau, echter is er in de analyses uitgeweken naar het behandelen van de schalen als intervalniveau, daar deze toetsen robuuster zijn 3 De lage n heeft betrekking op het feit dat met name in de live-assessment de kandidaten vaak niet toekomen aan deze competentie 15 Dit concept rapport is vertrouwelijk

17 Om te toetsen of schalen in de totale steekproef ten opzichte van elkaar hoger, dan wel lager scoorden, is er een toets uitgevoerd om te onderzoeken of de schaalgemiddelden verschilden van het totale gemiddelde score (gemiddelde=2,64). Hieruit bleek dat verschillende schalen een afwijking van dit gemiddelde lieten zien. De schalen Vertrouwen opwekken, Beroepsethiek, Onpartijdigheid en Agenda en Procedures bleken hoger te scoren dan het totaalgemiddelde. De schalen Zelfbeschikking bevorderen, Omgaan met emoties, Helpen inventariseren belangen en Creatieve oplossingen bleken significant lager te scoren. Om te inspecteren in hoeverre de schalen verschillend gescoord worden in video- en live assessments, is per type assessment afzonderlijk onderzocht hoe binnen deze categorieën de schalen worden gescoord. Competentie Gemiddelde score Vertrouwen opwekken 3.01 Beroepsethiek 2.90 Partijen gezamenlijke inspanning 2.76 Zelfbeschikking bevorderen 2.57 Bevorderen communicatie 2.63 Omgaan met conflicten en emoties 2.56 Agenda en procedures 3.03 Helpen met conflictkwesties 2.58 Helpen inventariseren van belangen Helpen bij creatieve oplossingen (n=27 4 ) Tabel 5: Gemiddelde per gemeten competentieschaal voor live assessment (N=190) 4 De lage n heeft betrekking op het feit dat met name in de live-assessment de kandidaten vaak niet toekomen aan deze competentie 16 Dit concept rapport is vertrouwelijk

18 Om te toetsen of schalen in het live assessment ten opzichte van elkaar hoger, dan wel lager scoorden, is er een toets uitgevoerd om te onderzoeken of de schaalgemiddeldes verschilden van het totale gemiddelde score van de gehele steekproef van live assessments (gemiddelde=2,66). Hieruit bleek dat in het live assessment dezelfde schalen dezelfde afwijkingen vertoonden ten opzichte van het gemiddelde. Competentie Gemiddelde score Vertrouwen opwekken 2.95 Beroepsethiek 2.79 Partijen gezamenlijke inspanning 2.95 Zelfbeschikking bevorderen 2.36 Bevorderen communicatie 2.52 Omgaan met conflicten en emoties 2.49 Agenda en procedures 2.85 Helpen met conflictkwesties 2.59 Helpen inventariseren van belangen Helpen bij creatieve oplossingen Tabel 6: Gemiddelde per gemeten competentieschaal voor video assessment (N=89) Om te toetsen of schalen in het video assessment ten opzichte van elkaar hoger, dan wel lager scoorden, is er een toets uitgevoerd om te onderzoeken of de schaalgemiddelden verschilden van het totale gemiddelde score van de gehele steekproef van video assessment (gemiddelde=2.59). Hieruit bleek dat ook hier schalen eenzelfde afwijking ten opzichte van het gemiddelde lieten zien. Als laatste is onderzocht of, gezien over de gehele steekproef, de scores van het live- en videoassessment van elkaar verschilden. Uit deze gepaarde toets bleek dat de gemiddelde scores op de schalen van het live en video assessment niet significant van elkaar verschilden. Het live assessment wordt derhalve gemiddeld niet hoger gescoord dan het videoassessment (het gemiddelde verschil is < 0.07). 17 Dit concept rapport is vertrouwelijk

19 Om deze verschillen per schaal te inspecteren is er aanvullend een toets gedaan voor elke schaal van het assessment en bekeken of de scores hiervan verschillen in het live en video assessment. Hierin is te vinden dat in de totale steekproef in het live assessment (N=190) de volgende schalen hoger scoorden dan op het video assessment (N=86): Vertrouwen opwekken, Omgaan met emoties en conflicten en Agenda s en procedures. 18 Dit concept rapport is vertrouwelijk

20 Conclusie en discussie Hieronder volgt de conclusie en discussie per deelvraag en de algemene conclusie en discussie. Per deelvraag worden daarbij eventuele aanbevelingen voor het NMI besproken. Relatie persoonkenmerken en mediationervaring en slagingskans assessment Uit de resultaten blijkt dat geslacht, opleidingsniveau, zelfgerapporteerde mediationervaring en zelfgerapporteerde professionele achtergrond geen invloed heeft op het wel of niet behalen van het assessment. De resultaten suggereerden wel dat leeftijd een invloed heeft op de slagingskans. De resultaten laten zien dat cursisten met een hogere leeftijd minder vaak het assessment behaalden. Een verklaring is hiervoor in de literatuur niet te vinden. Sommige cursisten hebben aangegeven op latere leeftijd een switch te hebben gemaakt van beroep, soms door hun eigen ontwikkeling te stimuleren, soms door noodzaak (bijvoorbeeld ontslag). In die zin kan het voor opleidingsinstituten nuttig zijn nog uitvoeriger aandacht te besteden aan de motivatie van cursisten. Echter, zoals reeds aangegeven in de resultatensectie, is dit voor vrijwel opleidingen reeds een thema van gesprek tijdens de intakeprocedure. Het kan ook zijn dat mensen op hogere leeftijd meer moeite hebben met de vorm van een performance assessment. Er is hier echter geen theoretische onderbouwing voor gevonden die dat ondersteunt. Vormgeving voorbereiding op assessment door opleidingsinstituten en kans van slagen Alvorens de onderwijskundige analyse van de variabelen te bespreken, zoals aangegeven in deelvraag 2, is eerst onderzocht of er sprake was van een invloed van het opleidingsinstituut op de slagingskans. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het opleidingsinstituut waar een cursist de opleiding volgt, heeft geen invloed op het wel of niet voldoen aan de normscore van het assessment. Bij nadere inspectie bleek dat er wel verschillen te vinden zijn binnen het assessment tussen de aparte scores per schaal, maar het is problematisch valide uitspraken te doen over verschillen, omdat in de data bij veel opleidingsinstituten te weinig cursisten het assessment hebben afgelegd. Het wel of niet behalen van het assessment hoeft derhalve niet de invloed van het opleidingsinstituut te zijn, maar kan ook een invloed zijn van de cursist die kiest voor een bepaalde opleiding. Het maakt voor een cursist derhalve niet uit bij welk opleidingsinstituut de opleiding gevolgd wordt en er zullen derhalve naar verwachtingen weinig verschillen zijn in de aanpak van de voorbereidingen op het assessment van de opleidingen. Alle cursisten volgden een opleiding bij een geaccrediteerd opleidingsinstituut. Het is aannemelijk dat de opleidingsinstituten onderwijskundig hun zaken op orde hebben. 19 Dit concept rapport is vertrouwelijk

21 Informatievoorziening vanuit opleidingsinstituut Cursisten zijn tevreden over de informatie die zij krijgen vanuit het opleidingsinstituut. Zij voelen zich goed voorbereid qua informatievoorziening en doelen over afzonderlijke lessen zijn voor hen duidelijk. Ook informatie over het assessment vinden zij voldoende vanuit de opleiding. Een enkeling geeft aan dat er meer nadruk gelegd zou kunnen worden op het boek van Prein. In die opleiding is het boek wel verplichte literatuur en wordt ook behandeld. Ook opleidingen zelf geven aan voldoende duidelijkheid te verschaffen over hun opleiding in bijvoorbeeld informatiegidsen en eventuele voorlichtingen. Qua informatievoorziening lijken cursisten afdoende voorbereid op de opleiding en het assessment. Intakeprocedure In alle opleidingen vinden intakeprocedures plaats, soms telefonisch, soms persoonlijk, soms beiden. Opleidingen steken tijdens intakeprocedures vooral in op motivatie en sociale vaardigheden. Vrijwel alle opleidingen hanteren een minimaal werk- en denkniveau. Onderwerpen van de intake zijn in alle instituten: analytisch vermogen, zelfreflectie, motivatie en verwachtingen. Sommige opleidingen besteden ook aandacht aan een mediationcasus tijdens de intakeprocedure. Inrichting opleiding Cursisten zijn tevreden over de frequente feedback die wordt gegeven in de opleidingen op zowel beroepshouding als mediationvaardigheden. Zij zijn ook tevreden over de hoeveelheid tijd die besteed wordt aan oefenmediations en geven aan genoeg mogelijkheden te hebben gehad deze in de praktijk te brengen tijdens de opleiding. Een enkeling geeft aan dat er behoefte was om meer te oefenen met acteurs. Ook gaven sommigen respondenten aan dat om de vaardigheden te oefenen de groepen soms te groot waren. Om die reden missen zij ook frequentere feedback. Iets minder tevreden zijn zij over de voorbereiding van toetsing qua inhoud en vorm zoals uitgevoerd bij INTOP. Zij geven daarbij wel aan dat het de vraag is of de opleiding ook daarvoor moet opleiden. Om cursisten meer voor te bereiden op het in hun eigen woorden live assessment dat vol spanning staat, kan aangeraden worden om meer tijd te besteden aan oefenen met acteurs, dan wel oefenen met real life casussen. Kijkend naar de verdeling in de opleidingen tussen theorie, vaardigheden en beroepshouding, geven zowel cursisten als opleidingen hetzelfde beeld weer. Ongeveer een derde wordt besteed aan theorie, iets minder dan de helft aan vaardigheden en iets minder dan een derde aan beroepshouding. Cursisten benoemen dat er bovendien aandacht wordt besteed aan de praktijk van de mediator, het assessment zelf, ontwikkelingen in het vakgebied en video s bekijken en bespreken. Het merendeel van de opleiding wordt dus besteed aan vaardigheden. Daarbij staan theorie en de beroepshouding op de tweede plaats, echter komen deze vaak terug in de rode draad van de oefenmediations, met name in de hoeveelheid feedback die wordt gegeven. 20 Dit concept rapport is vertrouwelijk

22 Cursisten zijn dus het gros van de tijd bezig met hun mediationvaardigheden, wat bevorderlijk is voor de ontwikkeling tot mediator en ter voorbereiding op het assessment. Alle opleidingen maken gebruik van een vorm van intervisie. Een aantal opleidingen maakt daar bovenop gebruik van supervisie, waaraan in alle opleidingen minder tijd wordt besteed dan de intervisie-vormen. In alle opleidingen zijn er daarnaast mogelijkheden tot zelfstudie en wordt gebruik gemaakt van individuele opdrachten. Er geldt in alle opleidingen een aanwezigheidsplicht, waarbij een cursist het gemiste dagdeel kan inhalen of compenseren. De opleidingen geven derhalve een gedegen ondersteuning aan de cursisten in hun ontwikkeling tot mediator en ter voorbereiding van het assessment. Ingeschatting van besteedde tijd aan oefenmediations De meeste cursisten hebben naar hun gevoel genoeg tijd gehad voor het oefenen van mediationvaardigheden in oefenmediations. Dat geven zij ook aan al in de hierboven besproken tijd die besteed is aan vaardigheden. Een enkeling had meer tijd willen besteden aan daadwerkelijke oefenmediations. Een aantal cursisten geeft daarenboven aan op eigen initiatief met medecursisten te hebben geoefend. De meeste cursisten geven aan dat er tijdens de oefenmediations aandacht is voor de vorm van toetsing bij INTOP en de deelcompetenties zoals getoetst bij INTOP. Vrijwel iedereen geeft aan dat er aandacht is voor feedback vanuit de trainer, medecursisten en zichzelf. Sommige opleidingen zelf geven ook aan dat er niet altijd speciale aandacht is tijdens oefenmediations voor de vorm en competenties zoals getoetst bij INTOP. In de oefenmediations wordt volgens de cursisten vooral geoefend met medecursisten. Meer dan de helft geeft aan dat er ook geoefend is met acteurs en/of trainers. Het merendeel van de cursisten geeft aan dat er daarenboven plaats is tijdens de oefenmediations voor het bekijken en analyseren van video-opnamen. Ook hier lijken de opleidingsinstituten hun zaken onderwijskundig op orde te hebben. Cursisten geven aan genoeg tijd gehad te hebben voor het oefenen van mediations. Er is voldoende feedback vanuit verschillende perspectieven en er wordt tijd besteed aan zelfreflectie. Sommige opleidingen geven aan geen speciale aandacht te besteden aan de vorm en deelcompetenties van INTOP. Zij geven daarbij aan dat zij niet willen opleiden voor een assessment, maar voor mediator. Mogelijkerwijs zoeken zij als opleiders meer naar een zogeheten Authentic assessment, in plaats van het Performance assessment. Ook cursisten lijken deze visie te delen. Zij geven aan dat de tijd kort is, en dat ze zich als beginnend mediator niet klaar voelen om het assessment af te leggen. Waar een performance assessment insteekt op direct observeerbare acties en een vooraf vastgesteld reactieformat, steekt een authentic assessment meer in op cognitieve processen en wordt niet enkel de performance op het moment zelf beoordeeld, maar ook de potentie buiten de opleiding (Palm, 2008). In de meeste varianten van een authentic assessment worden meerdere bronnen van bewijs geraadpleegd die de vaardigheden toetsen, alvorens de eindbeoordeling van het assessment te geven (Darling-Hammond & Snyder, 2000). 21 Dit concept rapport is vertrouwelijk

23 Videoassessment Ongeveer de helft van de cursisten geeft aan dat er meerdere video s worden opgenomen alvorens een video in te sturen voor het assessment. Bij een klein percentage was de casus voor het opnemen van de video inhoudelijk bekend. Bij zeventig procent van de opleidingen werd de casus geleverd door de opleiding. Opleidingen zelf geven aan dat zij de casus beoordelen op geschiktheid en mogelijkheid tot conflictinteractie. Met betrekking tot de kwaliteit van de video geeft een derde van de cursisten aan dat er aandacht is geweest voor verstaanbaarheid, technische kwaliteit en omgevingsgeluid. Iets meer cursisten geven daarenboven aan dat er aandacht is geweest vanuit de opleiding voor kwaliteit van de opnameomgeving. Opleidingen zelf geven aan aandacht te hebben gegeven aan bovengenoemde aspecten, maar sommige opleidingen erkennen echter ook dat hier ten tijde van de eerste ingestuurde video s minder op is gestuurd vanuit henzelf. Een aantal opleidingen geeft aan geen video s meer in te sturen. Toetsing door INTOP Cursisten voelen zich voldoende geïnformeerd over het doel, de werkwijze en toetsing van INTOP. Een enkeling geeft de aanbeveling om zowel voldoende als onvoldoende voorbeelden van assessments beschikbaar te maken, dan wel te creëren, ten einde een completer beeld te krijgen van het assessment. Het merendeel van cursisten geeft aan na het live assessment bruikbare en juiste feedback te hebben gekregen. De meeste cursisten die het live assessment hebben afgelegd, hebben dit als prettig ervaren. Cursisten die deelnamen aan het video assessment lijken minder tevreden. Zij vonden de feedback vaak summier en geven aan behoefte te hebben aan een uitgebreidere uiteenzetting van de feedback. Omdat dit niet de werkwijze is bij het video-assessment, lijkt het erop dat bij deze groep cursisten onduidelijkheid is geweest over de werkwijze van het video-assessment. Mogelijkerwijs zou hier in de toekomst meer duidelijkheid over geschept kunnen worden. Een enkeling heeft twijfels over de betrouwbaarheid van de examinatoren. Wat buiten de scope van dit onderzoek viel, maar waar wel verder onderzoek naar gedaan kan worden, zijn de scoringspatronen van examinatoren en de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van examinatoren in de assessments om de betrouwbaarheid van het assessment te waarborgen. Sommigen cursisten zijn niet tevreden over de vorm van toetsing en geven aan dat het live assessment te kort is om alle competenties voldoende aan bod te laten komen. Het verdient aanbeveling om te evalueren of 45 minuten genoeg tijd is om alle competenties voldoende aan bod te laten komen of dat de competenties beter tot hun recht komen met een langere tijdsduur. Ook hier lijken cursisten hun voorkeur uit te spreken voor een meer authentiek assessment. 22 Dit concept rapport is vertrouwelijk

24 Het merendeel van de ontevreden cursisten geeft aan dat in hun visie het assessment een ervaren mediator toetst, en dat iemand die recentelijk de opleiding heeft gevolgd daar derhalve moeilijkheid in kan ervaren. Zij lijken hierin de redenatie te volgen van de opleidingen en op zoek te zijn naar een in hun ogen meer authentieke vorm van assessment. Scoring van de schalen van het assessment Het live assessment in zijn geheel blijkt niet hoger te scoren dan het video assessment. Kijkende naar de aparte schalen blijkt dat in het live assessment de schalen Vertrouwen opwekken, Omgaan met emoties en conflicteren, Onpartijdigheid en Agenda s en procedures hoger scoorden. Deze vier competenties scoren dus gedurende het live assessment hoger dan in het video assessment. Het kan zijn dat in het live assessment dus een grotere kans is op een hogere score op deze schalen, omdat deze hoger worden beoordeeld. Echter kan dit ook betekenen dat de cursisten die kozen voor het live assessment gewoonweg deze competenties beter demonstreerden en derhalve daardoor hoger scoorden. Om hier een meer valide uitspraak over te kunnen doen, dienen er meerdere cursisten beide vormen van assessment te hebben afgelegd. Over de gehele steekproef blijken de schalen Vertrouwen opwekken, Beroepsethiek, Onpartijdigheid en Agenda en Procedures hoger te scoren dan het totaalgemiddelde. De schalen Zelfbeschikking bevorderen, Omgaan met emoties, Helpen inventariseren belangen en Creatieve oplossingen blijken lager te scoren. Bij een inspectie van de schalen apart geanalyseerd voor de live- en videovariant van het assessment blijken in beiden vormen dezelfde schalen op dezelfde manieren hoger en lager scoorden. Ook onder de respondenten wordt dit beeld bevestigd: aan sommige competenties is volgens hen makkelijker te voldoen dan aan andere competenties, waarbij met name Agenda en Procedures en Vertrouwen opwekken worden benoemd als minder lastige te behalen competenties dan Omgaan met emoties en Zelfbeschikking bevorderen. Oorzaak van het lage slagingspercentage van de assessments Algemeen kan gesteld worden dat er geen persoonskenmerken zoals gemeten in dit onderzoek van invloed zijn op de slagingskans van het assessment. De resultaten impliceerde enkel dat cursisten met een hogere leeftijd minder vaak het assessment behalen. Gedegen theoretische onderbouwing hiervoor ontbreekt in de literatuur. Ook suggereren de resultaten dat het opleidingsinstituut waar cursisten hun opleiding hebben gevolgd geen invloed heeft op de slagingskans. Alle opleidingsinstituten hebben een intakeprocedure die toetst op motivatie, sociale vaardigheden en vooropleiding (bij één opleidingsinstituut kunnen potentiele cursisten zonder gedegen vooropleiding binnenstromen, mits in een intakegesprek motivatie en sociale vaardigheden kunnen worden aangetoond). Cursisten zijn over het algemeen tevreden over de informatievoorziening, de inrichting van de opleiding en de tijd die besteed is aan oefenmediations en vaardigheden. Ook suggereert de onderwijskundige analyse dat de opleidingsinstituten hun zaken op orde hebben. 23 Dit concept rapport is vertrouwelijk

25 Cursisten en opleidingen geven wel aan op zoek te zijn naar een andere vorm van het assessment. Zij vinden de tijd te kort en vragen om een meer authentiekere aanpak (bijvoorbeeld door meer beoordelingsmomenten en toetsing van potentie buiten het assessment). Er zijn daarenboven bij met name de cursisten die hebben deelgenomen aan het video-assessment onduidelijkheden geweest met betrekking tot het feedbackmoment. Het is aan te raden dat de communicatie vanuit INTOP en opleidingen hier meer openheid en duidelijkheid over creëren. Ook geven opleidingen zelf aan ten tijde van het insturen van de eerste video s, er minder is gestuurd op geschiktheid van de casus (bijvoorbeeld mogelijkheden tot conflictinteractie en inhoudelijke bekendheid van de casus bij de cursist). Bovendien geven zij aan in die tijd minder te hebben gestuurd op aspecten met betrekking tot de kwaliteit van de video. Echter suggereren de resultaten wel dat hier inmiddels een ontwikkeling heeft plaatsgevonden en op die aspecten tegenwoordig meer gestuurd wordt door de opleidingsinstituten. Een aantal opleidingen geeft aan geen video s meer in te sturen ten behoeve van het assessment. Met betrekking tot het assessment zelf blijkt het video-assessment niet significant hoger of lager te scoren dan het video-assessment. Kijkend naar de schalen apart is er opgemerkt dat in het live assessment de schalen Vertrouwen opwekken, Omgaan met emoties en conflicteren, Onpartijdigheid en Agenda s en procedures hoger scoren. Mogelijk is er in het live-assessment een grotere kans op een hogere score op deze schalen. Het kan ook betekenen dat cursisten die kiezen voor het liveassessment deze competenties beter demonstreren en derhalve op die schaal hoger scoren. Om hier een valide uitspraak over te kunnen doen, dienen er meerdere cursisten beide vormen van assessment te hebben afgelegd. De conclusie met betrekking tot de hoofdvraag van dit onderzoek is derhalve dat zowel de gemeten persoonskenmerken en de inhoud en inrichting van de opleiding geen invloed hebben op de slagingskans van cursisten. Zowel uit de reacties van de opleidingsinstituten als de cursisten bleek dat er geen opmerkelijke verschillen te detecteren waren op onderwijskundig vlak. Ook zijn er geen significante verschillen gevonden tussen het behalen van het live- en videoassessment. In het algemeen liggen de slagingspercentages van de video-assessment wel lager. Ook lijken in het live-assessment een aantal schalen uit he assessment hoger te scoren. Mogelijkerwijs kunnen de lage slagingspercentages gezocht worden op organisatorische en communicatieve aspecten, zoals duidelijkheden met betrekking tot de verschillen in toetsing en feedback en de procedures bij met name het video-assessment. Wat duidelijk zichtbaar is, is de lerende kracht van de opleidingsinstituten. Veel van de opleidingsinstituten geven aan dat de toegevoegde registratie-eis ook bij hen organisatorisch voor leerpunten heeft gezorgd (met name op het gebied van het video-assessment en aandacht die wordt besteed aan vaardigheden). 24 Dit concept rapport is vertrouwelijk

FOCUS OP ASSESSMENT. Verdiepingstraining

FOCUS OP ASSESSMENT. Verdiepingstraining FOCUS OP ASSESSMENT Verdiepingstraining Focus op assessment Introductie Om actief te kunnen zijn in de verwijzingsvoorziening (rechtbanken en gerechtshoven) en gebruik te kunnen maken van toevoegingen

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Basisopleiding Mediation. Algemene Informatie

Basisopleiding Mediation. Algemene Informatie Basisopleiding Mediation Algemene Informatie Pagina 2 van 9 1 Inleiding 3 2 De opleiding 4 2.1 Naam van de opleiding 2.2 Data en tijden najaar 2015 4 2.3 Doelgroep 5 2.4 Toelatingseisen en/of intake 5

Nadere informatie

MEDIATION VOOR PROFESSIONALS

MEDIATION VOOR PROFESSIONALS MEDIATION VOOR PROFESSIONALS Basisopleiding tot mediator West-Nederland Erkend door NMI en Int. ADR register Mediation als sturingsinstrument De dynamiek en complexiteit in organisaties en samenleving

Nadere informatie

MEDIATION VOOR PROFESSIONALS

MEDIATION VOOR PROFESSIONALS MEDIATION VOOR PROFESSIONALS Basisopleiding tot mediator Zuid-Nederland Erkend door NMI en Int. ADR register Mediation als sturingsinstrument De dynamiek en complexiteit in organisaties en samenleving

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015 RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 9 OKTOBER 7 NOVEMBER 05 Samenvatting De belangrijkste resultaten: De grootste groep trainers is lange tijd (>0 jaar) actief. Trainers met een hoger trainersniveau zijn bovendien

Nadere informatie

Examenreglement Video-assessment MfN Registermediator

Examenreglement Video-assessment MfN Registermediator Examenreglement Video-assessment MfN Registermediator 1. Algemeen 1.1. Doelstelling Mediatorsfederatie Nederland, hierna MfN, stelt zich ten doel examinering aan te bieden teneinde de kandidaat in staat

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeursopleidingen in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeursopleidingen in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeursopleidingen in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Nederlands Instituut BedrijfsnoodOrganisatie Versie 2: Maart 2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Inleiding De Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) is een opleiding op masterniveau. Om tot

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) SAXION Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Basisopleiding Mediation. Algemene Informatie

Basisopleiding Mediation. Algemene Informatie Basisopleiding Mediation Algemene Informatie Pagina 2 van 10 1 Inleiding 3 2 De opleiding 4 2.1 Data en tijden 2017 4 2.2 Doelgroep 5 2.3 Toelatingseisen en/of intake 5 2.4 Aantal deelnemers 5 2.5 Methodiek

Nadere informatie

ADR erkende 6 daagse Mediationopleiding. Inhoudelijke toelichting op de 6-daagse basisopleiding Mediation

ADR erkende 6 daagse Mediationopleiding. Inhoudelijke toelichting op de 6-daagse basisopleiding Mediation ADR erkende 6 daagse Mediationopleiding Inhoudelijke toelichting op de 6-daagse basisopleiding Mediation Inclusief: Literatuur, opleidingsmap, lunch, individuele begeleiding, kennistoets Doel van de training:

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

FOCUS OP ASSESSMENT. Verdiepingstraining

FOCUS OP ASSESSMENT. Verdiepingstraining FOCUS OP ASSESSMENT Verdiepingstraining Focus op assessment, een intensieve training voor maximaal 6 deelnemers Introductie Om actief te kunnen zijn in de verwijzingsvoorziening (rechtbanken en gerechtshoven)

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK RESULTATEN Marlijn Antonides Msc marlijnantonides@gmail.com Resultaten In deze rapportage bekijken we de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek 2017 van Kindercentra

Nadere informatie

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding Evaluatie weblectures bij FLOT aanleiding In september 2013 is bij de lerarenopleiding wiskunde van FLOT gestart met het project weblectures. Het plan was om deze in te zetten bij de cursussen calculus

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

360 graden feedback 3.0 PETER VERSTEEG

360 graden feedback 3.0 PETER VERSTEEG 2016 360 graden feedback 3.0 PETER VERSTEEG Voorwoord Aan de hand van dit rapport wordt duidelijk hoe mijn collega mij ziet tijdens de werkzaamheden die ik verricht in mijn huidige functie. Door middel

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2

Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2 1 Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2 Inleiding Uit ervaring van gebruikers van de landelijke examenproducten blijkt dat niet altijd duidelijk is wat er nog geregeld moet worden

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd. Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Handboek Opleidingen 2004 Hoofdstuk 20. 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A. 1. Algemene bepalingen

Handboek Opleidingen 2004 Hoofdstuk 20. 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A. 1. Algemene bepalingen 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A 1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is de cursist voor te bereiden op het instructie geven aan beginnende

Nadere informatie

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders 15 december 2010 Keuze van trainingen, opleidingen en cursussen Van de 275 respondent heeft 35% geen enkele scholingsactiviteit gevolgd.

Nadere informatie

VERDIEPINGSTRAINING VAARDIGHEDEN VERTROUWENSPERSOON. Geaccrediteerd door de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen VERTROUWENSPERSOON

VERDIEPINGSTRAINING VAARDIGHEDEN VERTROUWENSPERSOON. Geaccrediteerd door de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen VERTROUWENSPERSOON VERDIEPINGSTRAINING VAARDIGHEDEN VERTROUWENSPERSOON Geaccrediteerd door de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen VERTROUWENSPERSOON VERDIEPINGSTRAINING VAARDIGHEDEN VERTROUWENSPERSOON Introductie

Nadere informatie

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Home no. 6 December 2017 Eerdere edities Verenso.nl Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Overwegend positief over curriculum ouderengeneeskunde 2012-2016 Eveline Bets eveline@tekstvanbets.nl Het NIVEL

Nadere informatie

360 feedback assessment

360 feedback assessment 360 feedback assessment Naam : Jan Voorbeeld Datum rapportage : oktober 2013 Opdrachtgever : Organisatie Contactpersoon : Ellen Roosen Mpact Training & Advies Overwaard 13, 4205 PA Gorinchem Nederland

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz.

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz. Standaardisatie en formulering stellingen en vragen voor module evaluaties VHL versie 27 maart 2011 Inleiding In het voorjaar van 2010 is het project Standaardiseren module evaluaties VHL breed o.l.v.

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

Voor wie Voor mensen die een voor de opleiding relevante werkplek hebben voor minimaal 20 uur per week, gegarandeerd voor minimaal 1 kalenderjaar.

Voor wie Voor mensen die een voor de opleiding relevante werkplek hebben voor minimaal 20 uur per week, gegarandeerd voor minimaal 1 kalenderjaar. Naam training / opleiding Opleiding assistent conciërge/beheerder BB of BBL2 Opleidingsinstituut IBN Arbeidsintegratie Korte omschrijving De conciërge of beheerder is de spil waar alles om draait op een

Nadere informatie

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Er bestaan twee erkende categorieën opleidingsonderdelen: de methodisch-didactische scholing in het kader van de opleidingsroute voor supervisoren;

Nadere informatie

Exameneisen NLP Practitioner

Exameneisen NLP Practitioner Exameneisen NLP Practitioner Het examen Onze opleiding wordt afgesloten met een toetsmoment. Wij vinden het belangrijk dat elke deelnemer voor zichzelf helder heeft waar hij/zij staat ten opzichte van

Nadere informatie

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Examenreglement live-assessment MfN Registermediator

Examenreglement live-assessment MfN Registermediator Examenreglement live-assessment MfN Registermediator 1. Algemeen 1.1. Doelstelling Mediatorsfederatie Nederland, hierna MfN, stelt zich ten doel examinering aan te bieden teneinde de kandidaat in staat

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design OW 10.2440 Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design Bij de opleiding International Game Architecture and Design zijn de studenten die gestart zijn

Nadere informatie

Formulier Erkenningsaanvraag

Formulier Erkenningsaanvraag Formulier Erkenningsaanvraag Een erkenningsaanvraag voor de cursus Preventieassistent kan ingediend worden door het bijgaande Formulier naar waarheid in te vullen en gevraagde documentatie bij te voegen.

Nadere informatie

Examenreglement 2014-2015

Examenreglement 2014-2015 Examenreglement 2014-2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemeen 3 Hoofdstuk 2 Toelating tot opleidingen en cursussen 4 Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma 5 Hoofdstuk 4 Getuigschrift 7 Hoofdstuk 5 Doel en vorm

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden Training-1 Training-2 Training-3 : Basistraining communicatieve vaardigheden : Communicatieve vaardigheden voor professionals : Hoe voer ik een intakegesprek

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie Versie 1.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid medewerker

Nadere informatie

Methodiek Junior Praktijk Opleider

Methodiek Junior Praktijk Opleider Methodiek Junior Praktijk Opleider ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN HET VERSTERKEN VAN DE DOELMATIGHEID Maaike van Rooijen Suzan de Winter-Koçak Eva Klooster Harrie Jonkman Methodiek Junior Praktijk Opleider

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

De beoordeling en niveau bepaling van instromers voor de opleiding tot GGZ- Verpleegkundig Specialist

De beoordeling en niveau bepaling van instromers voor de opleiding tot GGZ- Verpleegkundig Specialist De beoordeling en niveau bepaling van instromers voor de opleiding tot GGZ- Verpleegkundig Specialist Achtergrond Vanuit de GGZ-VS opleiding is behoefte aan een instroom assessment voor studenten die geen

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeurs in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeurs in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeurs in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Nederlands Instituut BedrijfsnoodOrganisatie Versie 3: Maart 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting...

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011

Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011 Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011 Inleiding In deze toelichting wordt eerst een kopie van de korte enquête getoond zodat helder is welke vragen aan de

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor opleidingsinstituten in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor opleidingsinstituten in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Algemeen Reglement van de Certificering voor opleidingsinstituten in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie Nederlands Instituut BedrijfsnoodOrganisatie Versie 3: Maart 2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Trendanalyse

Trendanalyse Trendanalyse 2005 2007-2009 Versie 1 April 2010 In 2005, 2007 en 2009 hebben docenten, werkbegeleiders en praktijkopleiders van de samenwerkende scholen en zorginstellingen in de regio Groningen, Drenthe,

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Studentnummer: Naam aanmelder: Stap 1. Welkom heten en uitleggen wat het onderzoek inhoudt (Tijd: 5 minuten) Landelijk en bij de FEM is er sprake van een hoge

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken Onderzoek naar de informatiehuishouding Twee vragenlijsten vergeleken Wat zijn de verschillen tussen een informatie audit vragenlijst en een e-discovery checklist en maak je een keuze of kunnen ze elkaar

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Mediationopleiding. Opleiding tot professioneel mediator

Mediationopleiding. Opleiding tot professioneel mediator WWW.CVC.NL/MEDIATIONOPLEIDING Mediationopleiding Opleiding tot professioneel mediator Opleiding tot professioneel mediator In de mediationopleiding van het Centrum voor Conflicthantering (CvC) draait het

Nadere informatie

Kostbaar is de wijsheid die door ervaring wordt verkregen! Klassikale, verkorte of zelfstudie opleiding gericht op certificering

Kostbaar is de wijsheid die door ervaring wordt verkregen! Klassikale, verkorte of zelfstudie opleiding gericht op certificering IPMA B training Kostbaar is de wijsheid die door ervaring wordt verkregen! Klassikale, verkorte of zelfstudie opleiding gericht op certificering Doelgroep Projectmanagers die in de afgelopen 8 jaar meer

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers Ervaring in de driehoek Cello heeft in de periode mei juni van dit jaar onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen van cliënten, ouders / vertegenwoordigers

Nadere informatie

Onderhandelen, Samenwerken en Conflictpreventie Informatiepakket voor medici

Onderhandelen, Samenwerken en Conflictpreventie Informatiepakket voor medici Onderhandelen, Samenwerken en Conflictpreventie Informatiepakket voor medici Welkom bij MediationPoint! Wat kunnen wij voor u doen? - Cursus Onderhandelen, Samenwerken en Conflictpreventie. Hoe? - Er zijn

Nadere informatie

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni 2016 Inhoudsopgave 1...1 2 Hoofdsectie...2 1 Geef bij de onderstaande stellingen aan of u ermee zeer mee oneens/oneens/eens/zeer mee eens bent, dan wel neutraal

Nadere informatie

Handleiding video-assessment (Protocol versie 3b- d.d. 29-11-2012)

Handleiding video-assessment (Protocol versie 3b- d.d. 29-11-2012) Handleiding video-assessment (Protocol versie 3b- d.d. 29-11-2012) 1. Video opname van de mediation De kandidaat dient een DVD in te sturen met een digitale video-opname van een rollenspelsimulatie van

Nadere informatie

Docentevaluaties: zó geef je studenten een stem

Docentevaluaties: zó geef je studenten een stem Docentevaluaties: zó geef je studenten een stem Docentevaluaties worden gebruikt om studenten feedback te laten geven op de kwaliteit van de docenten. In dit artikel wordt ingegaan op de randvoorwaarden

Nadere informatie

Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden

Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden Kaders voor een digitale leer- en oefenomgeving Onderzoekssamenvatting Drs. Maurice de Greef Onderzoeker, Adviseur en Trainer Artéduc

Nadere informatie

Opleiding Professioneel en inspirerend trainen Post-HBO registeropleiding tot trainer communicatieve en managementvaardigheden

Opleiding Professioneel en inspirerend trainen Post-HBO registeropleiding tot trainer communicatieve en managementvaardigheden Opleiding Professioneel en inspirerend trainen Post-HBO registeropleiding tot trainer communicatieve en managementvaardigheden Persoonlijk leiderschap en trainersvakmanschap Zoek je een gedegen opleiding

Nadere informatie

Korte informatie HVK examenkandidaten

Korte informatie HVK examenkandidaten Korte informatie HVK examenkandidaten Geachte kandidaat, Hartelijk dank voor uw aanmelding bij de DNV GL HVK portal. U bent geregistreerd. U kunt beginnen met het aanleveren van de gevraagde documenten.

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie