LESVELDGEV(extra eigenschap) + LESVELDGEV(lesverzameling,extra eigenschap)

Transcriptie

1 UDM In deze paragraaf passeren de volgende formules de revue: LLN(lesverz, tijdv) LLNVELD(extra eigenschap) + LLNVELD(extra eigenschap, lesverz) LESVELDGEV(extra eigenschap) + LESVELDGEV(lesverzameling,extra eigenschap) UKP(ukpveld) UUR(lesverz, tijdv) + UUR(lesverz) + UUR() DOCSET(docverz, x, y) + DOCSET(docverz) LESSET(lesverz, x, y) + LESSET(lesverz) LESDAGEN(tijdvak,lesverz) + LESDAGEN(tijdvak) + LESDAGEN( ) LEES(docent extra eigenschap) SCHRIJF(docent extra eigenschap,formule) DOCMARKERTEST(leerling extra eigenschap) + DOCMARKERTEST(leerling extra eigenschap,lesverzameling) DOCMARKERTOT(leerling extra eigenschap) + DOCMARKERTOT(leerling extra eigenschap,lesverzameling) LLN Leerlingen Met deze functie kunt u het gemiddeld aantal leerlingen dat deze docent in zijn lesgroepen heeft zitten, tellen. LLN(lesverz, tijdv). Bij de opgegeven lesverzameling (in dit voorbeeld alleles), in het opgegeven tijdvak ( tv1 ), wordt het gemiddeld aantal leerlingen van de docent weergegeven. LLNVELD U kunt per les naar leerling-specifieke informatie kijken. Deze kunt u meenemen in de verdere berekening. De aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 1/8

2 informatie moet beschreven staan in een extra eigenschap veld. In bovenstaand voorbeeld is het extra veld begeleiding toegevoegd. Bij sommige leerlingen is een waarde ingevoerd. De functie kan op twee plaatsen gebruikt worden: in een rekenkolom of in een toeslag. LLNVELD in een rekenkolom Bijvoorbeeld: LLNVELD (extra eigenschap). Dat geeft als uitkomst de som van alle gegeven waarden want er wordt per docent een lijst opgemaakt met alle leerlingen waaraan hij of zij lesgeeft. LLNVELD in een toeslag Hiervoor moet een EVALL functie aangemaakt worden, waarin de formule wordt aangesproken, bijvoorbeeld: EVALL(begeleidingtoeslag, Formule, NUM). Die begeleidingtoeslag heeft dan als inhoud van het veld Formule: LLNVELD(begeleiding). Er wordt per les berekend wat de waarde is die in de extra eigenschap kolom begeleiding staat. Het totaal per les wordt dus uitgerekend en bij elkaar opgeteld. Het verschil met het gebruik van de functie in een rekenkolom is duidelijk zichtbaar. Wanneer er per les wordt berekend en bij elkaar opgeteld, komt het geheel op 81. Alternatieve invoer U kunt in de formule ook aangeven dat u naar een specifieke lesverzameling wilt kijken. In dat geval is de volledige formule: LLNVELD(extra eigenschap, lesverz) LESVELDGEV telt aantal keren gevulde leerling-eigenschap aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 2/8

3 De formule is: LESVELDGEV(extra). Deze functie kijkt bij iedere leerling die de docent heeft of er iets staat in de extra leerling-eigenschap extra en telt het aantal keer dat dat voorkomt bij elkaar op. Er wordt dus niet geteld wat er staat (dat doet de functie LLNVELD(extra)) maar slechts of er wat staat. Een docent met de hierboven staande leerlingen zal met LLNVELD(extra) de score 8 krijgen en met LESVELDGEV(extra) 3! Bij de extra eigenschap kan dus ook gewone tekst kunnen staan; bij LLNVELD() zou u een foutmelding krijgen terwijl LESVELDGEV(extra) daar niet moeilijk over doet en het als 1 telt. Alternatieve invoer U kunt in de formule ook aangeven dat u naar een specifieke lesverzameling wilt kijken. In dat geval is de volledige formule: LESVELDGEV(lesverzameling,extra eigenschap) UKP Universeel keuzepakket items Met ProfiLeer kunnen de leerlingen een keuzepakket samenstellen. Deze informatie kunt u ook gebruiken binnen de ZFormatie structuur. want iedere gemaakte keuze is te benaderen. U kunt dus ook de extra leerlinginformatie velden benaderen, zoals vrijstellingen en dyslectische leerlingen. De formule die u kunt gebruiken, is: UKP(ukpveld) Tip! U kunt bij het ukpveld uiteraard de afkorting van een keuze weergeven, in dit geval is dat EM. Maar u kunt ook de etappenaam erbij noemen. Stel dat uw gemeenschappelijke etappe als afkorting GEM heeft, dan krijgt een gemaakte keuze in die etappe de toevoeging _GEM. De keuze fa_gem betekent dus een keuze gemaakt in een specifieke etappe. Ook deze kunt u in uw formule gebruiken. Er wordt bij een docent een lijst gemaakt met alle leerlingen waaraan hij lessen verzorgt. Vervolgens wordt per leerling uit het keuzepakket de informatie gehaald. Het aantal wordt, prognostisch, bij elkaar opgeteld. UUR Lesuren U kunt per docent bekijken wat het aantal lessen is dat deze docent geeft. De formule hiervoor is: UUR(lesverz, tijdv) aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 3/8

4 De uitkomst is per docent het aantal lesuren (die in de aangegeven lesverzameling zitten) dat deze verzorgt, in een opgegeven tijdvak. Alternatief Er zijn twee verschillende gebruiksalternatieven voor de functie UUR. UUR(lesverz) Deze functie bekijkt het aantal lessen dat een docent geeft in de opgegeven lesverzameling. Het is echter tijdvak onafhankelijk en een les krijgt een gemiddelde waarde over de tijdvakken heen. In het onderstaande voorbeeld is ook zichtbaar dat er een verschil in uitkomst kan zijn, aangezien de docent in n tijdvak meer lesgeeft dan de andere. UUR() Dit geeft het gemiddeld, totaal aantal lessen per tijdvak en er wordt dus niet naar een lesverzameling gekeken of een specifiek tijdvak. DOCSET Docentverzamelingen Met de functie DOCSET kunt u bepalen of de opgegeven docent zich wel of niet in deze verzameling bevindt. De functie is: DOCSET(docverz, x, y) U geeft bij docverz een docentverzameling op, bijvoorbeeld mentoraat. Wanneer de docent zich in de mentoraat verzameling bevindt, wordt x (waar) uitgevoerd. Bevindt de docent zich niet in deze verzameling, dan wordt y uitgevoerd (niet waar). Deze functie laat zich uitstekend gebruiken in combinatie met andere functies. Alternatief Er is n alternatief voor de DOCSET functie namelijk: DOCSET(docverz) Bij het gebruik van deze functie, worden de antwoorden 1 (waar) en 0 (niet waar) als mogelijke uitkomst weergegeven. Wat er uitgevoerd moet worden, ligt verder niet vast. aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 4/8

5 LESSET Lesverzamelingen Met de functie LESSET kunt u bepalen of een opgegeven docent zich wel of niet in deze verzameling bevindt met een les. De functie is: LESSET(lesverz, x, y) Geeft bij een opgegeven lesverz weer of een docent wel of niet lesgeeft in de lesverzameling OB (onderbouw). Wanneer de docent lesgeeft in deze verzameling, dan wordt x (waar) uitgevoerd. Anders y (niet waar). Deze functie laat zich uitstekend gebruiken in combinatie met andere functies. Alternatief Er is voor deze functie n alternatief: LESSET(lesverz) Bij het gebruik van deze functie, levert het resultaat f 1 (waar) f 0 (niet waar). LESDAGEN Lesdagen Met behulp van deze functie kunt u bepalen hoeveel dagen een docent lesgeeft. Dit kan afhankelijk zijn van een tijdvak en een lesverzameling. LESDAGEN ( tijdvak, lesverz ) De formule geeft het aantal dagen (ma t/m vr) dat de docent n of meerdere lessen verzorgt. Afhankelijk van het tijdvak en een lesverzameling. Varianten De functie LESDAGEN kent twee varianten: LESDAGEN(tijdvak) Hierbij hoeft alleen het betreffende tijdvak opgegeven worden. lijstdeze functie telt het gemiddeld aantal lesdagen dat deze docent per tijdvak verzorgt. De functie gebruikt dus geen tijdvak notatie en is ook niet afhankelijk van een lesverzameling. LEES (:Info uit docentendomein lezen) Met behulp van deze functie kunt u de inhoud van een extra eigenschapsveld bij een docent inlezen en meteen laten weergeven. aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 5/8

6 LEES(Infoveld) De functie geeft de inhoud van het Infoveld weer in een getal. Praktische toepassing: Deze functie is erg handig om bijv. aan het eind van het jaar het aantal vervanguren in te lezen en mee te laten tellen voor de bepaling of een docent nog een vergoeding of verrekening moet krijgen. SCHRIJF (:Info naar extra eigenschap docent schrijven) Met behulp van deze functie kunt u de inhoud van een extra eigenschapveld bij een docent laten vullen vanuit een in ZFormatie-berekening. SCHRIJF(Infoveld,formule) De functie geeft de inhoud van formule weer n schrijft deze in de extra eigenschap Infoveld weer bij de docent. De uitkomst wordt geschreven en weergegeven als een breuk. Praktische toepassing Deze functie is erg handig om bijv. aan het begin van het jaar het aantal vervanguren voor een docent te laten bepalen aan de hand van de betrekkingsomvang (of het aantal lesuren of wat dan ook) en deze weg te schrijven in #QUOTUM zodat deze bij het dagroosteren te zien is. DOCMARKERTEST Signaleren of een docent les geeft aan bepaalde leerlingen DOCMARKERTEST(GeenLesVan) Deze functie test bij de docent of n van de docentafkortingen die in de extra leerling-eigenschap GeenLesVan staat gelijk is aan zijn eigen docentafkorting. De extra leerlingeigenschap kan met meerdere docentafkortingen gevuld zijn waarbij deze door een komma gescheiden dienen te worden. Uitkomst De uitkomst is waar (1) of niet waar (0). Praktische toepassing Deze functie wordt gebruikt om bij de lessenverdeling meteen te laten signaleren of een docent bijv. aan zijn eigen kind lesgeeft, als dat ongewenst zou zijn. Alternatieven: DOCMARKERTEST(GeenLesVan,lesverzameling) aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 6/8

7 Idem als DOCMARKERTEST(GeenLesVan) alleen kunt u deze controle nu laten beperken tot de aangegeven lesverzameling. DOCMARKERTOT(GeenLesVan) Deze functie geeft als uitkomst het aantal leerlingen dat docent heeft met een afkorting in de extra-leerlingeigenschap GeenLesVan die gelijk is aan de zijne. DOCMARKERTOT(GeenLesVan,lesverzameling) Beperkt DOCMARKERTOT(GeenLesVan) tot de aangegeven lesverzameling. aangemaakt: zermelo roostermakers info@zermelo.nl 7/8

8 aangemaakt: zermelo roostermakers 8/8