blz Start Hoogwaterbeschermingsprogramma , aanvraag investeringskrediet ( )

Transcriptie

1 Notulen van de openbare vergadering van het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, gehouden op woensdag 2 april 2014 om uur in Zaal Waterland aan de Bevelandseweg 1 te Heerhugowaard. Agendapunten blz Opening, mededelingen blz. 6 2a. Notulen CHI-vergadering 19 februari 2014 (14.379) 6 2b. Besluitenlijst CHI-vergadering 19 februari 2014 (14.380) 6 2c. Lijst van toezeggingen 19 februari 2014 (14.381) blz Gelegenheid tot inspreken blz Ingekomen stukken blz Gelegenheid tot het stellen van vragen blz Start Hoogwaterbeschermingsprogramma , aanvraag investeringskrediet ( ) blz Upgrade en uitbreiding besturingssysteem rwzi's, uitvoeringskrediet ( ) blz Programma wegverharding ( ) blz Benoeming 2 e loco-dijkgraaf ( ) blz Uitvoeringskrediet modificatie slibontwatering rwzi Beverwijk ( ) blz Sluiting

2 2 Aanwezig: de voorzitter de secretaris de leden ( = hoogheemraad) de heer drs. L.H.M. Kohsiek de heer M.J. Kuipers de heren S.A. van Balen Blanken, J.C.M. de Boer, C.J.A. Borst, T. Doornenbal, I.B.F.M. Geels, W.J.J. Greve, S. Groot, C.J. Grooteman, mevrouw K. Hartog, de heer M.J. Hartvelt, mevrouw E.A. Koning-Bruijn, de heren drs. B. Korf, J.D. Kramer, A. Lap, mevrouw ir. M.A. Leijen, de heren C. Mantel, P.C.M. Mak, drs. G.J. van Os, P.N.M. Otten, ing. L.J.M. Schagen, B. Schrieken, mevrouw drs. L.E. Snuif-Verweij, de heren ir. C.J.M. Stam, A.Th. Steltenpool, C. Streefkerk, R. Veenman, drs. P. Vonk en J.H. Wijnholds hoofd Bestuur Directie Strategie de heer E. van Oorsouw bestuursadviseur afwezig: notulen: mevrouw J.C.M. Smit de heren I.A. van der Bliek en J.P. Leek mevrouw A. Vernooij 1. Opening, mededelingen De voorzitter: Ik stel voor dat we gaan beginnen. Het is precies half acht, een mooi moment. En wederom daglicht. Dat is ook bijzonder. Ik wil graag beginnen met de vraag of de vergadering akkoord gaat met de agenda. Daarna wil ik een paar mededelingen doen. De agenda is goedgekeurd. De heer Doornenbal vroeg er in de commissie al om en mevrouw Snuif heeft het er al bij de themasessie over gehad; het betreft het OESO-rapport. Ik heb even voor degenen die er niet bij waren een korte samenvatting. Het rapport is gepresenteerd. Er waren een achttal CHI-leden aanwezig. Ik denk dat dat heel goed was. Dus als ik iets mis in de impressie, verzoek ik degenen die er waren mij aan te vullen. Als je naar de ondertoon kijkt, staan hier eigenlijk de belangrijkste conclusies. Dat wil niet zeggen dat er geen opmerkingen waren. Dat komt zo direct. Eigenlijk zeggen ze dat de waterkennis in Nederland zo n breed vak is dat het een zware, grote asset is. Wat ze ook een asset vinden, is dat de financiering niet gekoppeld is aan de korte termijn en dat het toch veelal langetermijnfinanciering is. Wat ze ook een groot voordeel vinden, is dat er geen stroomgebieden zijn georganiseerd. En de waterweg vinden ze wat dat betreft heel goed, omdat daar normen en standaarden in zitten. Daar maak ik gelijk een opmerking over. Ik weet niet of u de discussie over de Omgevingswet de afgelopen weken gevolgd hebt in de media. Deze minister is er nog niet van overtuigd dat de normen op wetsniveau in een Omgevingswet gebracht moeten worden en dat stuit op groot bezwaar bij de Raad van State. Maar dat gevecht gaat ze aan. Volgende week mag ik haar daar nog even over adviseren. Maar ik zal haar adviseren: doe het in ieder geval voor de waterveiligheid wel. Je kunt ook weer gradaties in normen hebben. Last but not least in deze wijze uitspraken is: Nederlands waterbeheer is klaar voor de toekomst. Zo heet dat rapport ook: Fit for the Future. Yves Leterme, de vicepresident van de OECD, voormalig premier van België, gaf het waterbeheer in Nederland een 8, een 8,5. Het was een mooi cijfer. Is dan alles goed? Nee. Er zijn ook

3 3 een heleboel mogelijke verbeteringen. De eerste is dat de burgerbeleving van overstromingsrisico s in Nederland laag is. Dat wordt de awareness gap genoemd. Dat weten wij maar al te goed. Maar wat doe je eraan? Constateren is één. Daar zullen we dus op een of andere manier aan moeten werken. Het tweede punt is, en daar heeft de heer Vonk ook al veel opmerkingen over gemaakt, dat er meer toezicht wordt gevraagd. Daarvan zegt de Unie: dat vindt de OESO. We zijn voor betere benchmarks, maar meer toezicht? Voor het toezicht dat er is door de provincies, door de verschillende inspecties, maar ook door uzelf als algemeen bestuur is het de vraag of dat nu zinvol is. Ze merken op dat droogte toch een blinde vlek is voor dit land. In ieder geval bij de gebruikers. Ik heb bij verschillende besprekingen bij ECN Petten gemerkt dat ze altijd maar denken dat water voorradig is. Dat is het dus niet. Als het een keer zo droog blijft als de afgelopen maand en dat gaat nog twee maanden door, dan is er ook minder water. Verder zeggen ze dat de waterkwaliteit in Nederland een probleem is. Zij noemen dat heel netjes dat er geen balans is tussen landbouw, natuur en water. Ja, dat weten we ook allemaal. We zitten onderaan het zinkputje van de Rijn. Dat heeft consequenties, maar door de intensieve landbouw zijn ook veel van onze bodems opgeladen met stikstof en fosfaat. Die hebben ook heel veel nalevering, waardoor je ondanks dat je minder gebruikt toch nog heel lang nalevering hebt. Dat probleem benoemen ze. Ze vinden eigenlijk dat we daar wat aan moeten doen. Verder zeggen ze dat de afvalwaterketen ook nog wel op een andere manier geactiveerd kan worden. Dan zijn er een paar wat algemenere opmerkingen. Zij vinden 2 C stijging in honderd jaar te conservatief. Ze zeggen dat het meer wordt. Daar moet je op anticiperen. Ze zeggen dat men in Nederland ook goed moet kijken - dat hebben ze natuurlijk ook van andere landen overgenomen, want het was een internationaal panel - dat je toch gebieden krijgt die ontvolken of minder financieel draagvlak krijgen. Hoe houd je het dan in stand met het huidige systeem? Ze zeggen dan meteen dat je de complexiteit van het financieringssysteem moet aanpakken. Nu ben ik daar glad voor. Ik heb hier al vaker verteld dat ik twee jaar geleden een alternatief belastingsysteem heb mogen mede-ontwikkelen en dat de Tweede Kamer, de toenmalige staatssecretaris er toen niet aan wilde. Ik zeg er wel bij dat ik er heel erg voor ben, maar de timing waarop we dit doen, is cruciaal. Je krijgt meteen de discussie of de financiering wel bij de waterschappen moet blijven. Daar zullen we goed moeten kiezen. Het laatste bolletje kennen we, want daaraan voldoen we in onze Deltavisie al. Ze zeggen ook iets over de trias aquatica. Samengevat: het is een mooi rapport. Voor de komende vijftig jaar moeten ze dat zien te ontwikkelen. Alles wordt beschreven. De vergelijking met lidstaten is nog wel wat beperkt. Dan is altijd de vraag: hoe gaan we nu verder? Er is een stuurgroep onder leiding van de minister van I&M. Dat betekent ook de vertegenwoordigers van de Unie, Vewin en VNG. Die probeert nu prioriteit aan die punten te geven waaraan we gaan werken en gaat bekijken hoe we dat in Nederland het beste kunnen doen. Zo is er nu al een plan van aanpak met betrekking tot de awareness gap. Zodra dat duidelijk wordt, zal ik dat hier melden en dan kunnen we bekijken wat wij eraan kunnen doen. Iets extra s of iets minder? Dat is allemaal te bespreken. Al met al zou ik willen zeggen dat het ons positief op de kaart heeft gezet. Dat zie je ook hier aan al die uitingen in de krant. U heeft dat waarschijnlijk ook gelezen. De minister die zegt dat de waterschappen niet meer hoeven te fuseren. Dat wil niet zeggen dat het kabinet dat vindt, maar de minister zegt dat. We hebben veel aandacht gekregen. Ik heb toch dat artikel nog maar even in Trouw aangehaald. Dat ging over een groep jongeren en over de awareness en u heeft het waarschijnlijk niet gelezen, maar de rechterpagina gaat voor een groot deel over ons en over hoe wij jongeren een stukje van die awareness hebben geleerd. Dat was op zich heel leuk om te lezen rond dat OESO-rapport. Mijn grote zorg bij dit rapport is: laten we op een of andere manier die aanbevelingen gaan opvolgen. We moeten niet zelfgenoegzaam worden. We moeten actief investeren om dat ook te verbeteren. Een tweede zorg is hoe we het gedachtegoed van dit rapport levend houden tot aan de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Normaal gesproken waren die ongeveer nu geweest. Daar was dit rapport qua timing op afgestemd. En nu is het twee jaar later. Dus hoe houden we dit gedachtegoed in deze wereld twee jaar of eventueel korter, als het kabinet valt, levend? Dat is nog een uitdaging. Ik ga binnenkort met de strategiegroep van de Unie van

4 4 gedachten wisselen over hoe we dat het beste kunnen doen. En nu we toch bij de media zijn, laten we even een andere brede scope bekijken. U weet dat Theo Reuzenaar naar Engeland is geweest. Hier ziet u even een overzicht van in welke mate hij in de pers is geweest. Ongetwijfeld zullen velen van u het artikel dat in het Noordhollands Dagblad is verschenen, hebben gelezen. Dan was er ook nog een symposium over 3Di. Dat is een nieuw watermodel waarmee je overstromingen en regenbuien kunt voorspellen, maar ook waterbergingen mee kunt ontwerpen of doorrekenen. Heel gedetailleerd. Het is ontwikkeld door de TU Delft, Deltares en Nelen & Schuurmans, een ingenieursbureau. Daarin was HHKN launching customer. Daar was een symposium over. Daar was één ab-lid. Hij moet zelf maar zeggen wat hij ervan vond. Op zich denk ik dat het heel goed was. Daarover stond ook een heel leuk artikel in de Volkskrant. Ik beloof u dat we een van de volgende keren een presentatie zullen geven over wat dat model allemaal kan. Dat zullen we proberen interactief te doen zodat u zelf kunt invullen hoe dat snel en nauwkeurig kan werken. Om het rondje media toch maar even af te maken, last but not least, de Zwakke Schakels. Die heb ik ook al gemeld. Er wordt volop zand gespoten. Ook dat is u niet ontgaan. Het artikel in de Volkskrant is de vorige keer al genoemd, maar ook de televisie en de lokale bladen besteden er veel aandacht aan. Dat is goed, want het gaat over ons en ik denk dat het een mooi project is. We weten dat er nog één procedure van de Raad van State beëindigd moet worden. De voorlopige voorziening is niet toegekend door de rechter. Maar dat wil niet zeggen dat dat de uiteindelijke uitspraak is. Als ik me goed herinner, wordt deze ergens in mei verwacht. Maar we mogen wel vast beginnen en er wordt ook al volop begonnen. Dat is niet het enige dat veranderd is. Wat er nog meer veranderd is, is dat we een Dijk te Kijk hadden. Die heet nu Zand tegen Zee. Daar heeft u een kaart en een briefje over gehad. Dat moet u toch ook eens een keer komen bekijken. Dat kan op 13 april. Dan is er het nodige te doen. U bent dan van harte welkom. Mocht u daarbij niet aanwezig kunnen zijn, dan bent u ook welkom op 11 april wanneer we dit openen in een klein groepje. Anders kunnen jullie altijd gaan wanneer het open is. Ik kan u dat aanraden. Gisteren heb ik samen met Kees [Stam] een ronde gemaakt en bekeken hoe dat eruitzag. Ik moet zeggen dat ik onder de indruk was. U bent allen in Dijk te Kijk geweest, maar dat herkent u niet meer terug. Dat is echt heel anders geworden. Dus de moeite waard om een keer wanneer het u uitkomt te gaan kijken. Dan eindig ik met een laatste mededeling mijnerzijds. Dat betreft de landsdeelvorming. Het blijft daar stil over, maar er wordt nog steeds druk onderhandeld. Al hoort u dat het er wel niet van zal komen, ik houd daar nog heel veel slagen om de arm. Er wordt nog steeds druk onderhandeld. Dat waren in ieder geval mijn mededelingen. Dan had Johan? Johan [Wijnholds]. De heer Wijnholds (hoogheemraad): Dank u wel. We hebben bericht gekregen van Han Wanders. Han Wanders is de voorzitter van het Initiatief Betaalbaar Wonen Noord. Hij meldt het hoogheemraadschap dat het Initiatief afziet van verdere acties ten aanzien van terugbetaling aan alle ingezetenen. Dat is op zich goed nieuws. De voorzitter: Nog vragen of opmerkingen naar aanleiding hiervan? Mevrouw Snuif-Verweij: Naar aanleiding van het OESO-rapport. Ik ben het eens met de presentatie. Ik ben blij dat het op deze manier gaat. Ik heb daar één onderwerpje uitgevist dat mij na aan het hart ligt. Dat gaat over de aanbeveling voor de huidige financiële regelingen verdeling van de kosten over de verschillende categorieën van belanghebbenden. Zowel voor de huidige als voor de toekomstige generaties constateren we dat vaak veroorzakers van een probleem niet de financiële consequenties daarvan dragen. Dat is breed en dat gaat niet alleen over de categorieën die wij in de financiering hebben, maar zou het mogelijk zijn om de begroting eens een keer door te spitten en te bekijken waar de kosten zitten en ten behoeve van welke categorie je dat doet? Het is een zaak die er

5 5 natuurlijk tussendoor zit, maar daar heb ik wel behoefte aan. Als ik een onderwerp zie, dan denk ik: voor wie doen we het in godsnaam? De voorzitter: Dat is gerelateerd aan het beginsel dat de veroorzaker betaalt. Het is de reden waarom ze ook zeggen naar het belastingsysteem te kijken. Als ik het even zo mag zeggen: uw actie wordt zeker opgenomen. Ik zou even willen zien hoe ze dat gaan uitwerken voordat we dat nu hier helemaal van tevoren doorlichten. En als ze dat dan hebben gedaan, kunnen we laten zien wat dat betekent. Voor hetzelfde geld pakken ze weer net een andere route dan wat wij hier weergeven. De heer Vonk. De heer Vonk: In aanvulling op uw woorden wil ik eigenlijk ook een mededeling doen. Dat is een mededeling vanuit uw Rekenkamercommissie. We gaan een onderzoek doen naar de wateropgave en dan in het bijzonder naar de waterbergingen. En we hebben nu al de toezegging gekregen van de ambtelijke organisatie om gebruik te kunnen maken van 3Di waarbij we dus op het internet met de kaart van ons gebied een overstrominkje en een regenbui zullen plannen in de buurt van een waterberging. Dan zullen we eens bekijken of dat een goede plaats is en of dat wel functioneert. In ieder geval was ik op dat symposium en ik heb erg genoten. Het was prachtig om te zien. Het was ook prachtig om te zien hoe vanuit het hele land allemaal ingenieurs en bestuurders blij waren dat ze nu van dat afschuwelijke rekenwerk af waren. Ze kunnen nu in een half uurtje sommen maken waar ze anders een week mee bezig waren. Dat biedt voor heel Nederland perspectieven en ik wil graag ons D&H ermee complimenteren dat we hierin launching customer zijn geweest en dus een klein beetje onze nek hebben uitgestoken. Dat er nog vele projecten mogen volgen. De voorzitter: De heer Geels. De heer Geels: Ik heb een vraagje over dat OESO-rapport. Wie heeft het initiatief genomen tot dat onderzoek? Doet de OESO dat zelf of zijn wij Nederlanders daar de initiatiefnemer van? Ik heb begrepen uit uw woorden dat de timing zo was dat het zou moeten samenvallen met de Tweede Kamerverkiezingen die er niet zijn geweest. Toen dacht ik: hebben wij daar als Nederland de hand in gehad dat OESO dat gaat bestuderen. Hoe zit dat? De voorzitter: Een land kan daarom vragen. In dit geval heeft de minister van I&M dit advies gevraagd over het waterbeheer in Nederland, dus niet over de waterschappen of over het drinkwaterbedrijf, maar over hoe ze het waterbeheer in Nederland nu en in de toekomst moeten organiseren. Daar hebben de waterschappen zich bij aangesloten en trouwens ook de drinkwaterbedrijven. Maar vervolgens start er een onafhankelijk onderzoek van een tiental buitenlandse experts all over the world, echte experts die dit doorlichten. Ik ben zelf bij twee van die sessies geweest. Ik moet eerlijk zeggen dat ik onder de indruk was van de detailkennis die ze al hadden opgedaan. Ze zijn, meen ik, twee keer een week, tien dagen in Nederland geweest en hebben met iedereen gesproken. Dan heb je vervolgens geen invloed op wat ze opschrijven. Het is een internationale review van hoe het waterbeheer in Nederland ervoor staat. De heer Geels: Het ging mij om het initiatief. De voorzitter: Maar wel op initiatief van de minister. Die heeft natuurlijk wel de discussie over water voorzien. Die bevalt haar niet in het regeerakkoord. Ze heeft ook meteen gezegd dat die haar niet bevalt en gezegd: dan ga ik het een ander laten zien. Dat is wel zo, maar het is een onafhankelijk rapport. Is dit even genoeg? Mag ik dan naar de agenda?

6 6 2a. Notulen CHI-vergadering 19 februari 2014 (14.379) De voorzitter: Zijn er opmerkingen naar aanleiding van de notulen? Mevrouw Snuif. Mevrouw Snuif-Verweij: Een kleinigheidje. De agenda is in volgorde gewijzigd en vervolgens staat deze er weer in de oude volgorde in en dat bracht mij toch op het verkeerde been. Ik weet niet goed wat de bedoeling is. Als de agenda gewijzigd is, dan denk ik dat het verstandig is om dan de agendapunten ook in de volgorde te behandelen waarin deze zijn behandeld. Ik heb één klein puntje op bladzijde 3, tweede regel: daar staat iets over de heer Schaafsma:... hij was er twee weken terug als dagelijks bestuurder. Ik denk dat daar even goed naar gekeken moet worden. De voorzitter: Wij zullen ernaar kijken. De heer Grooteman: Naar aanleiding van. Ik zou nog iets willen zeggen omtrent De Vlietlanden, bladzijde 6. Ik heb de memo van de heer Van Os ontvangen en het is mij nu duidelijk geworden dat wij een ander beleid hebben dan bijvoorbeeld bij elektra en gas. Daar moeten de mensen de aansluiting in de weg wel betalen, maar hebben er daarna niets meer over te zeggen. Bij ons blijft degene die hem heeft aangelegd wel eigenaar van de leiding. Dat is dus een verschil. Dat wist ik niet, maar dat is nu duidelijk. Verder is het ook duidelijk dat het bedrag van euro toch een beetje uit de lucht was gegrepen. De Vlietlanden heeft nu een aanbieding ontvangen van de aannemer die ook de waterleiding aanlegt en die zou dat voor een vriendenprijsje van euro kunnen doen, maar De Vlietlanden heeft inmiddels zelf ook offertes aangevraagd bij aannemers en het blijkt nu ook voor de helft daarvan te kunnen, euro. Hiermee lijkt de zaak opgelost, al blijf ik het wel vreemd vinden dat in de commissie werd gezegd dat er overeenstemming was met de eigenaar. Dat blijkt dus niet zo te zijn. De voorzitter: Dit was naar aanleiding van. Dit waren de notulen? Dan zijn deze vastgesteld. 2b. Besluitenlijst CHI-vergadering 19 februari 2014 (14.380) De voorzitter: Akkoord neem ik aan. 2c. Lijst van toezeggingen 19 februari 2014 (14.381) De voorzitter: De heer Vonk. De heer Vonk: Naar aanleiding van. Beetje flauw, maar ik wil toch even de gelegenheid aangrijpen om bij dit agendapunt te vragen wat u gaat doen met de toezegging om de benchmark over de zuivering in de waterschapswereld die aanstaande is in de discussie te gaan betrekken in de CHI met betrekking tot de meerjarenbegroting en de begroting van volgend jaar. Het was de bedoeling om dat eigenlijk nu te doen, vanmiddag gedaan te hebben, maar die benchmark is nog niet klaar. Die komt er aan, maar ik zou willen zeggen dat deze niet tussen wal en schip mag verdwijnen. De voorzitter: Ik zal antwoord geven. Dat zal ik niet doen. Zodra deze er is, zullen we die voorbereiden en dan komt deze in de CHI daarop ter sprake zoals we het ook hebben afgesproken. Maar ja, we moeten hem wel eerst hebben. De punten van de lijst van toezeggingen zijn afgedaan hè? 3. Gelegenheid tot inspreken

7 7 De voorzitter: Er zijn geen insprekers. 4. Ingekomen stukken De voorzitter: Er zijn geen ingekomen stukken. 5. Gelegenheid tot het stellen van vragen De voorzitter: Er zijn geen vragen. 6. Start Hoogwaterbeschermingsprogramma , aanvraag investeringskrediet ( ) De voorzitter: Ik heb gezien dat dat een hamerstuk is. Dat is het geval. Dat is dan vastgesteld. 7. Upgrade en uitbreiding besturingssysteem rwzi's, uitvoeringskrediet ( ) De voorzitter: Dat is ook een hamerstuk. Mee eens? Dan is dat vastgesteld. 8. Programma wegverharding ( ) De voorzitter: Wij hebben natuurlijk beraadslaagd over of je dit nu op de agenda moet laten staan of niet. Wij hebben gemeend eerst te wachten op hoe het vanmiddag ging. Als u gezegd had: wij willen helemaal niets met die wegen, dan moeten we er ook niet meer over praten. Onze opzet was om het hier wel te bespreken, omdat we er twee dingen van kunnen zeggen. Eén, zoals ik vanmiddag al gezegd heb: we streven ernaar om in september een visie te hebben met alle genoemde elementen als hoe gaan wij nu om met het overdragen van de wegen en hoe is het in het verleden gegaan tot hoe zou je eventueel om kunnen gaan met het ophalen van belastingen. Is daar nog wat mogelijk? Die visie zal al dat soort elementen bevatten. Die komt in september. En zoals ik vanmiddag ook al zei, hebben we toen gezegd: laten we dan een standstill, wat we nodig hebben voor de standstill, 4 miljoen euro opnemen in de meerjarenbegroting. Ik heb vanmiddag mogen constateren dat u ons daar in meerderheid kunt volgen. Daarom is het misschien ook verstandig om dit hier gewoon te bespreken, want dit reikt niet verder dan scenario 2. Dat andere volgt bij de visie. Wil de portefeuillehouder hier nog iets op aanvullen? De heer Stam (hoogheemraad): Ik vind dat u het prachtig heeft gezegd. De voorzitter: Wie mag ik daarover het woord geven? De heer Grooteman. De heer Grooteman: Ik ben geen wegenbouwer, maar ik heb zelf toevallig altijd een asfaltweg gehad en ik weet uit ervaring dat je een asfaltweg goed moet onderhouden. Vooral als deze begint af te brokkelen zoals we op de foto s hebben gezien vorige week, dan gaat het steeds sneller en wordt het ook steeds duurder om zo n weg te repareren. Dan hebben we ook de veiligheid. Een slechte weg is heel onveilig voor fietsers. Wie zijn dan die fietsers? Dat begint allereerst met de kinderen die dagelijks op de fiets naar school moeten of naar de sportclub of naar vriendjes. Daarna komt er een groep die op heel smalle bandjes met grote snelheid over de wegen racet. Die is u vast wel bekend. Vervolgens is er dan de groep van 50/60 + ers die voor hun plezier de fiets pakken en door ons gebied heen fietsen. Dit zijn alle vier groepen die wij geen onveilige wegen toewensen. We zijn dan voor het

8 8 voorstel. Van ons mag, om in wielertermen te spreken, er nog wel een tandje bij met het verbeteren van de wegen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Doornenbal. De heer Doornenbal: Mijn opmerkingen vallen eigenlijk in drieën uiteen. Een stukje over de wegenkaart. De tweede over het voorstel en een aantal vragen erbij. De derde nog een korte opmerking over de financiering. Wij zijn blij met de toezegging dat er in september een nota komt over de wegenkaart met, hoop ik, zoveel mogelijk ins en outs. Er is ook alle reden voor. Ik noem ze maar even. De evaluatie van wegen vindt her en der niet plaats, maar er heeft een herindeling in Schagen plaatsgevonden. Er gaat een herindeling bij Alkmaar plaatsvinden. In Schermer zijn relatief gezien de duurste wegen. Dan bedoel ik de verhouding tussen het aantal inwoners en kilometers weg. Dus als we die kwijt kunnen raken, lijkt me dat een prima zaak. Er vindt ook een gemeentelijke herindeling bij Zeevang-Edam-Volendam plaats. Die biedt minder soelaas, maar daar hebben wij geen wegentaak. Maar misschien biedt het ook soelaas, en dat is u misschien bekend, dat wij in Waterland en in Westfriesland de taak toegewezen hebben gekregen. In de overige gemeenten, bijvoorbeeld in Schermer, berust dit op een gemeenschappelijke regeling. Uit die gemeenschappelijke regeling is immers al een aantal gemeentes gestapt. Als er een aantal uitgestapt is, kunnen wij er misschien ook wel uit. Dan ben je ook weer van een heleboel wegen af. Ik zeg niet dat het kan, maar ik vind dit het onderzoeken waard. Op die manier zou je daarmee om kunnen gaan. Wat ik voorstel, betreft drie punten waardoor de wegen mogelijk slechter zijn geworden. Het zijn twee slechte winters geweest. Dat is logisch. Ik vraag u niet welk deel dat nu is, want dat is moeilijk. Dat snap ik ook. Maar bij overdracht wegen staat ook dat er een aantal wegen opgeknapt is om over te dragen. Volgens mij moet het wel mogelijk zijn om te bekijken welk deel dit nu geweest is en hoeveel miljoenen euro s daar nu mee weggevloeid zijn en dat te bekijken over een aantal jaren en dan vooruitkijkend naar een aantal jaren. Het is wel boeiend om ernaar te kijken, omdat we dan ook weten waar het gat zit en of er structureel een tekort is op groot onderhoud. Ten slotte noemt u de hogere veiligheidseisen. Daar is eigenlijk in de presentatie van De Boer vorige week niets van gebleken. We meten nog steeds op dezelfde wijze als we dat vijf, zes of acht jaar geleden deden. Dat deden we ook goed, dus er is geen enkele reden om dat te wijzigen. Daar worden ook fietsers uitermate in beschermd. Dat is een weg waar utilitair of recreatief veel fietsers over komen. Hij staat veel hoger in de ranking en is veel eerder aan de beurt om opgeknapt te worden dan een landbouwweg. Landbouwers zijn ons ook lief, daar gaat het niet om, maar in die verhouding (u noemde fietsers) is er best goed over nagedacht. Wat dat betreft, denk ik dat u wel aan uw trekken komt. Ook een vraag uit de commissie waar niet makkelijk antwoord op te vinden was, dat begrijp ik ook wel, maar we zijn natuurlijk best wel benieuwd naar een stukje benchmark van die wegen. Nu gaan we over die 27% die niet voldoet aan onze eisen en we willen heel graag die 8% halen, maar als ik door Noord-Holland fiets, dan zijn er ook een aantal wegen in het buitengebied die niet van ons zijn en ik merk nu niet dat onze wegen slechter zijn dan de wegen die door de gemeente onderhouden worden. Ik heb toch wel behoefte aan een stukje benchmark en een stuk vergelijking: wie doet het nu het beste of zijn wij zo veel slechter dan de wegen in de buitengebieden die door de gemeenten onderhouden worden? Ten slotte merkte ik in de commissie dat het even leek alsof er een misverstand over de financiering van wegen gaat. Hiermee zijn we zo n 25 tot 30 miljoen euro kwijt en volgens mij halen we ruim de helft op met de wegenheffing, krijgen we een kwart van het gemeentefonds (doorgesluisd door de gemeente) en krijgen we een kwart via de watersysteemheffing vanwege wegen op dijken. Dat vind ik een juiste verhouding. Het zou zo moeten zijn dat de gemeenten veel meer doorsluizen, want we onderhouden hun wegen, maar dat zit er helaas niet in. In ieder geval is het niet zo dat er alleen een wijziging voor de heffing wegen plaatsvindt, maar ook de watersysteemheffing zou daar iets in wijzigen. Wij kunnen ons vinden in uw voorstel en in de ideeën waarin u zegt dat we daar breed over gaan spreken en nu nemen we dit voorstel in de meerjarenraming mee. De voorzitter: Mevrouw Snuif.

9 9 Mevrouw Snuif-Verweij: We hebben hier net voor het avondeten over gesproken en dit heeft een aanvankelijke scepsis van onze kant wel weggenomen, dus in principe denk ik dat wij over dit voorstel kunnen stemmen. Wij hebben natuurlijk ook een toezegging gekregen van u dat er een beleidsnota komt. Dat is winst. En na die beleidsnota zien wij wel verder. Wat ik verder zou willen meegeven is dat we de veiligheid ontzettend belangrijk vinden. De heer Grooteman heeft ook al iets gezegd over fietsers. Maar er is een aantal wegen die tot niets leiden. Die kunnen we op een andere manier behandelen. Normdifferentiatie is genoemd. Ik denk dat je daarnaar zou moeten kijken. Ik loop zelf een redelijke tijd mee en voel mezelf bezwaard dat ik destijds in Provinciale Staten voorgestemd heb bij het voorstel om de wegen bij de waterschappen terecht te laten komen, maar ik merk nu dat het eigenlijk ook een verdelingskwestie is van mensen die de wegen gebruiken en bij wie we de rekening moeten leggen. Dat is scheef. Eigenlijk zou ik willen dat de provincies een discussie aangaan nu de evaluatie van de herverdeling wegenbeheer niet doorgaat. Met name bij gemeenten die gedeeltelijk wegen bij ons in beheer hebben, komen we in grote problemen. Ik zie alleen dat de heffing van het wegenbeheer hier veel hoger wordt. De heffing in Zeeland is bijvoorbeeld rond de 9 euro en hier zitten we op 34 euro. Dat is nogal wat terwijl we in feite dezelfde soort wegen hebben. In Westfriesland hebben we een aantal wegen in beheer die eigenlijk provinciale wegen zijn, als je kijkt naar het gebruik dat ervan gemaakt wordt en wat voor soort voertuigen er overheen rijdt. Anderzijds heb je dus Waterland waar het echt landbouwwegen zijn, maar waar ook sluipverkeer is. Eigenlijk zou je de provincie en de gemeenten samen moeten dwingen tot een groep die de wegen onderhoudt. Dan kun je via de provinciale opcenten de rekening daar leggen waar de gebruikers ook aanwezig zijn. Ik begrijp dat het best lastig is, maar je zou het in ieder geval moeten proberen. De voorzitter: De heer Borst. De heer Borst: De Partij van de Arbeid heeft kritisch gekeken naar het programma en dat hebben we ook in de commissie al naar voren gebracht. Er is al een heleboel duidelijk geworden door het programma van vanmiddag. We hebben kritisch gekeken naar de vraag naar meer financiële armslag en de financiering daarvan. Dat was natuurlijk een heikel punt. Ook dat is vanmiddag op een aantal punten duidelijker geworden. We hadden een vraag die een beetje gelijk aan het baggeren is; we wilden het allemaal graag onderbouwd zien. We vroegen ons echt af wanneer daar nu de discussie over zou beginnen. Dat is natuurlijk door de toezegging van de beleidsnota van september duidelijker geworden. We hopen wel dat in die beleidsnota, wat al eerder is gezegd, heel duidelijk een specificering is tussen het onderhoud en de overname. Ik ben het helemaal met de heer Doornenbal eens dat je dan pas echt een goed beeld krijgt van wat nu uiteindelijk die onderhoudskosten zijn. Overname vind ik eigenlijk een heel ander voorstel. We hopen dus ook dat dat onderscheid een onderdeel van die beleidsnota wordt. Anders kun je eigenlijk niet echt goed zien waar we heen gaan. Die normdifferentiatie, dus wat doen we nu met welke wegen, lijkt me ook een heel duidelijk onderdeel van die visie. Tot slot willen we ook graag, en dan kunnen we ook akkoord gaan met dit programma, een toezegging dat er wel een mogelijkheid is om deze extra toezeggingen te kunnen bijstellen als tijdens de begrotingsbehandelingen blijkt dat daar noodzaak voor is. Dank u wel. De voorzitter: Dat hoef ik u niet toe te zeggen, want dat recht heeft u sowieso. De heer Borst: Dat we dat in ieder geval een beetje in ons achterhoofd houden. De voorzitter: De heer Vonk. De heer Vonk: Ook onze dank voor uw toezeggingen om met een visienota te komen. Ik voel de behoefte om daar alvast wat puntjes bij aan te geven. Dan kunt u in de notulen nalezen waar ik u in

10 10 september op afreken. Waarom hebben we het nu eigenlijk over die overdracht van wegen? Wat is daarvoor belangrijk? Het doel is eigenlijk tweeërlei. We zijn van het water en we zijn niet van de weg. Dat is één. Het tweede is minstens zo belangrijk. We hebben één gebied en we hebben twee verschillende soorten burgers. Namelijk de ene burger betaalt wel en de andere burger betaalt niet voor de wegen. Dat is op een heleboel plekken niet uit te leggen. Dat is eigenlijk de grondslag van de discussie wat mij betreft. Wat u ook in de visie zou kunnen schrijven, is wat de doelstelling van het onderhoud is. Wat willen we nu? Willen we nu zo snel mogelijk van A naar B? Of willen we zo weinig mogelijk dodelijke slachtoffers? Dat zijn twee verschillende dingen die waarschijnlijk ook alle twee zo hun effect hebben op de inrichting van de weg. Vervolgens is er een soort ideaal, hebben we vorige week in de beschouwing geleerd. 8% onderhoudsachterstand is het goedkoopst voor de burger. Als dat zo is en u kunt dat onderbouwen, dan is dat misschien iets waar we ook naartoe moeten. En dan de beruchte 4% lastenstijging. Het is - ik heb het vanmiddag ook al gezegd, maar dat werd niet genotuleerd en dat was niet openbaar begreep ik - heel goed voorstelbaar dat we voor de specifieke watertaken, watersystemen en waterzuiveringen, de dijken, ons als CHI vasthouden aan de 4%, maar dat voor de wegen mogelijk een ander percentage dienstig is als we op de andere doelstellingen uitkomen. Ik hoor ook al van de LTO en binnen de commissie ook van Boeren Burgers Waterbelang dat zij eigenlijk vinden dat er wel een tandje bij kan en ik neem aan dat ze dan ook vinden dat de tarieven omhoog kunnen, want dat zit aan elkaar vast. Over de toekomst van de financiering van de wegentaak zou ik u willen verzoeken, en dat zou moeten kunnen met 1400 km wegen, om het onderhoud, maar ook het groot onderhoud in het ideaalcomplex, te financieren. Dus niet met investeringen en ik kijk ook even naar de heer Wijnholds, maar een zodanig programma op te stellen dat dat uit de exploitatie kan. Misschien is het, nu we in een nieuwe situatie zitten, een idee en dat wil ik graag beantwoord hebben, niet nu maar wel op dat moment, of het mogelijk is om ons nog eens te buigen over een kostentoedeling van het wegenbeheer. Dat hangt van het doel af. Willen we van de wegen af en, als we dat willen, wat is dan dienstig op de wat langere termijn. En zou het dan kunnen uitmaken om een andere kostentoedeling te verzinnen waarbij het bijvoorbeeld voor gemeenten makkelijk is om de wegen over te dragen. We hebben de kostenverdeling voor het wegenbeheer niet veranderd, omdat het in de lucht hing dat we er toch van afkwamen in het kader van de Wet herverdeling wegenbeheer. Toen was het niet nodig. Die discussie hebben we toen opgeschoven. Het was mogelijk niet nodig, maar die discussie moeten we nu wel opnieuw voeren. Tot slot is het wat mij betreft nadrukkelijk niet zo dat Hollands Noorderkwartier geen wegen mag beheren. Het gaat om de financiering. Het gaat niet over ruimte voor de organisatie. Ook voor u gaat het erom dat de wegentaak betaald moet worden door derden, door de provincie, door de gemeente. Die ruimte zou ook kunnen bestaan in dat u zegt: we gaan eens naar de gemeente toe, we doen een provinciaal bestuursakkoord Wegen samen met de gemeenten, niet met het waterleidingbedrijf, maar wel met de gemeenten en de provincie. Het is voorstelbaar dat u een aanbieding heeft om voor een gemeente waar we de wegentaak niet uitvoeren wel uit te gaan voeren. Dan heb je ze iets te bieden. Dan kun je gemeenten ook verleiden of tot uitspraken dwingen om daar iets van te vinden. Dat kan ook nog onder leiding van de commissaris. Dan kunnen we een mooi provinciaal bestuursakkoord maken. Ik wens u daar veel sterkte mee. Ondertussen zijn wij akkoord met uw voorstel, omdat dat een standstill-beginsel presenteert en dat zien we het najaar wel weer in de cijfers. Dank u wel. De voorzitter: Mevrouw Hartog. Mevrouw Hartog: We hebben vorige week een pittige, enigszins felle discussie gehad die zich hier niet zo vaak voordoet. De uitleg van vanmiddag vind ik goed, namelijk dat er inderdaad een visie komt waar we later over kunnen praten en waar eigenlijk alle dingen instaan die mijn voorgangers inmiddels genoemd hebben. Het is goed om daar eens met elkaar over van gedachten te wisselen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de portefeuillehouder, gezien de discussie van vorige week en de tips die

11 11 hij nu allemaal heeft meegekregen, een mooie visie aan ons gaat voorleggen waarover we met elkaar kunnen praten. Ik ga geen tips geven, want ik denk dat u er vandaag genoeg heeft gehad. Mocht trouwens de indruk zijn gewekt dat ik de veiligheid van de wegen niet zo belangrijk vind omdat ik het voorbeeld gaf van de Oekraïne, dan is dat geenszins het geval. Ik vind veiligheid heel belangrijk. Mijn bedoeling was alleen om aan te geven dat een glad geasfalteerde weg niet altijd meteen veiligheid inhoudt. Dat moeten wel twee dingen zijn die niet met elkaar verward moeten worden. Daarnaast is het natuurlijk heel moeilijk voor ons om te meten hoeveel ongevallen er zijn of hoeveel dodelijke ongevallen, omdat naar ik heb begrepen de politie dat ook niet meer bijhoudt. En dat we dan als waterschap misschien ook eens moeten gaan bekijken of we middels onze mensen die in het gebied werkzaam zijn de zogenoemde hotspots waar dus misschien echt nog problemen zijn toch boven tafel kunnen krijgen, want het betekent niet dat nu we niets meer doorkrijgen er niets meer gebeurt terwijl er van alles gebeurt, dan is dat ook niet goed. Misschien moeten we eens bekijken of we daar via een alternatieve manier iets mee kunnen doen. Verder zijn wij, mede gezien de uitleg van vanmiddag, akkoord met de standstill-regeling van optie 2 en vind ik het goed dat we in het najaar verder met elkaar discussiëren. De voorzitter: De heer Steltenpool. De heer Steltenpool: Ik heb niet zoveel verstand van wegen, maar ik vind het hier en daar wel een ratjetoe. Waarom vind ik het een ratjetoe? De ene is van ons, de andere is van de provincie, de ene is van de gemeente, de andere van een recreatieschap. Ik ben het eens met mevrouw Snuif, die zei dat veel dingen bij de provincie horen. Ik vind dat we er een beetje op aan moeten sturen dat de provincie meer doet voor de wegen in de provincie Noord-Holland. Maar ik heb nog een tipje voor de financiering. Er zijn heel veel auto s die boven de tonnage zitten. Die zijn veel te zwaar. Als we nu iets meer doen aan handhaving op onze wegen denk ik dat we daar geld mee kunnen verdienen. Handhaving op slechte wegen is erg belangrijk, want ze gaan alleen maar stuk. Nu hebben we hier het fenomeen van de N244, die dwars door ons beheergebied heen loopt. Aan het eind van de rit zijn wij aan de beurt om die wegen te herstellen. Ik vind gewoon dat wij bij het projectbureau moeten aankloppen. Dit is een onderdeel van de provincie en die moet gewoon de schade betalen, niet wij. Ze rijden de hele dijk stuk. Ze rijden de rijweg stuk. Dat nemen wij maar. Ik vind dat de aansprakelijkheid gewoon bij de opdrachtgever ligt en dat is in dit verhaal de provincie Noord-Holland. Als je die stok meeneemt, dan denk ik dat mevrouw Snuif uw beste partner is. Ik ben voor scenario 2. De voorzitter: De heer De Groot. De heer De Groot: Ik wil er ook graag iets over zeggen. Ik behoor tot een van de mensen die het hele Noord-Hollandse landschap doorfietst. Ik maak ontzettend veel kilometers. Wat mij opvalt, en dat is ook al door de heer Grooteman gezegd, is dat de veiligheid zeer belangrijk is, vooral voor de fietsers. Als we de foto s zien met de asfaltwegen met die scheuren erin, is dat gewoon opletten geblazen, zeker als je in groepsverband rijdt. Dat moet gewoon beter. Hoe staan we erin ten opzichte van de gemeenten, die benchmarking. Ik merk geen verschil of ik nu op de weg van het waterschap rijd of op die van de gemeente. Je komt overal achterstallig onderhoud tegen. Je merkt geen verschil. Ik zou niet willen zeggen dat onze wegen slechter zijn dan die van de gemeente. Wat nog wel een doorn in het oog blijft, is die 120 km binnen de bebouwde kom. We hebben het er vorige week ook al over gehad. Die moeten sowieso naar de gemeenten toe. Dat moet gewoon geregeld worden. Misschien zou het een tip zijn om dat via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te doen. Ik ga ervan uit dat er meer waterschappen zijn die deze zelfde problemen hebben. Die 120 km moeten we sowieso kwijt. Voor de rest wachten we natuurlijk af wat er in september gaat gebeuren als de nota komt. Wat de financiering betreft, denk ik dat er wel wat moet gebeuren, zeker in de nabije toekomst. Dan denk ik

12 12 weer aan de provincie en aan de gemeente met de wegen. Misschien dat we dat in september kunnen bespreken, maar er moet gezamenlijk wat gebeuren. Voor de rest zijn wij akkoord met het voorstel zoals het er ligt. In september praten we verder. Ik zou liever naar 3 gaan, maar dan moeten we geld lenen en daar ben ik ook niet voor. Ik heb geen keus. We kiezen voor 2. De voorzitter: De heer Hartvelt. De heer Hartvelt: Ik vind het fantastisch dat die toezegging van het rapport er komt. Er is al door collegae geduid op het feit wat er allemaal in zal staan. Ik zou wel graag van de 120 km willen weten wat de kosten zijn, niet alleen vanuit het verleden, maar ook naar de toekomst kijkend in het kader van de meerjarenbegroting. Dan weten we in ieder geval wat er overblijft. De vraag is of dat ook in het rapport meegenomen kan worden. De voorzitter: We hebben de ronde gemaakt. De portefeuillehouder heeft heel veel suggesties gekregen over wat er in de nota meegenomen moet worden en een enkele vraag. Misschien kunt u de vragen beantwoorden en duiden welke suggesties u meeneemt en welke niet. De heer Stam (hoogheemraad): Ik heb goed geluisterd en meegeschreven. Volgens mij hebben ook de notulist en de mensen op de tribune meegeschreven. De vragen worden meegenomen in de afwegingsnota en in wat er in september aan u gepresenteerd wordt. In de commissie zijn wat vragen gesteld en is verduidelijking gevraagd over de extra inspanning voor de schade door gladheid en vorst in een bepaalde periode en wat het kost om wegen over te dragen. We hebben van onze ambtenaren wat teruggekregen. Zij hebben gezegd: als wij 10 km wegen binnen de bebouwde kom willen overdragen, moeten we daar euro extra aan besteden. Als wij nog 120 km willen overdragen, dan is dat twaalf maal euro en dan moeten we daar ongeveer 4 miljoen euro extra aan besteden. De schade door de twee strenge winters wordt becijferd op elke winter euro. Dat is globale informatie wat dat betreft. De vraag over de benchmark hebben wij ook gehoord, maar ik weet niet of wij die zo één-twee-drie kunnen beantwoorden. Ik neem aan dat wij navraag gaan doen bij andere gemeenten en als er getallen zijn, zullen wij u deze melden, maar wij zijn niet van zins die wegen daar te gaan schouwen en daar een percentage te gaan beoordelen. Het lijkt mij zeer ondoenlijk en onwenselijk om andermans spullen te gaan inspecteren. Wat wij naar boven kunnen halen, zullen we doen. De heer Doornenbal had het over de verschillende financieringsverhalen en had het over de kostenpost van 25 tot 30 miljoen euro per jaar. Het is iets minder. In mijn beleving is het 21 of 22 miljoen euro per jaar, waarvan ongeveer 30% een systeemheffing is en waarvan ongeveer 8 miljoen euro vanuit het wegenfonds komt. Dat is een optelsom van wat je uiteindelijk moet heffen, maar ik denk dat dit zeer helder en duidelijk naar voren komt in het jaarverslag, omdat daar een uitsplitsing getoond wordt en er opgesplitst zal worden wat we precies ontvangen en welke kosten we daarvoor maken. We hebben het vraagstuk van hoe we de provincies kunnen verleiden om onze wegen over te nemen of daar wat in te doen, besproken. Ik heb in het najaar een gesprek gehad met de gedeputeerde van de provincie om op te treden als bemiddelaar voor ons vraagstuk. Ik heb gevraagd of ze daarin kon bemiddelen en daar dienstverlening voor wilde doen. De uitkomst hiervan wordt heel verschillend geïnterpreteerd. Er is altijd weer discussie. Ik hoop daar uiteindelijk voor de zomer een uitslag over te hebben. In het gesprek is ook naar voren gekomen dat de provincie wel graag de rijkswegen zou willen overnemen in het kader van provinciale herindeling en er op zich helemaal niets tegen heeft om onze wegen over te nemen. Maar er hoort wel boter bij de vis en dus moet de belasting en het achterstallig onderhoud et cetera erbij. Dus eigenlijk dezelfde voorwaarden die de gemeenten stellen. Ons inziens is het eigenlijk toch het beste om een vergelijkbaar systeem in Nederland te houden. Dus de wegen buiten de bebouwde kom gewoon naar de gemeente die het betreft. Dat is onze primaire insteek, maar er zal in de nota aandacht besteed worden aan de relatie

13 13 met de provincie. De heer De Groot heeft een relatie gelegd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Wij hebben de afgelopen jaren een aantal keer met de vier waterschappen die nog wegen beheren, gesproken. Toen is geopperd en onderzocht of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten daar een rol in zou willen spelen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten wenst daar geen rol in te spelen, omdat het maar een heel klein deel van de gemeenten betreft en het geen algemeen deel is. Daar zegt de Vereniging Nederlands Gemeenten van: laten wat het is of het uitzoeken en tot overeenstemming komen met de gemeente die het betreft. Zij gaat dat niet als vereniging doen. Dat is jammer, maar dat is voorlopig nog niet aan de orde. Mevrouw Hartog had nog een vraag over de hotspots en hoe we de ongevallen en de slachtoffers bijhouden. Op landelijk niveau is hier een paar jaar geleden een wijziging in gekomen. Ze worden minder genoteerd door de politie en de veiligheidsdiensten. Er wordt zeker nog steeds een aantal dingen genoteerd. Slachtoffers en ziekenhuisopnames worden allemaal genoteerd. Een vergelijking over de jaren heen is altijd lastig uitlegbaar, omdat er vier jaar terug een ander systeem van melden was. Dat is het officiële deel. Het andere deel is dat wij met de gemeenten waarmee wij de wegen hebben altijd het gesprek hebben over hoe het met de wegen staat. Wat wordt nu ervaren als zijnde een gevaarlijk kruispunt? En onze grootste hotspot is en blijft Veenakkers-Driehuizen, waar een maand geleden weer een verschrikkelijk ongeval is geweest. Mensen die de weg overrijden, weten dat ze moeten stoppen. Er staat een groot stopbord, maar ze rijden dan door. Het was een vreselijk ongeluk. Daar hebben we al sinds jaar en dag een discussie over met de gemeente Medemblik en daarvoor Wervershoof. Die gemeente wil graag een rotonde, maar een rotonde kost ongeveer 1 miljoen euro extra. Wij zijn aan het onderzoeken of daar eventueel toch een andere mogelijkheid kan worden gecreëerd. Een mogelijkheid is om één van die vier wegen gewoon van dat kruispunt af te sluiten, want dat kan er fysiek niet zomaar worden overgestoken. Dat wil niet zeggen dat er nooit meer een ongeluk gebeurt, maar het komt het meest voor dat mensen de weg kruisen. Meestal kan het ook, want zo groot is het kruispunt niet. Maar soms komt er een auto aan en dan is het net Russische roulette. Elke drie maanden is het weer een keer raak. Ik snap die mensen echt niet, maar het gebeurt. Dat wat betreft onze belangrijkste hotspot. Daar is altijd aandacht voor en het is altijd een onderwerp van gesprek met de gemeente. Ik let zelf altijd op alle uitingen in de krant waar ongelukken gebeuren. Daar merk ik het laatste jaar dat het meestal provinciale wegen zijn waar ongelukken gebeuren en in de gemeenten bij bepaalde kruispunten, zoals de Middenweg waar afgelopen week weer een automobilist weigerde te stoppen en een fietser overhoop reed. Dat is ook heel vreselijk. Ik lees weinig over ongelukken op onze wegen in de krant. Dat is dan mijn referentieniveau. Ik denk dat ik nu wel de heikelste punten heb benoemd. De voorzitter: Neemt u alle suggesties mee? De heer Stam (hoogheemraad): Alle suggesties worden meegenomen. De voorzitter: Is er behoefte aan een tweede ronde? Mevrouw Snuif nog even als laatste. Mevrouw Snuif-Verweij: De portefeuillehouder legt het hoofd in de schoot en zegt: de provincie wil niet, gemeente wil niet en de VNG wil niet. Ik denk dat het nu een nieuwe tijd is en dat er geen evaluatie is van de herverdeling wegenbeheer en ik denk dat er toch nadrukkelijk met de provincie en de gemeenten gepraat moet worden. Uiteindelijk is het idioot dat wij 35 euro van de inwoners vragen en dat andere gemeenten dat zelf doen. Ik kan me niet voorstellen dat de gemeenten die wegen ook niet kwijt willen. De voorzitter: Wilt u daar nog op reageren of niet?

14 14 De heer Stam (hoogheemraad): Ik heb mijn mening gegeven. Ik heb dat besproken en heb geen mogelijkheden om extra druk op die andere overheden te leggen, behalve de vraag te stellen. De voorzitter: Ik wilde afronden. Nog één korte vraag van de heer Steltenpool. De heer Steltenpool: Ik heb begrepen dat de commissie bij u [de heer Stam] terugkomt om en nabij de zomer. De heer Stam (hoogheemraad): Ik spreek de gedeputeerden ongeveer eens in de twee maanden over de verschillende onderwerpen zoals de N23 of in het kader van hoe we met de wegen omgaan en daar is het af en toe aan de orde. Ik heb uw vragen over de N23 begrepen en onze inschatting is dat wij daar, als er schade optreedt, wel de weg gaan maken. De heer Steltenpool: Dat is een goede zaak. Dank u wel. De heer Stam (hoogheemraad): Het moet wel aanwijsbaar en aantoonbaar zijn. De voorzitter: Laat ik vaststellen dat u het eens bent met het voorstel en dat we in blijde verwachting zijn van de nota waarover we nader komen te spreken in september. Dank u wel. Hamerstukken 9. Benoeming 2 e loco-dijkgraaf ( ) De voorzitter: Dat was een hamerstuk in de commissie. Bent u daarmee akkoord? Akkoord. Meneer de tweede loco, gefeliciteerd. 10. Uitvoeringskrediet modificatie slibontwatering rwzi Beverwijk ( ) De voorzitter: Dat was ook een hamerstuk. Ik neem aan dat u akkoord bent; hetgeen het geval is. Waarvoor dank.

15 Sluiting De voorzitter: Voordat ik sluit, wijs ik erop dat er volgende week geen commissievergadering is. Dat was een reservedatum. Er is wel een week later, op 16 april van uur tot uur een bijeenkomst over het waterlaboratorium zoals is toegezegd, maar die eerder is uitgesteld vanwege het feit dat de heer Hugens een ongeluk heeft gehad. Dank u allen. Wel thuis en tot de volgende keer. [Vergadering wordt om uur gesloten] Ongewijzigd/Gewijzigd vastgesteld in de vergadering van het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, gehouden op 14 mei De secretaris, de voorzitter, M.J. Kuipers drs. L.H.M. Kohsiek