Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 7 mei juni juni juni Codering:

Transcriptie

1 Onderwerp Meerjarenplan Registratienummer Voorstel 1. Het Meerjarenplan vast te stellen; 2. De jaarschijf 2014 richtinggevend te laten zijn voor de begroting 2014; 3. In te stemmen met de volgende beleidswijzigingen: Het uitgangspunt dat alle wegen aan dezelfde kwaliteitsnorm dienen te voldoen wordt losgelaten, er wordt gedifferentieerd in wegenonderhoud op basis van effectbenadering. Hiermee wordt afgeweken van het Wegenbeleidsplan De geraamde kosten van de waterschapsverkiezingen worden opgenomen in de exploitatiebegroting ( 1,8 miljoen verdeeld over 2014 en 2015). Aanleg en vervanging van persleidingen en rioolgemalen vanaf 2017 op te nemen in de exploitatiebegroting á 8 miljoen per jaar, en daarmee instemmen met een exploitatieomvang van waterketen van maximaal 83 miljoen per jaar. Aanleg en vervanging van poldergemalen vanaf 2017 op te nemen in de exploitatiebegroting, dit bedraagt circa 5 miljoen per jaar. Infocentrum Nee Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit Steller P. Broersma vergadering D&H Agendapunt Afdeling Strategisch Beleid Commissie Water & Wegen 5 juni 2013 Afdelingshoofd J. Strijker Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen 5 juni 2013 Secretaris-directeur M.J. Kuipers Ter kennisname Portefeuillehouder K. Schaafsma vergadering CHI 12 juni 2013 Afdoening Retour steller na CHI Financiële consequenties Voorstel leidt tot begrotingswijziging Nee Codering: Voorstel leidt tot investeringsbesluit Nee Codering: * In dat geval dient de steller een kopie van het voorstel en dit begeleidingsformulier te zenden aan de afdeling Financiën: financiën-formatcijfers@hhnk.nl Opmerkingen geen

2 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) Registratienummer behandeling D&H Commissie Water & Wegen Bestuur, Middelen & Waterketen vergadering CHI 12 juni 2013 Portefeuillehouder K. Schaafsma Agendapunt 7. Onderwerp Meerjarenplan Voorstel 1. Het Meerjarenplan vast te stellen; 2. De jaarschijf 2014 richtinggevend te laten zijn voor de begroting 2014; 3. In te stemmen met de volgende beleidswijzigingen: Het uitgangspunt dat alle wegen aan dezelfde kwaliteitsnorm dienen te voldoen wordt losgelaten, er wordt gedifferentieerd in wegenonderhoud op basis van effectbenadering. Hiermee wordt afgeweken van het Wegenbeleidsplan De geraamde kosten van de waterschapsverkiezingen worden opgenomen in de exploitatiebegroting ( 1,8 miljoen verdeeld over 2014 en 2015). Aanleg en vervanging van persleidingen en rioolgemalen vanaf 2017 op te nemen in de exploitatiebegroting á 8 miljoen per jaar, en daarmee instemmen met een exploitatieomvang van waterketen van maximaal 83 miljoen per jaar. Aanleg en vervanging van poldergemalen vanaf 2017 op te nemen in de exploitatiebegroting, dit bedraagt circa 5 miljoen per jaar. Kern van de zaak Voorliggend Meerjarenplan (MJP) beschrijft op hoofdlijnen onze koers en de bijbehorende prioritering en keuzes voor de komende vier jaren. Het MJP geeft op hoofdlijnen een meerjarenraming. De speerpunten van het bestuur, vastgelegd in het collegeprogramma, het MJP en het vastgestelde beleid vormen de basis van het MJP. Hiermee staat dit meerjarenplan voor continuïteit van beleid en adaptatie aan nieuwe ontwikkelingen. In dit Meerjarenplan is de lijn van het MJP en Begroting 2013 doorgetrokken, te weten: De solidariteitsbijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma is in ,7 miljoen en vanaf ,5 miljoen per jaar. Deze bijdragen zijn in de exploitatiebegroting opgenomen. Het tweede programma Verbetering Boezemkades (VBK-2) is getemporiseerd. De start van het programma is verzet van 2015 naar 2016, het budget voor het programma is verlaagd van 16 miljoen naar 12 miljoen per jaar. Deze kosten zijn vanaf 2016 in de exploitatiebegroting opgenomen. Beleid waterbodems; in vorig MJP werd voor de uitvoering van het Beleidsplan Waterbodems maximaal 12 miljoen per jaar uitgetrokken. Met ingang van de begroting 2013 is de dotatie aan de baggervoorziening teruggebracht naar maximaal 11 miljoen per jaar. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard Bevelandseweg 1, 1703 AZ Heerhugowaard T F info@hhnk.nl

3 2 Efficiencydoelstelling op organisatiekosten; na 5 jaar 5% structureel besparing. Deze besparing zal geleidelijk oplopen tot 3,5 miljoen per jaar vanaf Ook is rekening gehouden met een aantal nieuwe ontwikkelingen, die hieronder worden toegelicht. Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) We anticiperen op de Wet Hof onder meer door vast te houden aan de vorig jaar ingezette koers van scherp begroten c.q. bezuinigingen. De ruimte die dit oplevert wordt aangewend voor het vertragen van de schuldopbouw en op termijn het verlagen van de schulden, inzet op programmatisch werken ten laste van de exploitatiebegroting en investeren in slimmer werken (innovatie). De EMU-saldoberekening in dit meerjarenplan laat zien dat we vanaf 2015 voldoen aan de norm van de concept Wet Hof, bij vasthouden aan de ramingen en keuzes in dit meerjarenplan. Dit is een (veel) positiever beeld dan aan u geschetst op de themasessie van maart Dit heeft twee oorzaken: 1. Voorgaande doorrekeningen zijn gedaan met het destijds gangbare rekenmodel op basis van verslagleggingregels van het Ministerie van I&M. Het Rijk hanteert inmiddels integraal de rekenmethode van het Centraal Bureau voor Statistiek. Deze methode wordt door het Rijk gehanteerd voor het toetsen van ons EMU-saldo. Er is naar voren gekomen dat de geactiveerde personeelslasten anders zijn geïnterpreteerd dan het CBS voorschrijft. Dit levert in de planperiode gemiddeld een 22 miljoen gunstiger EMU saldo op per jaar. De Concerncontroller onderschrijft deze nieuwe interpretatie en rekenmethode. 2. Een andere oorzaak is dat de huidige meerjarenraming een sterke daling laat zien in het investeringsvolume, met als belangrijkste oorzaken: het aflopen van programma Wateropgave, daling investeringen waterketen, met name het afstellen van Agriport, en het overgaan van VBK2 naar exploitatie. Minder investeringen betekenen één op één een positiever EMU-saldo. We hadden deze twee aspecten onvoldoende in beeld in de aanloop naar de themasessie van maart Toekomstvisie (afval)waterketen Inmiddels is op basis van de Toekomstvisie Afvalwaterketen een programma Waterketen opgesteld (deze wordt in september aan het CHI voorgelegd). Met uitvoering van de maatregelen uit dit programma zorgen we dat we in 2020 voldoen aan de afspraken uit het NBW; de kosten voor ons aan de waterketen bedragen in 2020 maximaal 75 miljoen. Echter is nu het voorstel om de kosten van de aanleg en vervanging van persleidingen en rioolgemalen als ideaalcomplex op te nemen in de exploitatiebegroting. Hierdoor stijgen de uitgaven aan persleidingen en rioolgemalen niet, maar stijgt de exploitatiebegroting van waterketen wel met 8 miljoen per jaar vanaf 2017 tot maximaal 83 miljoen, zie verder bij financiële consequenties. Hiermee wordt het streven om de exploitatiekosten van de waterketen op maximaal 75 miljoen per jaar te houden losgelaten. Dit doet niets af aan onze verplichting om de doelmatigheidsafspraken uit het Bestuursakkoord Water na te komen. Een gemiddelde overall belastingdrukontwikkeling van 4% per jaar voldoet aan de uitgangspunten. De kosten worden alleen anders gefinancierd. Exploitatie-uitgaven en investeringsuitgaven zijn immers in essentie communicerende vaten. Wegenonderhoud In ons Wegenbeleidsplan stellen we dat alle wegen aan hetzelfde kwaliteitsniveau moeten voldoen. In deze planperiode zou dat leiden tot een jaarlijkse kostenstijging van ca. 1 miljoen. Deze kostenstijging past niet bij onze wens om de lasten niet verder te laten stijgen. Het

4 3 streven om alle wegen aan dezelfde norm te laten voldoen laten we daarom los (normdifferentiatie). We gaan het onderhoud inrichten op basis van Asset Management. Op basis van risicoanalyse en effectbenadering zullen we sommige wegen niet meer preventief, maar curatief onderhouden. We blijven voldoen aan landelijke richtlijnen en verkeersveiligheid blijft het uitgangspunt. Door toepassing van deze uitgangspunten wordt afgeweken van het Wegenbeleidsplan Het effect van deze nieuwe benadering zal op zijn vroegst in 2015 leiden tot kostenverlaging. VBK-2 In het kader van VBK-2 staan voor het boezemsysteem de komende jaren enkele grote investeringswerken op het programma, waaronder de bouw van twee boezemgemalen in Schardam (van 2013 tot 2016) en Monnickendam. Om een piek in de investeringen in 2014 en 2015 te voorkomen wordt voorgesteld de bouw van gemaal Monnickendam te verzetten van naar Waterschapsverkiezingen In maart 2015 zijn de waterschapsverkiezingen, deze worden gelijktijding met de verkiezingen voor de Provinciale Staten gehouden. De geraamde kosten voor de waterschapsverkiezingen zijn opgenomen in de exploitatiebegroting ( 1,8 miljoen verdeeld over 2014 en 2015), in het vorige MJP stond deze uitgave als investering geraamd. Door deze uitgaven niet meer als investering aan te merken wordt afgeweken van het beleid uit de Nota waarderings-, afschrijvings-, rente- en voorradenbeleid Door de uitgaven direct in de exploitatiebegroting op te nemen wordt voldaan aan de wens om minder te activeren. Informatiesystemen We zetten in op het verbeteren van de informatiehuishouding en een betere sturing op onze informatiebehoefte. Hiervoor wordt in september 2013 de Visie op de informatie(technologie) vastgesteld. Deze visie zal worden uitgewerkt naar maatregelen. Vooruitlopend hierop starten we met de vernieuwing van ons financiële systeem. Dit systeem is verouderd (hogere faalkansen) en de roep om verdere integratie van systemen binnen de organisatie wordt steeds groter. De benodigde investeringen zijn nu nog een educated guess van ca. 7 miljoen (verspreid over de jaren ). Beperking CO2-emissie 0,5% van de belastingdruk is tot 2014 is gelabeld voor de beperking van energie en CO 2 -emissie ( 0,9 miljoen). Het niet-bestede geld wordt in een bestemmingsreserve gestort. Het geld dat nu in die bestemmingsreserve zit, kan worden ingezet voor maatregelen die tot en met 2015 uitgevoerd kunnen worden, dus 1 jaar langer dan tot nu toe afgesproken was. Financiële consequenties De financiële kaders zijn voor het Meerjarenplan in lijn met het vorig MJP, te weten; Toename van de overall belastingdruk met maximaal 4% per jaar tot en met 2016, in 2017 met 3,6%, conform de themasessie van maart Maximaal 650 miljoen aan schulden, maar uitkomend op maximaal circa 550 miljoen in Aandeel kapitaallasten in de exploitatiebegroting maximaal tussen 25% en 30%. Omvang schuld circa 2,5 maal de belastingopbrengst per jaar.

5 4 Om de kostenontwikkeling van het meerjarenplan vast te kunnen houden is kritisch gekeken naar de geraamde uitgaven, ook omdat er in 2014 een aantal autonome (moeilijk beïnvloedbare) kostenstijgingen opgevangen moeten worden. Dit is verder uitgewerkt in het memo Verschillenanalyse Meerjarenplan , welke ter informatie is bijgevoegd. Rekeninghoudend met de door het bestuur geuite wensen, is in dit plan de belastingontwikkeling over de taken gesteld op een gemiddelde van 4,0% per jaar tot en met 2016 en in 2017 op 3,6%. De belastingontwikkeling per taak wordt daarbij zoals weergegeven in onderstaande tabel. Belastingdrukstijging (%) 2014 t.o.v t.o.v t.o.v t.o.v 2016 Watersysteemheffing 4,9 4,9 4,9 4,1 Zuiveringsheffing 3,3 3,3 3,3 3,3 Wegenheffing Gemiddeld 4,0 4,0 4,0 3,6 Hiermee ontstaat een sluitende meerjarenbegroting, de totale taakreserve komt eind 2017 rond de 12 miljoen uit. De opbouw van de taakreserves bij de voorgestelde belastingontwikkeling geeft ruimte aan het eind van de planperiode. Deze ruimte is voor een belangrijk deel ingevuld door twee maatregelen te nemen: 1. Vanaf 2017 wordt de aanleg en onderhoud van persleidingen en rioolgemalen in de exploitatiebegroting opgenomen, dit bedraagt circa 8 miljoen per jaar. 2. Vanaf 2017 wordt de aanleg en onderhoud van poldergemalen in de exploitatiebegroting opgenomen, dit bedraagt circa 5 miljoen per jaar. Hierdoor is de totale taakreserve eind 2017 niet circa 25 miljoen maar circa 12 miljoen. Door deze maatregelen te nemen wordt het verder stijgen van onze schuld geremd. Het jaarlijkse investeringsvolume neemt af. Dit drukt de kapitaallasten aanzienlijk zeker op langere termijn. Deze maatregelen dragen ertoe bij dat onze financiering spoort met de Wet Hof. Daarnaast is er ruimte gerecreëerd in de wegentaakreserve (circa 5,8 miljoen) om de kosten van overname van wegen door gemeenten te kunnen dekken en voor achterstallig onderhoud. De volgende tabel geeft het verloop en de omvang weer van de schuldenlast tijdens de planperiode en geeft een doorkijk naar Schuldenpositie in de planperiode en verder Omvang schuld(bedragen x 1 miljoen) Verhouding kapitaallasten/totale lasten Verhouding omvang schuld/belastingopbrengst % 24% 23% 25% 23% 18% 2,72 2,82 2,83 2,71 2,45 1,47

6 5 De tabel laat zien dat de omvang van de schuld afneemt na Dit komt door een dalende trend van het investeringsvolume (activeringsvolume). Dit wordt nog versterkt door het voornemen om vanaf 2017 de aanleg en vervanging van persleidingen, rioolgemalen en poldergemalen ten laste van de exploitatiebegroting te brengen. Overige wijzigingen Dit meerjarenplan heeft een nieuwe stijl gekregen ten opzichte van het Meerjarenplan ; de teksten zijn compacter en meer op hoofdlijnen geschreven. Dit doet beter recht aan het uitgangspunt dat het MJP een plan op hoofdlijnen is. Bijlagen Conceptbesluit, nr Meerjarenplan , nr Memo verschillenanalyse, nr College van dijkgraaf en hoogheemraden, de secretaris, de dijkgraaf, M.J. Kuipers drs. L.H.M. Kohsiek