gemeente Eindhoven voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door M. Honing Telefoon (o4o) Verzenddatum rs september 2OIO Verslag commissie Financien en Bestuur (cie FB) Betreft openbare vergadering van 13 juli 2010, locatie commissiekamer Stadhuis, aanvang uur, einde uur. Uitnodiging aan Y. Torunoglu M. Honing P. van Liempd A. Raaijmakers F. Depla (vervangtmw. M. Verhees) J. Legrom mw. M. List ÃćâĆňâĂİ de Roos M. Oosterveer B. Bonsen M. van Dorst M. Dubach M. Houben P. Leenders C. Weijs M. Bouassria T. van den Nieuwenhuijzen H. van Zijl mw. B. van Kaathoven (verv. J. van Erp) mw. A. Heesterbeek voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP H. Poels SP E. van den Berg A. Rennenberg M. van Thiel H. Broers R. Reker C. Stroek E. de Beaumont mw. M. Frosi mw. T. van den Berk Mede aaniiiezig burgemeester R. van Gijzel wethouder M. Fiers OuderenAppel OuderenAppel OuderenAppel Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn leefbaar eindhoven leefbaar eindhoven Trots Op Nederland Aaniiiezig verhinderd verhinderd verhinderd verhinderd verhinderd X X X X verhinderd X X X

2 1 Opening en mededelingen. 1.1 Mededelingen van de voorzitter. a. De burgemeester heeft aangekondigd dat hij later bij de vergadering zal aansluiten omdat er om uur een persconferentie is begonnen waarbij de gemeenten Eindhoven, Tilburg, Breda, Den Bosch en Helmond, de hoofdofficier van justitie en de officier van justitie zijn vertegenwoordigd. b. Wethouder Depla is vanwege zijn vakantie niet aanwezig. Wethouder Fiers vervangt hem. C. De heer F. Depla vervangt mevrouw Verhees, mevrouw Van Kaathoven vervangt mevrouw Heesterbeek en mevrouw Frosi komt later. d. Op donderdag 15 juli a.s. staat de laatste introductiebijeenkomst voor de raad gepland. Deze is in zijn geheel gewijd aan bestuurlijke integriteit. 1.2 Mededelingen van het college. De burgemeester meldt dat de heer Van der V. bij vonnis toezicht opgelegd heeft gekregen. Het vonnis is in hoger beroep bevestigd, maar in de praktijk blijkt het moeilijk te effectueren. Gezien het gevaar op recidive en de wijze waarop de heer Van der V. naar Eindhoven wil terugkeren, heeft de burgemeester hem een gebiedsverbod opgelegd voor enkele gebieden in de stad. De heer Van der V. accepteert deze beperkingen niet; daarom mag hij Eindhoven niet in en verblijft hij elders. Hierover heeft de heer Van der V. een rechtzaak aangespannen. Op verzoek van de rechter zoekt de gemeente naar een tussenoplossing. Hierover is met een andere gemeente overlegd, maar toen deze gemeente met de heer Van der V. ook afspraken wilde maken over een vorm van toezicht, heeft de heer Van der V. de publiciteit gezocht. Naar aanleiding hiervan heeft de betreffende gemeente haar aanbod ingetrokken. Eindhoven is nu met andere gemeenten in gesprek over de herhuisvesting van de heer Van der V. Aangezien toezicht en begeleiding niet dwingend kan worden opgelegd en er gevaar dreigt voor recidive, verlopen de onderhandelingen moeizaam. De gemeenten willen de garantie dat zij hun aanbod kunnen intrekken als de heer Van der V. zich in de toekomst onttrekt aan de afspraken van toezicht en begeleiding. In dat geval zou hij weer terug naar Eindhoven komen, maar de heer Van Gijzel heeft hierover gezegd dat dit alleen kan binnen de reeds gestelde randvoorwaarden, in casu het gebiedsverbod. Dit standpunt heeft de heer Van der V. in de media aanvullende eisen genoemd. Keer op keer zoekt de heer Van der V. de pers op als de afspraken over nader toezicht concreet worden ingevuld; dit bemoeilijkt de zaken

3 zeer. Het wachten is op een uitspraak van de rechter. b. Met de burgemeesters van Tilburg, Breda, Den Bosch en Helmond heeft de heer Van Gijzel zojuist een persconferentie gegeven naar aanleiding van een onderzoek dat in opdracht van de genoemde gemeenten is uitgevoerd door het Instituut voor Politie en Wetenschap. In deze steden zijn criminogene factoren aanwezig die de hoge ranking op de criminaliteitscijfers kunnen verklaren. Er is onvoldoende capaciteit om de criminele netwerken achter de delicten in kaart te brengen en aan te pakken. Met name de informatiepositie over deze netwerken behoeft verbetering. De burgemeesters hebben afgesproken dat zij op dit punt gaan samenwerken om extra inspanning mogelijk te maken. Het openbaar ministerie en de politieorganisatie zijn nauw bij de afspraken betrokken. Daarnaast heeft de heer Opstelten namens de vijf burgemeesters een brief naar de minister gestuurd waarin hij om extra maatregelen voor de regio vraagt. 1.3 Vaststelling volgorde van de agenda De voorzitter stelt voor om agendapunt 3.3 naar voren te halen en agendapunt 4 te beginnen met agendapunt 4.2 omdat zich hiervoor een inspreker heeft aangemeld. De commissie gaat akkoord. 2 Vaststelling notulen. 2.1 van de vergadering van 1 juni Akkoord. 2.2 Afsprakenlijst. Akkoord. 3 Te behandelen in de raadsvergadering van 20 juli of 21 september Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Subsidieverordening gemeente Eindhoven raadsnummer 10.R Ins reker de heer Van Pi keren (ondernemersvereniging Esp) vraagt aandacht voor de paragraaf cameratoezicht bedrijventerrein. Hij vindt het niet billijk dat het Bedrijvenpark Esp geen beroep kan doen op de subsidieregeling, simpelweg omdat dit niet met terugwerkende kracht kan. Hij vindt dat er onvoldoende waardering is voor de voortrekkersrol van het bedrijvenpark. Naar zijn mening moet de regeling worden bijgesteld; hij stelt voor om het budget dat daarmee wordt uitgespaard te gebruiken voor een subsidieregeling voor Eindhovense ondernemers voor de uitleeskosten van het cameratoezicht.

4 Commissiebehandelin In dit voorstel is de dekking gelijk aan het dekkingsvoorstel van het agendapunt 3.2; dit roept volgens de VVD dezelfde vraag op. Namens GroenLinks pleit de heer Van Zijl voor betere naleving van de gemeentelijke begrotingsregels. In zijn ogen zijn er volgens deze regels geen argumenten om het budget voor de subsidieregeling uit de algemene reserve te betrekken; naar zijn mening moet de subsidieregeling een plaats op de begroting krijgen. D66 sluit zich aan bij dit standpunt. Wat is de reden dat het gereserveerde bedrag in 2009 niet is besteed? Hoe is het bestedingsverloop in 2010? Mevrouw List stelt dat een dergelijk voorstel ÃćâĆňâĂİ gezien de mandaatregeling ÃćâĆňâĂİ aan de raad moet worden voorgelegd. De heer F. Depla uit zijn zorgen over de uitvoerbaarheid van de regeling: lukt het de ondernemers wel om binnen de gestelde termijn gezamenlijk een plan op te stellen? Kan de regeling niet met een jaar verlengd worden? Is het risico dat de investering door een klein groepje ondernemers moet worden gedragen niet te groot? Kan de gemeente hierin geen verandering aanbrengen door een impuls te geven aan de bedrijveninvesteringszones en deze opnieuw te faciliteren? Weet de burgemeester een oplossing voor het knelpunt dat de heer Van Pijkeren aandraagt? Kan het college een toelichting geven op de passage over de ondernemersvereniging De Hurk? LPF en OuderenAppel sluiten zich hierbij aan. Reactie van het colle e Deze zaak speelt al enige tijd. Er was een budget van beschikbaar gesteld voor camerabeveiliging op bedrijventerrein De Hurk, maar het is de ondernemers niet gelukt om samen een plan op te stellen. Daardoor is het budget niet besteed. Spijtig, omdat de behoefte aan veiligheidsbevorderende maatregelen groot is. Op bedrijvenpark Esp zijn de zaken anders verlopen: in goed overleg met de ondernemers en met een subsidie van is daar cameratoezicht gerealiseerd. Bij de opschoningsoperatie is de reserve ten onrechte in zijn geheel naar de algemene reserve gegaan; een bedrag van is echter wel bestemd, en met voorliggend raadsvoorstel wil het college daarop terugkomen. Tegelijkertijd kiest het college ervoor om het budget niet alleen voor bedrijventerrein De Hurk te reserveren; ondernemers van andere bedrijventerreinen moeten er eveneens gebruik van kunnen maken omdat het college gezamenlijke initiatieven van ondernemers wil stimuleren en de veiligheid op bedrijventerreinen wil bevorderen. Daarnaast kunnen ook andere veiligheidsbevorderende maatregelen uit

5 dit budget (mede-) gesubsidieerd worden. Met deze bredere bestedingsmogelijkheden verwacht de burgemeester dat de subsidies binnen de gestelde termijn verstrekt kunnen worden. De burgemeester vindt het een goede zaak als dit budget beschikbaar komt voor de veiligheid van de in artikel 2 genoemde bedrijventerreinen. De burgemeester heeft begrip voor het standpunt van de inspreker: ondernemers die het goede voorbeeld geven, moeten daarvoor niet gestraft worden. Hij is bereid om na te gaan wat hieraan gedaan kan worden. Het voorstel van de heer Van Pijkeren om een regeling met de RTR te treffen, wijst hij af want hier gaat het om structurele kosten en niet om eenmalige invoeringskosten. De portefeuillehouder zal de commissie voor de raadsvergadering schriftelijk informeren welke andere mogelijkheden hij ziet. Het sectorhoofd economische zaken heeft met de ondernemers van De Hurk overlegd over de verbreding van de subsidieregeling en het college heeft er in juni 2009 een besluit over genomen. Toentertijd hebben de ondernemers hier niet op gereageerd, pas nu blijkt dat zij bezwaar aantekenen. De heer Van Zijl handhaaft zijn standpunt: het college stelt voor om terug te komen op een raadsbesluit en daar is hij op tegen. Hij stelt voor om van beslispunt 2 een apart raadsvoorstel te maken. GroenLinks zal tegen dat raadsvoorstel stemmen. De VVD vindt dat de bestemming uit de algemene reserve in een apart raadsvoorstel aan de raad moet worden voorgelegd. De heer F. Depla merkt op dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vragen over verlenging van de termijn en de bedrijveninvesteringszones. Reactie van het colle e De burgemeester stemt ermee in om van beslispunt 2 een apart raadsvoorstel te maken. Hij gaat akkoord met de verlenging van de termijn, maar wijst erop dat overschrijdingen van het budget niet mogelijk zijn. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst in behandeling genomen. De heer Van Gijzel verwacht niet dat BIZ het juiste instrument is om steun voor cameratoezicht tot stand te brengen. Hij zal hierover met nadere informatie naar de raad komen. De commissie Financien en Bestuur heeft in haar vergadering van 13 juli 2010 onderstaande wijziging behandeld: 5. Paragraaf "Cameratoezicht bedrijventerreinen" vast te stellen; alsmede het dekkingsvoorstel onder II en de begrotingswijziging onder

6 Burgemeester Van Gijzel heeft toegezegd: de raad schriftelijk te informeren over de mogelijkheden om de ondernemersvereniging van Esp tegemoet te komen; in paragraaf 4.1.4, artikel 2, onder c de datum 1 juli 2011 te wijzigen in 1 januari 2012; de begrotingswijziging op een formele, nette wijze aan de raad te zullen voorleggen; De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord, maar pleit voor 1 juli 2012 als einddatum in artikel 2, onder c van pa ra g ra af 4.1.4; VVD: D66: CDA: GroenLinks: onder II; sp: OuderenAppel: Lijst Pim Fortuyn: leefbaar eindhoven : Trots: akkoord zie Groenlinks; akkoord zie GroenLinks; akkoord; akkoord maar zal niet instemmen met het akkoord; akkoord, zie PvdA; akkoord; akkoord, zie PvdA; akkoord. dekkingsvoorstel als genoemd 3.2 Raadsvoorstel inzake financiering Tweede Kamerverkiezingen raadsnummer 10.R De PvdA stelt dat de vervroegde Tweede Kamerverkiezing niet de enige reden is voor dit raadsvoorstel. In 2009 heeft de gemeente de geoormerkte uitkering uit het gemeentefonds (6 2,00 per inwoner) niet gereserveerd voor de financiering van de verkiezingen; volgens de heer Raaijmakers is dit geld aan andere zaken uitgegeven. Kan het college helderheid verschaffen? Is bij de verkiezingen van 2007 en 2008 eenzelfde procedure gevolgd? Voegt het college de geoormerkte uitkering in 2010 alsnog toe aan de reserve Burgerzaken? Welke consequentie heeft deze handelwijze voor de omvang van het eigen kapitaal? Komt hiermee de ondergrens van 6 50 miljoen in gevaar en zijn er geen andere manieren om de kosten voor de verkiezingen te financieren? Waarom hanteert het college hier niet het principe de vervuiler betaalt? Het OuderenAppel en D66 onderschrijven de vragen van de heer Raaijmakers. Is een reservering van 6 2 per inwoner per jaar voldoende om de kosten te dekken?

7 Reactie van het colle e De uitkering van het gemeentefonds kent verschillende gradaties van oormerking, aldus de wethouder; voor sommige uitkeringen geldt eerder een richtlijn dan een strikt oormerk. De wethouder verwacht dat het eerste het geval is bij de uitkering a 6 2,00 per inwoner per jaar voor financiering van de verkiezingskosten. De wethouder stelt voor om twee zaken uit elkaar te houden: de financiering van de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 2010 en de fundamentele vraag of hiervoor een reservering moet worden aangelegd en hoe groot deze reservering dan moet zijn. Over het eerste punt moet de raad snel een besluit nemen, want anders ontstaat er een tekort. Over de besluitvorming ten aanzien van het tweede punt kan een andere procedure worden gevolgd. De wethouder stelt voor het college te laten uitzoeken wat hiervoor een realistische jaarlijkse reservering is en op termijn met een nader voorstel naar de raad te komen. De PvdA heeft vragen gesteld aan de portefeuille houder over de reservering van C2 per inwoner per jaar. Heeft de gemeente in de jaren 2007, 2008 en 2009 de C2 per inwoner gereserveerd? Is dat bedrag aan andere zaken uitgegeven? Hoe is het geregeld voor 2010 en verder? De onttrekking van het tekort aan het Eigen Kapitaal is niet conform begrotingsregels. De wethouder zal de vragen nog voor de raad beantwoorden. De commissie heeft als volgt geadviseerd; PvdA: akkoord, zie de vragen hierboven; VVD: akkoord; D66: akkoord; CDA: akkoord; GroenLinks: akkoord; SP: akkoord; OuderenAppel: akkoord; Lijst Pim Fortuyn: akkoord; leefbaar eindhoven : akkoord; Trots Op Nederland: akkoord. 3.3 Raadsvoorstel afvaardig ing Reg io raad (S RE). raadsnummer 10.R De fractie van de PvdA heeft op twee punten moeite met het raadsvoorstel: er staan twee benoemingen in het raadsbesluit; volgens de

8 heer Van Liempd kan dat procedureel niet. Het is niet juist om in hetzelfde besluit zowel een profiel als een afvaardiging vast te stellen. Kan dit voorstel niet in twee afzonderlijke delen worden opgesplitst? Daarnaast vindt de PvdA de argumentatie ten behoeve van het profiel van de afvaardiging niet goed aansluiten op het besluit dat daaraan gekoppeld is. Alleen het laatste argument ÃćâĆňâĂİ het werkt in de praktijk ÃćâĆňâĂİ sluit hier goed op aan. De fractie vindt dat te weinig overtuigend. Hiermee wil de heer Van Liempd niet de opsteller van de notitie bekritiseren maar uit hij kritiek op het verloop van de discussie die hierover in de vorige commissievergadering heeft plaatsgevonden. Het OuderenAppel vindt de kritiek onterecht; de fractie ziet dan ook geen redenen om tegen het profiel te stemmen. De fractie is voor een raadsafvaardiging naar de regioraad. De VVD vindt dat de gemeenteraad een collegelid moet afvaardigen naar de regioraad, want de afgevaardigde moet daar immers het collegestandpunt verkondigen. Bovendien moet de vertegenwoordiger zonder terugkoppeling of ruggespraak met de gemeenteraad tot tussentijdse meningsvorming komen. Bij afvaardiging van raadsleden kan dit een knelpunt zijn. De heer Van Zijl vindt dat de vorige vertegenwoordigers in de regioraad duidelijk hebben gemaakt dat een raadsvertegenwoordiging meerwaarde heeft. Een goede borging ervan in de commissie Financien & Bestuur ziet hij hiervoor als een voorwaarde. In dit raadsvoorstel wordt aan deze voorwaarde voldaan en daarom steunt GroenLinks het. De SP is het met de argumenten eens en de fractie is voor het raadsvoorstel. Ook Trots op Nederland is voor een raadsafvaardiging naar de regioraad. De heer Van Liempd vraagt hoe een raadslid in de commissie Financien & Bestuur verantwoording kan afleggen over zijn standpuntinname in de regioraad. Hierop geeft de heer Van Zijl aan dat hij niet spreekt van verantwoording, maar van sterkere betrokkenheid van de commissie ten aanzien van de discussies en besluitvorming in de regioraad. Hij is voorstander van een verbindende factor tussen gemeenteraad en SREvertegenwoordiging en vindt dat een raadslid deze rol goed kan vervullen. Volgens de heer Van Liempd vervult een collegelid eenzelfde rol; bovendien is de samenwerking tussen college en commissie beter geregeld en geformaliseerd dan de samenwerking raadslid ÃćâĆňâĂİ commissie. De heer Van Zijl heeft ervaren dat de praktijk een andere werkelijkheid weergeeft: collegeleden hebben de gewoonte alleen over majeure dossiers terug te koppelen. Raadsleden die zitting hebben in de regioraad koppelen over meerdere dossiers terug.

9 Ook D66 is voorstander van afvaardiging van een raadslid naar de regioraad. Het college is al uitvoerig vertegenwoordigd in het DB en door raadsafvaardiging kan de betrokkenheid van de raad bij de regioraad vergroot worden. De LPF stemt tegen het raadsvoorstel. Conclusie. Het profiel en de kandidaatstelling van de afvaardiging naar de regioraad komen in aparte raadsvoorstellen aan de orde. PvdA, VVD en LPF adviseren negatief ten aanzien van het profiel. Beide raadsvoorstellen kunnen naar de raadsagenda van 20 juli a.s. 4 Overige agendapunten. 4.1 Discussienotitie over aanwijzen huwelijkslocaties. raadsnummer 10.R De PvdA kiest voor scenario 4 en legt hierbij een accent op randvoorwaarde d, de scheiding van kerk en staat. De heer Van Liempd stelt voor om de term eredienst te vermijden. Hij stelt voor deze passage te wijzigen in: een gebouw dat als kerkgebouwin gebruikis, wordt niet aangewezenalshuwelijkslocatie. Hij stelt eveneens voor om randvoorwaarde f. te schrappen omdat hiervoor geen objectieve toetsingscriteria zijn op te stellen. Voorwaarde I ziet de PvdA graag gewijzigd; in plaats van voldoende parkeergelegenheid kan worden volstaan met de opmerking dat de aanwijzing niet tot overlast mag leiden. Het moet mogelijk zijn om overlast met aanvullende maatregelen te beperken. Ten slotte vindt de PvdA dat niet het bruidspaar, maar de exploitant/eigenaar van de locatie de kosten voor de gebruikersvergunning moet betalen. De VVD kiest voor scenario 3 en vindt dat de extra kosten die verbonden zijn aan de keuze voor een andere trouwlocatie via de leges moeten worden verrekend. De fractie stelt voor om criteria die slecht uitvoerbaar zijn te schrappen. Het is van belang dat er een goedkope, toegankelijke trouwlocatie beschikbaar blijft. Een gedegen onderzoek naar populaire trouwlocaties en beschikbare exploitanten verdient de voorkeur. Aangezien dit enige tijd zal duren, informeert de heer Legrom naar tussenmaatregelen. D66 en GroenLinks kiezen voor een combinatie van scenario 3 en 4. Zij zijn voor vrije locatiekeuze, maar zouden graag zien dat de gemeente een lijstje van mogelijke locaties ter overweging aanbiedt.

10 Wat betreft de criteria sluit de heer Van Dorst aan bij de opmerkingen van PvdA en VVD. Hij vindt dat er flink in de lijst kan worden geschrapt. Het CDA betreurt de trage afwikkeling van zaken en de consequenties die dit heeft. De fractie kiest op grond van praktische overwegingen en soberheid voor scenario 2. De heer Leenders pleit voor representatieve locaties en vindt dat de criteria op sommige punten aangescherpt moeten worden. Als de criteria zijn vastgesteld, kan de keuze voor de locaties gedelegeerd worden aan het college. leefbaar eindhoven en OuderenAppel kiezen voor scenario 4. SP, Trots op Nederland en LPF kiezen voor scenario 3. Als er niet in de open lucht getrouwd mag worden, valt dan het Historisch Openluchtmuseum af als trouwlocatie? Reactie van het colle e De raad heeft voorkeur voor vaste trouwlocaties, maar wil tevens ruimte bieden aan de eigen keuze van een bruidspaar, met dien verstande dat extra kosten die hieraan verbonden zijn voor rekening van het bruidspaar komen. Het college zou graag mandaat willen krijgen voor de keuze van additionele en vaste huwelijkslocaties. Bij de vaste locaties stelt de gemeente de voorwaarde dat het bruidspaar niet kan worden verplicht om ook andere diensten op de betreffende locatie af te nemen. De heer Van Gijzel zal een dergelijk voorstel laten uitwerken; de opmerkingen over de criteria laat hij meenemen. Daarnaast zal de heer Van Gijzel bekijken of er snel een tweede of derde vaste huwelijkslocatie bij kan komen. Een voorstel kan de raad na het zomerreces verwachten, echter, het voorstel met betrekking tot de additionele huwelijkslocaties is daar geen onderdeel van ÃćâĆňâĂİ dat voorstel komt later naar de raad. 4.2 Bespreken Raadsinformatiebrief betreft indienen pilot coffeeshopbeleid. Geagendeerd op verzoek van de heer P. Leenders (CDA). Ins reker de heer Van Haren bestuurslid van de VCE en coffeeshopondernemer, bestrijdt dat de coffeeshops in Eindhoven overlast veroorzaken. De cijfers van de politie bevestigen dit. Ook is hij verbaasd dat er van grootschalige coffeeshops wordt gesproken ÃćâĆňâĂİ dat zijn de coffeeshops in Eindhoven niet. De heer Van Haren vindt het onjuist dat de coffeeshops gerelateerd worden aan de grootschalige cannabisteelt in de regio; die relatie is er niet, want de coffeeshophouders betrekken hun waar van kleine telers. In het beleidsdocument De wereld achter c?e wietteeit van het openbaar ministerie wordt deze zienswijze bevestigd. Aanvullende regelgeving zoals verhoging van de leeftijdgrens, registratieplicht en de verplichting om giraal te betalen wijst hij af. Coffeeshopklanten willen dat niet; de inspreker vreest een verschuiving naar de illegale straathandel met alle negatieve gevolgen van dien. 10

11 Bovendien mist hij bij in het nieuwe beleid de insteek vanuit de volksgezondheid. De controles die het nieuwe beleid beoogt, zijn te omvangrijk, te frequent en intimiderend. Ze bezorgen de bedrijven ten onrechte een slechte naam in de buurt. Het geld dat Eindhoven voor het uitvoeren van de pilot krijgt, kan de gemeente beter betrekken uit de regiogemeenten. Ten slotte wijst de VCE de nieuwe regels voor het aanvragen van een gedoogvergunning af. Waarom zet de gemeente zich niet in om de exploitatievergunningen van de coffeeshops goed op orde te krijgen? De VCE dringt aan op betere samenwerking en op andere beleidskeuzes; de vereniging wijst de pilot af. De VCE vindt dat coffeeshops als normale ondernemingen behandeld moeten worden. Commissiebehandelin Met de pilot wijzigt het coffeeshopbeleid van de gemeente Eindhoven; de heer Leenders vindt dat de raad hiermee eerst moet kunnen instemmen. In de vorige collegeperiode werd er regelmatig aangedrongen op agendering van dit onderwerp; tot op heden is het college hierop niet ingegaan. Kan de burgemeester toelichten welke plannen hij heeft? Welk procesvoorstel staat hem voor ogen? De raadsinformatiebrief en het verzoek aan de minister roepen bij het CDA verschillende vragen op: Het beleid aan de voordeur en het beleid aan de achterdeur worden in deze pilot nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld, maar hoe hard en realistisch is deze koppeling? Hoe denken de veiligheidspartners hierover? Hoe verhoudt zich dit met de passage uit het coalitieakkoord? Is er wel draagvlak voor de pilot in de regio? Zijn de regiogemeenten nu wel bereid om coffeeshops binnen hun gemeentegrenzen toe te laten? Kunnen er meer coffeeshops in Eindhoven komen, of sluit de pilot dit uit? Hoe wordt de pilot gefinancierd? De provincie Limburg heeft door een extern bureau laten onderzoeken wat de effecten zijn van hun pilot. Is de burgemeester bekend met de uitkomsten van dit onderzoek? Is er in de pilot ook ruimte voor preventieve maatregelen, zoals het voorkomen dat er coffeeshops in de buurt van scholen en andere voorzieningen voor jeugdigen worden gevestigd? Het OuderenAppel informeert of de burgemeester in overleg gaat met de sector over de uitvoering van de pilot. Hoe gaat het college het nieuwe beleid handhaven en financieren, ook na de pilotperiode van twee jaar? De VVD is voor de pilot, maar heeft vragen over de cofinanciering. Waar de pilot de kaders van het coffeeshopbeleid van de gemeente raakt, moet de burgemeester terug naar de raad komen. De VVD steunt het idee van kleinere en beter beheersbare coffeeshops en is voorstander van een betere spreiding in de regio. Eindhoven moet zich daar sterk voor maken. Is al bekend of de pilot is gehonoreerd? 11

12 Kan de burgemeester de procedure toelichten? In hoeverre dragen de coffeeshops bij aan de genoemde vormen van harde criminaliteit zoals mensenhandel, levensdelicten, ongevallen en aan criminele en overlast gevende jeugd? GroenLinks vreest een toename van illegale handel als de aanvullende maatregelen worden ingevoerd. De heer Bouassria vindt het niet terecht dat coffeeshops verplicht worden om fout geparkeerde auto s in de buurt van hun bedrijf te melden. Hiervoor heeft de gemeente parkeerwachters in dienst. Ten aanzien van hun voorlichtingstaak komen de coffeeshophouders hun verantwoordelijkheid goed na, maar dit blijft volgens de fractie primair een taak van de overheid en niet van de markt. D66 is voorstander van een pilot voor het coffeeshopbeleid om de overlast te verkleinen en om de daaraan gerelateerde criminaliteit aan te pakken, echter, de voorgestelde maatregelen dragen daaraan onvoldoende bij. D66 is tegen een pasjessysteem, omdat dit de illegale handel vergroot. Bovendien is zo n systeem kostbaar en privacygevoelig. Goed coffeeshopbeleid kan niet zonder goed beleid aan de achterdeur. Zolang het rijk dit niet mogelijk maakt, leveren de genoemde maatregelen geen bijdrage aan de oplossing van het probleem. Op basis van welke criteria worden straks de pasjes verstrekt? Hoe wordt dit systeem gefinancierd? Welke plannen zijn er om het achterdeurbeleid aan te pakken? SP en PvdA sluiten zich aan bij de standpunten van D66 en GroenLinks. De heer Van Liempd vraagt zich af hoe de criminaliteit aan de achterdeur van de coffeeshops met deze pilot kan worden bestreden. De LPF is tegen coffeeshops en de fractie is verontrust over de jonge leeftijd van de coffeeshopbezoekers. De heer Reker vindt dat de overheid met voorlichting moet proberen om het (soft-)drugsgebruik terug te dringen. Op termijn moeten de coffeeshops en growshops gesloten worden. Reactie van het colle e De zaken rond de verkoop van softdrugs zijn in Nederland slecht geregeld, zo stelt de heer Van Gijzel; het product mag verkocht worden maar de productie is verboden. Grote maatschappelijke ontwrichtingen zijn daar het gevolg van. Het onderzoek van Politie en Wetenschap toont aan dat er een verband is tussen wietteelt en de productie en import van XTC en andere soorten harddrugs. De regio Eindhoven lijdt ernstig onder dit probleem. De coffeeshophouders komen de regels die de gemeente hen oplegt ten aanzien van de verkoop van softdrugs goed na, maar de problemen bevinden zich uitsluitend aan de achterkant. Om deze problemen aan te 12

13 pakken is het noodzakelijk om aan de voorkant strengere regels te stellen. Alleen aan een kleine club met een gesloten toegang kunnen er regels ten aanzien van de (thuis-) kweek van wiet worden opgelegd. Deze gecontroleerde verkoop is bedoeld om de kweek van wiet te reguleren. Een pasjessysteem is dus een essentiele voorwaarde, want alleen zo kan er een club met gesloten toegang worden gevormd. Het is onmogelijk om de wietteelt te reguleren zonder de verkoop te controleren en zonder de verkoop aan buitenlanders aan strikte banden te leggen. Er zijn ruim softdrugsgebruikers in de regio Eindhoven. Daarvan wonen er in de stad. Die groep koopt sofdrugs in coffeeshops; voor de aankopen gelden er regels die over het algemeen goed worden nageleefd. Toch is 10 /o van de aankopen illegaal omdat dit percentage op straat, aan jongeren onder de leeftijdsgrens, wordt doorverkocht. In de regiogemeenten is de situatie anders: slechts een minderheid van de gebruikers koopt in een gereguleerde coffeeshop. Het merendeel van de aankopen (60 /o) vindt plaats op illegale verkooppunten die zich niet beperken tot de verkoop van softdrugs; er wordt veelal ook cocaine, XTC en soms ook heroine verhandeld. Deze illegale verkopen leiden tot straathandel van cocaine in het uitgaanscentrum van Eindhoven en veroorzaken veel criminaliteit en overlast. Door hun lucratieve straathandel beschikken sommige jongeren uit de regio over veel geld, met alle risico s van dien. Daarnaast is de beschikbaarheid en het gebruik van de verkochte harddrugs een groot probleem in het uitgaanscentrum. Uit onderzoek blijkt dat de op een na belangrijkste drijfveer voor criminaliteit het opgebouwde financiele vermogen ten gevolge van de handel in softdrugs is. Er ligt een grote uitdaging om hier een ander systeem tegenover te zetten: als het lukt om de lucratieve handel in te dammen, kunnen de positieve maatschappelijke effecten groot zijn. Met de regioburgemeesters heeft de heer Van Gijzel een werkgroep opgericht; de pilot is door deze werkgroep ontwikkeld. Het idee is om de verkoop van softdrugs via het zogeheten apothekersmodel te reguleren; de burgemeester wil de ondernemers hierbij zoveel mogelijk als normale ondernemers behandelen. Toch zal er bij de verkoop van softdrugs altijd sprake zijn van regels, controle en handhaving. Alleen door goede spreiding van de verkooppunten voor softdrugs is het mogelijk om de verkoop van soft- en harddrugs van elkaar te scheiden. Daar zet de burgemeester zich voor in. Met een fijnmazig net van verkooppunten kunnen volgens de burgemeester illegale verkooppunten effectief worden bestreden, ook als er voor deze verkooppunten een pasjessysteem geldt. De beslissing ligt bij de raad: als een meerderheid niet met de pilot wil doorgaan, zet de burgemeester er onmiddellijk een punt achter. Hij 13

14 verwacht dan wel dat de bestrijding van de criminaliteit een gevoelige slag krijgt die zich in de cijfers zal vertalen. Of het lukt om deze fors naar beneden te krijgen valt dan sterk te betwijfelen. De heer Van Gijzel voelt hierin een grote verantwoordelijkheid: drugs, criminaliteit en overlast hangen immers nauw samen, ook met de aanpak van verwervingscriminaliteit. De burgemeester vraagt van de minister de toezegging dat de (thuis-) teelt in het kader van de pilot gereguleerd mag worden. Hij is bereid om een strikte fasering aan te brengen: eerst de zaken aan de voorkant goed regelen voordat er afspraken over kweek worden gemaakt. De vergelijking met het beleid in Limburg gaat volgens de burgemeester niet op: het pasjessysteem dat daar wordt ingevoerd, is bedoeld om de overlast op straat tegen te gaan en niet om de teelt te reguleren. De heer Leenders benadrukt dat de minister duidelijk heeft aangegeven dat hij aan de achterkant geen verruiming van de regels toelaat. Daarop vertelt de heer Van Gijzel dat hij daarover gesprekken heeft gevoerd met de minister en zijn ambtenaren; naar aanleiding van dat gesprek werd de gemeente Eindhoven gevraagd om de plannen voor de pilot in te sturen. Wel heeft de minister erop gewezen dat het demissionaire kabinet geen besluit zal nemen over verandering van regels aan de achterdeur; daarover beslist het nieuwe kabinet. Als het pilotproject uitgewerkt mag worden, zal de burgemeester een voorstel aan de raad voorleggen voor het bij het ministerie wordt ingediend. De burgemeester vindt dat kleinschalige thuiskweek onder controle moet komen omdat die grotendeels in criminele handen is. Thuiskwekers staan onder controle van grote criminele organisaties; daar moet een einde aan komen. Niet alle coffeeshophouders in Eindhoven hebben een schone lei. Hoe groter een coffeeshop is, des te afhankelijker de ondernemer van de illegaliteit wordt. In de regio Eindhoven is men redelijk succesvol in het opsporen van plantages. Er is dan ook een onmiddellijke verschuiving van de teelt naar Belgie gesignaleerd. De regio Eindhoven is de grootste wietproducent voor Noordoost Europa; ruim 80 /o van onze productie vindt elders zijn weg. Het college wil dit fenomeen aanpakken omdat er met de winsten veel andere criminele activiteiten (wapenhandel, vrouwenhandel) bekostigd worden. Het is naief om te veronderstellen dat deze praktijken effectief kunnen worden aangepakt met de huidige regels, aldus de burgemeester. In het kader van het pilotproject wil hij een systeem van gecontroleerde thuisteelt toestaan en de regels over bevoorrading enigszins versoepelen. Een fijnmazig net van coffeeshops verdient hierbij de voorkeur. De landelijke regels ten aanzien van de afstandscriteria zal de burgemeester naleven hoewel hij vindt dat die regels hun doel 14

15 voorbijschieten: geen enkele coffeeshophouder zal bezoekers onder de leeftijdgrens binnen laten. De heer Leenders wil dat er in de pilot ook aandacht is voor preventieve maatregelen. De heer Van Gijzel vindt dat de coffeeshophouders hun voorlichtingstaak uitermate serieus nemen. Hij stelt voor om hen hierover een presentatie te laten verzorgen, en wil de politie vragen om bij die gelegenheid iets te vertellen over de relatie tussen softdrugs en criminaliteit. Overigens onderhoudt de gemeente goede contacten met de exploitanten van coffeeshops. De vraag naar de financiering van de voorgestelde maatregelen staat of valt met hun effectiviteit. Als blijkt dat hiermee de criminaliteit succesvol kan worden aangepakt, dan loont het om er geld voor te reserveren. Onder die voorwaarde is de heer Van Gijzel bereid om additionele middelen voor dit beleid te zoeken. Hij verwacht dat de controle en handhavingstaken door de nieuwe regels gemakkelijker zijn uit te voeren. Van coffeeshophouders verwacht de burgemeester zeer betrouwbaar en solide ondernemerschap. 5 Rondvraag en sluiting. Mevrouw List is benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot de invoering van de veiligheidsplannen voor de Kruisstraat. De heer Van Gijzel meldt dat er een plan is opgesteld met draagvlak van de winkeliers. Daarover is recent een raadsinformatiebrief verstuurd. De heer Van Liempd vraagt of de tijdelijke camera s (bijvoorbeeld die in Blixembosch) blijven hangen tot er een exitstrategie is. Volgens de heer Van Gijzel blijven camera s die voor een bepaalde tijd zijn opgehangen, niet langer dan afgesproken. Voor eventuele verlenging is aparte besluitvorming noodzakelijk. Voor meer informatie verwijst de burgemeester naar de raadsinformatiebrief. Mevrouw Frosi merkt op dat zij nog geen antwoord heeft gekregen op haar vragen over de garantstelling voor Brainport. Na de vergadering zal de voorzitter nagaan binnen welke termijn het college hierop een antwoord kan geven. Hierna bedankt de voorzitter de aanwezigen voor hun inbreng, en sluit de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Financien en Bestuur van 14 september

16 M. Honing commissiesecretaris mh o/ec