VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG"

Transcriptie

1 VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG GEMEENTEN NAARDEN EN BUSSUM 6 mei :B C

2 Inhoud Samenvatting Bussum... 5 Samenvatting vgrp Naarden Inleiding Waarom een vgrp Samenwerken in de waterketen Werkwijze Relatie met andere plannen Procedure Leeswijzer Evaluatie Algemeen Evaluatie Bussum Rol GRP Procedures tot stand komen Resultaten voorgaande planperiode Financiën Evaluatie Naarden Rol GRP Procedures tot stand komen Resultaten voorgaande planperiode Financien Beleid en ontwikkelingen Inleiding Landelijke ontwikkelingen Drie zorgplichten, drie systemen Lokale speerpunten van beleid Afvalwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie Huidige situatie Objectgegevens Uitbreiding in planperiode Toetsing Geconstateerde knelpunten Praktische zaken :B ARCADIS 1

3 5 Hemelwaterzorg Inleiding Achtergronden Invloedsfactoren hemelwaterbeleid Gewenste situatie Huidige situatie Objectgegevens Prognoses voor objectuitbreiding in planperiode Toetsing Geconstateerde knelpunten Grondwaterzorg Inleiding Achtergrond Stedelijk grondwater, wat is het? Gewenste situatie Huidige situatie Objectgegevens Toetsing Geconstateerde knelpunten Bedrijfsvoering Inleiding Taakvelden Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Faciliteiten Samenwerking Middelen gemeente Bussum Financiële middelen Uitgaven en lasten Uitgangspunten afschrijving en levensduur Kostendekking Personele middelen Middelen gemeente Naarden Financiële middelen Uitgaven en lasten Uitgangspunten afschrijving en levensduur Kostendekking Personele middelen ARCADIS :B

4 Bijlage 1 Begrippenlijst Bijlage 2 Overzicht evaluatie Bussum Bijlage 3 Overzicht evaluatie Naarden Bijlage 4 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving Bijlage 5 Beheervisie Bijlage 6 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Bijlage 7 Toetsing functionele eisen Bijlage 8 Overzicht lozingspunten Bijlage 9 Planvormen Bijlage 10 Ramingen en planningen Bijlage 10.1 Bussum Bijlage 10.2 Naarden Bijlage 11 Uitgaven en inkomsten Bijlage 11.1 Bussum Bijlage 11.2 Naarden Bijlage 12 Kostendekking Bijlage 12.1 Bussum Bijlage 12.2 Naarden Bijlage 13 Reactie Waternet Bijlage 14 Reactie Provincie Noord-Holland Bijlage 15 Overzicht projecten gemeente Bussum Colofon :B ARCADIS 3

5 Samenvatting Bussum Opstellen vgrp wettelijke verplichting Met het voorliggende GRP wordt invulling gegeven aan de verplichting uit de Wet milieubeheer. Dit plan geeft invulling aan de drie zorgplichten waarvan sinds de intrede van de Wet (afbakening en bekostiging) gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 sprake is. Deze wet is inmiddels opgenomen in de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Waterwet. De zorgplichten voor hemelwater en grondwater zijn nu apart in de wet benoemd. Dit plan is het eerste GRP voor Bussum en Naarden dat een zogenaamd verbreed karakter heeft. Het plan heeft een planperiode van 4 jaar, van 2013 tot en met Gezamenlijk vgrp Bussum en Naarden Bussum en Naarden hebben een gezamenlijk vgrp opgesteld. Hiermee wordt door beide gemeenten invulling gegeven aan de samenwerking in de waterketen en wordt het streven naar deze samenwerking onderstreept. Waar mogelijk hebben Bussum en Naarden het beleid en de uitvoering van de zorgplichten afgestemd. Er zijn verschillen. Deze verschillen hebben onder meer te maken met gegeven dat het gaat om twee aparte rioolsystemen en locatie specifieke omstandigheden en de inbedding van het beheer in de twee gemeentelijke organisaties. De verschillen tussen Naarden en Bussum in situatie en beleid zijn in de tekst aangegeven en gemarkeerd met een symbool voor Bussum of het wapen van Naarden. Evaluatie De uitvoering van het GRP is geëvalueerd. Hieruit is naar voren gekomen: Aanleg van voorzieningen; In totaal zijn in de planperiode ca. 250 nieuwe woningen gerealiseerd en aangesloten op de riolering. Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoeken en plannen. De geplande onderzoeken en plannen ten behoeve van het rioolbeheer zijn in het algemeen conform planning uitgevoerd. Een uitzondering daarop is nog het structureel en planmatig actualiseren van de beheerbestanden op basis van revisies en uitgevoerde rioolinspecties. Maatregelen De geplande maatregelen in de planperiode zijn voor een deel uitgevoerd. Reparatie, renovatie en vervanging van riolering hebben vertraging ondervonden door de noodzakelijke afstemming met stedenbouwkundige ontwikkelingen en verkeersmaatregelen. De projecten die nog niet zijn afgerond of gestart, zijn in het algemeen opgenomen in de maatregelen planning in dit vgrp zie Tabel :B ARCADIS 5

6 Planning Maatregelen vrijvervalriolering GRP Actuele planning 13 Locatie Planning gereed Stand van zaken Start Gereed Afkoppelen Vlietlaan 2009 Uitgesteld Eslaan e.o Afgerond Godelindebuurt fase 1 en Afgerond Godelindebuurt fase 3 en Afgerond Veldheimerlaan / Botweg 2010 Uitgesteld Nieuwe Spiegelstraat / Iepenlaan e.o Uitgesteld Spiegel Oud-centrum 2011 Uitgesteld planperiode Herenstraat 2011 Uitgesteld Vogelkerstraat e.o Afgerond Veldweg 2012 Uitgesteld Dr. Schaepmanlaan 2012 Uitgesteld Spijkerstraat e.o Uitgesteld Jozef Israelslaan e.o Afgerond No regret Milieumaatregelen DWA gemaal (Zwarteweg) naar gemaal Verlengde Fortlaan Hemelwater rechtstreeks op Bussumervaart lozen Tabel 1, Bussum stand van zaken projecten. Financiën en rioolheffing 2010 Afgerond Afgerond De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is in de Tabel 2 weergegeven, zowel volgens de planning in het GRP als de werkelijke situatie. De heffing is in de planperiode niet verhoogd maar verlaagd. Rioolheffing per jaar Prognose 09 Werkelijk verloop GRP (1% stijging t/m 2013) Bron: GRP Eigenaar vast bedrag Eigenaar op basis van vast bedrag + watergebruik per 100 m3 boven de m [ ] 2010 [ ] 2011 [ ] 2012 [ ] 2013 [ ] 201,48 203,49 205,53 207,59 209,67 201,48 201,48 201,48 177,12 177,12 51,36 51,36 51,36 45,12 45,12 Tabel 2, Bussum ontwikkeling rioolheffing. Tariefegalisatievoorziening Gedurende de planperiode hebben de geplande en gerealiseerde saldi van de tariefegalisatievoorziening (peildatum steeds 1 januari van vermeld jaar) zich ontwikkeld als in Tabel 3 is weergegeven. 6 ARCADIS :B

7 Saldo voorziening GRP Bron GRP [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] Werkelijk (begroting) Tabel 3, Bussum ontwikkeling saldo voorziening. Ten opzichte van de prognose in het vgrp blijft de ontwikkeling van het saldo van de (tarief) egalisatievoorziening achter, volgens de begroting 2012 en saldo per 1 jan. 2013, ca. 6,1 mln. lager dan verwacht. Ontvangen rioolheffing Tabel 4 geeft een overzicht van de opbrengst van de heffing Opbrengst rioolheffing [ x 1.000] [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP Werkelijk *) *) raming Tabel 4, Bussum opbrengst heffing. Lastenontwikkeling In Tabel 5 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de lasten. Lastenontwikkeling 2009 [ x 1.000] 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP Kapitaallasten Onderzoek en exploitatie Werkelijk Kapitaallasten Onderzoek en exploitatie Tabel 5, Bussum overzicht lasten ontwikkeling. Conclusies uit de evaluatie: De uitvoering van een deel van de projecten in de planperiode heeft vertraging ondervonden. De stijging van de rioolheffing is lager dan de prognose voor een kosten dekkende heffing in het GRP In 2012 is de heffing met 34 verlaagd. Dit heeft geleid tot een lagere opbrengst van ca t.o.v. de geplande ontwikkeling. In het GRP zijn de kapitaallasten uit het verleden niet meegenomen in de kostenberekening. Deze kapitaallasten uit het verleden (investeringen vóór 2009) bedragen over de periode ca. 5.5 mln. De ontwikkeling van het saldo van de egalisatievoorziening is in lijn met de lager dan geplande heffing en het niet verdisconteren van de kapitaallasten uit het verleden (voor 2009) en ca. 6.1 mlj. lager dan gepland :B ARCADIS 7

8 De doelen vgrp De algemene doelstelling van riolering is bescherming van de volksgezondheid en het waarborgen van de leefomgeving van de burgers. Uit deze algemene doelstelling zijn de volgende doelen ontleend, waaraan het systeem moet voldoen: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming (grondwater). 6. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loketfunctie) voor burgers met vragen en klachten over grondwater (grondwater). Bovenstaande (systeem)doelen zijn vertaald in functionele eisen, waaraan maatstaven en meetmethoden zijn gekoppeld om de bestaande riolering te kunnen toetsen aan de gestelde doelen. Per zorgplicht is op basis van de stand van zaken en de vastgestelde ambities de opgave vastgesteld en uitgewerkt. De opgaven per zorgplicht zijn gebundeld in het hoofdstuk 7 bedrijfsvoering. Aandachtspunten zijn vooral: Het actualiseren van de beheergegevens en de aanschaf en implementatie van een rioolbeheerprogramma; Het wegwerken van de achterstand ten aanzien van rioolreiniging en inspecties en eventuele daaruit voortvloeiende onderhoud; Het opstellen van diverse plannen mede ter vergroting van de doelmatigheid; Het afronden van maatregelen ter verbetering van het functioneren van het rioolsysteem (emissies en afvoer); Het onderzoeken van de klimaatbestendigheid van de aanwezige voorzieningen; Het verder structureren van de communicatie met de burgers door de uitrol van het waterloket. Samenwerking in de waterketen In het kader van het Bestuursakkoord Water zijn op landelijk niveau afspraken gemaakt over het samenwerken in de waterketen gericht op het vergroten van de doelmatigheid van het rioolbeheer. Naarden en Bussum werken samen met het waterschap en de gemeenten in de regio. Over deze samenwerking vindt zowel op bestuurlijk niveau (BOWA) en ambtelijk niveau (ISARIZ) overleg plaats. De betrokken partijen hebben in 2013 een mantelovereenkomst ondertekend waarin de betrokken partijen uitspreken te gaan onderzoek op welke onderdelen van het waterbeheer door een intensivering van de onderlinge samenwerking een doelmatigheidswinst behaald kan worden. De opgave volgens dit vgrp De bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer moet, naast het uitvoeren van de reguliere taken, mede zijn afgestemd op de mogelijkheden om de geconstateerde aandachtspunten in de komende planperiode aan te pakken. Dit alles leidt tot de opgave voor de periode , opgesplitst over de vijf taakvelden planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en faciliteiten. De samenwerking met Naarden en andere gemeenten en het waterschap is actueel. Voor de vervangingsplanning van de vrijvervalriolering is in afwijking van het voorgaande GRP nu uitgegaan van een gemiddelde levensverwachting van 80 jaar op basis van de ervaring tot heden. 8 ARCADIS :B

9 Figuur 1, Bussum lastenontwikkeling De methode van uitwerking van de kostendekking komt overeen met het vorige GRP. Voor de kostendekking zijn 2 scenario s doorgerekend: 7. Een stijgingsperiode van 4 jaar tot het bereiken van een kostendekkende rioolheffing; 8. Een stijgingsperiode van 10 jaar tot het bereiken van een kostendekkende rioolheffing. In Tabel 6 staan de belangrijkste kentallen van de beide kostendekkingsvarianten weergegeven. Financiële middelen In onderstaande figuur is de ontwikkeling van de financiële laste, de kapitaallasten van investeringen (lopende en nieuwe), exploitatielasten en btw-component gedurende de beschouwde periode van weergegeven. Variant Nr. Stijgingspercentage [%] Stijgingsperiode [jaren] Rioolheffing * [ ] Rentelasten [ mlj.] Voorziening Maximaal [ mlj.] Boekwaarde Eind [ mlj.] 1 6, ,8 18,5 33,6 2 2, ,8 17,3 33,6 Tabel 6, Kentallen kostendekkingsvarianten * Gemiddelde heffing over periode van 60 jaar De heffingsontwikkeling voor beide kostendekkingsvarianten is weergegeven in Tabel :B ARCADIS 9

10 Ontwikkeling heffingstarief (meerpersoonshuishouden) [ ] Variant Jaar Nr >> Tabel 7, Ontwikkeling rioolheffing voor beide kostendekkingsvarianten. Inflatiecorrectie. Naast de jaarlijkse stijging van het tarief zoals aangegeven in Tabel 7 dient jaarlijks de inflatiecorrectie te worden doorgevoerd. Personele middelen De personele formatie voor het realiseren van de opgave is door de gemeente Bussum bepaald op basis van de jaarlijks terugkerende operationele werkzaamheden en de te realiseren projecten en is voor 2012 bepaald op 3,91 fte (2,25 fte operationeel, 1,66 fte strategisch ten behoeve van projecten). In de toekomst, na het realiseren van de verbetermaatregelen, neemt de omvang van jaarlijks te realiseren investeringen af en wordt de formatie daarop aangepast. 10 ARCADIS :B

11 Samenvatting vgrp Naarden Opstellen vgrp wettelijke verplichting Met het voorliggende GRP wordt invulling gegeven aan de verplichting uit de Wet milieubeheer. Dit plan geeft invulling aan de drie zorgplichten waarvan sinds de intrede van de Wet (afbakening en bekostiging) gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 sprake is. Deze wet is inmiddels opgenomen in de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Waterwet. De zorgplichten voor hemelwater en grondwater zijn nu apart in de wet benoemd. Dit plan is het eerste GRP voor Bussum en Naarden dat een zogenaamd verbreed karakter heeft. Dit plan heeft een planperiode van 4 jaar, van 2013 tot en met Gezamenlijk vgrp Bussum en Naarden Bussum en Naarden hebben een gezamenlijk vgrp opgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan de samenwerking van beide gemeenten in de waterketen en komt de samenwerking expliciet tot uitdrukking. Waar mogelijk hebben Bussum en Naarden het beleid en de uitvoering van de zorgplichten afgestemd. Er zijn verschillen. Deze verschillen hebben onder meer te maken met gegeven dat het gaat om twee aparte rioolsystemen en locatie specifieke omstandigheden en de inbedding van het beheer in de twee gemeentelijke organisaties. De verschillen tussen Naarden en Bussum in situatie en beleid zijn in de tekst aangegeven en gemarkeerd met een symbool voor Bussum of het wapen van Naarden. Evaluatie De uitvoering van het GRP is geëvalueerd. Hieruit is naar voren gekomen: Aanleg van voorzieningen; De ongerioleerde percelen in het buitengebied (Valkeveensgebied) zijn aangepakt. In de planperiode zijn ca. 60 nieuwe woningen gerealiseerd en aangesloten op de riolering. Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoeken en plannen. De geplande onderzoeken en plannen ten behoeve van het rioolbeheer zijn in het algemeen conform planning uitgevoerd. De belangrijkste plannen die de afgelopen planperiode zijn opgesteld zijn het BRP in 2012 en dit vgrp. In het kader van het opstellen van het BRP is voor Naarden het pakket verbetermaatregelen in het Componistenkwartier bijgesteld in overleg met het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). In plaats van de aanleg van een BBV aan de Galgesloot wordt nu een alternatief maatregelenpakket gerealiseerd. Eind 2012 is gestart met de voorbereiding en uitvoering van dit alternatieve maatregelenpakket, project Rem.Com. Het Waterschap AGV heeft getoetst of deze aanpassing aanleiding geeft op het ontstaan van een knelpunt ten aanzien van de waterkwaliteit. Dit blijkt niet het geval. En daarmee is er geen aanleiding voor het waterschap om bezwaar te maken tegen deze aanpassing. Maatregelen De geplande verbetermaatregelen zijn voor een groot deel conform planning uitgevoerd. Een aantal projecten hebben een kleine vertraging ondervonden door afstemming met stedenbouwkundige ontwikkelingen, verkeersmaatregelen, participatie van bewoners en door een personele onderbezetting) :B ARCADIS 11

12 De verbetermaatregelen die nog niet zijn afgerond of gestart, zijn opgenomen in de maatregelen planning van het vgrp zie Tabel 8. Planning verbetermaatregelen riolering GRP Locatie Planning gereed Stand van zaken Gepland GRP Gefaseerd - Afkoppelen 0,8 ha (Verlengde Fortlaan/ Laegieskamp/ Kolfbaan) 2011 afgerond in 2011 en in 2012 HWA leiding Naarden-Bussum (Bijdrage) 2011 Uitgesteld 2013 Voorbereiding afkoppelen 2,3 ha(gooimeer-zuid) 2012 Gestart in Uitvoering afkoppelen 2,3 ha (Gooimeer-Zuid) 2012 Uitgesteld 2014 Voorbereiding alternatief maatregelenpakket 2013 (Componistenkwartier en Rembrandtpark) 2012 Gestart in 2013 Uitvoering alternatief maatregelenpakket 2014 (Componistenkwartier en Rembrandtpark) 2013 Conform planning Voorbereiding afkoppelen 5,2 ha 2013 (Jac. P. Thijssepark) 2013 Conform planning Diameterverruiming 100 m (Vaartweg) 2013 Geschrapt - Uitvoering afkoppelen 5,2 ha (Jac. P. Thijssepark) 2014 Conform planning 2014 Tabel 8, Naarden stand van zaken projecten. Financiën en rioolheffing De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is in Tabel 9 weergegeven, zowel volgens de prognose uit het GRP als de werkelijke situatie. De ontwikkeling van de rioolheffing bedroeg in per meerpersoonshuishouden en ligt 8 hoger dan de prognose voor 2012 in het GRP en volgt daarmee de geplande trend. Rioolheffing per jaar 2010 [ ] GRP meerpersoonshuishoudens Bron GRP def. 7/7 Werkelijke verloop meerpersoonshuishoudens 2011 [ ] 2012 [ ] , Tabel 9, Naarden ontwikkeling rioolheffing afgelopen planperiode. Tariefegalisatiereserve Gedurende de planperiode hebben de geplande en gerealiseerde saldi van de tariefegalisatiereserve (peildatum steeds 1 januari van vermeld jaar) zich ontwikkeld als in Tabel 10 is weergegeven. Saldo reserve 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP 09-12, prognose Werkelijk Tabel 10, Naarden ontwikkeling saldo egalisatiereserve. 12 ARCADIS :B

13 Ten opzichte van de prognose in het vgrp is het saldo van de egalisatiereserve ca minder gedaald. De verklaring voor deze ontwikkeling is onder meer de vertraging in de uitvoering van de projecten Gooimeer-Zuid en Componistenkwartier. Ontvangen rioolheffing Tabel 11 geeft een overzicht van de opbrengst van de heffing. Lastenontwikkeling 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP (totale lasten) Werkelijke lasten Tabel 11, Naarden opbrengst heffing. Conclusies uit de evaluatie: De uitvoering van een deel van de projecten in de planperiode heeft vertraging ondervonden. De ontwikkeling van de rioolheffing volgt de geplande trend. De doelen vgrp De algemene doelstelling van riolering is bescherming van de volksgezondheid en het waarborgen van de leefomgeving van de burgers. Uit deze algemene doelstelling zijn de volgende doelen ontleend, waaraan het systeem moet voldoen: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming (grondwater). 6. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loketfunctie) voor burgers met vragen en klachten over grondwater (grondwater). Bovenstaande (systeem)doelen zijn vertaald in functionele eisen, waaraan maatstaven en meetmethoden zijn gekoppeld om de bestaande riolering te kunnen toetsen aan de gestelde doelen. Per zorgplicht is op basis van de stand van zaken en de vastgestelde ambities de opgave vastgesteld en uitgewerkt. De opgaven per zorgplicht zijn gebundeld in het hoofdstuk 7 bedrijfsvoering. Aandachtspunten zijn vooral: Het opstellen van diverse plannen mede ter vergroting van de doelmatigheid; Het afronden van maatregelen ter verbetering van het functioneren van het rioolsysteem (emissies en afvoer); Het verder structureren van de communicatie met de burgers door de uitrol van het waterloket. Samenwerking in de waterketen In het kader van het Bestuursakkoord Water zijn op landelijk niveau afspraken gemaakt over het samenwerken in de waterketen gericht op het vergroten van de doelmatigheid van het rioolbeheer. Naarden en Bussum werken samen met het Waterschap AGV en de gemeenten in de regio. Over deze samenwerking vindt zowel op bestuurlijk niveau (BOWA) en ambtelijk niveau (ISARIZ) overleg plaats. De betrokken partijen hebben in 2013 een mantelovereenkomst ondertekend waarin de betrokken partijen :B ARCADIS 13

14 uitspreken te gaan onderzoek op welke onderdelen van het waterbeheer door een intensivering van de onderlinge samenwerking een doelmatigheidswinst behaald kan worden. De opgave volgens dit vgrp De bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer moet, naast het uitvoeren van de reguliere taken, mede zijn afgestemd op de mogelijkheden om de geconstateerde aandachtspunten in de komende planperiode aan te pakken. Dit alles leidt tot de opgave voor de periode , opgesplitst over de vijf taakvelden planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en faciliteiten. De samenwerking met Naarden en andere gemeenten en het Waterschap AGV is een feit. Voor de vervangingsplanning van de vrijvervalriolering is uitgegaan van een gemiddelde levensverwachting van 60 jaar. Financiële middelen In Figuur 2 is de ontwikkeling van de financiële lasten, de kapitaallasten van investeringen (lopende en nieuwe), de exploitatielasten en de btw-component, gedurende de beschouwde periode van weergegeven. Figuur 2, Naarden, ontwikkeling lasten. De methode van uitwerking van de kostendekking komt overeen met het vorige GRP. Voor de kostendekking is 1 variant voor de ontwikkeling van de heffing doorgerekend. 1. Een stijgingsperiode van 5 jaar van 2013 tot 2017 met een voldoende stijging opdat het saldo van de egalisatiereserve positief blijft. Op een later moment is een verdere stijging van de heffing nodig om te voldoen aan de uitgangspunten. 14 ARCADIS :B

15 In Tabel 12 staan de belangrijkste kentallen van de kostendekkingsvariant weergegeven. Variant Nr. Stijgingspercentage [%] Stijgingsperiode [jaren] Rioolheffing* [ ] Rentelasten [ mlj] Voorziening Maximaal [ mlj] Boekwaarde Eind [ mlj] 1 10, ,3 5,3 32,4 Tabel 12, Kentallen kostendekkingsvariant * Gemiddelde rioolheffing over periode van 60 jaar De ontwikkeling van de rioolheffing voor deze kostendekkingsvariant is weergegeven in Tabel 13. Variant Ontwikkeling heffingstarief Jaar (meerpersoonshuishouden) [ ] Nr Tabel 13, Ontwikkeling rioolheffing voor deze kostendekkingsvariant Inflatiecorrectie. Naast de jaarlijkse stijging van het tarief zoals aangegeven in Tabel 7 dient jaarlijks de inflatiecorrectie te worden doorgevoerd. Personele middelen Voor de invulling van het rioleringsbeheer beschikt de gemeente over een formatie van 1,76 fte (inclusief bureau belastingen). Projecten en het gemaal onderhoud worden uitbesteed. Daarnaast wordt op ad hoc basis capaciteit ingehuurd en worden werkzaamheden uitbesteed. Op basis van het RIONED model en uitgaande van de uitbesteding door de gemeente Naarden is een formatie voor het rioleringsbeheer nodig van 3,3 fte (exclusief bureau belastingen). Bij de gemeente zelf is een deel daarvan beschikbaar. De resterende capaciteit wordt ingehuurd en heeft betrekking op voorbereiding, begeleiding en toezicht van projecten en begeleiding van onderzoek. Het is mogelijk personele kosten toe te rekenen aan de rioolheffing. Deze kosten zijn verwerkt in de kostendekking :B ARCADIS 15

16 1 Inleiding 1.1 WAAROM EEN VGRP Aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen zijn gemeentelijke taken, welke hun wettelijke basis hebben in de Wet milieubeheer (Wm art ). Met het inwerkingtreden van de Wet gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 hebben naast de zorg voor het stedelijk afvalwater ook de (gemeentelijke) zorg voor het afstromende hemelwater en grondwater een duidelijkere basis in de wetgeving gevonden. De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen (Wet milieubeheer, art.4.22). Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Met het voorliggende Gemeentelijk Rioleringsplan leggen de gemeentebesturen van Naarden en Bussum het rioleringsbeleid vast voor de komende planperiode met een doorkijk naar de toekomst. Met respect voor wat in het verleden tot stand is gekomen, wordt verder gebouwd aan een robuust en flexibel rioleringssysteem dat voldoet aan de hedendaagse eisen en tegelijkertijd inhaakt op maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot doelmatigheid en duurzaamheid. In overeenstemming met de aangepaste wetgeving is dit GRP ten opzichte van het vorige plan uitgebreid met de zorgplichten voor hemelwater en grondwater. We spreken dan ook wel van een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp). 16 ARCADIS :B

17 Riolering basis voor volksgezondheid Riolering heeft samen met de drinkwatervoorziening sinds de 19e eeuw voor de volksgezondheid meer betekend dan de ontwikkeling van de medische wetenschap daarna. Dat is in het kort de conclusie die internationale wetenschappers enkele jaren geleden trokken uit de beantwoording van de vraag welke medische ontwikkeling de grootste invloed heeft uitgeoefend op de hedendaagse volksgezondheid. Bij de gewone burger is dit besef echter ver weggezakt. Zuiver drinkwater en riolering zijn zo vanzelfsprekend geworden, dat men zich niet meer realiseert welke rijkdom we hiermee in onze huizen bezitten: de basis voor een gezond leven. Wat er allemaal komt kijken om de voorzieningen elke dag weer probleemloos te laten functioneren, realiseert men zich nauwelijks. Pas als het fout gaat wordt men zich weer bewust van het belang van deze voorzieningen. Riolering zo vanzelfsprekend en onzichtbaar Inmiddels hebben we in Nederland een ondergrondse infrastructuur voor de riolering aangelegd met een vervangingswaarde van maar liefst 77 miljard. Dagelijks zijn er vele medewerkers van overheden en bedrijfsleven bezig om het rioleringssysteem probleemloos te laten functioneren. Daar is de burger zich vrijwel niet van bewust. Voor een relatief beperkt bedrag, in vergelijking met andere nutsvoorzieningen, komen we niet alleen op een hygiënische wijze van onze fecaliën af, maar kunnen we tegelijkertijd op eenvoudige wijze het grijze water (wassen, afwassen, douchen, enz.) en het overbodige hemelwater lozen. 1.2 SAMENWERKEN IN DE WATERKETEN Naarden en Bussum één vgrp. De rioolstelsels en watersystemen van de gemeenten Naarden en Bussum zijn met elkaar verbonden. Rioleringsmaatregelen hebben dan ook invloed op het functioneren van de riolering en het stedelijk water in beide gemeenten. Mede om deze reden werken Naarden en Bussum al veel samen op het gebied van waterbeheer en riolering. Voorbeelden hiervan zijn het Waterplan Naarden-Bussum , het Meetplan riolering 2010 en het Basisrioleringsplan Naarden en Bussum Een logische volgende stap in deze samenwerking is het opstellen van één gezamenlijk verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (vgrp). Hiermee wordt een verdere invulling gegeven aan samenwerken in de waterketen en worden de kansen voor een doelmatiger aanpak vergroot en kunnen kosten worden bespaard en kan de stijging van de heffing worden beperkt. 1.3 WERKWIJZE Geldigheidsduur Op basis van de informatie uit het gemeentelijke rioolbeheersysteem en recent onderzoek kan een goed beeld worden gegeven van de te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen op korte termijn. Beleidsontwikkelingen, zoals Waterbeheer 21ste eeuw en de Europese Kaderrichtlijn Water, maar ook de autonome ontwikkelingen als de klimaatverandering, maken een plancyclus van 4 jaar gewenst om het gemeentelijk beleid op de landelijke en mondiale ontwikkelingen aan te kunnen laten haken. Dat betekent dat het voorliggende vgrp betrekking heeft op een planperiode van vier jaar van 2013 tot en met Totstandkoming De bestuurlijke, financiële en juridische verantwoordelijkheid voor de invulling van de wettelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater ligt op grond van de Wet milieubeheer bij de gemeente. De gemeenten hebben zich bij het opstellen van het vgrp laten ondersteunen door Arcadis :B ARCADIS 17

18 Overleg met andere overheden Waterschap AGV (Amstel, Gooi en Vecht) en de provincie Noord-Holland zijn bij het opstellen van dit vgrp betrokken. Het ontwerp is tevens ter commentaar aan deze instanties voorgelegd. De formele reacties op dit vgrp zijn in Bijlage 13 en Bijlage 14 Reactie opgenomen. 1.4 RELATIE MET ANDERE PLANNEN De beleidsvoornemens in dit vgrp zijn afgestemd met de volgende plannen en beleidsstukken: Lokaal Basisrioleringsplan Naarden Bussum Meetplan riolering Naarden en Bussum Waterplan Naarden Bussum Regionaal Waterplan Provincie Noord-Holland. Waterbeheerplan AGV Handboek Hemelwater, AGV, december 2009 Handreiking Stedelijk Grondwater, AGV, december 2009 Toetsingskader Rioolemissies, DWR en AGV, Nationaal Waterbeleid voor de 21ste eeuw (2000); Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK2007); Nationaal Waterplan (2009); Bestuursakkoord Water 2011 (BAW2011). Internationaal Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater; Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). 1.5 PROCEDURE In de hoofdstukken 4, 5 en 6 zijn de drie deelsystemen voor afval-, hemel- en grondwater beschreven en is het functioneren getoetst aan de functionele eisen uit bijlage 4, die de gewenste situatie weergeven. In Figuur 3 is deze aanpak schematisch weergegeven. De geconstateerde knelpunten tussen de gewenste en huidige situatie zijn aan het eind van elk hoofdstuk opgesomd. Daar het oplossen van deze knelpunten mensenwerk is komen deze terug in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, waarin alle beheeractiviteiten voor de komende planperiode worden beschreven, gepland en gebudgetteerd. Ook de activiteiten die nodig zijn om de geconstateerde knelpunten in het systeem functioneren weg te nemen, maken daar onderdeel van uit. Figuur 3, De aanpak schematisch. 18 ARCADIS :B

19 1.6 LEESWIJZER Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 teruggekeken op de voorgaande planperiode. Wat is wel en wat is niet uitgevoerd van de voorgenomen activiteiten uit het voorgaande GRP? Hoofdstuk 3 bevat de speerpunten van het rioleringsbeleid voor de komende planperiode, dat al dan niet is ingegeven door landelijke ontwikkelingen. In de hoofdstukken 4 t/m 6, Afvalwaterzorg, Hemelwaterzorg en Grondwaterzorg, wordt de aandacht gericht op de drie afzonderlijke zorgplichten. Het accent ligt daarbij telkens op het functioneren van het desbetreffende systeem. Voldoet het aan de functionele eisen en wat zijn daarin de knelpunten? Het doorvoeren van maatregelen om deze knelpunten op te lossen is, evenals de reguliere beheeractiviteiten, mensenwerk. De benodigde activiteiten en maatregelen ze zijn beschreven in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering. Voor alle maatregelen en activiteiten zijn budgetten en planningen opgesteld. In de hoofdstukken 8 en 9 worden de benodigde financiële en personele middelen beschreven om alle activiteiten en maatregelen uit te kunnen voeren en bekostigen. Bij het begin van elk hoofdstuk wordt Figuur 4, Hoofdstukindeling en markering, herhaald met de markering van het betreffende hoofdstuk. Gezamenlijk en individueel Dit vgrp is een gezamenlijk plan voor Naarden en Bussum. Gestreefd is naar herkenbaarheid van de situatie voor beide gemeenten en de mogelijkheid om naderhand het plan te kunnen splitsen. De verschillen tussen Naarden en Bussum zijn in de tekst aangegeven en gemarkeerd met een symbool voor Bussum of het wapen van Naarden 1. Inleiding 2. Evaluatie 4. Afvalwaterzorg 3. Beleid en ontwikkeling 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé Figuur 4, Hoofdstukindeling en markering :B ARCADIS 19

20 2 Evaluatie 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 2.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt teruggekeken op de voorgaande planperiode om hieruit lering te trekken voor de komende planperiode. De evaluatie sluit aan bij de vermelding van de activiteiten het GRP van Bussum en het GRP van Naarden Niet of nog niet uitgevoerde activiteiten uit de GRP s kunnen een extra aandachtspunt inhouden voor de komende planperiode, zowel in planmatige, organisatorische, personele als financiële zin. De evaluatie bepaalt dus mede het vertrekpunt voor de komende planperiode. 2.2 EVALUATIE BUSSUM ROL GRP Het GRP was de basis voor het door de raad kunnen vaststellen van kredieten voor het voorbereiden en uitvoeren van de verschillende rioleringsprojecten en het vaststellen van de rioolheffing in de planperiode. Het GRP heeft in de planperiode gediend als kompas voor het rioleringsbeheer. Het accent in het rioolbeheer in de periode lag op: Het opstellen van een nieuw vgrp in samenwerking met Naarden; Het voortzetten van maatregelen gericht op een beter functioneren van het gemengde stelsel en daarmee te voldoen aan de Basisinspanning en de maatregelen in het kader van het Waterkwaliteitsspoor met name afkoppelmaatregelen en enkele aanpassing van het stelsel en; De vervanging van vrijverval riolering; 20 ARCADIS :B

21 Het implementeren van het meetplan riolering; Het opstellen van een nieuw BRP PROCEDURES TOT STAND KOMEN Het GRP werd vastgesteld conform de procedures van de Wet Milieubeheer. De provincie Noord-Holland en Waterschap Amstel Gooi en Vecht werden betrokken bij het opstellen van het GRP en in de gelegenheid gesteld te reageren op het ontwerp GRP. De reacties werden verwerkt in het vastgestelde GRP RESULTATEN VOORGAANDE PLANPERIODE De activiteiten die in het GRP werden opgenomen zijn stuk voor stuk geëvalueerd en deze evaluatie is in tabelvorm vastgelegd zie bijlage 2. Vanwege de lengte van de tabel (zie bijlage 2) en de vele details zijn hierna de hoofdzaken weergegeven van de ontwikkelingen in de periode Aanbevelingen n.a.v. de evaluatie GRP De aanbeveling om te onderzoeken of de personele capaciteit kan worden uitgebreid heeft geresulteerd in het creëren van 1,5 FTE capaciteit in de vaste formatie. In de planperiode zijn de afdelingen RI en Wijkbeheer samengevoegd. Hierdoor zijn de communicatielijnen korter geworden. Daarnaast vindt er ieder kwartaal overleg plaats tussen de verschillende teams op de afdeling ruimte. Aanleg van voorzieningen; In totaal zijn in de planperiode ca. 250 nieuwe woningen gerealiseerd en aangesloten op de riolering in dit geval een gescheiden rioleringsstelsel. Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoeken en plannen. De geplande onderzoeken en plannen ten behoeve van het rioolbeheer zijn in het algemeen conform planning uitgevoerd. Een uitzondering daarop is nog het structureel en planmatig actualiseren van de beheerbestanden op basis van revisies en uitgevoerde rioolinspecties. Maatregelen De geplande maatregelen in de planperiode zijn voor een deel uitgevoerd. Reparatie, renovatie en vervanging van riolering hebben vertraging ondervonden door de noodzakelijke afstemming met stedenbouwkundige ontwikkelingen en verkeersmaatregelen. In Tabel 14 is een overzicht gegeven van de planning uit het GRP , de stand van zaken en de aangepaste planning. De projecten die nog niet zijn afgerond of gestart, zijn in het algemeen opgenomen in de maatregelen planning in dit vgrp Een uitgebreid overzicht van de projecten met de stand van zaken, de verdere planning, de geraamde bedragen, de gerealiseerde resultaten, de toegezegde, uitgekeerde en nog te verkrijgen subsidie is toegevoegd aan Bijlage :B ARCADIS 21

22 Planning Maatregelen vrijvervalriolering GRP Actuele planning 13 Locatie Planning gereed Stand van zaken Start Gereed Afkoppelen Vlietlaan 2009 Uitgesteld Eslaan eo 2009 Afgerond Godelindebuurt fase 1 en Afgerond Godelindebuurt fase 3 en Afgerond Veldheimerlaan / Botweg 2010 Uitgesteld Nieuwe Spiegelstraat / Iepenlaan eo 2010 Uitgesteld Spiegel Oud-centrum 2011 Uitgesteld planperiode Herenstraat 2011 Uitgesteld Vogelkerstraat eo 2011 Afgerond Veldweg 2012 Uitgesteld Dr. Schaepmanlaan 2012 Uitgesteld Spijkerstraat eo 2012 Uitgesteld Jozef Israelslaan eo 2012 Afgerond No regret Milieumaatregelen DWA gemaal (Zwarteweg) naar gemaal Verlengde Fortlaan Hemelwater rechtstreeks op Bussumervaart lozen Tabel 14, Bussum stand van zaken projecten Afgerond Afgerond FINANCIËN Rioolheffing Door een wijziging van de Gemeentewet is het rioolrecht omgezet naar een rioolheffing. Vanaf 1 januari 2010 kan slechts een heffing worden opgelegd volgens deze wijziging. Het rioolrecht was gekoppeld aan het profijtbeginsel, terwijl de rioolheffing een algemene belastingmaatregel betreft. Deze regel geldt vanaf 1 januari Deze wijziging is vanaf 1 januari 2010 in Bussum ingevoerd. De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is in de Tabel 15 weergegeven, zowel volgens de planning in het GRP als de werkelijke situatie. Rioolheffing per jaar Prognose 09 Werkelijk verloop 2009 [ ] 2010 [ ] 2011 [ ] 2012 [ ] GRP ,48 203,49 205,53 207,59 (1% stijging t/m 2013) Bron: GRP Eigenaar vast bedrag 201,48 201,48 201,48 177,12 Eigenaar op basis van 51,36 51,36 51,36 45,12 vast bedrag + watergebruik per 100 m3 boven de m3 Tabel 15, Bussum ontwikkeling heffing. De rioolheffing bedroeg in ,12 per aansluiting (particulier < 500m3/jr.) en is lager dan de prognose voor 2012 uit het GRP De heffing is niet geïndexeerd voor de opgetreden inflatie en 22 ARCADIS :B

23 werd voor 2012 nog verlaagd met ca. 12%. Op grond van de CBS-prijsindexcijfers voor de GWW-sector, riolering zijn de prijzen sinds 2008 met ca. 10% gestegen. Tariefegalisatievoorziening Gedurende de planperiode hebben de geplande en gerealiseerde saldi van de tariefegalisatievoorziening (peildatum steeds 1 januari van vermeld jaar) zich ontwikkeld als in Tabel 16 is weergegeven. Saldo voorziening GRP Bron GRP [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] Werkelijk (begroting) Tabel 16, Bussum ontwikkeling saldo voorziening. Ten opzichte van de prognose in het vgrp blijft de ontwikkeling van het saldo van de (tarief) egalisatievoorziening achter, volgens de begroting 2012 en saldo per 1 jan 2013, ca. 6,1 mln. lager dan verwacht. Ontvangen rioolheffing Tabel 17 geeft een overzicht van de opbrengst van de heffing. Opbrengst rioolheffing 2009 [ x 1.000] 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP Werkelijk *) *) raming Tabel 17, Bussum opbrengst heffing. Lastenontwikkeling Tabel 18 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de lasten. Lastenontwikkeling 2009 [ x 1.000] 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP Kapitaallasten Onderzoek en exploitatie Werkelijk Kapitaallasten Onderzoek en exploitatie Tabel 18, Bussum overzicht lasten ontwikkeling. Conclusies: De uitvoering van een deel van de projecten in de planperiode heeft vertraging ondervonden. De stijging van de rioolheffing is lager dan de prognose voor een kosten dekkende heffing in het GRP In 2012 is de heffing met 34 verlaagd. Dit heeft geleid tot een lagere opbrengst van ca t.o.v. de geplande ontwikkeling :B ARCADIS 23

24 In het GRP zijn de kapitaallasten uit het verleden niet meegenomen in de kostenberekening. Deze kapitaallasten uit het verleden (investeringen vóór 2009) bedragen over de periode ca. 5.5 mln. De ontwikkeling van het saldo van de egalisatievoorziening is in lijn met de lager dan geplande heffing en het niet verdisconteren van de kapitaallasten uit het verleden (voor 2009) en ca. 6.1 mln lager dan gepland. 2.3 EVALUATIE NAARDEN ROL GRP Het GRP was de basis voor het door de raad kunnen vaststellen van kredieten voor het voorbereiden en uitvoeren van de verschillende rioleringsprojecten en het vaststellen van de rioolheffing in de planperiode. Het GRP heeft in de planperiode gediend als kompas voor het rioleringsbeheer. Het accent in het rioolbeheer in de periode lag op: Het opstellen van een vgrp; Naarden septictank vrij maken; Het actualiseren en corrigeren van de gegevens in de rioolbeheer bestanden; Het implementeren van het meetplan riolering (overstorten, niveau, debiet en neerslag); Het aansluiten van de hoofdgemalen van de riolering op een nieuwe hoofdpost; Het opstellen van grond- en hemelwaterbeleid; Het opzetten van een waterloket; Het opstellen van een nieuw BRP; Het uitvoeren van maatregelen gericht op het beter functioneren van het gemengde stelsel en daarmee voldoen aan de Basisinspanning; Het beheren en onderhouden van het rioolstelsel; Het voortzetten van voorlichting naar de burgers PROCEDURES TOT STAND KOMEN Het GRP werd vastgesteld conform de procedures van de Wet Milieubeheer. De provincie Noord-Holland en het Waterschap AGV werden betrokken bij het opstellen van het GRP en in de gelegenheid gesteld te reageren op het ontwerp GRP. De reacties werden verwerkt in het vastgestelde GRP RESULTATEN VOORGAANDE PLANPERIODE De activiteiten die in het GRP werden opgenomen zijn stuk voor stuk geëvalueerd en in tabelvorm vastgelegd zie bijlage 3. Vanwege de lengte van de tabel (zie bijlage 3) en de vele details zijn hierna de hoofdzaken weergegeven van de ontwikkelingen in de periode Aanleg van voorzieningen De ongerioleerde percelen in het buitengebied (Valkeveensgebied) zijn aangepakt. In de planperiode zijn ca. 60 nieuwe woningen gerealiseerd en aangesloten op de riolering. 24 ARCADIS :B

25 Saneren septictanks Tussen 2010 en 2012 zijn verbetermaatregelen aan de riolering doorgevoerd in de Verlengde Fortlaan, het Laegieskamp en de Kolfbaan. De riolering in deze straten is afgekoppeld. Door deze maatregelen hebben bewoners hun septictank kunnen verwijderen. Onderzoeken en plannen De geplande onderzoeken en plannen ten behoeve van het rioolbeheer zijn in het algemeen conform planning uitgevoerd. De belangrijkste plannen die de afgelopen planperiode zijn opgesteld is het BRP in 2012 en dit vgrp. BRP 2012 Hieronder een korte toelichting op een tweetal belangrijke punten uit het BRP 2012, in hoofdstuk worden de algemene conclusies van het BRP 2012 aanvullend toegelicht. Vaartweg De doelmatigheid van de diameterverruiming van een rioleringsstreng in de Vaartweg, ter verbetering van het functioneren van de riolering, is met het opstellen van het BRP in 2012 ter discussie gesteld. Dit heeft ertoe geleid dat deze verbetermaatregel is geschrapt. Alternatief maatregelenpakket BBV Galgesloot In 2006 heeft de gemeente in samenwerking met het Waterschap AGV een maatregelenpakket opgesteld om het rioolstelsel in het bemalingsgebied Componistenkwartier (Componistenkwartier en Rembrandpark) te verbeteren. Deze maatregelen zijn destijds opgenomen in de WVO-vergunning van de gemeente. De aanleg van een Berg Bezink Voorziening (BBV) aan de Galgesloot was onderdeel van het pakket aan maatregelen dat in 2006 is opgesteld. Tijdens de voorbereiding van de uitvoering van dat pakket aan maatregelen is geconstateerd dat de aanleg van een BBV langs de Galgesloot onder meer tot gevolg heeft dat er waardevolle bomen gekapt moeten worden, belangrijke kabels en leidingen omgelegd moeten worden, met hoge kosten tot gevolg en dat de onttrekking van grondwater de stabiliteit van aangrenzende woningen mogelijk nadelig zou beïnvloeden, met schade tot gevolg. Naar aanleiding van deze constatering is de gemeente in samenwerking met het Waterschap op zoek gegaan naar een alternatief pakket aan maatregelen in het Componistenkwartier waarmee deze problemen vermeden konden worden en toch een verbetering van het rioolstelsel kon worden gerealiseerd. Dat alternatieve pakket aan maatregelen is in 2012, met het opstellen van een nieuwe basis rioleringsplan Naarden en Bussum 2012 bepaald. Omdat de exacte samenstelling van het alternatieve pakket aan maatregelen met de vaststelling van het GRP , in 2010, nog niet was bepaald is in het GRP en in de begroting van de gemeente een investering opgenomen met de titel Uitvoering alternatief BBV Galgesloot. Eind 2012 is gestart met de voorbereiding van de uitvoering van het alternatieve pakket aan maatregen dat met het opstellen van het BRP in 2012 is bepaald, project RemCom. Controle alternatieve pakket aan maatregelen De uitvoerig van het alternatieve pakket aan maatregelen zal ervoor zorgen dat het rioolstelsel in het Componistenkwartier voldoet aan de normen voor het milieutechnisch functioneren. Het alternatieve pakket zorgt echter wel voor een andere verdeling van de emissie over de aanwezige overstorten in het Componistenkwartier ten opzichte van de in 2006 vergunde situatie. Per saldo zal er minder water overstorten op de Galgesloot en meer op de Buitenste Vestinggracht. Om er zeker van te zijn dat de toename op de Buitenste Vestinggracht niet leidt tot een knelpunt in de waterkwaliteit heeft het :B ARCADIS 25

26 Waterschap een TEWOR berekening uit laten voeren. Uit een notitie van het Waterschap TEWOR- Naarden, overstort 1338 januari 2013 blijk dat de toename op de Buitenste Vestinggracht niet leidt tot een knelpunt in de waterkwaliteit. De uitvoering van het alternatieve pakket aan maatregelen leidt daarom niet tot bezwaren vanuit het Waterschap. VERBETERMAATREGELEN De geplande verbetermaatregelen zijn voor een groot deel conform planning uitgevoerd. Een aantal projecten hebben een kleine vertraging ondervonden door afstemming met stedenbouwkundige ontwikkelingen, verkeersmaatregelen, participatie van bewoners en door een personele onderbezetting (zie ook hoofdstuk 9 middelen). De verbetermaatregelen die nog niet zijn afgerond of gestart, zijn opgenomen in de maatregelen planning van het vgrp , zie hiervoor hoofdstuk 7.6. Voor de actuele stand van zaken rondom de uitvoering van de verbetermaatregelen is Tabel 6 opgenomen. Planning verbetermaatregelen riolering GRP Locatie Planning gereed Stand van zaken Afkoppelen 0,8 ha (Verlengde Fortlaan/ Laegieskamp/ Kolfbaan) 2011 Gefaseerd afgerond in 2011 en in 2012 HWA leiding Naarden-Bussum (Bijdrage) 2011 Uitgesteld Voorbereiding afkoppelen 2,3 ha(gooimeer-zuid) 2012 Gestart in 2012 Uitvoering afkoppelen 2,3 ha (Gooimeer-Zuid) 2012 Uitgesteld Voorbereiding alternatief maatregelenpakket (Componistenkwartier en Rembrandtpark) 2012 Gestart in 2013 Uitvoering alternatief maatregelenpakket (Componistenkwartier en Rembrandtpark) 2013 Conform planning Voorbereiding afkoppelen 5,2 ha (Jac. P. Thijssepark) 2013 Conform planning Diameterverruiming 100 m (Vaartweg) 2013 Geschrapt Uitvoering afkoppelen 5,2 ha (Jac. P. Thijssepark) 2014 Conform planning Tabel 19, Naarden stand van zaken verbetermaatregelen FINANCIEN Rioolheffing Door een wijziging van de Gemeentewet is het rioolrecht omgezet naar een rioolheffing. Deze wijziging is vanaf 1 januari 2010 in Naarden ingevoerd. De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is weergegeven in Tabel 20, zowel de prognose volgens het huidige GRP als de werkelijke ontwikkeling. Rioolheffing per jaar GRP (prognose) meerpersoonshuishoudens Bron GRP def 7/7 Werkelijke verloop meerpersoonshuishoudens 2010 [ ] 2011 [ ] 2012 [ ] , Tabel 20, Naarden ontwikkeling rioolheffing 26 ARCADIS :B

27 De ontwikkeling van de rioolheffing bedroeg in per meerpersoonshuishouden en ligt 8 hoger dan de prognose voor 2012 in het GRP en volgt daarmee de geplande trend. Egalisatiereserve Gedurende de planperiode hebben de geplande en gerealiseerde saldi van de egalisatiereserve (peildatum steeds 1 januari van vermeld jaar) zich ontwikkeld als in Tabel 21 is weergegeven. Saldo reserve 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP 09-12, prognose Werkelijk Tabel 21, Naarden ontwikkeling saldo reserve Ten opzichte van de prognose in het vgrp is het saldo van de egalisatiereserve ca minder gedaald. De verklaring voor deze ontwikkeling is onder meer de vertraging in de uitvoering van de projecten Gooimeer-Zuid en Componistenkwartier. Lastenontwikkeling In Tabel 22 is de ontwikkeling van de lasten weergegeven. Lastenontwikkeling 2010 [ x 1.000] 2011 [ x 1.000] 2012 [ x 1.000] GRP (totale lasten) Werkelijke lasten Tabel 22, Naarden lastenontwikkeling De werkelijke lasten waren lager dan de prognose in het GRP Dit is in lijn met de ontwikkeling van de reserve :B ARCADIS 27

28 3 Beleid en ontwikkelingen 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de speerpunten van het lokale rioleringsbeleid voor de komende planperiode, die mede zijn ingegeven door recente landelijke beleidsontwikkelingen en wetgeving. De inhoud van dit hoofdstuk blijft beperkt tot hoofdzaken. Specifiek beleid rond de zorgplichten is beschreven in de hoofdstukken 4, 5 en LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN In de afgelopen planperiode vonden vele ontwikkelingen plaats. Afspraken daarover op landelijk niveau zijn onder meer vastgelegd in bestuursakkoorden, zoals het Bestuursakkoord Waterketen (2007) en het Bestuursakkoord Water (2011). Deze ontwikkelingen hebben tevens geleid tot nieuwe wetgeving waarvan de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken de belangrijkste vormt. In Bijlage 4 zijn de verschillende akkoorden, besluiten en wijzigingen uitgebreider beschreven. Over het algemeen wordt een groot belang gehecht aan het scheiden van vuile en schone waterstromen en een structurele aanpak van de grondwater-problematiek. Het beleid is vooral gericht op het in de toekomst bereiken van een klimaatbestendig afvalwatersysteem (riolering en zuivering) met een hoog gehalte aan duurzaamheid, dat op doelmatige wijze in stand wordt gehouden, mede op basis van een intensieve samenwerking met het waterschap. 28 ARCADIS :B

29 Ondanks dat de eerder vastgelegde afspraken (Nationaal Bestuursakkoord Water en Bestuursafspraken Waterketen) onverminderd van kracht blijven, hebben de meest recente doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water voor de gemeenten in de komende tijd de meeste betekenis. Tot 2020 moet in de waterketen in totaal 550 miljoen doelmatigheidswinst worden behaald, waarvan 380 miljoen in de afvalwaterketen bij waterschappen en gemeenten. De opgave voor onze regio bedraagt ca. 20 miljoen voor het waterschap AGV en de gemeenten binnen AGV gezamenlijk. Deze kostenbesparing kan alleen bereikt worden indien capaciteit en kennis worden gebundeld, operationele taken worden geprofessionaliseerd en er wordt intensief samengewerkt. Naast bovenstaande doelstellingen vanuit de verschillende bestuursakkoorden heeft de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken, die sinds 1 januari 2008 van kracht is, geleid tot een uitbreiding van de gemeentelijke zorgtaken, te weten: 1. De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (bestaand). 2. De zorgplicht voor het hemelwater (nieuw vanaf 1 januari 2008). 3. De zorgplicht voor het grondwater (nieuw- vanaf 1 januari 2008). Inmiddels zijn de artikelen uit deze wijzigingswet overgenomen in de Wet milieubeheer, Gemeentewet en de Waterwet. De Gemeentewet biedt de mogelijkheid om de extra kosten, die voortkomen uit de nieuwe zorgplichten, te dekken uit een nieuwe rioolheffing, die per 1 januari 2010 is ingesteld. De Wet milieubeheer verplicht gemeenten om binnen 5 jaar na de inwerkingtreding over een verbreed GRP te beschikken. Met het voorliggende GRP wordt hieraan voldaan. 3.3 DRIE ZORGPLICHTEN, DRIE SYSTEMEN Met de introductie van drie zorgplichten onderscheiden we drie systemen, te weten: 1. Het vuilwatersysteem voor de inzameling en afvoer van huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater, eventueel vermengd met vervuild hemelwater. Voorzieningen die tot deze categorie behoren zijn vuilwater- en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. 2. Hemelwatersystemen voor de inzameling en verwerking van relatief schoon hemelwater. Hiertoe behoren voorzieningen als hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, afscheiders, enz. 3. Grondwaterpeilbeheersystemen, o.a. drainage, voor het handhaven van gewenste grondwaterstanden. Om deze systemen goed te laten functioneren zijn systeemdoelen en functionele eisen aan de riolering gesteld. Om het functioneren toetsbaar te maken, zijn de eisen vertaald in meetbare maatstaven. In bijlage 7 is de werkwijze nader uitgewerkt :B ARCADIS 29

30 3.4 LOKALE SPEERPUNTEN VAN BELEID Voor de komende planperiode kiest de gemeente voor een behoudende opstelling ten aanzien van de, soms vergaande, landelijke ontwikkelingen. De voornemens voor het te voeren beleid zijn hieronder per speerpunt samengevat. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 zijn de opgaven apart per zorgplicht verder uitgewerkt. ZORGPLICHTEN De beide gemeenten geven in de komende planperiode vooral aandacht aan de zorgplicht stedelijk afvalwater, omdat de verbetermaatregelen voor het functioneren van de riolering en het terugdringen van emissies nog niet zijn afgerond. Voor de zorgplichten hemelwater en grondwater ligt het accent op onderzoek en beleidsvoorbereiding. En aandacht zal worden besteed aan de inrichting van een specifiek waterloket en de registratie en afhandeling van klachten Zorgplicht Stedelijk afvalwater Het uitgangspunt is samenwerken op basis van afspraken en gelijkwaardigheid in plaats van op basis van eenzijdige voorschriften en vergunningen. De Wvo-lozingsvergunning is in de nieuwe Waterwet vervallen en de aansluitvergunning zal niet meer worden toegepast. De Basisinspanning (BI) blijft echter wel van toepassing. Ook de afspraken die in het verleden zijn gemaakt ten aanzien van emissiereductie (in het kader de BI of het WKS( Waterkwaliteitsspoor) zijn niet vervallen. De gemeente heeft wel de mogelijkheid om de doelmatigheid van de maatregelen te toetsen en eventueel te kiezen voor alternatieve, doelmatiger maatregelen. Afspraken daarover komen tot stand in overleg met het waterschap en worden niet meer eenzijdig opgelegd. DUURZAAMHEID Over de effecten van het afkoppelen van hemelwater op de waterkwaliteit bestaan nog veel onzekerheden, terwijl de extra kosten voor de aanleg en het beheer van een gescheiden rioolstelsel hoog oplopen. De gemeente zal in de komende periode dan ook een behoudende positie innemen. De reeds in het voorgaande GRP geplande afkoppelmaatregelen worden voortgezet. De doelmatigheid van maatregelen zal verder per geval worden bekeken. Voor de toekomst worden mogelijkheden voor het vergroten van de doelmatigheid onderzocht. In de operationele sfeer zal de nodige alertheid worden betracht om daar waar mogelijk het energieverbruik en daarmee het gebruik van fossiele brandstoffen en de CO2-belasting terug te dringen. KLIMAATBESTENDIGHEID In de nabije toekomst zal een verkenning plaatsvinden van knelpunten in de afvoer van hemelwater die een gevolg zijn van de te verwachten klimaatontwikkeling. Bij klimaatbestendigheid moet men denken aan het voorbereiden op gebeurtenissen met zeer extreme omstandigheden waarbij in enkele uren of een dag de neerslag valt, die normaal gesproken in een week of een maand naar beneden komt. Eventuele toekomstige aanpassingen hebben nadrukkelijk niet alleen betrekking op de afvoer via de riolering maar ook de maaiveld inrichting. Op het moment dat werkzaamheden worden voorbereid, kunnen gelijktijdig maatregelen worden meegenomen om geconstateerde knelpunten op te lossen, ter voorkoming van een toename van wateroverlast. DOELMATIGHEID De gemeenten willen in de komende planperiode de doelmatigheid van het rioleringsbeheer verhogen. Onder meer door het vasthouden aan een planmatige uitvoering van het rioolbeheer en het formuleren van concrete doelen en toets criteria om het functioneren te beoordelen. Jaarlijks worden operationele 30 ARCADIS :B

31 programma s opgesteld om de in het voorgaande jaar uitgevoerde activiteiten te evalueren en de benodigde activiteiten voor het komende jaar in te plannen. Op basis van kwaliteitsgegevens (inspecties) ontstaat een beter inzicht in de kwaliteit van de riolering en de verwachte (rest)levensduur en kan het beheer en evt. de verwachte levensduur daarop worden afgestemd. Daarmee wordt op een verantwoorde methode rioolvervanging aangepast aan het hetgeen nodig is. Ook het gebruik van renovatietechnieken in plaats van vervangen kan, voor zover dat mogelijk is, de doelmatigheid van het rioolbeheer vergroten. Ook het monitoren van het feitelijk gedrag van de riolering draagt bij aan het vaststellen van effectievere verbeteringsmaatregelen in de toekomst. TRANSPARANTIE Om de kostenontwikkeling op de voet te volgen worden, bij het opstellen van jaarprogramma s, zowel de technische activiteiten uit het voorgaande jaar geëvalueerd, als de gemaakte kosten. Op die manier kunnen afwijkingen van de prognoses uit het GRP tijdig worden gesignaleerd en de benodigde maatregelen worden getroffen om een en ander bij te sturen. Ook de wijze van financieren van de rioleringsuitgaven krijgt extra aandacht. Onderzocht zal worden in de komende planperiode of een ander kostendekkingsmodel gericht op het verminderen van de kapitaallasten een gunstig effect heeft op de ontwikkeling van de rioolheffing op de korte en lange termijn. SAMENWERKING De gemeenten participeren in het BOWA (Bestuurlijk Overleg Water-AGV gebied) en het ISARIZ (Intergemeentelijke samenwerking op rioleringsgebied). De betrokken partijen hebben in 2013 een mantelovereenkomst ondertekend waarin de betrokken partijen uitspreken te gaan onderzoek op welke onderdelen van het waterbeheer door een intensivering van de onderlinge samenwerking een doelmatigheidswinst behaald kan worden. In de planperiode zal de samenwerking tussen Naarden en Bussum, met het Waterschap AGV en andere gemeenten in de regio worden geïntensiveerd met als doel samenwerkingsmogelijkheden te onderzoeken om door middel van samenwerken een doelmatigheidswinst te behalen, zie ook paragraaf :B ARCADIS 31

32 4 Afvalwaterzorg 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk is de aandacht uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek voor de Afvalwaterzorgplicht is aangelegd en wordt onderhouden. Daartoe behoren vuilwater- en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het functioneren van het systeem tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van deze zorgplicht. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm van ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten en de maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen opgesomd. 4.2 ACHTERGRONDEN In het voorgaande hoofdstuk en Bijlage 4 is in algemene zin ingegaan op de betekenis van de Wet verbrede watertaken. In dit hoofdstuk komt specifiek de afvalwaterzorgplicht aan bod. Zorgplicht Stedelijk afvalwater De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (Wet milieubeheer, art ) is niet wezenlijk gewijzigd. De zorgplicht afvalwater conform de nieuwe wetgeving houdt in een zorgplicht voor inzameling en transport 32 ARCADIS :B

33 van stedelijk afvalwater bestaande uit huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel gemengd wordt. Dat betekent dat hemelwater, vermengd met afvalwater, nog steeds onder deze zorgplicht valt. Alleen voor onvermengd hemelwater geldt de nieuwe zorgplicht hemelwater (zie hoofdstuk 3 en 5). Ten aanzien van het buitengebied kunnen gemeenten nu ook formeel kiezen voor de verbrede zorgplicht. Dit betekent dat de gemeente voor alle panden in het buitengebied de zorgplicht voor de afvalwatervoorziening op zich kan nemen. De gemeente Naarden en Bussum kiezen voor de verbrede zorgplicht en dat houdt in dat in het buitengebied riolering wordt aangelegd of een individuele behandeling van afvalwater (IBA) wordt gerealiseerd. Bij nieuwbouw is de aanleg van riolering of de IBA onderdeel van het bouwrijp maken en komen de aanlegkosten ten laste van het bouwproject evenals de kosten voor het realiseren van andere infrastructuur (wegen, kabels en leidingen) en niet ten laste van het rioolbeheer. De ontwikkelaar kan voor realisatie van de voorziening(en) in overleg met de gemeente afspraken maken over de overdracht van het eigendom van de aan te leggen voorzieningen naar de gemeente. Indien overdracht gewenst is dienen de voorzieningen te voldoen aan de door de gemeente gestelde eisen. Daarnaast vindt een eventuele overdracht plaats onder voorwaarden van de gemeente. Binnen de sfeer van de zorgplicht afvalwater zijn het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen buiten inrichtingen van toepassing. De volgende paragrafen beschrijven de gewenste en huidige situatie voor de Stedelijke afvalwaterzorg. Hierbij worden Naarden en Bussum waar nodig separaat besproken. 4.3 GEWENSTE SITUATIE Naarden en Bussum hebben hun ambities voor de invulling van de zorgplicht Stedelijk afvalwater afgestemd. De ambities voor de komende planperiode concentreren zich voor deze zorgplicht op de volgende punten: 1. In de gewenste situatie wordt het stedelijk afvalwater doelmatig ingezameld en getransporteerd, zonder dat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en het milieu onverantwoordelijk wordt belast. 2. Bij de vervanging van bestaande gemengde riolering wordt vooralsnog een terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van de scheiding van waterstromen in afvalwater en hemelwater. In de komende planperiode worden de mogelijkheden, kosten en doelmatigheid van scheiding nader onderzocht en mede aan de hand van de resultaten daarvan wordt een hemelwaterbeleid ontwikkeld. 3. In de komende planperiode worden de verbetermaatregelen, die met het Waterschap AGV zijn afgesproken in het kader van het terugdringen van de vuiluitworp (overstortingen in oppervlaktewater), voortgezet. Indien het rioolstelsel van Bussum en Naarden als een geheel wordt opgevat dan wordt nog niet voldaan aan de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor. Het stelsel van Bussum voldoet al wel aan de Basisinspanning maar nog niet aan het waterkwaliteitsspoor. Het stelsel van Naarden voldoet nog niet aan de Basisinspanning het waterkwaliteitsspoor is voor Naarden niet van toepassing omdat er geen knelpunten in de waterkwaliteit ontstaan door lozingen vanuit het rioolstelsel van Naarden. De maatregelen worden getoetst op doelmatigheid voordat de uitvoering wordt voorbereid. 4. De bestaande gemengde rioolstelsels zijn -op basis van toetsing aan bui 8, zie BRP - in staat om intensieve neerslag zonder schade voor burgers en bedrijven te verwerken. Voor bescherming tegen :B ARCADIS 33

34 extreme neerslag boven dat niveau ten gevolge van klimaatontwikkeling kan aanpassing (maaiveld inrichting en of de riolering) noodzakelijk zijn (klimaatadaptatie). 5. Er bestaat inzicht in het feitelijk functioneren van de bestaande gemengde riolering door middel van het monitoren van waterstanden in het riool en het meten van de neerslag (Monitoring riolering spoor 2). 6. Het tempo van rioolvervangingen houdt gelijke tred met de optredende slijtage van de riolen, waarbij zoveel mogelijk wijk- of clustergericht werk met werk wordt gemaakt. 7. In Naarden zijn nog diverse woningen op de riolering aangesloten via een septic tank. Dit is uit oogpunt van het rioolbeheer ongewenst. De gemeente wenst de situatie te verbeteren. De gemeente streeft ernaar het hoofdriool in heel Naarden geschikt te maken zodat op termijn alle septic tanks door de eigenaren verwijderd kunnen worden. Om deze ontwikkeling te versnellen kiest de gemeente ervoor verbetermaatregelen zoveel mogelijk door te voeren in gebieden waar zich nog septic tanks bevinden op particulier terrein. Naast een versnelling is het daarmee ook doelmatiger. De ambities zijn vertaald in functionele eisen en opgenomen in bijlage HUIDIGE SITUATIE Deze paragraaf geeft een overzicht van de huidige situatie, de toetsing en eventueel geconstateerde knelpunten. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Objectgegevens (areaalgegevens); Prognoses OBJECTGEGEVENS Bussum Het rioolstelsel van Bussum bestaat uit 3 bemalingsgebieden: Het hoofdbemalingsgebied, een gemengd stelsel met daarbinnen gescheiden deelstelsel die zijn ontstaan door afkoppelen. Het aangesloten verhard oppervlak is ca. 150ha. Het Spiegel, een verbeterd gescheiden stelsel met een op de hwa riolen aangesloten verhard oppervlak van ca. 40 ha en Oostereng, een gescheiden stelsel met een op de hwa riolen aangesloten verhard oppervlak van ca. 27 ha. Het hoofdrioolgemaal (vijzel) staat in het hoofdbemalingsgebied en loost in het vrijvervalstelsel (deelgebied Ministerpark) van de gemeente Naarden. Daarnaast zijn er nog enkele drukrioolsystemen. Naarden Het rioolstelsel van Naarden bestaat uit de volgende bemalingsgebieden: 8 (onder)bemalingsgebieden met een gemengd systeem; 2 bemalingsgebieden met een verbeterd gescheiden systeem; 3 bemalingsgebieden met een gescheiden systeem; 5 drukrioolsystemen. Het stelsel van Naarden loost via een de DWA-leiding van het Waterschap AGV op de RWZI Horstermeer. In Tabel 23 zijn de belangrijkste kengetallen van de afvalwatersystemen van Bussum en Naarden weergegeven. 34 ARCADIS :B

35 Systeem Onderdeel Bussum Naarden Eenheid Algemene gegevens (drie zorgplichten) Woningen st Bedrijven (alle vlgs. register KvK) st Wooneenheden st (Hotels/Woongroepen/verzorging) Wooneenheden overig (woonarken e.d.) st Inwoners st Heffingseenheden (fictief) st Vrij verval riolering Gemengd/vuilwater Gemengd riool 65,83 61,5 km Vuilwaterriool ,5 km Bergbezinkvoorzieningen 2 1 st Overige randvoorzieningen 1 - st (koker 700 m3) Overstorten gemengd 6 17 st Totaal aangesloten verhard opp ha Gemengd en hemelwater stelsels Straatkolken st Mechanische riolering Persleiding 0,55 2,6 km Rioolgemalen (gemengd) 1 8 st Rioolgemalen (gescheiden) 1 - st Rioolgemalen (vlgs) - 2 st Drukriolering 3 17 km Pompunits (excl. particulieren) st IBA s - 18 st Tabel 23, Kentallen afvalwatersysteem Naarden en Bussum per Het aantal heffingseenheden voor Bussum is bepaald zoals aangegeven in Tabel 24. Heffingsgrondslagen Opbrengst in [ ] Aantal eenheden op basis tarief huishouden 177,12 Rioolheffing eigen woningen ,5 Rioolheffing eigen niet woningen ,9 Rioolheffing grootverbruik ,2 Som (afgerond) Tabel 24, Heffingseenheden Bussum op basis van begroting 2012 Het aantal heffingseenheden voor Naarden is bepaald zoals aangegeven in Tabel 25. Omrekeningsfactor = bedrag/aantal/heff. Aantal heffingseenheden Grondslagen Aantallen Heffing [ ] Bedragen [ ] meerpers hh. Eenpersoonshuishouden , ,65 Meerpersoonshuishouden ,00 Bedrijven 828 Op basis ,11 920,77 volume Som (afgerond) Tabel 25, Heffingseenheden Naarden op basis van begroting :B ARCADIS 35

36 4.4.2 UITBREIDING IN PLANPERIODE In Tabel 26 en Tabel 27 zijn de geplande uitbreidingen opgenomen, die (deels) binnen de planperiode van dit vgrp worden gerealiseerd. In totaal zullen in de periode in Bussum ca. 500 en Naarden ca. 255 nieuwe woningen worden aangesloten (prognose). Deze nieuwe aansluitingen leiden tot een toename van het aantal heffingseenheden en de hoeveelheid huishoudelijk en bedrijfsafvalwater die afvoert naar de RWZI. Jaar Locatie/ projectnaam Inbreiding (I) / Uitbreiding (U) Toename aantal aansluitingen Bussum* eind 2012 De Rozenboom I Torenlaan I Gewestlocatie I MOB-complex I Scapino/Nieuwe Brink (1 e fase) I Kolonel Palm I Bensdorp I Veldweg I 36 Totaal planperiode 500 Tabel 26, Ontwikkeling nieuwe aansluitingen Bussum * Voor de berekening van de kostendekking van de gemeente Bussum in is in verband met de situatie op de vastgoedmarkt uitgegaan van een stijging van 25 aansluitingen per jaar in de planperiode. Jaar Locatie/ projectnaam Inbreiding / Uitbreiding Toename Naarden 2013 Apostolische kerk U 24 woningen 2013 Churchillstraat I 6 woningen 2014 Bekkersschool locatie U 22 woningen 11 garages 2014 De Veste (nieuwe situatie minder I 1 Verzorgingstehuis bewoners groter opp.) 2014 Kantoorvilla Huizerstraatweg U 1 kantoorgebouw (groot) 2015 Centrum Keverdijk, woningen I ca. 80 woningen 2015 Centrum Keverdijk, U 1 bedrijf/.m2 Multifunctioneel centrum (MFC) 2015 Van der Roest (sloop tuincentrum) I 17 woningen 2016 Stork terrein I ca. 100 woningen 2016 Storkterrein Wellantcollege I 1 school 2016 Juliana van Stolberglaan U 6 woningen Totaal planperiode 255 woningen en 4 instellingen Tabel 27, Ontwikkeling nieuwe aansluitingen Naarden 36 ARCADIS :B

37 4.4.3 TOETSING In Bijlage 7 Toetsing functionele eisen is de huidige situatie getoetst aan de functionele eisen. Samenvattend luiden de conclusies als volgt: ZORGPLICHT Bussum en Naarden Binnen de gemeentegrenzen zijn alle percelen aangesloten op (druk)riolering of aangesloten op een individuele afvalwaterzuivering (IBA). In Naarden zijn in het buitengebied 3 percelen en in het stedelijk gebied 1 perceel nog niet aangesloten op het gemeentelijke riool. Deze percelen hebben een individuele voorziening. Het is niet bekend of deze voorzieningen voldoen aan de wettelijke voorschriften. ONGEWENSTE LOZINGEN Bussum en Naarden Er zijn geen aanwijzingen die duiden op de toestroming van significante hoeveelheden rioolvreemd water. Er is geen aanleiding voor onderzoek hiernaar. EMISSIES - WATERKWALITEIT Bussum en Naarden In 2012 zijn de gemengde systemen van Naarden en Bussum doorgerekend en getoetst aan de maatstaven in het kader van het opstellen van het Basisrioleringsplan (BRP). De emissies van beide stelsels zijn individueel en als geheel getoetst aan de basisinspanning (BI) en de afspraken in het kader van het waterkwaliteitsspoor. Tevens is een plansituatie doorgerekend waarbij het verhard oppervlak conform de plannen is afgekoppeld en overige verbetermaatregelen zijn uitgevoerd. De resultaten zijn gerapporteerd in het Basisrioleringsplan Naarden en Bussum In een aanvullende notitie voor Bussum zijn resultaten gerapporteerd indien minder wordt afgekoppeld dan in de plansituatie. Voor een goed begrip van de situatie is het belangrijk te weten dat de beide rioolstelsels met elkaar in verbinding staan en dat de afvoer van het rioolstelsel van Bussum voor een belangrijk deel loopt via de DWR-leiding door Naarden. In het BRP worden de rekenresultaten van zowel de afzonderlijke rioolstelsels als van het geheel gepresenteerd. In het BRP en de aanvullende notitie zijn 3 situaties nader bestudeerd: De bestaande situatie (2012); De plansituatie (2016) die inhoudt: sluiten 2 overstorten in Naarden, het verruimen van enkele riolen, het afkoppelen van ca. 11 ha. in Naarden en het afkoppelen van ca. 21 ha in Bussum; Een minder ver gaande plansituatie voor Bussum waarbij ca. 17 ha wordt afgekoppeld in plaats van 21. De conclusies uit het BRP 2012 en de aanvulnotitie zijn onder meer: Voor de bestaande situatie (2012) De gemengde stelsels van Bussum en Naarden samen voldoen op dit moment nog niet aan de Basisinspanning. Hiertoe moet de gezamenlijke emissie nog met ca. 25% worden verminderd. Het gemengde stelsel van Bussum voldoet ruimschoots aan de Basisinspanning (25% onder het referentie niveau), maar nog niet aan de eisen in het kader van het waterkwaliteitsspoor. De emissie ten opzichte van 2004 is met een factor 3 verlaagd door de aanleg van een bergbezinkbassin en het afkoppelen van verhard oppervlak. Het gemengde stelsel van Naarden voldoet nog niet aan de Basisinspanning. Hiertoe moet de emissie met ca. 50% worden verminderd. Ook in Naarden is de emissie ten opzichte van 2004 met een factor 3 afgenomen. Ca. 12% van de emissie in Naarden is ten gevolge van de lozing vanuit Bussum op het stelsel van Naarden. Het waterkwaliteitsspoor is in Naarden niet aan de orde omdat er geen knelpunten in de waterkwaliteit ontstaan door lozingen vanuit het rioolstelsel van Naarden :B ARCADIS 37

38 Voor de plansituatie (2016) De gemengde stelsels van Bussum en Naarden samen voldoen ruimschoots aan de basisinspanning (circa 30% onder de norm); De emissie vanuit de overstorten van het gemengde stelsel in Bussum voldoet ruimschoots aan de basisinspanning (60% onder de norm). De emissie ten opzichte van 2012 zal naar verwachting met 50% afnemen. Ten opzichte van 2004 is de afname 85%; De emissie van de overstorten in het gemengde stelsel van Naarden voldoet niet aan de basisinspanning. Door uitvoering van de voorgestelde maatregelen zal de emissie in Naarden met 40% afnemen. Ten opzichte van 2004 is de afname 80%. Circa 15% van de vuilemissie in Naarden wordt veroorzaakt door de aanvoer van rioolwater uit Bussum; Zonder de invloed van Bussum voldoet de emissie vanuit de overstorten in Naarden wel aan de basisinspanning; De totale jaarlijkse vuilemissie van alle overstorten, komt ongeveer overeen met de verleende Wvo vergunning. De verdeling is wel anders. Aangepaste Plansituatie Bussum, afkoppelvariant 17 ha in plaats van 21 ha. De gemengde stelsels van Bussum en Naarden samen voldoen ruimschoots aan de basisinspanning (circa 39% onder de norm); Het totale overstortvolume wordt 7,3% groter dan in de plansituatie, vooral in Bussum; De vuilemissie (Naarden en Bussum) wordt 3,3% groter dan in de plansituatie doordat meer overstort via randvoorzieningen dan via overstorten; De gemengde riolering in Bussum voldoet aan de basisinspanning, in Naarden alleen na aftrek van het volume dat door de koppeling met Bussum overstort; Het theoretische jaarlijkse lozingsvolume is groter dan in de plansituatie 2016 (1-5%). WATEROVERLAST - KLIMAATBESTENDIGHEID Functioneren riolering Het functioneren van de bestaande riolering is getoetst in het BRP 2012, zowel aan bui 08 (neerslag som in 1 uur 19,8 mm, herhaling 1 x in 2 jaar, piek intensiteit 110 l/sec. ha) als aan de nog extremer bui 10 (neerslag som in 1 uur 35,7 mm, herhaling 1 x in 10 jaar, piek intensiteit 210 l/sec. ha. Bestaande situatie De stelsels voldoen in de huidige situatie niet op alle locaties aan de norm voor het hydraulisch functioneren (optreden van water op straat) bij bui 8. En bij bui 10 doet water op straat zich langduriger voor op nog meer plaatsen. De indruk is dat de theoretische toetsing voor Naarden een te negatief beeld geeft van de werkelijkheid. In de praktijk worden nagenoeg geen meldingen wat wateroverlast gemaakt bij de gemeente. Plansituatie Bij toetsing aan bui 8 is de water op straat situatie duidelijk verbeterd. Op enkele plaatsen komt dan nog water op straat voor. De situatie in het Spiegel te Bussum is apart getoetst naar aanleiding van de frequent voorkomende water op straat situatie. Om deze situatie te verbeteren is voorzien in de aanleg van een overstortleiding naar de Karnemelksloot. Uit de toetsing komt naar voren dat deze maatregel de situatie in belangrijke mate verbeterd. Daarnaast zijn de gevolgen bepaald van de aanleg van een zinker onder het (verdiept aangelegde) spoor. De aanleg van de zinker zou de situatie niet verslechteren. 38 ARCADIS :B

39 KLIMAATONTWIKKELING Door klimaatverandering zal de kans op lange perioden van droogte toenemen en hiermee de kans op verstoppingen. Daarnaast neemt de piekbelasting toe. Dit stelt extra eisen aan het ontwerp van de gemengde riolering en de inrichting van de openbare ruimte. Een toetsing van het gedrag van afstromend hemelwater bij zeer extreme situaties, waarbij binnen een of meer uren de neerslag van een maand valt heeft nog niet plaatsgevonden. In dergelijke situaties speelt de verdeling van de neerslag over het maaiveld en de eventuele afstroming via het maaiveld een belangrijke rol en de aanwezigheid van lager gelegen locaties die door hun lagere ligging gevoeliger zijn voor inundatie. TOESTAND (TOTAAL AREAAL) Beide gemeenten hanteren een vaste frequentie voor het reinigen en inspecteren van de vrijverval riolering. Het stelsel van Naarden is in de laatste 10 jaar geheel geïnspecteerd en de noodzakelijke herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd. De uitvoering van de inspecties van het stelsel van Bussum liggen niet op schema. De afgelopen planperiode is vooral aandacht besteed aan de locaties waar in het kader van het beheer van de openbare ruimte werkzaamheden waren gepland. TRANSPORTSYSTEEM De gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. Er zijn geen hoofdgemalen die vaker dan 10 x per jaar in storing gaan. Alle hoofdgemalen van de gemengde en de DWA stelsels zijn voorzien van een reserve pompopstelling. Alle hoofdgemalen zijn voorzien van een geautomatiseerde storingsmelding GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: I. De maatregelen ter verbetering van het hydraulisch & milieutechnisch functioneren van de riolering zijn zowel in Naarden als Bussum nog niet afgerond. II. Alleen Bussum: De uitvoering van inspecties, de beoordeling en de verwerking van de inspectieresultaten en het verwerken van deze gegevens in beheersystemen verloopt nog niet volgens plan. Hierdoor zijn de gegevens bestanden ten behoeve van het rioolbeheer niet of onvoldoende actueel. III. Het hydraulisch functioneren van de riolering is onderzocht. In theorie voldoen de stelsels in de huidige situatie niet op alle locaties aan de norm voor de waterafvoer bij bui 8. De situatie is wel verbeterd ten opzichte van de voorgaande periode. De uitvoering van verbetermaatregelen volgens de plansituatie leidt tot minder frequent water op straat in de Componistenbuurt en de Keverdijk en het Spiegel in Bussum. De klimaatbestendigheid van de gemengde riolering is onbekend zowel voor Naarden als Bussum. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen PRAKTISCHE ZAKEN (LEDIGEN) SEPTIC TANKS - NAARDEN In het verleden zijn in gemeente Naarden septic tanks aangelegd in de huisaansluitleiding op particulier terrein. De septic tanks zijn eigendom van de eigenaar van het perceel waar de septic tank zich op :B ARCADIS 39

40 bevindt. Deze septic tanks zijn niet te verwarren met septic tanks die stedelijk afvalwater infiltreren in de bodem of lozen op het oppervlaktewater. De betreffende septic tanks zijn "gesloten bakken" waarin het stedelijk afvalwater kan voorbezinken en waar de samenstelling van het afvalwater, door in de septic tank aanwezige bacteriën, veranderd. Nadeel van de septic tanks is dat deze periodiek verstoppen en dan geledigd dienen te worden. Het ledigen gebeurt op kosten van de gemeente, mits rioolheffing wordt betaald, het hoofdriool nog niet is aangepast en de gemeente opdracht geeft voor de lediging. Het ledigen van de septic tanks brengt aanzienlijke kosten met zich mee. Dat is onwenselijk en de gemeente streeft er daarom naar om Naarden, septic tank vrij te krijgen. Belangrijk bijkomend voordeel is dat de situatie voor bewoners met een septic tank hierdoor verbeterd, het is tenslotte niet meer nodig om actie te ondernemen om de septic tank periodiek geledigd te krijgen. De septic tanks kunnen echter niet zomaar worden verwijderd. De gemeente dient hiervoor eerst het hoofdriool geschikt te maken (groter afschot). Wet- en regelgeving verbied de aanwezigheid van een septic tank in de huisaansluitleiding. Omdat de gemeente het onwenselijk acht dat septic tanks verwijderd worden in gebieden waar het hoofdriool nog niet geschikt is gemaakt, (dit vergroot de kans op storingen in het hoofdriool) onderneemt de gemeente geen actie om de septic tanks verwijderd te krijgen in gebieden waar het hoofdriool nog niet geschikt is gemaakt. Zodra het hoofdriool geschikt is gemaakt schrijft de gemeente de eigenaren van de percelen aan om deze te verplichten binnen een redelijke termijn de septic tank te verwijderen waarmee wordt voldaan aan de vigerende wet- en regelgeving. De kosten voor het verwijderen van de septic tank zijn volledig voor rekening van de eigenaar. In het geval een laatste lediging noodzakelijk is om de septic tank te kunnen verwijderen betaalt de gemeente deze laatste lediging, mits de gemeente daar opdracht voor heeft gegeven. NIEUWE AANSLUITINGEN Bij nieuwe ontwikkelingen is het veelal noodzakelijk een nieuwe afvoerleiding richting het hoofdriool aan te leggen tussen de grens van het te ontwikkelen perceel en het hoofdriool, de nieuwe aansluiting. Om dit in goede banen te geleiden is het belangrijk dat de ontwikkelaar in een zo vroeg mogelijk stadium van de ontwikkeling contant opneemt met de gemeente om afspraken te maken over de nieuwe aansluiting op het hoofdriool. Indien een nieuwe aansluiting op het hoofdriool noodzakelijk is voor de afvoer van afvalwater en of hemelwater en of grondwater dient hiervoor een aanvraag te worden ingediend bij de gemeente. (In gerioleerde gebieden waar geen vrijverval riolering aanwezig maar bijvoorbeeld drukriolering wordt de lozing van hemelwater en grondwater op het riool niet geaccepteerd). Op verzoek van de gemeente levert de aanvrager de benodigde gegevens aan waarna de aanvraag in behandeling worden genomen. De werkzaamheden voor de aanleggen van een nieuwe aansluiting worden uitgevoerd in opdracht, en onder voorwaarden van de gemeente. De kosten die hiervoor worden gemaakt worden doorberekend aan de aanvrager. Welk deel van de nieuwe aansluiting is voor rekening van de aanvrager Het is mogelijk dat een deel van een nieuw te creëren aansluiting na realisatie in de nabije toekomst gebruikt wordt om afvalwater, hemelwater en/of grondwater, afkomstig van een andere ontwikkeling, af te voeren. In het geval dat op het moment van aanvraag aannemelijk is dat dit in de nabije toekomst het geval kan zijn, wordt alleen het deel van de nieuwe aansluiting bij de aanvrager in rekening gebracht dat alleen afvalwater, hemelwater en/of grondwater van de aanvrager afvoert richting het hoofdriool. De kosten voor het gedeelte van de nieuwe aansluiting dat in de nabije toekomst mogelijk afvalwater, 40 ARCADIS :B

41 hemelwater en/of grondwater van een andere ontwikkeling gaat afvoeren, zijn voor rekening van de gemeente :B ARCADIS 41

42 STORING HUISAANSLUITING De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het riool inclusief de huisaansluitingen tot aan de grens van de openbare ruime. Bij een verstopte huisaansluiting dient de eigenaar van het perceel waarvan de huisaansluiting is verstopt zelf vast te stellen of de verstopping zich bevindt in het deel van de huisaansluiting op het eigen perceel of in het gebied waar de gemeente verantwoordelijk is. In de meeste gevallen kan dit door het ontstoppingsstuk op te graven en te inspecteren. Deze bevindt zich vaak op circa 0,50 meter van de erfgrens op het eigen perceel (In het geval de gevel van een bouwwerk op de erfgrens staat dient de locatie van de verstopping vanuit het bouwwerk te worden bepaald.). Indien wordt geconstateerd dat de verstopping zich op het gemeentelijke deel van de huisaansluiting bevindt, wordt de oorzaak nader onderzocht om te kijken wie er verantwoordelijk is voor de kosten. Als uit het onderzoek blijkt dat de gemeente verantwoordelijk is, zijn de kosten voor het vaststellen en het verhelpen van de verstopping voor rekening van de gemeente. In sommige situaties komt het voor dat beide partijen verantwoordelijk zijn. In deze gevallen zullen de kosten worden tussen beide partijen worden gedeeld. In alle andere gevallen zijn de kosten voor de eigenaar zelf. 42 ARCADIS :B

43 5 Hemelwaterzorg 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 5.1 INLEIDING Net als in het voorgaande hoofdstuk is de aandacht in dit hoofdstuk uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek is aangelegd voor de opvang en afvoer van schoon hemelwater. Daartoe behoren hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, enz. Voor zover hemelwater wordt afgepompt, kunnen daartoe ook gemalen en persleidingen behoren. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het systeem functioneren tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van deze zorgplicht. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten opgesomd. De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen, samen met die voor de andere zorgplichten, in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering aan de orde :B ARCADIS 43

44 5.2 ACHTERGRONDEN Zorgplicht hemelwater In feite droeg de gemeente ook voor de komst van de nieuwe wet (gemeentelijke watertaken)de verantwoordelijkheid voor de omgang met hemelwater in het stedelijke gebied. Er is dus in principe niet veel veranderd. De nieuwe wetgeving legt wel meer verantwoordelijkheid bij de perceel eigenaar. Pas als hij zich niet redelijkerwijs van het hemelwater kan ontdoen is de gemeente gehouden aan het treffen van maatregelen (Waterwet, art. 9a). Als de gemeente oordeelt dat de perceel eigenaar onder de gegeven omstandigheden niet in staat is om zich van het hemelwater te ontdoen, moet de gemeente voorzieningen treffen om dit water in te zamelen en af te voeren. In het GRP moet de gemeente haar hemelwaterbeleid duidelijk uiteen zetten. De voorgenomen plannen moeten worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de burger hier kennis van kan nemen. In een (gebiedsgerichte) verordening kan de gemeente (in een volgende fase) de perceel eigenaren in een bepaald gebied benaderen. De gemeente Bussum heeft een verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater vastgesteld. De gemeente Naarden heeft zo n waterverordening nog niet. 5.3 INVLOEDSFACTOREN HEMELWATERBELEID Toen men in de eerste helft van de vorige eeuw overging op de aanleg van riolering koos men voor een gemengde afvoer van afvalwater en hemelwater door één rioolstelsel, het gemengde rioolstelsel. Van rijkswege wordt thans aangedrongen om het hemelwater gescheiden van het afvalwater tot afvoer te brengen. De veronderstelde voordelen van dit beleid luiden: Tegengaan van risico s voor volks- en diergezondheid ten gevolge van vuiltuitworp van de gemengde riolering via overstorten; Vermijden van milieuschade in oppervlakte- en grondwater; Verbeteren van de doelmatigheid van RWZI en riolering; Voorkomen van wateroverlast ten gevolge van de klimaatontwikkeling. Het beleid moet in beginsel leiden tot grootschalige afkoppeling van hemelwater. Echter, in de Wet gemeentelijke watertaken is vastgelegd dat de gemeente autonoom is in haar besluitvorming hoe er lokaal met hemelwater wordt omgegaan. Die verantwoordelijkheid vraagt om een weloverwogen keuze, want tegenover de bovengenoemde voordelen van afkoppelen staan ook een aantal belangrijke mogelijke nadelen. Het afstromende hemelwater kan door lokale omstandigheden verontreinigd zijn en de effecten op de waterkwaliteit ten Figuur 5, invloedsfactoren waterkwaliteit gevolge van grote hoeveelheden geloosd hemelwater zijn. In Figuur 5 is het gehele complex van invloedsfactoren schematisch weergegeven. Onderscheid wordt gemaakt in een viertal factoren van buitenaf die het hemelwaterbeleid beïnvloeden en vijf lokale factoren die door het hemelwaterbeleid worden beïnvloed. Op elk van deze factoren wordt kort ingegaan. In Bijlage 4 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving is uitgebreid ingegaan op de beleidsmatige ontwikkelingen rondom hemelwater. De Wet gemeentelijke watertaken geeft de gemeente de nodige 44 ARCADIS :B

45 ruimte om hierin een actief beleid te kunnen voeren. Omdat er lokaal maatwerk geleverd moet worden, berust de besluitvorming dan ook bij het lokale bestuur. DUURZAAMHEID Scheiding van afvalwater en hemelwater biedt mogelijkheden om nuttige grondstoffen en energie uit het afvalwater terug te winnen en hemelwater voor nuttige doeleinden lokaal in te zetten. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Het spreekt voor zich dat kansen om de duurzaamheid te verbeteren zich eerder aandienen bij locatieontwikkeling (nieuwbouw) dan in de bestaande woonomgeving. Op dit moment loopt een aantal landelijke experimenten met een toenemende schaalgrootte en waarvan de resultaten bemoedigend zijn. KLIMAATONTWIKKELING De klimaatontwikkeling presenteert zich steeds nadrukkelijker. Neerslag wordt merkbaar extremer en ernstige wateroverlast treedt vaker op. Hoe zal de bestaande riolering zich hieronder houden? Kunnen de riolen die nog 20 jaar of langer mee moeten die grotere hoeveelheden verwerken? Krijgen de burgers te maken met regelmatige wateroverlast die zich tot in hun huizen manifesteert? Vragen waar de gemeente zich verplicht moet voelen om antwoorden op te geven. Een gemeente moet een bewuste keuze maken in het beschermingsniveau waarbij de burger beschermd wordt tegen wateroverlast. De burger moet worden geïnformeerd over de situatie dat onder bepaalde omstandigheden wateroverlast kan ontstaan, waarbij de gemeente niet verantwoordelijk voor schade kan worden gesteld. WATEROVERLAST EN KLIMAAT Onder wateroverlast wordt in het algemeen water-op-straat verstaan: het al of niet met huishoudelijk afvalwater vermengde hemelwater komt uit de riolering op straat te staan of het hemelwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken niet in de riolen komen. Het is niet mogelijk om riolering en hemelwatervoorzieningen aan te leggen die alle mogelijke extreme regenbuien kunnen verwerken. Een landelijk geaccepteerde maatstaf is, dat een bui die gemiddeld één maal in de twee jaar voorkomt verwerkt moet kunnen worden (gemiddeld eens in de twee jaar water-op-straat) door het Figuur 6. Voorbeeld wateroverlast. rioolstelsel. Het watersysteem echter dient op basis van WB21 getoetst te worden op een situatie van eens per 100 jaar. Tijdens hydraulische toetsing van het stelsel zal, gezien de verwachte klimaatsverandering, ook gecontroleerd moeten worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien. KWANTITATIEVE EFFECTEN Bij directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater neemt het geloosde volume op jaarbasis sterk toe en voldoet daarmee niet aan de doelstellingen van Waterbeheer 21ste eeuw (zie Bijlage 5). Bij de maatgevende piekgebeurtenissen vallen de verschillen in het algemeen wel mee, zodat de gevolgen voor de stedelijke wateropgave (benodigd retentievolume en dergelijke) in het algemeen beperkt blijven. Vooral bij grootschalig afkoppelen is aandacht voor de verwerking van het hemelwater vereist. KWALITATIEVE EFFECTEN Bij een directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater nemen, samen met de geloosde volumen, de emissies toe. De aanwezigheid van foutaansluitingen op het hemelwaterriool is hierbij een belangrijke oorzaak. Wat het effect is van beide verschijnselen op de waterkwaliteit is sterk afhankelijk van lokale :B ARCADIS 45

46 factoren. Bij infiltratie of bodempassage van hemelwater zijn de negatieve effecten veel minder, maar vraagt de beheersing van grondwaterstanden extra aandacht. INTERACTIES IN DE (AFVAL)WATERKETEN Het onttrekken van hemelwater uit de afvoerstroom naar de RWZI heeft een gunstig effect op het zuiveringsrendement. Ook het energieverbruik neemt af. Een noodzakelijke uitbreiding van een RWZI kan daardoor mogelijk worden uitgesteld. Extra zuiveringstrappen op bestaande RWZI s werken alleen bij een continue belasting. Ondanks de voordelen voor de waterzuivering blijven directe financiële voordelen nog uit, omdat de kapitaallasten van de waterzuivering voor langere tijd vastliggen. FINANCIËLE GEVOLGEN De ombouw van een bestaand gemengde rioolstelsel naar een gescheiden stelsel op het moment van vervanging op grond van levensduur vraagt een circa 40% hogere investering. Daartegenover staat dat de onderhoudskosten 10 tot 20% lager liggen. BEHEERORGANISATIE Gescheiden rioolstelsels zijn complexer dan gemengde rioolstelsels, waardoor het risico van falen groter is. Foutaansluitingen zijn daarvan het beste voorbeeld. Dat impliceert dat er meer menskracht nodig is zowel voor het toezicht bij de aanleg als voor het beheer. VOORKEURSVOLGORDE (WB 21 EEUW) De voorkeursvolgorde beschrijft een algemene voorkeur voor het omgaan met hemelwater en ander afvalwater aan de bron. Bij hemelwater geldt, dat lokale lozing van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwatersysteem) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Lozing op oppervlaktewater is gelijkwaardig aan lozing op de bodem. De voorkeursvolgorde heeft betrekking op gemeentelijke bevoegdheden en geeft richting aan de gemeentelijke afwegingen, maar is niet verplicht. De voorkeursvolgorde is: 9. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 10. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 11. Afvalwaterstromen worden zoveel mogelijk gescheiden gehouden. 12. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater (zoals bedrijfsafvalwater) wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 13. Ingezameld hemelwater wordt zoveel mogelijk hergebruikt of anders lokaal teruggebracht in de bodem of in het oppervlaktewatersysteem (zo nodig na zuivering bij de bron). Pas als beiden niet mogelijk blijken vindt afvoer naar een RWZI plaats. Uitgangspunt is dat afstromend hemelwater meestal schoon genoeg is om zonder zuivering in het milieu te worden teruggebracht. 5.4 GEWENSTE SITUATIE De gewenste situatie in de komende planperiode voor het hemelwatersysteem luidt als volgt: 1. Hemelwater wordt bij hevige buien (bui 08 incl. klimaattoeslag) afgevoerd zonder dat dit tot wateroverlast leidt (regulier functioneren). 2. Bij extreme neerslag ten gevolge van de klimaatontwikkeling wordt het hemelwater tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) zonder schade of ernstige belemmering (deels over maaiveld) afgevoerd. Voor een hoger beschermingsniveau zijn aanpassingen noodzakelijk. 3. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend afkoppelbeleid gevolgd ( Nee, tenzij ) voor het afkoppelen van verhard oppervlak van bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 46 ARCADIS :B

47 4. Voor in-en uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval- en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 5. In principe worden afval- en hemelwaterstromen afkomstig van nieuwe percelen (stadsuitbreiding) gescheiden op de perceelgrens aangeleverd bij de openbare voorzieningen (conform het bouwbesluit). 6. In Bussum is een verordening op de afvoer van grond- en hemelwater van kracht. In de daartoe aangewezen gebieden dient men het hemelwater gescheiden op te vangen en te verwerken op eigen terrein. In gevallen dat dit niet mogelijk is, bestaat de mogelijkheid voor afvoer naar gemeentelijk riool (zowel gemengd als hemelwater) 7. De hoeveelheid rioolvreemd water wordt tot een minimum beperkt. 8. Foutaansluitingen op hemelwatervoorzieningen zijn tot een minimum teruggebracht. Zowel Naarden als Bussum wil dit bereiken door bij afkoppelen in bestaande bebouwde gebieden alleen de openbare ruimte af te koppelen en niet het hemelwater afkomstig van de particulier percelen. Oppervlakkige afstroming richting openbaar gebied wordt wel gestimuleerd. 9. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van hemelwatervoorzieningen, vergelijkbaar met die in de gemengde riolering. De gemeenten hebben voor de komende planperiode ambities om verder af te koppelen: In het kader van de maatregelen om te voldoen aan de Basisinspanning en het Waterkwaliteitsspoor; Om te voldoen aan de norm voor het hydraulisch functioneren bij bui 08; In nieuwbouwwijken; Bij het wijkgericht vervangen van de riolering. De ambities zijn vertaald naar functionele eisen en opgenomen in de desbetreffende tabel van bijlage 7. De volgende paragrafen beschrijven de huidige situatie en de gewenste situatie voor de Hemelwaterzorg. Hierbij worden Naarden en Bussum separaat besproken. 5.5 HUIDIGE SITUATIE OBJECTGEGEVENS In Tabel 28 is de omvang van het areaal van de hemelwaterstelsels aangegeven. Systeem Onderdeel Omvang Bussum Omvang Naarden Eenheid Vrij verval riolering Hemelwaterriool 44 6,5 km (verbeterd) gescheiden Gesloten verharding. 19,94 2,20 ha Open verharding 40,79 13,4 ha Dak plat 10,62 5,7 ha Dak hellend 24,75 2,8 ha Vrij verval riolering Gemengd/vuilwater Overstorten HWA/VGS - 2 st Uitlaten HWA 8 17 st Vrij verval riolering(verbeterd) gescheiden Hemelwaterriool 44 6,5 km Tabel 28, Areaalgegevens hemelwaterafvoer Voor informatie over de aanwezige lozingsvoorzieningen wordt verwezen naar Bijlage :B ARCADIS 47

48 5.5.2 PROGNOSES VOOR OBJECTUITBREIDING IN PLANPERIODE Voor deze prognoses wordt verwezen naar en Tabel 26 en Tabel TOETSING In de tabel van Bijlage 7 Toetsing functionele eisen is de huidige situatie getoetst aan de functionele eisen. Samenvattend luiden de conclusies als volgt: ZORGPLICHT Alle percelen, waarvan de eigenaren zich redelijkerwijs niet van het hemelwater kunnen ontdoen, zijn op de riolering aangesloten. ONGEWENSTE LOZINGEN Er zijn geen aanwijzingen en of klachten over de aanwezigheid van foutaansluitingen op hemelwaterriolen. Bij inspecties van hemelwaterriolen wordt aan dit aspect aandacht gegeven. In het algemeen wordt bij de bestaande bebouwing alleen het verhard oppervlak van de openbare ruimte afgekoppeld. Zo wordt het risico van foute aansluitingen voorkomen. WATEROVERLAST - KLIMAATBESTENDIGHEID In het kader van het BRP Naarden Bussum 2012 zijn de hemelwaterstelsels getoetst op hydraulisch functioneren. De hemelwaterriolering beschikt over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Slechts incidenteel treedt gedurende korte tijd water-op-straat op bij hevige regenval ten gevolge van onvoldoende afvoercapaciteit of verstopte kolken. TOESTAND (TOTAAL AREAAL) De hemelwaterriolen zijn nog relatief jong. In Bussum zijn de hemelwaterriolen nog niet geïnspecteerd. In Naarden worden de hemelwaterriolen planmatig geïnspecteerd (1 x per 12 jaar) GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: IV. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. Naarden en Bussum. In hoofdstuk, 7 Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen. 48 ARCADIS :B

49 6 Grondwaterzorg 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 6.1 INLEIDING In tegenstelling tot de hemelwaterzorg vormt de zorgplicht voor grondwater een nieuwe wettelijk vastgelegde verplichting voor de gemeente. In tegenstelling tot beide andere zorgplichten bestaat voor het grondwater geen infrastructuur die op vergelijkbare wijze wordt beheerd. De inhoud van dit hoofdstuk gaat dan ook meer om het formuleren van doelstellingen en beleid dan het vastleggen van knelpunten in een niet bestaand systeem. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, komen de activiteiten en maatregelen aan bod, die nodig zijn om de zorgplicht in de komende planperiode gestalte te geven. 6.2 ACHTERGROND Zorgplicht grondwater De zorgplicht voor het grondwater bestaat sinds Vanaf 2013 moet deze zijn verwerkt in het GRP. Deze zorgplicht houdt in: in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Belangrijk uitgangspunt bij de nieuwe wetgeving is de verantwoordelijkheid die perceeleigenaren hebben voor de staat van het eigen terrein en voor maatregelen op eigen terrein tegen grondwaterproblemen. Deze verantwoordelijkheid geldt voor particulieren en andere private partijen en ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar komt neer op het :B ARCADIS 49

50 voldoen aan de bouwregelgeving. Bij grondwaterproblemen mag daarom in de eerste plaats van de perceeleigenaar worden verwacht dat hij op eigen terrein de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt. De gemeente is verantwoordelijk voor een goede toestand van het openbaar gebied. Grondwaterproblemen in het bebouwd gebied kunnen veelal worden voorkomen of verminderd via een goede ontwatering van het openbare gebied. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De wetgeving geeft aan dat de burger met grondwaterproblemen bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. De gemeente is eerste aanspreekpunt voor de burger (loketfunctie). In het GRP moet de gemeente definiëren wat zij verstaat onder het begrip structureel nadelige gevolgen. Daar waar maatregelen in het publieke domein worden voorzien, moeten ze in het GRP worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de burger hier kennis van kan nemen. De gemeente kan in een volgende fase de perceeleigenaar per gebiedsgerichte verordening apart benaderen. Daarin kunnen de regels en termijnen worden opgenomen waaraan de eigenaren zich moeten houden. In individuele gevallen kan de gemeente nog gebruik maken van een zogenaamd maatwerkvoorschrift om de medewerking af te dwingen. Voorbeeld zorgplicht De zorgplicht kan bijvoorbeeld inhouden dat, nadat is vastgesteld dat sprake is van structurele overlast, de gemeente pas maatregelen gaat treffen als er een samenloop is met andere maatregelen (doelmatigheidseis). Dit zou ook pas over bijvoorbeeld 20 jaar kunnen zijn, doordat dan het riool vervangen gaat worden. Structurele overlast impliceert derhalve niet dat door de gemeente meteen maatregelen worden genomen. 6.3 STEDELIJK GRONDWATER, WAT IS HET? Het stedelijk grondwater wordt onderscheiden in enerzijds het grondwater in dieper gelegen watervoerende bodempakketten en anderzijds het grondwater in het bovenste, freatisch pakket. Dit is het grondwater wat we het eerst tegenkomen en waarvan bewoners de meeste overlast ervaren. De stijghoogte van het freatisch grondwater, het grondwaterpeil (zie Figuur 7), is van belang voor het grondgebruik en eventueel te nemen maatregelen bij dit gebruik. Hiermee wordt vooral de ontwateringsdiepte bedoeld. Dit is het verschil tussen het maaiveld en het grondwaterpeil, zie Figuur 7. De ontwateringsdiepte wordt beïnvloed door de maaiveldhoogte, de grondgesteldheid en de afstand tot open water of een drainage. Het grondwater en de ontwatering is van belang voor bouwen (kruipruimten), voor aanleg en onderhoud van Figuur 7, Grondwater in de bodem. oppervlaktewater, groen en wegen en voor de kansen voor ecologie en natuur. Naast bovengenoemde kwantitatieve aspecten zijn kwalitatieve aspecten van belang. Hierbij zijn onderwerpen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) van belang zoals de invloed van grondwaterlichamen op 50 ARCADIS :B

51 de oppervlaktewaterkwaliteit, bodemverontreinigingen en ecologie. De KRW stelt voorwaarden voor fysisch-chemische parameters die een goede ecologische toestand van het oppervlaktewater ondersteunen. 6.4 GEWENSTE SITUATIE 1. De gemeente heeft kennis van haar eigen grondwaterregime en het optimaal te bereiken regime. Ze is voorbereid op de klimaatveranderingen. 2. Structurele over- of onderlast van grondwater wordt voorkomen of beperkt met maatregelen in het openbaar gebied. 3. Het begrip structureel nadelige gevolgen is gedefinieerd. 4. Burgers en bedrijven kunnen bij de gemeente terecht met vragen en klachten over grondwater (loketfunctie). 5. De gemeente toetst bij klachten op uniforme wijze of er sprake is van structureel nadelige gevolgen en beoordeelt of het probleem onder de gemeentelijke zorgplicht valt of de verantwoordelijkheid van de particulier en/of een andere overheid is. 6. De gemeente neemt het initiatief voor onderzoek naar de oorzaak van grondwaterproblemen en zoekt samen met het Waterschap AGV naar oplossingen in de openbare ruimte. 7. De gemeente treft zo nodig maatregelen in het openbare gebied indien deze maatregelen doelmatig zijn. Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt, bijvoorbeeld door mee te liften met rioolvervanging of infrastructurele werken. 6.5 HUIDIGE SITUATIE OBJECTGEGEVENS In Tabel 29 is de omvang van het areaal van het grondwaterpeilbeheervoorzieningen aangegeven. Omvang Bussum Omvang Naarden Systeem Onderdeel Eenheid Grondwater Drainage m Tabel 29, Areaalgegevens grondwaterpeilbeheervoorzieingen Zowel Bussum als Naarden hebben inzicht in de lokaal voorkomende grondwaterstanden. Beide hebben een meetnet ingericht voor het monitoren van de grondwaterstanden. In Bussum is de ontwateringsdiepte in het algemeen groter dan 0,9 m-mv. In Naarden komen lokaal relatief ondiepe (> 0,7 m-mv) grondwaterstanden voor. Bij de aanpak van knelpunten zoekt Naarden naar structurele en duurzame oplossingen. Klachten over grondwaterproblemen worden geregistreerd. Alleen in Naarden zijn voorzieningen aanwezig. Het gaat om drainage met een lengte van 800 m voor het verbeteren van de drooglegging :B ARCADIS 51

52 6.5.2 TOETSING ZORGPLICHT Bussum en Naarden hebben inzicht in de lokale grondwaterpeilen. In Bussum ligt het grondwater op zodanige diepte ten opzichte van het maaiveld dat grondwateroverlast ten gevolge van een hoog grondwaterpeil zich niet voordoet. In Naarden zijn lokaal relatief hoge grondwaterstanden aanwezig. VOORKÓMEN VAN STRUCTUREEL NADELIGE GEVOLGEN In Naarden zijn enkele locaties waar grondwaterproblemen zich kunnen voordoen. Systematisch onderzoek hiernaar en naar te hanteren criteria voor het beoordelen en treffen van maatregelen is nog niet uitgevoerd GECONSTATEERDE KNELPUNTEN V. Voor Naarden is geen analyse beschikbaar van de monitoring gegevens van het grondwater naar het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van een hogere grondwaterstand; VI. Voor Naarden zijn geen criteria vastgesteld voor de beoordeling van de lokale grondwatersituatie en eventueel te treffen maatregelen; VII. De communicatie met burgers is nog niet geformaliseerd. VIII. In het Thijssenpark (Naarden) zijn klachten van te hoge grondwaterstanden. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen. 52 ARCADIS :B

53 7 Bedrijfsvoering 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé 7.1 INLEIDING In de drie voorgaande hoofdstukken is de aandacht gevestigd op de drie deelsystemen, waarmee de gemeente de zorgplichten moet invullen. Om de deelsystemen in stand te houden is de menselijke factor, ofwel de wijze waarop de beheeractiviteiten worden uitgevoerd, van doorslaggevende betekenis. Als dit niet goed is ingebed in de gemeentelijke organisatie komt het voldoen aan de drie zorgplichten ernstig in het gedrang. Vandaar dat in dit hoofdstuk specifieke aandacht wordt besteed aan de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer. Anders dan in de drie voorgaande hoofdstukken wordt de aandacht daarbij niet verdeeld over de drie zorgplichten maar op het totaal aan inspanningen. 7.2 TAAKVELDEN De beheeractiviteiten worden conform de Leidraad Riolering van Stichting RIONED (module D2000) onderverdeeld in een vijftal taakvelden: Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Facilitair :B ARCADIS 53

54 Figuur 8, De vijf taakvelden van het rioleringsbeheer. Tot het taakveld facilitair behoren de activiteiten: gegevensbeheer, klachtenregistratie en afhandeling, communicatie, vergunningen, enz. De samenhang tussen de taakvelden is in Figuur 5 weergegeven. Vanuit het Bestuursakkoord Waterketen (zie Bijlage 4 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving ) wordt sterk aangedrongen op meer samenwerking binnen de waterketen. Dit geldt met name voor samenwerking tussen gemeenten onderling enerzijds en met het waterschap anderzijds. Aan de bovenstaande taakvelden voor de interne rioleringszorg moet dus het taakveld Samenwerking worden toegevoegd. 7.3 PLANVORMING Plannen zijn onmisbare elementen in een doelmatig rioleringsbeheer. Zij geven richting aan de activiteiten en maatregelen die nodig zijn om de systemen goed te laten functioneren. Onderscheid wordt gemaakt in strategische planvorming waarin beleid wordt vastgelegd, tactische planvorming waarin de activiteiten en maatregelen worden geoptimaliseerd om de gestelde doelen tegen de laagste kosten te realiseren en operationele planvorming, die vooral gericht is op de uitvoering op de kortere termijn. Alle planvormen kunnen zowel een eenmalig als een cyclisch karakter hebben. AMBITIES De ambities voor het taakveld planvorming luiden globaal als volgt: 1. Naarden en Bussum beschikken over alle relevante plannen op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau. 2. Naarden en Bussum beschikken over visies op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Planvormen Het rioleringsbeheer kan in de drie aandachtsvelden: objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer worden verdeeld (zie ook Bijlage 5 Beheervisie ). Op basis van deze indeling geeft Figuur 9 een overzicht 54 ARCADIS :B

55 van de voor de gemeente relevante planvormen. In Bijlage 9 Planvormen is voor elke planvorm een beknopte omschrijving opgenomen. Figuur 9, Relevante planvormen HUIDIGE SITUATIE De gemeenten beschikken over de volgende plannen: Waterplan Naarden Bussum ; Waterkwaliteits- en kwantiteitstoets Naarden Bussum (WATERNET AGV); GRP Bussum en GRP Naarden ; Basisrioleringsplan Naarden Bussum 2012; Meetplan Naarden Bussum 2010; Monitoring grondwater Naarden Bussum; Actieplan diffuse bronnen OPGAVE In Tabel 30 en Tabel 31 zijn voor Bussum en Naarden de relevante plannen voor de komende planperiode gepland en indicatief gebudgetteerd. In 2016 wordt de planperiode afgesloten met het vaststellen van een nieuw verbreed GRP. Hierin wordt alle informatie verwerkt die met de uitvoering van de overige plannen is verzameld. In de tabellen is geen plaats ingeruimd voor een visie op het afvalwaterbeleid. De reden is dat een duurzame aanpak van het afvalwater conform het toekomstbeeld van het Bestuursakkoord Waterketen op dit moment voor Naarden en Bussum onvoldoende aanknopingspunten biedt. In de komende planperiode worden de landelijke ontwikkelingen op dit gebied gevolgd. De uitwerking van een afvalwatervisie zal dan naar verwachting in de volgende planperiode kunnen plaatsvinden :B ARCADIS 55

56 Planvorming Bussum [ ] [ ] [ ] [ ] Gemeentelijk Rioleringsplan Rioleringsbeheerplan Hemelwatervisie Klimaatverkenning/herberekening stelsel Calamiteitenplan In samenwerking met ISARIZ Jaarprogramma (cyclisch plan) Aanpassen Verordening rioolheffingen op punt lozing bronneringwater Totaal jaarbudget Tabel 30, Bussum Relevante planvormen met planningen en indicatieve budgetten Planvorming Naarden 2013 [ ] 2014 [ ] 2015 [ ] 2016 [ ] Eenmalig/ Cyclisch/ Structureel Urgentie W/N/G Opstellen Jaarprogramma Structureel Gewenst Riolering Eens/ jaar Aanpassen Verordening Eenmalig Noodzakelijk rioolheffingen op punt lozing bronneringwater Opstellen Calamiteitenplan Eenmalig Noodzakelijk riolering Opstellen Grond- en Eenmalig Noodzakelijk Hemelwaterbeleid/ visie Opstellen verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Cyclisch Eens/ 4 jaar Wettelijk verplicht Totaal jaarbudget planvorming Tabel 31, Naarden Relevante planvormen met planningen en indicatieve budgetten Met het opstellen van deze plannen wordt voldaan aan de eerder genoemde ambities voor het taakveld planvorming. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: III. De klimaatbestendigheid van de gemengde riolering is onbekend ( 4.4.4). Naarden en Bussum IV. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht (zie 5.5.4). Naarden en Bussum. 7.4 ONDERZOEK Onderzoeksactiviteiten bestaan uit de volgende onderdelen: Inventarisaties, (in)metingen, en dergelijke 56 ARCADIS :B

57 Berekeningen Monitoring Rioolinspecties AMBITIES De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en vormen de basis voor de afstemming van alle beheeractiviteiten. De kennis van het rioleringssysteem (areaal, toestand en functioneel) is op orde. Onderzoeksinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). Veldmetingen (monitoring) in de riolering geven een goed inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, waardoor in combinatie met een daarop afgestemd rekenmodel de doelmatigheid van maatregelen wordt verhoogd. Middels analyse van enquêtegegevens, klachtregistraties en gemeten grondwaterstanden ontstaat inzicht in wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand moet worden verstaan. Veldmetingen in het grondwater geven een goed inzicht in de fluctuaties van grondwaterstanden en de risico s. HUIDIGE SITUATIE Inventarisatie Naarden en Bussum maken gebruik van een rioolbeheerprogramma voor het beheer van de gegevens van de riolering. Berekeningen In 2012 is het functioneren (hydraulisch en vuiluitworp) van de stelsels van Naarden en Bussum doorgerekend in het kader van het gezamenlijke Basisrioleringsplan Monitoring grondwater Naarden en Bussum beschikken over een grondwatermeetnet en in de afgelopen planperiode is het grondwaterpeil gemonitord. De gegevens van Naarden kunnen via een internetapplicatie worden geraadpleegd. De grondwaterstand ligt in Bussum ruim beneden maaiveld en geeft geen aanleiding tot problemen. Monitoring riolering Naarden en Bussum beschikken over een rioolmeetnet. Het rioolmeetnet bestaande uit overstortmeters, debietmeters, een niveaumeter en een neerslagmeter. De gegeven van het meetnet worden ontsloten naar een database welke via het internet te raadplegen is. Naarden en Bussum werken samen met Waterschap, AGV bij het monitoren van het functioneren van de riolering. Rioolinspecties In Naarden en Bussum worden rioolinspecties uitsluitend uitgevoerd met behulp van een mobiele videocamera. Naast rioolinspecties worden incidenteel kernbooronderzoeken uitgevoerd om in twijfelgevallen de reststerkte van de riolering te kunnen vaststellen. In de komende planperiode worden de volgende rioolinspecties uitgevoerd; Bussum ca. 1 x per 8 jaar wordt de riolering geïnspecteerd. Dat komt overeen met ca. 11 km per jaar; Naarden ca. 1 x per 12 jaar wordt de riolering geïnspecteerd. Dat komt overeen met ca. 6 km per jaar; :B ARCADIS 57

58 Bij de oplevering van nieuwe riolen en renovaties en naar aanleiding van klachten en storingen. De inspectiefrequentie wordt tot op heden gelijkmatig verdeeld over de vuilwater- en gemengde riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. In het op te stellen rioleringsbeheerplan (zie Bijlage 9 Planvormen) wordt nagegaan of differentiatie in de inspectiefrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. OPGAVE In onderstaande tabellen zijn alle onderzoeksactiviteiten voor de komende planperiode in beide gemeenten gepland en gebudgetteerd. In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. Onderzoek Bussum Activiteit 2013 [ ] 2014 [ ] 2015 [ ] 2016 [ ] Analyse verwachte levensduur vrijverval riolering Monitoren grondwater Monitoren (Beperkte uitbreiding en peilbuizen voorzien van datalogger) Monitoren riolering Financiering Duurzame financiering onderzoek mogelijkheden beperken rentelasten Evaluatie kosten milieumaatregelen Diversen Uitwerking samenwerking feitenonderzoek Jaarbudget Tabel 32, Bussum, onderzoeksactiviteiten met planningen en indicatieve budgetten 58 ARCADIS :B

59 Onderzoek Naarden 2013 [ ] 2014 [ ] 2015 [ ] 2016 [ ] Structureel / Cyclisch/ Eenmalig Urgentie W/N/G Samenwerken in de Waterketen Structureel Noodzakelijk/ o.a. BOWA/ ISARIZ Eens/ jaar Inmeten Rioleringsobjecten/ putten, (X,Y,Z) Eenmalig Wettelijk verplicht Digitalisering Eenmalig Noodzakelijk huisaansluitingstekeningen Aansluiten pompunits en IBA s Eenmalig Gewenst buitengebied op hoofdpost Hoofdpost riolering uitbreiden Eenmalig Gewenst met onderhoudsmodule Totaal jaarbudget onderzoek Tabel 33, Naarden, onderzoeksactiviteiten met planningen en indicatieve budgetten. Met het uitvoeren van deze activiteiten wordt voldaan aan de eerder genoemde ambities voor het taakveld onderzoek. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: V. Voor Naarden is geen analyse beschikbaar van de monitoringsgegevens van het grondwater naar het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van een hogere grondwaterstand; VI. Voor Naarden zijn geen criteria vastgesteld voor de beoordeling van de lokale grondwatersituatie en eventueel te treffen maatregelen; 7.5 ONDERHOUD De gemeenten hanteren de in Tabel 34 aangegeven frequenties voor de onderhoudsactiviteiten. Daarnaast worden op ad hoc basis activiteiten uitgevoerd, waarvan de noodzaak uit recente rioolinspecties of uit klachten/ storingen is gebleken. Een voorbeeld hiervan is wortelfrezen. Activiteit Frequentie Frequentie Werkzaamheden Werkzaamheden Reinigen/ inspectie * Rioolreiniging 1 x per 8 jr. 106/8=13 km/jr 1 x per 6 jr 67/6-11km/jr. Gemengd, dwa en hwa Rioolinspectie 1 x per 12 jr. 44/8=5,5 km/jr. 1 x per 12 jr. 6.5/6=1km/jr. Gemengd, dwa en hwa Kolkenreinigen 1 x per jr /jr 1 à 1,5 x per jr /jr. Overstorten 1 x per jr. 14/jr 1 x per 6 jr. 6/jr. Reinigen Randvoorzieningen Inspectie 1 x per jr. 1 x per jr. 2/jr 2/jr. 3 x per jr. 1 x per jr. 3/jr. 1/jr. Randvoorzieningen Reinigen Gemalen Inspectie Gemalen 2 x per jr. 4/jr 3 x per jr. 1 x per jr. 30/jr. 10/jr :B ARCADIS 59

60 Activiteit Frequentie Frequentie Werkzaamheden Werkzaamheden Pompen drukriolering Reinigen Persleidingen dmv. doorspuiten en of proppen. Reinigen drukriolering dmv. doorspuiten en of proppen. 1 x per jr. 30/jr 1 x per jr. 126/jr x per 6 jr. 400 m/jr x per 6 jr. 2,8km/jr. Tabel 34, Onderhoudsfrequentie * De kosten van reiniging en inspectie en reparaties zijn opgenomen in de exploitatie. Onderhoud Naarden 2013 [ ] 2014 [ ] 2015 [ ] 2016 [ ] Structureel / Cyclisch/ Eenmalig Urgentie W/N/G Meetnet Riolering (onderhouden/ Structureel Noodzakelijk aanpassen) Eens/ jaar Meetnet Grondwater (onderhouden/ Structureel Noodzakelijk aanpassen) Eens/ jaar Update rioolbeheerbestand/ revisies verwerken Wettelijk verplicht Totaal jaarbudget onderhoud Tabel 35, Naarden, onderhoudsactiviteiten met planningen en indicatieve budgetten (exclusief reiniging, inspectie, reparaties e.d. zie bijgevoegd exploitatieoverzicht in de bijlagen voor totaaloverzicht onderhoudsuitgaven) AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: 1. Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement), toch geen overbodige onderhoudswerkzaamheden worden verricht (sober en doelmatig). HUIDIGE SITUATIE De reinigingsfrequentie wordt tot op heden, net als de inspectiefrequentie, gelijkmatig verdeeld over de gemengde riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. Alleen objecten waarvan bekend is dat ze sneller vervuilen worden frequenter gereinigd. In het op te stellen rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt nagegaan of differentiatie in de reinigingsfrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. In dit verband wordt de slibproductie bij riool- en kolkreiniging bijgehouden en geregistreerd. 60 ARCADIS :B

61 OPGAVE In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. 7.6 MAATREGELEN Maatregelen worden onderverdeeld in de volgende categorieën: Verbeteren; Repareren; Vervangen; Renoveren; Aanleg. AMBITIE De ambities voor het taakveld maatregelen luiden globaal als volgt: De (verbeter)maatregelen voor de komende planperiode zijn qua methodiek en planning naar behoren onderbouwd en afgestemd met maatregelen uit andere werkvelden (bijvoorbeeld met wegbeheer). Er moet zoveel mogelijk werk-met-werk worden gemaakt, bijvoorbeeld de aanleg van drainage of afkoppelen van hemelwater in combinatie met rioolvervanging. Er bestaat een duidelijk afwegingskader voor de keuze bij rioolvervanging tussen een open sleuf methode of rioolrenovatie. HUIDIGE SITUATIE Verbetering In Naarden en Bussum zijn in de voorgaande planperiode verbeteringsmaatregelen uitgevoerd ter beperking van de emissies (lozing op oppervlaktewater) en het hydraulisch functioneren (water op straat). De stelsels van Naarden en Bussum zijn met elkaar verbonden. Bussum voert deels af via het stelsel van Naarden. De aanpak van de emissie is gericht op het reduceren van de gezamenlijke vuiluitworp. In de komende planperiode worden de maatregelen voor het verder terugdringen van de emissies en het voldoen aan de afvoernorm voortgezet, zie hoofdstuk In Tabel 36 en Tabel 37 zijn de verbetermaatregelen voor respectievelijk Bussum en Naarden vermeld. De ligging van de projecten Tabel 36 is op de tekening in Bijlage 15 aangegeven :B ARCADIS 61

62 Verbetermaatregelen Bussum Jaar Locatie Kosten [ ] 2013 Spijkerstraat eo en dr. Schaepmanlaan Westereng deelplan Westereng deelplan Papaverstraat eo Westereng deelplan Veldheimerlaan / Botweg Aanleg Hemelwaterafvoer Karnemelksesloot Westereng deelplan Lorentzweg en Prinses Beatrixplatsoen Westereng deelplan Sint Janslaan (Nijverheidswerf) Subtotaal 20 milj Spiegelstraat / Iepenlaan Vlietlaan Herenstraat / Veldweg Nieuwe Vaart (enkele strengen) Beerensteinerlaan eo Alle Gaardes Aansluiting Woningcomplex Spiegel Noord Centuurbaan / Brinklaan Rotonde Zuid Tabel 36, Bussum verbetermaatregelen met indicatieve budgetten Verbetermaatregelen Naarden* Jaar Locatie Kosten [ ] 2013 HWA leiding Naarden-Bussum (bijdrage) Voorbereiding afkoppelen 2,3 ha (Gooimeer-Zuid) Voorbereiding alternatief maatregelenpakket Afkoppelen 2,3 ha (Gooimeer-Zuid) Uitvoering alternatief maatregelenpakket Voorbereiding afkoppelen 5,2 ha (Jac. P. Thijssepark) Afkoppelen 5,2 ha (Jac. P. Thijssepark) Totaal Tabel 37, Naarden verbetermaatregelen met indicatieve budgetten 62 ARCADIS :B

63 *De budgetten voor de uitvoering van de verbetermaatregelen in Naarden zijn taakstellend. Indien nodig worden projecten aangepast (verkleint). Indien verkleining noodzakelijk is zal overleg plaatsvinden met het Waterschap AGV. Repareren In Bussum is een achterstand ontstaan in het inspecteren van de riolering en daaraan gekoppelde vervolg van beoordelen van inspecties en uitvoeren van reparaties. In de komende planperiode gaat de gemeente hierin een inhaalslag maken. Vervangingen en renoveren Voor de komende planperiode is de vervangingsplanning voor Bussum gebaseerd op een gemiddelde levensverwachting van de strengen van 80 jaar. De aanleiding hiervoor is dat diverse riolen langer meegaan dan 60 jaar. De gemeente zal op basis van beschikbare inspecties de levensverwachting nader analyseren. Aanleg Alle panden in Naarden en Bussum zijn aangesloten op riolering. De aanleg van nieuwe riolering zal beperkt blijven tot de in paragraaf aangegeven nieuwbouwlocaties. Deze nieuwe riolering wordt gefinancierd vanuit de grondexploitatie, zodat de aanleg geen lasten teweeg brengen in het kader van de tariefbepaling van de rioolheffing. De lasten voor het onderhoud en de vervanging van deze riolen komen te zijner tijd wel ten laste van de rioleringszorg. OPGAVE In Tabel 38 en Tabel 39 zijn alle investeringen opgenomen voor de komende planperiode. Voor de investeringen na deze periode zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De investeringen in verbeteringen, waarmee in de voorgaande planperioden is gestart, zijn nog niet afgerond en worden voortgezet; De rioolvervanging wordt gepland op basis van gemiddelde verwachte levensduur en zo nodig bijgestuurd op basis van rioolinspecties en is opgenomen in de investeringslijn voor de lange termijn. Onderdeel Activiteiten 2013 [ x 1.000] 2014 [ x 1.000] 2015 [ x 1.000] 2016 [ x 1.000] Verbeteren Afkoppelen t/m 2016 ca. 17 ha in combinatie met vervangen van ca. 2,3 km of 2,4 ha per jaar Vervangen Vrijverval riolering Gemalen Electro mech Gemalen Bouwk Drukriolering Electromech Tabel 38, Bussum, uitvoeringsmaatregelen met planning en indicatieve budgetten Onderdeel Activiteiten [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] Verbeteren Afkoppelen en aanpassing enkele riolen :B ARCADIS 63

64 Onderdeel Activiteiten [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] [ x 1.000] Vervangen Vrijverval riolering Drukriolering Electromech Tabel 39, Naarden, uitvoeringsmaatregelen met planning en indicatieve budgetten. Met het uitvoeren van deze activiteiten wordt voldaan aan de eerder genoemde ambities voor het taakveld maatregelen. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: I. De maatregelen ter verbetering van het hydraulisch & milieutechnisch functioneren van de riolering zijn zowel in Naarden als Bussum nog niet afgerond. 7.7 FACILITEITEN Tot dit taakveld behoren de volgende activiteiten: Gegevensbeheer; Klachtenregistratie en afhandeling; Communicatie; Waterloket. AMBITIES De ambities voor het taakveld faciliteiten luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en bevatten naast objectgegevens ook toestand gegevens. De resultaten van de rioolinspecties worden direct beoordeeld en te nemen maatregelen worden direct verwerkt in de beheerbestanden en de operationele planning. De gemeente beschikt over een adequate klachtenregistratie en afhandeling. De gemeente heeft duidelijke communicatielijnen met de burgers. Burgers kunnen bij de gemeente terecht met meldingen en vragen over grondwater (loketfunctie). HUIDIGE SITUATIE Gegevensbeheer Gegevensbeheer speelt een cruciale rol in het totale rioleringsbeheer (zie Figuur 8, De vijf taakvelden van het rioleringsbeheer.) Alle beheeractiviteiten worden van hieruit gedirigeerd en komen na uitvoering hier weer samen. Voor het gegevensbeheer van de riolering wordt gewerkt met een rioolbeheersysteem respectievelijk DG Dialog in Naarden (extern geïnstalleerd) en DHV in Bussum. Revisiegegevens van uitgevoerde rioleringswerken en inventarisatiegegevens worden binnen 6 weken in het systeem verwerkt. Daardoor blijft het gegevensbestand en de WION bestanden actueel, wat noodzakelijk is om het rioleringsbeheer systematisch uit te voeren. Naast de objectgegevens worden ook de schadebeelden uit rioolinspecties in het beheersysteem vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens kunnen gerichte maatregelen worden vastgesteld. In Naarden zijn de beheergegevens bijgewerkt in Bussum is een achterstand ontstaan. OPGAVE Tabel 40 en Tabel 41 geeft de facilitaire activiteiten in de komende planperiode weer. 64 ARCADIS :B

65 Ten behoeve van het gegevensbeheer heeft Bussum het voornemen om in 2013 een geschikt beheerprogramma aan te schaffen, de gegevens te actualiseren en de databestanden over te zetten op dit nieuwe programma. De kosten zijn indicatief geraamd op een bedrag van In de komende planperiode worden de waterloketten van Naarden en Bussum verder uitgerold. De facilitaire activiteiten maken in het algemeen onderdeel uit van de exploitatie. Faciliteiten Bussum Aanschaf en implementatie rioolbeheerpakket Uitrol waterloket PM Tabel 40, Bussum, facilitaire activiteiten met planning en indicatieve budgetten Met bovenstaande activiteiten wordt ook het onderstaande knelpunt opgelost: II. Alleen Bussum: De uitvoering van inspecties, de beoordeling en de verwerking van de inspectieresultaten en het verwerken van deze gegevens in beheersystemen verloopt nog niet volgens plan. Hierdoor zijn de gegevens bestanden ten behoeve van het rioolbeheer niet of onvoldoende actueel. Faciliteiten Naarden 2013 [ ] 2014 [ ] 2015 [ ] 2016 [ ] Structureel / Cyclisch/ Eenmalig Urgentie W/N/G Bijdrage stichting rioned Structureel Noodzakelijk Eens/ jaar Grond- en hemelwaterloket (onderhouden) Wettelijk verplicht Aanschaf rioolbeheerpakket * Gewenst Rioolbeheerpakket * Gewenst (Onderhouden) Totaal jaarbudget facilitair Tabel 41, Naarden, facilitaire activiteiten met planning en indicatieve budgetten. * Naarden zal in de volgende planperiode ( ) over gaan tot de aanschaf van een lokaal geïnstalleerd rioolbeheerpakket (eenmalig in 2018), daarbij zal ook gekeken worden naar de aanschaf van een integraal beheerpakket voor de gehele openbare ruimte in plaats van een beerpakket voor alleen de riolering. Indien wordt overgegaan tot de aanschaf van een rioolbeheerpakket moet in de jaren na aanschaf rekening worden gehouden met jaarlijkse onderhoudskosten groot De facilitaire activiteiten maken zijn opgenomen in de exploitatie. Met bovenstaande activiteiten worden ook de onderstaande knelpunten opgelost: VII. Het formaliseren van de communicatie met de burgers (waterloket) :B ARCADIS 65

66 7.8 SAMENWERKING In het Bestuursakkoord Waterketen dringen de betrokken partijen (zie Bijlage 4) aan op meer samenwerking in de waterketen met het doel de doelmatigheid van de activiteiten in deze sector te vergroten. In een ledenbrief (10/102) informeert de VNG haar leden nader over de beoogde opzet van deze samenwerking. De samenwerking in de afvalwaterketen tussen gemeenten en waterschappen gaat uit van het bundelen van kennis en capaciteit en het verder professionaliseren van de beheertaken. Door slim samen te werken kan er ook structureel en substantieel bezuinigd worden op de kosten voor het rioleringsbeheer. Uit een landelijk Feitenonderzoek blijkt dat op deze wijze tot 2020 een kostenbesparing in het rioleringsbeheer mogelijk is van circa 140 mln. De opgave voor onze regio bedraagt ca. 20 miljoen voor het Waterschap AGV en de gemeenten binnen AGV gebied gezamenlijk. In de komende periode zal dit landelijk onderzoek op initiatief van provincies en waterschappen nader worden uitgewerkt in regionale feitenonderzoeken. Om de totstandkoming van de beoogde samenwerking tussen gemeenten en het waterschap te ondersteunen, is er door VNG en UvW (Unie van Waterschappen) een klein landelijk kernteam opgezet. Ook zal er door middel van inhoudelijke werkgroepen op landelijk niveau worden gewerkt aan het verminderen van belemmerende wet- en regelgeving, opbouwen en uitdragen van kennis. Naarden en Bussum werken samen met het Waterschap AGV en de gemeenten in de regio. Over deze samenwerking vindt zowel op bestuurlijk niveau (BOWA) en ambtelijk niveau (ISARIZ) overleg plaats. De betrokken partijen hebben in 2013 een mantelovereenkomst ondertekent waarin de betrokken partijen uitspreken te gaan onderzoek op welke onderdelen van het waterbeheer door een intensivering van de onderlinge samenwerking een doelmatigheidswinst behaald kan worden. In de planperiode zal de samenwerking tussen Naarden en Bussum, met het Waterschap AGV en andere gemeenten in de regio worden geïntensiveerd met als doel samenwerkingsmogelijkheden te onderzoeken. 66 ARCADIS :B

67 8 Middelen gemeente Bussum 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé In de hoofdstukken 4 t/m 7 zijn de inspanningen beschreven die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer op basis van het gekozen ambitieniveau zo doelmatig mogelijk in te vullen. In dit hoofdstuk worden voor de gemeente Bussum de benodigde financiële en personele middelen beschreven om aan dat doel te beantwoorden. 8.1 FINANCIËLE MIDDELEN Activeren of zo snel mogelijk/direct afschrijven investeringen In het voorliggende GRP is voor de kostendekking van de rioleringsuitgaven uitgegaan van de traditionele wijze van financieren, waarbij de investeringen worden geactiveerd en lineair worden afgeschreven. Een nadere afweging om te kiezen voor een andere wijze van financiering waarbij de kapitaallasten zo laag mogelijk worden gehouden, door sneller of direct af te schrijven en zo de rentelasten te verminderen, is nog niet gemaakt. Voor de komende planperiode zullen de mogelijkheden voor een meer duurzame financiering worden onderzocht. Dit staat gepland voor 2013, direct na de actualisatie van het rioolbeheerbestand. Aanleiding daartoe zijn signalen vanuit de Stichting RIONED en de VNG om de mogelijkheden van het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) te benutten om investeringen niet langer te activeren maar direct af te boeken en daardoor de ontwikkeling van de rioolheffing voor de burger te temperen. Deze werkwijze biedt tevens de mogelijkheid om de boekwaarde 1 minder te laten oplopen en daarmee de lasten naar de toekomst toe te verminderen. 1 Boekwaarde: deel van de geactiveerde investeringen dat nog niet is afgeschreven :B ARCADIS 67

68 8.1.1 UITGAVEN EN LASTEN In hoofdstuk 7 is uitgelegd welke lasten in de komende periode verwacht worden. In Figuur 10 is het verloop van alle uitgaven voor vervangingsinvesteringen en exploitatielasten over de beschouwde periode van 60 jaar weergegeven. In Bijlage 10 zijn tabellen opgenomen waarin per type voorziening de vervangingsinvesteringen en het planningsjaar zijn vermeld. De investeringen voor het vervangen van de vrijvervalriolen zijn gebaseerd op het jaar van aanleg en de verwachte levensduur van 80 jaar. De vervangingsplanning is gecorrigeerd voor de riolen die zullen worden vervangen in het kader van het afkoppelen. Figuur 10, Overzicht lastenontwikkeling UITGANGSPUNTEN AFSCHRIJVING EN LEVENSDUUR Voor de financiering van de rioleringszorg worden door de gemeente uitgangspunten gehanteerd voor de financiële afschrijvingstermijnen en de technische levensduur van de voorkomende voorzieningen. In Tabel 42 zijn deze uitgangspunten vermeld. Deze uitgangspunten zijn gehanteerd voor het doorrekenen van het kostendekkingsplan. 68 ARCADIS :B

69 Investeringen 2 Financiële afschrijvingstermijn Technische levensduur Vrijverval riolering Gemalen, bouwkundig (BK) deel Gemalen, elektro mech.(em) deel Persleidingen Drukriolering BK deel Drukriolering EM deel Gerenoveerde vrij verval riolering Meetapparatuur 5 5 Randvoorziening (BBB) BK Randvoorziening (BBB) EM Tabel 42, Afschrijvingstermijnen investeringen KOSTENDEKKING Om de kosten te dekken kan de gemeente een belasting heffen van inwoners en bedrijven in de vorm van een kostendekkende rioolheffing. Het kostendekkingsplan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: De investeringslijn vrijvervalriolering is gebaseerd op de vervangingsplanning en gecorrigeerd voor de riolen die worden vervangen bij het afkoppelen. Voor de raming van de vervangingskosten zijn kostenkentallen gebruikt uit de Leidraad riolering en geïndexeerd naar prijspeil De beschouwde periode bedraagt 60 jaar. Investeringen worden geactiveerd en lineair afgeschreven. Nominaal rentepercentage 5% en geen inflatie correctie. Er wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatievoorziening. Het saldo van de tariefegalisatievoorziening bedraagt per 1 januari ,1 mlj. Renteopbrengsten op het saldo van de voorzieningen worden aan de voorziening toegerekend. Aan het einde van de beschouwde periode van 60 jaar is sprake van een restschuld (de eindboekwaarde). De gemeente kent één rioolheffing waaruit de kosten die voortvloeien uit de zorgplichten op het gebied van het stedelijk afvalwater, het hemelwater én het grondwater worden gedekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt in verschillende heffingen per zorgplicht. In het tarief van de heffing wordt een onderscheid gemaakt naar één -, en meerpersoonshuishoudens. Voor bedrijven geldt een gestaffeld tarief op basis van het waterverbruik. Voor de ontwikkeling van het aantal heffingseenheden is uitgegaan van een geleidelijke stijging van 25 eenheden per jaar en dus 100 eenheden in de planperiode De exploitatielasten zijn afkomstig uit de product-begroting Riolering voor de periode De rioolheffing is kostendekkend. Het saldo van de tariefegalisatievoorziening dient gedurende de in beschouwing genomen periode (60 jaar) positief te zijn. Het eindsaldo van de tariefegalisatievoorziening dient aan het eind van de beschouwde periode (60 jaar) nul te bedragen. De BTW is op de volgende wijze doorberekend in de heffing: De investeringen tot 2003 zijn inclusief BTW geactiveerd. 2 de financiële en technische afschrijvingstermijn voor meetapparatuur en gerenoveerde rioolstrengen worden niet in de gemeentelijke verordeningen genoemd. Voorgesteld wordt om voor zowel de technische als de financiële afschrijvingstermijn voor meetapparatuur 5 jaar aan te houden en voor gerenoveerde vrij verval riolering 30 jaar :B ARCADIS 69

70 De investeringen na 2003 zijn exclusief BTW geactiveerd en de BTW wordt verrekend via de afschrijvingen. Van de uitgaven die direct worden verrekend (exploitatie) en waarover BTW is afgedragen wordt de BTW eveneens meegenomen. Voor de kostendekking zijn 2 scenario s doorgerekend: 1. Een stijgingsperiode van 4 jaar tot het bereiken van een kostendekkende rioolheffing; 2. Een stijgingsperiode van 10 jaar tot het bereiken van een kostendekkende rioolheffing. In Tabel 43 staan de belangrijkste kentallen van de beide kostendekkingsvarianten weergegeven. Variant Nr. Stijgingspercentage [%] Stijgingsperiode [jaren] Rioolheffing [ ] Rentelasten [ mlj] Voorziening Maximaal [ mlj] Boekwaarde Eind [ mlj] 1 6, ,8 18,5 33,6 2 2, ,8 17,3 33,6 Tabel 43, Kentallen bij de kostendekkingsvarianten De heffingsontwikkeling van de beide kostendekkingsvarianten is weergegeven in Tabel 44. Ontwikkeling heffingstarief (meerpersoonshuishouden) [ ] Variant Jaar Nr >> Tabel 44, Overzicht rioolheffingsontwikkelingen tot 2023 per variant Inflatiecorrectie Naast de jaarlijkse stijging van het tarief zoals aangegeven in Tabel 44 dient jaarlijks de inflatiecorrectie te worden doorgevoerd. 70 ARCADIS :B

71 Figuur 11 geeft inzicht in de ontwikkeling van de baten en lasten bij variant 1. Figuur 11, Ontwikkeling uitgaven en inkomsten bij variant 1. Figuur 12 geeft inzicht in de ontwikkeling van de heffing bij variant 1: Figuur 12 De ontwikkeling van de heffing bij variant :B ARCADIS 71

72 Figuur 13 geeft inzicht in de ontwikkeling van de baten en lasten bij variant 2. Figuur 13, De ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven bij variant 2. Figuur 14 geeft inzicht in de ontwikkeling van de heffing bij variant 2: Figuur 14, De ontwikkeling van de heffing bij variant PERSONELE MIDDELEN Voor de invulling van het rioleringsbeheer beschikt de gemeente over een formatie die deels bestaat uit tijdelijke medewerkers en vaste medewerkers. De tijdelijke medewerkers zijn aanwezig om de opgave in het kader van het waterkwaliteitsspoor voor 2016 te realiseren. Daarna neemt het aantal onder handen projecten snel af. 72 ARCADIS :B

73 De gemeente heeft op basis van de werkvoorraad de gewenste omvang van de formatie bepaald, zie Tabel 45. Operationeel Strategisch Totaal dagen fte dagen fte dagen fte Bezetting 2009 (RI + WB) 140 0, , ,40 Aangevulde formatie , , ,21 Toezichthouder inhuur 183 0, ,50 * inhuur Tijdelijke aanvulling i.v.m. Westereng Projectleider 0 0, , ,10 * inhuur directievoerder 73 0,20 0 0, ,20 * inhuur Toezichthouder 183 0,50 0 0, ,50 * inhuur Stand , , ,91 Tabel 45, Formatie De kosten worden verrekend via de exploitatie en via de projecten :B ARCADIS 73

74 9 Middelen gemeente Naarden 1. Inleiding 2. Evaluatie 3. Beleid en ontwikkeling 4. Afvalwaterzorg 5. Hemelwaterzorg 6. Grondwaterzorg 7. Bedrijfsvoering 8. Middelen 9. Resumé In de hoofdstukken 4 t/m 7 zijn de inspanningen beschreven die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer op basis van het gekozen ambitieniveau zo doelmatig mogelijk in te vullen. In dit hoofdstuk worden voor de gemeente Bussum de benodigde financiële en personele middelen beschreven om aan dat doel te beantwoorden. 9.1 FINANCIËLE MIDDELEN Activeren of zo snel mogelijk/direct afschrijven investeringen In het voorliggende GRP is voor de kostendekking van de rioleringsuitgaven uitgegaan van de traditionele wijze van financieren, waarbij de investeringen worden geactiveerd en lineair worden afgeschreven. Een nadere afweging om te kiezen voor een andere wijze van financiering waarbij de kapitaallasten zo laag mogelijk worden gehouden, door sneller of direct af te schrijven en zo de rentelasten te verminderen, is nog niet gemaakt. Voor de komende planperiode zullen de mogelijkheden voor een meer duurzame financiering worden onderzocht. Dit staat gepland voor 2013, direct na de actualisatie van het rioolbeheerbestand. Aanleiding daartoe zijn signalen vanuit de Stichting RIONED en de VNG om de mogelijkheden van het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) te benutten om investeringen niet langer te activeren maar direct af te boeken en daardoor de ontwikkeling van de rioolheffing voor de burger te temperen. Deze werkwijze biedt tevens de mogelijkheid om de boekwaarde 3 minder te laten oplopen en daarmee de lasten naar de toekomst toe te verminderen. 3 Boekwaarde: deel van de geactiveerde investeringen dat nog niet is afgeschreven. 74 ARCADIS :B

75 9.1.1 UITGAVEN EN LASTEN In hoofdstuk 7 is uitgelegd welke lasten in de komende periode verwacht worden. In is het verloop van alle uitgaven voor vervangingsinvesteringen en exploitatielasten over de beschouwde periode van 60 jaar weergegeven. In Bijlage 10 zijn tabellen opgenomen waarin per type voorziening de vervangingsinvesteringen en het planningsjaar zijn vermeld. De investeringen voor het vervangen van de vrijvervalriolen zijn gebaseerd op het jaar van aanleg en de verwachte levensduur van 60 jaar. De vervangingsplanning is gecorrigeerd voor de riolen die zullen worden vervangen in het kader van het afkoppelen. In Figuur 15 is de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten weergegeven. Figuur 15, Ontwikkeling uitgaven voor vervangingsinvesteringen en exploitatielasten UITGANGSPUNTEN AFSCHRIJVING EN LEVENSDUUR Voor de financiering van de rioleringszorg worden door de gemeente uitgangspunten gehanteerd voor de financiële afschrijvingstermijnen en de technische levensduur van de voorkomende voorzieningen. In Tabel 46 zijn deze uitgangspunten vermeld. Deze uitgangspunten zijn gehanteerd voor het doorrekenen van het kostendekkingsplan :B ARCADIS 75

76 Investering Financiële afschrijvingstermijn Technische levensduur Vrijverval riolering Gemalen, bouwkundig (BK) deel Gemalen, elektro mech.(em) deel Persleidingen Drukriolering BK deel Drukriolering EM deel Randvoorziening (BBB) BK Randvoorziening (BBB) EM Renovatie vrijvervalriool (relining) IBA s Meetapparatuur 5 5 Tabel 46, Afschrijvingstermijnen investeringen KOSTENDEKKING Om de kosten te dekken kan de gemeente een belasting heffen van inwoners en bedrijven in de vorm van een kostendekkende rioolheffing. Het kostendekkingsplan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: De investeringslijn vrijvervalriolering is gebaseerd op de vervangingsplanning. De beschouwde periode bedraagt 60 jaar. Investeringen worden geactiveerd en lineair afgeschreven. De investeringen worden geactiveerd op het moment dat deze worden afgerond. De afschrijving start in het volgende jaar. Nominaal rentepercentage 4% en geen inflatiecorrectie. Er wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatiereserve. Het saldo van de egalisatiereserve bedraagt per 1 januari ,69 mlj. Renteopbrengsten op het saldo van de voorzieningen worden aan de Algemene middelen toegerekend. Aan het einde van de beschouwde periode van 60 jaar is sprake van een restschuld (de eindboekwaarde). De gemeente kent één rioolheffing waaruit de kosten die voortvloeien uit de zorgplichten op het gebied van het stedelijk afvalwater, het hemelwater én het grondwater worden gedekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt in verschillende heffingen per zorgplicht. In het tarief van de heffing wordt een onderscheid gemaakt naar één -, en meerpersoonshuishoudens. Voor bedrijven geldt een gestaffeld tarief op basis van het waterverbruik. De exploitatielasten zijn afkomstig uit de product-begroting Riolering voor de periode De rioolheffing is kostendekkend. Het saldo van de tariefegalisatiereserve dient gedurende de in beschouwing genomen periode (60 jaar) positief te zijn. Het eindsaldo van de tariefegalisatiereserve dient aan het eind van de beschouwde periode (60 jaar) nul te bedragen. De BTW is op de volgende wijze doorberekend in de heffing: De investeringen tot 2003 zijn inclusief BTW geactiveerd. De investeringen na 2003 zijn exclusief BTW geactiveerd en de BTW wordt verrekend via de afschrijvingen. Van de uitgaven die direct worden verrekend (exploitatie) en waarover BTW is afgedragen wordt de BTW eveneens meegenomen. 76 ARCADIS :B

77 Voor de kostendekking is 1 variant voor de ontwikkeling van de heffing doorgerekend. 1. Een stijgingsperiode van 5 jaar van 2013 tot 2017 met een voldoende stijging opdat het saldo van de egalisatiereserve positief blijft. Op een later moment is een verdere stijging van de heffing nodig om te voldoen aan de uitgangspunten. In Tabel 47 staan de belangrijkste kentallen van de kostendekkingsvariant weergegeven. Variant Nr. Stijgingspercentage [%] Stijgingsperiode [jaren] Rioolheffing * [ ] Rentelasten [ mlj] Voorziening Maximaal [ mlj] Boekwaarde Eind [ mlj] 1 10, ,3 5,3 32,4 Tabel 47, Overzicht belangrijkste kentallen kostendekkingsvariant * Gemiddelde rioolheffing over periode van 60 jaar De heffingsontwikkeling van de kostendekkingsvariant is weergegeven in Tabel 48. Variant Ontwikkeling heffingstarief Jaar (meerpersoonshuishouden) [ ] Nr Tabel 48, Overzicht rioolheffingsontwikkeling Het volgende figuur geeft de ontwikkeling van de heffing en de uitgaven voor variant 1. Figuur 16, Ontwikkeling heffing en uitgaven voor variant :B ARCADIS 77

78 Figuur 17 geeft inzicht in de ontwikkeling van de rioolheffing. Figuur 17, ontwikkeling rioolheffing 9.2 PERSONELE MIDDELEN Voor de invulling van het rioleringsbeheer beschikt de gemeente over een formatie van 1,76 fte (inclusief bureau belastingen) zie Tabel 49. Projecten en het gemaal onderhoud worden uitbesteed. Daarnaast wordt op ad hoc basis capaciteit ingehuurd en worden werkzaamheden uitbesteed. Personele middelen Uren per jaar FTE per jaar Intern/ eigen personeel Beleid CWG 500 0,36 Voorbereiding en uitvoering CWG 550 0,4 Wijkbeheer 550 0,4 Serviceteam 400 0,29 Bureau belastingen 425 0,31 Capaciteit eigen personeel ,76 Tabel 49, Overzicht beschikbare personele middelen, per De omvang van de formatie is vergeleken met het landelijk beeld met behulp van het vergelijkingsmodel van de Stichting RIONED. Dit model geeft een indicatie van het benodigd aantal fte s op basis van de volgende drie invloedsfactoren: Het aantal inwoners, ca (feb. 2012). Het te beheren areaal (vrijvervalriolering), ca. 74,5 km. De inspanning voor het uitvoeren van onderzoek, het opstellen van plannen en het realiseren van maatregelen op basis van de geraamde budgetten. Verder zijn voor elk taakveld schattingen gemaakt voor het uitbestedingspercentage. Hierbij is enerzijds gekeken naar de mate van uitbesteding in de afgelopen planperiode en is anderzijds gekeken naar de 78 ARCADIS :B

79 uitbestedingspercentages die de Leidraad aangeeft. In het plan is daarom uitgegaan van de maximale uitbestedingspercentages die de Leidraad adviseert. Deze variëren per taakveld van 40% tot 90%. Het resultaat geeft de personele middelen weer, het aantal fte s, die nodig zijn voor de invulling van de rioleringstaken. In Tabel 50 zijn de resultaten van deze indicatieve berekening weergegeven. Hierbij staat 1 fte voor 175 functionele dagen. Taakveld Invloedsfactor Grootheid fte s Planvorming aantal inwoners ,0 Onderhoud areaalgrootte ca. 74,5 km 0,2 Maatregelen investeringsniveau 1,9 mlj./jr 2,1 Totaal afgerond 3,3 Tabel 50, Overzicht benodigde personele middelen, bedragen in. Op basis van het RIONED model en uitgaande van de uitbesteding door de gemeente Naarden is een formatie voor het rioleringsbeheer nodig van 3,3 fte (exclusief bureau belastingen). Bij de gemeente zelf is een deel daarvan beschikbaar. De resterende capaciteit wordt ingehuurd en heeft betrekking op voorbereiding, begeleiding en toezicht van projecten en begeleiding van onderzoek. Het is mogelijk personele kosten toe te rekenen aan de rioolheffing. Deze kosten zijn verwerkt in de kostendekking :B ARCADIS 79

80 Bijlage 1 Begrippenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. AFKORTINGEN Afkorting BBB BBL BBV bob BOWA BRP BWK CIW CUWVO DWA EHS EKRW GBKN GGOR GRP HWA IBA ISARIZ KRW MTR NBW NEN NPR NW4 vgrp RWZI Wabo WB21 WHP WION Wm Wvo Ww Betekenis Bergbezinkbassin Bergbezinkleiding Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies Binnen onderkant buis Bestuurlijk Overleg Water AGV (BOWA) Basisrioleringsplan Bestuursakkoord Waterketen Commissie Integraal Waterbeheer Coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren Droogweerafvoer Ecologische Hoofdstructuur Europese Kaderrichtlijn Water Grootschalig basiskaart van Nederland Gewenst grond- en oppervlaktewater regime Gemeentelijk Rioleringsplan Hemelwaterafvoer Installatie voor individuele behandeling van afvalwater Intergemeentelijk Samenwerken in de Rioleringszorg Kaderrichtlijn Water Maximaal Toelaatbaar Risico Nationaal Bestuursakkoord Water Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn Vierde Nota op de Waterhuishouding Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Rioolwaterzuiveringsinrichting Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Waterbeheer 21 e eeuw Waterhuishoudingsplan Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Waterwet 80 ARCADIS :B

81 TERMEN EN DEFINITIES Aansluitvergunning Afvalwater Afvalwaterakkoord Afvalwaterzuiveringsinrichting Afvoerend oppervlak Basisinspanning Basisrioleringsplan Bedrijfsafvalwater Bemalingsgebied Bergbezinkbassin Berging Bodempassage Buitengebied Doorlatende verharding Droogweerafvoer (dwa) Vergunning op grond van de aansluitverordening die wordt afgegeven door het waterschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI). Noot: komt medio 2011 te vervallen (zie ook Afvalwaterakkoord) Zie Stedelijk afvalwater Convenant tussen gemeente en waterschap waarin afspraken worden vastgelegd over de omvang en aard van het aangeleverde afvalwater en de randvoorwaarden waaronder dat gebeurt. Zie Rioolwaterzuiveringsinrichting Het naar de riolering afwaterende oppervlak. Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren. Planvorm van tactische aard waarin het functioneren van de riolering wordt getoetst aan de in het GRP vastgelegde eisen die daarvoor gelden en doelmatige maatregelen worden vastgesteld om de knelpunten op te lossen. Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is. Een rioleringstechnische eenheid waaruit het afvalwater of hemelwater door een rioolgemaal wordt afgevoerd naar een volgend bemalingsgebied of de rioolwaterzuiveringsinrichting. Reservoir voor de tijdelijke opslag en behandeling (bezinking) van afvalwater voordat overstorting op oppervlakte4water plaatsvindt. De inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm/ha. Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Gemeentelijk grondgebied buiten de bebouwde kom, waaruit de afvoer van afvalwater veelal met behulp van mechanische riolering plaatsvindt. Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem. De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in :B ARCADIS 81

82 Drukriolering DT-riool Gemengd rioolstelsel Gescheiden rioolstelsel Hemelwaterriool Huishoudelijk afvalwater Hydraulische berekening Infiltratiekrat Inspectie IT-riool Lamellenafscheider Maatstaf Onderhoud Onderzoek Overstorting Overstortput een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen. Geperforeerd (drainage-transport)riool, gelegen onder de grondwaterstand, voor de afvoer van hemelwater en beheersing van de grondwaterstand. Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd. Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater. Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater. Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden. Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Rechthoekige voorziening van kunststof voor de opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert. Geperforeerd (infiltratie-transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater. Grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan. Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt. Het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering. De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater. Rioolput voorzien van een overstortdrempel, die de riolering scheidt van het oppervlaktewater en 82 ARCADIS :B

83 Pompcapaciteit Pompovercapaciteit (poc) Regenwaterriool Riolering Riool Rioolput Rioolwaterzuiveringsinrichting Stedelijk afvalwater TEWOR Verbeterd gescheiden rioolstelsel Visuele inspectie Vuilwaterriool Wadi Waterkwaliteitsspoor waarover incidenteel overstortingen plaatsvinden. In rioolgemaal geïnstalleerde capaciteit voor de afvoer van afvalwater en/of hemelwater. Het deel van de pompcapaciteit, dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer. Zie hemelwaterriool Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater. Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater. Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg). Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI). Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Toetsingsmodel. Dit model geeft een objectieve voorspelling van de korte-termijn effecten op de waterkwaliteit van lozingen uit rioolstelsel. Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting. Het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand. Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Het waterkwaliteitsspoor beslaat de invloed van de resterende lozingen uit riooloverstorten op het oppervlaktewater. Er mag na zo'n lozing geen onacceptabele zuurstofdaling plaatsvinden. Als uit de modelmatige toetsing blijkt dat dit toch gebeurt, dienen maatregelen uitgevoerd te worden om het effect tot een acceptabel niveau terug te brengen :B ARCADIS 83

84 Bijlage 2 Overzicht evaluatie Bussum 84 ARCADIS :B

85 nr Evaluatie GRP Bussum Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen 3.5 Onderzoek of de bezetting In de planperiode wordt onderzocht of kan worden uitgebreid. structureel extra capaciteit kan worden ingehuurd of personeel kan worden aangetrokken, waardoor de bezetting wordt uitgebreid. Aanleiding is dat in de praktijk blijkt dat door onderbezetting taken blijven liggen. 3.6 Onderzoek naar In de planperiode wordt invulling gegeven doelmatigheid aan de aanbevelingen uit het onderzoek in 2008 naar de doelmatigheid van het rioolbeheer: Structureel overleg tussen de afdelingen; Evaluatie uitgevoerde projecten; Training in gebruik van administratieve systemen; Aanleg bij nieuwbouw In de planperiode worden 250 woningen woningen gebouwd en aangesloten. Uitbreiding bedrijfsterrein Areaal bedrijfsterrein wordt uitgebreid met 2 Crailo ha. 6.3 Beheer bestaande voorzieningen met onderscheid naar onderzoek en maatregelen Onderzoek Algemeen 1. Inspectie vrijverval Visuele inspectie vindt structureel plaats en vormt de basis voor de beoordeling van de toestand van de riolen en daarmee van te nemen maatregelen. Riolen ouder dan 5 jaar worden per wijk geïnspecteerd. Jaarlijks wordt 8% geïnspecteerd van de riolering die ouder is dan 5 jaar. 1 x per 12 Resultaat In de planperiode is 1,5 FTE capaciteit in de vaste formatie gecreëerd. 1 FTE beleidsadviseur water en 0,5 FTE project- en beleidsondersteuner Civiel. In de planperiode zijn de afdelingen openbare ruimte en wijkbeheer samengevoegd. Hierdoor zijn de communicatielijnen korter geworden. Daarnaast vindt er ieder kwartaal overleg plaats tussen de verschillende teams op de afdeling ruimte. De evaluatie van de projecten gebeurd wel binnen de projectgroepen zelf maar afdelingsbreed kan dit verder worden geïntensiveerd. Trainingen worden gegeven bij de aanschaf van nieuwe software of update. In de planperiode er 4 projecten gerealiseerd waar nieuwe woningen zijn gebouwd. Dit zijn de projecten Landstraat-Noord, Koster-gewest, Nieuwbouw Beatrix-school, en de nieuwbouw brede school. In totaal zijn hier ca. 250 nieuwe woningen gerealiseerd allen aangesloten op een gescheiden rioleringsstelsel De uitbreiding van het bedrijfsterrein Crailo is niet gerealiseerd. De afgelopen jaren is er jaarlijks een gedeelte van het vrijverval riool (zowel HWA als DWA) gereinigd en geïnspecteerd. Gemiddeld moet dit ongeveer 11 km zijn, maar doordat er per wijk wordt gewerkt wijkt dit in de praktijk wel af. In 2011 is er bijvoorbeeld ca. 15 km gedaan, dit :B ARCADIS 85

86 nr Evaluatie GRP Bussum Onderzoek / opstellen plan / Gepland Resultaat maatregelen jaar) en bij voorbereiding van renovatie, calamiteiten en bij oplevering. heeft wel tot gevolg dat het budget werd overschreden. Voorafgaande aan inspectie wordt het riool gereinigd. 2. Bijhouden beheerbestanden De gemeente beschikt over een rioolbeheersysteem. Het beheersysteem wordt in 2009 geheel bijgewerkt door derden. Vanaf 2009 wordt het bijhouden in eigen beheer uitgevoerd. Het bijhouden van het beheerbestand is niet volgens de planning uitgevoerd. In het huidig GRP was het voornemen de beheerbestanden periodiek aan te vullen, maar in praktijk wordt dit slechts incidenteel gedaan. We zien regelmatig dat de huidige beheergegevens, zoals aanwezig in het beheersysteem (DHV), niet volledig en juist zijn. Nader onderzoek naar de stand van zaken is nog wenselijk. Actualisering verdient wel prioriteit, omdat beheergegevens een essentiële basis vormen voor goed rioolbeheer. 3. Operationaliseren strategie Jaarlijks wordt een operationeel programma opgesteld waarbij het rioolbeheer zo goed mogelijk wordt afgestemd met andere gemeentelijke taken. Er vinden diverse gecoördineerde overleggen plaats waarin taken in het rioolbeheer met de diverse teams van de afdeling Ruimte worden afgestemd. 4. Implementatie WION Onderzocht wordt welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Een bedrag is gereserveerd voor de implementatie. Gebruik wordt gemaakt van Infra Klic van Infra Intelligence. De actuele beheergegevens worden aangeleverd en geautomatiseerd verstrekt t.b.v. graafmeldingen via het Kadaster. 5. Controle verordeningen en vergunningen. Controles worden planmatig uitgevoerd. Een deel wordt uitbesteed. Er bestaat steeds een goed inzicht in de lozingen op de riolering en ongeoorloofd gebruik wordt beperkt. Controle van verordeningen en vergunningen wordt gedaan volgens richtlijnen uit het handboek milieuhandhaving. In de komende planperiode zullen deze controles door de OFGV (omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek) worden verricht (samenvoeging milieudiensten gemeenten, RUD). 6. Verbreed GRP Wordt in 2012 opgesteld. Gestart in april Diffuse bronnen In de planperiode wordt een plan diffuse bronnen opgesteld. Het plan maakt ook onderdeel uit van het Waterplan Naarden- Bussum. In de planperiode is een actieplan diffuse bronnen opgesteld. In de nieuwe planperiode zal dit actieplan worden geëvalueerd. 8. Calamiteitenplan In de planperiode wordt een calamiteitenplan opgesteld. Het plan is nog niet opgesteld. Verwacht wordt dat door gezamenlijke uitwerking en uitvoering van het plan 86 ARCADIS :B

87 nr Evaluatie GRP Bussum Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen 9. Plan voor ontwerp en In de planperiode wordt een plan opgesteld beheer van gemalen voor het ontwerp en het beheer van de rioolgemalen Stedelijk afvalwater 10. Actueel inzicht in het In de planperiode wordt een (controle) theoretisch functioneren herberekening uitgevoerd van het vrijverval riolen. vrijvervalsysteem o.a. i.v.m. het bepalen van de vuiluitworp. 11. Actueel inzicht in het Het inrichten van het meetnet vindt plaats in werkelijk functioneren van De metingen starten in 2009 en worden het gemengde stelsel. permanent uitgevoerd. De resultaten worden jaarlijks gerapporteerd Grondwater 12. Grondwaterloket In de planperiode wordt het grondwaterloket geïmplementeerd. Resultaat met verschillende gemeentes in het werkgebied van het waterschap (ISARIZ) een doelmatigheidswinst kan worden behaald. Het calamiteitenplan zal worden uitgewerkt aan het einde van deze planperiode (2016) en mogelijk begin van de nieuwe planperiode. Omdat het beheer van de gemalen is overgedragen aan het waterschap (AGV) wordt dit niet meer door de gemeente opgepakt. In 2011 is gestart met het opstellen van een nieuw Basis rioleringsplan gezamenlijk voor Naarden en Bussum. Naar verwachting is het BRP in juni 2012 gereed. De kosten voor het opstellen van het plan zijn naar verwachting ruim binnen het budget. In de planperiode is een meetplan opgesteld en is meetapparatuur geplaatst. Dit onderzoek is gezamenlijk met de gemeente Naarden uitgevoerd. De kosten zijn binnen het budget gebleven. Mede door dat er wijzigingen hebben plaatsgevonden in de personele bezetting heeft het project vertraging opgelopen en is daardoor pas in 2012 opgeleverd. De beheerskosten zullen naar verwachting gelijk blijven zoals deze zijn geraamd in de huidige planperiode (2009 t/m Het grondwaterloket is deels binnen het (digitale) klachten meldsysteem ingericht. Binnen de organisatie zijn de grondwatergegevens inzichtelijk, maar nog niet online voor burgers en bedrijven opvraagbaar. Hier zal in het einde van deze planperiode en in de komende planperiode aandacht aan worden besteed. De uitwerking is binnen het budget gebleven :B ARCADIS 87

88 nr Evaluatie GRP Bussum Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen 13. Monitoring grondwater. Het bestaande meetnet wordt beheerd en onderhouden en de meetresultaten worden jaarlijks gerapporteerd Maatregelen Algemeen 1. Reparatie, renovatie en Een planning op hoofdlijnen is opgesteld. De vervanging planning van de vervanging is op basis van jaar van aanleg. Bij vervanging wordt uitgegaan van dezelfde leidingdiameter. Bij afkoppelen wordt een hwa riool of infiltratie transport riool bijgelegd. Een meerjarenplanning is opgesteld voor de periode t/m 2019 incl. kosten. Periode t/m 2012 ca. 11,3 miljoen Stedelijk afvalwater 2. Onderhoud vrijverval Reiniging van het vrijverval systeem vindt systeem, gemalen en plaats voorafgaande aan inspectie en drukrioleringsunits. additioneel. De reinigingsfrequentie van het gemengde en dwa systeem is 1 x per 8 jaar (12,5% van het areaal). De kolken worden 2 x per jaar gereinigd. Onderhoud van gemalen en drukriolering units vindt planmatig plaats door derden. Het oplossen van storingen eveneens door derden. Resultaat Het grondwatermeetnet is gedurende de planperiode gemonitord. De kosten hiervoor zijn binnen het budget gebleven. In de komende planperiode zal aandacht worden besteed aan het verder automatiseren van het grondwatermeetnet. Van de projecten in de huidige planperiode is een deel volgens planning uitgevoerd. Enkele projecten zijn later dan gepland uitgevoerd. Andere projecten zijn (nog) niet uitgevoerd door wijzigingen in de stedelijke ontwikkelingen en of de noodzaak verkeerskundige problemen eerst op te lossen. Bij de projecten die zijn uitgevoerd zijn de kosten binnen het budget gebleven. De projecten (Vlietlaan, Veldheimerlaan/Botweg, Nieuwe Spiegelstraat / Iepenlaan e.o., Spiegel oud-centrum, Herenstraat en Veldweg zijn nog niet uitgevoerd en zullen worden opgenomen in het nieuwe vgrp. De inspectiegegevens worden normaal gesproken getoetst op aangetroffen schadebeelden. Vanaf 2006 is er wel geïnspecteerd en de uitkomsten ingevoerd in het beheerpakket. Momenteel is er in overleg met firma Teeuwissen een toetsingskader vastgesteld. Hier is een gedeelte van de inspectiegegevens al mee getoetst en is een voorstel van uit te voeren maatregelen opgesteld. Dit jaar wordt begonnen met de uitvoering van een gedeelte. Omdat er vanaf 2006 geen maatregelen zijn genomen n.a.v. de inspecties is er een grote achterstand opgelopen. Dit betekent dat de huidige budgetten hiervoor niet 88 ARCADIS :B

89 nr Evaluatie GRP Bussum Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen 3. Reparatie, renovatie en Voor vervanging etc. wordt uitgegaan van vervanging van gemalen, standaard vervangingstermijnen gebaseerd persleidingen en op ervaringscijfers en landelijke trends. drukriolering units. Mech. elektr. deel gemalen: 15 jaar Bouwkundig deel. 45 jaar Persleiding 45 jaar. Inspecties gemalen en units drukriool: 1 x per jaar; 4. Verbeteren functioneren Voor verbeteren van het systeem zijn gemengd systeem. maatregelen gepland en in tabelvorm uitgewerkt ten behoeve van het realiseren van de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor in Aanvullend op het afkoppelen zijn No regret maatregelen gepland voor 2009 en 2010 in het kader van het waterkwaliteitsspoor Hemelwater 5. Verbeteren functioneren Een aantal verbetermaatregelen van het gescheiden stelsel. stelsel in het Spiegel is voorgesteld en worden besproken met Waternet. In 2009 wordt daarover meer duidelijkheid geboden. 6. Onderhoud hwa stelsel. De reiniging wordt planmatig door derden uitgevoerd. Het stelsel wordt 1 x per 8 jaar gereinigd. In totaal ca. 5 km per jaar. Resultaat toereikend zijn. In de planperiode is de vervanging van 1 rioolgemaal voorzien (gemaal Zwarteweg). Naast de vervanging van dit gemaal is ook het Vijzelgemaal gerenoveerd (beheer waterschap). De vernieuwing van het Zwarteweg gemaal heeft meer gekost dan is begroot doordat er tijdens de werkzaamheden een wegverzakking heeft plaats gevonden. Vanuit de WVO-vergunning zijn saneringsmaatregelen opgenomen van in totaal 23,5 ha voor de basisinspanning en 26,5 ha voor het waterkwaliteitsspoor. In de planperiode is het aantal hectare voor de basisinspanning afgekoppeld en voor het waterkwaliteitsspoor is circa 11 hectare afgekoppeld. Voor het waterkwaliteitsspoor ligt er nog een opgave van circa 15 ha waarvoor nog een subsidiebedrag van ca. 2,8 miljoen euro beschikbaar is. Van de no-regret maatregelen n.a.v. het waterkwaliteitsspoor is de persleiding van het Zwarteweg-gemaal aangelegd. Dit project is binnen de budgetten en planning uitgevoerd. De maatregel: direct lozen van hemelwater in Bussumervaart is nog niet uitgevoerd en is in afwachting van de onderzoeksresultaten van de mogelijkheid tot het lozen van hemelwater op de Karnemelksesloot. De projecten die in het huidige GRP zijn voorgesteld zijn nog in uitvoering. Het onderhoud van het hemelwaterafvoerstelsel gebeurt nog niet in Bussum. In het volgende GRP hebben we de ambitie om deze maatregelen in te plannen :B ARCADIS 89

90 90 ARCADIS :B

91 Bijlage 3 Overzicht evaluatie Naarden :B ARCADIS 91

92 Figuur 9-2, Overzicht evaluatie voorgenomen activiteiten GRP Naarden nr Evaluatie GRP Naarden Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen 6.2 Aanleg riolering Het aansluiten van 3 nog niet op de riolering aangesloten panden of op een voorziening voor individuele behandeling van afvalwater IBA. In de planperiode aanleg van riolering bij alle nieuwbouw en aansluiten van de panden. 6.3 Planvorming en onderzoek Aanschaf en in gebruik nemen in 2010 van rioleringsbeheersysteem software. ( ) Aanleveren gegevens van bestaande riolering in het kader van WION. ( 5.000) Continueren van de riool inspectie. (In exploitatie). Implementatie van het meetplan riolering dat in samenwerking met gemeente Bussum en Waternet heeft opgesteld. (In exploitatie) Actualisatie van het BRP in 2011 (eenmaal per 5 jaar). Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan het hemelwater en grondwater. (In exploitatie) Opstellen in 2011 van een hemel- en grondwaterbeleid in samenwerking met Waternet. ( ) In 2012 opstellen van een nieuw (verbreed) GRP periode (eenmaal per 5 jaar). (In exploitatie) Jaarlijks uitwerken op hoofdlijnen van een managementrapportage t.a.v. de jaarlijks te verrichten activiteiten (aanleg, onderzoek en maatregelen). (In exploitatie) Controle van de verleende vergunning op naleven van de voorschriften. (In exploitatie) Inrichten van een Waterloket in 2011 (Inrichten ) (onderhoud jaarlijks 5000) In samenhang met het opzetten van het Waterloket wordt de communicatie met de burgers gestructureerd. (In exploitatie) Resultaat Bij de 3 panden blijkt een individuele voorziening. Het is niet bekend of deze voorzieningen voldoen aan de wettelijke voorschriften. I.v.m. een mogelijke fusie nog niet gerealiseerd. Momenteel wordt gebruik gemaakt van extern beheerprogramma (DGDIALOG) en riooltekening (autocad) die periodiek worden geactualiseerd. Gerealiseerd (door externe partij) Gerealiseerd Gerealiseerd. Meetsysteem opgezet i.s.m. Bussum. Installeren en beheer uitbesteed (H2GO) toegankelijk via web applicatie. Is uitgevoerd in 2012 Niet gerealiseerd. Is in uitvoering. Onderdeel bedrijfsvoering Onderdeel van bedrijfsvoering. De basisopzet is gerealiseerd. Deze moet nog wel worden uitgerold. Communicatie is vast onderdeel van projectvoorbereiding. 92 ARCADIS :B

93 nr Evaluatie GRP Naarden Onderzoek / opstellen plan / Gepland maatregelen Onderzoek uitvoeren naar de hoogte van de heffing en de grondslag. Doel van het onderzoek is het vaststellen van mogelijkheden om de stijging van de heffing te beperken. (In exploitatie) 6.4 Maatregelen Onderhoud Reinigen van de riolen wordt uitgevoerd voorafgaande aan de rioolinspectie. Periodiek doorspuiten van drainage leidingen op openbaar terrein voor zover de ligging bekend is. (In exploitatie) Meten en monitoren Het bestaande meetnet voor het monitoren van de riolering wordt uitgebreid. (Investering ) De apparatuur wordt gecontroleerd en gekalibreerd en geijkt. De uitlezing van de gegevens vindt plaats via de centrale hoofdpost Reparatie, renovatie en Drukriolering en persleidingen: vervanging In 2010: 2 pompunits in Kooltjesbuurt. (In exploitatie) Gemalen In 2010: gemaal IJsselmeerweg en HWA gemaal Gooimeer beide alleen elektromech. deel. (In exploitatie) Verbeteren functioneren Het stelsel voldoet nog niet aan de riolering basisinspanning. De te nemen maatregelen zijn: afkoppelen verhard oppervlak en verruimen van diameters van enkele bestaande riolen. Afkoppelen: Ministerpark 0,8 ha ( ) Voorbereiden afkopp. Gooimeer Zuid 2,3 ha ( ) Uitvoeren afkoppelen Gooimeer Zuid 2,3 ha ( ) Bijdrage van Naarden in de aanleg van HWA leiding Bussum ( ) Voorbereiden alternatief maatregelenpakket ( ) Uitvoeren alternatief maatregelenpakket ( ) Resultaat Zie 6.3. monitoring Is uitgevoerd. Is uitgevoerd. Uitgevoerd; Is gaande. Is nog niet gestart. Is nog niet gestart. (project van Bussum) Is gaande. Nog niet gestart :B ARCADIS 93

94 94 ARCADIS :B

95 Bijlage 4 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving :B ARCADIS 95

96 Beleidsmatige ontwikkelingen De laatste jaren hebben zich een aantal beleidsmatige en vakinhoudelijke ontwikkelingen voorgedaan, die van grote betekenis zijn op de toekomstige status van de riolering. Hieronder wordt op een aantal van deze ontwikkelingen nader ingegaan. Waterbeheer 21ste eeuw In het kader van Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) moet de omgang met regenwater veranderen op basis van de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Dit beleid is gericht op het zoveel mogelijk terugkeren naar de natuurlijke wijze van afvoeren, zoals die was voor de verstedelijking. Dat betekent niet alleen dat regenwater door afkoppelen zoveel mogelijk uit de riolering moet worden gehaald, maar ook bij voorkeur via de bodem wordt afgevoerd in plaats van door een (regenwater)riool. Kaderrichtlijn Water Vanuit Europa dient de Kaderrichtlijn Water (KRW) te worden geïmplementeerd. De uitwerking van de stroomgebiedvisies, om aan dit Europese beleid gestalte te geven, verkeert in een vergevorderd stadium. De uitwerking vindt integraal plaats met die voor Waterbeheer 21ste eeuw. De schaalgrootte van de waterlichamen die voor de uitwerking in deze fase zijn gekozen, zijn zodanig dat het aandeel van rioollozingen ten opzichte van andere bronnen (landbouw, verkeer, enz.) mee valt. Op dit moment zijn dan ook nauwelijks maatregelen voor de riolering in KRW-verband te verwachten. Als het uitwerkingsniveau echter zou worden verfijnd tot waterlichamen die beter corresponderen met de situatie in het stedelijk gebied, dan kunnen daaruit alsnog aanvullende maatregelen naar voren komen. Bestuursakkoord Waterketen (BWK-2007) Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij slechts een adviserende rol. Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden. In de waterketen gaat per jaar een omzet om van circa 3 mld., gelijk verdeeld over de drie sectoren drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering. Alleen voor de riolering geldt bovendien dat die omzet zich in de komende tien jaar minstens gaat verdubbelen. De lasten voor deze hoge uitgaven worden direct doorberekend aan de burger. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden om deze lasten zo laag mogelijk te houden door een hoge mate van doelmatigheid te bereiken in de waterketen. Algemeen wordt verwacht dat de potentie voor meer doelmatigheid in de waterketen vooral in de rioleringssector aanwezig is. Met deze opgave op de achtergrond hebben de ministeries van VROM en V&W, samen met een aantal koepels in 2007 het Bestuursakkoord Waterketen gesloten. De speerpunten die men daarbij nastreeft hebben betrekking op doelmatigheid, samenwerking, transparantie, innovatie en 96 ARCADIS :B

97 duurzaamheid. De voortgang wil men in 2009 en 2011 monitoren. Zo nodig zullen aanvullende maatregelen getroffen worden om één en ander te bevorderen. Lange termijn visie op de waterketen Vanuit BWK-verband is een toekomstvisie voor de waterketen in 2050 gepresenteerd, Verbindend Water geheten. De ambities richten zich op het realiseren van een hoog duurzaamheidniveau op basis van het principe cradle-tocradle (wieg tot wieg). De nieuwe woningen in 2050 zullen vrijwel CO2-neutraal uitgerust zijn. Afvalwaterhoeveelheden nemen drastisch af en het regenwater wordt zoveel mogelijk benut of via de bodem afgevoerd. Vanzelfsprekend heeft dit een grote impact op de hedendaagse ondergrondse infrastructuur. Afvalwater wordt vooral lokaal gezuiverd nadat hieruit de nuttige grondstoffen zijn onttrokken. De betekenis van deze toekomstvisie is groot. Immers, de rioolbuizen die morgen de grond ingaan, maken deze toekomstverwachting mee. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) In 2008 is het NBW-actueel vastgesteld. De betrokken partijen hebben hierin vastgelegd dat de zogenaamde basisinspanning, ondanks het schrappen van de Wvo-lozingsvergunning in de nieuwe Waterwet, onverkort van toepassing blijft. De basisinspanning is evenwel bedoeld als doelvoorschrift, zodat voor alternatieve, doelmatiger maatregelen gekozen mag worden. Samenwerking in de waterketen Eén van de mogelijkheden voor gemeenten om tot betere prestaties te komen is samenwerking met andere partijen in een groter verband. Daar zijn vele mogelijkheden voor. Essentieel is dat de samenwerking moet leiden tot bundeling van activiteiten op een grotere schaal. Hiermee zijn niet alleen schaalvoordelen te behalen, maar wordt ook een professionalisering van de rioleringszorg bereikt. De organisatie wordt daarmee veel minder kwetsbaar voor het vertrek van die ene rioleringsmedewerker, terwijl de rioleringsbeheerder Aquario BV WF, Vitens, Stichting Waternet 6 gemeenten Watercyclusbedrijf Amsterdam, HHAGV Waterketenbedrijf HHR, DZH, Noordwijkerhout Vooronderzoek Evides + Bernisse Samenscholing Zeeland samenwerking 10 gemeenten Vlaanderen brede overdracht rioleringszorg (67% in 4 jaar) zelf meer gelegenheid krijgt om zich binnen een team te ontwikkelen en bekwamen. Reiderland Rioleringszorg naar ARCADIS RioNoord WG, WNZ, WHA, 6 gemeenten Toekomst Waterketen Gelderland samenwerking in 6 regio s Limburg samenwerking WSBL, WML, gemeenten Bestuursakkoord Water 2011 Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer. Waterveiligheid blijft topprioriteit. De nieuwe aanpak betekent een structurele besparing die oploopt tot 550 miljoen in De stijging van lasten voor burgers en bedrijven blijven daardoor beperkt. De huidige, vernieuwde regelgeving stimuleert de samenwerking in de afvalwaterketen. Door adequate samenwerking kunnen gemeenten en waterschappen de wettelijk geboden beleidsvrijheid in de Waterwet optimaal benutten om het afvalwaterbeheer naar de eisen en wensen van burgers, bedrijven en de fysieke leefomgeving vorm te geven. Het uitgangspunt is samenwerken op basis van :B ARCADIS 97

98 afspraken en gelijkwaardigheid in plaats van op basis van eenzijdige voorschriften en vergunningen. Een aantal bestaande instrumenten is hiermee overbodig. Hierover maken wij de volgende afspraken: De zorgplicht voor inzameling van stedelijk afvalwater wordt aangepast, zodat geen provinciale ontheffing nodig is wanneer de gemeente om doelmatigheidsoverwegingen besluit in een deel van het buitengebied geen afvalwater in te zamelen; Waterschappen passen de aansluitverordening niet meer toe. In aanvulling hierop richten gemeenten en waterschappen hun verordeningen zo in dat de wederzijdse taakuitoefening niet belemmerd wordt en doelmatig plaats kan vinden. Bij de Tweede kamer is een wetsvoorstel aanhangig om het specifieke toezicht door de provincies op het Gemeentelijk Rioleringsplan te laten vervallen. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving Zowel in de afgelopen jaren als in de komende tijd zijn of worden een aantal ontwikkelingen in de wet- en regelgeving doorgevoerd, die in meer of mindere mate van belang zijn voor het rioleringsbeheer. In de volgende paragrafen wordt op de relevante wetgeving ingegaan. Wet milieubeheer De wettelijke planverplichting uit de Wet milieubeheer, art voor het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) blijft van toepassing. De inhoud van het plan moet worden verbreed van één naar drie zorgplichten. Het zogenaamde verbrede GRP moet vóór 1 januari 2013 zijn vastgesteld. Een en ander heeft invloed op het begrippenkader voor de wet (art. 1.1; zie ook bijlage 1). Verder heeft de Minister van Verkeer & Waterstaat de bevoegdheid (art. 4.22, lid 4) om aan gemeenten de plicht op te leggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de gemeentelijke taak, bedoeld in art , alsmede de taken, bedoeld in de artikelen 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. BENCHMARK In 2010 is door Stichting RIONED in samenwerking met de VNG een landelijk dekkende benchmark riolering uitgevoerd. Alle gemeenten hebben daartoe een vragenlijst ingevuld. De vragenlijst bestaat uit een verplicht deel en een vrijwillig deel. Op 18 november 2010 is het eindrapport aan de minister voor Milieu en Infrastructuur overhandigd. Elke gemeente heeft een specifieke rapportage ontvangen voor haar eigen situatie. De benchmark heeft tevens tot doel de convenantafspraken uit het Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) te evalueren. In 2013 wordt weer een benchmark riolering opgesteld. Ook Naarden en Bussum nemen daaraan deel. In de wet is ook een voorkeursvolgorde opgenomen over de omgang met afvalwater, die milieuvervuiling door afvalwater moet tegengaan (art a). De gemeenteraad kan bij verordening regels en termijnen vastleggen voor de omgang met afvloeiend hemelwater en grondwater op particulier terrein (art a). Artikel geeft de gemeente de mogelijkheid om het afvalwater, behalve door een openbaar vuilwaterriool (of gemengd riool) naar een zuiveringsinrichting te leiden, ook door andere gelijkwaardige systemen te verwerken. Dat betekent dus dat bijvoorbeeld IBA s onder de zorgplicht kunnen komen te vallen. Waterwet De nieuwe Waterwet integreert negen bestaande wetten, waaronder de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), tot één integrale wet. Ook bij deze wet worden de bestaande vergunningen gebundeld tot één nieuwe vergunning: de watervergunning. Ook de Wvo-lozingsvergunning voor het lozen van afvalstoffen op oppervlaktewater wordt vervangen door algemene regels in het Besluit lozen buiten inrichtingen (in voorbereiding). Op grond van dit besluit moet de gemeente in het vgrp een overzicht opnemen, waarop alle overstortvoorzieningen en nooduitlaten voorkomen. In de praktijk zal het 98 ARCADIS :B

99 erop neerkomen dat het waterschap de gemeente alleen kan aanspreken op grond van geconstateerde waterkwaliteitsproblemen als de riolering daarvan een belangrijke veroorzaker is. Ook de Wvoaansluitvergunning behoort tot het verleden. Deze wordt op grote schaal vervangen door het vaststellen van afvalwaterakkoorden tussen gemeente en waterschap. Besluit lozing afvalwater huishoudens Het besluit lozing afvalwater huishoudens (blah) is per 1 januari 2008 in werking getreden. Het bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. In het verleden was de regelgeving op dit gebied nogal onoverzichtelijk. De algemene regels die voor deze lozingen golden, waren verspreid over drie verschillende besluiten. Daarnaast was voor verschillende lozingen een vergunning of ontheffing van het waterschap of de gemeente vereist. Met het nieuwe besluit zijn alle regels voor afvalwaterlozingen door huishoudens samengebracht in één besluit. Voor de lozingen geldt alleen een meldingsplicht. Er is geen vergunning of ontheffing meer vereist. Wel kan een waterkwaliteitsbeheerder maatwerkvoorschriften opleggen, als het belang van de bescherming van het milieu daartoe noodzaakt. Activiteitenbesluit Het Activiteitenbesluit is sinds 1 januari 2008 van kracht. Dit besluit geeft regels voor activiteiten in of vanuit een inrichting. Het Activiteitenbesluit is in het leven geroepen om de administratieve lasten van de burgers te verlichten. Het Activiteitenbesluit gaat uit van de 1 loketgedachte. Dit houdt in dat contact opgenomen kan worden met één bevoegd gezag en deze coördineert de melding met andere bevoegde gezagen. Besluit lozen buiten inrichtingen In 2012 is het besluit lozen buiten inrichtingen (blbi)in werking getreden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of een particulier huishouden plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen vinden zowel door bedrijven als overheden plaats. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit, waarin alle lozingsroutes (bodem, oppervlaktewater, rioolstelsels) worden geregeld, gebaseerd op de Wet milieubeheer, Wet bodembescherming en de Waterwet. Dit besluit geeft het bevoegde gezag voor verschillende onderwerpen de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften. (Dit geldt ook voor het blah en Activiteitenbesluit). Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zorgt ervoor, dat het aantal vergunningen dat nodig is om te mogen bouwen of aanleggen beperkt wordt tot maar één vergunning: de omgevingsvergunning. Uitgangspunt voor de wet is de één-loket-gedachte. De gemeente is voor de uitvoering van de wet het bevoegde gezag, maar heeft een afstemmingsplicht met andere instanties, waaronder het Waterschap. Indirecte lozingen op de riolering vallen ook onder deze wet, zodat de Wvo-aansluitvergunning, wat het domein van de waterschappen was, komt te vervallen :B ARCADIS 99

100 Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) Per 1 juli 2008 is de Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion), beter bekend als de grondroerdersregeling, in werking getreden. De Wet heeft tot doel het voorkomen van graafincidenten bij kabels en leidingen. De wet regelt primair de informatie-uitwisseling over de ligging van kabels en leidingen tussen netbeheerders en grondroerders. De wet bevat eveneens bepalingen over zorgvuldig graven en zorgvuldig opdrachtgeverschap en het treffen van voorzorgsmaatregelen bij gevaarlijke leidingen. 100 ARCADIS :B

101 Bijlage 5 Beheervisie Ontwikkeling in het rioleringsbeheer SYSTEEM EN MENS, een onlosmakelijk duo De aanleg van drinkwater- en rioleringssystemen hebben samen de belangrijkste bijdrage geleverd aan het hedendaagse hoge niveau van de volksgezondheid in de westerse wereld. Daar zijn wetenschappers van over de hele wereld het hartgrondig over eens. Zonder rioleringssysteem zou een hoge beschaving dus ook niet mogelijk zijn, maar evengoed zou het systeem zonder mens ook niet in stand kunnen worden gehouden. Mens en systeem zijn dus onlosmakelijke aan elkaar verbonden. Onderstaand schema, dat de essentie van het rioleringsbeheer samenvat in vier vragen, toont deze afhankelijkheid nog eens duidelijk aan. Beheerstrategie, vier essentiële vragen De antwoorden op de vier strategische vragen geven in onderlinge samenhang zowel het te voeren beleid als de geleverde prestaties vorm. De twee bovenste vragen richten zich vooral op menselijk handelen (de we-vorm ), terwijl de onderste twee vragen zich concentreren op het systeem. Beleid - GRP Doen we de goede dingen? Doet het systeem wat het kan? Monitoren Bestuur Operationeel beheer Fysiek systeem Prestatiecyclus Evalueren Doen we de dingen goed? Kan het systeem wat het moet? Modelleren De zorg begint bij het vastleggen van de goede dingen in het GRP. Dit gebeurt in de vorm van doelen en functionele eisen waaraan het systeem moet voldoen. Het functioneren van het systeem moet zelf het antwoord op die vraag leveren, waarvoor zowel een theoretische als een praktische toets beschikbaar zijn. Voor de theoretische toets wordt meestal een rekenmodel ingezet om de vraag Kan het systeem wat het moet? te beantwoorden. Luidt het antwoord negatief dan kan met het model de benodigde maatregelen worden vastgesteld om alsnog aan de functionele eisen te voldoen. Steeds vaker wordt deze theoretische benadering aangevuld met praktijkinformatie, zoals meetgegevens, klachten, enz. Deze informatie moet uitwijzen of het systeem ook echt doet wat het (theoretisch) kan. Het monitoren van het feitelijk systeem gedrag is daarvan een goed voorbeeld. De verzamelde systeeminformatie moet bij een beleidsevaluatie in het kader van een nieuw GRP uitwijzen of het gevoerde beleid volstaat of dat aanpassingen nodig zijn ( Doen we de dingen goed? ). Deze laatste stap sluit de beleidscyclus af, waarna het hele proces zich opnieuw herhaalt. Samenvattend bestaat het bovenste deel van het schema uit beleidsmatige activiteiten en het onderste deel uit operationele activiteiten :B ARCADIS 101

102 Aandachtsgebieden Het bovenstaande schema draait om beleid en functioneren. Om een en ander in goede banen te leiden zijn zoveel verschillende activiteiten nodig dat een heldere structuur onmisbaar is. De operationele activiteiten zijn onderverdeeld in drie aandachtsgebieden: objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer. Vanzelfsprekend staan deze aandachtsgebieden niet op zich zelf en zijn er allerlei dwarsverbanden aan te geven. Zo is het databeheer van groot belang voor het opzetten van een rekenmodel waarmee betrouwbare berekeningen kunnen worden gemaakt. En zonder een goed onderbouwd vervangingsplan en een daaraan gekoppelde investeringslijn voor de volgende levensfase van de riolering kan geen gezonde financiële onderbouwing voor de rioolheffing tot stand komen. Kortom, de activiteiten uit het objectbeheer zijn niet alleen van belang voor het in stand houden van de riolering als systeem, maar zeker ook voor het aanleveren van betrouwbare basisinformatie voor de activiteiten in de andere aandachtsvelden. GRP: rioleringsbeleid Objectbeheer Functioneel beheer Financieel beheer rioleringsbeheerplan databeheer onderhoudsplan inspectieplan vervangingsplan jaarprogramma basisrioleringsplan optimalisatiestudie afvalwaterakkoord modelleren meetplan monitoren data-analyse modelkalibratie RTC kostentoerekening kostenanalyse heffingsgrondslagen financiering trendanalyses kostendekking Als beeldbepalende planvorm voor het objectbeheer geldt het Rioleringsbeheer-plan (RBP), waarin de beheerstrategie voor de komende periode wordt uitgestippeld. Dit plan is daarmee de tegenhanger van het Basisrioleringsplan voor het functioneel beheer en het kostendekkingsplan voor het financieel beheer. Doelmatig beheer Het huidige rioleringsbeheer kan veelal worden gekenschetst als een inspanningsverplichting. Van jaar tot jaar worden dezelfde beheeractiviteiten met een vergelijkbare omvang uitgevoerd in cyclisch proces waarbij alle objecten eens in de zoveel jaar onder handen worden genomen. Bij een doelmatig rioleringsbeheer is een resultaatsverplichting het uitgangspunt. De beheeractiviteiten worden afgestemd op de behoeften van het systeem en worden dus niet langer plichtmatig uitgevoerd. Ze variëren jaarlijks zowel qua omvang als qua diepgang naar gelang de actuele toestand van het systeem. Na verloop van tijd ontstaat er zo een over het gebied gedifferentieerde inspanning, die optimaal is afgestemd op het goed laten functioneren van het systeem. Deze werkwijze bevordert de doelmatigheid van de beheeractiviteiten en leidt tot een minimale lastendruk voor de burger. Financiering op maat; voldoende middelen op het juiste moment en voor de juiste bestemming beschikbaar. Naast de hiervoor beschreven doelmatigheid van het beheer, omvat assetmanagement moderne inzichten in het beheer van voorzieningen die een lange levensduur hebben en gedurende die tijd optimaal moeten worden beheerd om het kostenniveau zo laag mogelijk te houden en tegelijkertijd ontoelaatbare risico s te mijden. Men moet dus vooruitkijken naar de gehele levenscyclus van de voorziening. Veel gemeenten doen dit al voor riolering zolang de planverplichting voor GRP s bestaat. Bij de kostendekkingsberekeningen nemen we de vervangingsinvesteringen en exploitatiekosten over die gehele periode mee om de invloed daarvan op het kostendekkende niveau van de rioolheffing te laten gelden. Dit voorkomt tegenvallers, waarbij onverwacht en versneld veel extra geld van de burgers nodig is om de benodigde uitgaven te kunnen financieren. 102 ARCADIS :B

103 Hoewel we met rioleringsbeheer op de goede weg zijn, mankeert het nog al eens aan de onderbouwing van investeringen, waardoor het gevaar van te weinig financiële middelen op de bewuste momenten en de kwalijke gevolgen daarvan voor de burger nog steeds aanwezig zijn. Vaak is nog sprake van het op de automatische piloot uitvoeren van beheertaken, zonder de gevolgen en kosten daarvan te monitoren en zonder de uitvoeringswijze of organisatie van deze taken bij te stellen. Ook dit is een aspect van het verbeteren van de doelmatigheid, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot de invulling van de doelstelling van modern assetmanagement :B ARCADIS 103

104 Bijlage 6 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Riolering is oorspronkelijk aangelegd om epidemieën te voorkomen en verlost te worden van de overlast van overtollig hemelwater in de stedelijke omgeving. In feite zijn deze maatschappelijke doelen tijdloos. Met de komst van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de zorg voor het hemelwater een aparte positie gekregen en is de zorg voor het grondwater toegevoegd. De algemene, maatschappelijke doelen voor de (brede) rioleringszorg bestaan dus uit: Het beschermen van de volksgezondheid. Het beperken van wateroverlast ten gevolge van overtollig hemelwater en grondwater. Om aan deze algemene doelen te kunnen voldoen, worden aan riolering een aantal systeemdoelen gekoppeld die op de drie zorgplichten betrekking hebben. Deze systeemdoelen zijn: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert (grondwater). DOEL 1 Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater in te zamelen bestond voorheen ook al. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de voorzieningen (leidingen, putten e.d.) in goede staat zijn. Regelmatige inspectie en tijdige vervanging zijn daarbij noodzaak. Voor de beoordeling van de toestand van riolen gebruikt de gemeente de werkwijze uit NEN Als beheerder legt de gemeente de gewenste kwaliteit van de riolen vast in functionele eisen en meetbare maatstaven. De maatstaf geeft aan wanneer maatregelen moeten worden getroffen. DOEL 2 Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Voor het transport moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval naar het gemaal of uitlaat binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker te zijn. 104 ARCADIS :B

105 DOEL 3 Zorgen voor inzameling van hemelwater De zorgplicht voor hemelwater houdt in, dat de gemeente zorg dient te dragen voor een doelmatige inzameling van het afvloeiende hemelwater. Dit voor zover degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen en zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd om het afvloeiende hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft dit natuurlijk ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. DOEL 4 Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Voor het transport moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen binnen een bepaalde tijd onder vrijverval naar het gemaal of uitlaat kunnen afstromen. Ten aanzien van de verwerking van het ingezamelde hemelwater is de keus aan de gemeente. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker te zijn. Lozingen vanuit de hemelwaterriolering mogen geen aanleiding geven tot ontoelaatbare effecten in de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater. Dit doel heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens neerslagsituaties. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben (zie ook onderstaand kader). DOEL 5 Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Te hoge of te lage grondwaterstanden kunnen de bestemming van een gebied belemmeren. Beide situaties vragen om verschillende functionele eisen. Bij het formuleren van de maatstaven voor dit doel is een duidelijk onderscheid in de bestemmings-, inrichtings- en beheerfase belangrijk. De zorgplicht grondwater heeft nadrukkelijk betrekking op de beheerfase. Bij de bestemmings- en inrichtingsfase vormt grondwater al een belangrijk aspect in de gebruikelijke procedures (Watertoets). De gemeente is aanspreekpunt voor grondwaterklachten (loketfunctie). Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Functionele eisen zijn specificaties van de doelen die voor de gemeentelijke watertaken zijn geformuleerd. Doelen geven aan wat de gemeente wil bereiken. Functionele eisen beschrijven aan welke voorwaarden de gemeente moet voldoen en hoe de voorzieningen moeten functioneren om de gestelde doelen te bereiken. Maatstaven zijn de getalsmatige vertaling van de functionele eisen. Maatstaven maken de functionele eisen in kwantitatieve zin toetsbaar. Maatstaven zijn sterk lokaal gebonden, waardoor in het vgrp duidelijk aangegeven moet worden welke maatstaven de gemeente lokaal hanteert. Meetmethoden (c.q. berekeningsmethoden) zijn methoden waarmee de gemeente de toestand of het functioneren van de voorzieningen aan de gestelde eis kan toetsen. Om het gewenste functioneren van de voorzieningen eenduidig (en reproduceerbaar) vast te leggen, moet de gemeente bij het formuleren van de maatstaven aangeven welke meetmethoden worden gehanteerd :B ARCADIS 105

106 In onderstaande tabel is een overzicht van de functionele eisen, maatstaven en meetmethoden behorende bij de geformuleerde doelen opgenomen. De functionele eisen c.a. die voortkomen uit nieuwe ambities zijn in de tabel met een licht gele kleur gemarkeerd. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, verontreinigd regenwater Systemen: gemengde stelsels + vuilwaterstelsels Zorgplicht afvalwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk gebied, waarvan afvalwater vrijkomt, Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij vrijstelling van de zorgplicht is Registratie van rioolaansluitingen, ongerioleerde percelen en provinciale vrijstellingen moeten zijn voorzien van een aansluiting op de openbare riolering of een lokale voorziening voor de behandeling van afvalwater die eenzelfde graad van milieubescherming biedt. verleend door de provincie. Ongewenste lozingen Geen overtredingen in kader van Controle, handhaving en registratie Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. de Wet milieubeheer en de Waterwet (Activiteitenbesluit, Besluit lozing huishoudelijk afvalwater, Besluit lozen buiten inrichtingen). Geen klachten of aanwijzingen over Registratie van klachten en aanwijzingen. het optreden van rioolvreemd water. Geen klachten of aanwijzingen over Registratie van klachten en aanwijzingen. het voorkomen van foutieve aansluitingen. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de Plasvorming bij kolken vermijden. Visuele waarnemingen en klachtenregistratie gemengde riolering moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Afvoercapaciteit riolering (regulier functioneren) De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar(theoretisch). Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2100 bij standaardbui ARCADIS :B

107 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden ondergronds te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of (onacceptabele) hinder Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, modules C2100 en C2150 riolering tekort schiet om de neerslaghoeveelheden ondergronds af te voeren moet bovengrondse schade aan gebouwen en hinder van verkeer tot een minimum beperkt blijven. mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Emissies De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Vuiluitworp mag maximaal gelijk zijn aan die van het zogenaamde referentiestelsel (basisinspanning). Vuiluitworpberekeningen op basis van leidraad Riolering module C2100 en aanvullende regels van het waterschap. Inzicht in het feitelijk gedrag van de (gemengde) rioleringsstelsels. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Stabiliteit Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient (conform NEN 3398) mogen niet gewaarborgd te zijn. voorkomen. Afstroming Ingrijpmaatstaven voor afstroming De afstroming in de riolering onder (conform NEN 3398) mogen niet droogweer omstandigheden dient voorkomen. gewaarborgd te zijn. Verloren berging < 2% Waterdichtheid Ingrijpmaatstaven voor Riolen en andere objecten dienen in waterdichtheid conform NEN 3398 hoge mate waterdicht te zijn, zodanig mogen niet voorkomen. dat de hoeveelheid intredend Geen klachten of aanwijzingen over grondwaterwater (lekwater) beperkt optreden rioolvreemd water. blijft. Stankoverlast Geen klachten over overlast door De riolering dient zodanig te worden stank vanuit de riolering. ont- en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. Overlast bij rioleringswerken Goede afstemming van rioolwerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de op werkzaamheden andere diensten riolering dient beperkt te zijn. en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Afvoercapaciteit transportsysteem Optimaal systeemontwerp gebaseerd De afvoercapaciteit van riolering en op landelijke normen en richtlijnen transportsysteem (gemalen en (o.a. Leidraad Riolering). persleidingen) moet voldoende zijn om Pompcapaciteit vaststellen op basis bij droog weer het aanbod van van landelijke normen en richtlijnen afvalwater te verwerken. (o.a. Leidraad Riolering) Bedrijfszekerheid gemalen Gemalen worden dubbelpomps De bedrijfszekerheid van gemalen en uitgevoerd en zijn van een andere objecten dient gewaarborgd te automatische storingsmelding zijn. voorzien. Monitoren van peilfluctuaties in relatie tot gevallen neerslag. Effectberekeningen en/of veldmetingen Registratie van alle overstortvoorzieningen (lijst in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen) Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 Hydraulische berekeningen Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 Registratie van klachten en aanwijzingen. Klachtregistratie Klachtregistratie Hydraulische berekeningen Capaciteitsberekeningen Waarnemingen en klachtenregistratie :B ARCADIS 107

108 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Bedrijfszekerheid randvoorzieningen De randvoorzieningen worden voorzien van een automatische storingsmelding. Waarnemingen en klachtenregistratie. Doel 3: Zorgen voor inzameling van regenwater Regenwater: regenwater dat schoon genoeg is om direct of na (lokale) behandeling in het milieu te worden gebracht Systemen: hemelwaterstelsels, infiltratievoorzieningen, retentiebassins, enz. Zorgplicht hemelwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk Schoon hemelwater door perceel eigenaar lokaal laten lozen op Onderzoek naar technische en financiële haalbaarheid. grondgebied waarvan de perceel eigenaar zich redelijkerwijs niet kan ontdoen van het afvloeiende hemelwater moeten zijn voorzien van een aansluiting op een openbare hemelwatervoorziening. oppervlaktewater of in bodem. Is dat niet mogelijk, dan hemelwaterstroom gescheiden aanbieden aan openbare voorziening. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de hemelwatervoorzieningen plaats Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden in kader van de Waterwet (Besluit lozen buiten Registratie van overstortvoorzieningen (lijst in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen) te vinden. inrichtingen). Geen afvalwaterlozingen e.d. op Veldonderzoek naar foutaansluitingen hemelwatervoorzieningen (foutaansluitingen). Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn Controle van pompvolumen op droge dagen (zie ook aspect Waterdichtheid). Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de Plasvorming ten gevolge van opstuwing bij inlaatpunten van Visuele waarnemingen en klachtenregistratie hemelwatervoorzieningen moet ongehinderd plaats kunnen vinden. hemelwatervoorzieningen (kolken e.d.) vermijden. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 gewaarborgd te zijn. voorkomen. Waterdichtheid Hemelwaterriolen van verbeterd Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 gescheiden rioolstelsels dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. mogen niet voorkomen. Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Controle van pompvolumen op droge dagen Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld regenwater Afvoercapaciteit transportsysteem Optimaal systeemontwerp gebaseerd De afvoercapaciteit van riolering en op landelijke normen en richtlijnen transportsysteem (gemalen en (o.a. Leidraad Riolering). persleidingen) moet voldoende zijn om Pompcapaciteit vaststellen op basis bij droog weer het aanbod van van landelijke normen en richtlijnen afvalwater te verwerken. (o.a. Leidraad Riolering) Bedrijfszekerheid gemalen Gemalen worden dubbelpomps De bedrijfszekerheid van gemalen en uitgevoerd en zijn van een andere objecten dient gewaarborgd te automatische storingsmelding zijn. voorzien. Waarnemingen en melding registratie. Hydraulische berekeningen Capaciteitsberekeningen Waarnemingen en klachtenregistratie 108 ARCADIS :B

109 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Afvoercapaciteit (regulier functioneren) De bergings- en afvoercapaciteit van de hemelwatervoorzieningen moeten Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar(theoretisch). Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2100 bij standaardbui 08. toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag binnen de voorzieningen te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2150 Bij extreme neerslag waarbij de hemelwatervoorzieningen tekortschieten om de neerslaghoeveelheden binnen de eigen voorziening af te voeren moet schade en hinder tot een minimum beperkt blijven. schade of onacceptabele hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Emissies Vuiluitworp mag niet tot negatieve Effectberekeningen en/of veldmetingen De vuiluitworp door hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Registratie van overstortvoorzieningen (lijst opnemen in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen) Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Voor deze zorgplicht zijn nog geen functionele eisen geformuleerd omdat geen inzicht bestaat over de aanwezigheid van infrastructurele voorzieningen. In hoofdstuk 6 zijn beleidsdoelen geformuleerd om in de komende planperiode tot grondwaterbeleid te komen. De activiteiten die hieruit voortkomen zijn in hoofdstuk 7 opgenomen. Doel 6: De gemeente is het eerste aanspreekpunt voor burgers met vragen en klachten over grondwater (loketfunctie). De gemeente heeft een loketfunctie voor burgers met vragen en klachten over grondwater. Dit volgt uit de toelichting op de Waterwet. Deze functie hoeft geen fysiek loket te zijn of organisatorische eenheid, maar het betekent dat burgers bij de gemeente terecht kunnen met meldingen of vragen over grondwater. De gemeente behandelt de vragen of zorgt ervoor dat de relevante partij de meldingen afhandelt. Het doel is dat de burger niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd :B ARCADIS 109

110 Bijlage 7 Toetsing functionele eisen 110 ARCADIS :B

111 Functionele eisen Maatstaven Toetsing Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, verontreinigd regenwater Systemen: gemengde stelsels + vuilwaterstelsels. Verschillen tussen Bussum en Naarden zijn gemarkeerd. Zorgplicht afvalwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk gebied, waarvan afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de openbare riolering of een lokale voorziening voor de behandeling van afvalwater die eenzelfde graad van milieubescherming biedt. Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, of voorzien van een individuele behandeling van afvalwater (IBA). Al het in de gemeente geproduceerde afvalwater wordt met behulp van vrijverval riolering en drukriolering ingezameld en afgevoerd naar de RWZI met uitzondering van de incidentele lozingen op oppervlaktewater bij hevige regenval (zie ook onder Emissies ). Daarmee voldoet de gemeente aan de wettelijke zorgplicht. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te Geen overtredingen in kader van de Wet milieubeheer en de Waterwet (Activiteitenbesluit, Binnen de gemeentegrens zijn alle percelen, percelen, aangesloten op (druk)riolering. vinden. Besluit lozing huishoudelijk afvalwater, Besluit lozen buiten inrichtingen). Geen klachten of aanwijzingen over het optreden van Registratie van klachten en aanwijzingen. rioolvreemd water. Geen klachten of aanwijzingen over het voorkomen van foutieve Registratie van klachten en aanwijzingen. aansluitingen. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de gemengde riolering moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Plasvorming bij kolken vermijden. De kolken worden minimaal eenmaal per jaar gereinigd om de instroming van hemelwater naar de gemengde riolering te waarborgen. Afvoercapaciteit riolering (regulier functioneren) De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar (theoretisch). Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2100 bij standaardbui 08, 09 en 10. zijn om het aanbod bij hevige neerslag ondergronds te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of (onacceptabele) Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, modules C2100 en C2150 riolering tekortschiet om de neerslaghoeveelheden ondergronds af te voeren moet bovengrondse schade aan gebouwen en hinder van verkeer tot een minimum beperkt blijven. hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Emissies De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Vuiluitworp mag maximaal gelijk zijn aan die van het zogenaamde referentiestelsel (basisinspanning). Bussum voldoet aan de basisinspanning, Naarden nog niet. Inzicht in het feitelijk gedrag van de (gemengde) rioleringsstelsels. Op dit moment wordt op diverse locaties het feitelijk gedrag van de riolering gemonitord :B ARCADIS 111

112 Functionele eisen Maatstaven Toetsing Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). De stelsels voldoen nog niet aan de eisen die zijn gesteld in het kader van het Waterkwaliteitsspoor. De maatregelen in het kader van het Waterkwaliteitsspoor zijn in uitvoering en naar verwachting gereed in 2018 (Bussum) en 2014 (Naarden). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet In bijlage 9 zijn alle bekende lozingsvoorzieningen opgenomen. toegestaan. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. De planmatige uitvoering van inspecties en de verwerking van de resultaten behoeft in Bussum meer aandacht. Afstroming De afstroming in de riolering onder droogweer omstandigheden dient gewaarborgd te zijn. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. De planmatige uitvoering van inspecties en de verwerking van de resultaten behoeft in Bussum meer aandacht. Verloren berging < 2% Voor zover bekend is dit niet aan de orde. BRP?? Waterdichtheid Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de waterdichtheid aanleiding geeft tot problemen. zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater Geen klachten of aanwijzingen over het optreden van Registratie van klachten en aanwijzingen. (lekwater) beperkt blijft. rioolvreemd water. Stankoverlast De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht te zijn dat Geen klachten over overlast door stank vanuit de riolering. Registratie van klachten en aanwijzingen. Er zijn geen gevallen van stankoverlast bekend. overlast door stank wordt voorkomen. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de riolering wordt zoveel mogelijk overlast aan de burgers en bedrijven beperkt door werkzaamheden waar mogelijk te combineren. De belanghebbende bewoners worden tijdig geïnformeerd d.m.v. een bewonersbrief en/of informatieavonden. Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Afvoercapaciteit transportsysteem De afvoercapaciteit van riolering en transportsysteem (gemalen en persleidingen) moet voldoende zijn om het aanbod van afvalwater te verwerken. Optimaal systeemontwerp gebaseerd op landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Pompcapaciteit vaststellen op basis van landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering) De gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding 112 ARCADIS :B

113 Functionele eisen Maatstaven Toetsing gewaarborgd te zijn. voorzien. Doel 3: Zorgen voor inzameling van regenwater Regenwater: regenwater dat schoon genoeg is om direct of na (lokale) behandeling in het milieu te worden gebracht Systemen: hemelwaterstelsels, infiltratievoorzieningen, retentiebassins, enz. Zorgplicht hemelwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk grondgebied waarvan de perceeleigenaar zich redelijkerwijs Schoon hemelwater door perceeleigenaar lokaal laten lozen op oppervlaktewater of in bodem. Is dat niet mogelijk, dan hemelwaterstroom gescheiden Alle percelen, waarvan de eigenaren zich redelijkerwijs niet van het hemelwater kunnen ontdoen, zijn op de riolering aangesloten. niet kan ontdoen van het afvloeiende hemelwater moeten zijn voorzien van een aansluiting op een openbare hemelwatervoorziening. aanbieden aan openbare voorziening. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de hemelwatervoorzieningen plaats te vinden. Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden in kader van de Waterwet (Besluit lozen buiten inrichtingen). Alle lozingspunten van hemelwatervoorzieningen op oppervlaktewater zijn opgenomen in bijlage 9, waarmee aan de voorwaarden van het Besluit lozen buiten inrichtingen wordt voldaan. Geen klachten of aanwijzingen over afvalwaterlozingen e.d. op Registratie klachten en aanwijzingen. hemelwatervoorzieningen (foutaansluitingen). Geen klachten of aanwijzingen over voorkomen van rioolvreemd Registratie klachten en aanwijzingen. water. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de hemelwatervoorzieningen moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Plasvorming ten gevolge van opstuwing bij inlaatpunten van hemelwatervoorzieningen (kolken e.d.) vermijden. De kolken worden jaarlijks eenmaal gereinigd, waardoor de instroming onder normale omstandigheden gewaarborgd is. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. De uitvoering van maatregelen naar aanleiding van de inspecties is in Bussum nog niet consequent opgepakt. Waterdichtheid Hemelwaterriolen van verbeterd gescheiden rioolstelsels dienen in hoge mate waterdicht te zijn, Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. De uitvoering van maatregelen naar aanleiding van de inspecties is in Bussum nog niet consequent opgepakt. zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Registratie klachten en aanwijzingen. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de riolering wordt zoveel mogelijk overlast aan de burgers en bedrijven beperkt door werkzaamheden waar mogelijk te combineren. De belanghebbende bewoners worden tijdig geïnformeerd d.m.v. een bewonersbrief en/of informatieavonden :B ARCADIS 113

114 Functionele eisen Maatstaven Toetsing Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Afvoercapaciteit Optimaal systeemontwerp Controle van het ontwerp. transportsysteem De afvoercapaciteit van riolering en transportsysteem (gemalen en persleidingen) moet voldoende zijn om het aanbod van hemelwater te verwerken. gebaseerd op landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Pompcapaciteit vaststellen op basis van landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering) De gemalen van verbeterd gescheiden stelsels zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om het ingezamelde hemelwater naar de RWZI af te voeren. Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding voorzien. Het bestaande signaleringssysteem van de grotere gemalen bestaat uit afstand uitlezing en bediening. Op de afdeling Afvoercapaciteit (regulier functioneren) De bergings- en afvoercapaciteit van de hemelwatervoorzieningen moeten toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag binnen de voorzieningen te kunnen Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar(theoretisch). De hemelwaterriolering beschikt in het algemeen over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Slechts incidenteel treedt gedurende korte tijd water-op-straat op bij hevige regenval. verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de hemelwatervoorzieningen tekortschieten om de neerslaghoeveelheden binnen de Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of onacceptabele hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of Er is nog geen beschermingsniveau vastgesteld tot waaraan burgers gevrijwaard worden van wateroverlast met schade of ernstige belemmering tot gevolg. eigen voorziening af te voeren moet schade en hinder tot een minimum beperkt blijven. hinder worden geadopteerd. Emissies De vuiluitworp door hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Nabij regenwateruitlaten bij gescheiden stelsels zijn op basis van praktijkervaringen geen problemen bekend met de waterkwaliteit als gevolg van bijvoorbeeld foutieve aansluitingen of regenwaterlozingen. Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Alle lozingspunten van de hemelwaterriolering zijn opgenomen in bijlage 9. Doel 5: Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Zorgplicht grondwater (algemeen) Het voorkomen of beperken van Vastleggen wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen verstaan moet worden. Monitoring grondwaterpeilen en toetsen aan de vastgestelde criteria. structureel nadelige gevolgen door hoge of lage grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming. Inzicht in risico s Inzicht in locaties met een Inzicht in geografische spreiding van invloedfactoren (geologisch, Monitoring grondwaterpeilen en rapporteren kritische plekken. 114 ARCADIS :B

115 Functionele eisen Maatstaven Toetsing verhoogd risico op grondwateroverlast. waterhuishoudkundig, bouwkundig, civiel technisch, enz.) Inzicht in grondwaterregime Inzicht in de relatie tussen Grondwaterfluctuaties mogen geen aanleiding zijn tot Monitoring grondwaterpeilen, toetsen aan de lokaal vastgestelde grondwaterstanden en externe structureel nadelige gevolgen. criteria.. factoren, zoals neerslag, lekke riolen, bodemopbouw, enz. Rood: aandachtspunten :B ARCADIS 115

116 Bijlage 8 Overzicht lozingspunten 116 ARCADIS :B

117

118 Bijlage 9 Planvormen Gemeentelijk Rioleringsplan [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In het GRP legt de gemeente het beleid vast ter invulling van drie wettelijk opgelegde zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Daarbij komen zowel de objecten, het functioneren als de financiën aan de orde. Hoewel niet wettelijk vastgelegd omvat een GRP veelal een planperiode van 5 jaar. Visie op afvalwater [ zorgplicht afvalwater] In de toekomstvisie Verbindend Water voor het jaar 2050, een initiatief voortkomend uit het Bestuursakkoord Waterketen, worden hoge duurzaamheidsdoelen nagestreefd. Zo kunnen allerlei nuttige grondstoffen uit urine en fecaliën worden teruggewonnen op basis van het principe cradle-to-cradle (van wieg tot wieg) of kan thermische energie uit het afvalwater worden gewonnen. Vanzelfsprekend zijn de mogelijkheden voor deze duurzame toepassingen in de nieuwe stad beduidend hoger dan in de bestaande stad. Het is nu al nuttig voor gemeenten om zich op deze mogelijkheden te oriënteren omdat de riolen die morgen de grond ingaan naar alle waarschijnlijkheid het jaar 2050 zullen halen. Visie op hemelwater [ zorgplicht hemelwater] Tot op heden heeft de gemeente in voorkomende gevallen ad hoc besloten om het verhard oppervlak van gemengde rioolstelsels af te koppelen of niet. Daarbij zijn geen of nauwelijks afwegingen gemaakt tussen de voor- en nadelen van dit afkoppelen. Deze zijn namelijk sterk locatieafhankelijk en kunnen niet op basis van generiek (landelijk of regionaal) beleid ingevuld. Met de visie wil de gemeente in de komende planperiode tot een weloverwogen hemelwaterbeleid komen. Visie grondwater [ zorgplicht grondwater] Tot nu heeft de gemeente in voorkomende gevallen ad hoc besloten om bij grondwateroverlast maatregelen te treffen. Met de visie beoogd de gemeente in de komende planperiode tot een overwogen grondwaterbeleid te komen. Rioleringsbeheerplan [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] Een Rioleringsbeheerplan is een tactische planvorm waarin de werkwijze voor alle beheeractiviteiten die op de objecten zijn gericht (inventarisatie, inspecties en onderhoud) wordt vastgelegd. Dit zorgt niet alleen voor continuïteit in de bedrijfsvoering, het biedt ook de mogelijkheid om de activiteiten doelmatiger in te zetten (optimaliseren). Niet alle riolen zijn bijvoorbeeld gebaat bij een uniforme reinigingsfrequentie voor de gehele gemeente. Een gedifferentieerde frequentie, afgestemd op de behoefte van de lokale riolering leidt tot een optimale inzet van personele en financiële middelen. Dit moet leiden tot de situatie waarbij de huidige inspanningsverplichting zich ontwikkelt tot een resultaatsverplichting. Het Rioleringsbeheerplan vormt tenslotte ook de basis voor de jaarlijks op te stellen operationele programma s. Basisrioleringsplan [ zorgplichten afvalwater en hemelwater] In een Basisrioleringsplan wordt het functioneren van de riolering getoetst aan de functionele eisen voor afvoercapaciteit en emissies. Ter oplossing van de geconstateerde knelpunten worden doelmatige maatregelen vastgesteld. Tot op heden gebeurt dat veelal op strikt theoretische basis. In de toekomst zal bij deze toetsing ook het feitelijk gedrag van de riolering betrokken worden, zodra voldoende meetgegevens :B ARCADIS 117

119 zijn verzameld. Door het rekenmodel hier te kalibreren kunnen de maatregelen met meer zekerheid worden bepaald. Tegelijkertijd met de toetsing wordt een actueel overzicht van kengetallen bewerkstelligd, zoals af te voeren afvalwaterhoeveelheden en afvoerend verhard oppervlak. In die zin vormt het basisrioleringsplan een basis voor het met het waterschap te sluiten afvalwaterakkoord. Financiële trendanalyse De wijze van financieren van rioleringsuitgaven is van grote invloed op de hoogte van de rioolheffing. In de financiële trendanalyse worden de verschillende methoden uitgewerkt en met elkaar vergeleken. Omdat lasten uit het verleden moeten worden meegedragen naar de toekomst openbare voordelen van een nieuwe financieringswijze zich soms pas in de tweede levensfase. Een korte termijn benadering is dan ook volstrekt onvoldoende om de trends van de verschillende methoden inzichtelijk te maken. De rapportage beschrijft alle doorgerekende varianten en presenteert de resultaten op basis van financiële verslagen en grafieken. Afvalwaterakkoord [ zorgplichten afvalwater en hemelwater] Met het wegvallen van Wet verontreiniging oppervlaktewater behoort ook de aansluitvergunning tot het verleden. Waterschappen streven ter vervanging daarvan naar het sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten. Hierin worden naar de RWZI af te voeren afvalwaterhoeveelheden vastgelegd alsmede de locaties waar dit water wordt overgedragen. Een afvalwaterakkoord biedt ook ruimte om allerlei andere afspraken vast te leggen, zoals af te koppelen verhard oppervlak en de condities waaronder dit plaatsvindt. Ook kunnen de resultaten uit een optimalisatiestudie (OAS), waarin gestreefd wordt naar de meest doelmatige maatregelen binnen het gehele afvalwatersysteem, in het akkoord worden vastgelegd. Klimaatverkenning [ zorgplichten afvalwater en hemelwater] Tot op heden werd de afvoercapaciteit van riolering uitsluitend getoetst op het incidenteel voorkomen van water-op-straat (regulier functioneren). Door de klimaatverandering zal dit fenomeen zich in de toekomst nadrukkelijker manifesteren met schade door wateroverlast als reële mogelijkheid. In een klimaatverkenning wordt onderzocht in hoeverre dit beeld kan worden voorkomen door veelal bovengrondse maatregelen. Boven dit beschermingsniveau moet ernstige wateroverlast worden geaccepteerd (klimaatadaptatie). Een klimaatverkenning kan deel uitmaken van een basisrioleringsplan. Monitoringsplan [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In een monitoringsplan wordt de informatiebehoefte over het functioneren van de riolering vertaald in meetdoelen. Op basis van deze doelen worden een meetnet ontworpen, dat is opgebouwd uit meetsensoren op een aantal geselecteerde locaties. In het monitoringsplan wordt ook aandacht geschonken aan de specificaties van sensoren, de inrichting van meetlocaties, opleveringscontroles en datatransmissie, opslag en verwerking. Operationele jaarprogramma s [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In het Rioleringsbeheerplan wordt de tactiek (werkwijze) vastgesteld voor het operationele rioleringsbeheer. De jaarlijkse uitwerking vindt plaats in operationele jaarprogramma s. In elk jaarplan worden de werkzaamheden van het voorbije jaar geëvalueerd en worden de onderhouds-, uitvoerings- en onderzoeksmaatregelen voor het komende jaar vastgesteld met vermelding van geraamde kosten. Bij de evaluatie kunnen ook financiële aspecten worden betrokken om na te gaan in hoeverre nog in de pas wordt gelopen met de prognoses in het GRP. Op deze manier kan het jaarprogramma tegelijkertijd een solide basis vormen voor de jaarlijkse op te stellen productbegroting. Deze werkwijze effent het pad om van een inspanningsverplichting te groeien naar een resultaatsverplichting. 118 ARCADIS :B

120 Rioleringsplan [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In een rioleringsplan wordt het ontwerp voor een nieuw rioolstelsel beschreven. Het plan kan zowel op nieuwbouwlocaties als wijksaneringen betrekking hebben. Afhankelijk van de omstandigheden kan in het plan ook de drainage worden meegenomen. Incidentenplan [ zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] Een incidentenplan bevat de procedures die moeten worden opgevolgd bij calamiteiten om schade aan het milieu zoveel mogelijk te voorkomen. De calamiteiten kunnen betrekking hebben op uitval van gemalen en RWZI, lozing van gevaarlijke stoffen, bluswater, schade aan riolering of persleidingen, ernstige wateroverlast :B ARCADIS 119

121 Bijlage 10 Bijlage 10.1 Ramingen en planningen Bussum 120 ARCADIS :B

122 Heffingseenheden Opdrachtgever: gemeente Bussum Omschrijving project: Opstellen vgrp Projectnummer: C Toename aantal totaal jaar per heffings heffingeenheden eenheden totaal Begroting 2013 Uit de begroting: aantal heffingseenheden op basis van tarief eigen woning Euro 177 Rioolheffing eigen woningen , ,54 Rioolheffing eigen niet woningen , ,87 Rioolheffing grootverbruik ,00 220, ,60 som Heffing eig woning , ,00 afgerond :0.8!

123 (Lopende) kapitaallasten Opdrachtgever: gemeente Bussum Omschrijving project: Opstellen vgrp Projectnummer: C kapitaallasten (incl. BTW) kapitaallasten van NA het BCF(excl. BTW) rente jaar prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 jaar prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] TOTALEN TOTALEN incl BTW incl BTW incl BTW incl. BTW excl BTW excl BTW excl BTW excl. BTW rente afschrijvingen kapitaallasten afschrijvingen kapitaallasten :0.8!

124 Exploitatielasten (basis: gemeentebegroting) Opdrachtgever: gemeente Bussum Omschrijving project: Opstellen vgrp Projectnummer: C PLANVORMING (eenmalig) Adv.rioolbeheer: kosten derden GRP Subtotaal BEDRAGEN EXCL. BTW jaar Commentaar categorie [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] BTW Subtotaal BTW Onderhoud Rioolbeheer: herstel riolen door derden Vijverpark: onderhoud (derden) Pompen: beheer/onderhoud (derden) Vijzelgem.: bediening/onderh. (derden) Gemaal Zw.: bed./onderh. (derden) Subtotaal BTW Energie Vijverpark: energie Subtotaal BTW FACILITAIR + OVERIG Subtotaal BTW subtotaal BTW KOSTEN niet BTW-plichtig Rioolheffing: opleggen aanslagen (u) Rioolheffing: bezwaar/beroep (u) Rioolheffing: productie/verzendkosten Rioolheffing: onderhoud belastingpakket Rioolbeheer: verzekering en leges Rioolbeheer: VTA (u) Rioolbeheer: onderhoud en inspecties Rioolbeheer: verhalen schade Rioolbeheer: bijdr. aan straatreiniging Rioolbeheer: doorber.kpl.uitv.wijkbeh Vijverpark: beheer en toezicht (u) Riolen/kolken: schoonmaken Riolen/kolken: doorb.kpl.uitv.wijkbeh Vijzelgem.: verzekeringen Vijzelgem.: bijdr.zag exploitatiekosten Gemaal Zw.: verzekeringen Gemaal Zw.: schoonmaakonderhoud Gemaal Zw.: mutatie onderh.voorz.geb Gemaal Zw.: bijdr.expl.kosten H'sum Adv.rioolbeheer: beleidsadv. (u) Adv.rioolbeheer: GRP 2003/2008 (u) Subtotaal totaal BTW :0.8!

125 Onderzoekskosten Opdrachtgever: gemeente Bussum Omschrijving project: Opstellen vgrp Projectnummer: C BEDRAGEN EXCL. BTW Opstellen GRP BRP Jaarplan Aanschaf beheerprogram ma incl Levensduurver wachting analyse Opstellen Hemelwatervis ie Startjaar Frequentie [Om de.. Jr] 4, % Kosten [euro] excl BTW prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 Jaar [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] Rioleringsbeheerplan Klimaatverkenning Calamiteitenp lan Monitoren Onderzoek duurzame financiering Evaluatie milieumaatreg elen Diversen, feteinonderzo ek totaal excl. BTW Totaal BTW 1285:0.8!

126 vrijvervalriolering Vrijvervalriolering Opdrachtgever: gemeente Bussum Omschrijving project: Opstellen vgrp Projectnummer: C Gemengd + DWA riolering BEDRAGEN EXCL. BTW Hemelwaterriolering Totaal excl. BTW jaar prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 prijspeil 2012 [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] totaal m1 riool vervangingswaarde 656 per m1 0 per m1 732 per m1 0 per m1 685 per m1 BTW 21% :0.8! Page 1

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE MUIDEN 5 februari 2013 076731179:B - Definitief C01034.000215.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 8 1.1 Algemeen... 8 1.2 Specifiek... 9 1.3 Procedure...

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2012-2016 GEMEENTE HELLEVOETSLUIS CONCEPT ONTWERP 27 februari 2012 076318443:0.1 - Definitief C01034.000153.0100 Inhoud 1 Inleiding... 9 1.1 Het belang van riolering...

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Gemeentelijk Rioleringsplan 2013 t/m 2017 VOORSTEL 1. De geformuleerde doelen, 2. Het voorgenomen onderzoek 3. De voorgenomen beheermaatregelen 4. De rioolheffing in 2013

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Datum: Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de doelstellingen en inhoud van het ontwerp vgrp-5 voor de planperiode

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het?

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? 6.1 Het bekostigen van onze rioleringsopgave In de voorgaande hoofdstukken is beschreven wat we gedaan hebben en wat we in de nieuwe planperiode willen

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Stand van zaken riolering.

Stand van zaken riolering. 1 Stand van zaken riolering. Eind 2004 is het GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) 2005-2009 vastgesteld door de gemeenteraad. Het GRP is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van een goede integrale beleidsafweging

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE ONDERWERP Resultaten KDP gemeente Asten DATUM 17-10-2017 PROJECTNUMMER C03071.000332 ONZE REFERENTIE 079570186 0.3 VAN Bram van Mol AAN Paul Smeets Inleiding Vanuit het BAW wordt samengewerkt met de omliggende

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 voor de gemeente Bussum Concept Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting en Beheer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 14 april 2009 Verantwoording

Nadere informatie

GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C

GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - 23 oktober 2012 075723284:A Definitief C01034.000117.01000 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 12 1.1 Het belang van riolering 12 1.2 Aanleiding 12 1.3 Planvorming 13 1.4

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Datum Raadsvergadering: Bestuurlijk hoofdthema: Programma C Buurt en Buitenruimte BBVnummer: 119303 Raadsvoorstel: 120266 Portefeuillehouder: Mieke van Ginkel Onderwerp Verbreed

Nadere informatie

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel20071171301 Portefeuillehouder J.J. Nobel Steiler M. van Munster Collegevergadering 25 september 2007 Raadsvergadering 25 oktober 2007 1. Samenvatting Wat willen we

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert Vergadering: 4. ADV/M/18/11409 Z/M/18/61250 Sociaal Domein/Werk en Inkomen machtiging tot vertegenwoordiging De in dit voorstel genoemde kwaliteitsmedewerkers bezwaar en beroep van de Afdeling Sociaal

Nadere informatie

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: O.R. Wagner

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: O.R. Wagner Raadsvoorstel Registratienummer: RVO17.0065 Portefeuillehouder: O.R. Wagner Van afdeling: Stadsbeheer Bijlagen: Behandelend ambtenaar: Telefoonnummer: E-mail adres: ing. A.J.J. Post (0223) 67 8919 a.post@denhelder.nl

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING Zanddijk, Dingeman OG S1 RAD: RAD121212 2012-12-12T00:00:00+01:00 BW: BW121106 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 12 december 2012 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2015 2020 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 25 februari 2015 077548399:A Definitief C01034.000312.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 1.1 Inleiding... 9 1.2

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) 2014-2017 1. Inleiding Een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) beschrijft het beleid voor de drie gemeentelijke zorgplichten

Nadere informatie

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010-2015 Definitief Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011 Pagina 1 van 51 Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Emmen Subtitel : Stedelijk

Nadere informatie

Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet IBAproject

Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet IBAproject Aan de Gemeenteraad Raad Status 26 maart 2009 Besluitvormend Onderwerp Beschikbaar stellen krediet IBAproject Punt no. 15b Korte toelichting Het voorstel dat voor u ligt is gebaseerd op de uitkomsten van

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2013-2017 GEMEENTE ALBRANDSWAARDD 10 September 2012 076593942:0.7 Definitief/ Ontwerp vgrp C01034.000177.01000 Inhoud Samenvatting... 1 1 Inleiding... 5 1.1 Inleiding...

Nadere informatie

Mogelijkheden rioolheffing Stein

Mogelijkheden rioolheffing Stein Van den Bosch & partners Mogelijkheden rioolheffing Stein 9 maart 2015 de heer mr. R.M.M. (Robert) Duits Mogelijkheden rioolheffing Stein Overzicht onderwerpen: 1. Zorgplichten (brede) rioolheffing 2.

Nadere informatie

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK 2016 2020 Auteur Datum J. Stok 08-09-2015 R O SAMENVATTING 1. INLEIDING Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Zederik voor

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VII- 35 Leefomgeving 7 juni 2013 Riolering Kapelstraat/Wijnstraat, Hennebergstraat e.o.

agendanummer afdeling Simpelveld VII- 35 Leefomgeving 7 juni 2013 Riolering Kapelstraat/Wijnstraat, Hennebergstraat e.o. Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VII- 35 Leefomgeving 7 juni 2013 onderwerp Riolering Kapelstraat/Wijnstraat, Hennebergstraat e.o. en Rodeput 6722 zaakkenmerk Inleiding In het vgrp 2010-2015

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV. Vergadering: 15 10 2013 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar R. Lamein, 0595 447749 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. R. Lamein) Gewijzigd Raadsvoorstel

Nadere informatie

Programma 8. Grien en beheer

Programma 8. Grien en beheer Trojka: Programmahouder : G. Wiersma Donormanager : R. Heeringa Programmaregisseur : P. Westra 8.1 Hoofddoelstelling Samen met de burgers zorgen voor een kwalitatief goede fysieke leefomgeving (bodem,

Nadere informatie

Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 18Z00178/ M. Wildschut

Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 18Z00178/ M. Wildschut Raadsvoorstel Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2022 (GRP) Zaaknr/Documentnr Portefeuillehouder : : 18Z00178/18.0002303 M. Wildschut Losser, 13 februari 2018 Voorstel 1. Het ontwerp GRP Losser

Nadere informatie

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert 2012-2016 Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 3 juli 2014 Verantwoording Titel : Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert 2012-2016

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 juni 2012, revisie Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017. Nummer: 6f. AAN de raad van de gemeente Boxmeer

Nadere informatie

Doelmatig investeren afvalwaterketen regio Amstel, Gooi en Vecht

Doelmatig investeren afvalwaterketen regio Amstel, Gooi en Vecht Doelmatig investeren afvalwaterketen regio Amstel, Gooi en Vecht - Resultaten workshop 19 september 2013 - WELLDRA Doelmatig investeren afvalwaterketen regio Amstel, Gooi en Vecht - Resultaten workshop

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Waarom een verbreed GRP? 5 2. Wat zijn de kaders van het vgrp? 7 3. Wat willen we bereiken?

Nadere informatie

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterteam BMWE/NZV, 27 november 2013 Inhoud Aanleiding Ketenbenadering Maatregelen Kosten en Baten Specificatie Bedum Organisatie Aanleiding BMWE samenwerking Vier nieuwe

Nadere informatie

6 Financiën Goed rioolbeheer kost veel geld. Per jaar geeft de gemeente Uden ongeveer 3.5 miljoen euro uit. Dit bedrag omvat de exploitatiekosten, de kapitaalslasten, kosten voor rioolvervangingen, projectkosten

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp:

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Pagina 1 van 5 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Besteding uitvoeringsbudget wateroverlast Zijlkwartier. Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord te gaan met het toedelen van

Nadere informatie

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 10 november 2010 onderwerp: Verordening Rioolheffing 2011 bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel tot

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016. Nummer: 8d. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

: 13 mei 2013 : 23 september : G.J. Weierink : J.C. Teeuwen

: 13 mei 2013 : 23 september : G.J. Weierink : J.C. Teeuwen GEWIJZIGD RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering : 13 mei 2013 : 23 september 2013 Documentnr. Zaaknummer : 926 : Portefeuillehouder Verantwoordelijk

Nadere informatie

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^ GerneenteHeerde ^ Ae**^ ^u?olueffï^ Raadsvoorstel Raadsvergadering Afdeling en opsteller 7 september 2009 Ruimte / G. Liefers/ (0578) 699 534 Commissie Ruimte Portefeuille 17 augustus 2009 W. van Ommen

Nadere informatie

Voorstel Gemeenteraad VII- C

Voorstel Gemeenteraad VII- C Voorstel Gemeenteraad VII- C Onderwerp Portefeuillehouder Actualisatie 2014 Gemeentelijk Rioleringsplan Hans van Agteren agendaletter (C) Programma LO Aangeboden aan Raad 30 september 2014 Stuknummer Corsanummer

Nadere informatie

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12. G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

Transparantie in financiën

Transparantie in financiën Toekomstbestendige en duurzame financiering waterbeheer Transparantie in financiën - toekomstbestendige en duurzame financiering waterbeheer - opbouw! aanleiding! uitwerking vragen o beter vergelijkbaar

Nadere informatie

Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel

Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel +31654345704 zuidervliet@online.nl 27 OKTOBER 2015 Onderwerp: ACTUALISERING KOSTENDEKKING RIOLERING (definitief) Projectnummer: 2015ZW06 1. Aanleiding

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Planperiode 2012-2016 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 2 augustus 2012 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

Van Waterplan naar Watervisie

Van Waterplan naar Watervisie 22 oktober, Studiedag VVSG Van Waterplan naar Watervisie integraal waterbeleid in Nijmegen Jos van der Lint Waterservicepunt (WSP) www.waterbewust.nl Waalsprong 1996-2020 Dukenburg / Lindenholt 1965-1985

Nadere informatie

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen 4. Lokale Heffingen Kader De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken de burgers heel

Nadere informatie