VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN"

Transcriptie

1 VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE HELLEVOETSLUIS CONCEPT ONTWERP 27 februari :0.1 - Definitief C

2

3 Inhoud 1 Inleiding Het belang van riolering Aanleiding Werkwijze Leeswijzer Evaluatie Algemeen Aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing Aanleg van riolering bij nieuwbouw Beheer bestaande voorzieningen Planvormen Financiën Beleid en procedure Inleiding Landelijke ontwikkelingen Lokale speerpunten van beleid Drie zorgplichten, drie systemen Procedure: van knelpunt tot maatregel Bedrijfsvoering Afvalwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie Huidige situatie Areaalgegevens Toestand van de objecten Prognoses voor locatieontwikkeling in planperiode Toetsing Hemelwaterzorg Inleiding Achtergronden Invloedsfactoren hemelwaterbeleid Gewenste situatie Huidige situatie Toetsing Grondwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie :0.1 - Definitief ARCADIS 1

4 6.4 Huidige situatie Toetsing Bedrijfsvoering Inleiding Taakvelden Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Faciliteiten Samenwerking Middelen Financiële middelen Uitgaven en lasten Inkomsten en tariefontwikkeling Kostendekking Personele middelen Bijlage 1 Begrippenlijst Bijlage 2 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving Bijlage 3 Toelichting op de zorgplicht grondwater Bijlage 4 Beheervisie Bijlage 5 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Bijlage 6 Toetsing functionele eisen Bijlage 7 Overzicht lozingspunten Bijlage 8 Planvormen Bijlage 9 Ramingen en planningen Bijlage 10 Uitgaven en inkomsten Bijlage 11 Kostendekking Bijlage 12 Financieel verslag Bijlage 13 Spaarvoorziening Bijlage 14 Reacties Colofon ARCADIS :0.1 - Definitief

5 Samenvatting Zorgplichten Met het voorliggende GRP wordt invulling gegeven aan de planverplichting uit de Wet milieubeheer. Met de inhoud van dit plan wordt de basis gelegd voor de drie zorgplichten, waarvan sinds de intrede van de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 (inmiddels opgenomen in de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Waterwet) sprake van is. Naast de zorgplicht voor afvalwater zijn er nu ook zorgplichten voor hemelwater en grondwater. Dit GRP is dan ook de eerste voor Hellevoetsluis die een zogenaamd verbreed karakter heeft. Doelen De algemene doelstelling van riolering is bescherming van de volksgezondheid en het waarborgen van de leefomgeving van de burgers. Uit deze algemene doelen zijn de volgende doelen ontleend, waaraan het systeem moet voldoen: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. Bovenstaande systeemdoelen zijn vertaald in functionele eisen, waaraan maatstaven en meetmethoden zijn gekoppeld om de bestaande riolering te kunnen toetsen aan de gestelde doelen. Afvalwaterzorg Tot de afvalwaterzorg behoort de inzameling en afvoer van stedelijk afvalwater dat bestaat uit huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater alsmede vervuild hemelwater. Qua systemen vallen de gemengde en vuilwaterstelsels onder deze zorg alsmede de mechanisch systemen als drukriolering, persleidingen en rioolgemalen. De activiteiten die nodig zijn om deze zorgplicht adequaat in te vullen, verschillen nauwelijks van die in het vorige GRP. Toch zijn er voor de komende planperiode een reeks ambities vastgelegd waaraan extra aandacht aan zal worden besteed. Deze ambities zijn: 1. Het stedelijk afvalwater wordt doelmatig ingezameld en getransporteerd, zonder dat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en het milieu onverantwoordelijk wordt belast. 2. Uit nieuwbouwlocaties wordt het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater en het hemelwater (deels) afgevoerd naar de AWZI. De gemeente is in de eerste instantie terughoudend met de aanleg van gescheiden stelsels en het afkoppelen van verhard oppervlak, zeker in bestaande situaties. 3. Bestaande gemengde rioolstelsels zijn tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) in staat om extreme neerslag zonder schade voor burgers en bedrijven te verwerken. 4. Er bestaat inzicht in het feitelijk functioneren van de bestaande gemengde riolering door middel van het monitoren van waterstanden, overstorten en gemalen 5. Het tempo van rioolvervangingen houdt gelijke tred met de achteruitgang in kwaliteit van de riolen, waarbij zoveel mogelijk wijk- of clustergericht werk met werk wordt gemaakt. 6. Alle hoofdrioolgemalen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost en worden zodanig aangestuurd dat optimaal gebruikt wordt gemaakt van de aanwezige berging en het transport op een efficiënte manier plaatsvindt, waarbij ook het energieverbruik minimaal is (Real-Time Control) :0.1 - Definitief ARCADIS 3

6 Hemelwaterzorg Deze nieuwe zorgplicht is vastgelegd in de Waterwet en vraagt specifieke aandacht van de gemeenten voor de omgang met hemelwater. Uitgangspunt is dat hemelwater van origine zodanig schoon is dat dit zonder bezwaar in het milieu (oppervlaktewater of bodem) geloosd kan worden. Op grond van dit principe wordt er van hogerhand druk op de gemeenten uitgeoefend om het hemelwater dat nu in gemengde stelsels wordt ingezameld en afgevoerd naar de AWZI af te koppelen en lokaal te lozen. Naast de voor de hand liggende voordelen van afkoppelen kleven, zeker in de bestaande stad ook grote nadelen aan dit streven. De materie is zodanig complex dat de gemeente heeft besloten om de ontwikkeling van hemelwaterbeleid in de planperiode tot uitvoering te brengen om te voorkomen dat overhaaste besluiten worden genomen. Tot dan volgt de gemeente voor bestaande gebieden het principe NEE, tenzij. en voor nieuwe ontwikkelings-locaties en bij wijkgerichte vervanging het principe JA, mits.. De ambities voor de komende planperiode luiden verder als volgt: 1. Hemelwater wordt bij hevige buien afgevoerd zonder dat dit tot hinder of wateroverlast leidt (regulier functioneren). 2. Bij extreme neerslag wordt het hemelwater tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) zonder schade of ernstige belemmering (deels over maaiveld) afgevoerd. Boven dat beschermingsniveau is aanpassing noodzakelijk waarover de burgers ingelicht worden. 3. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend beleid gevolgd ( Nee, tenzij ) voor het afkoppelen van verhard oppervlak van bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 4. Voor uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval- en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 5. In principe worden afval- en hemelwaterstromen afkomstig van nieuwe percelen gescheiden op de perceelgrens aangeleverd bij de openbare voorzieningen (conform rioolaansluitingverordening). 6. De hoeveelheid rioolvreemd water wordt tot een minimum beperkt. 7. Foutaansluitingen op hemelwatervoorzieningen zijn tot een minimum teruggebracht. 8. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van hemelwatervoorzieningen, vergelijkbaar met die in de gemengde riolering. Grondwaterzorg Geldt voor de hemelwaterzorg dat de aandacht ten opzichte van de voorgaande situatie is verschoven, nieuw is de grondwaterzorg. Ook deze zorg is vastgelegd in de Waterwet en beoogt de burger de helpende hand te bieden op het moment dat hij problemen heeft met hoge of lage grondwaterstanden. De gemeente is aanspreekpunt en heeft de verplichting naar oplossingen te zoeken, veelal in samenwerking met het waterschap. Dat betekent niet dat de gemeente ook de verantwoordelijkheid draagt. De perceel eigenaar heeft wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid. Maar als de oplossingen in de publieke ruimte liggen, is de gemeente gehouden om voorzieningen te treffen waarvan de kosten kunnen worden omgeslagen op de hele gemeenschap via de rioolheffing. De ambities voor het grondwaterbeleid in Hellevoetsluis luiden als volgt: 1. Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming. 2. Burgers zijn op de hoogte waar klachten over grondwaterproblemen kunnen worden ingediend. 3. De gemeente heeft in beeld waar de grondwaterstand tot een risico kan leiden. 4. De gemeente heeft op wijkniveau inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied. 5. De gemeente is voorbereid op de gevolgen van de klimaatverandering. 6. De gemeente toetst bij klachten op uniforme wijze of er sprake is van structureel nadelige gevolgen, neemt het initiatief voor onderzoek naar de oorzaak van grondwaterproblemen en zoekt samen met het waterschap naar oplossingen in de openbare ruimte. 4 ARCADIS :0.1 - Definitief

7 7. De gemeente treft zonodig maatregelen in het openbare gebied indien deze maatregelen doelmatig zijn. Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. Eigenstandige grondwatermaatregelen zijn in de planperiode van dit vgrp nog niet aan de orde. 8. Bij de vervanging van riolering wordt in principe een robuuste drainage aangelegd die goed te onderhouden valt, tenzij de omstandigheden zodanig zijn dat deze voorziening ter plekke overbodig is. 9. De gemeente stelt vooralsnog geen grondwaterverordening op maar onderzoekt de komende planperiode wel nut en noodzaak hiervan. Aandachtspunten De toetsing van de huidige situatie aan de vastgelegde functionele eisen heeft de volgende aandachtspunten opgeleverd: I. De ontheffing van de provincie ten aanzien van het inzamelen van afvalwater voor locaties in het buitengebied moet worden geactualiseerd (minder locaties). II. Op twee locaties is er theoretisch sprake van waterkwaliteitsproblemen ten gevolge van rioollozingen. III. De klimaatbestendigheid van de gemengde riolering is onbekend. IV. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden rioolvreemd water die de gemengde rioolstelsels binnentreedt. V. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels. VI. Er bestaan geen inzicht in de werkelijke pompcapaciteiten van de bestaande rioolgemalen. VII. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels. VIII. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. IX. Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan. X. Er is nog onvoldoende inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden. XI. Er is nog geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden. De opgave De bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer moet, naast het uitvoeren van de reguliere taken, mede zijn afgestemd op de mogelijkheden om de geconstateerde aandachtspunten in de komende planperiode aan te pakken. Dit alles leidt tot de onderstaande opgave voor de periode , opgesplitst over de vijf taakvelden planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en faciliteiten. Daarnaast is samenwerking met andere gemeenten en het waterschap een actueel onderwerp. Planvorming De gemeente moet in de komende planperiode een visie ontwikkelen voor het hemelwaterbeleid en het grondwaterbeleid verder vorm geven. Daarnaast moet de gemeente over alle relevante plannen beschikken die nodig zijn om de drie zorgplichten adequaat in te vullen. In de komende planperiode worden de volgende plannen opgesteld: Gemeentelijk Rioleringsplan Hemelwatervisie. Grondwaterbeleidsplan. Rioleringsbeheerplan. Klimaatverkenning. Incidentenplan. Operationele jaarprogramma s :0.1 - Definitief ARCADIS 5

8 Onderzoek Onderzoeksactiviteiten vallen uiteen in inventarisatie en inmetingen, berekeningen, monitoren en rioolinspecties. Daarbij moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan: Onderzoeksinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). Veldmetingen in de riolering geven een goed inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, waardoor, in combinatie met een daarop afgestemd rekenmodel, de doelmatigheid van nieuwe maatregelen wordt verhoogd. Veldmetingen in het grondwater geven een goed inzicht in de fluctuaties van grondwaterstanden en de risico s op structureel nadelige gevolgen. Onderhoud Onderhoudsactiviteiten bestaan vooral uit het reinigen en inspecteren van de voorzieningen en verder alle werkzaamheden die nodig zijn om het systeem goed te laten functioneren en risico s zoveel mogelijk te vermijden. In de komende planperiode wordt een aanvang gemaakt met het doorvoeren van differentiatie in de activiteiten als functie van de lokale behoeftes van het systeem. Dat betekent dat niet langer een vaste frequentie voor de activiteiten voor het gehele systeem wordt gehanteerd zoals het reinigen van de riolen met een frequentie van eenmaal per 7 jaar. Dit moet de doelmatigheid van de inspanningen verhogen. Maatregelen Maatregelen zijn onderverdeeld in verbeteren, repareren, vervangen, renoveren en aanleg. In de voorgaande planperiode zijn de verbeteringsmaatregelen ter beperking van emissies niet volledig uitgevoerd. Voor de komende planperiode staan de resterende verbeteringsmaatregelen, met uitzondering van het bergbezinkbassin, wel op het programma om uitgevoerd te worden. Daarnaast zijn hydraulische maatregelen voorzien om de water-op-straat op enkele locaties op te lossen en zijn enkele aanpassingen aan drempels van overstorten gepland. Uit kwaliteitsonderzoek is gebleken dat op een aantal locaties reparaties aan de riolering nodig zijn om de beoogde levensduur van de voorzieningen te verzekeren. Uit kwaliteitsonderzoeken blijkt ook dat het aantal vroegtijdig te vervangen riolen zeer beperkt te zijn. Daarnaast kan op basis van dezelfde onderzoeken worden geconcludeerd dat de levensduur van de riolering op 60 jaar gesteld kan worden. In de komende planperiode zal, op basis van uitkomsten van rioolinspecties, gecontroleerd moeten worden of een levensduur van 60 jaar realistisch blijft. Faciliteiten Tot het taakveld faciliteiten behoren de activiteiten gegevensbeheer, klachtenregistratie en -afhandeling, communicatie, vergunningen en waterloket. Globaal kan de situatie voor deze deeltaken als volgt worden omschreven: Het gegevensbeheer voldoet aan de eisen die de Wet informatie ondergrondse netwerken (WION) daaraan stelt. Klachten kunnen worden ingediend bij het Klachten Contact Centrum (KCC), waarna op adequate wijze registratie en afhandeling plaatsvindt. Voor de communicatie met de burger maakt de gemeente gebruik van de gangbare kanalen, zoals folders en de gemeentelijke website. De loketfunctie voor de ontvangst van aanvragen voor de watervergunning is inmiddels ingevuld. De ingang voor het waterloket wordt ingevuld door het KCC. In de komende planperiode wordt de nadruk gelegd op de herkenbaarheid en vindbaarheid van het (grond)waterloket. Daarnaast worden de procedures voor de afhandeling van meldingen geoptimaliseerd. 6 ARCADIS :0.1 - Definitief

9 Samenwerking Vanuit het Bestuursakkoord Waterketen (2007) en het recente Bestuursakkoord Water (2011) wordt sterk aangedrongen op meer samenwerking tussen gemeenten en waterschappen om krachten en kennis te bundelen teneinde meer doelmatigheid in de afvalwaterketen (riolering en zuivering)te bereiken. Tot op heden is het Waterschap Hollandse Delta actief geweest in het zoeken naar samenwerking met gemeenten op het gebied van plaatsen van IBA s, gemalenbeheer, optimalisatiestudies, monitoringsprojecten, enz. In de komende tijd gaan de gemeenten binnen het zuiveringsgebied en het waterschap de samenwerking verder invullen op basis van de afspraken die door VNG en UvW op landelijk niveau zijn gemaakt. De basis is hier reeds voor gelegd door gezamenlijk een feitenonderzoek uit te voeren en de hieruit voortkomende business casus gezamenlijk nader uit te werken. Middelen Om de doelstelling uit het voorliggende GRP te halen zijn voldoende financiële en personele middelen noodzakelijk. Financiële middelen In vergelijking met het vorige GRP is voor het nieuwe GRP meer aandacht besteed aan de onderbouwing van de uitgaven voor de komende planperiode. Extra aandacht is gegeven aan de hoogte van de vervangingsinvesteringen voor de vrijverval riolering, omdat deze kostenpost van alle uitgaven het zwaarste weegt. In Figuur 1 is het uitgavenpatroon van vervangingsinvesteringen, exploitatielasten en btw-component gedurende de beschouwde periode van weergegeven. Figuur 1, Uitgavenpatroon :0.1 - Definitief ARCADIS 7

10 Financiële trendanalyse In het voorliggende GRP is geen tekst over de kostendekking van de rioleringslasten opgenomen, omdat nog besluitvorming moet plaatsvinden over de wijze van financieren. In de Financiële trendanalyse zijn daartoe een aantal varianten opgenomen waaruit een keuze moete worden gemaakt. De gekozen variant zal vervolgens in het GRP worden verwoord, waarna het GRP zijn definitieve vorm heeft. Personele middelen De aanwezige personele formatie in Hellevoetsluis is getoetst aan landelijke kengetallen voor vergelijkbare gemeenten. Daarvoor is gebruik gemaakt van een rekenmodel van de Stichting RIONED. Op basis van dit model zou in Hellevoetsluis een formatie van 3,0 fte benodigd zijn. In werkelijkheid beschikt de gemeente over een formatie van 2,5 fte. Indien dit aanleiding mocht zijn voor het ontstaan van knelpunten dan zorgt de gemeente voor een passende oplossing. 8 ARCADIS :0.1 - Definitief

11 1 Inleiding 1.1 HET BELANG VAN RIOLERING Riolering heeft samen met de drinkwatervoorziening sinds de 19e eeuw voor de volksgezondheid meer betekend dan de ontwikkeling van de medische wetenschap daarna. Dat is in het kort de conclusie die internationale wetenschappers enkele jaren geleden trokken uit de beantwoording van de vraag welke medische ontwikkeling de grootste invloed heeft uitgeoefend op de hedendaagse volksgezondheid. Bij de gewone burger is dit besef echter ver weggezakt. Zuiver drinkwater en riolering zijn zo vanzelfsprekend geworden, dat men zich niet meer realiseert welke rijkdom we hiermee in onze huizen bezitten: de basis voor een gezond leven. Wat er allemaal komt kijken om de voorzieningen elke dag weer probleemloos te laten functioneren, realiseert men zich nauwelijks. Pas als het fout gaat wordt men zich weer bewust van het belang van deze voorzieningen en de luxe die we daarmee bezitten. Inmiddels hebben we in Nederland een ondergrondse infrastructuur voor de riolering aangelegd met een vervangingswaarde van maar liefst 77 miljard. Dagelijks zijn er vele medewerkers van overheden en bedrijfsleven bezig om het rioleringssysteem probleemloos te laten functioneren. Daar merkt de burger vrijwel niets van. Voor het beheren van deze infrastructuur betaalt een meerpersoonshuishouden gemiddeld (landelijk) 167,- per jaar aan rioolheffing (bron: RIONED 2010). Voor dat bedrag komen we niet alleen op een hygiënische wijze van onze fecaliën af, maar kunnen we tegelijkertijd op eenvoudige wijze het grijze water (wassen, afwassen, douchen, enz.) en het overbodige hemelwater lozen. 1.2 AANLEIDING Aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen zijn gemeentelijke taken, welke hun wettelijke basis hebben in de Wet milieubeheer (Wm art ). Met het inwerkingtreden van de Wet gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 hebben naast de zorg voor het stedelijk afvalwater ook de (gemeentelijke) zorg voor het afstromende hemelwater en grondwater een duidelijkere basis in de wetgeving gevonden. De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen (Wet milieubeheer, art.4.22). Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten :0.1 - Definitief ARCADIS 9

12 Met het voorliggende Gemeentelijk Rioleringsplan legt het gemeentebestuur het rioleringsbeleid vast voor de komende planperiode met een doorkijk naar toekomst. Artikel 4.22 (Wm) De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 1. Het plan bevat tenminste: Met respect voor wat in het verleden tot stand is gekomen, wordt verder gebouwd aan een robuust en flexibel rioleringssysteem dat voldoet aan de hedendaagse eisen en tegelijkertijd inhaakt op maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot doelmatigheid en duurzaamheid. a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven In overeenstemming met de aangepaste wetgeving is het GRP ten opzichte van het vorige plan uitgebreid met de zorgplichten voor hemelwater en grondwater. We spreken dan ook wel van een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp). b. bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen 1.3 WERKWIJZE voorzieningen als bedoeld onder a; c. een overzicht van de wijze waarop de Geldigheidsduur Op basis van de informatie uit het gemeentelijke rioolbeheersysteem en recent onderzoek kan een goed beeld worden gegeven van de te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen op korte termijn. Beleidsontwikkelingen, zoals Waterbeheer d. e. voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 21ste eeuw en de Europese Kaderrichtlijn Water, maar ook de autonome ontwikkelingen als de klimaatverandering, maken een plancyclus van 5 jaar gewenst om het gemeentelijk beleid op de landelijke en mondiale ontwikkelingen aan te kunnen laten haken. Dat betekent dat het voorliggende vgrp betrekking heeft op een planperiode van 2012 tot en met Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. 3. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aan gemeenten de plicht opleggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10.33, alsmede de taken, bedoeld in de artikelen 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden Totstandkoming De bestuurlijke, financiële en juridische gesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking. verantwoordelijkheid voor de invulling van de wettelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater ligt op grond van de Wet milieubeheer bij de gemeente. De gemeente heeft zich bij het opstellen van het vgrp laten ondersteunen door ARCADIS. Overleg met andere overheden Het vgrp is in nauwe samenwerking met het Waterschap Hollandse Delta, de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat opgesteld. Het ontwerp vgrp is vervolgens ter commentaar aan deze instanties voorgelegd. De formele reacties op dit vgrp zijn in Bijlage 14 opgenomen. 10 ARCADIS :0.1 - Definitief

13 Relatie met andere plannen De beleidsvoornemens in dit vgrp zijn afgestemd op de volgende plannen en beleidsstukken: Lokaal Waterplan Hellevoetsluis (2005); Waterkwaliteits- en kwantiteitstoets Hellevoetsluis (Waterschap Hollandse Delta, 2007); Meetplan Hellevoetsluis (Nelen & Schuurmans, 2008); Basisrioleringsplan Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Optimalisatie persleidingstructuur Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Systeemanalyse grondwater en grondwatermeetnet Hellevoetsluis (Royal Haskoning, 2011). Regionaal Provinciaal Waterplan Zuid-Holland (2009); Waterbeheersplan Waterschap Hollandse Delta (2009); Rioleringsbeleid gemeentelijke zorgplichten en waterschap Hollandse Delta (ontwerp, 2010). Afvalwaterketenrapportage 20120; Waterschap Hollandse Delta (2010) Nationaal Waterbeleid voor de 21ste eeuw (2000); Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK2007); Nationaal Waterplan (2009); Bestuursakkoord Water 2011 (BAW2011). Internationaal Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). 1.4 LEESWIJZER Na de behandeling van de aanleiding en enkele procedurele aspecten voor het nieuwe GRP in dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 teruggekeken op de voorgaande planperiode. Wat is er wel en wat niet uitgevoerd van de voorgenomen activiteiten uit het voorgaande GRP? :0.1 - Definitief ARCADIS 11

14 Hoofdstuk 3 bevat de speerpunten van het rioleringsbeleid in Hellevoetsluis voor de komende planperiode, dat al dan niet is ingegeven door landelijke ontwikkelingen. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk enkele procedures die bij de totstandkoming van het vgrp zijn gevolgd. In de hoofdstukken 4 t/m 6, Afvalwaterzorg, Hemelwaterzorg en Grondwaterzorg, wordt de aandacht gericht op de drie afzonderlijke zorgplichten. Het accent ligt daarbij telkens op het functioneren van het desbetreffende systeem. Voldoet het aan de functionele eisen en wat zijn daarin de knelpunten? Het doorvoeren van maatregelen om deze knelpunten op te lossen is, evenals de reguliere beheeractiviteiten, mensenwerk. De benodigde activiteiten en maatregelen zijn beschreven in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering en voorzien van budgetten en planningen. Tot slot wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op de benodigde financiële en personele middelen om alle activiteiten en maatregelen uit te kunnen voeren en bekostigen. 12 ARCADIS :0.1 - Definitief

15 2 Evaluatie 2.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt kort teruggekeken op de voorgaande planperiode ( ) om hieruit lering te trekken voor de komende planperiode. Conform de opbouw van het GRP worden de volgende onderdelen geëvalueerd: Aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing Aanleg van riolering bij nieuwbouw; Beheer bestaande voorzieningen; Rioolvervangingen; Verbeteringsmaatregelen; Planvormen; Financiën. 2.2 AANLEG VAN VOORZIENINGEN BIJ BESTAANDE BEBOUWING In het GRP was sprake van 82 ongerioleerde panden. Het betrof 73 panden buiten de bebouwde kom. Vier panden, vier woonboten en een lichtschip zijn binnen de bebouwde kom gelegen. Van de 73 panden in het buitengebied zijn in de afgelopen planperiode 47 panden op de riolering aangesloten, zodat daar nog 26 panden niet zijn aangesloten. In samenhang van de ontwikkeling van Kickersbloem 3 worden 5 woningen op de riolering aangesloten en worden 8 woningen geamoveerd. Voor 5 panden zal in de komende planperiode een aansluiting op de riolering worden gemaakt en voor de resterende 8 panden zal de ontheffing van de aansluitplicht worden geactualiseerd :0.1 - Definitief ARCADIS 13

16 Van de 9 objecten binnen de bebouwde kom zijn in de afgelopen planperiode 2 panden geamoveerd en zijn nog geen verdere aansluitingen op de riolering gerealiseerd. De ongezuiverde lozingen van de woonschepen zijn nog niet gesaneerd. In de afgelopen planperiode is in de Heliushaven ten behoeve van de watersport een vuilwater inzamelstation gerealiseerd. 2.3 AANLEG VAN RIOLERING BIJ NIEUWBOUW Van de in de gemeente Hellevoetsluis in 2006 geplande woningen zijn in de afgelopen planperiode ( ) 519 woningen gerealiseerd. Voor de nieuwbouwlocaties heeft de gemeente verbeterd gescheiden systemen aangelegd, waarbij het hemelwater en afvalwater via twee aparte leidingsystemen worden ingezameld. Het vuilwater en een deel van het ingezamelde hemelwater worden via gemalen afgevoerd naar de AWZI. 2.4 BEHEER BESTAANDE VOORZIENINGEN Operationele beheerplannen De jaarprogramma s zijn een belangrijk instrument om de voortgang van het GRP te bewaken. Hierin zijn de jaarlijkse activiteiten op het gebied van aanleg, onderzoek en maatregelen geconcretiseerd. In de gemeente Hellevoetsluis is in de afgelopen planperiode geen gebruik gemaakt van deze systematiek. Inspectie en reinigen De gemeente heeft in de afgelopen planperiode een inhaalslag gemaakt met betrekking tot het meer inzicht krijgen van de oude riolen. In de afgelopen planperiode is circa 85 km gereinigd en geïnspecteerd (2009: 30 km, 2010: 30 km, 2011: 25 km). Daarnaast dient 616 meter nog geïnspecteerd te worden op basis van leeftijd. In 2008 is de technische staat van alle gemalen vastgesteld. Drie gemalen (Tolweg, Kickersbloem en Bonsen Hoek) zijn door DHV nader onderzocht met als resultaat dat alle drie de gemalen dienen te worden gerenoveerd. Tolweg is reeds uitgevoerd in 2010 en Kickersbloem is uitgevoerd in vierde kwartaal van Renovatie van gemaal Bonsen Hoek is gepland in de eerste helft van De kolken zijn over het algemeen eenmaal per jaar gereinigd. De reiniging wordt op basis van een vast programma uitgevoerd. Aanvullende reiniging is locatie specifiek. In de huidige situatie is geen registratie van de hoeveelheid afgevoerde slib. Rioolvervangingen De gemeente had in de afgelopen planperiode het voornemen alle riolen ouder dan 40 jaar te inspecteren. In het kostendekkingsplan was ook budget opgenomen om, vanaf 2008, riolen te kunnen vervangen die op grond van hun conditie en/of in het kader van integrale aanpak van de openbare ruimte hiervoor in aanmerking kwamen. Op basis van de uitgevoerde rioolinspecties in 2009 en 2010 zijn geen rioolvervangingen uitgevoerd. Drukriolering en persleidingen In het vorige GRP stonden voor de bestaande drukriolering de eerste elektromechanische vervangingen gepland. Daarnaast zou een deel van de bestaande drukriolering en alle nieuw aan te leggen drukriolering op het signaleringssysteem worden aangesloten. De elektromechanische vervangingen van de pompunits (pomp- en leidingwerk) voor het plangebied Westdijk en de werkzaamheden voor het gemaal Citta Romana zijn inmiddels gepland in Alle 14 ARCADIS :0.1 - Definitief

17 pompunits van de drukriolering, met uitzondering van Verlengde Lagelandseweg 6 en 8, zijn aangesloten op het storingssignaleringssysteem. Verbeteringsmaatregelen De geplande vuiltechnische en hydraulische verbeteringsmaatregelen zijn in de afgelopen planperiode Maatregel [-] nog niet uitgevoerd. In Tabel 1 is een overzicht te vinden met de status van de geplande verbeteringsmaatregelen. Status [-] Begroot [ ] Werkelijk BBB Vesting (120 m 3 ) Niet uitgevoerd - - Vergroten bestaande riolen naar Ø500 mm (Hellevoetsluis West Glaciswijk) Aanbrengen overstortput inclusief afvoerleiding Ø500 mm (Hellevoetsluis West Rijksstraatweg) Maatregelen wateroverlast gemeentehuis (Vesting Oost gemeentehuis) 2011/ Nog niet uitgevoerd / [ ] Tabel 1, Status geplande verbeteringsmaatregelen. In overleg met het Waterschap Hollandse Delta is op basis van de uitkomsten van het waterkwaliteitsspoor een effectievere plaats gekozen voor het plaatsen van een bergbezinkvoorziening (BBB), namelijk in Nieuwenhoorn (overstort Smithilseweg). Hiermee is het geplande bergbezinkbassin in de Vesting komen te vervallen. Het vergroten van bestaande riolen naar Ø500 mm in de Glaciswijk worden gecombineerd met een buurtgerichte aanpak. De uitvoering vindt plaats in de eerste helft van Het aanbrengen van overstortput inclusief afvoerleiding Ø500 mm ter plaatse van de Rijksstraatweg is nog niet uitgevoerd. De effectiviteit van de maatregel zal opnieuw worden berekend. In het kader van de geplande maatregelen om de wateroverlast ter plaatse van het gemeentehuis te verhelpen zijn in de eerste helft van 2011 diverse acties uitgevoerd zoals: een uitgebreid onderzoek, inspecties en inmetingen van het rioolstelsel rondom het gemeentehuis ter voorbereiding voor de modelberekeningen. Op basis van de resultaten uit de modelberekeningen zullen concrete verbeteringsmaatregelen worden bepaald en uitgevoerd. Naast het treffen van maatregelen in de riolering moeten tevens aanvullende bouwkundige voorzieningen aan het gebouw worden uitgevoerd. Het uitvoeren van de maatregelen is gepland in Lozing bedrijfsafvalwater Controle en handhaving van de lozingsvoorschriften van de bedrijven zijn uitgevoerd door DCMR. Dit geldt ook voor de bedrijven die voorheen door Waterschap Hollandse Delta werden gecontroleerd. Monitoren Om de doelmatigheid van een eventuele BBB in de kern Nieuwenhoorn te toetsen heeft de gemeente in samenwerking met het waterschap in 2008 het Meetplan Hellevoetsluis opgesteld om eerst te gaan meten alvorens daadwerkelijk een BBB wordt gerealiseerd. Het meetprogramma is door onvoldoende budget bij het Waterschap niet verder uitgevoerd. Dit heeft het waterschap per brief (d.d. 11 november 2009) aan de gemeente kenbaar gemaakt :0.1 - Definitief ARCADIS 15

18 Systematisch rioolbeheer Het is noodzakelijk om continu de geometrische gegevens in het beheersysteem actueel en volledig te houden. In de afgelopen planperiode heeft de gemeente veel vooruitgang geboekt bij het verwerken van alle verzamelde gegevens te verwerken in het digitale rioolbeheersysteem. Voorlichting Bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de riolering is de overlast voor de burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperkt. Vooruitlopende op de werkzaamheden zijn de belanghebbende burgers en bedrijven door middel van internet, via het eigen blad Helius en doormiddel van huis aan huis bladen tijdig geïnformeerd. In 2011 is onder de inwoners van de Hellevoetsluis een waterenquête uitgevoerd naar de ervaring met grondwaterover- of onderlast en de beleving van water. De enquête ging in op grondwater, regenwater, riolering en oppervlaktewater. De enquête is ruim 700 keer ingevuld. Ongeveer de helft van de respondenten meldt overlast die toegeschreven wordt aan het grondwater. Het betreft vooral overlast van water in de kruipruimte, in veel gevallen gedurende het hele jaar of een groot deel van het jaar. Afkoppelen In de afgelopen planperiode zijn geen afkoppelprojecten uitgevoerd. 2.5 PLANVORMEN De volgende plannen zijn in de afgelopen planperiode opgesteld: Meetplan Hellevoetsluis (Nelen & Schuurmans, 2008); Optimalisatie persleidingstructuur Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Systeemanalyse grondwater en grondwatermeetnet Hellevoetsluis (Royal Haskoning, 2011). 2.6 FINANCIËN Rioolheffing In 2010 is op basis van de Gemeentewet het rioolrecht omgezet naar een rioolheffing. Het rioolrecht was gekoppeld aan het profijtbeginsel, terwijl de rioolheffing een algemene belastingmaatregel betreft. De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is zowel volgens de planning uit het GRP als in werkelijkheid weergegeven in Tabel 2. Rioolheffing per jaar GRP ,- 65,- 73,- 81,- 89,- Geïndexeerd 57,- 68,25 81,03 86,67 97,01 werkelijk verloop 57,- 62,89 78,33 86,49 107,40 Tabel 2, Gepland en werkelijk verloop rioolheffing. 16 ARCADIS :0.1 - Definitief

19 De huidige rioolheffing bedraagt momenteel 107,40 per aansluiting. Dit bedrag is hoger dan de prognose voor 2011 uit het GRP Op grond van de CBS-prijsindexcijfers voor de GWW-sector, riolering zijn de prijzen sinds 2007 met ca. 9% gestegen. Dat impliceert dat de huidige rioolheffing ongeveer 97,- per aansluiting zou moeten bedragen. De hogere rioolheffing kan deels verklaard worden doordat een deel van de kosten voor het straatreinigen in het tarief zijn meegenomen. Echter met name het achterblijven van de woningbouwproductie en daarmee het aantal aansluitingen is sterk van invloed geweest op de tariefontwikkeling. Exploitatiebalans De rioolheffing wordt in hoge mate bepaald door de hoogte van de lasten en de stand van de voorziening. Onderstaande tabellen geven een overzicht van de geprognotiseerde (GRP ) en werkelijke lastenontwikkeling. Tabel 3, Lastenontwikkeling. Uitgaven Totaal GRP Werkelijk Begroot bedrag In totaal is in de periode ca. 0,8 miljoen minder uitgegeven dan geprognotiseerd. Tariefegalisatievoorziening Gedurende de planperiode hebben de geplande en gerealiseerde saldi van de tariefegalisatievoorziening (peildatum 1 januari) zich ontwikkeld zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Tabel 4, Ontwikkeling voorziening. Saldo voorziening 31/ GRP Vervangingsvoorziening Egalisatievoorziening Inclusief rentetoevoeging van 3,25% De werkelijke stand van beide voorzieningen samen op 31 december 2011 ( ) is hoger dan de prognose uit het vorige GRP ( ). Het verschil wordt vooral veroorzaakt doordat een aantal geplande verbeteringsmaatregelen niet zijn uitgevoerd :0.1 - Definitief ARCADIS 17

20 3 Beleid en procedure 3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de speerpunten van het lokale rioleringsbeleid voor de komende planperiode, dat mede is ingegeven door recente landelijke beleidsontwikkelingen en wetgeving. Vervolgens wordt ingegaan op de procedures die bij de totstandkoming van het GRP zijn gevolgd. De inhoud is beperkt tot de hoofdzaken. Algemene zaken zijn opgenomen in de bijlagen en relevante onderwerpen voor het lokale rioleringsbeleid zijn nader uitgewerkt in de navolgende hoofdstukken. Door deze opzet vormt dit hoofdstuk een leeswijzer voor dit GRP. 3.2 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN In de afgelopen planperiode hebben vele ontwikkelingen plaatsgevonden die veelal zijn vastgelegd in bestuursakkoorden, zoals het Bestuursakkoord Waterketen (2007) en het Bestuursakkoord Water (2011). Dit heeft eveneens geleid tot nieuwe wetgeving waarvan de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken de belangrijkste vormt. In Bijlage 2 is een overzicht gegeven van de relevante beleidsnotities en wet- en regelgeving. Over het algemeen wordt groot belang gehecht aan het scheiden van vuile en schone waterstromen en een structurele aanpak van de grondwaterproblematiek. Het beleid is verder gericht op het in de toekomst bereiken van een klimaatbestendig afvalwatersysteem (riolering en zuivering) met een hoog gehalte aan duurzaamheid, dat 18 ARCADIS :0.1 - Definitief

21 op doelmatige wijze in stand wordt gehouden, mede op basis van een intensieve samenwerking met het waterschap. Dit alles in combinatie met het benutten van innovatieve ontwikkelingen en een transparante verantwoording van kosten. Ondanks dat de eerder vastgelegde afspraken (Nationaal Bestuursakkoord Water en Bestuursafspraken Waterketen) onverminderd van kracht blijven, hebben de meest recente doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water voor de gemeenten in de komende tijd de meeste betekenis. Tot 2020 moet in het waterbeheer in totaal 750 mln doelmatigheidswinst worden behaald, waarvan 380 mln in de waterketen bij waterschappen en gemeenten. Deze kostenbesparing kan alleen bereikt worden indien capaciteit en kennis worden gebundeld, operationele taken worden geprofessionaliseerd en intensief wordt samengewerkt. Naast bovenstaande doelstellingen vanuit de verschillende bestuursakkoorden heeft de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken, die sinds 1 januari 2008 van kracht is, geleid tot een uitbreiding van de gemeentelijke zorgtaken, te weten: 1. De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (bestaand). 2. De zorgplicht voor het hemelwater (nieuw). 3. De zorgplicht voor het grondwater (nieuw). Inmiddels zijn de artikelen uit deze wijzigingswet overgenomen in de Wet milieubeheer, Gemeentewet en de nieuwe Waterwet (sinds december 2010 van kracht). Stedelijk afvalwater Hemelwater Grondwater In Bijlage 2 is ook informatie opgenomen over andere relevante wetgeving die recent tot stand is gekomen. 3.3 LOKALE SPEERPUNTEN VAN BELEID Voor de komende planperiode kiest de gemeente voor een behoudende opstelling ten aanzien van de, soms vergaande, landelijke ontwikkelingen. De voornemens voor het te voeren beleid zijn hieronder per speerpunt bondig samengevat. In de volgende hoofdstukken is een en ander verder uitgewerkt. ZORGPLICHTEN Van de drie zorgtaken zal er in de komende planperiode vooral aandacht worden geschonken aan de zorgplicht grondwater, omdat dit een echt nieuw fenomeen is. Aan de hand van een analyse van geïnventariseerde knelpunten zal grondwaterbeleid worden opgesteld, dat mogelijk tot het nemen van maatregelen zal leiden. In ieder geval zal extra aandacht komen voor de inrichting van een specifiek waterloket en de registratie en afhandeling van klachten. Met betrekking tot de zorgplichten afvalwater en hemelwater verandert er voor de komende planperiode weinig :0.1 - Definitief ARCADIS 19

22 DUURZAAMHEID Daarnaast bestaan over de effecten van het afkoppelen van hemelwater op de waterkwaliteit nog veel onzekerheden, terwijl de extra kosten voor de aanleg van een gescheiden rioolstelsel hoog oplopen. De gemeente zal in de komende periode dan ook een behoudende positie innemen. Van geval tot geval worden bekeken of en zo ja op welke wijze meer duurzaamheid kan worden bewerkstelligd. In de operationele sfeer zal wel de nodige alertheid worden betracht om daar waar mogelijk het energieverbruik en de CO2-belasting terug te dringen. KLIMAATBESTENDIGHEID In de komende planperiode zal een verkenning plaatsvinden van knelpunten in de afvoercapaciteit van de riolering die een gevolg zijn van de te verwachten klimaatontwikkeling. Op het moment dat ter plekke werkzaamheden worden voorbereid, kunnen doelmatige maatregelen worden meegenomen om geconstateerde knelpunten op te lossen ter voorkoming van wateroverlast in de toekomst. DOELMATIGHEID De gemeente wil in de komende planperiode de doelmatigheid van het rioleringsbeheer verhogen. Dit kan onder meer worden bereikt door het toepassen van een gedifferentieerde frequentie van onderhoudsactiviteiten die is afgestemd op de behoefte van het systeem. Jaarlijks worden operationele programma s opgesteld om de in het afgelopen jaar uitgevoerde activiteiten te evalueren en de benodigde activiteiten voor het komende jaar in te plannen. Ook het monitoren van het feitelijk gedrag van de riolering draagt bij aan het vaststellen van effectievere verbeteringsmaatregelen in de toekomst. TRANSPARANTIE Om de kostenontwikkeling op de voet te volgen worden bij het opstellen van jaarprogramma niet alleen de technische activiteiten uit het voorgaande jaar geëvalueerd, maar ook de kosten. Op die manier kunnen afwijkingen van de prognoses uit de GRP tijdig worden gesignaleerd en de benodigde maatregelen worden getroffen om een en ander bij te sturen. Ook de wijze van financieren van de rioleringsuitgaven krijgt extra aandacht om de noodzakelijke ontwikkeling van de rioolheffing te temperen. SAMENWERKING In de planperiode zal de samenwerking met de vier andere gemeenten op Voorne-Putten in ISVP-verband worden geïntensiveerd met als doel kennis en ervaringen uit te wisselen en onderhouds- en investeringsprogramma s zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Vanuit de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water is de toenadering tot het waterschap gezocht. Ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst voor het feitenonderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden. 3.4 DRIE ZORGPLICHTEN, DRIE SYSTEMEN Met de introductie van drie zorgplichten maken we ook onderscheid in drie systemen, te weten: 1. Vuilwatersysteem voor de inzameling en afvoer van huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater, eventueel vermengd met vervuild hemelwater. Voorzieningen die tot deze categorie behoren zijn vuilwater- en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. 2. Hemelwatersystemen voor de inzameling en verwerking van relatief schoon hemelwater. Hiertoe behoren voorzieningen als hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, afscheiders, enz. 3. Drainagesystemen voor het handhaven van acceptabele grondwaterstanden. 20 ARCADIS :0.1 - Definitief

23 Om deze systemen goed te laten functioneren zijn systeemdoelen en functionele eisen aan de riolering gesteld. Om het functioneren toetsbaar te maken, zijn de eisen vertaald in meetbare maatstaven. Het proces is in onderstaande afbeelding weergegeven. In Bijlage 5 is de werkwijze nader uitgewerkt. 3.5 PROCEDURE: VAN KNELPUNT TOT MAATREGEL In de hoofdstukken 4, 5 en 6 zijn de drie deelsystemen voor afval-, hemel- en grondwater beschreven en is het functioneren getoetst aan de functionele eisen uit Bijlage 5, die de gewenste situatie weergeven. De geconstateerde knelpunten tussen de gewenste en huidige situatie zijn aan het eind van elk hoofdstuk opgesomd. Daar het oplossen van deze knelpunten mensenwerk is komen deze terug in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, waarin alle beheeractiviteiten voor de komende planperiode worden beschreven, gepland en gebudgetteerd. Ook de activiteiten die nodig zijn om de geconstateerde knelpunten in het systeemfunctioneren weg te nemen, maken daar onderdeel van uit. 3.6 BEDRIJFSVOERING Om de deelsystemen aan de functionele eisen te laten voldoen is mensenwerk. Het vergt een adequate organisatie om dat doel te bereiken. In het voorliggende vgrp zijn de personele activiteiten onderverdeeld in 5 taakvelden conform de richtlijnen uit de Leidraad Riolering van Stichting RIONED, te weten: Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Facilitair :0.1 - Definitief ARCADIS 21

24 Elke activiteit wordt aangestuurd vanuit de informatie die in het beheersysteem is opgeslagen, terwijl de gegevens die vrijkomen bij de uitvoering van de activiteiten weer teruggesluisd moeten worden. Zo blijven de beheergegevens actueel, wat een absolute randvoorwaarde is voor doelmatig rioleringsbeheer. In Bijlage 4 is een moderne visie op het rioleringsbeheer opgenomen. Elementen hieruit zijn overgenomen in het voorliggende GRP, met name die elementen die dienen om de doelmatigheid van het rioleringsbeheer te optimaliseren. 22 ARCADIS :0.1 - Definitief

25 4 Afvalwaterzorg 4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk is de aandacht uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek voor deze zorgplicht is aangelegd en wordt onderhouden. Daartoe behoren vuilwater- en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het systeem functioneren tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van deze zorgplicht. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm van ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten opgesomd. De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen, samen met die voor de andere zorgplichten, in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering aan de orde. 4.2 ACHTERGRONDEN In 3.2 en Bijlage 2 is in algemene zin ingegaan op de betekenis van de Wet gemeentelijke watertaken. In deze paragraaf komt specifiek de afvalwaterzorgplicht aan bod :0.1 - Definitief ARCADIS 23

26 Zorgplicht Stedelijk afvalwater De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (Wet milieubeheer, art ) is niet wezenlijk gewijzigd. De zorgplicht afvalwater conform de nieuwe wetgeving houdt in een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater bestaande uit huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel gemengd wordt. Dat betekent dat hemelwater, vermengd met afvalwater, nog steeds onder deze zorgplicht valt. Alleen voor onvermengd hemelwater geldt de nieuwe zorgplicht hemelwater (zie hoofdstuk 5). Ten aanzien van het buitengebied kunnen gemeenten nu ook formeel kiezen voor de verbrede zorgplicht. Dit betekent dat de gemeente voor alle panden in het buitengebied de zorgplicht voor de afvalwatervoorziening op zich kan nemen. Binnen de sfeer van de zorgplicht afvalwater zijn het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen buiten inrichtingen van toepassing. 4.3 GEWENSTE SITUATIE De gewenste situatie voor de komende planperiode vertaald zich voor deze zorgplicht in de volgende punten: 1. Het stedelijk afvalwater wordt doelmatig ingezameld en getransporteerd, zonder dat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en het milieu onverantwoordelijk wordt belast. 2. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend beleid gevolgd ( Nee, tenzij ) voor het scheiden van afvalwater- en hemelwaterstomen binnen bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 3. Voor uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval- en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 4. Bestaande gemengde rioolstelsels zijn tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) in staat om extreme neerslag ten gevolge van de klimaatontwikkeling zonder schade voor burgers en bedrijven te verwerken. Voor een hoger beschermingsniveau zijn aanpassingen noodzakelijk. 5. Er bestaat inzicht in het feitelijk functioneren van de bestaande gemengde riolering door middel van het monitoren van waterstanden, overstorten en gemalen 6. Het tempo van rioolvervangingen houdt gelijke tred met de achteruitgang in kwaliteit van de riolen, waarbij zoveel mogelijk wijk- of clustergericht werk met werk wordt gemaakt. 7. Alle hoofdrioolgemalen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost en worden zodanig aangestuurd dat optimaal gebruikt wordt gemaakt van de aanwezige berging en het transport op een efficiënte manier plaatsvindt, waarbij ook het energieverbruik minimaal is (Real-Time Control). De functionele eisen zijn opgenomen in de desbetreffende tabel van Bijlage 5. De inhoud van deze tabel vormt als het ware de gewenste situatie waaraan het systeem functioneren wordt getoetst. 4.4 HUIDIGE SITUATIE Deze paragraaf geeft een overzicht van de huidige situatie in de gemengde en vuilwaterriolering, die beide onder de afvalwaterzorg vallen. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Bestaande objecten (areaalgegevens) Toestand van de objecten Prognoses 24 ARCADIS :0.1 - Definitief

27 4.4.1 AREAALGEGEVENS In Tabel 5 zijn de belangrijkste kengetallen van het afvalwatersysteem weergegeven. Systeem Onderdeel Omvang Eenheid Algemene gegevens (drie zorgplichten) Woningen Aantal st Inwoners Aantal st Heffingseenheden (gebruikersdeel) Aantal st Heffingseenheden (zakelijk gerechtigden) Aantal st Ongerioleerde panden Aantal 8 st Specifieke gegevens afvalwaterzorgplicht Vrij verval riolering Gemengd/vuilwater Gemengd riool 144,8 km Vuilwaterriool 16,5 km Bergbezinkvoorzieningen - st Overige randvoorzieningen 2 st Overige overstorten 116 st Afvoerend verhard oppervlak Gesloten verharding (vlak) 26,08 ha Open verharding (vlak) 161,11 ha Platte daken 81,66 ha Hellende daken 40,66 ha Totaal 309,51 ha Kolken (gemengd + hemelwater) Aantal st Mechanische riolering Persleiding km Rioolgemalen (gemengd) 23 st Rioolgemalen (gescheiden) st Rioolgemalen (vgs) st Opvoergemalen 1 st Drukriolering 25,3 km Pompunits (excl. particulieren) 187 st IBA s 0 st Monitoren riolering Waterpeilmeters 0 st Neerslagmeters 0 st Debietmeters 1 st Tabel 5, Kentallen van het vuilwatersysteem per 1/1/2012. De totale lengte van de vrijverval riolering (gemengde en vuilwater) bedraagt ruim 161 km. Daarnaast is er ruim 25 km drukriolering aanwezig. 23 Gemalen en 187 pompunits zorgen voor het transport van het afvalwater naar de AWZI. In Bijlage 7 is een overzicht gegeven van alle lozingsvoorzieningen (riooloverstorten, nooduitlaten, e.d.) op oppervlaktewater. De leeftijdsopbouw en de toename van het areaal gemengde riolering en vuilwaterriolering (DWA) is weergegeven in Figuur :0.1 - Definitief ARCADIS 25

28 Figuur 2, Leeftijdsopbouw vuilwaterriolering TOESTAND VAN DE OBJECTEN In de afgelopen planperiode is ruim 85 km (2512 van de in totaal 5386 strengen) ofwel 47% van de totale lengte van de riolering (inclusief hemelwaterriolen) geïnspecteerd. Op basis van uitgevoerde inspecties is een maatregeladvies opgesteld. Van de 2512 geïnspecteerde strengen is er voor 1084 strengen een maatregel voorgesteld. De maatregelen zijn gesplitst in: 1. Urgent (binnen 1 jaar uitvoeren); 2. Prioritair (tussen 2 en 5 jaar uitvoeren); 3. Nader onderzoek. Per streng zijn ook combinaties van bovenstaande maatregelen geadviseerd. In Figuur 3 zijn de voorgesteld maatregelen weergegeven. 26 ARCADIS :0.1 - Definitief

29 Figuur 3, Geïnspecteerde strengen en maatregelen. Als noodzakelijke maatregelen zijn vooral reparaties voorgesteld. Als meerdere reparaties samenvallen kan relining van de volledige strenglengte of vervanging economisch voordeliger zijn, omdat deelreparaties de restlevensduur van de rioolstreng weliswaar verhoogt, maar het overige deel van de desbetreffende rioolstreng in de toekomst ook nog (extra) schades krijgen. Al met al kan de algemene toestand van de vrijvervalriolering op grond van de geconstateerde schadebeelden als redelijk tot goed worden geclassificeerd. Onderbouwing levensduur riolen Tussen 2009 en 2011 zijn 47% van de riolen geïnspecteerd met een visuele inspectie. Uit deze inspecties zijn maatregelen voorgesteld en de bijbehorende maatregelkosten zijn gecalculeerd. De maatregelen betreffen voornamelijk nader onderzoek, reparaties en (deel)renovaties. Bij het vaststellen van deze maatregelen is als leidraad aangehouden dat curatief onderhoud niet doelmatig is bij riolen waarvan de maatregelkosten hoger dan 25% van de vervangingskosten zijn. Vervolgens is een inventarisatie gemaakt van de riolen die geïnspecteerd zijn, met als doel een uitspraak te doen over de kwaliteit van de riolen in relatie tot hun leeftijd. Daartoe zijn de leeftijden van de geïnspecteerde riolen gekoppeld aan de maatregelkosten van die riolen. De uitkomst van de inventarisatie is dat: in het algemeen kan geconcludeerd worden dat hoe ouder de riolen zijn, des te hoger de maatregelkosten zijn; de riolen die ouder zijn dan 50 jaar (=gehanteerde levensduur in bestaande GRP) en jonger dan 60 jaar relatief beperkte maatregelkosten hebben; voor de riolen die ouder zijn dan 60 jaar zijn relatief veel maatregelen worden voorgeschreven en dat de bijbehorende maatregelkosten beduidend hoger zijn. Op basis van deze uitkomsten wordt geconcludeerd dat riolen ouder dan 60 jaar relatief veel meer maatregelkosten met zich mee brengen, waardoor het omslagpunt van de (financiële) levensduur rond de 60 jaar ligt. Deze conclusie leidt er toe dat de levensduur op 60 jaar gesteld kan worden. In de komende planperiode zal, op basis van uitkomsten van rioolinspecties, gecontroleerd moeten worden of een levensduur van 60 jaar voor Hellevoetsluis realistisch blijft PROGNOSES VOOR LOCATIEONTWIKKELING IN PLANPERIODE In Tabel 6 is een aantal uitbreidingen opgenomen, die grotendeels binnen de planperiode van het GRP worden gerealiseerd met vermelding van het vermoedelijk te realiseren stelseltype. In totaal zullen ca. 700 nieuwe woningen en een nieuw bedrijventerrein met een bruto oppervlak van 93 ha (eerste fase 20 ha) worden aangesloten. Deze nieuwe aansluitingen leiden tot een toename van de naar de AWZI af te voeren hoeveelheid huishoudelijk en bedrijfsafvalwater :0.1 - Definitief ARCADIS 27

30 Locatie Periode Aard Omvang/ Aantal Opzoomerlaan 2012 nieuwbouw 37 Groote Dok Oost nieuwbouw 79 Molenstraat 2012 nieuwbouw 11 Boomgaard nieuwbouw 178 Nieuwenhoorn 2015 nieuwbouw 11 Kanaalzone Molshoek nieuwbouw 146 Kickersbloem bedrijventerrein 93 ha Totaal 684 Tabel 6, Geplande uitbreidingen met type aanduiding riolering (onder voorbehoud). 4.5 TOETSING In de tabel van Bijlage 6 is de huidige situatie getoetst aan de functionele eisen. Samenvattend luiden de conclusies: ZORGPLICHT Met uitzondering van acht locaties wordt al het in de gemeente geproduceerde afvalwater met behulp van vrijverval riolering en drukriolering ingezameld en afgevoerd naar de AWZI met uitzondering van de incidentele lozingen op oppervlaktewater bij hevige regenval (zie ook onder Emissies ). Voor de desbetreffende locaties moet bij de provincie in 2012 de ontheffing worden geactualiseerd. ONGEWENSTE LOZINGEN Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden rioolvreemd water (grondwater, drainwater, enz.) die de riolering binnentreden. Ook de mate waarin foutaansluitingen op vuilwaterriolen aanwezig zijn is onbekend. EMISSIES - WATERKWALITEIT De gemeente voldoet momenteel niet aan de basisinspanning, omdat één maatregel uitgevoerd moet worden. Er zijn twee locaties bekend uit het waterkwaliteitsspoor, Smithilseweg en Kanaalweg Westzijde, waarvan op basis van modelberekeningen wordt verondersteld rioollozingen een negatieve invloed uitoefenen op de waterkwaliteit. Om het knelpunt ter plaatse van de overstort Smithilseweg op te lossen is het aanleggen van een bergbezinkbassin theoretisch de beste oplossing. De noodzaak van deze randvoorziening moet door middel van monitoring worden aangetoond voordat tot de bouw wordt overgegaan. Het tweede knelpunt ter plaatse van de Kanaalweg wordt veroorzaakt door een opeenvolging van een aantal overstorten. De oplossing voor dit knelpunt is het afkoppelen van verhard oppervlak. Omdat afkoppelen erg kostbaar is, moet de uitvoering worden gecombineerd met grootschalige vervanging van de riolering (werk met werk). Afspraak met het Waterschap is gemaakt om de voortgang van het afkoppelen uit te werken. In Bijlage 7 is een overzicht opgenomen van alle lozingspunten van de riolering. WATEROVERLAST - KLIMAATBESTENDIGHEID De gemengde riolering beschikt over het algemeen over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Ter plaatse van de Glaciswijk (Hellevoetsluis-West) en het gemeentehuis (Vesting- Oost) is sprake van wateroverlast bij hevige regenval ten gevolge van onvoldoende afvoercapaciteit van 28 ARCADIS :0.1 - Definitief

31 de riolen. Er heeft nog geen verkenning plaatsgevonden naar de klimaatbestendigheid van de gemengde riolering. KLIMAATONTWIKKELING Door klimaatverandering zal de kans op lange perioden van droogte toenemen en hiermee de kans op verstoppingen. Dit stelt extra eisen aan het ontwerp van vuilwater en gemengde riolering. Op de lange termijn zal, als gevolg van het scheiden van waterstromen, het vuilwaterstelsel bestaan uit buizen met geringe(re) afmetingen. Voor de gemengde stelsels geldt dat hoe minder hemelwater wordt geloosd, des te groter de kans dat de randvoorzieningen in de toekomst niet meer nodig zijn en dus niet behoeven te worden vervangen. TOESTAND De algemene toestand met betrekking tot de stabiliteit van de gemengde en vuilwaterriolering kan op grond van uitgevoerde rioolinspecties als redelijk tot goed worden gekwalificeerd. Er bestaat een aantal gebieden waar verloren berging aanwezig is. Nabij de Brielse Straatweg veroorzaakt een injectiepunt van een persleiding zo nu en dan stankoverlast. TRANSPORTSYSTEEM De gemeente heeft geen inzicht in de werkelijke afvoercapaciteit van de rioolgemalen en persleidingen. Alle gemalen en pompunits van de drukriolering zijn aangesloten op het storingssignaleringssysteem. De hoofdgemalen zijn of worden aangesloten op een telemetriesysteem. GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: I. De ontheffing bij de provincie ten aanzien van het inzamelen van afvalwater in het buitengebied moet worden geactualiseerd. Het betreft nog acht locaties. II. Op twee locaties is er theoretisch sprake van waterkwaliteitsproblemen ten gevolge van rioollozingen. III. De klimaatbestendigheid van de gemengde riolering is onbekend. IV. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden rioolvreemd water die de gemengde rioolstelsels binnentreedt. V. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels. VI. Er bestaan geen inzicht in de werkelijke pompcapaciteiten van de bestaande rioolgemalen. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen vermeld om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :0.1 - Definitief ARCADIS 29

32 5 Hemelwaterzorg 5.1 INLEIDING Net als in het voorgaande hoofdstuk is de aandacht in dit hoofdstuk uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek voor deze zorgplicht is aangelegd en wordt onderhouden. Daartoe behoren hemelwaterriolering, infiltratie-voorzieningen, afscheiders, enz. Voor zover hemelwater wordt afgepompt, kunnen daartoe ook gemalen en persleidingen behoren. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het systeem functioneren tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van de zorgplicht voor het hemelwater. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten opgesomd. De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen, samen met die voor de andere zorgplichten (zie hoofdstuk 4 en 6), in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering aan de orde. 5.2 ACHTERGRONDEN In 3.2 en Bijlage 2 is in algemene zin ingegaan op de betekenis van de Wet gemeentelijke watertaken. In deze paragraaf komt specifiek de hemelwaterzorgplicht aan bod. Zorgplicht hemelwater In feite droeg de gemeente ook voor de komst van de nieuwe wet de verantwoordelijkheid voor de omgang met hemelwater in het stedelijke gebied. Er is dus in principe niet zoveel veranderd. De nieuwe 30 ARCADIS :0.1 - Definitief

33 wetgeving legt wel meer verantwoordelijkheid bij de perceel eigenaar. Pas als hij zich niet redelijkerwijs van het hemelwater kan ontdoen is de gemeente gehouden aan het treffen van maatregelen (Waterwet, art. 9a). Als de gemeente oordeelt dat de perceel eigenaar onder de gegeven omstandigheden niet in staat is om zich van het hemelwater te ontdoen, moet de gemeente voorzieningen treffen om dit water in te zamelen en af te voeren. In het GRP moet de gemeente haar hemelwaterbeleid duidelijk uiteen zetten. De voorgenomen plannen moeten worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de burger hier kennis van kan nemen. Bij (gebiedsgerichte) verordening kan de gemeente in een volgende fase de perceel eigenaren in een bepaald gebied benaderen. De verordening bevat onder meer regels en termijnen waaraan de eigenaren zich moeten houden. In individuele gevallen kan de gemeente nog gebruik maken van een zogenaamd maatwerkvoorschrift om de medewerking af te dwingen. 5.3 INVLOEDSFACTOREN HEMELWATERBELEID Toen men in de eerste helft van de vorige eeuw overging op de aanleg van riolering koos men voor een gemengde afvoer van afvalwater en hemelwater door één rioolstelsel, het gemengde rioolstelsel. Van rijkswege wordt thans aangedrongen om het hemelwater gescheiden van het afvalwater tot afvoer te brengen. De veronderstelde voordelen van dit beleid luiden: Tegengaan van risico s voor volks- en diergezondheid ten gevolge van vuiltuitworp van de gemengde riolering via overstorten; Vermijden van milieuschade in oppervlakte- en grondwater; Verbeteren van de doelmatigheid van AWZI en riolering; Voorkomen van wateroverlast ten gevolge van de klimaatontwikkeling. Het beleid moet leiden tot grootschalige afkoppeling van hemelwater. Echter, in de Wet gemeentelijke watertaken is vastgelegd dat de gemeente autonoom is in haar besluitvorming hoe er lokaal met hemelwater wordt omgegaan. Die verantwoordelijkheid vraagt om een weloverwogen keuze, want tegenover de bovengenoemde voordelen van afkoppelen staan ook een aantal belangrijke mogelijke nadelen. Het afstromende hemelwater kan door lokale omstandigheden verontreinigd zijn en de effecten op de waterkwaliteit ten gevolge van grote hoeveelheden geloosd hemelwater zijn. In onderstaande afbeelding is het gehele complex van invloedsfactoren schematisch weergegeven. Onderscheid wordt gemaakt in een viertal factoren van buitenaf die het hemelwaterbeleid beïnvloeden en vijf lokale factoren die door het hemelwaterbeleid worden beïnvloed. Op elk van deze factoren wordt kort ingegaan :0.1 - Definitief ARCADIS 31

34 In Bijlage 2 is uitgebreid ingegaan op de beleidsmatige ontwikkelingen rondom hemelwater. De Wet gemeentelijke watertaken geeft de gemeente de nodige ruimte om hierin een actief beleid te kunnen voeren. Omdat er lokaal maatwerk geleverd moet worden, berust de besluitvorming dan ook bij het lokale bestuur. DUURZAAMHEID Scheiding van afvalwater en hemelwater biedt mogelijkheden om nuttige grondstoffen en energie uit het afvalwater terug te winnen en hemelwater voor nuttige doeleinden lokaal in te zetten. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Het spreekt voor zich dat duurzame kansen zich eerder aandienen bij locatieontwikkeling dan in de bestaande woonomgeving. Op dit moment loopt een aantal landelijke experimenten met een toenemende schaalgrootte en waarvan de resultaten bemoedigend zijn. KLIMAATONTWIKKELING De klimaatontwikkeling presenteert zich steeds nadrukkelijker. Neerslag wordt merkbaar extremer en ernstige wateroverlast treedt vaker op. Hoe zal de bestaande riolering zich hieronder houden? Kunnen de riolen die nog 20 jaar of langer mee moeten die grotere hoeveelheden verwerken? Krijgen de burgers te maken met regelmatige wateroverlast die zich tot in hun huizen manifesteert? Vragen waar de gemeente zich verplicht moet voelen om antwoorden op te geven. Een gemeente moet een bewuste keuze maken in het beschermingsniveau waarbij de burger beschermd wordt tegen wateroverlast. De burger moet worden geïnformeerd over de situatie dat onder bepaalde omstandigheden wateroverlast kan ontstaan, waarbij de gemeente niet verantwoordelijk voor schade kan worden gesteld. WATEROVERLAST EN KLIMAAT Onder wateroverlast wordt in het algemeen water-op-straat verstaan: het al of niet met huishoudelijk afvalwater vermengde hemelwater komt uit de riolering op straat te staan of het hemelwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken niet in de riolen komen. Het is niet mogelijk om riolering en hemelwatervoorzieningen aan te leggen die alle mogelijke extreme regenbuien kunnen verwerken. Een landelijk geaccepteerde maatstaf is, dat een bui die gemiddeld één maal in 32 ARCADIS :0.1 - Definitief

35 de twee jaar voorkomt verwerkt moet kunnen worden (gemiddeld eens in de twee jaar water-op-straat) door het rioolstelsel. Het watersysteem echter dient op basis van WB21 getoetst te worden op een situatie van eens per 100 jaar. Tijdens hydraulische toetsing van het stelsel zal, gezien de verwachte klimaatsverandering, ook gecontroleerd moeten worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien. KWANTITATIEVE EFFECTEN Bij directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater neemt het geloosde volume op jaarbasis sterk toe en voldoet daarmee niet aan de doelstellingen van Waterbeheer 21ste eeuw (zie Bijlage 2). Bij de maatgevende piekgebeurtenissen vallen de verschillen overigens wel mee, zodat de gevolgen voor de stedelijke wateropgave (benodigd retentievolume e.d.) beperkt blijven. KWALITATIEVE EFFECTEN Bij een directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater nemen, samen met de geloosde volumen, de emissies toe. De aanwezigheid van foutaansluitingen op het hemelwaterriool is hierbij een belangrijke oorzaak. Wat het effect is van beide verschijnselen op de waterkwaliteit is sterk afhankelijk van lokale factoren. Bij infiltratie of bodempassage van hemelwater zijn de negatieve effecten veel minder, maar vraagt de beheersing van grondwaterstanden extra aandacht. INTERACTIES IN DE (AFVAL)WATERKETEN Het onttrekken van hemelwater uit de afvoerstroom naar de AWZI heeft een gunstig effect op het zuiveringsrendement. Ook het energieverbruik neemt af. Een noodzakelijke uitbreiding van een AWZI kan daardoor worden uitgesteld. Extra zuiveringstrappen op bestaande AWZI s werken alleen bij een continue belasting. Ondanks deze voordelen blijven directe financiële voordelen uit, omdat de huidige kapitaallasten voor langere tijd vastliggen. FINANCIËLE GEVOLGEN De ombouw van een bestaand gemengde rioolstelsel naar een gescheiden stelsel op het moment van vervanging op grond van levensduur vraagt een ca. 40% hogere investering. Daartegenover staat dat de onderhoudskosten 10 tot 20% lager liggen. BEHEERORGANISATIE Gescheiden rioolstelsels zijn complexer dan gemengde rioolstelsels, waardoor het risico van falen groter is. Foutaansluitingen zijn daarvan het beste voorbeeld. Dat impliceert dat er meer menskracht nodig is zowel voor toezicht bij aanleg als voor het beheer. VOORKEURSVOLGORDE De voorkeursvolgorde beschrijft een algemene voorkeur voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater aan de bron. Bij hemelwater geldt, dat lokale lozing van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwatersysteem) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Lozing op oppervlaktewater is gelijkwaardig aan lozing op de bodem. De voorkeursvolgorde heeft betrekking op gemeentelijke bevoegdheden en geeft richting aan de gemeentelijke afwegingen, maar is niet verplicht. De voorkeursvolgorde is: 1. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden zoveel mogelijk gescheiden gehouden. 4. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater (zoals bedrijfsafvalwater) wordt ingezameld en naar een AWZI getransporteerd :0.1 - Definitief ARCADIS 33

36 5. Ingezameld hemelwater wordt zoveel mogelijk hergebruikt of anders lokaal teruggebracht in oppervlaktewatersysteem of bodem (zo nodig na zuivering bij de bron). Pas als beiden niet mogelijk blijken vindt afvoer naar een AWZI plaats. Uitgangspunt is dat afstromend hemelwater meestal schoon genoeg is om zonder zuivering in het milieu te worden teruggebracht. 5.4 GEWENSTE SITUATIE De gewenste situatie in de komende planperiode voor het hemelwatersysteem luidt als volgt: 1. Hemelwater wordt bij hevige buien afgevoerd zonder dat dit tot hinder of wateroverlast leidt (regulier functioneren). 2. Bij extreme neerslag ten gevolge van de klimaatontwikkeling wordt het hemelwater tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) zonder schade of ernstige belemmering (deels over maaiveld) afgevoerd. Voor een hoger beschermingsniveau zijn aanpassingen noodzakelijk. 3. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend beleid gevolgd ( Nee, tenzij ) voor het afkoppelen van verhard oppervlak van bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 4. Voor uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval- en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 5. In principe worden afval- en hemelwaterstromen afkomstig van nieuwe percelen gescheiden op de perceelgrens aangeleverd bij de openbare voorzieningen (conform rioolaansluitingverordening). 6. De hoeveelheid rioolvreemd water wordt tot een minimum beperkt. 7. Foutaansluitingen op hemelwatervoorzieningen zijn tot een minimum teruggebracht. 8. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van hemelwatervoorzieningen, vergelijkbaar met die in de gemengde riolering. Functionele eisen zijn opgenomen in de desbetreffende tabel van Bijlage 5. De inhoud van deze tabel vormt als het ware de gewenste situatie waaraan het systeem functioneren wordt getoetst. 5.5 HUIDIGE SITUATIE In Tabel 7 zijn de belangrijkste kengetallen van het bestaande hemelwatersysteem weergegeven. Systeem Onderdeel Omvang Eenheid Vrij verval riolering Hemelwaterriool 16,5 km (verbeterd) Gescheiden Randvoorzieningen 2 st Overstorten/regenwateruitlaat st Afgekoppeld verhard oppervlak (riolering) Gesloten verharding (vlak) 1,63 ha Open verharding (vlak) 10,11 ha Platte daken 6,87 ha Hellende daken 3,18 ha Totaal 21,79 ha Kolken (gemengd en hemelwater) Aantal st Tabel 7, Kengetallen hemelwatersysteem De totale lengte van hemelwaterriolering (HWA) bedraagt circa 17 km. Voor verdere informatie van de aanwezige lozingspunten wordt verwezen naar Bijlage 7. De leeftijdsopbouw en de toename van het areaal aan hemelwaterriolering is weergegeven in Figuur ARCADIS :0.1 - Definitief

37 Figuur 4, Leeftijdsopbouw hemelwaterriolering. Voor de toestand van de hemelwaterriolering wordt verwezen naar paragraaf Voor de prognoses van locatieontwikkelingen wordt verwezen naar paragraaf TOETSING In de tabel van Bijlage 6 is de huidige situatie getoetst aan de functionele eisen. Samenvattend luiden de conclusies als volgt. ZORGPLICHT Alle percelen, waarvan de eigenaren zich redelijkerwijs niet van het hemelwater kunnen ontdoen, zijn op de riolering aangesloten. ONGEWENSTE LOZINGEN Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op hemelwaterriolen. WATEROVERLAST - KLIMAATBESTENDIGHEID De hemelwaterriolering beschikt over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Er zijn geen locaties bekend waar sprake is van water-op-straat bij hevige regenval. Er heeft geen verkenning plaatsgevonden naar de klimaatbestendigheid van de hemelwater-riolering. Geconstateerde knelpunten Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: VII. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels. VIII. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :0.1 - Definitief ARCADIS 35

38 6 Grondwaterzorg 6.1 INLEIDING In tegenstelling tot de hemelwaterzorg vormt de zorgplicht voor grondwater een nieuwe wettelijk vastgelegde verplichting voor de gemeente. In tegenstelling tot beide andere zorgplichten bestaan er voor het grondwater geen infrastructurele voorzieningen die op vergelijkbare wijze moeten worden beheerd. De inhoud van dit hoofdstuk gaat dan ook meer om het formuleren van doelstellingen en beleid dan het vastleggen van knelpunten in een niet bestaand systeem. Ter wille van de herkenbaarheid is dezelfde opbouw van de tekst gehanteerd. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, komen de activiteiten en maatregelen aan bod, die nodig zijn om de zorgplicht in de komende planperiode gestalte te geven. 6.2 ACHTERGRONDEN Zorgplicht grondwater De gemeente krijgt de zorgplicht voor het in het openbare gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. In samenwerking met waterschap en provincie moet gezocht worden naar doelmatige oplossingen. De perceel eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de waterhuishoudkundige en bouwkundige maatregelen op hun perceel. De zorgplicht beoogt nieuwe grondwaterproblemen te voorkomen en patstellingen bij bestaande problemen te doorbreken. 36 ARCADIS :0.1 - Definitief

39 De zorgplicht voor het grondwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Immers, de gemeente is niet als enige verantwoordelijk voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De wetgeving geeft aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de burger. In het GRP moet de gemeente definiëren wat zij verstaat onder het begrip structureel nadelige gevolgen. Daar waar maatregelen in het publieke domein worden voorzien, moeten ze in het GRP worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de burger hier kennis van kan nemen. De gemeente kan in een volgende fase de perceel eigenaren per gebiedsgerichte verordening apart benaderen. Daarin kunnen de regels en termijnen worden opgenomen waaraan de eigenaren zich moeten houden. In individuele gevallen kan de gemeente nog gebruik maken van een zogenaamd maatwerkvoorschrift om de medewerking af te dwingen. In Bijlage 3 is in aanvulling op het bovenstaande een extra toelichting op de zorgplicht grondwater opgenomen. 6.3 GEWENSTE SITUATIE De ambities voor het grondwaterbeleid in Hellevoetsluis luiden als volgt: 1. Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming. 2. Burgers zijn op de hoogte waar klachten over grondwaterproblemen kunnen worden ingediend. 3. De gemeente heeft in beeld waar de grondwaterstand tot een risico kan leiden. 4. De gemeente heeft op wijkniveau inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied. 5. De gemeente is voorbereid op de gevolgen van de klimaatverandering. 6. De gemeente toetst bij klachten op uniforme wijze of er sprake is van structureel nadelige gevolgen, neemt het initiatief voor onderzoek naar de oorzaak van grondwaterproblemen en zoekt samen met het waterschap naar oplossingen in de openbare ruimte. De gemeente treft zonodig maatregelen in het openbare gebied indien deze maatregelen doelmatig zijn. Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. Eigenstandige grondwatermaatregelen zijn in de planperiode van dit vgrp nog niet aan de orde. 7. Bij de vervanging van riolering wordt in principe een robuuste drainage aangelegd die goed te onderhouden valt, tenzij de omstandigheden zodanig zijn dat deze voorziening ter plekke overbodig is. 8. De gemeente stelt vooralsnog geen grondwaterverordening op maar onderzoekt de komende planperiode wel nut en noodzaak hiervan. Daar een fysiek systeem voor de beheersing van grondwaterstanden ontbreekt, zijn er voor dit GRP geen functionele eisen in Bijlage 5 geformuleerd zoals dat wel het geval is bij de afvalwater- en hemelwaterzorgplicht. De komende planperiode zal vooral worden benut om grondwaterbeleid vorm te geven. De ambities 1 t/m 4 zijn daarom opgezet als beleidsdoelen. Elk doel is in onderstaande tabel verder uitgewerkt in aanpak en middel. In hoofdstuk 7 zijn de activiteiten opgenomen om aan de beleidsdoelen te voldoen. De overige ambities 5 t/m 9 hebben meer betrekking op de uitvoering van activiteiten die aan bod komen nadat de beleidsdoelen zijn ingevuld :0.1 - Definitief ARCADIS 37

40 Tabel 8, Beleidsdoelen grondwaterzorg inclusief uitwerking. Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Beleidsdoel Aanpak Middel Zorgplicht grondwater (algemeen) Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen door hoge of lage grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming. Definiëren van wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen verstaan moet worden. Inventariseren en analyseren van verzameld enquêtemateriaal. Resultaten zo mogelijk verwerken in functie-afhankelijke ontwateringseisen. Waterloket Het klantcontactcentrum (KCC) is Professionalisering van KCC. Burgers zijn op de hoogte waar het eerste aanspreekpunt van de Burgertevredenheidsonderzoek klachten over grondwaterproblemen kunnen worden ingediend. burger voor alle water gerelateerde problemen. Zonodig wordt doorverwezen naar de vakafdeling. Inzicht in risico s De gemeente heeft inzicht in Verzamelen van lokaal bekende risicofactoren Risicokaart met plaatsaanduiding en ernst van risicofactoren. risicofactoren die tot grondwaterproblemen kunnen leiden. Inzicht in grondwaterregime De gemeente heeft op wijkniveau inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied. Structureel verzamelen van grondwaterstanden Inrichten van basismeetnet, verzamelen, beheren en bewerken van meetgegevens. COMMUNICATIE MET BURGER EN BEDRIJF Met bewoners over stedelijk water en riolering communiceren, wordt steeds belangrijker. Communicatie gaat uiteindelijk verder dan het melden van klachten en het geven van voorlichting. Per situatie (ontwerp, aanleg en beheer) zijn verschillende methoden en intensiteit noodzakelijk. Wat betreft voorlichting kan stichting Rioned de gemeente hierin ondersteunen. 6.4 HUIDIGE SITUATIE De gemeente beschikt niet over een goed onderhouden drainagesysteem. Bij de ontwikkeling van bouwlocaties wordt weliswaar blok- en bouwdrainage aangelegd. Daarvan is de blokdrainage blijvend, maar de opzet van bouwdrainage is in het algemeen alleen gericht op functioneren in de bouwrijpfase. Aangenomen moet worden dat met name de bouwdrainage vrij kort na de aanleg geen bijdrage meer levert in de beheersing van de grondwaterstanden. In het eerste kwartaal 2011 is een verkenning van de grondwaterproblematiek uitgevoerd, bestaande uit een systeemanalyse op basis van bestaande gegevens, een bevolkingsenquête en het opstellen van een ontwerp voor een gemeentelijk grondwatermeetnet. Het waterschap was betrokken bij de verkenning. Met de enquête zijn de ervaringen van burgers met wateroverlast in beeld gebracht. De enquête ging in op grondwater, regenwater, riolering en oppervlaktewater. De enquête is ruim 700 keer ingevuld. Ongeveer 38 ARCADIS :0.1 - Definitief

41 de helft van de respondenten meldt overlast die toegeschreven wordt aan het grondwater. Het betreft met name overlast van water in de kruipruimte, in veel gevallen gedurende het hele jaar of een groot deel van het jaar. Op basis van bestaande gegevens over de ondergrond en het grondwater lijken de hoge grondwaterstanden vaak te worden veroorzaakt door een gebrekkig werkend bouwblok drainagesysteem als gevolg van achterstallig onderhoud (verstopping). Uit de systeemanalyse volgen een aantal potentiële risicogebieden voor overlast of onderlast binnen de gemeente Hellevoetsluis. Het gaat om gebieden waar: de drooglegging gering is (gering hoogteverschil tussen maaiveld en singelpeil); veel klachten treden op waar bovenstaande situatie niet opgaat (mogelijk is er sprake van een slechte afvoer van regenwater, waardoor het niet meer om grondwater gaat); de draagkracht van de fundering van gebouwen wordt bepaald door een hoge grondwaterstand (gevoelig voor daling van de grondwaterstand) Op een paar plekken in Hellevoetsluis wordt de grondwaterstand structureel gemeten door de provincie en het waterschap. Ter aanvulling hierop heeft de gemeente in eerste kwartaal van 2012 een eigen meetnet ingericht. Op dit moment is het klantcontactcentrum (KCC) van de gemeente onvoldoende ingericht op de afhandeling van vragen en klachten over grondwater. Alle vragen en meldingen worden door het klantcontactcentrum doorgezet naar de vakafdeling. De gemeentelijke website bevat nog geen informatie over grondwater. 6.5 TOETSING De toetsing van de huidige aan de gewenste situatie heeft voor de grondwaterzorg, zoals eerder vermeld, uitsluitend betrekking op de in tabel van Bijlage 5 opgenomen beleidsuitgangspunten. Geconstateerde knelpunten Ten aanzien van deze uitgangspunten zijn de volgende knelpunten geconstateerd: IX. Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan. X. Er is nog onvoldoende inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden. XI. Er is nog geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :0.1 - Definitief ARCADIS 39

42 7 Bedrijfsvoering 7.1 INLEIDING In de drie voorgaande hoofdstukken is de aandacht gevestigd op de drie deelsystemen, waarmee de gemeente de zorgplichten moet invullen. Om de deelsystemen in stand te houden is de menselijke factor, ofwel de wijze waarop de beheeractiviteiten worden uitgevoerd, van doorslaggevende betekenis. Als dit niet goed is ingebed in de gemeentelijke organisatie komt het voldoen aan de drie zorgplichten ernstig in het gedrang. Vandaar dat in dit hoofdstuk specifieke aandacht wordt besteed aan de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer. Anders dan in de drie voorgaande hoofdstukken wordt de aandacht daarbij verdeeld over de drie zorgplichten. 7.2 TAAKVELDEN De beheeractiviteiten worden conform de Leidraad Riolering van Stichting RIONED (module D2000) onderverdeeld in een vijftal taakvelden: Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Facilitair 40 ARCADIS :0.1 - Definitief

43 Figuur 5, De vijf taakvelden van het rioleringsbeheer Tot het taakveld facilitair behoren de activiteiten gegevensbeheer, klachtenregistratie en afhandeling, communicatie, vergunningen, enz. De samenhang tussen de taakvelden is in Figuur 5 weergegeven. Vanuit het Bestuursakkoord Waterketen (zie Bijlage 2) wordt sterk aangedrongen op meer samenwerking binnen de waterketen. Dit geldt met name voor samenwerking tussen gemeenten onderling enerzijds en met het waterschap anderzijds. Aan de bovenstaande taakvelden voor de interne rioleringszorg moet dus het taakveld Samenwerking worden toegevoegd. 7.3 PLANVORMING Plannen zijn onmisbare elementen in een doelmatig rioleringsbeheer. Zij geven richting aan de activiteiten en maatregelen die nodig zijn om de systemen goed te laten functioneren. Onderscheid wordt gemaakt in strategische planvorming waarin beleid wordt vastgelegd, tactische planvorming waarin de activiteiten en maatregelen worden geoptimaliseerd om de gestelde doelen tegen de laagste kosten te realiseren en operationele planvorming, die vooral gericht is op de uitvoering op de kortere termijn. Alle planvormen kunnen zowel een eenmalig als een cyclisch karakter hebben. AMBITIES De ambities voor het taakveld planvorming luiden globaal als volgt: 1. De gemeente beschikt over alle relevante plannen op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau. 2. De gemeente beschikt over visies op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Planvormen Het rioleringsbeheer kan in de drie aandachtsvelden objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer worden verdeeld (zie Bijlage 4). Op basis van deze indeling geeft Figuur 6 een overzicht van de voor de gemeente relevante planvormen. In Bijlage 8 is voor elke planvorm een beknopte omschrijving opgenomen :0.1 - Definitief ARCADIS 41

44 Figuur 6, Relevante planvormen. HUIDIGE SITUATIE De gemeente beschikt over de volgende plannen: Waterplan Hellevoetsluis (2005); Waterkwaliteits- en kwantiteitstoets Hellevoetsluis (Waterschap Hollandse Delta, 2007). Gemeentelijk Rioleringsplan (ARCADIS, 2008); Meetplan Hellevoetsluis (Nelen & Schuurmans, 2008); Basisrioleringsplan Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Optimalisatie persleidingstructuur Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Systeemanalyse grondwater en grondwatermeetnet Hellevoetsluis (Royal Haskoning, 2011). OPGAVE In Tabel 9 zijn alle relevante plannen voor de komende planperiode gepland en gebudgetteerd. In 2016 wordt de planperiode afgesloten met het opstellen van een nieuw GRP. Hierin wordt alle informatie verwerkt die met de uitvoering van de overige plannen is verzameld. 42 ARCADIS :0.1 - Definitief

45 Planvorm Gemeentelijk Rioleringsplan Hemelwatervisie Grondwaterbeleidsplan Rioleringsbeheerplan Klimaatverkenning Incidentenplan Jaarprogramma Totaal jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. Tabel 9, Relevante planvormen met planningen en budgetten. Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: III. De klimaatbestendigheid van de gemengde riolering is onbekend (zie 4.5). VIII. IX. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht (zie 5.6). Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen kunnen leiden (zie 6.5). X. Er is onvoldoende inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden (zie 6.5). 7.4 ONDERZOEK Onderzoeksactiviteiten bestaan uit de volgende onderdelen: Inventarisaties, inmetingen, e.d. Berekeningen Monitoring Rioolinspecties AMBITIES De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en vormen de basis voor de afstemming van alle beheeractiviteiten. De kennis van het rioleringssysteem (areaal, toestand en functioneel) is op orde. Onderzoeksinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). Veldmetingen in de riolering geven een goed inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, waardoor in combinatie met een daarop afgestemd rekenmodel de doelmatigheid van maatregelen wordt verhoogd. Analyseren van enquêtegegevens in combinatie met risicokaart moet inzicht verschaffen in wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan. Veldmetingen in het grondwater geven een goed inzicht in de fluctuaties van grondwaterstanden en de risico s op structureel nadelige gevolgen :0.1 - Definitief ARCADIS 43

46 HUIDIGE SITUATIE Inventarisatie In de afgelopen planperiode zijn de volgende werkzaamheden verricht: Overstortdrempels zijn ingemeten (x, y, z, h en breedte); Inmetingen (x, y, z) inspectieputten bij rioolinspecties. Is voor 3/7 van het areaal uitgevoerd; Hoogteligging riolering voor 3/7 van het areaal is ingemeten; Maaiveldhoogtes zijn voor 3/7 van het areaal ingemeten. De verzamelde gegevens zijn opgenomen in het rioolbeheersysteem. Het is noodzakelijk om dergelijke gegevens continu te inventariseren om de geometrische gegevens in het beheersysteem actueel en volledig te houden. Berekeningen In de planperiode zijn in het kader van de onderstaande plannen berekeningen uitgevoerd. Basisrioleringsplan Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Optimalisatie persleidingstructuur Hellevoetsluis (ARCADIS, 2009); Waterkwaliteits- en kwantiteitstoets Hellevoetsluis (Waterschap Hollandse Delta, 2007). Uit de rekenresultaten blijkt dat de riolering voldoet aan de functionele eisen ten aanzien van afvoercapaciteit (regulier functioneren), maar niet voldoet aan de vuilemissie (basisinspanning). Daarnaast zijn op basis van de resultaten uit de waterkwaliteits- en waterkwantiteitstoets twee knelpunten in het watersysteem geconstateerd Monitoring In de afgelopen planperiode zijn geen meetgegevens verzameld. Het meetprogramma is door onvoldoende budget bij het Waterschap niet verder uitgevoerd. Rioolinspecties In Hellevoetsluis worden rioolinspecties uitsluitend uitgevoerd met behulp van een mobiele videocamera. In de afgelopen planperiode zijn de volgende rioolinspecties uitgevoerd: Totaal 85 km vrijvervalriolering geïnspecteerd. Bij oplevering van nieuwe riolen. De inspectiegegevens zijn opgeslagen in het rioolbeheersysteem. De definitieve vaststelling van maatregelen en de afstemming daarvan op andere activiteiten in de openbare ruimte vindt handmatig plaats. Het aldus verkregen maatregelenpakket vormt een belangrijke basis voor het meerjaren investeringsprogramma. De inspectiefrequentie wordt tot op heden gelijkmatig verdeeld over de vuilwater- en gemengde riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. In het op te stellen rioleringsbeheerplan (zie paragraaf 7.3) wordt nagegaan of differentiatie in de inspectiefrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. OPGAVE In onderstaande tabel zijn alle onderzoeksactiviteiten voor de komende planperiode gepland en gebudgetteerd. Binnen de planperiode worden alle transportsystemen gefaseerd doorgerekend ter toetsing van de afvoercapaciteit. Hierbij worden tevens de hoeveelheden rioolvreemd water bepaald. In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. 44 ARCADIS :0.1 - Definitief

47 In Tabel 10 zijn alle relevante onderzoeksactiviteiten voor de komende planperiode gepland en gebudgetteerd. Onderdeel Activiteit Inventariseren Inmetingen WION-proof maken van de ondergrondse infra-informatie Analyseren enquêtegegevens en maken risicokaart (vlgs. grondwaterbeleidsplan) Foutaansluitingen Berekeningen Rioolvreemd water Transportsystemen Monitoren Inrichten grondwatermeetnet Rioolinspecties Monitoren grondwater Monitoren riolering Vuilwater/gemengd/ hemelwater Aanvullende inspecties Boorkernen-onderzoek Diversen Beschrijving grondwatersysteem Definitie structureel nadelige gevolgen Onderzoek en regelgeving Uitwerking samenwerking feitenonderzoek Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. Tabel 10, Onderzoeksactiviteiten met planningen en budgetten. Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: IV. Er bestaan geen inzicht in de hoeveelheden rioolvreemd water die de gemengde rioolstelsels binnentreedt (zie 4.5). V. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels (zie 4.5). VI. Er bestaan geen inzicht in de werkelijke pompcapaciteiten van de bestaande rioolgemalen (zie 4.5). VII. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels (zie 5.6). IX. Er is geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden (zie 6.5). 7.5 ONDERHOUD De gemeente hanteert de in Tabel 11 aangegeven frequenties voor de onderhoudsactiviteiten. Daarnaast worden op ad hoc basis activiteiten uitgevoerd, waarvan de noodzaak uit recente rioolinspecties is gebleken. Een voorbeeld hiervan is wortelfrezen :0.1 - Definitief ARCADIS 45

48 Activiteit Frequentie/omvang Reinigen/inspectie Rioolreiniging 1 maal per 7 jaar Rioolinspectie Kolken Overstorten Randvoorzieningen Gemalen Pompen 1 maal per 7 jaar 1 maal per jaar 2 maal per jaar 2 maal per jaar 1 maal per jaar 1 maal per jaar Tabel 11, Onderhoudsfrequentie. AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: 1. Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). HUIDIGE SITUATIE De reinigingsfrequentie wordt tot op heden, net als de inspectiefrequentie, gelijkmatig verdeeld over de gemengde riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. Alleen objecten waarvan bekend is dat ze sneller vervuilen worden frequenter gereinigd. In het op te stellen rioleringsbeheer (zie 7.3) wordt nagegaan of differentiatie in de reinigingsfrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. In dit verband is het raadzaam om de slibproductie bij rioolen kolkreiniging bij te houden en te registreren. OPGAVE In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Activiteit Omvang Reinigen vuilwater/gemengd km/jr zie Tabel 10 Reinigen hemelwaterriolering 2-3 km/jr zie Tabel 10 Schoonmaakonderhoud Onderhoud Reiniging riolering Reiniging gemalen Onderhoud gebouwen Inspectie gemalen Onderhoud gemalen Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. Tabel 12, Onderhoudsactiviteiten met planning en budgetten. 7.6 MAATREGELEN Maatregelen worden onderverdeeld in de volgende categorieën: Verbeteren Repareren Vervangen Renoveren 46 ARCADIS :0.1 - Definitief

49 Aanleg AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: De uitvoeringsmaatregelen voor de komende planperiode zijn qua methodiek en planning naar behoren onderbouwd en afgestemd met maatregelen uit andere werkvelden (bijvoorbeeld met wegbeheer). Er bestaat een duidelijk afwegingskader voor de keuze bij rioolvervanging tussen een open sleuf methode of rioolrenovatie. Er moet zoveel mogelijk werk-met-werk worden gemaakt, bijvoorbeeld de aanleg van drainage of afkoppelen van hemelwater in combinatie met rioolvervanging. HUIDIGE SITUATIE Verbetering In de voorgaande planperiode zijn de verbeteringsmaatregelen ter beperking van emissies (zie 2.4) niet uitgevoerd. Voor de komende planperiode staan deze verbeteringsmaatregelen, met uitzondering van het bergbezinkbassin, wel op het programma om uitgevoerd te worden. Daarnaast zijn hydraulische maatregelen voorzien om de water-op-straat op enkele locaties op te lossen en zijn enkele aanpassingen aan drempels van overstorten gepland. Repareren Uit kwaliteitsonderzoeken is gebleken dat een groot aantal maatregelen nodig zijn om de betreffende riolen in staat te stellen de beoogde levensduurverwachting te halen. De maatregelen zullen in de komende planperiode ter hand worden genomen. Vervangingen en renoveren Uit kwaliteitsonderzoeken blijkt het aantal vroegtijdig te vervangen riolen zeer beperkt te zijn. Daarnaast kan op basis van dezelfde onderzoeken worden geconcludeerd dat de levensduur van de riolering op 60 jaar gesteld kan worden. In de komende planperiode zal, op basis van uitkomsten van rioolinspecties, gecontroleerd moeten worden of een levensduur van 60 jaar realistisch blijft. Aanleg Alle panden in Hellevoetsluis (met uitzondering van acht percelen in het buitengebied waarvoor de ontheffing bij de provincie wordt geactualiseerd) zijn aangesloten op riolering. De aanleg van nieuwe riolering zal beperkt blijven tot de in Tabel 6 aangegeven nieuwbouwlocaties. Hieruit komt naar verwachting tot 2016 een groei van het aantal aansluitingen voort van circa 684. Deze nieuwe riolering wordt gefinancierd vanuit de grondexploitatie, zodat de aanleg geen lasten teweeg brengen in het kader van de tariefbepaling van de rioolheffing. De lasten voor het onderhoud en de vervanging van deze riolen komen t.z.t. wel ten laste van de rioleringszorg. OPGAVE In onderstaande tabel zijn alle investeringen opgenomen voor de komende planperiode. Voor de investeringen van na deze periode zijn e volgende uitgangspunten gehanteerd: Verbeteringsinvesteringen uit het vorige GRP dienen nog uitgevoerd te worden. De rioolvervanging wordt gestuurd op basis van gemiddelde levensduur en is opgenomen in de investeringslijn voor de lange termijn (zie Bijlage 9) :0.1 - Definitief ARCADIS 47

50 Onderdeel Activiteiten Verbeteren Maatregelen wateroverlast gemeentehuis Repareren urgent <1jr prioritair 2-5jr Vervangen Vrijverval riolering Renoveren Aanleg Gemalen E/M Gemalen B/K Drukriolering E/M Randvoorzieningen BK Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. E/M: elektromechanisch B/K: bouwkundig Tabel 13, Uitvoeringsmaatregelen met planning en budget. 7.7 FACILITEITEN Tot dit taakveld behoren de volgende activiteiten: Gegevensbeheer Klachtenregistratie en afhandeling Communicatie Watervergunningen Waterloket AMBITIES De ambities voor het taakveld faciliteiten luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en bevatten naast objectgegevens ook toestand gegevens. De gemeente beschikt over een adequate klachtenregistratie en afhandeling. De gemeente heeft duidelijke communicatielijnen met de burgers. De gemeente vult haar taak als aanspreekpunt voor de watervergunning adequaat in. De gemeente beschikt over een herkenbaar en functioneel waterloket. HUIDIGE SITUATIE Gegevensbeheer Gegevensbeheer speelt een cruciale rol in het totale rioleringsbeheer (zie Figuur 5). Alle beheeractiviteiten worden van hieruit gedirigeerd en komen na uitvoering hier weer samen. Voor het gegevensbeheer van de riolering wordt gewerkt met het rioolbeheersysteem XEIZ. Revisiegegevens van uitgevoerde rioleringswerken en inventarisatiegegevens worden binnen 6 weken in het systeem verwerkt. Daardoor blijft het gegevensbestand en WION actueel, wat noodzakelijk is om het rioleringsbeheer systematisch uit te voeren. Naast de objectgegevens worden ook de schadebeelden uit rioolinspecties in het beheersysteem vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens kunnen gerichte maatregelen worden vastgesteld. Klachtenregistratie en afhandeling Klachten komen veelal via de balie en telefonisch binnen bij het KCC (Klant Contact Centrum). Indiening per is ook mogelijk. Het meldpunt is 24 uur per dag bereikbaar. De klachten worden zo spoedig mogelijk verwerkt in het klachtenregistratiesysteem en zo spoedig mogelijk afgehandeld. 48 ARCADIS :0.1 - Definitief

51 Communicatie Communicatie met de bewoners en belanghebbenden vindt plaats d.m.v. huis aan huis bladen en via Helius (uitgave gemeente, zes maal per jaar). Daarnaast wordt informatie gegeven op de website van de gemeente ( Watervergunningen De gemeente heeft haar loketfunctie als aanspreekpunt voor de aanvraag van watervergunningen in het kader van de Waterwet reeds ingevuld. Waterloket Momenteel kunnen burgers voor water gerelateerde informatie of problemen zich richten tot het KCC. In de komende planperiode wordt bezien of professionalisering van alle activiteiten rondom klachten, communicatie en vergunningen wenselijk is op basis van een digitaal waterloket op de website van de gemeente. Hierbij worden alle contacten en afhandelingen gecategoriseerd vastgelegd. Met deze faciliteit kan de burger ook buiten de kantooruren bij de gemeente terecht voor water gerelateerde zaken. Voor telefonisch contact kan het KCC benaderd blijven worden. OPGAVE In onderstaande tabel zijn voor de komende planperiode alle kosten vermeld die met taakveld Facilitair te maken hebben. Hieronder zijn ook een aantal overige kosten meegenomen. Activiteit Post Gegevensbeheer Databeheer Waterloket Waterloket Communicatie& voorlichting Professionaliteitstoets op waterloket, klachtenafhandeling en communicatie Klachtenregistratie en afhandeling Overige kosten Energie Meldsysteem Telefoon Verzekeringen Actualiseren ontheffing ongerioleerde panden Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. Tabel 14, Facilitaire uitgaven. Met bovenstaande activiteiten wordt ook het onderstaande knelpunt opgelost: PM I. De ontheffing van de provincie voor de zorgplicht t.a.v. het inzamelen van afvalwater wordt geactualiseerd. Het gaat nog om acht locaties. 7.8 SAMENWERKING In het Bestuursakkoord Waterketen dringen de betrokken partijen (zie Landelijke ontwikkelingen3.2) aan op meer samenwerking in de waterketen met het doel de doelmatigheid van de activiteiten in deze sector te vergroten. In een ledenbrief (10/102) informeert de VNG haar leden nader over de beoogde opzet van deze samenwerking. De samenwerking in de afvalwaterketen tussen gemeenten en waterschappen gaat uit van het bundelen van kennis en capaciteit en het verder professionaliseren van de beheertaken. Door slim samen te werken kan er ook structureel en substantieel bezuinigd worden op de kosten voor het :0.1 - Definitief ARCADIS 49

52 rioleringsbeheer. Uit een landelijk Feitenonderzoek blijkt dat op deze wijze tot 2020 een kostenbesparing in het rioleringsbeheer mogelijk is van ca. 140 mln. In de komende periode zal dit landelijk onderzoek op initiatief van provincies en waterschappen nader worden uitgewerkt in regionale feitenonderzoeken. Om de totstandkoming van de beoogde samenwerking tussen gemeenten en het waterschap te ondersteunen, is er door VNG en UvW (Unie van Waterschappen) een klein landelijk kernteam opgezet. Ook zal er door middel van inhoudelijke werkgroepen op landelijk niveau worden gewerkt aan het verminderen van belemmerende wet- en regelgeving, opbouwen en uitdragen van kennis. Momenteel werkt Hellevoetsluis in ISVP-verband samen met de gemeenten op Voorne-Putten op het gebied van Economische zaken, Toerisme en Recreatie, Ruimtelijke Ordening/Wonen, Verkeer en Vervoer en Maatschappelijke zaken. Ook op het gebied van stedelijk water en riolering zijn er contacten om de samenwerking tussen de gemeenten te versterken. Het Waterschap is hier bij betrokken. Op deze manier is een basis geschapen voor de samenwerking. 50 ARCADIS :0.1 - Definitief

53 8 Middelen In het voorgaande hoofdstuk zijn de inspanningen beschreven die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer op basis van het gekozen ambitieniveau zo doelmatig mogelijk in te vullen. In dit hoofdstuk worden de benodigde financiële en personele middelen beschreven om aan dat doel te beantwoorden. 8.1 FINANCIËLE MIDDELEN Financiële trendanalyse In het voorliggende GRP is geen tekst over de kostendekking van de rioleringslasten opgenomen, omdat nog besluitvorming moet plaatsvinden over de wijze van financieren. In de Financiële trendanalyse zijn daartoe een aantal varianten opgenomen waaruit een keuze moete worden gemaakt. De gekozen variant zal vervolgens in het GRP worden verwoord, waarna het GRP zijn definitieve vorm heeft UITGAVEN EN LASTEN In hoofdstuk 7 is uitgelegd welke lasten in de komende periode verwacht worden. In Figuur 7 op de volgende bladzijde is het verloop van alle uitgaven voor vervangingsinvesteringen en exploitatielasten over de beschouwde periode van 60 jaar weergegeven. In Bijlage 9 zijn tabellen opgenomen met per type voorziening de vervangingsinvesteringen en het planningsjaar. De investeringen voor rioolvervanging zijn gebaseerd op de kostenkengetallen uit het beheersysteem RIOB (prijspeil juli 2010). Deze zijn geïndexeerd naar prijspeil Daarnaast is bij het bepalen van de vervangingsinvesteringen ook de kwalitatieve toestand van de riolering betrokken, waardoor een verfijning van de investeringspatroon is verkregen die tot een doelmatiger inzet van financiële middelen leidt :0.1 - Definitief ARCADIS 51

54 In Bijlage 10 is een overzichtstabel opgenomen met alle uitgaven en inkomsten gedurende de beschouwde periode van 60 jaar. In de kop van de investeringskolommen is aangegeven welke technische levensduur voor de verschillende voorzieningen zijn aangehouden. De exploitatielasten zijn overgenomen uit de product-begroting Riolering voor de periode Alle bedragen zijn weergegeven op basis van prijspeil De totale uitgaven over de periode bedragen ca. 224 miljoen. Figuur 7, Uitgavenpatroon INKOMSTEN EN TARIEFONTWIKKELING Ter dekking van de lasten kan de gemeente een belasting heffen van inwoners en bedrijven in de vorm van een kostendekkende rioolheffing. Voor 2012 is het tarief vastgesteld op 119,80 per aansluiting. Een vergelijk met omliggende gemeenten Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) stelt jaarlijks een atlas op welke van alle gemeenten de tarieven van OZB, reinigingsheffing en rioolrecht bevat. In Tabel 15 zijn de rioolheffingen voor Hellevoetsluis en omliggende gemeenten voor 2011 ter vergelijking opgenomen. Gemeente Gebruikerstarief Eenpersoons Meerpersoons [ ] [ ] Hellevoetsluis Westvoorne Bernisse Brielle Spijkenisse Goedereede Dirksland Middelharnis Korendijk Tabel 15, Overzicht rioolheffing omliggende gemeenten. 52 ARCADIS :0.1 - Definitief

55 Uit de tabel blijkt dat Hellevoetsluis momenteel de op een na laagste positie inneemt binnen de omliggende gemeenten. Verklaring voor de lage rioolheffing ten opzichte van de omliggende gemeenten is het feit dat Hellevoetsluis en Spijkenisse groeigemeentes zijn. Daarnaast worden onderlinge verschillen in de rioolheffingen tussen gemeenten veroorzaakt door factoren als de aard van de ruimtelijke omgeving, het vervangingsstadium en de relatieve omvang van de drukriolering zijn daarbij zeker van belang. Bekend is dat gemeenten in een stedelijke omgeving met dichte bebouwing en weinig m rioolbuis per inwoner met een lager tarief kunnen volstaan dan landelijke gemeenten. Het vervangingsstadium zegt verder iets over het aandeel van riolering die in de lasten bijdragen, omdat de eerste aanleg de investeringen vanuit de grondexploitatie worden gedekt. Drukrioleringssystemen veroorzaken als mechanische voorzieningen relatief hoge beheerlasten. Bovendien komen de lasten voor de aanleg van deze systemen in het buitengebied, in tegenstelling tot de aanleg van vrijverval riolering, veelal wel ten laste van de rioolheffing. De landelijke trend met betrekking tot de ontwikkeling van de rioolheffing is zodanig dat, ondanks de grote stijging van de rioolheffing, de verwachting is gerechtvaardigd dat Hellevoetsluis onder het dan geldende regionale gemiddelde niveau zal blijven KOSTENDEKKING Financiële trendanalyse In de Financiële Trendanalyse zijn de resultaten opgenomen voor een viertal kostendekkingsvarianten van de rioleringsuitgaven. Er zijn twee varianten op basis van het huidige afschrijvingsmodel en drie alternatieve varianten. Uitgangspunten, modelvarianten en rekenresultaten zijn in voornoemd onderzoek verwoord. Nadat door het bestuur een keuze is gemaakt over de meest geschikte financieringswijze van de uitgaven, wordt de tekst voor deze paragraaf daarop afgestemd. Voor de tariefontwikkeling van de benodigde rioolheffing per kostendekkingsvariant wordt verwezen naar de rapportage Financiële Trendanalyse. 8.2 PERSONELE MIDDELEN Voor de invulling van het rioleringsbeheer beschikt de gemeente over circa 2,5 fte, afgeleid uit het totale beschikbare budget dat de eigen dienst tot haar beschikking heeft. Ter toetsing van deze productiecapaciteit aan een landelijk beeld, is de benodigde capaciteit bepaald aan de hand van een model dat de Stichting RIONED ter beschikking stelt. Dit model bepaalt de benodigde capaciteit op basis van de volgende drie invloedsfactoren: Het aantal inwoners. Het te beheren areaal. De gemiddelde jaarlijkse investeringen in de planperiode. Verder zijn voor elk taakveld schattingen gemaakt voor het uitbestedingspercentage. Hierbij is enerzijds gekeken naar de mate van uitbesteding in de afgelopen planperiode en is anderzijds gekeken naar de uitbestedingspercentages die de Leidraad aangeeft. In het plan is derhalve uitgegaan van de maximale uitbestedingspercentages die de Leidraad adviseert. Deze variëren per taakveld van 40% tot 90%. Het resultaat geeft de personele middelen weer die nodig zijn voor de invulling van de rioleringstaken onder de voor Hellevoetsluis specifiek geldende omstandigheden. In Tabel 16 zijn de resultaten van de berekening weergegeven. Voor 1 fte zijn 175 functionele dagen aangehouden :0.1 - Definitief ARCADIS 53

56 Taakveld Invloedsfactor Grootheid fte s Planvorming aantal inwoners (2011) 1,4 Onderzoek Facilitair Onderhoud areaalgrootte gemengd: 144,8 km hemelwater: 21,2 km vuilwater: 21,2 km drainage: 0 km drukpompunits: 187 stuks Maatregelen investeringsniveau rioolvervanging: gem per jaar 0,2 Totaal 3,0 Tabel 16, Overzicht personele middelen. Op basis van het landelijke model is een formatie voor het rioleringsbeheer nodig van circa 3,0 fte. Dat is voor de Binnendienst (hbo-niveau) 0,5 fte hoger dan de huidige formatie. Indien dit aanleiding mocht zijn voor het ontstaan van knelpunten dan zorgt de gemeente voor een passende oplossing. 1,4 54 ARCADIS :0.1 - Definitief

57 Bijlage 1 Begrippenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. AFKORTINGEN RWZI BBB BBL BBV bob BRP BWK CIW CUWVO DWA EHS EKRW GBKN GGOR GRP HWA IBA KRW MTR NBW NEN NPR NW4 vgrp Wabo WB21 WHP WION Wm Wvo Ww Rioolwaterzuiveringsinrichting Bergbezinkbassin Bergbezinkleiding Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies Binnen onderkant buis Basisrioleringsplan Bestuursakkoord Waterketen Commissie Integraal Waterbeheer Coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren Droogweerafvoer Ecologische Hoofdstructuur Europese Kaderrichtlijn Water Grootschalig basiskaart van Nederland Gewenst grond- en oppervlaktewater regime Gemeentelijk Rioleringsplan Hemelwaterafvoer Installatie voor individuele behandeling van afvalwater Kaderrichtlijn Water Maximaal Toelaatbaar Risico Nationaal Bestuursakkoord Water Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn Vierde Nota op de Waterhuishouding Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Waterbeheer 21 e eeuw Waterhuishoudingsplan Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Waterwet :0.1 - Definitief ARCADIS 55

58 TERMEN EN DEFINITIES Aansluitvergunning Afvalwater Afvalwaterakkoord Afvalwaterzuiveringsinrichting Afvoerend oppervlak Basisinspanning Basisrioleringsplan Bedrijfsafvalwater Bemalingsgebied Bergbezinkbassin Berging Bodempassage Buitengebied Doorlatende verharding Droogweerafvoer (dwa) Drukriolering DT-riool Gemengd rioolstelsel Vergunning op grond van de aansluitverordening die wordt afgegeven door het waterschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI). Noot: komt medio 2011 te vervallen (zie ook Afvalwaterakkoord) zie Stedelijk afvalwater Convenant tussen gemeente en waterschap waarin afspraken worden vastgelegd over de omvang en aard van het aangeleverde afvalwater en de randvoorwaarden waaronder dat gebeurt. zie Rioolwaterzuiveringsinrichting Het naar de riolering afwaterende oppervlak. Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren. Planvorm van tactische aard waarin het functioneren van de riolering wordt getoetst aan de in het GRP vastgelegde eisen die daarvoor gelden en doelmatige maatregelen worden vastgesteld om de knelpunten op te lossen. Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is. Een rioleringstechnische eenheid waaruit het afvalwater of hemelwater door een rioolgemaal wordt afgevoerd naar een volgend bemalingsgebied of de rioolwaterzuiveringsinrichting. Reservoir voor de tijdelijke opslag en behandeling (bezinking) van afvalwater voordat overstorting op oppervlakte4water plaatsvindt. De inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm/ha. Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Gemeentelijk grondgebied buiten de bebouwde kom, waaruit de afvoer van afvalwater veelal met behulp van mechanische riolering plaatsvindt. Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem. De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen. Geperforeerd (drainage-transport)riool, gelegen onder de grondwaterstand, voor de afvoer van hemelwater en beheersing van de grondwaterstand. Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd. 56 ARCADIS :0.1 - Definitief

59 Gescheiden rioolstelsel Hemelwaterriool Huishoudelijk afvalwater Hydraulische berekening Infiltratiekrat Inspectie IT-riool Lamellenafscheider Maatstaf Onderhoud Onderzoek Overstorting Overstortput Pompcapaciteit Pompovercapaciteit (poc) Regenwaterriool Riolering Riool Rioolput Rioolwaterzuiveringsinrichting Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater. Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater. Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden. Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Rechthoekige voorziening van kunststof voor de opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert. Geperforeerd (infiltratie-transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater. Grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan. Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt. Het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering. De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater. Rioolput voorzien van een overstortdrempel, die de riolering scheidt van het oppervlaktewater en waarover incidenteel overstortingen plaatsvinden. In rioolgemaal geïnstalleerde capaciteit voor de afvoer van afvalwater en/of hemelwater. Het deel van de pompcapaciteit, dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer. zie hemelwaterriool Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater. Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater. Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg). Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI) :0.1 - Definitief ARCADIS 57

60 Stedelijk afvalwater Verbeterd gescheiden rioolstelsel Visuele inspectie Vuilwaterriool Wadi Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting. Het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand. Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. 58 ARCADIS :0.1 - Definitief

61 Bijlage 2 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving Beleidsmatige ontwikkelingen De laatste jaren hebben zich een aantal beleidsmatige en vakinhoudelijke ontwikkelingen voorgedaan, die van grote betekenis zijn op de toekomstige status van de riolering. Hieronder wordt op een aantal van deze ontwikkelingen nader ingegaan. Waterbeheer 21ste eeuw In het kader van Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) moet de omgang met regenwater veranderen op basis van de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Dit beleid is gericht op het zoveel mogelijk terugkeren naar de natuurlijke wijze van afvoeren, zoals die was voor de verstedelijking. Dat betekent niet alleen dat regenwater door afkoppelen zoveel mogelijk uit de riolering moet worden gehaald, maar ook bij voorkeur via de bodem wordt afgevoerd in plaats van door een (regenwater)riool. Kaderrichtlijn Water Vanuit Europa dient de Kaderrichtlijn Water (KRW) te worden geïmplementeerd. De uitwerking van de stroomgebiedsvisies, om aan dit Europese beleid gestalte te geven, verkeert in een vergevorderd stadium. De uitwerking vindt integraal plaats met die voor Waterbeheer 21ste eeuw. De schaalgrootte van de waterlichamen die voor de uitwerking in deze fase zijn gekozen, zijn zodanig dat het aandeel van rioollozingen ten opzichte van andere bronnen (landbouw, verkeer, enz.) mee valt. Op dit moment zijn dan ook nauwelijks maatregelen voor de riolering in KRW-verband te verwachten. Als het uitwerkingsniveau echter zou worden verfijnd tot waterlichamen die beter corresponderen met de situatie in het stedelijk gebied, dan kunnen daaruit alsnog aanvullende maatregelen naar voren komen. Omgang met regenwater Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij slechts een adviserende rol. Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden :0.1 - Definitief ARCADIS 59

62 Bestuursakkoord Waterketen (BWK-2007) Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij slechts een adviserende rol. Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden. In de waterketen gaat per jaar een omzet om van circa 3 mld., gelijk verdeeld over de drie sectoren drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering. Alleen voor de riolering geldt bovendien dat die omzet zich in de komende tien jaar minstens gaat verdubbelen. De lasten voor deze hoge uitgaven worden direct doorberekend aan de burger. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden om deze lasten zo laag mogelijk te houden door een hoge mate van doelmatigheid te bereiken in de waterketen. Algemeen wordt verwacht dat de potentie voor meer doelmatigheid in de waterketen vooral in de rioleringssector aanwezig is. Met deze opgave op de achtergrond hebben de ministeries van VROM en V&W, samen met een aantal koepels in 2007 het Bestuursakkoord Waterketen gesloten. De speerpunten die men daarbij nastreeft hebben betrekking op doelmatigheid, samenwerking, transparantie, innovatie en duurzaamheid. De voortgang wil men in 2009 en 2011 monitoren. Zo nodig zullen aanvullende maatregelen getroffen worden om één en ander te bevorderen. Lange termijn visie op de waterketen Vanuit BWK-verband is een toekomstvisie voor de waterketen in 2050 gepresenteerd, Verbindend Water geheten. De ambities richten zich op het realiseren van een hoog duurzaamheidniveau op basis van het principe cradle-to-cradle (wieg tot wieg). De nieuwe woningen in 2050 zullen vrijwel CO2-neutraal uitgerust zijn. Afvalwaterhoeveelheden nemen drastisch af en het regenwater wordt zoveel mogelijk benut of via de bodem afgevoerd. Vanzelfsprekend heeft dit een grote impact op de hedendaagse ondergrondse infrastructuur. Afvalwater wordt vooral lokaal gezuiverd nadat hieruit de nuttige grondstoffen zijn onttrokken. De betekenis van deze toekomstvisie is groot. Immers, de rioolbuizen die morgen de grond ingaan, maken deze toekomstverwachting mee. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) In 2008 is het NBW-actueel vastgesteld. De betrokken partijen hebben hierin vastgelegd dat de zogenaamde basisinspanning, ondanks het schrappen van de Wvo-lozingsvergunning in de nieuwe 60 ARCADIS :0.1 - Definitief

63 Waterwet, onverkort van toepassing blijft. De basisinspanning is evenwel bedoeld als doelvoorschrift, zodat voor alternatieve, doelmatiger maatregelen gekozen mag worden. Samenwerking in de waterketen Eén van de mogelijkheden voor gemeenten om tot betere prestaties te komen is samenwerking met andere partijen in een groter verband. Daar zijn vele mogelijkheden voor. Essentieel is dat de samenwerking moet leiden tot bundeling van activiteiten op een grotere schaal. Hiermee zijn niet alleen schaalvoordelen te behalen, maar wordt ook een professionalisering van de rioleringszorg bereikt. De organisatie wordt daarmee veel Aquario BV WF, Vitens, Stichting Waternet 6 gemeenten Reiderland Watercyclusbedrijf Rioleringszorg naar Amsterdam, HHAGV ARCADIS Waterketenbedrijf RioNoord HHR, DZH, Noordwijkerhout WG, WNZ, WHA, 6 gemeenten Vooronderzoek Evides + Bernisse Toekomst Waterketen Gelderland samenwerking in 6 regio s Samenscholing Zeeland Limburg samenwerking 10 gemeenten samenwerking WSBL, WML, gemeenten Vlaanderen brede overdracht rioleringszorg (67% in 4 jaar) minder kwetsbaar voor het vertrek van die ene rioleringsmedewerker, terwijl de rioleringsbeheerder zelf meer gelegenheid krijgt om zich binnen een team te ontwikkelen en bekwamen. Bestuursakkoord Water 2011 Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer. Waterveiligheid blijft topprioriteit. In het bestuursakkoord staan afspraken over: De nieuwe aanpak betekent een structurele besparing die oploopt tot 550 miljoen in De stijging van lasten voor burgers en bedrijven blijven daardoor beperkt. Medio mei 2009 is door het Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en VEWIN het Bestuursakkoord Water getekend. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving Zowel in de afgelopen jaren als in de komende tijd zijn of worden een aantal ontwikkelingen in de wet- en regelgeving doorgevoerd, die in meer of mindere mate van belang zijn voor het rioleringsbeheer. In de volgende paragrafen wordt op de relevante wetgeving ingegaan. Wet milieubeheer De wettelijke planverplichting uit de Wet milieubeheer, art voor het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) blijft van toepassing. De inhoud van het plan moet worden verbreed van één naar drie zorgplichten. Het zogenaamde verbrede GRP moet vóór 1 januari 2013 zijn vastgesteld. Een en ander heeft invloed op het begrippenkader voor de wet (art. 1.1; zie ook Bijlage 1). Verder heeft de Minister van Verkeer & Waterstaat de bevoegdheid om een prestatievergelijking van de gemeentelijke rioleringstaken verplichten (art. 4.22, vierde lid). BENCHMARK In 2010 is door Stichting RIONED in samenwerking met de VNG een landelijk dekkende benchmark riolering uitgevoerd. Alle gemeenten hebben daartoe een vragenlijst ingevuld. De vragenlijst bestaat uit een verplicht deel en een vrijwillig deel. Op 18 november 2010 is het eindrapport aan de minister voor Milieu en Infrastructuur overhandigd. Elke gemeente heeft een specifieke rapportage ontvangen voor haar eigen situatie. De benchmark heeft tevens tot doel de convenantafspraken uit het Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) in te evalueren :0.1 - Definitief ARCADIS 61

64 In de wet is ook een voorkeursvolgorde opgenomen over de omgang met afvalwater, die milieuvervuiling door afvalwater moet tegengaan (art a). De gemeenteraad kan bij verordening regels en termijnen vastleggen voor de omgang met afvloeiend hemelwater en grondwater op particulier terrein (art a). Artikel geeft de gemeente de mogelijkheid om het afvalwater, behalve door een openbaar vuilwaterriool (of gemengd riool) naar een zuiveringsinrichting te leiden, ook door andere gelijkwaardige systemen te verwerken. Dat betekent dus dat bijvoorbeeld IBA s onder de zorgplicht kunnen komen te vallen. Waterwet De nieuwe Waterwet integreert negen bestaande wetten, waaronder de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), tot één integrale wet. Ook bij deze wet worden de bestaande vergunningen gebundeld tot één nieuwe vergunning: de watervergunning. Ook de Wvo-lozingsvergunning voor het lozen van afvalstoffen op oppervlaktewater wordt vervangen door algemene regels in het Besluit lozen buiten inrichtingen (in voorbereiding). Op grond van dit besluit moet de gemeente in het vgrp een overzicht opnemen, waarop alle overstortvoorzieningen en nooduitlaten voorkomen. In de praktijk zal het erop neerkomen dat het waterschap de gemeente alleen kan aanspreken op grond van geconstateerde waterkwaliteitsproblemen als de riolering daarvan een belangrijke veroorzaker is. Ook de Wvoaansluitvergunning behoort tot het verleden. Deze wordt op grote schaal vervangen door het vaststellen van afvalwaterakkoorden tussen gemeente en waterschap. Besluit lozing afvalwater huishoudens Het besluit lozing afvalwater huishoudens (blah) is per 1 januari 2008 in werking getreden. Het bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. In het verleden was de regelgeving op dit gebied nogal onoverzichtelijk. De algemene regels die voor deze lozingen golden, waren verspreid over drie verschillende besluiten. Daarnaast was voor verschillende lozingen een vergunning of ontheffing van het waterschap of de gemeente vereist. Met het nieuwe besluit zijn alle regels voor afvalwaterlozingen door huishoudens samengebracht in één besluit. Voor de lozingen geldt alleen een meldingsplicht. Er is geen vergunning of ontheffing meer vereist. Wel kan een waterkwaliteitsbeheerder maatwerkvoorschriften opleggen, als het belang van de bescherming van het milieu daartoe noodzaakt. Activiteitenbesluit Het Activiteitenbesluit is sinds 1 januari 2008 van kracht. Dit besluit geeft regels voor activiteiten in of vanuit een inrichting. Het Activiteitenbesluit is in het leven geroepen om de administratieve lasten van de burgers te verlichten. Het Activiteitenbesluit gaat uit van de 1 loketgedachte. Dit houdt in dat contact opgenomen kan worden met één bevoegd gezag en deze coördineert de melding met andere bevoegde gezagen. Besluit lozen buiten inrichtingen Het besluit lozen buiten inrichtingen (blbi) zal vermoedelijk per 31 december 2010 in werking treden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of een particulier huishouden plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen vinden zowel door bedrijven als overheden plaats. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit, waarin alle lozingsroutes (bodem, oppervlaktewater, rioolstelsels) worden geregeld, gebaseerd op de Wet milieubeheer, Wet bodembescherming en de Waterwet. Dit besluit geeft het bevoegde gezag voor verschillende onderwerpen de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften. (Dit geldt ook voor het blah en Activiteitenbesluit). 62 ARCADIS :0.1 - Definitief

65 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zorgt ervoor, dat het aantal vergunningen dat nodig is om te mogen bouwen of aanleggen beperkt wordt tot maar één vergunning: de omgevingsvergunning. Uitgangspunt voor de wet is de één-loket-gedachte. De gemeente is voor de uitvoering van de wet het bevoegde gezag, maar heeft een afstemmingsplicht met andere instanties, waaronder het Waterschap. Indirecte lozingen op de riolering vallen ook onder deze wet, zodat de Wvo-aansluitvergunning, wat het domein van de waterschappen was, komt te vervallen. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) Per 1 juli 2008 is de Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion), beter bekend als de grondroerdersregeling, in werking getreden. De Wet heeft tot doel het voorkomen van graafincidenten bij kabels en leidingen. De wet regelt primair de informatie-uitwisseling over de ligging van kabels en leidingen tussen netbeheerders en grondroerders. De wet bevat eveneens bepalingen over zorgvuldig graven en zorgvuldig opdrachtgeverschap en het treffen van voorzorgsmaatregelen bij gevaarlijke leidingen :0.1 - Definitief ARCADIS 63

66 Bijlage 3 Toelichting op de zorgplicht grondwater Bronvermelding: voor de toelichting is gebruik gemaakt van de VNG-brochure Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Waterwet (artikel 3.6) 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 1. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuivering technisch werk. Toelichting Bovenstaande zorgplicht geldt sinds De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat houdt onder meer in dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De gemeente is het loket voor vragen en klachten van burgers over grondwater. Dit volgt uit de toelichting op de wet (memorie van toelichting, 30/578). Deze functie hoeft geen fysiek loket te zijn of organisatorische eenheid, maar het betekent dat burgers bij de gemeente terecht kunnen met klachten of vragen over grondwater. De gemeente behandelt de vragen of zorgt ervoor dat de relevante partij de klachten afhandelt. Het doel is dat de burger niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Eventuele gemeentelijke maatregelen in het openbaar gebied, zijn alleen aan de orde bij structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, dat wil zeggen: Er moet sprake zijn van een probleem. Een hoge grondwaterstand hoeft geen probleem te veroorzaken. Verblijfsruimten dienen vanuit de bouwregelgeving vochtdicht te zijn; vochtoverlast in gebouwen als gevolg van een hoge grondwaterstand is hierdoor in principe uitgesloten. De nieuwe zorgplicht heeft geen betrekking op ondergrondse bestemmingen; eventuele problemen in ondergrondse voorzieningen zijn bouwkundig van aard en dienen op bouwkundige wijze, door de eigenaar, te worden opgelost. Het probleem moet worden veroorzaakt door grondwater. Vochtproblemen in woningen worden niet altijd door een hoge grondwaterstand veroorzaakt. Bouwkundige gebreken, de inrichting van percelen, slechte ventilatie, wijze van beplanting en kapotte regenpijpen, waterleidingen of rioolaansluitingen zijn ook vaak de oorzaak. Het probleem moet structureel zijn. Bij incidentele grondwaterproblemen heeft de gemeente geen taak. Zo is na extreme regenval de grondwaterstand wellicht tijdelijk hoger, maar dat betekent niet dat dit ook op langere termijn zo is. De wet laat daarmee een zeker risico bij de perceel eigenaar. In het verbreed GRP maakt de gemeente duidelijk wat zij verstaat onder nadelige gevolgen en structureel. De zorgplicht van de gemeente beperkt zich tot waterhuishoudkundige maatregelen in het openbaar gebied. Perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor maatregelen tegen grondwaterproblemen op eigen 64 ARCADIS :0.1 - Definitief

67 terrein. Dit geldt voor particulieren maar ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. Wanneer een perceeleigenaar ontwateringsvoorzieningen aanlegt op het eigen terrein, heeft de gemeente de plicht om het vrijkomende overtollige grondwater verder af te voeren. De gemeente kan middels een verordening de onttrekking en lozing van grondwater reguleren. Perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor de staat van de eigen woning en perceel. Dit komt neer op het voldoen aan de bouwregelgeving (Bouwbesluit en gemeentelijke bouwverordening). Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste plaats van de perceel eigenaar worden verwacht dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt. Voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij de afweging of maatregelen in openbaar gebied aan de orde zijn, staat het doelmatigheidscriterium centraal. Factoren als de omvang en de duur van de overlast, het aantal getroffen percelen, de functie en de hydrologische toestand van het betreffende gebied, de financiële implicaties en de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan, kunnen een rol spelen bij de vraag of een maatregel doelmatig is. Een doelmatigheidsafweging is bijvoorbeeld denkbaar tussen enerzijds het trachten te beïnvloeden van het grondwaterpeil in openbaar gebied (door gemeente of waterschap) en anderzijds het (door de perceeleigenaar) laten nemen van bouwkundige maatregelen. De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. Als de oplossing van problemen doelmatiger is via maatregelen van andere overheden, zijn gemeentelijke maatregelen niet nodig. Bij het voorkomen/beperken van grondwaterproblemen is er een verschil in aanpak tussen de bestemmings-, inrichtings- en beheer fase: In de bestemmingsfase gaat het om het voorkomen van toekomstige problemen door rekening te houden met grondwater in de locatiekeuze en het toekennen van de bestemmingen. De watertoets speelt hierbij een belangrijke rol; In de inrichtingsfase gaat het om het voorkomen van toekomstige problemen door goed bouw- en woonrijp te maken en te bouwen volgens voorschriften; In de beheerfase gaat het om voorkomen, oplossen of beperken van grondwaterproblemen in bestaand bebouwd gebied. De taakverdeling tussen de verschillende overheden rond de bestemmings- en inrichtingsfase blijft ongewijzigd. De nieuwe wetgeving voorziet in het bijzonder in een zorgplicht voor grondwater in de beheerfase. In het kader van het verbreed GRP richten we ons specifiek op de beheer fase :0.1 - Definitief ARCADIS 65

68 Bijlage 4 Beheervisie Ontwikkeling in het rioleringsbeheer SYSTEEM EN MENS, een onlosmakelijk duo De aanleg van drinkwater- en rioleringssystemen hebben samen de belangrijkste bijdrage geleverd aan het hedendaagse hoge niveau van de volksgezondheid in de westerse wereld. Daar zijn wetenschappers van over de hele wereld het hartgrondig over eens. Zonder rioleringssysteem zou een hoge beschaving dus ook niet mogelijk zijn, maar evengoed zou het systeem zonder mens ook niet in stand kunnen worden gehouden. Mens en systeem zijn dus onlosmakelijke aan elkaar verbonden. Onderstaand schema, dat de essentie van het rioleringsbeheer samenvat in vier vragen, toont deze afhankelijkheid nog eens duidelijk aan. BEHEERSTRATEGIE: vier essentiële vragen De antwoorden op de vier strategische vragen geven in onderlinge samenhang zowel het te voeren beleid als de geleverde prestaties vorm. De twee bovenste vragen richten zich vooral op menselijk handelen (de we-vorm ), terwijl de onderste twee vragen zich concentreren op het systeem. Beleid - GRP Doen we de goede dingen? Doet het systeem wat het kan? Monitoren Bestuur Operationeel beheer Fysiek systeem Prestatiecyclus Evalueren Doen we de dingen goed? Kan het systeem wat het moet? Modelleren De zorg begint bij het vastleggen van de goede dingen in het GRP. Dit gebeurt in de vorm van doelen en functionele eisen waaraan het systeem moet voldoen. Het functioneren van het systeem moet zelf het antwoord op die vraag leveren, waarvoor zowel een theoretische als een praktische toets beschikbaar zijn. Voor de theoretische toets wordt meestal een rekenmodel ingezet om de vraag Kan het systeem wat het moet? te beantwoorden. Luidt het antwoord negatief dan kan met het model de benodigde maatregelen worden vastgesteld om alsnog aan de functionele eisen te voldoen. Steeds vaker wordt deze theoretische benadering aangevuld met praktijkinformatie, zoals meetgegevens, klachten, enz. Deze informatie moet uitwijzen of het systeem ook echt doet wat het (theoretisch) kan. Het monitoren van het feitelijk systeem gedrag is daarvan een goed voorbeeld. De verzamelde systeeminformatie moet bij een beleidsevaluatie in het kader van een nieuw GRP uitwijzen of het gevoerde beleid volstaat of dat aanpassingen nodig zijn ( Doen we de dingen goed? ). Deze laatste stap sluit de beleidscyclus af, waarna het hele proces zich opnieuw herhaalt. Samenvattend bestaat het bovenste deel van het schema uit beleidsmatige activiteiten en het onderste deel uit operationele activiteiten. 66 ARCADIS :0.1 - Definitief

69 Aandachtsgebieden Het bovenstaande schema draait om beleid en functioneren. Om een en ander in goede banen te leiden zijn zoveel verschillende activiteiten nodig dat een heldere structuur onmisbaar is. De operationele activiteiten zijn onderverdeeld in drie aandachtsgebieden: objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer. Vanzelfsprekend staan deze aandachtsgebieden niet op zich zelf en zijn er allerlei dwarsverbanden aan te geven. Zo is het databeheer van groot belang voor het opzetten van een rekenmodel waarmee betrouwbare berekeningen kunnen worden gemaakt. En zonder een goed onderbouwd vervangingsplan en een daaraan gekoppelde investeringslijn voor de volgende levensfase van de riolering kan geen gezonde financiële onderbouwing voor de rioolheffing tot stand komen. Kortom, de activiteiten uit het objectbeheer zijn niet alleen van belang voor het in stand houden van de riolering als systeem, maar zeker ook voor het aanleveren van betrouwbare basisinformatie voor de activiteiten in de andere aandachtsvelden. GRP: rioleringsbeleid Objectbeheer Functioneel beheer Financieel beheer rioleringsbeheerplan databeheer onderhoudsplan inspectieplan vervangingsplan jaarprogramma basisrioleringsplan optimalisatiestudie afvalwaterakkoord modelleren meetplan monitoren data-analyse modelkalibratie RTC kostentoerekening kostenanalyse heffingsgrondslagen financiering trendanalyses kostendekking Als beeldbepalende planvorm voor het objectbeheer geldt het Rioleringsbeheer-plan (RBP), waarin de beheerstrategie voor de komende periode wordt uitgestippeld. Dit plan is daarmee de tegenhanger van het Basisrioleringsplan voor het functioneel beheer en het kostendekkingsplan voor het financieel beheer. Doelmatig beheer Het huidige rioleringsbeheer kan veelal worden gekenschetst als een inspanningsverplichting. Van jaar tot jaar worden dezelfde beheeractiviteiten met een vergelijkbare omvang uitgevoerd in cyclisch proces waarbij alle objecten eens in de zoveel jaar onder handen worden genomen. De jaarbudgetten in de opeenvolgende jaren variëren dan ook nauwelijks. Bij een doelmatig rioleringsbeheer is een resultaatsverplichting het uitgangspunt. De beheeractiviteiten worden afgestemd op de behoeften van het systeem en worden dus niet langer plichtmatig uitgevoerd. Ze variëren jaarlijks zowel qua omvang als qua diepgang naar gelang de actuele toestand van het systeem. Na verloop van tijd ontstaat er dus een over het gebied gedifferentieerde inspanning, die optimaal is afgestemd op goed laten functioneren van het systeem. Deze werkwijze bevordert de doelmatigheid van de beheeractiviteiten en leiden tot een minimale lastendruk voor de burger. Assetmanagement Assetmanagement omvat moderne inzichten in het beheer van voorzieningen die een lange levensduur hebben en gedurende die tijd optimaal moeten worden beheerd om het kostenniveau zo laag mogelijk te houden en tegelijkertijd ontoelaatbare risico s te mijden. Er moet dus vooruitgekeken worden naar de gehele komende levenscyclus van de voorziening. Feitelijk doen veel gemeenten dit al voor riolering zolang de planverplichting voor GRP s bestaat. Bij de kostendekking werden vervangingsinvesteringen en exploitatie over die gehele periode meegenomen om de invloed daarvan op het benodigde niveau van de rioolheffing te laten gelden. Dit voorkomt tegenvallers, waardoor plotseling en versneld veel extra geld :0.1 - Definitief ARCADIS 67

70 van de burgers moet worden gevraagd om de benodigde uitgaven te kunnen financieren. Alhoewel we met rioleringsbeheer op de goede weg zijn bezig geweest, mankeert het nog al eens aan de onderbouwing van investeringen, waardoor het gevaar van te weinig financiële middelen op de bewuste momenten en de kwalijke gevolgen daarvan voor de burger nog steeds aanwezig zijn. Op dit aspect is weer een voorbeeld van het verbeteren van de doelmatigheid, wat uiteindelijk moet leiden tot de invulling van de doelstelling van het moderne assetmanagement. 68 ARCADIS :0.1 - Definitief

71 Bijlage 5 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Riolering is oorspronkelijk aangelegd om epidemieën te voorkomen en verlost te worden van de overlast van overtollig hemelwater in de stedelijke omgeving. In feite zijn deze maatschappelijke doelen tijdloos. Met de komst van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de zorg voor het hemelwater een aparte positie gekregen en is de zorg voor het grondwater toegevoegd. De algemene, maatschappelijke doelen voor de (brede) rioleringszorg bestaan dus uit: Het beschermen van de volksgezondheid. Het beperken van wateroverlast ten gevolge van overtollig hemelwater en grondwater. Om aan deze algemene doelen te kunnen voldoen, worden aan riolering een aantal systeemdoelen gekoppeld die op de drie zorgplichten betrekking hebben. Deze systeemdoelen zijn: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert (grondwater). DOEL 1 Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater in te zamelen bestond voorheen ook al. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de voorzieningen (leidingen, putten e.d.) in goede staat zijn. Regelmatige inspectie en tijdige vervanging zijn daarbij noodzaak. Voor de beoordeling van de toestand van riolen gebruikt de gemeente de werkwijze uit NEN Als beheerder legt de gemeente de gewenste kwaliteit van de riolen vast in functionele eisen en meetbare maatstaven. De maatstaf geeft aan wanneer maatregelen moeten worden getroffen. DOEL 2 Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Voor het transport moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval naar het gemaal of uitlaat binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker te zijn :0.1 - Definitief ARCADIS 69

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE MUIDEN 5 februari 2013 076731179:B - Definitief C01034.000215.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 8 1.1 Algemeen... 8 1.2 Specifiek... 9 1.3 Procedure...

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C

GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - 23 oktober 2012 075723284:A Definitief C01034.000117.01000 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 12 1.1 Het belang van riolering 12 1.2 Aanleiding 12 1.3 Planvorming 13 1.4

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2013-2017 GEMEENTE ALBRANDSWAARDD 10 September 2012 076593942:0.7 Definitief/ Ontwerp vgrp C01034.000177.01000 Inhoud Samenvatting... 1 1 Inleiding... 5 1.1 Inleiding...

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM 2013-2016 SOBER EN DOELMATIG GEMEENTEN NAARDEN EN BUSSUM 6 mei 2013 076899712:B C01034.000219.0100 Inhoud Samenvatting Bussum... 5 Samenvatting vgrp

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2015 2020 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 25 februari 2015 077548399:A Definitief C01034.000312.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 1.1 Inleiding... 9 1.2

Nadere informatie

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden; CONCEPT Besluit gebiedsaanwijzing afvoer hemelwater (artikel 4:44 APV) Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Overwegende dat artikel 4:44, eerste lid jo artikel 4:43 van de Algemene

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Raadsvoorstel Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Samenvatting Dit voorstel geeft aan waarom de intrede van een grondwaterbeleidsplan

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017 Gemeente Den Helder Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Den Helder, september 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.2 Planhorizon 4 1.3 Belangrijkste relevant beleidskader voor de

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

MPGAD

MPGAD Bezoekadres De Blom boogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.n1 I www.waterschaprivierenland.n1 Bank IBAN NL93 NWAB 0636 7572 69 BIC NWABNL2G

Nadere informatie

Van Waterplan naar Watervisie

Van Waterplan naar Watervisie 22 oktober, Studiedag VVSG Van Waterplan naar Watervisie integraal waterbeleid in Nijmegen Jos van der Lint Waterservicepunt (WSP) www.waterbewust.nl Waalsprong 1996-2020 Dukenburg / Lindenholt 1965-1985

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2017 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over het vergroten

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Waarom een verbreed GRP? 5 2. Wat zijn de kaders van het vgrp? 7 3. Wat willen we bereiken?

Nadere informatie

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK 2016 2020 Auteur Datum J. Stok 08-09-2015 R O SAMENVATTING 1. INLEIDING Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Zederik voor

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

Samenwerken in de Waterketen

Samenwerken in de Waterketen Samenwerken in de Waterketen Presentatie voor de Raadscommissie van Menterwolde op 13 november 2008 H.Hoogeveen en H.Küpers (RioNoord) 1 Inhoud: Waterketen-ontwikkelingen Voorstel RioNoord Voordelen van

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het?

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? 6.1 Het bekostigen van onze rioleringsopgave In de voorgaande hoofdstukken is beschreven wat we gedaan hebben en wat we in de nieuwe planperiode willen

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel20071171301 Portefeuillehouder J.J. Nobel Steiler M. van Munster Collegevergadering 25 september 2007 Raadsvergadering 25 oktober 2007 1. Samenvatting Wat willen we

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Datum: Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de doelstellingen en inhoud van het ontwerp vgrp-5 voor de planperiode

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

vgrp Dalfsen 2012-2015

vgrp Dalfsen 2012-2015 vgrp Dalfsen 2012-2015 ONTWERP 21 OKTOBER 2011 Pagina 2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5 1.2 DOELSTELLING EN GELDIGHEIDSDUUR... 5 1.3 WETTELIJK KADER... 6 1.4 PROCEDURE... 8 1.5 LEESWIJZER...

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN HELLEVOETSLUIS PLANPERIODE

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN HELLEVOETSLUIS PLANPERIODE GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN HELLEVOETSLUIS PLANPERIODE 2007-2011 GEMEENTE HELLEVOETSLUIS 5 februari 2008 110403/WA8/0K4/001397.001 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Geldigheidsduur

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief INHOUD

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen deze verordening wordt verstaan onder: a. aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding

Nadere informatie

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Notitie voor de raadsledenbijeenkomst Zaanstreek-Waterland op 29 november 2017 Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Sinds 2013 werken de acht gemeenten, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Gemeente Schiedam Definitief GRP

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Gemeente Schiedam Definitief GRP verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Gemeente Schiedam Definitief GRP Januari 2014 verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Definitief GRP Opdrachtgever Gemeente Schiedam Postbus 1501 3100

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 juni 2012, revisie Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING Zanddijk, Dingeman OG S1 RAD: RAD121212 2012-12-12T00:00:00+01:00 BW: BW121106 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 12 december 2012 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2009-2014 Definitief Gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905 2270 AX VOORBURG Grontmij Nederland

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE ONDERWERP Resultaten KDP gemeente Asten DATUM 17-10-2017 PROJECTNUMMER C03071.000332 ONZE REFERENTIE 079570186 0.3 VAN Bram van Mol AAN Paul Smeets Inleiding Vanuit het BAW wordt samengewerkt met de omliggende

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 'shertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: 2D berekening water op straat Blarenkamp Ottersum 'shertogenbosch,

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen 2014-2015 Inhoudsopgave 1. Regionale samenwerking 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Bestuurlijke afspraken 3 1.3. Doelen en resultaten 4 1.4. Visitatiecommissie

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 t/m 2015 Gemeente Lelystad Ontwerp, 5 november 2010 verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 2015 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 10 1.1. Aanleiding... 10 1.2.

Nadere informatie

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer Even voorstellen BAS BIERENS Projectleider, Stedelijk Water BRAM VAN MOL Specialist, Stedelijk Water Agenda 1. Waarom een

Nadere informatie