GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - C"

Transcriptie

1 GEMEENTE MONTFOORT - DEFINITIEF - 23 oktober :A Definitief C

2 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding Het belang van riolering Aanleiding Planvorming Procedure Leeswijzer 15 2 Evaluatie Algemeen Aanleg Beheer bestaande voorzieningen Onderzoek Maatregelen en effecten Financieel beheer 20 3 Beleid en procedure Inleiding Landelijke ontwikkelingen Lokale speerpunten van beleid Drie zorgplichten, drie systemen Bedrijfsvoering 25 4 Afvalwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie Huidige situatie Objectgegevens Prognose voor locatieontwikkeling in planperiode Toetsing Geconstateerde knelpunten 32 5 Hemelwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie Invloedsfactoren Huidige situatie Objectgegevens Toetsing Geconstateerde knelpunten :A - Definitief ARCADIS 1

3 6 Grondwaterzorg Inleiding Achtergronden Gewenste situatie Huidige situatie en toetsing Toetsing Geconstateerde knelpunten 43 7 Bedrijfsvoering Inleiding Taakvelden Planvorming Onderzoek Onderhoud Maatregelen Faciliteiten Samenwerking 54 8 Middelen Financiële middelen Financiële trendanalyse Uitgaven en lasten Inkomsten Kostendekking Personele middelen 61 Bijlage 1 Begrippenlijst 63 Bijlage 2 Beleidsontwikkelingen en wet en regelgeving 67 Bijlage 3 Beheervisie 72 Bijlage 4 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden 75 Bijlage 5 Toetsing functionele eisen 82 Bijlage 6 Overzicht lozingspunten 88 Bijlage 7 Planvormen 89 Bijlage 8 Ramingen en planningen 92 Bijlage 9 Uitgaven 93 Bijlage 10 Kostendekkingsplan 94 Bijlage 11 Spaarvoorziening :A - Definitief ARCADIS 2

4 Bijlage 12 Toelichting op de zorgplicht grondwater 96 Bijlage 13 Reactie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en toelichting Gemeente 98 Colofon :A - Definitief ARCADIS 3

5 Samenvatting Zorgplichten Met het voorliggende GRP wordt invulling gegeven aan de planverplichting uit de Wet milieubeheer. Met de inhoud van dit plan wordt de basis gelegd voor de drie zorgplichten, waarvan sinds de intrede van de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 (inmiddels opgenomen in de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Waterwet) sprake van is. Naast de zorgplicht voor afvalwater zijn er nu ook zorgplichten voor hemelwater en grondwater. Dit GRP is dan ook de eerste voor Montfoort die een zogenaamd verbreed karakter heeft. Doelen De algemene doelstelling van riolering is bescherming van de volksgezondheid en het waarborgen van de leefomgeving van de inwoners. Uit deze algemene doelen zijn de volgende doelen ontleend, waaraan het systeem moet voldoen: 1. Inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmeren. Bovenstaande systeemdoelen zijn vertaald in functionele eisen, waaraan maatstaven en meetmethoden zijn gekoppeld om de bestaande riolering te kunnen toetsen aan de gestelde doelen. Afvalwaterzorg Tot de afvalwaterzorg behoort de inzameling en afvoer van stedelijk afvalwater dat bestaat uit zowel huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater als vervuild hemelwater. Qua systemen vallen de gemengde en vuilwaterstelsels onder deze zorg alsmede de mechanisch systemen als drukriolering, persleidingen en rioolgemalen. De activiteiten die nodig zijn om deze zorgplicht adequaat in te vullen, verschillen nauwelijks van die in het vorige GRP. Toch zijn er voor de komende planperiode een reeks ambities vastgelegd waaraan extra aandacht aan zal worden besteed. Deze ambities zijn: 1. Het stedelijk afvalwater wordt doelmatig ingezameld en getransporteerd, zonder dat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en het milieu onverantwoordelijk wordt belast. 2. Uit nieuwbouwlocaties wordt in principe alleen huishoudelijk of bedrijfsafvalwater afgevoerd naar de AWZI. 3. Bestaande gemengde rioolstelsels zijn tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) in staat om extreme neerslag zonder schade voor inwoners en bedrijven te verwerken. 4. De aanwezigheid van hemelwaterlozingen op de vuilwaterstelsels (waaronder drukrioleringssystemen) en vice versa worden tot een minimum beperkt :A - Definitief ARCADIS 4

6 5. Er bestaat inzicht in het feitelijk functioneren van de bestaande gemengde riolering door middel van het monitoren van waterstanden, overstorten en gemalen. 6. Het tempo van rioolvervangingen houdt gelijke tred met de achteruitgang in kwaliteit van de riolen, waarbij zoveel mogelijk wijk of clustergericht werk met werk wordt gemaakt. 7. Alle hoofdrioolgemalen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost en worden zodanig aangestuurd dat optimaal gebruikt wordt gemaakt van de aanwezige berging en het transport op een efficiënte manier plaatsvindt, waarbij ook het energieverbruik minimaal is. 8. Alle hoofdgemalen zijn aangesloten op het signalerings en besturingssysteem. Hemelwaterzorg Deze nieuwe zorgplicht is vastgelegd in de Waterwet en vraagt specifieke aandacht van de gemeenten voor de omgang met hemelwater. Uitgangspunt is dat hemelwater van origine zodanig schoon is dat dit zonder bezwaar in het milieu (oppervlaktewater of bodem) geloosd kan worden (scheiden bij de bron overeenkomstig het overheidsbeleid). Naast de kwantiteit beleid kwaliteit duurzaamheid waterketen HEMELWATERVISIE RO financiën klimaat beheer voor de hand liggende voordelen van afkoppelen kleven, zeker in de bestaande stad ook grote nadelen aan dit streven. De materie is zodanig complex dat de gemeente heeft besloten om de ontwikkeling van hemelwaterbeleid in de planperiode tot uitvoering te brengen om te voorkomen dat overhaaste besluiten worden genomen. Tot dan volgt de gemeente voor bestaande gebieden het principe NEE, tenzij. en voor nieuwe ontwikkelings locaties en bij wijkgerichte vervanging het principe JA, mits.. De ambities voor de komende planperiode luiden verder als volgt: 1. In de gewenste situatie wordt het hemelwater bij hevige buien afgevoerd zonder dat dit tot hinder of wateroverlast leidt (regulier functioneren). 2. Bij extreme neerslag ten gevolge van de klimaatontwikkeling wordt het hemelwater tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) zonder schade of ernstige belemmering (deels over maaiveld) afgevoerd. Boven dat beschermingsniveau is adaptatie noodzakelijk waarover de inwoners ingelicht worden. 3. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend beleid gevolgd ( Nee, tenzij ) voor het afkoppelen van verhard oppervlak van bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 4. Voor uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 5. In principe worden afval en hemelwaterstromen afkomstig van percelen gescheiden aangeleverd bij de openbare voorzieningen met een ontheffing voor bestaande woningen en bedrijven die zijn aangesloten op een bestaand gemengd rioolstelsel (opname in de bouwverordening). 6. Foutaansluitingen op hemelwatervoorzieningen zijn tot een minimum teruggebracht :A - Definitief ARCADIS 5

7 7. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van hemelwatervoorzieningen, vergelijkbaar met die in de gemengde riolering. Grondwaterzorg Geldt voor de hemelwaterzorg dat de aandacht ten opzichte van de voorgaande situatie is verschoven, nieuw is de grondwaterzorg. Ook deze zorg is vastgelegd in de Waterwet en beoogt de inwoner de helpende hand te bieden op het moment dat hij problemen heeft met hoge of lage grondwaterstanden. De gemeente is aanspreekpunt en heeft de verplichting naar oplossingen te zoeken, veelal in samenwerking met het hoogheemraadschap. Dat betekent niet dat de gemeente ook de verantwoordelijkheid draagt. De perceeleigenaar heeft wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid. Maar als de oplossingen in de publieke ruimte liggen, is de gemeente gehouden om voorzieningen te treffen waarvan de kosten kunnen worden omgeslagen op de hele gemeenschap via de rioolheffing. De ambities voor het grondwaterbeleid in Montfoort luiden als volgt: 1. Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming. 2. Inwoners zijn op de hoogte waar klachten over grondwaterproblemen kunnen worden ingediend. 3. De gemeente heeft een geografisch inzicht in risicofactoren die tot grondwaterproblemen kunnen leiden. 4. De gemeente heeft inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied, met name in die gebieden waar sprake is van risicofactoren. 5. De gemeente toetst bij klachten op uniforme wijze of er sprake is van structureel nadelige gevolgen, neemt het initiatief voor onderzoek naar de oorzaak van grondwaterproblemen en zoekt samen met derden en/of andere belanghebbenden naar oplossingen in de openbare ruimte. 6. De gemeente treft zo nodig maatregelen in het openbare gebied indien deze maatregelen doelmatig zijn. Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. Eigenstandige grondwatermaatregelen zijn in de planperiode van dit vgrp nog niet voorzien. 7. Bij de vervanging van riolering wordt in principe een robuuste drainage aangelegd die goed te onderhouden valt, tenzij de omstandigheden zodanig zijn dat deze voorziening ter plekke overbodig is. 8. De gemeente stelt vooralsnog geen grondwaterverordening op maar onderzoekt de komende planperiode wel nut en noodzaak hiervan. Aandachtspunten De toetsing van de huidige situatie aan de vastgelegde functionele eisen heeft de volgende aandachtspunten opgeleverd: 1. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden hemelwater die de drukrioleringssystemen belasten. 2. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels. 3. De klimaatbestendigheid van de gemengde stelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht :A - Definitief ARCADIS 6

8 4. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels. 5. Er is geen volledig inzicht in de stabiliteit en waterdichtheid van de bestaande hemelwaterriolering. 6. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. 7. Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan. 8. Er is geen inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden. 9. Er is nog geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden. De opgave De bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer moet, naast het uitvoeren van de reguliere taken, mede zijn afgestemd op de mogelijkheden op de geconstateerde aandachtspunten in de komende planperiode te verhelpen. Dit alles leidt tot de onderstaande opgave voor de periode , opgesplitst over de vijf taakvelden planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en faciliteiten. Daarnaast is samenwerking met andere gemeenten en het hoogheemraadschap een actueel onderwerp. Planvorming De gemeente moet in de komende planperiode een visie ontwikkelen voor het hemelwaterbeleid en het grondwaterbeleid verder vorm geven. Daarnaast moet de gemeente over alle relevante plannen beschikken die nodig zijn om de drie zorgplichten adequaat in te vullen. In de komende planperiode worden de volgende plannen opgesteld: Gemeentelijk Rioleringsplan Basisrioleringsplan 2014 (incl. klimaatverkenning). Hemelwatervisie. Grondwaterbeleidsplan. Rioleringsbeheerplan. Operationeel jaarprogramma. Afvalwaterakkoord Onderzoek Onderzoeksactiviteiten vallen uiteen in inventarisatie en inmetingen, berekeningen, monitoren en rioolinspecties. Daarbij moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan: Onderzoeksinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). Veldmetingen in de riolering geven een goed inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, waardoor in combinatie met een daarop afgestemd rekenmodel de doelmatigheid van maatregelen wordt verhoogd. Veldmetingen in het grondwater geven een goed inzicht in de fluctuaties van grondwaterstanden en de risico s op structureel nadelige gevolgen :A - Definitief ARCADIS 7

9 Onderhoud Onderhoudsactiviteiten bestaan vooral uit het reinigen en inspecteren van de voorzieningen en verder alle werkzaamheden die nodig zijn om het systeem goed te laten functioneren en risico s zoveel mogelijk te vermijden. Maatregelen Maatregelen zijn onderverdeeld in verbeteren, repareren, vervangen, renoveren en aanleg. In de planperiode wordt de invloed van de uit inspecties gebleken fysieke kwaliteit van de riolering in deze planning doorgevoerd. Naast deze planmatige rioolvervanging worden ook op korte termijn riolen vervangen als de situatie snel ingrijpen vereist (correctief onderhoud). Verder staat de vervanging van het rioolgemaal aan de Oude Utrechtse straatweg op het programma en moet jaarlijks een aantal minigemalen worden vervangen vanwege het naderen van het einde van de technische levensduur. Faciliteiten Tot het taakveld faciliteiten behoren de activiteiten gegevensbeheer, klachtenregistratie en afhandeling, communicatie, vergunningen en waterloket. Globaal kan de situatie voor deze deeltaken als volgt worden omschreven: Het gegevensbeheer voldoet aan de eisen die de Wet informatie ondergrondse netwerken (WION) daaraan stelt. Klachten kunnen worden ingediend bij het meldpunt BOR sector, waarna op adequate wijze registratie en afhandeling plaatsvindt. De ingang voor het waterloket wordt ingevuld door het KCC. Voor de communicatie met de inwoner maakt de gemeente gebruik van bewonersbrieven, informatieavonden en de gemeentelijke website. De loketfunctie voor de ontvangst van aanvragen voor de watervergunning is inmiddels ingevuld. Aanvragen worden direct doorgezonden naar het hoogheemraadschap. Samenwerking Vanuit het Bestuursakkoord Waterketen (2007) en het recente Bestuursakkoord Water wordt sterk aangedrongen op meer samenwerking tussen gemeenten en waterschappen om krachten en kennis te bundelen teneinde meer doelmatigheid in de afvalwaterketen (riolering en zuivering)te bereiken. De gemeente participeert sinds 2008 in het samenwerkingsverband WINNET (Water INnovatie NETwerk). WINNET is een samenwerkingsverband van 14 Utrechtse gemeenten, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de provincie Utrecht. Het doel van WINNET is door samenwerking kosten te verlagen, kwaliteit te verhogen, kwetsbaarheid te verminderen en innovatie bevorderen. Op dit moment wordt samen met de gemeenten Lopik, IJsselstein en Oudewater en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderzocht of het mogelijk is een gezamenlijke beheer en uitvoeringsorganisatie op te zetten. Doel van deze organisatie is het beperken van de (personele) kwetsbaarheid, het borgen van de kwaliteit en het reduceren van de kosten :A - Definitief ARCADIS 8

10 Middelen Om de doelstelling uit het voorliggende GRP te halen zijn voldoende financiële en personelee middelen noodzakelijk. Financiële middelen In vergelijking met het vorige GRP is voor het nieuwe GRP meer aandacht besteed aan de onderbouwing van de uitgaven voor de komende planperiode. In onderstaande figuur is het uitgavenpatroon van vervangingsinvesteringen en exploitatielasten gedurende de beschouwde periode van weergegeven. In tegenstelling tot het vorige GRP is de btw component op de uitgaven meegenomen als last voor de tariefbepaling van de rioolheffing, wat volgens de regels uit de BBV (Besluit begroting en verantwoording) is toegestaan. Voor de kostendekking is voor het nieuwe GRP een ander methodiek gebruikt dan in het vorige GRP. De methodee leidt tot een lagere rioolheffing, omdat nvesteringen direct worden afgeschreven en op die manier hoge rentelasten worden vermeden. Deze methode, aangeduid met Ideaal Complex (zie kader), is mogelijk geworden nadat de Commissie BBV in een Notitie Riolering (2009) de mogelijkheid heeft geboden om een spaarvoorziening in te stellen, waarvan de spaarbedragen in mindering kunnen worden gebracht op de investeringen. Bij een tekortkomend saldo in de spaarvoorziening wordt het restant als boekwaarde geregistreerd. Zodra de spaarvoorziening zich weer vult, wordt de boekwaardee versneld afgelost waardoor rentelastenn worden geminimaliseerd :A - Definitief ARCADIS 9

11 IDEAAL COMPLEX Bij het Ideaal Complex vormen de jaarlijkse spaarbedragen de sluitpost op de begroting, waardoor er op jaarbasis een evenwicht ontstaat tussen inkomsten en (overige) exploitatielasten. In dit geval spreken we van een Ideaal Complex. De schommelingen die in de jaarlijkse investeringen bestaan worden opgevangen in de spaarvoorziening. In theorie ontstaat bij dit model op basis van begrotingscijfers geen jaarresultaat, waardoor de bestemmingsreserve overbodig zou zijn. In de praktijkk treden er altijd afwijkingen op ten opzichte van de begroting waardoorr deze zaken wel aanbevelenswaardig zijn. In onderstaande figuur is het lastenpatroon afgebeeld dat ontstaat door toepassing van het Ideaal Complex. Door de dotaties naar de spaarvoorziening als sluitpost op de begroting te hanteren, vallen het lasten en inkomstenpatroon uit de rioolheffing samen. Een en ander leidt tot een groei van de rioolheffing van het huidige niveau van 210, per aansluiting naar een hoogte van 354, in Daarna blijft het niveau constant. Personele middelen De aanwezige personele formatie in Montfoort is getoetst aan landelijke kengetallen voor vergelijkbare gemeenten. Daarvoor is gebruik gemaakt van een rekenmodel van de Stichting RIONED. Op basis van dit model zou in Montfoort bij een maximale uitbesteding een formatie van 2,0 fte benodigd zijn. In werkelijkheid beschikt de gemeente over een formatie van 2,1 fte. Op grond van de aangehouden maximale uitbestedingspercentagess is de omvang van de huidige formatie voldoende. Indien gekozen wordt voor minimale uitbesteding dan komt de huidige formatie 1,4 fte te kort :A - Definitief ARCADIS 10

12 Overleg Bij de totstandkoming van het GRP is overleg gevoerd met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het schriftelijke commentaar van het Hoogheemraadschap is opgenomen in bijlage :A - Definitief ARCADIS 11

13 1 Inleiding HOOFDSTUK 1.1 HET BELANG VAN RIOLERING Riolering heeft samen met de drinkwatervoorziening sinds de 19 e eeuw voor de volksgezondheid meer betekend dan de ontwikkeling van de medische wetenschap daarna. Dat is in het kort de conclusie die internationale wetenschappers enkele jaren geleden trokken uit de beantwoording van de vraag welke medische ontwikkeling de grootste invloed heeft uitgeoefend op de hedendaagse volksgezondheid. Bij de gewone inwoner is dit besef echter ver weggezakt. Zuiver drinkwater en riolering zijn zo vanzelfsprekend geworden, dat men zich niet meer realiseert welke rijkdom we hiermee in onze huizen bezitten: de basis voor een gezond leven. Wat er allemaal komt kijken om de voorzieningen elke dag weer probleemloos te laten functioneren, realiseert men zich nauwelijks. Pas als het fout gaat, de drinkwatervoorziening of de riolering, wordt men zich weer bewust van het belang van deze voorzieningen en de luxe die we daarmee bezitten. Inmiddels hebben we in Nederland een ondergrondse infrastructuur voor de riolering aangelegd met een vervangingswaarde van maar liefst 77 miljard. Dagelijks zijn er vele medewerkers van overheden en bedrijfsleven bezig om het rioleringssysteem probleemloos te laten functioneren. Daar merkt de inwoner vrijwel niets van. Het beheer van deze infrastructuur betaalt een eenpersoonshuishouden gemiddeld 155, per jaar aan rioolheffing, een meerpersoonshuishouden gemiddeld (landelijk) 167, euro (bron: RIONED 2010). Voor dat bedrag komen we niet alleen op een hygiënische wijze van onze fecaliën af, maar kunnen we tegelijkertijd op eenvoudige wijze het grijze water (wassen, afwassen, douchen, enz.) en het overbodige hemelwater lozen. 1.2 AANLEIDING Aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen zijn gemeentelijke taken, welke hun wettelijke basis hebben in de Wet milieubeheer (Wm art ). Met het inwerkingtreden van de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken (verder aangeduid als Wet gemeentelijke watertaken ) op 1 januari 2008 hebben naast de zorg voor het stedelijk afvalwater ook de (gemeentelijke) zorg voor het afstromende hemelwater en grondwater een duidelijkere basis in de wetgeving gevonden. De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen (Wet milieubeheer, art.4.22). Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale :A - Definitief ARCADIS 12

14 watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Met het voorliggende Gemeentelijk Rioleringsplan legt het gemeentebestuur het Artikel 4.22 (Wm) De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. rioleringsbeleid vast voor de 1. Het plan bevat tenminste: komende planperiode met een doorkijk naar toekomst. Met respect voor wat in het verleden tot stand is gekomen, wordt verder gebouwd aan een robuust rioleringssysteem dat voldoet aan de hedendaagse eisen en tegelijkertijd inhaakt op maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot doelmatigheid en duurzaamheid. a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; In overeenstemming met de aangepaste wetgeving is het GRP ten opzichte van het vorige plan b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a; uitgebreid met de zorgplichten voor hemelwater en grondwater. We spreken dan ook wel van een c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp). d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; 1.3 PLANVORMING e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. Geldigheidsduur Op basis van de informatie uit het gemeentelijke rioolbeheersysteem en recent 2. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. onderzoek kan een goed beeld worden gegeven van de te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen op korte termijn. Beleidsontwikkelingen, zoals Waterbeheer 21 ste eeuw en de Europese Kaderrichtlijn Water, maar ook de autonome ontwikkelingen als de 3. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aan gemeenten de plicht opleggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10.33, alsmede de taken, bedoeld in de artikelen 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking. klimaatverandering, maken een plancyclus van 5 jaar gewenst om het gemeentelijk beleid op de landelijke en mondiale ontwikkelingen aan te kunnen laten haken. Dat betekent dat het voorliggende vgrp betrekking heeft op een planperiode van 2013 tot en met :A - Definitief ARCADIS 13

15 Totstandkoming De bestuurlijke, financiële en juridische verantwoordelijkheid voor de invulling van de wettelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater ligt op grond van de Wet milieubeheer bij de gemeente. De gemeente heeft zich bij het opstellen van het vgrp laten ondersteunen door ARCADIS. Overleg met andere overheden Het vgrp is in nauwe samenwerking met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) opgesteld. Het vgrp is vervolgens ter becommentariëring voorgelegd aan het hoogheemraadschap. Waar nodig en voor zover noodzakelijk zijn de opmerkingen verwerkt in het vgrp. Relatie met andere plannen De beleidsvoornemens in dit vgrp zijn afgestemd op de volgende plannen en beleidsstukken: Gemeente Montfoort Gemeentelijk Rioleringsplan Herberekening Alle vrijverval rioleringsgebieden (juni 2008). Waterplan Blauwe Driehoek: Watervisie 2020 (2008). Waterplan Blauwe Driehoek: Uitvoeringsprogramma (2008). Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Waterbeheerplan Water Voorop! (2009). Beleidsnota Samen verder met de waterketen nieuw beleid voor de gemeentelijke watertaken (2010). Provincie Utrecht Provinciaal waterplan Nationaal Vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Nationaal Bestuursakkoord Waterbeheer (NBW); Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK 2007). Bestuursakkoord Water (24 mei 2011). Internationaal Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater. Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) :A - Definitief ARCADIS 14

16 1.4 PROCEDURE In de hoofdstukken 4, 5 en 6 zijn de Gewenste situatie drie deelsystemen voor afval, hemel Functionele eisen Huidige situatie en grondwater beschreven en is het functioneren getoetst aan de Toetsing functionele eisen uit bijlage 4, die de knelpunten Hfst. 4, 5 en 6 gewenste situatie weergeven. De geconstateerde knelpunten tussen de gewenste en huidige situatie zijn aan het eind van elk hoofdstuk opgesomd. Daar het oplossen van deze Bedrijfsvoering maatregelen kosten Hfst. 7 knelpunten mensenwerk is komen deze terug in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, waarin alle beheeractiviteiten voor de komende planperiode worden beschreven, gepland en gebudgetteerd. Ook de activiteiten die nodig zijn om de geconstateerde knelpunten in het systeemfunctioneren weg te nemen, maken daar onderdeel van uit. 1.5 LEESWIJZER Na de behandeling van de aanleiding en enkele procedurele aspecten voor het nieuwe GRP in dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 teruggekeken op de voorgaande planperiode. Wat is er wel en wat niet uitgevoerd van de voorgenomen activiteiten uit het voorgaande GRP? Hoofdstuk 3 bevat de speerpunten van het rioleringsbeleid in Montfoort voor de komende planperiode, dat al dan niet is ingegeven door landelijke ontwikkelingen. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk enkele procedures die bij de totstandkoming van het GRP zijn gevolgd. In de hoofdstukken 4 t/m 6, Afvalwaterzorg, Hemelwaterzorg en Grondwaterzorg, wordt de aandacht gericht op de drie afzonderlijke zorgplichten. Het accent ligt daarbij telkens op het functioneren van het desbetreffende systeem. Voldoet het aan de functionele eisen en wat zijn daarin de knelpunten? Het doorvoeren van maatregelen om deze knelpunten op te lossen is, evenals de reguliere beheeractiviteiten, mensenwerk. De benodigde activiteiten en maatregelen ze zijn beschreven in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering en voorzien van budgets en planningen. Tot slot in hoofdstuk 8 worden de benodigde personele en financiële middelen beschreven om alle activiteiten en maatregelen uit te kunnen voeren en bekostigen :A - Definitief ARCADIS 15

17 2 Evaluatie HOOFDSTUK 2.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt kort teruggekeken op de voorgaande planperiode om hieruit lering te trekken voor de komende planperiode. Conform de opbouw van het GRP worden de volgende onderdelen geëvalueerd: 1. Aanleg van voorzieningen bij bestaande woningen en/of nieuwbouw; bestaande bebouwing; nieuwbouw. 2. Beheer bestaande voorzieningen; Onderzoek: inventarisatie; inspectie; meten; berekenen; controle verordeningen en vergunningen; planvorming. Maatregelen en effecten: onderhoud; reparatie; renovatie c.q. vervangingen; verbetering. 3. Financieel beheer :A - Definitief ARCADIS 16

18 2.2 AANLEG Bestaande bebouwing Bestaande, oudere bebouwing, binnen de bebouwde kom, worden in veel gevallen het regenwater en het vuilwater middels één afvoerleiding aangesloten op het gemeentelijk riool. In de voorgaande planperiode had de gemeente het voornemen in de gestelde planperiode de bestaande bebouwing na renovatie zoveel mogelijk omgebouwd worden, dat het regen en het vuilwater gescheiden worden aangeboden. Daarnaast zouden bij de panden de diffuse bronnen worden bestreden middels het Duurzaam Bouwen concept. Tabel 1 Gerealiseerde uitbreidingen Nieuwe bebouwing De volgende uitbreidingen zijn in de afgelopen planperiode gerealiseerd: Jaar Locatie Type locatie Status Omvang Type riolering 2004 Hofland Oost fase III Nieuwbouw Opgeleverd in VGS 2011 Hofland Oost fase IV Nieuwbouw Opgeleverd 22 VGS In Miep, Giesstraat en Lieve Vrouwegracht Inbreiding Uitgesteld 40 Gemengd/vgs Garage van Leeuwen Inbreiding Nog niet voorbereid 2012 Voorvliet complex gebouw Nieuwbouw Bouwrijp gemaakt Voorvliet Nieuwbouw Bouwrijp gemaakt Hofland Oost V en VI Nieuwbouw In uitvoering Totaal Gemengd stelsel 69 Gescheiden stelsel 82 Gescheiden stelsel 115 VGS In de nieuwe gebieden is voor de afvoer van hemelwater vooral gekeken naar de vervuilingsgraad. Zwaar verontreinigde verhardingen zijn aangesloten op een verbeterd gescheiden stelsel. Bij inbreidingsplannen is elke keer een afweging gemaakt tussen inpassing in het omringende stelsel of aanleg van een geheel nieuw, zelfstandig rioolstelsel. Ten aanzien van nieuw aan te leggen rioolstelsels in bedrijventerreinen geldt dat deze stelsels zijn uitgevoerd als een verbeterd gescheiden stelsel. 2.3 BEHEER BESTAANDE VOORZIENINGEN ONDERZOEK Onderzoek is noodzakelijk om voldoende inzicht te krijgen in het functioneren van het rioleringsstel te krijgen. Het beoordelen van resultaten levert de benodigde informatie voor het opstellen van maatregelen dan wel het verrichten van aanvullende onderzoeken. Hieronder worden een aantal aspecten van het onderdeel onderzoeken geëvalueerd :A - Definitief ARCADIS 17

19 Inventarisatie Gemeente Montfoort heeft een actueel beheerprogramma tot zijn beschikking voor het beheer van alle bestaande rioleringen binnen de gemeente. Deze wordt beheerd door Centrix en worden bijgewerkt met revisietekeningen, archiefmaterialen en kennis van de betrokken ambtenaren. In de afgelopen planperiode zijn alle revisietekeningen, met uitzonderingen van de huisaansluitingen, geactualiseerd en verwerkt in het rioolbeheerprogramma. Om invulling te geven aan de ambitie om verhard oppervlak van de riolering af te koppelen dient inzicht te worden verkregen in de werkelijke omvang van het verharde oppervlak. Daarnaast is het verhard oppervlak maatgevend voor de hoeveelheid overstortend rioolwater. De werkzaamheden voor de inventarisatie van de gebieden waren in de voorgaande planperiode gepland in het jaar 2007 en zijn in 2008 in het kader van de herberekening uitgevoerd. Voor het verkrijgen van voldoende informatie over het functioneren van de riolering beschikt de gemeente sinds 1 januari 2010 over een klachtenregistratiesysteem. De klachten worden binnen drie werkdagen afgehandeld, waarna ook wordt teruggekoppeld aan de melder. Er zijn geen klachten gemeld met betrekking tot stankoverlast en er zijn drie klachten geregistreerd met betrekking tot verstopte kolken. Het aantal klachten is hier relatief laag, omdat veel controles (bijvoorbeeld gemalen) en onderhoud preventief worden uitgevoerd om overlast zoveel mogelijk te voorkomen. Inspecties In de planperiode heeft de gemeente door middel van mobiele video inspecties de toestand van de riolering gecontroleerd. De geplande frequentie voor de rioolinspectie van eenmaal per 7 jaar (circa 7 km/jaar) is afgelopen planperiode gerealiseerd. Enkele reparaties dienen nog te worden uitgevoerd. Meten Voor het verkrijgen van inzicht in het functioneren van het rioolstelsel evenals het beoordelen ervan zijn meetgegevens van groot belang. Met name inzicht in de hoeveelheden en frequenties van overstortend rioolwater in relatie tot de kwaliteit van het ontvangende water zijn van belang. In samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) worden op 6 locaties gemeten (ter plaatse van gemalen en randvoorzieningen), inclusief neerslaggegevens via radar. De meetdata is te raadplegen via een aparte (gezamenlijke) internetomgeving. Berekenen Binnen de planperiode zijn de volgende hydraulische berekeningen uitgevoerd: Herberekening stelsel Linschoten noord, als gevolg van geplande rioolrenovatie, jaar Herberekening overige stelsels, in aansluiting op de inventarisatie van het verhard oppervlak, jaar Controle van verordeningen en vergunningen De controle van verordeningen en vergunningen zijn uitgevoerd door de milieudienst :A - Definitief ARCADIS 18

20 Planvorming In de planperiode is het waterplan Blauwe driehoek opgesteld. Hierin is de watervisie van de gemeente Oudewater, Lopik en Montfoort beschreven. Dit plan geeft inzicht in wat de gemeenten met en voor het water willen bereiken in de periode tot en met Benchmark rioleringszorgg In 2008 en in 2010 heeft gemeente Montfoort deelgenomen aan de benchmark rioleringszorg. Montfoort kan getypeerd worden als een klein, weinig stedelijkee gemeente met relatief veel gescheiden riolering en weinig mechanische riolering. De rioolheffing in 2010 per meerpersoonshuishouden is gemiddeld. Montfoort kende de afgelopen jaren situaties met wateroverlast en neemt maatregelen om toekomstigee wateroverlast tegen te gaan MAATREGELEN EN EFFECTEN Onderhoudd Voor de afgelopen planperiode zijn de volgende onderhoudsfrequentie aangehouden: vrijvervalriolering: 7,5 km per jaar; kolken: allen 2 keer per jaar; rioolgemalen: allen 2 keer per jaar; drukriolering: 10 km per jaar. De onderhoudsfrequentiee voor de drukriolering is niet gerealiseerd. Daarentegen zijn minigemalen wel onderhoud gepleegd :A - Definitief ARCADIS 19

21 Reparatie, renovatie en verbeteringen Alle reparaties en renovaties, die afgelopen planperiode zijn uitgevoerd, zijn weergegeven in het onderstaande overzicht. Riolering Linschoten Noord moet nog worden vervangen. Planning begin Vanwege capaciteitsgebrek is dit achterwege gebleven. Voor Linschoten Noord zijn de totale kosten geraamd op 2,6 miljoen. Ook Meidoornlaan dient nog te worden vervangen. Daarnaast zijn de mechanische/elektrische installaties van de onderstaande twee gemalen vervangen: Kasteelplein (2006). Willeskop 30 te Montfoort, kozijnenfabriek Vianen (2006). Uit de herberekening van 20 juni 2008 komen de volgende maatregelen naar voren. Ombouw Linschoten Noord (uitvoering 2013). Bedrijventerrein Hoogewaard (wordt momenteel uitgevoerd). Ombouw firma Snel (circa 4 ha) naar VGS (Willeskop A). (reeds uitgevoerd). Afkoppelen in Willeskop B (firma Vianen circa 0,75 ha) (reeds uitgevoerd). Verhoging pompcapaciteit van diverse pompen (reeds uitgevoerd). Gebied 3 Kern Montfoort: Het rioolstelsel in de Julianalaan is afkoppelen van Kern Montfoort en toevoegen aan Willeskop B (reeds uitgevoerd). Aanleggen randvoorziening Hofland (reeds uitgevoerd). 2.4 FINANCIEEL BEHEER Rioolheffing Op is op basis van de Wet gemeentelijke watertaken het rioolrecht omgezet naar een rioolheffing. Het rioolrecht was gekoppeld aan het profijtbeginsel, terwijl de rioolheffing een algemene belastingmaatregel betreft. Tabel 2 Ontwikkeling rioolheffing De ontwikkeling van de rioolheffing voor particulieren is zowel volgens de planning uit het GRP als in werkelijkheid weergegeven in onderstaande tabel. Rioolheffing GRP ,57 217,20 220,89 224,65 228,47 232,35 Geïndexeerd ,98 230,23 245,19 262,84 258,17 267,20 Werkelijk Alle bedragen zijn in euro s. De huidige rioolheffing bedraagt momenteel 210,00 per aansluiting. Dit bedrag is lager dan de prognose voor 2011 uit het GRP Op grond van de CBS prijsindexcijfers voor de GWW sector, riolering zijn de prijzen sinds 2005 met circa 15% gestegen. Dat impliceert dat de huidige rioolheffing ongeveer 267, per aansluiting zou moeten bedragen. De ontwikkeling van de rioolheffing blijft in werkelijkheid ver achter op de prognoses uit het vorige GRP. Dit is mede te verklaren doordat er geen indexering is toegepast. Daarnaast is de lastenontwikkeling achterbleven ten opzichte van de prognoses (zie Tabel 3) :A - Definitief ARCADIS 20

22 Tabel 3 Lastenontwikkeling Exploitatiebalans De rioolheffing wordt in hoge mate bepaald door de hoogte van de lasten en de stand van de voorziening. Onderstaande tabellen geeft een overzicht van de geprognosticeerde (GRP ) en werkelijke lastenontwikkeling. Lasten Totaal GRP Werkelijk Alle bedragen zijn in euro s. Tabel 4 Ontwikkeling voorziening In totaal is in de periode circa 0,9 miljoen minder uitgegeven dan geprognosticeerd. Oorzaken van het achterblijven van de rioolheffing kan (deels) verklaard worden doordat een bergbezinkbassin van 350 m 3, dat vooralsnog achterwege is gebleven door het toepassen van alternatieve verbeteringsmaatregelen, het scherp inkopen van diensten aangeboden door derden en door onderbezetting. Voorziening per 1/ GRP Werkelijk Alle bedragen zijn in euro s. De werkelijke stand van de voorziening op 1 januari 2012 (circa 1,9 miljoen) is lager dan de prognose uit het vorige GRP (circa 2,3 miljoen). Het verschil wordt vooral veroorzaakt door het achterblijven van de rioolheffing en de lasten ten opzichte van wat in het vorige GRP is geprognosticeerd :A - Definitief ARCADIS 21

23 3 HOOFDSTUK 3 Beleid en procedure 3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de speerpuntenn van het lokale rioleringsbeleid voor de komende planperiode, wat mede is ingegeven door recente landelijke beleidsprocedures die bij de ontwikkelingen en wetgeving. Vervolgens wordt ingegaan op de totstandkoming van het GRP zijn gevolgd. De inhoud van dit hoofdstuk blijft beperkt tot hoofdzaken. Algemene zaken zijn opgenomen in de bijlagen, terwijl relevante onderwerpen voor het lokale rioleringsbeleid nader zijn uitgewerkt in de navolgende hoofdstukken. Door deze opzet vormt dit hoofdstuk tegelijkertijd een soort handleiding om de inhoud van het voorliggende GRP op efficiënte wijze tot zich te nemen. 3.2 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN In de afgelopen planperiode hebben vele ontwikkelingen plaatsgevonden die veelal zijn vastgelegd in bestuursakkoorden, zoals het Bestuursakkoord Waterketen (2007) en het Bestuursakkoord Water (2011). Dit heeft eveneens geleid tot nieuwe wetgeving waarvan de Wet gemeentelijke watertaken de belangrijkste vormt. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de relevante beleidsnotities en wet en regelgeving. Over het algemeen wordt een groot belang gehecht aan het scheiden van vuile en schone waterstromen en een structurele aanpak van de grondwaterproblematiek. Het beleid is vooral gericht op het in de toekomst bereiken van :A - Definitief ARCADIS 22

24 een klimaatbestendig afvalwatersysteem (riolering en zuivering) met een hoog gehalte aan duurzaamheid, dat op doelmatige wijze in stand wordt gehouden, mede op basis van een intensieve samenwerking met het waterschap. Dit alles met het benutten van innovatieve ontwikkelingen en een transparante verantwoording van kosten. Ondanks dat de eerder vastgelegde afspraken (Nationaal Bestuursakkoord Water en Bestuursafspraken Waterketen) onverminderd van kracht blijven, hebben de meest recente doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water voor de gemeenten in de komende tijd de meeste betekenis. Tot 2020 moet in de waterketen in totaal 550 mln. doelmatigheidswinst worden behaald, waarvan 380 mln. in de afvalwaterketen bij waterschappen en gemeenten. Deze kostenbesparing kan alleen bereikt worden indien capaciteit en kennis worden gebundeld, operationele taken worden geprofessionaliseerd en er wordt intensief samengewerkt. Naast bovenstaande doelstellingen vanuit de verschillende bestuursakkoorden heeft de Wet gemeentelijke watertaken geleid tot een uitbreiding van de gemeentelijke zorgtaken, te weten: 1. De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (bestaand). 2. De zorgplicht voor het hemelwater (nieuw). 3. De zorgplicht voor het grondwater (nieuw). Inmiddels zijn de artikelen uit deze wijzigingswet overgenomen in de Wet milieubeheer, Gemeentewet en de nieuwe Waterwet (sinds december 2010 van kracht). Stedelijk afvalwater Hemelwater Grondwater De Gemeentewet biedt de mogelijkheid om de extra kosten, die voortkomen uit de nieuwe zorgplichten, te dekken uit een nieuwe rioolheffing, die uiterlijk per 1 januari 2010 moet zijn ingesteld. De Wet milieubeheer verplicht gemeenten om binnen 5 jaar na de inwerkingtreding (dus uiterlijk per 1 januari 2013) over een verbreed GRP te beschikken. Met het voorliggende GRP wordt hieraan voldaan. In bijlage 2 is ook informatie opgenomen over andere relevante wetgeving die recent tot stand is gekomen. 3.3 LOKALE SPEERPUNTEN VAN BELEID Voor de komende planperiode kiest de gemeente voor een behoudende opstelling ten aanzien van de soms vergaande landelijke toekomstbeelden uit bijlage 2. De speerpunten :A - Definitief ARCADIS 23

25 voor het te voeren lokale beleid zijn hieronder puntsgewijs en bondig samengevat. In de hoofdstukken 4, 5, 6 en 7 is een en ander verder uitgewerkt. Doelmatigheid Verder wordt de doelmatigheid van de beheeractiviteiten verbeterd door onder meer: Intensieve samenwerking met regionale partijen. Het monitoren van het feitelijk gedrag van de riolering, wat uiteindelijk tot een hogere kosteneffectiviteit van maatregelenmoet leiden. Ontwikkelen van een beheerstrategie in een Rioleringsbeheerplan (zie bijlage 7), gericht op resultaatsverplichting in plaats van op inspanningsverplichting. Het opstellen van operationele jaarprogramma s op basis van de in het Rioleringsbeheerplan uitgewerkte strategie. Duurzaamheid Over de effecten van het afkoppelen van hemelwater op de waterkwaliteiten (positief en negatief) bestaan nog vele onzekerheden, terwijl de extra kosten voor de aanleg van een gescheiden rioolstelsel hoog oplopen. De gemeente voert in de komende planperiode een hemelwaterbeleid dat berust op het principe NEE, tenzij. Dit geldt in ieder geval voor de gemengde riolering in bestaande bebouwing. Voor ontwikkelingslocaties (met name nieuwbouwlocaties) geldt dat de speelruimte voor een alternatieve omgang met hemelwater ruimer is dan in de bestaande bebouwing. Voor die locaties kan het eerder vermeld principe worden verruimd naar JA, mits.. Klimaatbestendigheid In de komende planperiode zal in het kader van het nieuwe BRP een verkenning plaatsvinden van knelpunten in de afvoercapaciteit van de riolering die een gevolg zijn van de te verwachten klimaatontwikkeling. Op het moment dat ter plaatse ingrijpende werkzaamheden worden voorbereid worden daarbij doelmatige maatregelen ter voorkoming van wateroverlast meegenomen. Transparantie Om de kostenontwikkeling op de voet te volgen worden bij het opstellen van jaarprogramma niet alleen de technische activiteiten uit het voorgaande jaar geëvalueerd, maar ook de kosten. Op die manier kunnen afwijkingen van de prognoses uit de GRP tijdig worden gesignaleerd en de benodigde maatregelen worden getroffen om een en ander bij te sturen. Samenwerking In 2008 het samenwerkingsverband WINNET (Water INnovatie NETwerk) opgericht. WINNET is een samenwerkingsverband van 14 Utrechtse gemeenten, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en provincie Utrecht. Het doel van WINNET is door samenwerking kosten te verlagen, kwaliteit te verhogen, kwetsbaarheid te verminderen en innovatie bevorderen. Binnen WINNET worden de mogelijkheden voor het oprichten van een beheer en uitvoeringsorganisatie voor de rioleringszorg onderzocht. In dit onderzoek participeren de gemeenten Lopik, Montfoort, IJsselstein en Oudewater en het HDSR :A - Definitief ARCADIS 24

26 3.4 DRIE ZORGPLICHTEN, DRIE SYSTEMEN Met de introductie van drie zorgplichten maken we ook onderscheid in drie systemen, te weten: 1. Vuilwatersysteem voor de inzameling en afvoer van huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater, eventueel vermengd met vervuild hemelwater. Voorzieningen die tot deze categorie behoren zijn vuilwater en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. 2. Hemelwatersystemen voor de inzameling en verwerking van relatief schoon hemelwater. Hiertoe behoren voorzieningen als hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, afscheiders, enz. 3. Drainagesystemen voor het handhaven van acceptabele grondwaterstanden. Om deze systemen goed te laten functioneren zijn systeemdoelen en functionele eisen aan de riolering gesteld. Om het functioneren toetsbaar te maken, zijn de eisen vertaald in meetbare maatstaven. Het proces is in onderstaandee afbeelding weergegeven. In bijlage 4 is de werkwijze nader uitgewerkt. 3.5 BEDRIJFSVOERING Het laten voldoen van de deelsystemen aan de functionele eisen is mensenwerk. Dat vergt een adequate organisatie om alle aspecten van het noodzakelijke beheer aan bod te laten komen. In het voorliggende GRP zijn de personele activiteiten onderverdeeld in vijf taakvelden conform de richtlijnen uit de Leidraad Riolering van Stichting RIONED, te weten: :A - Definitief ARCADIS 25

27 Planvorming. Onderzoek. Onderhoud. Maatregelen. Facilitair. Elke activiteit wordt aangestuurd vanuit de informatie die in het beheersysteem is opgeslagen, terwijl de gegevens die vrijkomen bij de uitvoering van de activiteiten weer teruggesluisd moeten worden. Zo blijven de beheergegevens actueel, wat een absolute randvoorwaarde is voor doelmatig rioleringsbeheer. In bijlage 3 is een moderne visie op het rioleringsbeheer opgenomen. Elementen hieruit zijn overgenomen in het voorliggende GRP, met name die elementen die dienen om de doelmatigheid van het rioleringsbeheer te optimaliseren :A - Definitief ARCADIS 26

28 4 Afvalwaterzorg HOOFDSTUK 4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk is de aandacht uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek voor deze zorgplicht is aangelegd en wordt onderhouden. Daartoe behoren vuilwater en gemengde riolering, drukriolering, rioolgemalen en persleidingen, bergbezinkbassins, enz. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het systeemfunctioneren tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van deze zorgplicht. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten opgesomd. De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen, samen met die voor de andere zorgplichten, in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering aan de orde. 4.2 ACHTERGRONDEN In 3.2 en bijlage 2 is in algemene zin ingegaan op de betekenis van de Wet gemeentelijke watertaken. In deze paragraaf komt specifiek de afvalwaterzorgplicht aan bod. Zorgplicht Stedelijk afvalwater De zorgplicht voor het stedelijk afvalwater (Wet milieubeheer, art ) is niet wezenlijk gewijzigd. De zorgplicht afvalwater conform de nieuwe wetgeving houdt in een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater bestaande uit huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel gemengd :A - Definitief ARCADIS 27

29 wordt. Dat betekent dat hemelwater, vermengd met afvalwater, nog steeds onder deze zorgplicht valt. Alleen voor onvermengd hemelwater geldt de nieuwe zorgplicht hemelwater (zie hoofdstuk 5). Binnen de sfeer van de zorgplicht afvalwater zijn het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen buiten inrichtingen van toepassing. 4.3 GEWENSTE SITUATIE De ambities voor de komende planperiode concentreren zich voor deze zorgplicht op de volgende punten: 1. Het stedelijk afvalwater wordt doelmatig ingezameld en getransporteerd, zonder dat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en het milieu onverantwoordelijk wordt belast. 2. Uit nieuwbouwlocaties wordt in principe alleen huishoudelijk of bedrijfsafvalwater afgevoerd naar de AWZI. 3. Bestaande gemengde rioolstelsels zijn tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) in staat om extreme neerslag zonder schade voor inwoners en bedrijven te verwerken. 4. De aanwezigheid van hemelwaterlozingen op de vuilwaterstelsels (waaronder drukrioleringssystemen) worden tot een minimum beperkt. 5. Er bestaat inzicht in het feitelijk functioneren van de bestaande gemengde riolering door middel van het monitoren van waterstanden ter plaatse van overstorten. 6. Het tempo van rioolvervangingen houdt gelijke tred met de achteruitgang in kwaliteit van de riolen, waarbij zoveel mogelijk wijk of clustergericht werk met werk wordt gemaakt. 7. Alle hoofdrioolgemalen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost en worden zodanig aangestuurd dat optimaal gebruikt wordt gemaakt van de aanwezige berging en het transport op een efficiënte manier plaatsvindt, waarbij ook het energieverbruik minimaal is. 8. Alle hoofdgemalen zijn aangesloten op het signalerings en besturingssysteem. De functionele eisen zijn opgenomen in de desbetreffende tabel van bijlage 4. De inhoud van deze tabel vormt als het ware de gewenste situatie waaraan het systeemfunctioneren wordt getoetst. 4.4 HUIDIGE SITUATIE Deze paragraaf geeft een overzicht van de huidige situatie in de gemengde en vuilwaterriolering, die beide onder de afvalwaterzorg vallen. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Objectgegevens: Bestaande objecten (areaalgegevens). Toestand van de objecten. Prognoses. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden adviseert de gemeente met een afkoppelschema. Globaal wordt bij renovatie van zowel stedelijke als industriegebieden :A - Definitief ARCADIS 28

30 gekozen voor afkoppelen (gescheiden systeem) terwijl industrieterreinen bij renovatie in principe worden omgebouwd tot verbeterd gescheiden stelsel. Het buitengebied is reeds aangesloten op de riolering, zoveel als mogelijk gescheiden OBJECTGEGEVENS Tabel 5 Kengetallen en vuilwatersysteem Bestaande objecten (areaalgegevens) De vuilwater en gemengde riolering in Montfoort is verspreid over 19 bemalingsgebieden. In Tabel 5 zijn de belangrijkste kengetallen van het afvalwatersysteem weergegeven. Systeem Onderdeel Omvang Eenheid Algemene gegevens (drie zorgplichten) Inwoners Aantal st Heffingseenheden Aantal st Ongerioleerde panden Aantal - st Vrij verval riolering Gemengd riool 28,6 km Gemengd/vuilwater Vuilwaterriool 24,4 km Bergbezinkvoorzieningen 2 st Overige overstorten 11 st Afvoerend verhard oppervlak Gesloten verharding (vlak) 8,91 ha Open verharding (vlak) 19,67 ha Platte daken 21,78 ha Hellende daken 18,04 ha Overig 0 ha Totaal 68,40 ha Kolken (gemengd + hemelwater) Aantal 3841 st Mechanische riolering Drukriolering 35 km Rioolgemalen 23 st Minigemalen 233 st Monitoren riolering Waterpeilmeters 6 st Neerslagradar De totale lengte van de vrijverval riolering (gemengde en vuilwater) bedraagt ruim 53 km. Daarnaast is er ruim 35 km mechanische riolering (persleiding en drukriolering) aanwezig. 23 Gemalen en 233 minigemalen zorgen voor het transport van het afvalwater naar de AWZI. Voor verdere informatie van de aanwezige voorzieningen wordt verwezen naar bijlage 6. Het functioneren van de overstorten is in het BRP omschreven. De leeftijdsopbouw en de toename van het areaal gemengde riolering en vuilwaterriolering (DWA) is weergegeven in Figuur :A - Definitief ARCADIS 29

31 Figuur 1 Leeftijdsopbouw vuilwaterriolering Alle lozingspunten van de gemengde riolering zijn opgenomen in bijlage 6. Het functioneren van de overstorten is in het BRP omschreven Tabel 6 Geplande uitbreidingen met typeaanduiding riolering (onder voorbehoud) PROGNOSE VOOR LOCATIEONTWIKKELING IN PLANPERIODE In Tabel 6 zijn een aantal uitbreidingenn opgenomen, die grotendeels binnen de planperiode van het GRP worden gerealiseerd met vermelding van het vermoedelijk te realiseren stelseltype. In totaal zullen circa 300 nieuwe woningen worden aangesloten. Deze nieuwe aansluitingen leiden tot een toename van de naar de AWZI af te voeren hoeveelheid huishoudelijk en bedrijfsafvalwater. Locatie Periode Aard Omvang Stelseltype Voorvliet Complex Bebouw Woningen 20 aansluitingen GS-stelsel Voorvliet Hofland fase V en VI 1 Hofland vrije sector Boslaan Miep Giesstraat Anne Franklaan G. v.d. Valk Bouwmanstraat Lieve Vrouwegracht Woningen Woningen Woningen Woningen - Woningen Woningen Woningen 82 aansluitingen 102 aansluitingen 13 aansluitingen 20 aansluitingen 20 aansluitingen 15 aansluitingen Nog niet bekend 40 aansluitingen 1 Meegenomen in de tariefbepaling. GS-stelsel VGS VGS Gemengd / VGS Gemengd / VGS - Gemengd / VGS GS-stelsel :A - Definitief ARCADIS 30

32 4.5 TOETSING In de tabel van bijlage 5 is de huidige rioleringssituatie getoetst aan de functionele eisen. Samenvattend luiden de conclusies als volgt. Zorgplicht Al het in de gemeente geproduceerde afvalwater wordt met behulp van vrijverval riolering en drukriolering ingezameld en afgevoerd naar de AWZI met uitzondering van de incidentele lozingen op oppervlaktewater bij hevige regenval (zie ook onder Emissies ). Daarmee voldoet de gemeente aan de wettelijke zorgplicht. Ongewenste lozingen Binnen de gemeentegrens zijn alle percelen aangesloten op (druk)riolering. De omvang van eventueel op de riolering geloosd rioolvreemd water is niet bekend (zie ook aspect Waterdichtheid). Daarnaast bestaat er geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterriolering. Emissies - waterkwaliteit De gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning. Om aan de basisinspanning te voldoen dient de wijk Noord te Linschoten afgekoppeld te worden door het aanleggen van een verbeterd gescheiden stelsel. Door het uitvoeren van de bovenstaande verbeteringsmaatregelen voldoet de gemeente aan de basisinspanning, waarmee de emissies tot een voor het waterschap acceptabel niveau zijn teruggebracht. Verder zijn er geen knelpunten op de waterkwaliteit ten gevolge van rioollozingen. Wateroverlast - klimaatbestendigheid De gemengde riolering beschikt over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Alleen incidenteel treedt gedurende korte tijd water op straat op bij hevige regenval ten gevolge van onvoldoende afvoercapaciteit of verstopte kolken. Er heeft geen verkenning plaatsgevonden naar de klimaatbestendigheid van de gemengde riolering. KLIMAATONTWIKKELING Door klimaatverandering zal de kans op lange perioden van droogte toenemen en hiermee de kans op verstoppingen. Dit stelt extra eisen aan het ontwerp van vuilwater en gemengde riolering. Op de lange termijn zal, als gevolg van het scheiden van waterstromen, het vuilwaterstelsel bestaan uit buizen met geringe(re) afmetingen. Voor de gemengde stelsels geldt dat hoe minder hemelwater wordt geloosd, des te groter de kans dat de randvoorzieningen in de toekomst niet meer nodig zijn en dus niet behoeven te worden vervangen. Toestand De algemene toestand met betrekking tot de stabiliteit van de gemengde en vuilwaterriolering kan op grond van uitgevoerde rioolinspecties en op basis van de kwaliteitsrapportage als redelijk tot goed worden gekwalificeerd. Er bestaan een aantal gebieden waar verloren berging aanwezig is ten gevolge van ongelijkmatige zettingen. De totale verloren berging bedraagt circa 3% (Herberekening Alle vrijverval rioleringsgebieden, juni 2008) :A - Definitief ARCADIS 31

33 De gehele vrijverval riolering in Montfoort is (vanuit de leiding) geïnspecteerd. In totaal is in circa 25% sprake van een dergelijk hoge waarschuwingsmaatstaf dat ingrijpen noodzakelijk is. Voornamelijk de waterdichtheid (circa 20%) is een belangrijke reden voor ingrijpen. Stabiliteit (circa 1%) en afstroming (circa 4%) zijn de overige oorzaken voor noodzakelijk ingrijpen. Transportsysteem De gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. Alle rioolgemalen, drukpompunits en bergbezinkvoorzieningen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost, waar storingsmeldingen geautomatiseerd binnenkomen. Alle relevante maatregelen uit de herberekening 2008 en GRP zijn uitgevoerd. 4.6 GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: 1. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden hemelwater die de drukrioleringssystemen belasten. 2. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels. 3. De klimaatbestendigheid van de gemengde stelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. 4. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheid rioolvreemd water. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :A - Definitief ARCADIS 32

34 5 Hemelwaterzorg HOOFDSTUK 5.1 INLEIDING Net als in het voorgaande hoofdstuk is de aandacht in dit hoofdstuk uitsluitend gericht op het rioleringssysteem dat specifiek voor deze zorgplicht is aangelegd en wordt onderhouden. Daartoe behoren hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, afscheiders, enz. Voor zover hemelwater wordt afgepompt, kunnen daartoe ook gemalen en persleidingen behoren. De cruciale vraag is of het huidige systeem aan de functionele eisen voldoet. Zo niet dan moeten maatregelen getroffen worden om de geconstateerde knelpunten in het systeemfunctioneren tot oplossing te brengen. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op enkele specifieke achtergronden van deze zorgplicht. Vervolgens wordt de gewenste situatie voor de komende planperiode beschreven in de vorm van ambities en functionele eisen. Daarna volgt een beschrijving van de bestaande situatie, waarna deze wordt getoetst aan het wensbeeld. Aan het einde van het hoofdstuk zijn de geconstateerde knelpunten opgesomd. De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen komen, samen met die voor de andere zorgplichten, in hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering aan de orde. 5.2 ACHTERGRONDEN In 3.2 en bijlage 2 is in algemene zin ingegaan op de betekenis van de Wet gemeentelijke watertaken. In deze paragraaf komt specifiek de hemelwaterzorgplicht aan bod. Zorgplicht hemelwater In feite droeg de gemeente ook voor de komst van de nieuwe wet de verantwoordelijkheid voor de omgang met hemelwater in het stedelijke gebied. Er is dus in principe niet zoveel :A - Definitief ARCADIS 33

35 veranderd. De nieuwe wetgeving legt wel meer verantwoordelijkheid bij de perceeleigenaar. Pas als hij zich niet redelijkerwijs van het hemelwater kan ontdoen, is de gemeente gehouden aan het treffen van maatregelen (Waterwet, art. 9a). De gemeente moet beoordelen wat zij in dit verband redelijkerwijs van de perceeleigenaar mag vragen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de gewenste voorkeursvolgorde voor de omgang met hemelwater. In de wet is ook een voorkeursvolgorde opgenomen over de omgang met afvalwater, die milieuvervuiling door afvalwater moet tegengaan (art a), zie bijlage 2. Als de gemeente oordeelt dat de perceeleigenaar onder de gegeven omstandigheden niet in staat is om zich van het hemelwater te ontdoen, moet de gemeente voorzieningen treffen om dit water in te zamelen en af te voeren. In het GRP moet de gemeente haar hemelwaterbeleid duidelijk uiteen zetten. De voorgenomen plannen moeten worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de inwoner hier kennis van kan nemen. Bij (gebiedsgerichte) verordening kan de gemeente in een volgende fase de perceeleigenaren in een bepaald gebied benaderen. De verordening bevat onder meer regels en termijnen waaraan de eigenaren zich moeten houden. In individuele gevallen kan de gemeente nog gebruik maken van een zogenaamd maatwerkvoorschrift om de medewerking af te dwingen. 5.3 GEWENSTE SITUATIE De gewenste situatie in de komende planperiode voor het hemelwatersysteem luidt als volgt: 1. In de gewenste situatie wordt het hemelwater bij hevige buien afgevoerd zonder dat dit tot hinder of wateroverlast leidt (regulier functioneren). 2. Bij extreme neerslag ten gevolge van de klimaatontwikkeling wordt het hemelwater tot op zekere hoogte (beschermingsniveau) zonder schade of ernstige belemmering (deels over maaiveld) afgevoerd. Boven dat beschermingsniveau is adaptatie noodzakelijk waarover de inwoners ingelicht worden. 3. Voor bestaande gebieden wordt een terughoudend beleid gevolgd ( NEE, tenzij ) voor het afkoppelen van verhard oppervlak van bestaande gemengde stelsels, totdat een goed onderbouwd hemelwaterbeleid is vastgesteld. 4. Voor uitbreidingslocaties wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke scheiding van afval en hemelwaterstromen ( JA, mits ). 5. In principe worden afval en hemelwaterstromen afkomstig van percelen gescheiden aangeleverd bij de openbare voorzieningen met een ontheffing voor bestaande woningen en bedrijven die zijn aangesloten op een bestaand gemengd rioolstelsel (opname in de bouwverordening). 6. Foutaansluitingen op hemelwatervoorzieningen zijn tot een minimum teruggebracht. 7. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van hemelwatervoorzieningen, vergelijkbaar met die in de gemengde riolering. Functionele eisen zijn opgenomen in de desbetreffende tabel van bijlage 4. De inhoud van deze tabel vormt als het ware de gewenste situatie waaraan het systeemfunctioneren wordt getoetst :A - Definitief ARCADIS 34

36 Onderstaande paragraaf gaat in op het complex aan factoren die op het te voeren beleid van toepassing zijn. 5.4 INVLOEDSFACTOREN Toen men in de eerste helft van de vorige eeuw overging op de aanleg van riolering koos men voor een gemengde afvoer van afvalwater en hemelwater door één rioolstelsel, het gemengde rioolstelsel. Van Rijkswege wordt thans aangedrongen om het hemelwater gescheiden van het afvalwater tot afvoer te brengen. De veronderstelde voordelen van dit beleid luiden: Het tegengaan van risico s voor volks en diergezondheid. Het vermijden van milieuschade in oppervlakte en grondwater. Het verbeteren van de doelmatigheid van AWZI en riolering. Het voorkomen van wateroverlast ten gevolge van de klimaatontwikkeling. Het beleid moet leiden tot grootschalige afkoppeling van hemelwater. Echter, in de Wet gemeentelijke watertaken is vastgelegd dat de gemeente autonoom is in haar besluitvorming hoe er lokaal met hemelwater wordt omgegaan. Die verantwoordelijkheid vraagt wel om een weloverwogen keuze, want tegenover de bovengenoemde voordelen staat ook een aantal belangrijke nadelen. In onderstaande afbeelding is het gehele complex van invloedsfactoren schematisch weergegeven. Onderscheid wordt gemaakt in vier factoren van buitenaf die het hemelwaterbeleid beïnvloeden en vijf lokale factoren die door het hemelwaterbeleid worden beïnvloed. Op elk van deze factoren wordt kort ingegaan. beleid kwantiteit kwaliteit duurzaamheid HEMELWATERVISIE waterketen RO financiën klimaat beheer In bijlage 2 is uitgebreid ingegaan op de beleidsmatige ontwikkelingen rondom hemelwater. Duurzaamheid Scheiding van afvalwater en hemelwater biedt mogelijkheden om nuttige grondstoffen en energie uit het afvalwater te winnen en hemelwater voor nuttige doeleinden lokaal in te zetten. Ruimtelijke ontwikkeling Het spreekt voor zich dat duurzame kansen zich eerder aandienen in locatieontwikkelingen dan in de bestaande woonomgeving. Op dit moment loopt een aantal landelijke experimenten die een steeds grotere schaal vertegenwoordigen en waarvan de resultaten bemoedigend zijn :A - Definitief ARCADIS 35

37 Klimaatontwikkeling De klimaatontwikkeling presenteert zich steeds nadrukkelijker. Neerslag wordt merkbaar extremer en ernstige wateroverlast treedt vaker op. Hoe zal de bestaande riolering zich hieronder houden? Kunnen de riolen die nog 20 jaar of langer mee moeten die grotere hoeveelheden verwerken? Krijgen de inwoners te maken met regelmatige overlast die zich tot in hun huizen manifesteert? Vragen waar de gemeente zich verplicht moet voelen om antwoorden op te geven. Een gemeente moet een bewuste keuze maken in het beschermingsniveau waarbij de inwoner beschermd wordt tegen wateroverlast. De inwoner moet worden geïnformeerd over de situatie dat onder bepaalde omstandigheden wateroverlast kan ontstaan, waarbij de gemeente niet verantwoordelijk voor schade kan worden gesteld. De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om wateroverlast bij hevige regenval te voorkomen, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. Water op straat mag maximaal 1 x per 2 jaar optreden, lokaal en gedurende korte tijd. WATEROVERLAST EN KLIMAAT Onder wateroverlast wordt in het algemeen water-op-straat verstaan: het al of niet met huishoudelijk afvalwater vermengde hemelwater komt uit de riolering op straat te staan of het hemelwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken niet in de riolen komen. Het is niet mogelijk om riolering en hemelwatervoorzieningen aan te leggen die alle mogelijke extreme regenbuien kunnen verwerken. Een landelijk geaccepteerde maatstaf is, dat een bui die gemiddeld één maal in de twee jaar voorkomt verwerkt moet kunnen worden (gemiddeld eens in de twee jaar water-op-straat) door het rioolstelsel. Het watersysteem echter dient op basis van WB21 getoetst te worden op een situatie van eens per 100 jaar. Tijdens hydraulische toetsing van het stelsel zal, gezien de verwachte klimaatsverandering, ook gecontroleerd moeten worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien. Kwantitatieve effecten Bij directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater neemt het geloosde volume op jaarbasis sterk toe en voldoet daarmee niet aan de doelstellingen van Waterbeheer 21 ste eeuw (zie bijlage 2). Bij de maatgevende piekgebeurtenissen vallen de verschillen overigens wel mee, zodat de gevolgen voor de stedelijke wateropgave (benodigd retentievolume e.d.) beperkt blijven. Kwalitatieve effecten Bij een directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater nemen, samen met de geloosde volumen, de emissies toe. De aanwezigheid van foutaansluitingen op het hemelwaterriool is hierbij een belangrijke oorzaak. Wat het effect is van beide verschijnselen op de waterkwaliteit is sterk afhankelijk van lokale factoren. Bij infiltratie of bodempassage van hemelwater zijn de negatieve effecten veel minder, maar vraagt de beheersing van grondwaterstanden extra aandacht. Interacties in de (afval)waterketen Het onttrekken van hemelwater uit de afvoerstroom naar de AWZI heeft een gunstig effect op het zuiveringsrendement. Ook het energieverbruik neemt af. Een noodzakelijke uitbreiding van een AWZI kan daardoor worden uitgesteld. Extra zuiveringstrappen op :A - Definitief ARCADIS 36

38 bestaande AWZI s werken alleen bij een continue belasting. Ondanks deze voordelen blijven directe financiële voordelen uit, omdat de huidige kapitaallasten voor langere tijd vastliggen. Financiële gevolgen De ombouw van een bestaand gemengde rioolstelsel naar een gescheiden stelsel op het moment van vervanging op grond van levensduur vraagt een circa 40% hogere investering. Daartegenover staat dat de onderhoudskosten 10 tot 20% lager liggen. Beheerorganisatie Gescheiden rioolstelsels zijn complexer dan gemengde rioolstelsels, waardoor het risico van falen groter is. Foutaansluitingen zijn daarvan het beste voorbeeld. Dat impliceert dat er meer menskracht nodig is zowel voor toezicht bij aanleg als voor het beheer. VOORKEURSVOLGORDE De voorkeursvolgorde beschrijft een algemene voorkeur voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater aan de bron. Bij hemelwater geldt, dat lokale lozing van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwatersysteem) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Lozing op oppervlaktewater is gelijkwaardig aan lozing op de bodem. De voorkeursvolgorde heeft betrekking op gemeentelijke bevoegdheden en geeft richting aan de gemeentelijke afwegingen, maar is niet verplicht. De voorkeursvolgorde is: 1. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden zoveel mogelijk gescheiden gehouden. 4. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater (zoals bedrijfsafvalwater) wordt ingezameld en naar een AWZI getransporteerd. 5. Ingezameld hemelwater wordt zoveel mogelijk hergebruikt of anders lokaal teruggebracht in oppervlaktewatersysteem of bodem (zo nodig na zuivering bij de bron). Pas als beiden niet mogelijk blijken vindt afvoer naar een AWZI plaats. Uitgangspunt is dat afstromend hemelwater meestal schoon genoeg is om zonder zuivering in het milieu te worden teruggebracht. 5.5 HUIDIGE SITUATIE Deze paragraaf geeft een overzicht van de huidige situatie van de hemelwatervoorzieningen OBJECTGEGEVENS In Tabel 7 zijn de belangrijkste kengetallen van het hemelwatersysteem weergegeven :A - Definitief ARCADIS 37

39 Tabel 7 Kengetallen hemelwatersysteem Systeem Vrij verval riolering (verbeterd) Gescheiden Afgekoppeld verhard oppervlak (riolering) Kolken (gemengd en hemelwater) Onderdeel Hemelwaterriool Randvoorzieningen Overstorten/regenwateruitlaat Gesloten verharding (vlak) Open verharding (vlak) Platte daken Hellende daken Overig Totaal Aantal Omvang 19, , 89 28, 86 11, 41 1, 34 0, 02 47, Eenheid km st st ha ha ha ha ha ha st De totale lengte van hemelwaterriolering (HWA) bedraagt circa 20 km. Hiervan is circa 1 km onderdeel van verbeterd gescheiden stelsels. De overige lengte maakt onderdeel uit van gescheiden riolering. De leeftijdsopbouw en de toename van het areaal aan hemelwaterriolering is weergegeven in Figuur 2. Figuur 2 Leeftijdsopbouw hemelwaterriolering Voor verdere informatie van de aanwezige voorzieningen wordt verwezen naar bijlage 6. Het functioneren van de overstorten is in het BRP omschreven. 5.6 Zorgplicht TOETSING Alle percelen, waarvan de eigenaren zich redelijkerwijs niet van het hemelwater kunnen ontdoen, zijn op de riolering aangesloten. Ongewenste lozingen Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op hemelwaterriolen :A - Definitief ARCADIS 38

40 Wateroverlast - klimaatbestendigheid De hemelwaterriolering beschikt over voldoende afvoercapaciteit. Alleen incidenteel treedt gedurende korte tijd water op straat op bij hevige regenval ten gevolge van onvoldoende afvoercapaciteit of verstopte kolken. Er heeft geen verkenning plaatsgevonden naar de klimaatbestendigheid van de gemengde riolering. Toestand De hemelwaterriolering is vanwege de relatief jonge leeftijd van deze riolering na een eventuele opleveringsinspectie nauwelijks geïnspecteerd. De hemelwaterriolering van gescheiden stelsels staan in open verbinding met het oppervlaktewater. Daardoor is de vervuilingsgraad in deze riolering nauwelijks vast te stellen. De nadruk heeft wat dat betreft gelegen op het inspecteren van de oudere gemengde riolering. Er bestaat dus geen inzicht in de toestand van de bestaande hemelwaterriolering, maar er bestaan ook geen signalen die duiden op een slechte toestand van deze riolering. De waterdichtheid van hemelwaterriolen is alleen van belang bij de verbeterd gescheiden rioolstelsels, waarvan het hemelwaterstelsel bemalen wordt. Op basis van de uitgevoerde inspecties zijn geen lekkende riolen aangetroffen. 5.7 GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: 1. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels. 2. Er is geen volledig inzicht in de stabiliteit en waterdichtheid van de bestaande hemelwaterriolering. 3. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :A - Definitief ARCADIS 39

41 6 Grondwaterzorg HOOFDSTUK 6.1 INLEIDING In tegenstelling tot de hemelwaterzorg vormt de zorgplicht voor grondwater een nieuwe wettelijk vastgelegde verplichting voor de gemeente. In tegenstelling tot beide andere zorgplichten bestaat er voor het grondwater geen infrastructuur die op moment op vergelijkbare wijze wordt beheerd. De inhoud van dit hoofdstuk gaat dan ook meer om het formuleren van doelstellingen en beleid dan het vastleggen van knelpunten in een niet bestaand systeem. Overigens is wel ter wille van de herkenbaarheid dezelfde opbouw van de tekst gehanteerd. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, komen de activiteiten en maatregelen aan bod, die nodig zijn om de zorgplicht in de komende planperiode gestalte te geven. 6.2 ACHTERGRONDEN Zorgplicht grondwater De gemeente krijgt de zorgplicht voor het in het openbare gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. In samenwerking met waterschap en provincie moet gezocht worden naar doelmatige oplossingen. De perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de waterhuishoudkundige en bouwkundige maatregelen op hun perceel. De zorgplicht beoogt nieuwe grondwaterproblemen te voorkomen en patstellingen bij bestaande problemen te doorbreken :A - Definitief ARCADIS 40

42 De zorgplicht voor het grondwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Immers, de gemeente is niet als enige verantwoordelijk voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De wetgeving geeft aan dat de inwoner met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de inwoner. In het GRP moet de gemeente definiëren wat zij verstaat onder het begrip structureel nadelige gevolgen. Daar waar maatregelen in het publieke domein worden voorzien, moeten ze in het GRP worden gespecificeerd naar plaats, tijd en aanpak, zodat de inwoner hier kennis van kan nemen. De gemeente kan in een volgende fase de perceeleigenaren per gebiedsgerichte verordening apart benaderen. Daarin kunnen de regels en termijnen worden opgenomen waaraan de eigenaren zich moeten houden. In individuele gevallen kan de gemeente nog gebruik maken van een zogenaamd maatwerkvoorschrift om de medewerking af te dwingen. In bijlage 12 is in aanvulling op het bovenstaande een extra toelichting op de zorgplicht grondwater opgenomen. 6.3 GEWENSTE SITUATIE De ambities voor het grondwaterbeleid in Montfoort luiden als volgt: 1. Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming. Het betreft hier een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. 2. Inwoners zijn de op de hoogte waar klachten over grondwaterproblemen kunnen worden ingediend. 3. De gemeente heeft een geografisch inzicht in risicofactoren die tot grondwaterproblemen kunnen leiden. 4. De gemeente heeft inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied, met name in die gebieden waar sprake is van risicofactoren. 5. De gemeente toetst bij klachten op uniforme wijze of er sprake is van structureel nadelige gevolgen, neemt het initiatief voor onderzoek naar de oorzaak van grondwaterproblemen en zoekt samen met derden en/of belanghebbenden naar oplossingen in de openbare ruimte. 6. De gemeente treft zo nodig maatregelen in het openbare gebied indien deze maatregelen doelmatig zijn. Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. Eigenstandige grondwatermaatregelen zijn in de planperiode van dit vgrp nog niet aan de orde. 7. Bij de vervanging van riolering wordt in principe een robuuste drainage aangelegd die goed te onderhouden valt, tenzij de omstandigheden zodanig zijn dat deze voorziening ter plekke overbodig is. 8. De gemeente stelt vooralsnog geen grondwaterverordening op maar onderzoekt de komende planperiode wel nut en noodzaak hiervan. Daar een fysiek systeem voor de beheersing van grondwaterstanden ontbreekt, zijn er voor dit vgrp geen functionele eisen in bijlage 5 geformuleerd zoals dat wel het geval is bij de :A - Definitief ARCADIS 41

43 Tabel 8 Beleidsdoelen grondwaterzorg inclusief uitwerking afvalwater en hemelwaterzorgplicht. De komende planperiode zal vooral worden benut om grondwaterbeleid vorm te geven. De ambities 1 t/m 4 zijn daarom opgezet als beleidsdoelen. Elk doel is in onderstaande tabel verder uitgewerkt in aanpak en middel. In hoofdstuk 7 zijn de activiteiten opgenomen om aan de beleidsdoelen te voldoen. De overige ambities 5 t/m 8 hebben meer betrekking op de uitvoering van activiteiten die aan bod komen nadat de beleidsdoelen zijn ingevuld. Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Beleidsdoel Aanpak Middel Zorgplicht grondwater (algemeen) Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen door hoge of lage grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming. Definiëren van wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen verstaan moet worden. Uitvoeren van een representatieve enquête onder bewoners naar hun opvattingen over de invulling van de drie zorgplichten. Analyseren van verzameld enquêtemateriaal. Resultaten zo mogelijk verwerken in functieafhankelijke ontwateringseisen. Waterloket Het Meldpunt Professionalisering van het Inwoners zijn de op de Woonomgeving is het eerste meldpunt BOR sector. hoogte waar klachten over aanspreekpunt van de Inwonertevredenheidsonderzoek grondwaterproblemen kunnen inwoner voor alle (mogelijk in combinatie met worden ingediend. watergerelateerde problemen. Zonodig wordt doorverwezen bovenstaande enquête). naar de vakafdeling. Inzicht in risico s Verzamelen van lokaal Samenstellen van risicokaart met De gemeente heeft inzicht in bekende risicofactoren. risicofactoren die tot grondwaterproblemen kunnen plaatsaanduiding en ernst van risicofactoren op grond van verzamelde risicofactoren en enquêteresultaten. leiden. Inzicht in grondwaterregime De gemeente heeft op wijkniveau inzicht in de ondiepe grondwaterstanden in het openbaar gebied. Structureel verzamelen van grondwaterstanden. Inrichten van basismeetnet op basis van verkregen risicokaart. Verzamelen, beheren en bewerken van meetgegevens. COMMUNICATIE MET INWONER EN BEDRIJF Met bewoners over stedelijk water en riolering communiceren, wordt steeds belangrijker. Communicatie gaat uiteindelijk verder dan het melden van klachten en het geven van voorlichting. Per situatie (ontwerp, aanleg en beheer) zijn verschillende methoden en intensiteit noodzakelijk. Wat betreft voorlichting kan stichting Rioned de gemeente hierin ondersteunen. 6.4 HUIDIGE SITUATIE EN TOETSING De gemeente heeft geen drainagesystemen. Bij de ontwikkeling van bouwlocaties wordt wel blok en bouwdrainage aangelegd, maar deze worden geacht hun functie alleen in de bouwrijpfase te vervullen. Aangenomen moet worden dat deze voorzieningen vrij kort na de aanleg geen bijdrage meer leveren in de beheersing van de grondwaterstanden. Daarnaast wordt de grondwaterstand niet structureel gemeten :A - Definitief ARCADIS 42

44 Op dit moment is het meldpunt van de gemeente onvoldoende ingericht op de afhandeling van vragen en klachten over grondwater. Alle vragen en meldingen worden door het meldpunt BOR sector doorgezet naar de vakafdeling. De gemeentelijke website bevat nog geen informatie over grondwater TOETSING Zorgplicht Daar geen specifieke klachten over grondwater bekend zijn, beschikt de gemeente niet over een overzicht van grondwaterproblemen in haar gebied. Dat hoeft op zich niet te betekenen dat er problemen zijn of kunnen komen, maar de inwoner ervaart klaarblijkelijk geen problemen. Inzicht risico s en grondwaterregime Er is geen risicokaart aanwezig waarop de verschillende risicofactoren zijn samen gebracht Daarnaast bestaat er ook geen inzicht in de grondwaterstanden. 6.5 GECONSTATEERDE KNELPUNTEN Ten aanzien van de functionele eisen zijn de volgende knelpunten geconstateerd: 1. Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan. 2. Er is geen inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden. 3. Er is nog geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden. In hoofdstuk 7, Bedrijfsvoering, zijn de maatregelen opgenomen om de geconstateerde knelpunten in de komende planperiode weg te nemen :A - Definitief ARCADIS 43

45 HOOFDSTUK 7 Bedrijfsvoering 7.1 INLEIDING In de drie voorgaande hoofdstukken is de aandacht gevestigd op de drie deelsystemen, waarmee de gemeente de zorgplichten moet invullen. Om de deelsystemen in stand te houden is de menselijke factor, ofwel de wijze waarop de beheeractiviteiten worden uitgevoerd, van doorslaggevende betekenis. Als dit niet goed is ingebed in de gemeentelijke organisatie komt het voldoen aan de drie zorgplichten ernstig in het gedrang. Vandaar dat in dit hoofdstuk specifieke aandacht wordt besteed aan de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer. Anders dan in de drie voorgaande hoofdstukken wordt de aandacht daarbij integraal verdeeld over de drie zorgplichten. 7.2 TAAKVELDEN De beheeractiviteiten worden conform de Leidraad Riolering van Stichting RIONED (module D2000) onderverdeeld in een vijftal taakvelden: Figuur 3 De vijf taakvelden van het rioleringsbeheer Planvorming. Onderzoek. Onderhoud. Maatregelen. Facilitair. Tot het taakveld facilitair behoren de activiteiten gegevensbeheer, klachtenregistratie en afhandeling, communicatie, vergunningen, enz. De samenhang tussen de taakvelden is in Figuur 3 weergegeven :A - Definitief ARCADIS 44

46 Vanuit het Bestuursakkoord Waterketen en Bestuursakkoord Water (zie bijlage 2) wordt sterk aangedrongen op meer samenwerking binnen de waterketen. Dit geldt met name voor samenwerking tussen gemeenten onderling enerzijds en met het waterschap anderzijds. Aan de bovenstaande taakvelden voor de interne rioleringszorg is dus het taakveld Samenwerking worden toegevoegd. 7.3 PLANVORMING Plannen zijn onmisbare elementen in een doelmatig rioleringsbeheer. Zij geven richting aan de activiteiten en maatregelen die nodig zijn om de systemen goed te laten functioneren. Onderscheid wordt gemaakt in strategische planvorming waarin beleid wordt vastgelegd, tactische planvorming waarin de activiteiten en maatregelen worden geoptimaliseerd om de gestelde doelen tegen de laagste kosten te realiseren en operationele planvorming, die vooral gericht is op de uitvoering op de kortere termijn. Alle planvormen kunnen zowel een eenmalig als een cyclisch karakter hebben. AMBITIE De ambities voor het taakveld planvorming luiden globaal als volgt: De gemeente beschikt over alle relevante plannen op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau. De gemeente beschikt over visies op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Alle activiteiten zijn gericht op het goed laten functioneren van het rioleringssysteem in samenhang met de AWZI. Planvormen Het rioleringsbeheer kan in de drie aandachtsvelden objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer worden verdeeld (zie bijlage 3). Op basis van deze indeling geeft Figuur 4 een overzicht van de voor de gemeente relevante planvormen. In bijlage 7 is voor elke planvorm een beknopte omschrijving opgenomen :A - Definitief ARCADIS 45

47 Figuur 4 Relevante planvormen Objectbeheer Functioneel beheer Financieel beheer Strategisch Gemeentelijk Rioleringsplan Visies op afval- hemel- en grondwater Rioleringsbeheerplan Basisrioleringsplan Trendanalyse Afvalwaterakkoord Tactisch Klimaatverkenning Monitoringsplan Waterkwaliteitsspoor Operationeel Jaarprogramma Rioolbeheerplan Jaarprogramma Incidentenplan De gemeente beschikt over de volgende plannen: Gemeentelijk Rioleringsplan Herberekening Alle vrijverval rioleringsgebieden (juni 2008). Waterplan Blauwe Driehoek: Watervisie 2020 (2008). Waterplan Blauwe Driehoek: Uitvoeringsprogramma (2008). Incidentenplan riolering Montfoort: in Winnet verband opgesteld (2010). OPGAVE In Tabel 9 zijn alle relevante plannen voor de komende planperiode gepland en gebudgetteerd. In 2017 wordt de planperiode afgesloten met het opstellen van een nieuw GRP. Hierin wordt alle informatie verwerkt die met de uitvoering van de overige plannen is verzameld. In de tabel is geen plaats ingeruimd voor een visie op het afvalwaterbeleid. De reden is dat een duurzame aanpak van het afvalwater conform het toekomstbeeld van het Bestuursakkoord Waterketen op dit moment voor Montfoort te hoog gegrepen is. In de komende planperiode worden de landelijke ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend gevolgd. De uitwerking van een afvalwatervisie zal in de planperiode van dit GRP in Winnet verband worden opgepakt :A - Definitief ARCADIS 46

48 Tabel 9 Relevante planvormen met planningen en budgets Planvorm Gemeentelijk Rioleringsplan Hemel- en grondwatervisie* Onderzoek rioolvreemd water Rioleringsbeheerplan Basisrioleringsplan incl. klimaatverkenning Jaarprogramma Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. * Maatregel uit Waterplan Blauwe Driehoek Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: 1. De klimaatbestendigheid van de gemengde stelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht (zie 4.6). 2. De klimaatbestendigheid van de hemelwaterstelsels stelsels (extreem functioneren) is niet onderzocht (zie 5.6). 3. Er is geen inzicht in de risicofactoren die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden (zie 6.6). 7.4 ONDERZOEK Onderzoeksactiviteiten bestaan uit de volgende onderdelen: Inventarisaties, inmetingen, e.d. Berekeningen. Monitoring. Rioolinspecties. AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en vormen de basis voor de afstemming van alle beheeractiviteiten. De kennis van het rioleringssysteem (areaal, toestand en functioneel) is op orde. Onderzoeksinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). Veldmetingen in de riolering geven een goed inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, waardoor in combinatie met een daarop afgestemd rekenmodel de doelmatigheid van maatregelen wordt verhoogd. Veldmetingen in het grondwater geven een goed inzicht in de fluctuaties van grondwaterstanden en de risico s op structureel nadelige gevolgen. Inventarisatie Op ad hoc basis worden diverse inmetingen (hoogteligging riolering, overstortdrempels, verhard oppervlak, enz.) verricht om de basisinformatie in het beheersysteem actueel te houden. De verzamelde gegevens zijn in zijn opgenomen in het rioolbeheersysteem :A - Definitief ARCADIS 47

49 Het is noodzakelijk om dergelijke gegevens continue inventariseren om de geometrische gegevens in het beheersysteem actueel en volledig te houden. Berekeningen Binnen de planperiode zijn de volgende hydraulische berekeningen uitgevoerd: Herberekening stelsel Linschoten noord, als gevolg van geplande rioolrenovatie, jaar Herberekening overige stelsels, in aansluiting op de inventarisatie van het verhard oppervlak, jaar Nieuwe TEWOR toets n.a.v. wijzigingen + onderzoek waterkwaliteitsspoor. Monitoring In samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) worden op zes locaties gemeten (ter plaatse van gemalen en randvoorzieningen), inclusief neerslaggegevens via radar. De meetdata is te raadplegen via een aparte (gezamenlijke) internetomgeving. Rioolinspecties In Montfoort worden rioolinspecties uitsluitend uitgevoerd met behulp van mobiele videoinspecties. In de afgelopen planperiode zijn de volgende rioolinspecties uitgevoerd: gemiddeld 7 8 km rioolinspecties per jaar; bij oplevering van nieuwe riolen. De inspectiegegevens worden opgeslagen in het rioolbeheersysteem van DHV en (geautomatiseerd) vertaald in maatregelen. De definitieve vaststelling van maatregelen en de afstemming daarvan op andere activiteiten in de openbare ruimte vindt handmatig plaats. Het aldus verkregen maatregelenpakket vormt een belangrijke basis voor het meerjaren investeringsprogramma. De inspectiefrequentie wordt tot op heden verdeeld over de vuilwater, hemelwater en gemengde riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. In het op te stellen rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt nagegaan of differentiatie in de inspectiefrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. Er zijn tot op heden wel inspecties uitgevoerd in de hemelwaterriolen in verbeterd gescheiden stelsels, maar geen inspecties in de gescheiden systemen. Enerzijds is deze riolering van recenter datum, anderzijds moet de hemelwaterriolen van gescheiden riolering eerst droog gezet worden omdat de in open verbinding staan met het oppervlaktewater. In de komende planperiode wordt een aanvang gemaakt (pilot) met het inspecteren van deze riolen omdat de oudste riolering al weer dateert van de jaren zeventig. OPGAVE In onderstaande tabel zijn alle onderzoeksactiviteiten voor de komende planperiode gepland en gebudgetteerd. Binnen de planperiode worden alle transportsystemen gefaseerd doorgerekend ter toetsing van de afvoercapaciteit :A - Definitief ARCADIS 48

50 In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. Tabel 10 Onderzoeksactiviteiten met planning en budgets Binnen de planperiode worden de volgende pilotprojecten opgestart om hiermee ervaring op te doen ter onderbouwing van toekomstig beleid: Reinigen en inspecteren van hemelwaterriolering in gescheiden stelsels. Onderzoek naar de aanwezigheid van foutaansluitingen van hemelwater op drukrioleringsystemen. Onderzoek naar de aanwezigheid van foutaansluitingen tussen vuilwater en hemelwaterriolering in (verbeterd) gescheiden vrij verval riolering. Onderdeel Activiteit Omvang Inventariseren Inmetingen Risicokaart grondwater* Berekeningen Diversen Monitoren Onderzoek nut en noodzaak meten grondwater Inrichten grondwatermeetnet Monitoren grondwater Rioolinspecties Vuilwater/gemengd 7-8 km/jr en reinigen Pilot hemelwaterriolering n.t.b gescheiden stelsels Beoordelen inspectie Onderzoek Foutaansluitingen drukriolering (pilot) Foutaansluitingen vuil-/hemelwater riolering Winnet Projecten Monitoren overstorten Jaarlijkse bijdrage Winnet Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. * Maatregel uit Waterplan Blauwe Driehoek Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Tegelijkertijd worden activiteiten ontplooid om aan de volgende, in de voorgaande hoofdstukken geconstateerde knelpunten tegemoet te komen: 1. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheden hemelwater die de drukrioleringssystemen belasten (zie 4.6) :A - Definitief ARCADIS 49

51 2. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterstelsels (zie 4.6). 3. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de hemelwaterstelsels (zie 5.6). 4. Er is geen inzicht in de stabiliteit en waterdichtheid van de bestaande hemelwaterriolering (zie 5.6). 5. Er bestaat nog geen definitie voor wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen moet worden verstaan (zie 6.5). 6. Er is geen inzicht in de risicofactoren van het grondwater die tot structureel nadelige gevolgen kunnen leiden(zie 6.5). 7. Er is nog geen inzicht in de peilfluctuaties van grondwaterstanden (zie 6.6). 8. Er bestaat geen inzicht in de hoeveelheid en de oorzaken van rioolvreemd water. 7.5 ONDERHOUD Tabel 11 Onderhoudsfrequentie De gemeente hanteert de in Tabel 11 aangegeven frequenties voor de onderhoudsactiviteiten. Daarnaast worden op ad hoc basis activiteiten uitgevoerd, waarvan de noodzaak uit recente rioolinspecties is gebleken. Een voorbeeld hiervan is wortelfrezen. Activiteit Frequentie/omvang Reinigen/inspectie Rioolreiniging 1 maal per 7 jaar Rioolinspectie Kolken Overstorten Randvoorzieningen Gemalen Pompen 1 maal per 7 jaar 2 maal per jaar 1 maal per jaar 1 maal per jaar 2 maal per jaar 1 maal per jaar AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het goed functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). De reinigingsfrequentie wordt tot op heden, net als de inspectiefrequentie, gelijkmatig verdeeld over de riolering, ongeacht de leeftijd of de staat waarin de riolering zich bevindt. Alleen objecten, waarvan bekend is dat ze sneller vervuilen, worden frequenter gereinigd. In het op te stellen rioleringsbeheer (zie 7.3) wordt nagegaan of differentiatie in de reinigingsfrequentie wenselijk is om de beschikbare gelden doelmatiger in te zetten. In dit verband is het raadzaam om de slibproductie bij riool en kolkreiniging bij te houden en te registreren. Net als bij de rioolinspecties wordt de hemelwaterriolering van gescheiden stelsels tot op heden en om dezelfde redenen nauwelijks gereinigd. OPGAVE In afwachting van hetgeen in het rioleringsbeheerplan (zie 7.3) wordt vastgelegd over gedifferentieerd reinigen en inspecteren van de riolering, wordt de huidige werkwijze in de komende planperiode voortgezet. In de planperiode wordt een pilot gestart om ervaring op te doen met het reinigen van hemelwaterriolering van gescheiden stelsels :A - Definitief ARCADIS 50

52 Met de uitwerking van de plannen wordt voldaan aan de bovenstaande ambities voor dit taakveld. Tabel 12 Onderhoudsactiviteiten met planning en budgets Activiteit Omvang Reinigen vuilwater/gemengd 7-8 km/jr zie Tabel 9 Reinigen hemelwaterriolering n.t.b. zie Tabel 9 Reinigen kolken 2x/jr Onderhoud gemalen 2x/jr Onderhoud minigemalen 1x/jr Onderhoud randvoorzieningen Onderhoud aansluitleidingen Ad hoc Materiaal Drukriolering Overige kosten (energie, telefoon, etc.) Diversen Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. 7.6 MAATREGELEN Maatregelen worden onderverdeeld in de volgende categorieën: Verbeteren. Repareren. Vervangen. Renoveren. Aanleg. AMBITIE De ambities voor het taakveld onderzoek luiden globaal als volgt: De uitvoeringsmaatregelen voor de komende planperiode zijn qua methodiek en planning naar behoren onderbouwd en afgestemd met maatregelen uit andere werkvelden (bijvoorbeeld met wegbeheer). Er bestaat een duidelijk afwegingskader voor de keuze bij rioolvervanging tussen een open sleuf methode of rioolrenovatie. Verbetering Behoudens het project Linschoten Noord zijn alle verbeteringsmaatregelen om aan de basisinspanning te voldoen in de afgelopen planperiode uitgevoerd. In de komende planperiode worden geen nieuwe verbeteringsmaatregelen voorzien. Repareren Op ad hoc basis worden reparaties en ontstoppingen uitgevoerd door derden. Vervangen/renoveren De vervangingsplanning voor vrij verval riolering is tot op heden gebaseerd op een gemiddelde levensduurverwachting van 60 jaar. In de planperiode wordt de invloed van de :A - Definitief ARCADIS 51

53 uit inspecties gebleken fysieke kwaliteit van de riolering in deze planning doorgevoerd. Naast deze planmatige rioolvervanging worden ook op korte termijn riolen vervangen als de situatie snel ingrijpen vereist. Aanleg Er wordt in de komende planperiode alleen in nieuwe aanleg van riolering voorzien ter plaatse van de geplande uitbreidingen zoals genoemd in tabel 6 ( ). De kosten voor de aanleg van deze riolering worden opgenomen in de grondexploitatie. OPGAVE Tabel 13 Uitvoeringsmaatregelen met planning en budgets In Tabel 13 zijn alle investeringen opgenomen voor de komende planperiode. Voor de investeringen van na deze periode zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De rioolvervanging wordt gestuurd op basis van gemiddelde levensduur en is opgenomen in de investeringslijn voor de lange termijn (zie bijlage 8). In afwachting van het afwegingskader zijn nog geen budgets opgenomen voor reliningsprojecten als tegenhanger van rioolvervanging met open sleuf. Voor de aanleg van voorzieningen zijn geen budgets opgenomen, omdat deze veelal buiten de rioolheffing om gefinancierd worden. Onderdeel Activiteiten Omvang Verbeteren Repareren Vervangen Vrijvervalriolering Gemalen Persleidingen Drukriolering Renoveren Drukriolering Blokland locaties Drukriolering Mastwijkerdijk Hofdijk Drukriolering Heeswijk Gemaal Tasveld Aanleg Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. 7.7 FACILITEITEN Tot dit taakveld behoren de volgende activiteiten: Gegevensbeheer. Klachtenregistratie en afhandeling. Communicatie. Watervergunningen. Waterloket. AMBITIES De ambities voor het taakveld faciliteiten luiden globaal als volgt: Beheerbestanden zijn actueel en compleet en bevatten naast object gegevens ook toestandgegevens :A - Definitief ARCADIS 52

54 De gemeente beschikt over een adequate klachtenregistratie en afhandeling. De gemeente heeft duidelijke communicatielijnen met de inwoners. De gemeente vult haar taak als aanspreekpunt voor de watervergunning (Wabo) adequaat in. De gemeente beschikt over een herkenbaar en functioneel waterloket. Gegevensbeheer Gegevensbeheer speelt een cruciale rol in het totale rioleringsbeheer. Alle beheeractiviteiten worden van hieruit gedirigeerd en komen na uitvoering hier weer samen. Voor het gegevensbeheer van de riolering wordt gewerkt met het rioolbeheersysteem van DHV. Revisiegegevens van uitgevoerde rioleringswerken en inventarisatiegegevens worden binnen 6 weken in het systeem verwerkt. Daardoor blijft het gegevensbestand en WION actueel, wat noodzakelijk is om het rioleringsbeheer systematisch uit te voeren. Naast de objectgegevens worden ook de schadebeelden uit rioolinspecties in het beheersysteem vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens kunnen gerichte maatregelen worden vastgesteld. Het huidige beheersysteem voldoet niet aan de toekomstige eisen voor integraal gegevensbeheer. De gemeente gaat zich in de planperiode op de markt oriënteren welke systemen geschikt zijn. De gemeente heeft de ambitie deze oriëntatie in Winnet verband uit voeren. Klachtenregistratie en afhandeling Klachten komen veelal telefonisch binnen bij het meldpunt BOR sector. Indiening per e mail is ook mogelijk. Het meldpunt is 24 uur per dag bereikbaar. De klachten worden zo spoedig mogelijk via het meldingsprogramma doorgegeven aan het backoffice. Communicatie Communicatie met de bewoners en belanghebbenden vindt plaats door middel van een bewonersbrief en/of informatieavonden. Daarnaast wordt informatie gegeven op de website van de gemeente ( Watervergunningen (Wabo) De gemeente heeft haar loketfunctie als aanspreekpunt voor de aanvraag van watervergunningen in het kader van de Waterwet reeds ingevuld. Aanvragen worden direct doorgezonden naar het hoogheemraadschap. Waterloket Momenteel kunnen inwoners voor watergerelateerde informatie of problemen zich richten tot het KCC (klant contact centrum) In de komende planperiode wordt bezien of professionalisering van alle activiteiten rondom klachten, communicatie en vergunningen wenselijk is op basis van een digitaal waterloket op de website van de gemeente. Hierbij worden alle contacten en afhandelingen gecategoriseerd vastgelegd. Met deze faciliteit kan de inwoner ook buiten de kantooruren bij de gemeente terecht voor watergerelateerde zaken. Voor telefonisch contact kan de calamiteitentelefoon benaderd blijven worden :A - Definitief ARCADIS 53

55 OPGAVE In Tabel 14 zijn voor de komende planperiode alle kosten vermeld die met taakveld Facilitair te maken hebben. Hieronder zijn ook een aantal overige kosten meegenomen. Tabel 14 Facilitaire uitgaven Activiteit Post Gegevensbeheer Databeheer, WION Waterloket Klachten Communicatie& Voorlichting* Overige kosten Elektriciteit Telefoonkosten Verzekeringen Invorderingen Jaarbudget Alle bovenstaande bedragen zijn in euro s weergegeven. * Maatregel uit Waterplan Blauwe Driehoek 7.8 SAMENWERKING In het Bestuursakkoord Waterketen dringen de betrokken partijen (zie bijlage 3) aan op meer samenwerking in de waterketen met het doel de doelmatigheid van de activiteiten in deze sector te vergroten. In een ledenbrief (10/102) informeert de VNG haar leden nader over de beoogde opzet van deze samenwerking. De samenwerking in de afvalwaterketen tussen gemeenten en waterschappen gaat uit van het bundelen van kennis en capaciteit en het verder professionaliseren van de beheertaken. Door slim samen te werken kan er ook structureel en substantieel bezuinigd worden op de kosten voor het rioleringsbeheer. Op grond van een landelijk Feitenonderzoek geeft aan dat op deze wijze tot 2020 een kostenbesparing in het rioleringsbeheer mogelijk is van circa 140 miljoen. WINNET De gemeente participeert sinds 2008 in het samenwerkingsverband WINNET (Water INnovatie NETwerk). WINNET is een samenwerkingsverband van 14 Utrechtse gemeenten, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de provincie Utrecht. Het doel van WINNET is door samenwerking kosten te verlagen, kwaliteit te verhogen, kwetsbaarheid te verminderen en innovatie bevorderen. WINNET Lopikerwaard Op dit moment wordt samen met de gemeenten Lopik, IJsselstein en Oudewater en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderzocht of het mogelijk is een gezamenlijke beheer en uitvoeringsorganisatie op te zetten. Doel van deze organisatie is het beperken van de (personele) kwetsbaarheid, het borgen van de kwaliteit en het reduceren van de kosten. Deze organisatie wordt zo ingericht dat het op een later tijdstip voor andere (WINNET) gemeenten mogelijk is hierbij aan te sluiten. Om deze reden vindt dit onderzoek plaats onder de vlag van WINNET :A - Definitief ARCADIS 54

56 Definitieve besluitvorming voor het oprichten van een dergelijke organisatie wordt in het najaar van 2012 verwacht. In oktober 2010 is tussen Provincie Utrecht, de inliggende waterschappen en de inliggende gemeenten een samenwerkingsovereenkomst Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangegaan. Gemeente Montfoort hanteert voor indirecte lozingen dezelfde eisen als voor directe lozingen en past hiervoor een meldingsformulier Besluit Lozen Buiten Inrichtingen toe :A - Definitief ARCADIS 55

57 8 Middelen HOOFDSTUK In het voorgaande hoofdstuk zijn de inspanningen beschreven die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het rioleringsbeheer op basis van het gekozen ambitieniveau zo doelmatig mogelijk in te vullen. In dit hoofdstuk worden de benodigde personele en financiële middelen beschreven om aan dat doel te beantwoorden. 8.1 FINANCIËLE MIDDELEN FINANCIËLE TRENDANALYSE In het kader van het voorliggende GRP is de huidige wijze van kostendekking van de rioleringsuitgaven in een Financiële Trendanalyse vergeleken met alternatieve methoden om tot een zo laag mogelijke rioolheffing voor de burger te komen. Aanleiding daartoe vormden signalen vanuit de Stichting RIONED en de VNG om nadrukkelijk de mogelijkheden van het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) te verkennen om investeringen niet langer te activeren maar direct af te boeken. Die mogelijkheid ontstaat door het doteren van spaarbedragen naar een spaarvoorziening rioolvervanging. Het spaarsaldo mag vervolgens in mindering worden gebracht op de optredende vervangingsinvesteringen. Het deel van de investeringen, dat nog geactiveerd moet worden neemt daardoor af, wat de rentelasten aanzienlijk kan verlagen. Het gevolg is dat de benodigde ontwikkeling van de rioolheffing getemperd wordt. Op basis van de uitkomsten van de trendanalyse is de keuze gevallen op het zogenaamde Ideaal Complex (zie onderstaand kader). Door de dotaties naar de spaarvoorziening als sluitpost op de begroting te hanteren ontstaat de situatie dat de jaarlijkse inkomsten en lasten op de productbegroting Riolering in evenwicht zijn. Dat betekent dat het jaarresultaat op begrotingsbasis nihil is en er in theorie geen bedragen naar de bestemmingsreserve doorstromen. In de volgende paragrafen is de gekozen dekkingsvariant nader uitgewerkt :A - Definitief ARCADIS 56

58 8.1.2 UITGAVEN EN LASTEN De uitgaven en lasten die de basis vormen voor de vaststelling van de rioolheffing komen voort uit de investeringenn voor rioleringswerken en het beheer van de infrastructuur. Uitgaven zijn kosten die in het betreffende begrotingsjaar optreden, zoals investeringen en beheerkosten. Lasten komen voort uit de financieringswijze van uitgaven en bestaan bijvoorbeeld uit kapitaallasten, spaarbedragen en beheerkosten die direct worden genomen. Voor de tariefbepaling van de rioolheffing vormt het zogenaamdee baten en lastenstelsel de basis. Dat wil zeggen dat de rioolheffing wordt bepaald aan de hand van de exploitatielasten. Tot de exploitatielast ten behoren onder meer: onderhoudskosten; kosten voor groot onderhoud (reparaties, en dergelijke); kosten voor planvorming en onderzoek; facilitaire kosten (databeheer, klachten, en dergelijke); loonkosten; kapitaalslasten van geactiveerde nvesteringen; dotaties naar voorzieningen of reserves; btw component (zie onderstaand kader). BTW-COMPONENT Het besluit begroting en verantwoording ( BBV) staat toe om de btw als last mee te rekenen bij de vaststelling van de benodigde rioolheffing. Dit voorkomt dat de gemeentee in financiële zin dubbel getroffen wordt, enerzijds door de korting op de uitkering uit het gemeentefonds na de introductie van het btw-compensatiefonds in 2003 en anderzijds door een verlaging van de rioolheffing omdat de btw niet meer als last opgevoerd zou mogen worden. IDEAAL COMPLEX Bij het Ideaal Complex vormen de jaarlijkse spaarbedragen de sluitpost op de begroting, waardoor er op jaarbasis een evenwicht ontstaat tussen inkomsten en (overige) exploitatielasten. In dit geval spreken we van een Ideaal Complex. De schommelingen die in de jaarlijkse investeringen bestaan worden opgevangen in de spaarvoorziening. In theorie ontstaat bij dit model op basis van begrotings- cijfers geen jaarresultaat, waardoor de bestemmingsreserve overbodig zou zijn. In de praktijk treden er altijd afwijkingen op ten opzichte van de begroting waardoor deze zaken wel aanbevelenswaardig zijn. In figuur 5 op de volgende bladzijde is het verloop van alle uitgaven voor vervangings In investeringen en exploitatielasten over de beschouwde periode van 60 jaar weergegeven. bijlage 8 zijn tabellen opgenomen met per type voorziening de vervangingsinvesteringen en het planningsjaar. De investeringen voor rioolvervanging zijn bepaald met Riob, terwijl de overige investeringen zijn gebaseerd op kostenkengetallen uit module D1100 van de :A - Definitief ARCADIS 57

59 Leidraad Riolering van RIONED. In bijlage 9 is een overzichtstabel opgenomenn met alle uitgaven en inkomsten gedurende de beschouwde periode van 60 jaar. In de kop van de investeringskolommen is aangegeven welke technische levensduur voor de verschillende voorzieningen zijn aangehouden. De exploitatielasten zijn overgenomen uit de product begroting Riolering voor de periode Alle bedragen zijn weergegeven op basis van prijspeil Figuur 5 Uitgavenpatroon Het totale nvesteringsvolume voor rioolvervangingg in de planperiode bedraagt circa 1,5 miljoen. In 2030 is een investeringspiek te zien van ruim 7,0 miljoen INKOMSTEN Ter dekking van de lasten kan de gemeente een belasting heffen van inwoners en bedrijven in de vorm van een rioolheffing. De gemeente heft de belasting als vast bedrag per aansluiting. Een en ander is vastgelegd in de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Voor 2012 is de rioolheffing vastgesteld op 210,00 per perceel. Indien het eigendom wordt gebruikt als zorgcentrum c.q. verzorgingshuis bedraagt de belasting: 1. voor het eerste toilet 210,00; 2. voor het tweede tot en met het tiende toilet 130,00 per toilet; 3. voor elk volgend toilet 44, KOSTENDEKKING De kostendekking is uitgewerkt op grond van onderstaande uitgangspunten: De beschouwde periode bedraagt 60 jaar, overeenkomend met de technische levens bij de duurverwachting voor de vrijverval riolering, zodat alle vervangingsinvesteringen kostendekking zijn meegenomen. Alle investeringen worden voor 100% geactiveerd conform de voorschriften uit de BBV :A - Definitief ARCADIS 58

60 Voor de aflossing wordt in overeenstemming met de BBV een spaarvoorziening rioolvervanging ingesteld, waarin aan het begin van elk jaar het begrote saldo van inkomsten en lasten wordt gestort. Deze dotaties zijn als het ware een sluitpost in de exploitatie, waardoorr een sluitendee jaarrekening wordt verkregen. Dit model wordt aangeduid met Ideaal Complex (zie voorgaand kader). Vanuit de spaarvoorziening worden de spaarbedragen in mindering gebracht op de vervangingsinvesteringen, waardoor een vorm van directe afschrijving ontstaat. Bij een tekort in de spaarvoorziening ontstaat een boekwaarde, waarover rente verschuldigd is. Zodra de spaarvoorziening zich weer vult door dotaties in de daarop volgende jaren, kan de boekwaarde versneld worden afgeboekt. Rentelasten blijven daardoor tot een minimum beperkt. Voor het opvangen van resultaten op de jaarrekening wordt een bestemmings van 5%. reserve/ /tariefegalisatievoorziening ingesteld. De rentee wordt berekend over de boekwaarde met een nominaal percentagee Renteopbrengsten van spaarvoorziening en bestemmingsreserve/tariefegalisatie toegerekend. Aan het einde van de beschouwde periode moeten de saldi van spaarvoorziening en voorziening worden in overeenstemming met de BBV aan de algemene middelen bestemmingsreserve op nul staan. Het aantal heffingseenheden in 2012 voor het eigenarendeel bedraagt De bestaande spaarvoorziening bevat op 1 januari 2012 een saldo van ,. De bestaande (egalisatie)voorziening groot onderhoud bevat op 1 januari 2012 een saldo van ,. In bijlage 10 is een overzichtstabel opgenomen waarin de lasten, de inkomsten en het verloop van de bestemmingsreserve/tariefegalisatievoorziening zijn weergegeven. De totale lasten over de periode bedragen ruim 117 miljoen (inclusief de btw component). Figuur 6 Lastenpatroon In figuur 6 is het lastenverloop weergegeven voor de verschillende kostenposten. Door de toepassing van het ideaal complex wordt vanaf 2023 een constantt lastenniveau verkregen :A - Definitief ARCADIS 59

61 Doordat de dotaties naar de spaarvoorziening een sluitpost op de exploitatie vormen, dekken de patronen voor lasten en inkomsten elkaar volledig. Figuur 7 Spaarvoorziening In figuur 7 zijn de verschillende patronen voor de spaarvoorziening gedurendee de beschouwde periode in beeld gebracht. Vanuit de exploitatie zijn er jaarlijks dotaties naar de spaarvoorziening. Na een korte aanloopperiode hebben deze vanaf 2022 een redelijk constant niveau van circa 1,1 mln per jaar. Door het lage investeringsniveau in het begin van de beschouwde periode heeft de spaarvoorziening tot 2030 een positief saldo. Daarna is er echter sprake van een boekwaarde. In het eindjaar sluit de spaarvoorziening op nul en is er geen boekwaarde meer aanwezig. De benodigde rioolheffing ontwikkelt zich van 210, in 2012 tot 354, in 2023 en blijft daarna constant. Omdat alle lasten zijn uitgedrukt op basis van het prijspeil 2011, moet jaarlijks een indexering op basis van de inflatie worden doorgevoerd bovenop dit stijgingspercentage. OORZAKEN STIJGING RIOOLHEFFING De rioolheffing dient 11 jaar te stijgen met 4,68% tot het niveau van 354,--. Dat is een behoorlijke stijging ten opzichte van het voorgaande GRP. De grootste oorzaken van de stijging van de rioolheffing zijn: De vervangingswaarde per m 1 riool is met circa 25% gestegen van 550,-- naar 685,--. Exploitatielasten zijn met circa 50% toegenomen ten opzichte van vorige planperiode. Nieuwee planperiode is rioolheffing inclusief btw. Aantal in te vullen zorgplichten is toegenomen van 1 naar 3. Er is geen indexering toegepast. Een vergelijk met omliggende gemeenten Het COELOO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) stelt jaarlijks een atlas op welke van alle gemeenten de tarieven van OZB, reinigingsheffing en rioolrecht bevat. In Tabel 15 zijn de rioolheffingen voor Montfoortt en omliggende gemeenten voor 2012 ter vergelijking opgenomen :A - Definitief ARCADIS 60

62 Tabel 15 Overzicht rioolheffing omliggende gemeenten 2012 Gemeente Gebruikerstarief Kwijtschelding gebruiker Eenpersoons Meerpersoons Kwijtscheldingsnorm [ ] [ ] [-] [%] Houten 63,00 108,00 ja 100% IJsselstein 82,00 248,00 ja 100% Lopik 86,00 150,00 ja 100% Montfoort 210,00 210,00 ja 100% Nieuwegein 84,00 121,00 ja 100% Oudewater 174,50 174,50 nee n.v.t. Utrecht 220,00 220,00 nee n.v.t. Uit de tabel blijkt dat Montfoort op dit moment een middenpositie heeft binnen de omliggende gemeenten. Onderlinge verschillen in de rioolheffingen tussen gemeenten laten zich over het algemeen moeilijk verklaren. Factoren als het vervangingsstadium en de relatieve omvang van de drukriolering zijn daarbij zeker van belang. Het vervangingsstadium zegt iets over het aandeel van riolering die in de lasten bijdragen, omdat de eerste aanleg de investeringen vanuit de grondexploitatie worden gedekt. Drukrioleringssystemen veroorzaken als mechanische voorzieningen relatief hoge beheerlasten. Bovendien komen de lasten voor de aanleg van deze systemen in het buitengebied wel ten laste van de rioolheffing. De landelijke trend met betrekking tot de ontwikkeling van de rioolheffing luidt dat deze de komende tien jaar minimaal verdubbeld. De rioolheffing in kleine, landelijke gemeenten met veel drukriolering en relatief veel strekkende meters vrij verval riolering zal daarbij beduidend hoger zijn dan in stedelijke gemeenten (bron: Stichting RIONED). 8.2 PERSONELE MIDDELEN Voor de invulling van het rioleringsbeheer beschikt de gemeente over circa 2,1 fte, afgeleid uit het aantal uren dat de eigen dienst tot haar beschikking heeft. Ter toetsing van deze productiecapaciteit aan een landelijk beeld, is de benodigde capaciteit bepaald aan de hand van een model dat de Stichting RIONED ter beschikking stelt. Dit model bepaalt de benodigde capaciteit op basis van de volgende drie invloedsfactoren: Het aantal inwoners. Het te beheren areaal. De gemiddelde jaarlijkse investeringen in de planperiode. Verder zijn voor elk taakveld schattingen gemaakt voor het uitbestedingspercentage. Hierbij is enerzijds gekeken naar de mate van uitbesteding in de afgelopen planperiode en is anderzijds gekeken naar de uitbestedingspercentages die de Leidraad aangeeft. In het plan is derhalve uitgegaan van de maximale uitbestedingspercentages die de Leidraad adviseert. Deze variëren per taakveld van 40% tot 90% :A - Definitief ARCADIS 61

63 Tabel 16 Overzicht personele middelen bij maximale uitbesteding. Het resultaat geeft de personele middelen weer die nodig zijn voor de invulling van de rioleringstaken onder de voor Montfoort specifiek geldende omstandigheden. In Tabel 16 zijn de resultaten van de berekening weergegeven bij maximale uitbesteding en in Tabel 17 bij minimale uitbesteding. Voor 1 fte zijn 175 functionele dagen aangehouden. Taakveld Invloedsfactoren Grootheid fte s Planvorming aantal inwoners (2011) 1,0 Onderzoek aantal inwoners zie planvorming Facilitair aantal inwoners zie planvorming Onderhoud areaalgrootte gemengd: 28,6 km 0,6 hemelwater:19,6 km vuilwater: 24,4 km drainage: 0 km drukpompunits: 233 stuks Maatregelen investeringsniveau rioolvervanging: gem per jaar 0,4 Totaal 2,0 Op basis van het landelijke model is bij maximale uitbesteding een formatie voor het rioleringsbeheer nodig van circa 2,0 fte, globaal verdeeld in 1,4 voor de binnendienst en 0,6 voor de buitendienst. Op grond van de aangehouden maximale uitbestedingspercentages is de omvang van de huidige formatie (2,1) voldoende. Tabel 17 Overzicht personele middelen bij minimale uitbesteding. Taakveld Invloedsfactoren Grootheid fte s Planvorming aantal inwoners (2011) 1,9 Onderzoek aantal inwoners zie planvorming Facilitair aantal inwoners zie planvorming Onderhoud areaalgrootte gemengd: 28,6 km 0,6 hemelwater:19,6 km vuilwater: 24,4 km drainage: 0 km drukpompunits: 233 stuks Maatregelen investeringsniveau rioolvervanging: gem per jaar 1,0 Totaal 3,5 Bij minimale uitbesteding is op basis van het model een formatie nodig van circa 3,5 fte, globaal verdeeld in 2,9 voor de binnendienst en 0,6 voor de buitendienst. Op grond hiervan is de benodigde formatie bij minimale uitbesteding 1,4 fte hoger dan de huidige formatie (2,1) :A - Definitief ARCADIS 62

64 BIJLAGE 1 Begrippenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. AFKORTINGEN RWZI BBB BBL BBV bob BRP BWK CIW CUWVO DWA EHS EKRW GBKN GGOR GRP HWA IBA KRW MTR NBW NEN NPR NW4 vgrp Wabo WB21 WHP WION Wm Wvo Ww Rioolwaterzuiveringsinrichting Bergbezinkbassin Bergbezinkleiding Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies Binnenonderkant buis Basisrioleringsplan Bestuursakkoord Waterketen Commissie Integraal Waterbeheer Coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren Droogweerafvoer Ecologische Hoofdstructuur Europese Kaderrichtlijn Water Grootschalig basiskaart van Nederland Gewenst grond en oppervlaktewater regime Gemeentelijk Rioleringsplan Hemelwaterafvoer Installatie voor individuele behandeling van afvalwater Kaderrichtlijn Water Maximaal Toelaatbaar Risico Nationaal Bestuursakkoord Water Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn Vierde Nota op de Waterhuishouding Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Waterbeheer 21 e eeuw Waterhuishoudingsplan Wet informatie uitwisseling ondergrondse netten Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Waterwet :A - Definitief ARCADIS 63

65 TERMEN EN DEFINITIES Aansluitvergunning Afvalwater Afvalwaterakkoord Afvalwaterzuiveringsinrichting Afvoerend oppervlak Basisinspanning Basisrioleringsplan Bedrijfsafvalwater Bemalingsgebied Bergbezinkbassin Berging Bodempassage Buitengebied Doorlatende verharding Vergunning op grond van de aansluitverordening die wordt afgegeven door het waterschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI). Noot: komt medio 2011 te vervallen (zie ook Afvalwaterakkoord) zie Stedelijk afvalwater Convenant tussen gemeente en waterschap waarin afspraken worden vastgelegd over de omvang en aard van het aangeleverde afvalwater en de randvoorwaarden waaronder dat gebeurt. zie Rioolwaterzuiveringsinrichting Het naar de riolering afwaterende oppervlak. Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren. Planvorm van tactische aard waarin het functioneren van de riolering wordt getoetst aan de in het GRP vastgelegde eisen die daarvoor gelden en doelmatige maatregelen worden vastgesteld om de knelpunten op te lossen. Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is. Een rioleringstechnische eenheid waaruit het afvalwater of hemelwater door een rioolgemaal wordt afgevoerd naar een volgend bemalingsgebied of de rioolwaterzuiveringsinrichting. Reservoir voor de tijdelijke opslag en behandeling (bezinking) van afvalwater voordat overstorting op oppervlaktewater plaatsvindt. De inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm/ha. Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Gemeentelijk grondgebied buiten de bebouwde kom, waaruit de afvoer van afvalwater veelal met behulp van mechanische riolering plaatsvindt. Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem :A - Definitief ARCADIS 64

66 Droogweerafvoer (dwa) Drukriolering DT riool Gemengd rioolstelsel Gescheiden rioolstelsel Hemelwaterriool Huishoudelijk afvalwater Hydraulische berekening Infiltratiekrat Inspectie IT riool Lamellenafscheider Maatstaf Onderhoud Onderzoek Overstorting De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen. Geperforeerd (drainage transport)riool, gelegen onder de grondwaterstand, voor de afvoer van hemelwater en beheersing van de grondwaterstand. Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd. Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater. Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater. Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden. Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Rechthoekige voorziening van kunststof voor de opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert. Geperforeerd (infiltratie transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem. Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater. Grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan. Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt. Het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering. De lozing van afvalwater via een overstortdrempel :A - Definitief ARCADIS 65

67 Overstortput Pompcapaciteit Pompovercapaciteit (poc) Regenwaterriool Riolering Riool Rioolput Rioolwaterzuiveringsinrichting Stedelijk afvalwater Verbeterd gescheiden rioolstelsel Visuele inspectie Vuilwaterriool Wadi naar oppervlaktewater. Rioolput voorzien van een overstortdrempel, die de riolering scheidt van het oppervlaktewater en waarover incidenteel overstortingen plaatsvinden. In rioolgemaal geïnstalleerde capaciteit voor de afvoer van afvalwater en/of hemelwater. Het deel van de pompcapaciteit, dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer. zie Hemelwaterriool Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater. Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater. Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg). Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI). Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting. Het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand. Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem :A - Definitief ARCADIS 66

68 BIJLAGE 2 Beleidsontwikkelingen en wet- en regelgeving Beleidsmatige ontwikkelingen De laatste jaren hebben zich een aantal beleidsmatige en vakinhoudelijke ontwikkelingen voorgedaan, die van grote betekenis zijn op de toekomstige status van de riolering. Hieronder wordt op een aantal van deze ontwikkelingen nader ingegaan. Waterbeheer 21 ste eeuw In het kader van Waterbeheer 21 ste eeuw (WB21) moet de omgang met regenwater veranderen op basis van de trits vasthouden bergen afvoeren. Dit beleid is gericht op het zoveel mogelijk terugkeren naar de natuurlijke wijze van afvoeren, zoals die was voor de verstedelijking. Dat betekent niet alleen dat regenwater door afkoppelen zoveel mogelijk uit de riolering moet worden gehaald, maar ook bij voorkeur via de bodem wordt afgevoerd in plaats van door een (regenwater)riool. Kaderrichtlijn Water Vanuit Europa dient de Kaderrichtlijn Water (KRW) te worden geïmplementeerd. De uitwerking van de stroomgebiedvisies, om aan dit Europese beleid gestalte te geven, verkeert in een vergevorderd stadium. De uitwerking vindt integraal plaats met die voor Waterbeheer 21 ste eeuw. De schaalgrootte van de waterlichamen die voor de uitwerking in deze fase zijn gekozen, zijn zodanig dat het aandeel van rioollozingen ten opzichte van andere bronnen (landbouw, verkeer, enz.) mee valt. Op dit moment zijn dan ook nauwelijks maatregelen voor de riolering in KRW verband te verwachten. Als het uitwerkingsniveau echter zou worden verfijnd tot waterlichamen die beter corresponderen met de situatie in het stedelijk gebied, dan kunnen daaruit alsnog aanvullende maatregelen naar voren komen. Omgang met regenwater Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij alleen een adviserende rol. Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden :A - Definitief ARCADIS 67

69 Bestuursakkoord Waterketen (BWK 2007) Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerktt in de Wet afbakening en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij Alleen een adviserende rol. Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden. In de waterketen gaat per jaar een omzet om van circa 3 mld., gelijk verdeeld over de drie sectoren drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering. Alleen voor de riolering geldt bovendien dat die omzet zich in de komende tien jaar minstens gaat verdubbelen. De lasten voor deze hoge uitgaven worden direct doorberekend aan de inwoner. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden om deze lasten zo laag mogelijk te houden door een hoge mate van doelmatigheid te bereiken in de waterketen. Algemeen wordt verwacht dat de potentie voor meer doelmatigheid in de waterketen vooral in de rioleringssector aanwezig is. Met deze opgave op de achtergrond hebben de ministeries van VROM en V&W, samen met een aantal koepels in 2007 het Bestuursakkoord Waterketen gesloten. De speerpunten die men daarbij nastreeft hebben betrekking op doelmatigheid, samenwerking, transparantie, innovatie en duurzaamheid. De voortgang wil men in 2009 en 2011 monitoren. Zo nodig zullen aanvullende maatregelen getroffen worden om één en ander te bevorderen. Lange termijn visie op de waterketen Vanuit BWK verband is een toekomstvisie voor de waterketen in 2050 gepresenteerd, Verbindend Water geheten. De ambities richten zich op het realiseren van een hoog duurzaamheidniveau op basis van het principe cradle to cradle (wieg tot wieg). De nieuwe woningen in 2050 zullen vrijwel CO2 neutraal uitgerust zijn. Afvalwaterhoeveelheden nemen drastisch af en het regenwater wordt zoveel mogelijk benut of via de :A - Definitief ARCADIS 68

70 bodem afgevoerd. Vanzelfsprekend heeft dit een grote impact op de hedendaagse ondergrondse infrastructuur. Afvalwater wordt vooral lokaal gezuiverd nadat hieruit de nuttige grondstoffen zijn onttrokken. De betekenis van deze toekomstvisie is groot. Immers, de rioolbuizen die morgen de grond ingaan, maken deze toekomstverwachting mee. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) In 2008 is het NBW actueel vastgesteld. De betrokken partijen hebben hierin vastgelegd dat de zogenaamde basisinspanning, ondanks het schrappen van de Wvo lozingsvergunning in de nieuwe Waterwet, onverkort van toepassing blijft. De basisinspanning is evenwel bedoeld als doelvoorschrift, zodat voor alternatieve, doelmatiger maatregelen gekozen mag worden. Samenwerking in de waterketen Eén van de mogelijkheden voor gemeenten om tot betere prestaties te komen is samenwerking met andere partijen in een groter verband. Daar zijn vele mogelijkheden voor. Essentieel is dat de samenwerking moet leiden tot bundeling van activiteiten op een grotere schaal. Hiermee zijn niet alleen schaalvoordelen te behalen, maar wordt ook een professionalisering van de rioleringszorg bereikt. De organisatie wordt daarmee veel minder kwetsbaar voor het vertrek van die ene rioleringsmedewerker, terwijl de rioleringsbeheerder zelf meer gelegenheid krijgt om zich binnen een team te ontwikkelen en bekwamen. Bestuursakkoord Water 2011 Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer. Waterveiligheid blijft topprioriteit. In het bestuursakkoord staan afspraken over: De nieuwe aanpak betekent een structurele besparing die oploopt tot 550 miljoen in De stijging van lasten voor inwoners en bedrijven blijven daardoor beperkt. Medio mei 2009 is door het Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en VEWIN het Bestuursakkoord Water getekend. Ontwikkelingen in wet en regelgeving Zowel in de afgelopen jaren als in de komende tijd zijn of worden een aantal ontwikkelingen in de wet en regelgeving doorgevoerd, die in meer of mindere mate van belang zijn voor het rioleringsbeheer. In de volgende paragrafen wordt op de relevante wetgeving ingegaan. Wet milieubeheer De wettelijke planverplichting uit de Wet milieubeheer, art voor het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) blijft van toepassing. De inhoud van het plan moet worden verbreed van één naar drie zorgplichten. Het zogenaamde verbrede GRP moet vóór 1 januari 2013 zijn vastgesteld. Een en ander heeft invloed op het begrippenkader voor de wet (art. 1.1; zie ook bijlage 1) :A - Definitief ARCADIS 69

71 Verder heeft de Minister van Verkeer & Waterstaat de bevoegdheid om een prestatievergelijking van de gemeentelijke rioleringstaken verplichten (art 4.22, vierde lid). De gemeenteraad kan bij verordening regels en termijnen vastleggen voor de omgang met afvloeiend hemelwater en grondwater op particulier terrein (art a). Artikel geeft de gemeente de mogelijkheid om het afvalwater, behalve door een openbaar vuilwaterriool (of gemengd riool) naar een zuiveringsinrichting te leiden, ook door andere gelijkwaardige systemen te verwerken. Waterwet De nieuwe Waterwet integreert negen bestaande wetten, waaronder de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), tot één integrale wet. Ook bij deze wet worden de bestaande vergunningen gebundeld tot één nieuwe vergunning: de watervergunning. Ook de Wvolozingsvergunning voor het lozen van afvalstoffen op oppervlaktewater wordt vervangen door algemene regels in het Besluit lozen buiten inrichtingen (in voorbereiding). Op grond van dit besluit moet de gemeente in het vgrp een overzicht opnemen, waarop alle overstortvoorzieningen en nooduitlaten voorkomen. In de praktijk zal het erop neerkomen dat het waterschap de gemeente alleen kan aanspreken op grond van geconstateerde waterkwaliteitsproblemen als de riolering daarvan een belangrijke veroorzaker is. Ook de Wvo aansluitvergunning behoort tot het verleden. Deze wordt op grote schaal vervangen door het vaststellen van afvalwaterakkoorden tussen gemeente en waterschap. Besluit lozing afvalwater huishoudens (blah) Het besluit lozing afvalwater huishoudens (blah) is per 1 januari 2008 in werking getreden. Het bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. In het verleden was de regelgeving op dit gebied nogal onoverzichtelijk. De algemene regels die voor deze lozingen golden, waren verspreid over drie verschillende besluiten. Daarnaast was voor verschillende lozingen een vergunning of ontheffing van het waterschap of de gemeente vereist. Met het nieuwe besluit zijn alle regels voor afvalwaterlozingen door huishoudens samengebracht in één besluit. Voor de lozingen geldt alleen een meldingsplicht. Er is geen vergunning of ontheffing meer vereist. Wel kan een waterkwaliteitsbeheerder maatwerkvoorschriften opleggen, als het belang van de bescherming van het milieu daartoe noodzaakt. Activiteitenbesluit Het Activiteitenbesluit is sinds 1 januari 2008 van kracht. Dit besluit geeft regels voor activiteiten in of vanuit een inrichting. Het Activiteitenbesluit is in het leven geroepen om de administratieve lasten van de inwoners te verlichten. Het Activiteitenbesluit gaat uit van de 1 loketgedachte. Dit houdt in dat contact opgenomen kan worden met één bevoegd gezag en deze coördineert de melding met andere bevoegde gezagen. Besluit lozen buiten inrichtingen Het Besluit lozen buiten inrichtingen (blbi) zal vermoedelijk per 31 december 2010 in werking treden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of een particulier huishouden plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater :A - Definitief ARCADIS 70

72 van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen vinden zowel door bedrijven als overheden plaats. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit, waarin alle lozingsroutes (bodem, oppervlaktewater, rioolstelsels) worden geregeld, gebaseerd op de Wet milieubeheer, Wet bodembescherming en de Waterwet. Dit besluit geeft het bevoegd gezag voor verschillende onderwerpen de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften. (Dit geldt ook voor het blah en Activiteitenbesluit). Hoogheemraadschap van Rijnland hanteert voor de directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater een beslisschema. Voor indirecte lozingen hanteert Hoogheemraadschap van Rijnland de memo Criteria voor het afvoeren van grondwater. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zorgt ervoor, dat het aantal vergunningen dat nodig is om te mogen bouwen of aanleggen beperkt wordt tot maar één vergunning: de omgevingsvergunning. Uitgangspunt voor de wet is de één loket gedachte. De gemeente is voor de uitvoering van de wet het bevoegd gezag, maar heeft een afstemmingsplicht met andere instanties, waaronder het Hoogheemraadschap. Indirecte lozingen op de riolering vallen ook onder deze wet, zodat de Wvo aansluitvergunning, wat het domein van de waterschappen was, komt te vervallen. Tussen Provincie Utrecht, de inliggende waterschappen en de inliggende gemeenten is een samenwerkingsovereenkomst Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht (oktober 2010) van kracht. Wet informatie uitwisseling ondergrondse netten (WION) Per 1 juli 2008 is de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion), beter bekend als de grondroerdersregeling, in werking getreden. De Wet heeft tot doel het voorkomen van graafincidenten bij kabels en leidingen. De wet regelt primair de informatie uitwisseling over de ligging van kabels en leidingen tussen netbeheerders en grondroerders. De wet bevat eveneens bepalingen over zorgvuldig graven en zorgvuldig opdrachtgeverschap en het treffen van voorzorgsmaatregelen bij gevaarlijke leidingen :A - Definitief ARCADIS 71

73 BIJLAGE 3 Beheervisie SYSTEEM EN MENS, een onlosmakelijk duo Ontwikkeling in het rioleringsbeheer De aanleg van drinkwater en rioleringssystemen hebben samen de belangrijkste bijdrage geleverd aan het hedendaagse hoge niveau van de volksgezondheid in de westerse wereld. Daar zijn wetenschappers van over de hele wereld het hartgrondig over eens. Zonder rioleringssysteem zou een hoge beschaving dus ook niet mogelijk zijn, maar evengoed zou het systeem zonder mens ook niet in stand kunnen worden gehouden. Mens en systeem zijn dus onlosmakelijke aan elkaar verbonden. Onderstaand schema, dat de essentie van het rioleringsbeheer samenvat in vier vragen, toont deze afhankelijkheid nog eens duidelijk aan. BEHEERSTRATEGIE: vier essentiële vragen De antwoorden op de vier strategische vragen geven in onderlinge samenhang zowel het te voeren beleid als de geleverde prestaties vorm. De twee bovenste vragen richten zich vooral op menselijk handelen (de we vorm ), terwijl de onderste twee vragen zich concentreren op het systeem. Beleid - GRP Doen we de goede dingen? Doet het systeem wat het kan? Monitoren Bestuur Operationeel beheer Fysiek systeem Prestatiecyclus Evalueren Doen we de dingen goed? Kan het systeem wat het moet? Modelleren De zorg begint bij het vastleggen van de goede dingen in het GRP. Dit gebeurt in de vorm van doelen en functionele eisen waaraan het systeem moet voldoen. Het functioneren van het systeem moet zelf het antwoord op die vraag leveren, waarvoor zowel een theoretische als een praktische toets beschikbaar zijn. Voor de theoretische toets wordt meestal een rekenmodel ingezet om de vraag Kan het systeem wat het moet? te beantwoorden. Luidt het antwoord negatief dan kan met het model de benodigde maatregelen worden vastgesteld om alsnog aan de functionele eisen te voldoen. Steeds vaker wordt deze theoretische benadering aangevuld met praktijkinformatie, zoals meetgegevens, klachten, enz. Deze informatie moet uitwijzen of het systeem ook echt doet wat het (theoretisch) kan. Het monitoren van het feitelijk systeem gedrag is daarvan een goed voorbeeld. De verzamelde systeeminformatie moet bij een beleidsevaluatie in het kader van een nieuw GRP uitwijzen of het gevoerde beleid volstaat of dat aanpassingen nodig zijn ( Doen we de dingen goed? ). Deze laatste stap sluit de beleidscyclus af, waarna het hele proces zich opnieuw herhaalt. Samenvattend bestaat het bovenste deel van het schema uit beleidsmatige activiteiten en het onderste deel uit operationele activiteiten :A - Definitief ARCADIS 72

74 Aandachtsgebieden Het bovenstaande schema GRP: rioleringsbeleid draait om beleid en functioneren. Om een en ander in goede banen te leiden zijn zoveel verschillende activiteiten Objectbeheer rioleringsbeheerplan Functioneel beheer basisrioleringsplan Financieel beheer kostentoerekening nodig dat een heldere databeheer optimalisatiestudie kostenanalyse structuur onmisbaar is. De operationele activiteiten zijn onderverdeeld in drie aandachtsgebieden: data-analyse modelkalibratie RTC onderhoudsplan vervangingsplan afvalwaterakkoord meetplan heffingsgrondslagen trendanalyses inspectieplan jaarprogramma modelleren monitoren financiering kostendekking objectbeheer, functioneel beheer en financieel beheer. Vanzelfsprekend staan deze aandachtsgebieden niet op zich zelf en zijn er allerlei dwarsverbanden aan te geven. Zo is het databeheer van groot belang voor het opzetten van een rekenmodel waarmee betrouwbare berekeningen kunnen worden gemaakt. En zonder een goed onderbouwd vervangingsplan en een daaraan gekoppelde investeringslijn voor de volgende levensfase van de riolering kan geen gezonde financiële onderbouwing voor de rioolheffing tot stand komen. Kortom, de activiteiten uit het objectbeheer zijn niet alleen van belang voor het in stand houden van de riolering als systeem, maar zeker ook voor het aanleveren van betrouwbare basisinformatie voor de activiteiten in de andere aandachtsvelden. Als beeldbepalende planvorm voor het objectbeheer geldt het Rioleringsbeheer plan (RBP), waarin de beheerstrategie voor de komende periode wordt uitgestippeld. Dit plan is daarmee de tegenhanger van het Basisrioleringsplan voor het functioneel beheer en het kostendekkingsplan voor het financieel beheer. Doelmatig beheer Het huidige rioleringsbeheer kan veelal worden gekenschetst als een inspanningsverplichting. Van jaar tot jaar worden dezelfde beheeractiviteiten met een vergelijkbare omvang uitgevoerd in cyclisch proces waarbij alle objecten eens in de zoveel jaar onder handen worden genomen. De jaarbudgetten in de opeenvolgende jaren variëren dan ook nauwelijks. Bij een doelmatig rioleringsbeheer is een resultaatsverplichting het uitgangspunt. De beheeractiviteiten worden afgestemd op de behoeften van het systeem en worden dus niet langer plichtmatig uitgevoerd. Ze variëren jaarlijks zowel qua omvang als qua diepgang naar gelang de actuele toestand van het systeem. Na verloop van tijd ontstaat er dus een over het gebied gedifferentieerde inspanning, die optimaal is afgestemd op goed laten functioneren van het systeem. Deze werkwijze bevordert de doelmatigheid van de beheeractiviteiten en leiden tot een minimale lastendruk voor de inwoner. Assetmanagement Assetmanagement omvat moderne inzichten in het beheer van voorzieningen die een lange levensduur hebben en gedurende die tijd optimaal moeten worden beheerd om het kostenniveau zo laag mogelijk te houden en tegelijkertijd ontoelaatbare risico s te mijden. Er moet dus vooruitgekeken worden naar de gehele komende levenscyclus van de voorziening. Feitelijk doen veel gemeenten dit al voor riolering zolang de planverplichting :A - Definitief ARCADIS 73

75 voor GRP s bestaat. Bij de kostendekking werden vervangingsinvesteringen en exploitatie over die gehele periode meegenomen om de invloed daarvan op het benodigde niveau van de rioolheffing te laten gelden. Dit voorkomt tegenvallers, waardoor plotseling en versneld veel extra geld van de inwoners moet worden gevraagd om de benodigde uitgaven te kunnen financieren. Alhoewel we met rioleringsbeheer op de goede weg zijn bezig geweest, mankeert het nog al eens aan de onderbouwing van investeringen, waardoor het gevaar van te weinig financiële middelen op de bewuste momenten en de kwalijke gevolgen daarvan voor de inwoner nog steeds aanwezig zijn. Op dit aspect is weer een voorbeeld van het verbeteren van de doelmatigheid, wat uiteindelijk moet leiden tot de invulling van de doelstelling van het moderne assetmanagement :A - Definitief ARCADIS 74

76 BIJLAGE 4 Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Riolering is oorspronkelijk aangelegd om epidemieën te voorkomen en verlost te worden van de overlast van overtollig hemelwater in de stedelijke omgeving. In feite zijn deze maatschappelijke doelen tijdloos. Met de komst van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de zorg voor het hemelwater een aparte positie gekregen en is de zorg voor het grondwater toegevoegd. De algemene, maatschappelijke doelen voor de (brede) rioleringszorg bestaan dus uit: 1. Het beschermen van de volksgezondheid. 2. Het beperken van wateroverlast ten gevolge van overtollig hemelwater en grondwater. Om aan deze algemene doelen te kunnen voldoen, worden aan riolering een aantal systeemdoelen gekoppeld die op de drie zorgplichten betrekking hebben. Deze systeemdoelen zijn: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (afvalwater). 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (afvalwater). 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (hemelwater). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (hemelwater). 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert (grondwater). DOEL 1 Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater in te zamelen bestond voorheen ook al. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de voorzieningen (leidingen, putten e.d.) in goede staat zijn. Regelmatige inspectie en tijdige vervanging zijn daarbij noodzaak. Voor de beoordeling van de toestand van riolen gebruikt de gemeente de werkwijze uit NEN Als beheerder legt de gemeente de gewenste kwaliteit van de riolen vast in functionele eisen en meetbare maatstaven. De maatstaf geeft aan wanneer maatregelen moeten worden getroffen. DOEL 2 Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Voor het transport moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval naar het gemaal of uitlaat binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker te zijn. DOEL 3 Zorgen voor inzameling van hemelwater De zorgplicht voor hemelwater houdt in, dat de gemeente zorg dient te dragen voor een doelmatige inzameling van het afvloeiende hemelwater. Dit voor zover degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen en zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet :A - Definitief ARCADIS 75

77 kan worden gevergd om het afvloeiende hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft dit natuurlijk ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. DOEL 4 Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Voor het transport moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen binnen een bepaalde tijd onder vrijverval naar het gemaal of uitlaat kunnen afstromen. Ten aanzien van de verwerking van het ingezamelde hemelwater is de keus aan de gemeente. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker te zijn. Lozingen vanuit de hemelwaterriolering mogen geen aanleiding geven tot ontoelaatbare effecten in de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater. Dit doel heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens neerslagsituaties. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben (zie ook onderstaand kader). DOEL 5 Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Te hoge of te lage grondwaterstanden kunnen de bestemming van een gebied belemmeren. Beide situaties vragen om verschillende functionele eisen. Bij het formuleren van de maatstaven voor dit doel is een duidelijk onderscheid in de bestemmings, inrichtings en beheerfase belangrijk. De zorgplicht grondwater heeft nadrukkelijk betrekking op de beheerfase. Bij de bestemmings en inrichtingsfase vormt grondwater al een belangrijk aspect in de gebruikelijke procedures (Watertoets). De gemeente is aanspreekpunt voor grondwaterklachten (loketfunctie). Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Functionele eisen zijn specificaties van de doelen die voor de gemeentelijke watertaken zijn geformuleerd. Doelen geven aan wat de gemeente wil bereiken. Functionele eisen beschrijven aan welke voorwaarden de gemeente moet voldoen en hoe de voorzieningen moeten functioneren om de gestelde doelen te bereiken. Maatstaven zijn de getalsmatige vertaling van de functionele eisen. Maatstaven maken de functionele eisen in kwantitatieve zin toetsbaar. Maatstaven zijn sterk lokaal gebonden, waardoor in het vgrp duidelijk aangegeven moet worden welke maatstaven de gemeente lokaal hanteert. Meetmethoden (c.q. berekeningsmethoden) zijn methoden waarmee de gemeente de toestand of het functioneren van de voorzieningen aan de gestelde eis kan toetsen. Om het gewenste functioneren van de voorzieningen eenduidig (en reproduceerbaar) vast te leggen, moet de gemeente bij het formuleren van de maatstaven aangeven welke meetmethoden worden gehanteerd :A - Definitief ARCADIS 76

78 In onderstaande tabel is een overzicht van de functionele eisen, maatstaven en meetmethoden behorende bij de geformuleerde doelen opgenomen. De functionele eisen c.a. die voortkomen uit nieuwe ambities zijn in de tabel met een licht gele kleur gemarkeerd. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, verontreinigd regenwater Systemen: gemengde stelsels + vuilwaterstelsels Zorgplicht afvalwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk gebied, waarvan afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de openbare riolering of een lokale voorziening voor de behandeling van afvalwater die eenzelfde graad van milieubescherming biedt. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de gemengde riolering moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Afvoercapaciteit riolering (regulier functioneren) De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag ondergronds te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de riolering tekort schiet om de neerslaghoeveelheden Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij vrijstelling van de zorgplicht is verleend door de provincie. Geen overtredingen in kader van de Wet milieubeheer en de Waterwet (Activiteitenbesluit, Besluit lozing huishoudelijk afvalwater, Besluit lozen buiten inrichtingen). Omvang rioolvreemd water < 10% van theoretische droogweerafvoer per etmaal (zie ook aspect Waterdichtheid). Geen hemelwaterlozingen op vuilwaterstelsel (foutaansluitingen). Plasvorming bij kolken vermijden. Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar (theoretisch). Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of (onacceptabele) hinder mag optreden (beschermingsniveau). Registratie van rioolaansluitingen, ongerioleerde percelen en provinciale vrijstellingen. Controle, handhaving en registratie. Controle van pompvolumen op droge dagen. Controle op pompvolumen op natte dagen. Visuele waarnemingen en klachtenregistratie. Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2100 bij standaardbui 08. Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, modules C2100 en C :A - Definitief ARCADIS 77

79 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. ondergronds af te voeren moet bovengrondse schade aan gebouwen en hinder van verkeer tot een minimum beperkt blijven. Emissies De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Afstroming De afstroming in de riolering onder droogweer omstandigheden dient gewaarborgd te zijn. Waterdichtheid Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. Stankoverlast De riolering dient zodanig te worden ont en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Vuiluitworp mag maximaal gelijk zijn aan die van het zogenaamde referentiestelsel (basisinspanning). Inzicht in het feitelijk gedrag van de (gemengde) rioleringstelsels. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Verloren berging < 2%. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. Omvang rioolvreemd water < 10% van theoretische droogweerafvoer per etmaal (zie ook aspect Ongewenste lozingen). Geen klachten over overlast door stank vanuit de riolering. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Afvoercapaciteit Optimaal systeemontwerp transportsysteem gebaseerd op landelijke De afvoercapaciteit van normen en richtlijnen (o.a. riolering en transportsysteem Leidraad Riolering). Vuiluitworpberekeningen op basis van leidraad Riolering module C2100 en aanvullende regels van het hoogheemraadschap. Monitoren van peilfluctuaties in relatie tot gevallen neerslag. Effectberekeningen en/of veldmetingen. Registratie van alle overstortvoorzieningen (lijst in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen). Visuele inspectie met classificatie volgens NEN Visuele inspectie met classificatie volgens NEN Hydraulische berekeningen. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN Controle van pompvolumen op droge dagen. Klachtenregistratie. Klachtenregistratie. Hydraulische berekeningen :A - Definitief ARCADIS 78

80 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden (gemalen en persleidingen) moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van afvalwater te verwerken. Pompcapaciteit vaststellen op basis van landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Capaciteitsberekeningen. Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding voorzien. Waarnemingen en klachtenregistratie. Doel 3: Zorgen voor inzameling van regenwater Regenwater: regenwater dat schoon genoeg is om direct of na (lokale) behandeling in het milieu te worden gebracht Systemen: hemelwaterstelsels, infiltratievoorzieningen, retentiebassins, enz. Zorgplicht hemelwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk grondgebied waarvan de perceeleigenaar zich redelijkerwijs niet kan ontdoen van het afvloeiende hemelwater moeten zijn voorzien van een aansluiting op een openbare hemelwatervoorziening. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de hemelwatervoorzieningen plaats te vinden. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de hemelwatervoorzieningen moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Waterdichtheid Hemelwaterriolen van verbeterd gescheiden rioolstelsels dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de Schoon hemelwater door perceeleigenaar lokaal laten lozen op oppervlaktewater of in bodem. Is dat niet mogelijk, dan hemelwaterstroom gescheiden aanbieden aan openbare voorziening. Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden in kader van de Waterwet (Besluit lozen buiten inrichtingen). Geen afvalwaterlozingen e.d. op hemelwatervoorzieningen (foutaansluitingen). Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Plasvorming ten gevolge van opstuwing bij inlaatpunten van hemelwatervoorzieningen (kolken e.d.) vermijden. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere Onderzoek naar technische en financiële haalbaarheid. Registratie van overstortvoorzieningen (lijst in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen). Veldonderzoek naar foutaansluitingen. Controle van pompvolumen op droge dagen. Visuele waarnemingen en klachtenregistratie. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN Visuele inspectie met classificatie volgens NEN Controle van pompvolumen op droge dagen. Waarnemingen en meldingregistratie :A - Definitief ARCADIS 79

81 Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden riolering dient beperkt te zijn. diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld regenwater Afvoercapaciteit Optimaal systeemontwerp Hydraulische berekeningen. transportsysteem De afvoercapaciteit van riolering en transportsysteem (gemalen en persleidingen) moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van afvalwater te verwerken. gebaseerd op landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Pompcapaciteit vaststellen op basis van landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Capaciteitsberekeningen. Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. Afvoercapaciteit (regulier functioneren) De bergings en afvoercapaciteit van de hemelwatervoorzieningen moeten toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag binnen de voorzieningen te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de hemelwatervoorzieningen tekortschieten om de neerslaghoeveelheden binnen de eigen voorziening af te voeren moet schade en hinder tot een minimum beperkt blijven. Emissies De vuiluitworp door hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Zorgplicht grondwater (algemeen) Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen door hoge of lage grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming. Inzicht in risico s Inzicht in locaties met een Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding voorzien. Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar(theoretisch). Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of onacceptabele hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Vastleggen wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen verstaan moet worden. Inzicht in geografische spreiding van invloedsfactoren Waarnemingen en klachtenregistratie. Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2100 bij standaardbui 08. Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering, module C2150. Effectberekeningen en/of veldmetingen. Registratie van overstortvoorzieningen (lijst opnemen in GRP op basis van Besluit lozen buiten inrichtingen). Inventarisatie van klachten. Risicokaart waarop invloedsfactoren zijn :A - Definitief ARCADIS 80

82 verhoogd risico op grondwateroverlast. Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden (geologisch, waterhuishoudkundig, bouwkundig, civiel technisch, enz.). ernst). Inzicht in grondwaterregime Inzicht in de relatie tussen grondwaterstanden en externe factoren, zoals neerslag, lekke riolen, bodemopbouw, enz. Grondwaterfluctuaties mogen geen aanleiding zijn tot structureel nadelige gevolgen. gecombineerd op basis van kans van optreden en ernst van de gevolgen (risico = kans * Registratie van grondwaterstanden aan de hand van peilbuizenmeetnet. Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Voor deze zorgplicht zijn nog geen functionele eisen geformuleerd omdat er geen infrastructurele voorzieningen aanwezig zijn. In hoofdstuk 6 zijn beleidsdoelen geformuleerd om in de komende planperiode tot grondwaterbeleid te komen. De activiteiten die hieruit voortkomen zijn in hoofdstuk 7 opgenomen :A - Definitief ARCADIS 81

83 BIJLAGE 5 Toetsing functionele eisen De in rood aangegeven teksten hebben betrekking op geconstateerde knelpunten in het functioneren van de riolering op dat specifieke aspect. Functionele eisen Maatstaven Toetsing Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, verontreinigd regenwater Systemen: gemengde stelsels + vuilwaterstelsels Zorgplicht afvalwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk gebied, waarvan afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de openbare riolering of een lokale voorziening voor de behandeling van afvalwater die eenzelfde graad van milieubescherming biedt. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de gemengde riolering moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Afvoercapaciteit riolering (regulier functioneren) De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij vrijstelling van de zorgplicht is verleend door de provincie. Geen overtredingen in kader van de Wet milieubeheer en de Waterwet (Activiteitenbesluit, Besluit lozing huishoudelijk afvalwater, Besluit lozen buiten inrichtingen). Omvang rioolvreemd water < 10% van theoretische droogweerafvoer per etmaal (zie ook aspect Waterdichtheid). Geen hemelwaterlozingen op vuilwaterstelsel (foutaansluitingen). Plasvorming bij kolken vermijden. Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar (theoretisch). Al het in de gemeente geproduceerde afvalwater wordt met behulp van vrijverval riolering en drukriolering ingezameld en afgevoerd naar de AWZI met uitzondering van de incidentele lozingen op oppervlaktewater bij hevige regenval (zie ook onder Emissies ). Daarmee voldoet de gemeente aan de wettelijke zorgplicht. Binnen de gemeentegrens zijn alle percelen aangesloten op (druk)riolering. De omvang van eventueel op de riolering geloosd rioolvreemd water is niet bekend (zie ook aspect Waterdichtheid). Daarnaast bestaat er geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterriolering. n.v.t. Er bestaat geen inzicht in de aanwezigheid van foutaansluitingen op de vuilwaterriolering. Over het algemeen voldoet de instroming van hemelwater naar de gemengde riolering aan de eisen. Alleen incidenteel treedt tijdens en kort na regenbuien lokaal plasvorming op door verstopte kolken. De gemengde riolering beschikt over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Alleen incidenteel treedt gedurende :A - Definitief ARCADIS 82

84 Functionele eisen Maatstaven Toetsing aanbod bij hevige neerslag ondergronds te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de riolering tekort schiet om de neerslaghoeveelheden ondergronds af te voeren moet bovengrondse schade aan gebouwen en hinder van verkeer tot een minimum beperkt blijven. Emissies De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of (onacceptabele) hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Vuiluitworp mag maximaal gelijk zijn aan die van het zogenaamde referentiestelsel (basisinspanning). korte tijd water op straat op bij hevige regenval. Er is nog geen beschermingsniveau vastgesteld tot waaraan inwoners gevrijwaard worden van wateroverlast met schade of ernstige belemmering tot gevolg. De gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning. Om aan de basisinspanning te voldoen dient een bergbezinkbassin in Hofland te worden aangelegd en wordt wijk Noord te Linschoten afgekoppeld door het aanleggen van een verbeterd gescheiden stelsel. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Afstroming De afstroming in de riolering onder droogweer omstandigheden dient gewaarborgd te zijn. Inzicht in het feitelijk gedrag van de (gemengde) rioleringstelsels. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. In samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) worden op 6 locaties gemeten (ter plaatse van gemalen en randvoorzieningen), inclusief neerslaggegevens via radar. De meetdata is te raadplegen via een aparte (gezamenlijke) internetomgeving. Er zijn geen negatieve effecten bekend met betrekking tot de waterkwaliteit. n.v.t. De algemene toestand van de gemengde en vuilwaterriolering kan op grond van uitgevoerde rioolinspecties als voldoende worden gekwalificeerd. Zowel op grond van gewonnen slibproducties bij rioolreiniging als op grond van klachten is er geen sprake van bovenmatige vervuiling van de riolering door slibafzettingen :A - Definitief ARCADIS 83

85 Functionele eisen Maatstaven Toetsing Verloren berging < 2%. De verloren berging bedraagt circa. 3% Waterdichtheid Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. Afgelopen planperiode zijn structurele rioolinspecties uitgevoerd is gebleken dat de waterdichtheid van de riolen redelijk tot goed is. Stankoverlast De riolering dient zodanig te worden ont en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Omvang rioolvreemd water < 10% van theoretische droogweerafvoer per etmaal (zie ook aspect Ongewenste lozingen). Geen klachten over overlast door stank vanuit de riolering. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Afvoercapaciteit Optimaal systeemontwerp transportsysteem gebaseerd op landelijke De afvoercapaciteit van normen en richtlijnen (o.a. riolering en transportsysteem Leidraad Riolering). (gemalen en persleidingen) moet voldoende zijn om bij Pompcapaciteit vaststellen op droog weer het aanbod van basis van landelijke normen afvalwater te verwerken. en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding voorzien. Er zijn geen metingen naar de hoeveelheden rioolvreemd water. Er zijn geen gevallen van stankoverlast bekend. Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de riolering wordt zoveel mogelijk overlast aan de inwoners en bedrijven beperkt door werkzaamheden waar mogelijk te combineren. De belanghebbende bewoners worden tijdig geïnformeerd d.m.v. een bewonersbrief en/of informatieavonden. Daarnaast wordt informatie gegeven op de website van de gemeente ( De gemalen en mini gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. n.v.t. De gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. Alle rioolgemalen, drukpompunits en bergbezinkvoorzieningen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost, waar storingsmeldingen geautomatiseerd binnenkomen. Doel 3: Zorgen voor inzameling van regenwater Regenwater: regenwater dat schoon genoeg is om direct of na (lokale) behandeling in het milieu te worden gebracht :A - Definitief ARCADIS 84

86 Functionele eisen Maatstaven Toetsing Systemen: hemelwaterstelsels, infiltratievoorzieningen, retentiebassins, enz. Zorgplicht hemelwater (algemeen) Alle percelen op het gemeentelijk grondgebied waarvan de perceeleigenaar zich redelijkerwijs niet kan ontdoen van het afvloeiende hemelwater moeten zijn voorzien van een aansluiting op een openbare hemelwatervoorziening. Schoon hemelwater door perceeleigenaar lokaal laten lozen op oppervlaktewater of in bodem. Is dat niet mogelijk, dan hemelwaterstroom gescheiden aanbieden aan openbare voorziening. Alle percelen, waarvan de eigenaren zich redelijkerwijs niet van het hemelwater kunnen ontdoen, zijn op de riolering aangesloten. Ongewenste lozingen Er dienen geen ongewenste lozingen op de hemelwatervoorzieningen plaats te vinden. Instroming hemelwater De instroom van hemelwater naar de hemelwatervoorzieningen moet ongehinderd plaats kunnen vinden. Stabiliteit De stabiliteit van de riolering dient gewaarborgd te zijn. Waterdichtheid Hemelwaterriolen van verbeterd gescheiden rioolstelsels dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwaterwater (lekwater) beperkt blijft. Overlast bij rioleringswerken Overlast tijdens Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden in kader van de Waterwet (Besluit lozen buiten inrichtingen). Geen afvalwaterlozingen e.d. op hemelwatervoorzieningen (foutaansluitingen). Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Plasvorming ten gevolge van opstuwing bij inlaatpunten van hemelwatervoorzieningen (kolken e.d.) vermijden. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid conform NEN 3398 mogen niet voorkomen. Omvang rioolvreemd water op droge dagen moet minimaal zijn (zie ook aspect Waterdichtheid). Goede afstemming van rioolwerken op Alle lozingspunten van hemelwatervoorzieningen op oppervlaktewater zijn opgenomen in bijlage 6. Het is onbekend in welke mate foutaansluitingen op de hemelwaterriolering aanwezig zijn. n.v.t. De kolken worden jaarlijks tweemaal gereinigd, waardoor de instroming onder normale omstandigheden gewaarborgd is. De toestand van de hemelwaterriolering is onbekend, omdat er tot op heden geen rioolinspecties hebben plaatsgevonden. Op basis van de leeftijd van deze relatief jonge riolering worden geen grote problemen verwacht. De hemelwaterriolen van verbeterd gescheiden riolering zijn tot op heden niet gereinigd. Dit stelseltype is nog relatief jong, waardoor nog geen rioolinspecties zijn uitgevoerd. De verwachting is dat er nauwelijks lekkage van grondwater optreedt. n.v.t. Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de :A - Definitief ARCADIS 85

87 Functionele eisen Maatstaven Toetsing werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven; bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Afvoercapaciteit Optimaal systeemontwerp transportsysteem gebaseerd op landelijke De afvoercapaciteit van normen en richtlijnen (o.a. riolering en transportsysteem Leidraad Riolering). (gemalen en persleidingen) Pompcapaciteit vaststellen op moet voldoende zijn om bij basis van landelijke normen droog weer het aanbod van en richtlijnen (o.a. Leidraad afvalwater te verwerken. Riolering). Bedrijfszekerheid gemalen De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. Afvoercapaciteit (regulier functioneren) De bergings en afvoercapaciteit van de hemelwatervoorzieningen moeten toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag binnen de voorzieningen te kunnen verwerken. Klimaatbestendigheid (extreem functioneren) Bij extreme neerslag waarbij de hemelwatervoorzieningen tekortschieten om de neerslaghoeveelheden binnen de eigen voorziening af te voeren moet schade en hinder tot een minimum beperkt blijven. Emissies De vuiluitworp door hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Gemalen worden dubbelpomps uitgevoerd en zijn van een automatische storingsmelding voorzien. Gemiddeld eenmaal per twee jaar is in beperkte mate water op straat toelaatbaar(theoretisch). Vaststellen van een neerslaggebeurtenis waarbij geen schade of onacceptabele hinder mag optreden (beschermingsniveau). Daarboven moet schade of hinder worden geadopteerd. Vuiluitworp mag niet tot negatieve effecten op waterkwaliteit aanleiding geven (voldoen aan het waterkwaliteitsspoor). riolering wordt zoveel mogelijk overlast aan de inwoners en bedrijven beperkt door werkzaamheden waar mogelijk te combineren. De belanghebbende bewoners worden tijdig geïnformeerd d.m.v. een bewonersbrief en/of informatieavonden. Daarnaast wordt informatie gegeven op de website van de gemeente ( De hemelwaterriolering beschikt in het algemeen over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. n.v.t. De gemalen zijn met voldoende pompcapaciteit uitgerust om de afvalwaterhoeveelheden te kunnen afvoeren. Alle rioolgemalen zijn aangesloten op een centrale hoofdpost, waar storingsmeldingen geautomatiseerd binnenkomen. De hemelwaterriolering beschikt in het algemeen over voldoende afvoercapaciteit om aan de afvoernorm te voldoen. Er is nog geen beschermingsniveau vastgesteld waaraan inwoners gevrijwaard worden van wateroverlast met schade of ernstige belemmering tot gevolg. Nabij regenwateruitlaten bij gescheiden stelsels zijn op basis van praktijkervaringen geen problemen bekend met de waterkwaliteit als gevolg van bijvoorbeeld foutieve :A - Definitief ARCADIS 86

88 Functionele eisen Maatstaven Toetsing aansluitingen of regenwaterlozingen. Lozingen uit onbekende overstortvoorzieningen zijn niet toegestaan. Alle lozingspunten van de hemelwaterriolering zijn opgenomen in bijlage 6. Doel 5: Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Zorgplicht grondwater (algemeen) Het voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen door hoge of lage grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming. Inzicht in risico s Inzicht in locaties met een verhoogd risico op grondwateroverlast. Inzicht in grondwaterregime Inzicht in de relatie tussen grondwaterstanden en externe factoren, zoals neerslag, lekke riolen, bodemopbouw, enz. Vastleggen wat lokaal onder structureel nadelige gevolgen verstaan moet worden. Inzicht in geografische spreiding van invloedsfactoren (geologisch, waterhuishoudkundig, bouwkundig, civiel technisch, enz.). Grondwaterfluctuaties mogen geen aanleiding zijn tot structureel nadelige gevolgen. Daar geen specifieke klachten over grondwater bekend zijn, beschikt de gemeente niet over een overzicht van grondwaterproblemen in haar gebied. Dat hoeft op zich niet te betekenen dat er problemen zijn of kunnen komen, maar de inwoner ervaart klaarblijkelijk geen problemen. Er is geen risicokaart aanwezig waarop de verschillende risicofactoren zijn samengebracht. Er is geen inzicht in de grondwaterstanden. Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Voor deze zorgplicht zijn nog geen functionele eisen geformuleerd omdat er geen infrastructurele voorzieningen aanwezig zijn. Er heeft dus ook geen toetsing op functionele eisen plaatsgevonden. In hoofdstuk 6 zijn beleidsdoelen geformuleerd om in de komende planperiode tot grondwaterbeleid te komen. De activiteiten die hieruit voortkomen zijn in hoofdstuk 7 opgenomen. Rood: aandachtspunten :A - Definitief ARCADIS 87

89 BIJLAGE 6 Overzicht lozingspunten :A - Definitief ARCADIS 88

90 Conform puttenboek 23 juni 2008 Conform BRP Nr. Straat Nummer Plaats X Y Hoogte in Lengte Hoogte in Lengte X-Coördinaat Y-Coördinaat m t.o.v. NAP in m m t.o.v. NAP in m toelichting 1 Achterbaan 13 Montfoort ,74 1,00 2 Anne Franklaan 110 Montfoort Anne Franklaan 54 Montfoort Anne Franklaan BBB nabij 111 Montfoort ,11 6,30 Interne drempel bergbezinkbassin 5 Anne Franklaan BBB nabij 111 Montfoort ,92 6,30 externe drempel bergbezinkbassin 6 Anne Franklaan interne overstort 48 Montfoort ,77 6,90 put 01_ Bovenkerkweg 80 Montfoort De Duiker 81 Linschoten De Duiker 20 Linschoten Doeldijk 16 Montfoort ,15 1,00 11 Fonteinkruid 23 Montfoort Heeswijk 13 Montfoort ,30 2,00 put 16_ Heulestein 54 Montfoort Heulestein 18 Montfoort IJsselkade 56 Montfoort ,50 0,63 buis 200 mm doorsnede 16 Jacob van Barneveldstraat 19 Linschoten Julianalaan 27 Montfoort Om 't Hof 3 Montfoort ,51? conform monitoring overstorten 19 Laan van Overvliet 4 Linschoten regenwateruitlaat 20 Laan van Overvliet 13 Linschoten regenwateruitlaat 21 Laan van Overvliet 44 Linschoten regenwateruitlaat 22 Laan van Rapijnen 1 Linschoten Lodewijkstraat 3 Montfoort Meidoornlaan 1 Linschoten ,00 1,00 25 Morgenster 41 Montfoort Om 't Hof 7 Montfoort ,51 1,50 27 Oostwijk 26 Linschoten Rakkerstraat 8 Montfoort Schansbos 54 Linschoten Schansbos 6 Linschoten Schepenenstraat 33 Montfoort ,00 3,80 32 Steenovenweg 18 Montfoort Vervangen, moet nog worden ingemeten 33 Steenovenweg 1 Montfoort Vervangen, moet nog worden ingemeten 34 Tasveld 7 Montfoort ,05 3,00 put 27_ Tiendweg 39 Montfoort Vaartkade N.Z. 22 Linschoten Van Rietlaan 9 Linschoten Veldzichtlaan 42 Linschoten Vlasakker 16 Montfoort ,58 2,00 40 Vrouwenhuisstraat 15 Montfoort ,60 1,30 41 W. van Erpers Royaardstraat 1 Montfoort ,92 2,10 42 Waardsedijk - Oost 2a Montfoort Waterviolier 2 Montfoort ,23 1,00 44 Wederiksingel? Montfoort?? -1,31 1,00 put 28_22 (onbekend welke welke is) 45 Wederiksingel? Montfoort?? -0,90 2,00 put 28_OVRST3 (onbekend welke welke is) 46 Willeskop 51 Montfoort ,20? conform monitoring overstorten 47 Willeskop 18 Montfoort ,20 0,95 Drempellengte 'ongeveer' 48 Wollegras 2 Montfoort Wulverhorst 154 Montfoort Wulverhorst 167 Montfoort

91 BIJLAGE 7 Planvormen Gemeentelijk Rioleringsplan [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In het GRP legt de gemeente het beleid vast ter invulling van drie wettelijk opgelegde zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Daarbij komen zowel de objecten, het functioneren als de financiën aan de orde. Hoewel niet wettelijk vastgelegd omvat een GRP veelal een planperiode van 5 jaar. Visie op afvalwater [zorgplicht afvalwater] In de toekomstvisie Verbindend Water voor het jaar 2050, een initiatief voortkomend uit het Bestuursakkoord Waterketen, worden hoge duurzaamheidsdoelen nagestreefd. Zo kunnen allerlei nuttige grondstoffen uit urine en fecaliën worden teruggewonnen op basis van het principe cradle to cradle (van wieg tot wieg) of kan thermische energie uit het afvalwater worden gewonnen. Vanzelfsprekend zijn de mogelijkheden voor deze duurzame toepassingen in de nieuwe stad beduidend hoger dan in de bestaande stad. Het is nu al nuttig voor gemeenten om zich op deze mogelijkheden te oriënteren omdat de riolen die morgen de grond ingaan naar alle waarschijnlijkheid het jaar 2050 zullen halen. Visie op hemelwater [zorgplicht hemelwater] Tot op heden heeft de gemeente in voorkomende gevallen ad hoc besloten om het verhard oppervlak van gemengde rioolstelsels af te koppelen of niet. Daarbij zijn geen of nauwelijks afwegingen gemaakt tussen de voor en nadelen van dit afkoppelen. Deze zijn namelijk sterk locatieafhankelijk en kunnen niet op basis van generiek (landelijk of regionaal) beleid ingevuld. Met de visie wil de gemeente in de komende planperiode tot een weloverwogen hemelwaterbeleid komen. Visie grondwater [zorgplicht grondwater] Tot een vaststelling van grondwaterbeleid is het echter tot op heden niet gekomen. Op grond van de verzamelde meetgegevens moet dit beleid in de komende planperiode meer gestalte krijgen. Rioleringsbeheerplan [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] Een Rioleringsbeheerplan is een tactische planvorm waarin de werkwijze voor alle beheeractiviteiten die op de objecten zijn gericht (inventarisatie, inspecties en onderhoud) wordt vastgelegd. Dit zorgt niet alleen voor continuïteit in de bedrijfsvoering, het biedt ook de mogelijkheid om de activiteiten doelmatiger in te zetten (optimaliseren). Niet alle riolen zijn bijvoorbeeld gebaat bij een uniforme reinigingsfrequentie voor de gehele gemeente. Een gedifferentieerde frequentie, afgestemd op de behoefte van de lokale riolering leidt tot een optimale inzet van personele en financiële middelen. Dit moet leiden tot de situatie waarbij de huidige inspanningsverplichting zich ontwikkelt tot een resultaatsverplichting. Het :A - Definitief ARCADIS 89

92 Rioleringsbeheerplan vormt tenslotte ook de basis voor de jaarlijks op te stellen operationele programma s. Basisrioleringsplan [zorgplichten afvalwater en hemelwater] In een Basisrioleringsplan wordt het functioneren van de riolering getoetst aan de functionele eisen voor afvoercapaciteit en emissies. Ter oplossing van de geconstateerde knelpunten worden doelmatige maatregelen vastgesteld. Tot op heden gebeurt dat veelal op strikt theoretische basis. In de toekomst zal bij deze toetsing ook het feitelijk gedrag van de riolering betrokken worden, zodra voldoende meetgegevens zijn verzameld. Door het rekenmodel hier te kalibreren kunnen de maatregelen met meer zekerheid worden bepaald. Tegelijkertijd met de toetsing wordt een actueel overzicht van kengetallen bewerkstelligd, zoals af te voeren afvalwaterhoeveelheden en afvoerend verhard oppervlak. In die zin vormt het basisrioleringsplan een basis voor het met het hoogheemraadschap te sluiten afvalwaterakkoord. Financiële trendanalyse De wijze van financieren van rioleringsuitgaven is van grote invloed op de hoogte van de rioolheffing. In de financiële trendanalyse worden de verschillende methoden uitgewerkt en met elkaar vergeleken. Omdat lasten uit het verleden moeten worden meegedragen naar de toekomst openbaren voordelen van een nieuwe financieringswijze zich soms pas in de tweede levensfase. Een korte termijn benadering is dan ook volstrekt onvoldoende om de trends van de verschillende methoden inzichtelijk te maken. De rapportage beschrijft alle doorgerekende varianten en presenteert de resultaten op basis van financiële verslagen en grafieken. Afvalwaterakkoord [zorgplichten afvalwater en hemelwater] Met het wegvallen van Wet verontreiniging oppervlaktewater behoort ook de aansluitvergunning tot het verleden. Waterschappen streven ter vervanging daarvan naar het sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten. Hierin worden naar de RWZI af te voeren afvalwaterhoeveelheden vastgelegd alsmede de locaties waar dit water wordt overgedragen. Een afvalwaterakkoord biedt ook ruimte om allerlei andere afspraken vast te leggen, zoals af te koppelen verhard oppervlak en de condities waaronder dit plaatsvindt. Ook kunnen de resultaten uit een optimalisatiestudie (OAS), waarin gestreefd wordt naar de meest doelmatige maatregelen binnen het gehele afvalwatersysteem, in het akkoord worden vastgelegd. Klimaatverkenning [zorgplichten afvalwater en hemelwater] Tot op heden werd de afvoercapaciteit van riolering uitsluitend getoetst op het incidenteel voorkomen van water op straat (regulier functioneren). Door de klimaatverandering zal dit fenomeen zich in de toekomst nadrukkelijker manifesteren met schade door wateroverlast als reële mogelijkheid. In een klimaatverkenning wordt onderzocht in hoeverre dit beeld kan worden voorkomen door veelal bovengrondse maatregelen. Boven dit beschermingsniveau moet ernstige wateroverlast worden geaccepteerd (klimaatadaptatie). Een klimaatverkenning kan deel uitmaken van een basisrioleringsplan :A - Definitief ARCADIS 90

93 Monitoringsplan [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In een monitoringsplan wordt de informatiebehoefte over het functioneren van de riolering vertaald in meetdoelen. Op basis van deze doelen worden een meetnet ontworpen, dat is opgebouwd uit meetsensoren op een aantal geselecteerde locaties. In het monitoringsplan wordt ook aandacht geschonken aan de specificaties van sensoren, de inrichting van meetlocaties, opleveringscontroles en datatransmissie, opslag en verwerking. Operationele jaarprogramma s [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In het Rioleringsbeheerplan worden de strategie opgesteld voor het operationele rioleringsbeheer. De jaarlijkse uitwerking vindt plaats in operationele jaarprogramma s. In elk jaarplan worden de werkzaamheden van het voorbije jaar geëvalueerd en worden de onderhouds, uitvoerings en onderzoeksmaatregelen voor het komende jaar vastgesteld met vermelding van geraamde kosten. Bij de evaluatie kunnen ook financiële aspecten worden betrokken om na te gaan in hoeverre nog in de pas wordt gelopen met de prognoses in het GRP. Op deze manier kan het jaarprogramma tegelijkertijd een solide basis vormen voor de jaarlijkse op te stellen productbegroting. Deze werkwijze effent het pad om van een inspanningsverplichting te groeien naar een resultaatsverplichting. Rioleringsplan [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] In een rioleringsplan wordt het ontwerp voor een nieuw rioolstelsel beschreven. Het plan kan zowel op nieuwbouwlocaties als wijksaneringen betrekking hebben. Afhankelijk van de omstandigheden kan in het plan ook de drainage worden meegenomen. Incidentenplan [zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater] Een incidentenplan bevat de procedures die moeten worden opgevolgd bij calamiteiten om schade aan het milieu zoveel mogelijk te voorkomen. De calamiteiten kunnen betrekking hebben op uitval van gemalen en RWZI, lozing van gevaarlijke stoffen, bluswater, schade aan riolering of persleidingen, ernstige wateroverlast :A - Definitief ARCADIS 91

94 Onderzoekskosten Opdrachtgever: Omschrijving project: Projectnummer: Gemeente Montfoort vgrp Montfoort (IC1) C BEDRAGEN EXCL. BTW Gemeentelijk Rioleringspla n Basisrioleringsplan incl. klmaatverkenning Hemelwatervisie Rioleringsbeheer plan Jaarprogramma Grondwaterbeleidsplan Totaal BTW Startjaar Frequentie [-/jaar] % Kosten [euro] excl BTW prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 Jaar [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] totaal excl. BTW 4498:0.1!

95 BIJLAGE 8 Ramingen en planningen :A - Definitief ARCADIS 92

96 Algemeen versie: 3.01 ' ARCADIS 2012 info: Jan Zuidervliet ( of ALGEMEEN Opdrachtgever: Gemeente Montfoort startjaar 2012 Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) beschouwde periode (standaard 60 jaar) 60 jaar Projectnummer: C prijspeil 2011 aantal heffingseenheden (in startjaar) rioolheffing (in startjaar) 210,00 euro ACTIVERINGSGEGEVENS technische levensduur Afschrijvingsvorm afschrijvingstermijn PERCENTAGES vrij-verval riolering 60 jaar 35 jaar lineair Rente op investeringen (nominaal): 5,0 % gemalen, bouwkundig 45 jaar 35 jaar lineair Rente op investeringen(reeel): 5,0 % gemalen, E/M 15 jaar 15 jaar lineair Rente op positief saldo (nominaal): 0,0 % persleidingen 45 jaar 35 jaar lineair Rente op positief saldo (reeel): 0,0 % drukriolering, bouwkundig 45 jaar 35 jaar lineair Rente op boekwaarde(nominaal): 5,0 % drukriolering, E/M 15 jaar 15 jaar lineair Rente op boekwaarde(reeel): 5,0 % IBA s 15 jaar 15 jaar lineair Inflatiecorrectie rente en contractuele lasten en inko 0,0 % randvoorziening, bouwkundig 60 jaar 35 jaar lineair Inflatiecorrectie voorziening % randvoorziening, E/M 15 jaar 15 jaar lineair Prijscorrectie kostenkengetallen D1100 2,1 % per jaar randvoorzieningen, overig 20 jaar 20 jaar lineair infiltratievoorzieningen 20 jaar 20 jaar lineair VOORZIENINGEN / RESERVES Startsaldi drainage/ DT-riolering 20 jaar 20 jaar lineair SPAARVOORZIENING RIOOLVERVANGING euro Afschrijvingsvorm (default) lineair EGALISATIEVOORZIENING GROOT ONDERHOUD euro Tijdstip activeren cq rentetoerekening halverwege BESTEMMINGSRESERVE RIOLERING euro Activerings-/rentetoerekeningsfactor 0,5 BTW BTW: 19,0 % BTW-compensatie op basis van: exploitatie BTW-vast bedrag (i.v.t.) euro BTW-bestemming algemene middelen DEFAULTWAARDEN Afschrijvingstermijnen (aflopend) 60 jaar 45 jaar 35 jaar 20 jaar 15 jaar 10 jaar 5 jaar nvt Afschrijvingsvormen Actieringstijdstip BTW-compensatie BTW-bestemming Voorziening annuitair lineair begin jaar halverwege einde jaar investeringen afschrijvingen kapitaallasten vast bedrag exploitatie reserve/voorziening algemene middelen BESTEMMINGSRESERVE RIOLERING TARIEFEGALISATIEVOORZIENING :0.2!

97 Exploitatielasten (basis: gemeentebegroting) Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C PLANVORMING BEDRAGEN EXCL. BTW jaar Commentaar categorie [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] ZIE TABBLAD ONDERZOEK Subtotaal BTW ONDERZOEK Inmeten maaiveldhoogtes EnquŒte grondwater Risicokaart grondwater Diversen Inrichten grondwatermeetnet Monitoren grondwater Pilot hemelwaterriolering GS-stelsels Beoordelen inspecties Foutaansluitingen drukriolering (pilot) Foutaansluitingen vuil-/hemelwaterriolering Subtotaal ZIE OOK TABBLAD ONDERZOEK BTW ONDERHOUD Reinigen/leegzuigen kolken Materiaal Telematrie Hoofdgemalen Minigemalen Persleidingen Straatkolken Huisaansluitingen Hoofdriool Reiniging en inspectie Diversen Gemalen/mechanische riolering Conform Leidraad module D BTW MAATREGELEN ZIE OOK TABBLAD MAATREGELEN Subtotaal BTW FACILITAIR + OVERIG Electriciteit Telefoonkosten Verzekeringen Databeheer Communicatie en voorlichting Klachten Invorderingskosten Subtotaal BTW subtotaal BTW LOONKOSTEN en andere niet BTW-plichtige kosten Meerkosten rioolmedewerker Binnendienst Buitendienst Subtotaal totaal BTW :0.1!

98 vrijvervalriolering Vrijvervalriolering Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C Gemengde riolering BEDRAGEN EXCL. BTW Vuilwaterriolering Hemelwaterriolering Totaal excl. BTW jaar prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] totaal BTW 19% m1 riool vervangingswaarde 647 per m1 0 per m1 0 per m1 0 per m1 647 per m :0.1! Page 1

99 (Lopende) kapitaallasten Opdrachtgever: Omschrijving project: Projectnummer: Gemeente Montfoort vgrp Montfoort (IC1) C kapitaallasten van VOOR het BCF (incl. BTW) kapitaallasten van NA het BCF(excl. BTW) rente rente afschrijvingen kapitaallasten afschrijvingen kapitaallasten jaar prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 jaar prijspeil 2011 prijspeil 2011 prijspeil 2011 [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] [euro] TOTALEN TOTALEN incl BTW incl BTW incl BTW incl. BTW excl BTW excl BTW excl BTW excl. BTW 34498:0.1!

100 Rioolgemalen ( m3/uur) Opdrachtgever: Omschrijving project: Projectnummer: Gemeente Montfoort vgrp Montfoort (IC1) C BEDRAGEN EXCL. BTW naam gemaal Anne Franklaan BBB Hannie Sch. Julianalaan Boslaan De Bleek Hannie Schaftstr Merodeplantsoen Hofdijk Ijsselkade Kasteelplein Tasveld Tuincentrum Vianen Parklaan Watervoilier Pastoor Spaanpln Kleverplantsoen Stadskantoor Dorpstraat Steenovenweg Jan Snel Lodewijkstraat Meidoornlaan Van Rietlaan TOTAAL BTW capaciteit m 3 /h droog / nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat nat excl BTW 19% jraanleg bk jraanleg em bouwkundig(bk) electromechanisch(em) totaal (bk+em) kosten elektromechanisch deel TOTAAL excl. BTW kosten bouwkundig deel TOTAAL excl. BTW :0.2!

101 drukriolering Drukriolering Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! BEDRAGEN EXCL. BTW SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! SPECIFICATI ES!! Blokland Heeswijk Mastwijk Willeskop Engherzand- Reinaldaweg- Achthoven- Reinaldaweg- Haardijk Ijsselv. Achthoven- Heesw. Cattenbroek Waardsedijk Blindeweg TOTAAL BTW 19% aantal pompunits drukleiding [m] diameter drukleiding [ materiaal drukleiding PVC HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE vv.-leiding [m] 0 diameter vv.-leiding [mm] aanlegjaar leidingen aanlegjaar pompunits kosten pompunit (bk) kosten pompunit (em) kosten drukleiding kosten vv.-leiding kosten POMPEN (Elektro/mechanisch) TOTAAL kosten LEIDINGEN EN PUTTEN TOTAAL :0.1!

102 persleidingen Persleidingen Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C BEDRAGEN EXCL. BTW A.C. Muskeynplantsoedijk Akermunt Blindeweg Blokland Boslaan Cattenbroeker- De Ness Achthoven-oost Achthoven-west Haardijk Hannie Heeswijk Heeswijkerweg Heeswijkerweg Doeldijk Engherzandweg Hofdijk Ijselkade Ijselveld Kasteelplein Kleverplantsoe Knollemansg- Lindeboomse- Lodewijkstraat M.A. M.A. Mastwijkerdijk Noord- Vlasakker Waardsedijk Willeskop Oost Willeskop West Totaal Schaftstraat n hoek weg Reinaldaweg- Reinaldaweg-Zd Linschoterdijk excl. BTW jaar van aanleg diameter [mm] lengte [m] materiaal HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE HDPE BTW 19% kosten / m kosten totaal Kosten persleiding Totaal :0.1! Page 1

103 randvoorzieningen Randvoorzieningen Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C BEDRAGEN EXCL. BTW locatie Anne Hofland TOTAAL BTW Franklaan 19% type BBB BBB afvoerend opp (m2) 0 inhoud (m3) jraanleg bk jraanleg em BBB / BBR - bouwkundig BBB / BBR - elek/mech BBB / BBR - kosten tota retentie bergingszak lamellenafscheider kosten elektromechanisch deel randvoorziening TOTAAL kosten bouwkundig deel randvoorziening TOTAAL :0.1! Page 1

104 BIJLAGE 9 Uitgaven :A - Definitief ARCADIS 93

105 Uitgavenoverzicht Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) prijspeil: 2011 Projectnummer: C startjaar: 2012 Datum: 29-aug-12 JAAR UITGAVEN EXPLOITATIE onderzoek loonkosten groot onderhoud exploitatie overig INVESTERINGEN vrij-verval riolering gemalen, E/M gemalen, bouwkundig IBA s persleidingen drukriolering, E/M variabel variabel excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW excl. BTW Totalen: drukriolering, bouwkundig randvoorzieni ng, E/M randvoorzieni ng, bouwkundig infiltratievo orzieningen groot onderhoud drainage/ DTriolering uitbreidingsinvesteringen :0.2! Page 1 of 1

106 BIJLAGE 10 Kostendekkingsplan :A - Definitief ARCADIS 94

107 kostendekkingsplan Kostendekkingsplan Opdrachtgever: Gemeente Montfoort UITGANGSPUNTEN Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Prijspeil: 2011 Rioolheffing startjaa ,00 Projectnummer: C Aantal heffingseenheden: Rioolheffing eindjaar ,05 Datum: 29-aug-12 Saldo bestemmingsreserve op 1/1 startjaar 0 Stijgingsperiode: 11 jr Eindsaldo bestemmingsreserve 0 Stijgingspercentage: 4,86 % Eindsaldo spaarvoorziening Ideaal Complex Eind boekwaarde spaarvoorziening idem 0 JAAR LASTEN BATEN BESTEMMINGSRESERVE RIOLERING DOTATIES (excl. BTW) KAPITAALSLASTEN OVERIG RIOOLHEFFING VERFIJNING OVERIG BTW-inkomsten naar Algemene Middelen SPAARVOORZIENING GROOT ONDERHOUD NIEUW (excl. BTW) LOPEND excl. BTW BTW SALDO 1/1 RENTE TOEVOEGING SALDO 31/12 Dotaties Rentelasten Dotaties Rentelasten investeringen afschrijving boekw. 31/12 rente voor BCF na BCF - onderzoek compensabel geactiveerd cumulatief incl. BTW excl. BTW - loonkosten op basis van heffingseenhedeheffing riool- pos: 0.00 % excl. Rente IDEAAL COMPLEX - overig excl. BTW exploitatie incl. BTW % neg: 5.00 % excl. BTW , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Totalen: gemiddeld: :0.2! Page 1

108 Financieringsverslag Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C Datum: 18-jul-12 METHODE IDEAAL COMPLEX GEGEVENS KENGETALLEN startjaar 2012 startheffing 210,00 euro prijspeil 2011 eindheffing 354,05 euro heffingseenheden startjaar st gem.heffing 338,51 euro heffingseenheden eindjaar st groeiperiode rioolheffing 11 jaar rente investeringen 5,0 % groei % rioolheffing 4,9 % voorziening/reserve-positief 0,0 % nom min. % direct afschrijven 100 % idem 0,0 % reeel max. % direct afschrijven 100 % boekwaarde voorziening 5,0 % nom overgangsperiode activeren > direct 0 jaar idem 5,0 % reeel dotatie startjaar euro inflatiecorrectie(correctie contractuele bedragen) 0,0 % dotatie eindjaar euro prijscorrectie kostenkengetallen 2,1 % dotaties gemiddeld euro groeiperiode dotaties nvt jaar startsaldo spaarvoorziening euro groei % dotaties nvt % startsaldo egalisatievoorziening groot onderhoud euro rente opbrengsten spaarvoorziening 0 euro startsaldo reserve/voorziening 0 euro eindsaldo spaarvoorziening 390 euro max.spaarvoorziening euro min. spaarvoorziening 0 euro INVESTERINGEN rente opbrengsten bestemmingsreserve 0 euro direct euro eindsaldo bestemmingsreserve 0 euro activeren (excl nieuwe aanleg) 0 euro max. bestemmingsreserve 0 euro activeren (uitbreidingsinvesteringen) 0 euro min. bestemmingsreserve 0 euro restboekwaarde 0 euro totaal euro max. boekwaarde euro min. boekwaarde 0 euro BALANS LASTEN-BATEN LASTEN (excl. BTW) BATEN (incl BTW) dotaties spaarvoorziening euro rioolheffing euro dotaties egalisatievoorziening groot onderhoud 0 euro overige baten 0 euro rentelasten voorzieningen rente bestemmingsreserve 0 euro lopende kapitaallasten euro startsaldo bestemmingsreserve 0 euro waarvan rentelasten 0 euro nieuwe kapitaallasten 0 euro waarvan rentelasten 0 euro exploitatielasten (overig) euro eindsaldo bestemmingsreserve 0 euro BTW (Inkomsten naar Algemene Middelen) euro totaal euro totaal euro BALANS SPAARVOORZIENING LASTEN (excl. BTW) INKOMSTEN (excl. BTW) investeringen (direct af te boeken) euro startsaldo spaarvoorziening euro eindsaldo spaarvoorziening 390 euro dotaties euro rente opbrengsten spaarvoorziening 0 euro totaal euro totaal euro BALANS EGALISATIEVOORZIENING GROOT ONDERHOUD LASTEN (excl. BTW) INKOMSTEN (excl. BTW) investeringen (direct af te boeken) euro startsaldo spaarvoorziening euro eindsaldo spaarvoorziening euro dotaties 0 euro rente opbrengsten spaarvoorziening 0 euro totaal euro totaal euro :0.1!

109 Diverse grafieken Ideaal Complex Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C Datum: 18-jul-12 METHODE IDEAAL COMPLEX bedragen in miljoen euro Uitgavenpatroon 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Exploitatielasten INVESTERINGEN bedragen in miljoen euro Uitgavenpatroon versus inkomsten 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Exploitatielasten INVESTERINGEN Inkomsten bedragen in miljoen euro Lastenpatroon 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0, Exploitatielasten BTW Lopende kapitaallasten Nieuwe kapitaallasten Rentelasten SV+GO Spaarbedragen Dotaties GO Investeringen: activeren versus direct afschrijven 400 Rioolheffing 2,5 Lasten versus baten bedrag in miljoen euro 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Activeren Uitbreidingsinvesteringen Direct afschrijven bedragen in miljoen euro bedragen in miljoen euro 2,0 1,5 1,0 0,5 0, Lasten Baten Toevoeging, Rente bedragen in miljoen euro Bestemmingsreserve 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Saldo baten-lasten Rente Saldo reserve 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Saldo reserve bedragen in miljoen euro Dotaties, Rente, Lasten bedragen in miljoen euro Spaarvoorziening 8,0 9,0 7,0 8,0 6,0 7,0 5,0 6,0 5,0 4,0 4,0 3,0 3,0 2,0 2,0 1,0 1,0 0,0 0, Dotaties Rente Lasten Saldo voorziening Boekwaarde Boekwaarde, Saldo bedragen in miljoen euro Dotaties, Rente, Lasten bedragen in miljoen euro Egalisatievoorziening Groot Onderhoud 0,1 2,5 0,1 2,0 0,1 0,1 1,5 0,1 1,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0, Dotaties Rente Lasten Saldo voorziening Boekwaarde Boekwaarde, Saldo bedragen in miljoen euro bedragen in miljoen euro Saldi voorzieningen en bestemmingsreserve 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Bestemmingsreserve Spaarvoorziening (variabel) Egalisatievoorziening GO bedragen in miljoen euro Verloop boekwaarden 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Nieuwe activa Spaarvoorziening Egalisatievoorziening GO bedragen in miljoen euro Rentelasten 0,5 0,4 0,4 0,3 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 0, Nieuwe activa Oude activa Spaarvoorziening Egalisatievoorziening GO :0.1!

110 BIJLAGE 11 Spaarvoorziening :A - Definitief ARCADIS 95

111 Spaarvoorziening Opdrachtgever: Gemeente Montfoort Omschrijving project: vgrp Montfoort (IC1) Projectnummer: C UITGANGSPUNTEN Prijspeil METHODE IDEAAL COMPLEX MET BOEKWAARDE Saldo voorziening sta Dotatie startjaar UITGANGSPUNTEN UITGANGSPUNTEN Dotatie eindjaar 0 Prijspeil Prijspeil Eindsaldo voorziening 0 % Direct startjaar 100 % Saldo voorziening startjaar Eindboekwaarde 0 % Direct eindjaar 100 % Groeiperiode jaar Groeiperiode jaar Groeipercentage % JAAR VERDELING ACTIVEREN - DIRECT JAAR SPAARVOORZIENING RIOOLVERVANGING IDEAAL COMPLEX JAAR SPAARVOORZIENING RIOOLVERVANGING DIRECTE AFSCHRIJVING Investering % Direct Activeren Direct Saldo 1/1 Lasten Dotaties Rente Toevoeging Saldo 31/12 Boekwaarde Saldo 1/1 Lasten Dotaties Rente toevoeging Saldo 31/12 Boekwaarde excl nwe aanleg excl. BTW opbrengst excl. BTW % opbrengst , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Totalen: Totalen: Totalen: :0.2!

112 BIJLAGE 12 Toelichting op de zorgplicht grondwater Bronvermelding: voor de toelichting is gebruik gemaakt van de VNG brochure Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Waterwet (artikel 3.6) 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 6. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Toelichting Bovenstaande zorgplicht geldt sinds De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat houdt onder meer in dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De gemeente is het loket voor vragen en klachten van inwoners over grondwater. Dit volgt uit de toelichting op de wet (memorie van toelichting, 30/578). Deze functie hoeft geen fysiek loket te zijn of organisatorische eenheid, maar het betekent dat inwoners bij de gemeente terecht kunnen met klachten of vragen over grondwater. De gemeente behandelt de vragen of zorgt ervoor dat de relevante partij de klachten afhandelt. Het doel is dat de inwoner niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Eventuele gemeentelijke maatregelen in het openbaar gebied, zijn alleen aan de orde bij structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, dat wil zeggen: Er moet sprake zijn van een probleem. Een hoge grondwaterstand hoeft geen probleem te veroorzaken. Verblijfsruimten dienen vanuit de bouwregelgeving vochtdicht te zijn; vochtoverlast in gebouwen als gevolg van een hoge grondwaterstand is hierdoor in principe uitgesloten. De nieuwe zorgplicht heeft geen betrekking op ondergrondse bestemmingen; eventuele problemen in ondergrondse voorzieningen zijn bouwkundig van aard en dienen op bouwkundige wijze, door de eigenaar, te worden opgelost. Het probleem moet worden veroorzaakt door grondwater. Vochtproblemen in woningen worden niet altijd door een hoge grondwaterstand veroorzaakt. Bouwkundige gebreken, de inrichting van percelen, slechte ventilatie, wijze van beplanting en kapotte regenpijpen, waterleidingen of rioolaansluitingen zijn ook vaak de oorzaak. Het probleem moet structureel zijn. Bij incidentele grondwaterproblemen heeft de gemeente geen taak. Zo is na extreme regenval de grondwaterstand wellicht tijdelijk hoger, maar dat betekent niet dat dit ook op langere termijn zo is. De wet laat daarmee een zeker risico bij de perceeleigenaar :A - Definitief ARCADIS 96

113 In het verbreed GRP maakt de gemeente duidelijk wat zij verstaat onder nadelige gevolgen en structureel. De zorgplicht van de gemeente beperkt zich tot waterhuishoudkundige maatregelen in het openbaar gebied. Perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor maatregelen tegen grondwaterproblemen op eigen terrein. Dit geldt voor particulieren, maar ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. Wanneer een perceeleigenaar ontwateringsvoorzieningen aanlegt op het eigen terrein, heeft de gemeente de plicht om het vrijkomende overtollige grondwater verder af te voeren. De gemeente kan middels een verordening de onttrekking en lozing van grondwater reguleren. Perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor de staat van de eigen woning en perceel. Dit komt neer op het voldoen aan de bouwregelgeving (Bouwbesluit en gemeentelijke bouwverordening). Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste plaats van de perceeleigenaar worden verwacht dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt. Voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij de afweging of maatregelen in openbaar gebied aan de orde zijn, staat het doelmatigheidscriterium centraal. Factoren als de omvang en de duur van de overlast, het aantal getroffen percelen, de functie en de hydrologische toestand van het betreffende gebied, de financiële implicaties en de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan, kunnen een rol spelen bij de vraag of een maatregel doelmatig is. Een doelmatigheidsafweging is bijvoorbeeld denkbaar tussen enerzijds het trachten te beïnvloeden van het grondwaterpeil in openbaar gebied (door gemeente of waterschap) en anderzijds het (door de perceeleigenaar) laten nemen van bouwkundige maatregelen. De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. Als de oplossing van problemen doelmatiger is via maatregelen van andere overheden, zijn gemeentelijke maatregelen niet nodig. Bij het voorkomen/beperken van grondwaterproblemen is er een verschil in aanpak tussen de bestemmings, inrichtings en beheersfase: In de bestemmingsfase gaat het om het voorkomen van toekomstige problemen door rekening te houden met grondwater in de locatiekeuze en het toekennen van de bestemmingen. De watertoets speelt hierbij een belangrijke rol. In de inrichtingsfase gaat het om het voorkomen van toekomstige problemen door goed bouw en woonrijp te maken en te bouwen volgens voorschriften. In de beheerfase gaat het om voorkomen, oplossen of beperken van grondwaterproblemen in bestaand bebouwd gebied. De taakverdeling tussen de verschillende overheden rond de bestemmings en inrichtingsfase blijft ongewijzigd. De nieuwe wetgeving voorziet in het bijzonder in een zorgplicht voor grondwater in de beheerfase. In het kader van het verbreed GRP richten we ons specifiek op de beheersfase :A - Definitief ARCADIS 97

114 BIJLAGE 13 Reactie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en toelichting Gemeente :A - Definitief ARCADIS 98

115

116

117 gemeente MONTFOORT Onderstaand is puntsgewijs een toelichting gegeven op de opmerkingen van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden op het ontwerp-vgrp Montfoort De opmerkingen van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zijn verwoord in de brief met kenmerk , d.d. 28 augustus 2012 zoals opgenomen in bijlage 13 van het vgrp. Omdat de opmerkingen in de brief niet zijn voorzien van een nummering is per opmerking het begin en het einde van de tekst cursief herhaald voorafgaand aan de toelichting van de gemeente. In bijlage 6 is tot op heden geen lijst opgenomen met lozingspunten. In het kader van het Blbi (Besluit lozingen buiteninrichtingen) is dit wel vereist. Het gaat hierbij om alle overstorten en (nood)uitlaten van de gemengd, gescheiden en verbeterd gescheiden gebieden. Van deze constructies dient de locatie (straatnaam + x, y-coördinaten) en de hoogte en breedte van de drempels aangegeven te worden. Het functioneren is beschreven in het BRP Het volstaat hiernaar te verwijzen. Zonder deze lijst voldoet de gemeente niet aan het gestelde uit het Blbi en kan het waterschap niet akkoord gaan met dit plan. De lijst met lozingspunten is als bijlage 6 toegevoegd. In het plan wordt helder beschreven aan welke kwaliteitseisen de riolering moet voldoen (zie bijlage 4). Mede hierop baseert de gemeente haar vervangingsinvesteringen (een belangrijk element voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing). In het plan vindt echter geen toetsing aan de gestelde kwaliteitseisen plaats. De resultaten van de inspecties en de kwaliteitsbeoordeling zijn niet opgenomen in het plan. Over de toestand van de riolering kan de lezer zich dus geen oordeel vormen. Het waterschap vindt dit een belangrijk onderdeel van het vgrp. Wij vragen u deze informatie op te nemen in het plan. De algemene toestand met betrekking tot de stabiliteit van de gemengde en vuilwaterriolering kan op grond van uitgevoerde rioolinspecties en op basis van de kwaliteitsrapportage als redelijk tot goed worden gekwalificeerd. Er bestaan een aantal gebieden waar verloren berging aanwezig is ten gevolge van ongelijkmatige zettingen. De totale verloren berging bedraagt circa 3% (Herberekening Alle vrijverval riolerings-gebieden, juni 2008). De gehele vrijverval riolering in Montfoort is (vanuit de leiding) geïnspecteerd. In totaal is in circa 25% sprake van een dergelijk hoge waarschuwingsmaatstaf dat ingrijpen noodzakelijk is. Voornamelijk de waterdichtheid (circa 20%) is een belangrijke reden voor ingrijpen. Stabiliteit (circa 1%) en afstroming (circa 4%) zijn de overige oorzaken voor noodzakelijk ingrijpen. Wij vragen u om bij grondwateronttrekkingen en het lozen hiervan op oppervlaktewater en/of riolering vroegtijdig het waterschap te betrekken. Zij is als beheerder verantwoordelijk voor het oppervlaktewater en de zuiveringstechnische werken en heeft haar visie en advies hierover beschreven in een beleidsnotitie. Wij vragen u om onze betrokkenheid op dit vlak te benoemen in het plan. Deze betrokkenheid geldt ook voor indirecte lozingen op de riolering. Voor wat betreft dit aspect vragen wij u te verwijzen naar de Samenwerkingsovereenkomst Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), van oktober 2010 tussen provincie Utrecht, de inliggende waterschappen en de inliggende gemeenten. Gemeente Montfoort Kasteelplein JG Montfoort Postbus ZG Montfoort T F info@montfoort.nl

118 gemeente MONTFOORT 2 In oktober 2010 is tussen Provincie Utrecht, de inliggende waterschappen en de inliggende gemeenten een samenwerkingsovereenkomst Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangegaan. Gemeente Montfoort hanteert voor indirecte lozingen dezelfde eisen als voor directe lozingen en past hiervoor een meldingsformulier Besluit Lozen Buiten Inrichtingen toe. Uit het plan wordt niet duidelijk hoe de gemeente omgaat met incidenten in de riolering. Wij vragen u in ieder geval een verwijzing op te nemen naar het incidentenplan riolering dat de gemeente in 2010 in Winnet-verband heeft opgesteld. Figuur 4: Relevante planvormen Objectbeheer Functioneel beheer Financieel beheer Strategisch Gemeentelijk Rioleringsplan Visies op afval- hemel- en grondwater Rioleringsbeheerplan Basisrioleringsplan Trendanalyse Afvalwaterakkoord Tactisch Klimaatverkenning Monitoringsplan Waterkwaliteitsspoor Operationeel Jaarprogramma Rioolbeheerplan Jaarprogramma Incidentenplan De gemeente beschikt over de volgende plannen: Gemeentelijk Rioleringsplan ; Herberekening Alle vrijverval rioleringsgebieden (juni 2008); Waterplan Blauwe Driehoek: Watervisie 2020 (2008); Waterplan Blauwe Driehoek: Uitvoeringsprogramma (2008); Incidentenplan riolering Montfoort: in Winnet verband opgesteld (2010) Het waterplan Blauwe Driehoek van de gemeente wordt genoemd, maar de relatie en consequenties voor dit vgrp worden niet beschreven. Wij vragen u de maatregelen uit

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2012-2016 GEMEENTE HELLEVOETSLUIS CONCEPT ONTWERP 27 februari 2012 076318443:0.1 - Definitief C01034.000153.0100 Inhoud 1 Inleiding... 9 1.1 Het belang van riolering...

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE MUIDEN 5 februari 2013 076731179:B - Definitief C01034.000215.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 8 1.1 Algemeen... 8 1.2 Specifiek... 9 1.3 Procedure...

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Datum Raadsvergadering: Bestuurlijk hoofdthema: Programma C Buurt en Buitenruimte BBVnummer: 119303 Raadsvoorstel: 120266 Portefeuillehouder: Mieke van Ginkel Onderwerp Verbreed

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM SOBER EN DOELMATIG VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN NAARDEN EN BUSSUM 2013-2016 SOBER EN DOELMATIG GEMEENTEN NAARDEN EN BUSSUM 6 mei 2013 076899712:B C01034.000219.0100 Inhoud Samenvatting Bussum... 5 Samenvatting vgrp

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD

GEMEENTE ALBRANDSWAARDD VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2013-2017 GEMEENTE ALBRANDSWAARDD 10 September 2012 076593942:0.7 Definitief/ Ontwerp vgrp C01034.000177.01000 Inhoud Samenvatting... 1 1 Inleiding... 5 1.1 Inleiding...

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN 2015 2020 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 25 februari 2015 077548399:A Definitief C01034.000312.0100 Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 1.1 Inleiding... 9 1.2

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE ONDERWERP Resultaten KDP gemeente Asten DATUM 17-10-2017 PROJECTNUMMER C03071.000332 ONZE REFERENTIE 079570186 0.3 VAN Bram van Mol AAN Paul Smeets Inleiding Vanuit het BAW wordt samengewerkt met de omliggende

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden; CONCEPT Besluit gebiedsaanwijzing afvoer hemelwater (artikel 4:44 APV) Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Overwegende dat artikel 4:44, eerste lid jo artikel 4:43 van de Algemene

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Waarom een verbreed GRP? 5 2. Wat zijn de kaders van het vgrp? 7 3. Wat willen we bereiken?

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

Praktijk voorbeelden samenwerking. Aad Oomens procesmanager

Praktijk voorbeelden samenwerking. Aad Oomens procesmanager Praktijk voorbeelden samenwerking Aad Oomens procesmanager Drie vragen Waarom samenwerken? (noodzaak) Op welke punten samenwerken Hoe samenwerken?!? Waarom samenwerken? Benchmark Rioleringszorg 2010 Rijnland

Nadere informatie

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Notitie voor de raadsledenbijeenkomst Zaanstreek-Waterland op 29 november 2017 Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Sinds 2013 werken de acht gemeenten, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

riolering Barendrecht

riolering Barendrecht riolering Barendrecht februari 2018 1 inleiding aanleiding Riolering ligt grotendeels ondergronds, is nauwelijks zichtbaar, maar enorm belangrijk voor de volksgezondheid en een goede werk- en leefomgeving.

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017 Gemeente Den Helder Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Den Helder, september 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.2 Planhorizon 4 1.3 Belangrijkste relevant beleidskader voor de

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Definitief gemeente Wijk bij Duurstede Grontmij Nederland bv Houten, 28 juli 2009 Verantwoording Titel : Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk

Nadere informatie

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 -

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 - Notitie Contactpersoon Gwendolijn Vugs Datum 1 mei 2015 Kenmerk N001-1229319GBV-avd-V02-NL Visiedocument GRP/BRP Brummen 1 Inleiding Het huidig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Brummen

Nadere informatie

Gemeente Bloemendaal Team Civiele Techniek en Verkeer EHs

Gemeente Bloemendaal Team Civiele Techniek en Verkeer EHs Gemeente Bloemendaal Team Civiele Techniek en Verkeer EHs (verbreed) Gemeentelijk RioleringsPlan Bloemendaal 2008 2010 [ 2008007144 ] Tekening IJsfontein/Stichting RIONED GRP Bloemendaal 2008 2010 Synopsis

Nadere informatie

SONENBREUGEL GEMEENTE

SONENBREUGEL GEMEENTE GEMEENTE SONENBREUGEL De raad der gemeente van de gemeente Son en Breugel. Overwegende, dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel

Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel +31654345704 zuidervliet@online.nl 27 OKTOBER 2015 Onderwerp: ACTUALISERING KOSTENDEKKING RIOLERING (definitief) Projectnummer: 2015ZW06 1. Aanleiding

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het?

Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? Hoofdstuk 6: Financiën en Organisatie: wat kost het? 6.1 Het bekostigen van onze rioleringsopgave In de voorgaande hoofdstukken is beschreven wat we gedaan hebben en wat we in de nieuwe planperiode willen

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12. G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert Vergadering: 4. ADV/M/18/11409 Z/M/18/61250 Sociaal Domein/Werk en Inkomen machtiging tot vertegenwoordiging De in dit voorstel genoemde kwaliteitsmedewerkers bezwaar en beroep van de Afdeling Sociaal

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijkerk. Nr. 87172 30 juni 2016 Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater Raadsbesluit nummer 2016-011 De raad van de gemeente Nijkerk;

Nadere informatie

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK 2016 2020 Auteur Datum J. Stok 08-09-2015 R O SAMENVATTING 1. INLEIDING Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Zederik voor

Nadere informatie

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer Even voorstellen BAS BIERENS Projectleider, Stedelijk Water BRAM VAN MOL Specialist, Stedelijk Water Agenda 1. Waarom een

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2009-2014 Definitief Gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905 2270 AX VOORBURG Grontmij Nederland

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief INHOUD

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie

Samenwerken in de Waterketen

Samenwerken in de Waterketen Samenwerken in de Waterketen Presentatie voor de Raadscommissie van Menterwolde op 13 november 2008 H.Hoogeveen en H.Küpers (RioNoord) 1 Inhoud: Waterketen-ontwikkelingen Voorstel RioNoord Voordelen van

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Hardenberg 2014-2018 Colofon Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg Planperiode: 2014 2018 Opdrachtgever: Opgesteld door: Gemeente Hardenberg Bestuursdienst

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2015 Plan Pagina 3 van 28

Inhoudsopgave. Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2015 Plan Pagina 3 van 28 J. van Kampen (Steller) SB/ING Juni 2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Geldigheidsduur...4 1.3. Procedure...4 1.4. Leeswijzer...4 2. Evaluatie vorig GRP en verkenning omgeving...5

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Datum: Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de doelstellingen en inhoud van het ontwerp vgrp-5 voor de planperiode

Nadere informatie

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen Bijlage 1: Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA IBA KRW NBW NW4 BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. (verbreed) BasisRioleringsPlan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Raadsvoorstel Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Samenvatting Dit voorstel geeft aan waarom de intrede van een grondwaterbeleidsplan

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie