Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12."

Transcriptie

1 G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES A A N B U R G E M E E S T E R EN W E T H O U D E R S Registratie BW / ONDERWERP VOORSTEL Vaststellen Gemeentelijk rioleringsplan M / EERDERE BESLUITVORMING OPENBAAR ja actief y/ passief BW : Hemel en grondwater beleid en kostendekkingsplan Gemeentelijk RioleringsPlan. komend ' nee INFORMEREN BETROKKENEN ja nee / BIJLAGEN ' INFORMATIE RAAD ACTIEF ja >/ nee / VOORGESTELD BESLUIT ' OR ja nee MIDDELENINZET Investering Zie VGRP 1. De Raad voor te stellen het verbreed gemeentelijk rioleringsplan vast te stellen. Jaarlast Dekking BEHANDELING IN Vergadering B&W d.d. 23 oktober 2012 Raadscommissie d.d. 14 november 2012 / BESLUIT B&W ' Raad d.d. 28 november 2012 PARAFEN B&W Besluit d.d. Conform Bespreken Burgemeester J. Dam O.L. Keizer G. Alssema O. Huisman ' ARCHIEF Paraaf verzending Verzonden Aangekomen d.d. d.d.

2 / OVERWEGINGEN Inleiding Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken (Wgw) in werking getreden. Deze nieuwe wetgeving stelt de gemeente beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft met deze wet de zorgplichten gekregen voor hemel- en grondwater binnen bebouwd gebied. De gemeente dient in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) naast de gebruikelijke zorg voor de riolering vast te leggen hoe zij deze wettelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater in gaat vullen. We noemen dit GRP dan ook het verbrede GRP( vgrp) vanwege de uitbreiding met de nieuwe zorgplichten. Evaluatie vorig GRP Het vorige GRP is over een langere tijd dan gepland volledig uitgevoerd. Dit betekent dat de gestelde doelen zoals het behalen van de basisinspanning gehaald zijn. Met het plaatsen van negen bergbezinkbassins en het ( afkoppelen van regenwater is voldaan aan de normen voor het hydraulisch functioneren van het bestaande stelsel. De opgaven vanuit het verleden zijn afgerond. De stijging van het rioolrecht is de afgelopen jaren zoals beloofd, beperkt gebleven tot een tientje per jaar. Vanwege de aanpassing van de regelgeving als gevolg van de Waterwet moest de financieringsstructuur aangepast worden en is de verbrede rioolheffing ingevoerd. De voorziening van de riolering mag namelijk niet meer negatief zijn. Daarnaast zijn in het kader van de verbrede zorgplichten de kosten van het onderhoud van de schouwsloten onder de nieuwe verbrede rioolheffing gebracht. Toetsingskader gemeentelijke watertaken Doelen gemeentelijke watertaken: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). m 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. 4. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. 5. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de brede zin van het woord). De eerste twee doelen omvatten feitelijk het oude toetsingskader van het vorige GRP. Het begrip doelmatig dient om aan te geven dat de riolering zo ingericht moet zijn dat er zoveel mogelijk afvalwater en hemelwater ingezameld wordt. De doelen drie en vier hebben betrekking op de nieuwe zorgplichten voor de verwerking van het hemelwater en het voorkomen van grondwateroverlast. Zorgplicht hemelwater De nieuwe wetgeving geeft aan dat hemelwaterverwerking uit twee stappen bestaat: 1. Omgaan met hemelwater op het perceel waar het valt (de bron). Hiervan zegt de wet dat de gemeente moet beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. 2. Verdere verwerking van hemelwater door de gemeente (zorgplicht). Hiervan zegt de wet dat de gemeente moet beoordelen of verdere afvoer van hemelwater via een gemeentelijk systeem nodig is, omdat de perceelseigenaar in redelijkheid het hemelwater niet zelf kan verwerken.

3 Inleiding Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken (Wgw) in werking getreden. Deze nieuwe wetgeving stelt de gemeente beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft met deze wet de zorgplichten gekregen voor hemel- en grondwater binnen bebouwd gebied. De gemeente dient in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) naast de gebruikelijke zorg voor de riolering vast te leggen hoe zij deze wettelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater in gaat vullen. We noemen dit GRP dan ook het verbrede GRP( vgrp) vanwege de uitbreiding met de nieuwe zorgplichten. Evaluatie vorig GRP Het vorige GRP is over een langere tijd dan gepland volledig uitgevoerd. Dit betekent dat de gestelde doelen zoals het behalen van de basisinspanning gehaald zijn. Met het plaatsen van negen bergbezinkbassins en het afkoppelen van regenwater is voldaan aan de normen voor het hydraulisch functioneren van het bestaande stelsel. De opgaven vanuit het verleden zijn afgerond. De stijging van het rioolrecht is de afgelopen jaren zoals beloofd, beperkt gebleven tot een tientje per jaar. Vanwege de aanpassing van de regelgeving als gevolg van de Waterwet moest de financieringsstructuur aangepast worden en is de verbrede rioolheffing ingevoerd. De voorziening van de riolering mag namelijk niet meer negatief zijn. Daarnaast zijn in het kader van de verbrede zorgplichten de kosten van het onderhoud van de schouwsloten onder de nieuwe verbrede rioolheffing gebracht. Toetsingskader gemeentelijke watertaken Doelen gemeentelijke watertaken: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. 4. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. 5. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de brede zin van het woord). De eerste twee doelen omvatten feitelijk het oude toetsingskader van het vorige GRP. Het begrip doelmatig dient om aan te geven dat de riolering zo ingericht moet zijn dat er zoveel mogelijk afvalwater en hemelwater ingezameld wordt. De doelen drie en vier hebben betrekking op de nieuwe zorgplichten voor de verwerking van het hemelwater en het voorkomen van grondwateroverlast. Zorgplicht hemelwater De nieuwe wetgeving geeft aan dat hemelwaterverwerking uit twee stappen bestaat:

4 Nieuwe wet/ meer mogelijkheden Om de zorgplicht van hemelwater te borgen, krijgt de gemeente met de nieuwe wetgeving meer mogelijkheden om de perceelseigenaar op zijn verantwoordelijkheid aan te spreken. Per verordening kunnen gemeenten regels en/of een termijn stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren. Kosten en baten in verhouding Bij het stellen van eisen aan perceelseigenaren staat redelijkheid centraal. Zo dienen bij het afdwingen van afkoppelen de kosten en baten in redelijke verhouding tot elkaar te staan. De gemeente wil graag dat de percelen afgekoppeld worden, maar zal per woning bekijken wat een doelmatige oplossing is. Als de eigenaren van de percelen mee moeten betalen aan een oplossing kan dit voor verschillende situaties zeer uiteenlopende kosten met zich meebrengen. Vandaar het advies om de kosten voor rekening te laten komen van de gemeenschap. Door deze opstelling blijft de gemeente altijd redelijk, ook als zij kiest voor een handhavingstraject op basis van ^de nieuwe hemel- en grondwaterverordening. Extra berging noodzakelijk (15,4 ha afkoppelen) Om het watersysteem, zoals in het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Regionaal Bestuursakkoord Water is vastgelegd, robuust te maken is de realisatie van extra berging noodzakelijk. De omvang van die berging volgt uit de stedelijke wateropgave ( SWO). Een belangrijke afspraak hierin was dat er geen extra randvoorziening gemaakt hoefde te worden als er extra verhard oppervlak afgekoppeld zou worden. Het afkoppelen van hemelwater is eveneens een maatregel die volgt uit de Kader Richtlijn Water. ( KRW) De maatregel om 15,4 ha af te koppelen is opgenomen in het Stroomgebiedbeheersplan en kadert de zorgplicht voor het hemelwater van de gemeente Noordenveld. Investering 1,8 miljoen euro Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden wordt bestaande bebouwing afgekoppeld. Hierbij gaat het alleen om Bie bebouwing waarbij de inspanning in verhouding staat tot de opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan worden voor de komende jaren geschat op een totaal van 1,8 miljoen euro en betreffen voornamelijk het afkoppelen van 2500 particuliere percelen. Kosten gezamenlijk opbrengen De investeringen vanuit de stedelijke wateropgave stoelen op de gedachte dat het water, dat valt op verhard oppervlak, zoveel mogelijk vastgehouden dan wel geborgen moet worden. De eerder genoemde bestuursakkoorden bepalen dat de kosten gezamenlijk opgebracht worden. De gemeente investeert samen met het waterschap in de maatregelen. Geredeneerd vanuit dit principe beperkt de gemeentelijke wateropgave zich tot het compenseren van de (extra) aangelegde vierkante meters verhard oppervlak. Immers, het waterschap had in het verleden de taak om te zorgen voor 'droge voeten".

5 Waterberging in Roden en Nietap. Voor de komende planperiode gaat het om de meest noodzakelijke investeringen. Voor de kern Roden is het de bedoeling aan de kant van Terheyl een waterberging van circa m3 te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is het de bedoeling om bij de Zulther Bitse een waterberging van circa m3 aan te leggen. De investering daar is geraamd op en ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Voor de kern Nietap is het de bedoeling om een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Het Piepke wordt nu als een knelpunt ervaren. Met de aanleg van de parkeerterrrein dient er extra berging gecreëerd te worden om in Leek wateroverlast te voorkomen. Verordening Om de maatregelen ten behoeve van de in het komende GRP vastgestelde hemel- en grondwaterbeleid te i kunnen uitvoeren moet de gemeente Noordenveld beschikken over een verordening afvoer hemelwater en grondwater. Deze verordening wordt per gebied vastgesteld nadat uw Raad heeft ingestemd met het nieuwe GRP In bijlage 6 van het GRP 'Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld' is in concept de opzet weergegeven. Zorgplicht voor grondwater Onze zorgplicht voor het grondwater houdt in dat de gemeente in het openbaar gebied maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Bij structureel nadelige gevolgen op zowel particulier als openbaar terrein streeft de gemeente naar een gezamenlijke en doelmatige oplossing. Grondwateroverlast wordt als structureel beschouwd als er én te hoge grondwaterstanden zijn én meldingen over grondwateroverlast. Structureel te hoge grondwaterstanden treden op als de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) of de representatieve hoogste grondwaterstand (RHG) gedurende meerdere aaneengesloten jaren hoger is dan de gewenste grondwatersituatie. ^ Als richtlijn voor de grondwaterstand stellen we de volgende ontwateringdieptes voor: Openbare wegen: 0,7 meter Bouwgrond: 0,7 meter Openbare groenvoorzieningen: 0,5 meter Deze richtlijnen worden nu voor het bouwrijp maken van woongebieden gebruikt. Het aantal locaties waar sprake is van mogelijke (grond) wateroverlast is volgens de uitgevoerde inventarisatie van het Waterplan Gemeente Noordenveld beperkt. Gezien de grondslag ( veen en klei ) in die gebieden is het ontwateren ( droogmaken) van de grond met behulp van de hemelwaterafvoer de meest geëigende oplossing. Als de percelen afgekoppeld worden zal zoveel als mogelijk getracht worden om eventuele grondwaterproblemen die er spelen mee te nemen. Is er daadwerkelijk sprake van structurele grondwateroverlast kan de aan te leggen hemelwateraansluiting ook gebuikt worden voor de afvoer van overtollig grondwater.

6 Voor de komende planperiode gaat het om de meest noodzakelijke investeringen. Voor de kern Roden is het de bedoeling aan de kant van Terheyl een waterberging van circa m3 te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is het de bedoeling om bij de Zulther Bitse een waterberging van circa m.3 aan te leggen. De investering daar is geraamd op en ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Voor de kern Nietap is het de bedoeling om een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Het Piepke wordt nu als een knelpunt ervaren. Met de aanleg van de parkeerterrrein dient er extra berging gecreëerd te worden om in Leek wateroverlast te voorkomen. Verordening Om de maatregelen ten behoeve van de in het komende GRP vastgestelde hemel- en grondwaterbeleid te i kunnen uitvoeren moet de gemeente Noordenveld beschikken over een verordening afvoer hemelwater en grondwater. Deze verordening wordt per gebied vastgesteld nadat uw Raad heeft ingestemd met het nieuwe GRP In bijlage 6 van het GRP 'Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld' is in concept de opzet weergegeven. Zorgplicht voor grondwater Onze zorgplicht voor het grondwater houdt in dat de gemeente in het openbaar gebied maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Bij structureel nadelige gevolgen op zowel particulier als openbaar terrein streeft de gemeente naar een gezamenlijke en doelmatige oplossing. Grondwateroverlast wordt als structureel beschouwd als er én te hoge grondwaterstanden zijn én meldingen over grondwateroverlast. Structureel te hoge grondwaterstanden treden op als de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) of de representatieve hoogste grondwaterstand (RHG) gedurende meerdere aaneengesloten jaren hoger is dan de gewenste grondwatersituatie. ^ Als richtlijn voor de grondwaterstand stellen we de volgende ontwateringdieptes voor: Openbare wegen: 0,7 meter Bouwgrond: 0,7 meter Openbare groenvoorzieningen: 0,5 meter Deze richtlijnen worden nu voor het bouwrijp maken van woongebieden gebruikt. Het aantal locaties waar sprake is van mogelijke (grond) wateroverlast is volgens de uitgevoerde inventarisatie van het Waterplan Gemeente Noordenveld beperkt. Gezien de grondslag ( veen en klei ) in die gebieden is het ontwateren ( droogmaken) van de grond met behulp van de hemelwaterafvoer de meest geëigende oplossing. Als de percelen afgekoppeld worden zal zoveel als mogelijk getracht worden om eventuele grondwaterproblemen die er spelen mee te nemen. Is er daadwerkelijk sprake van structurele grondwateroverlast kan de aan te leggen

7 Maatregelen en kostendekkingsplan voor GRP Naast de normale investeringen die gepaard gaan met de vervanging van oude kapotte rioolstrengen en rioolgemalen worden in het nieuwe GRP alleen de genoemde investeringen uit dit advies meegenomen. De bijgevoegde overzichten laten zien dat de totaalberekening van de heffing de komende 4 jaar leidt tot een stabiele ontwikkeling van de verbrede rioolheffing. Het kostendekkingsplan voor de komende jaren met alle maatregelen vertaalt zich in de volgende stijging van de opbrengst van de rioolheffing. Totaal overzicht lasten Kapitaallasten Totaal exploitatie +schouwsloten ^Kapitaallasten investeringen BTW compensatie Mutatie reserve Totaal opbrengst verbrede rioolheffing Stijging percentage 0,0 0,0 0,0 0,8 1,7 3,7 De stijging blijft beperkt de komende tien jaar. Vooralsnog is het dekkingsplan voor de komende 4 jaar neutraal te noemen. Gezien de ervaringen vanuit het verleden en het beperkte zicht op de gebiedsontwikkelingen met betrekking tot de verdere uitwerking van de stedelijke wateropgave, adviseren wij deze opzet te accorderen. Communicatie paragraaf Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De door ons voorgestelde burgerparticipatie zoals feitelijk bedoeld op basis van de nota gaat niet verder dan in eerste instantie informeren en in tweede instantie raadplegen. De mogelijkheden om actief mee te denken over ^e wijze waarop de doelen van het GRP behaald dienen te worden, zijn beperkt. Het GRP is een wettelijk verplicht plan. De nieuwe ontwikkelingen in dit vgrp hebben betrekking op de uitbreiding van de gemeentelijke watertaken en hebben een wettelijke basis. Het verbrede GRP is gebaseerd op veranderde wetgeving en de samenwerkingsakkoorden die in het verleden gesloten zijn. De gemeente dient zich te houden aan deze uitgangspunten. De inspraak op het geformuleerde beleid is beperkt omdat de taakuitbreiding voor het grootste gedeelte geregeld is in de wet. Het vgrp dient verplicht zes weken ter inzage te liggen. De bedoeling is om naast de burgerparticipatie zoals bedoeld in de communicatienota, het vgrp 6 weken ter inzage te leggen. Aan de andere kant bevat het vgrp ook een aantal maatregelen die deze ontwikkelingen praktisch vertalen zoals het afkoppelen van verhard oppervlak en het creëren van bergingen in Roden en Nietap voor afgekoppeld hemelwater. Deze maatregelen hebben voor sommige bewoners directe gevolgen in hun leefomgeving. Een van de voornaamste maatregelen in dit GRP is het afkoppelen van 2500 particuliere percelen. De participatie kent hier een individueel belang waarbij de inspraak niet zozeer is gericht op het plan, maar op de uitvoering van de voorgenomen maatregel.

8 Met andere woorden de zogenaamde beïnvloedingsruimte is beperkt, hoewel het belang van de individuele burger groot kan zijn. Het afkoppelen van particuliere percelen heeft voor een groot aantal burger/eigenaren rechtstreekse gevolgen. Vandaar ook dat we voorstellen om eerst te informeren en daarna in de uitvoering de mensen te raadplegen. Participatieladder : Informeren en raadplegen De bedoeling is om in eerste instantie een informatieavond te organiseren met het overkoepelende orgaan van de wijkverenigingen. De informatieronde betreft een algemene uitleg over de nieuwe zorgplichten van de gemeente en de maatregelen (o.a. afkoppelen percelen) die dat tot gevolg heeft. Daarna zal vooraf aan de uitvoering van bijvoorbeeld het realiseren van een berging met de omliggende bewoners direct gecommuniceerd over de voorliggende plannen. De inspraak van de burgers is in deze situatie groter omdat het direct betrekking heeft op hun leefomgeving en de gemeente het te behalen doel misschien ook op een iets andere manier kan halen dan gepland. Besluit. 1. De Raad voor te stellen het verbreed gemeentelijk rioleringsplan vast te stellen. t

9 rechtstreekse gevolgen. Vandaar ook dat we voorstellen om eerst te informeren en daarna in de uitvoering de mensen te raadplegen. Participatieladder : Informeren en raadplegen De bedoeling is om in eerste instantie een informatieavond te organiseren met het overkoepelende orgaan van de wijkverenigingen. De informatieronde betreft een algemene uitleg over de nieuwe zorgplichten van de gemeente en de maatregelen (o.a. afkoppelen percelen) die dat tot gevolg heeft. Daarna zal vooraf aan de uitvoering van bijvoorbeeld het realiseren van een berging met de omliggende bewoners direct gecommuniceerd over de voorliggende plannen. De inspraak van de burgers is in deze situatie groter omdat het direct betrekking heeft op hun leefomgeving en de gemeente het te behalen doel misschien ook op een iets andere manier kan halen dan gepland. Besluit. 1. De Raad voor te stellen het verbreed gemeentelijk rioleringsplan vast te stellen.

10 Verbreed Gemeentelijk Rioleringspl november 2012

11

12

13 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Noordenveld november

14 2 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

15

16 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Leeswijzer Geldigheidsduur Procedure 11 2 Wetgeving en plannen Inleiding DeWaterwet Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken Relaties met andere partijen Relaties met andere plannen 16 3 Evaluatie Inleiding Evaluatie doelen GRP Evaluatie financiën Toetsingskader en beleid Inleiding Toetsingskader Toetsing huidige situatie en opgave Inleiding Huidige situatie en opgave t.a.v. de zorgplicht van de inzameling van afvalwater Algemeen Organisatie Maatregelen inzameling afval-en hemelwater Inventarisatie en opgave hemelwater zorgplicht Inventarisatie en opgave grondwater zorgplicht Middelen en kostendekkingsplan vgrp Inleiding De exploitatie De investeringen Het kostendekkingsplan GRP Verklarende woordenlijst 45 Bijlage 1 Reacties op het conceptplan 50 Bijlage 2 Overzicht overstorten en regenwateruitlaten 53 Bijlage 3 Raadsvoorstellen stand van zaken en actualisatie GRP 57 Bijlage 4 Doelen,functionele eisen en maatstaven (DoFeMa) 90 Bijlage 5 Overzichtskaart (grond)wateroverlast Noordenveld 97 Bijlage 6 Hemelwaterverordening Noordenveld 99 Bijlage 7 Stedelijke wateropgave Roden 107 Bijlage 8 Kostendekkingsplan 109 Bronvermelding 115 3

17 Tabel 1 Totaal overzicht lasten 8 Tabel 2 Nieuw aangelegde bergbezinkbassins Tabel 3 Overzicht vervanging/aanleg riolering periode Tabel 4 Nieuw aangelegde gemalen 22 Tabel 5 Overzicht kernen en jaar van berekeningen (BRP) 23 Tabel 6 Overzicht huidig stelsel 34 Tabel 7 Afkoppelgebieden Roden en Nietap 38 Tabel 8 Overzicht exploitatie Tabel 9 Investeringen gemalen Tabel 10 Investeringen drukriolering en IBA's Tabel 11 Investeringen afkoppelen 43 Tabel 12 Stedelijke wateropgave / grondwater 43 Tabel 13 Totaaloverzicht lasten

18 Tabel 4 Nieuw aangelegde gemalen Tabel 5 Overzicht kernen en jaar van berekeningen (BRP) Tabel 6 Overzicht huidig stelsel Tabel 7 Afkoppelgebieden Roden en Nietap... Tabel 8 Overzicht exploitatie Tabel 9 Investeringen gemalen Tabel 10 Investeringen drukriolering en IBA's Tabel 11 Investeringen afkoppelen Tabel 12 Stedelijke wateropgave / grondwater Tabel 13 Totaaloverzicht lasten

19 Samenvatting Inleiding Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken (Wgw) in werking getreden. Deze nieuwe wetgeving stelt de gemeente beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft met deze wet de zorgplichten gekregen voor hemel- en grondwater binnen bebouwd gebied. De gemeente dient in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) naast de gebruikelijke zorg voor de riolering vast te leggen hoe zij deze wettelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater in gaat vullen. We noemen dit GRP dan ook het verbrede GRP( vgrp) vanwege de uitbreiding met de nieuwe zorgplichten. Evaluatie vorig GRP Het vorige GRP is over een langere tijd dan gepland volledig uitgevoerd. Dit betekent dat de gestelde doelen zoals het behalen van de basisinspanning gehaald zijn. Met het plaatsen van negen bergbezinkbassins en het afkoppelen van regenwater is voldaan aan de normen voor het hydraulisch functioneren van het bestaande stelsel. De opgaven vanuit het verleden zijn afgerond. De stijging van het rioolrecht is de afgelopen jaren zoals beloofd, beperkt gebleven tot een tientje per jaar. Vanwege de aanpassing van de regelgeving als gevolg van de Waterwet moest de financieringsstructuur aangepast worden en is de verbrede rioolheffing ingevoerd. De voorziening van de riolering mag namelijk niet meer negatief zijn. Daarnaast zijn in het kader van de verbrede zorgplichten de kosten van het onderhoud van de schouwsloten onder de nieuwe verbrede rioolheffing gebracht. Toetsingskader gemeentelijke watertaken. Doelen gemeentelijke watertaken: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. 4. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. 5. Voorkomen van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord). De eerste twee doelen omvatten feitelijk het oude toetsingskader van het vorige GRP. Het begrip doelmatig dient om aan te geven dat de riolering zo ingericht moet zijn dat er zoveel mogelijk afvalwater en hemelwater ingezameld wordt. De doelen drie en vier hebben betrekking op de nieuwe zorgplichten voor de verwerking van het hemelwater en het voorkomen van grondwateroverlast. 5

20 Zorgplicht hemelwater De nieuwe wetgeving geeft aan dat hemelwaterverwerking uit twee stappen bestaat: 1. Omgaan met hemelwater op het perceel waar het valt (de bron). Hiervan zegt de wet dat de gemeente moet beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. 2. Verdere verwerking van hemelwater door de gemeente (zorgplicht). Hiervan zegt de wet dat de gemeente moet beoordelen of verdere afvoer van hemelwater via een gemeentelijk systeem nodig is, omdat de perceelseigenaar in redelijkheid het hemelwater niet zelf kan verwerken. Nieuwe wet/ meer mogelijkheden Om de zorgplicht van hemelwater te borgen, krijgt de gemeente met de nieuwe wetgeving meer mogelijkheden om de perceelseigenaar op zijn verantwoordelijkheid aan te spreken. Per verordening kunnen gemeenten regels en/of een termijn stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren. Kosten en baten in verhouding Bij het stellen van eisen aan perceelseigenaren staat redelijkheid centraal. Zo dienen bij het afdwingen van afkoppelen de kosten en baten in redelijke verhouding tot elkaar te staan. De gemeente wil graag dat de percelen afgekoppeld worden, maar zal per woning bekijken wat een doelmatige oplossing is. Als de eigenaren van de percelen mee moeten betalen aan een oplossing kan dit voor verschillende situaties zeer uiteenlopende kosten met zich meebrengen. Vandaar het advies om de kosten voor rekening te laten komen van de gemeenschap. Door deze opstelling blijft de gemeente altijd redelijk, ook als zij kiest voor een handhavingstraject op basis van de nieuwe hemel- en grondwaterverordening. Extra berging noodzakelijk (15,4 ha afkoppelen) Om het watersysteem, zoals in het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Regionaal Bestuursakkoord Water is vastgelegd, robuust te maken is de realisatie van extra berging noodzakelijk. De omvang van die berging volgt uit de stedelijke wateropgave ( SWO). Een belangrijke afspraak hierin was dat er geen extra randvoorziening gemaakt hoefde te worden als er extra verhard oppervlak afgekoppeld zou worden. Het afkoppelen van hemelwater is eveneens een maatregel die volgt uit de Kader Richtlijn Water. ( KRW) De maatregel om 15,4 ha af te koppelen is opgenomen in het Stroomgebiedbeheersplan en kadert de zorgplicht voor het hemelwater van de gemeente Noordenveld. Investering 1,8 miljoen euro Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden wordt bestaande bebouwing afgekoppeld. Hierbij gaat het alleen om die bebouwing waarbij de inspanning in verhouding staat tot de opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan worden voorde komende jaren geschat op een totaal van 1,8 miljoen euro en betreffen voornamelijk het afkoppelen van 2500 particuliere percelen. 6

21 de gemeente moet beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. 2. Verdere verwerking van hemelwater door de gemeente (zorgplicht). Hiervan zegt de wet dat de gemeente moet beoordelen of verdere afvoer van hemelwater via een gemeentelijk systeem nodig is, omdat de perceelseigenaar in redelijkheid het hemelwater niet zelf kan verwerken. Nieuwe wet/ meer mogelijkheden Om de zorgplicht van hemelwater te borgen, krijgt de gemeente met de nieuwe wetgeving meer mogelijkheden om de perceelseigenaar op zijn verantwoordelijkheid aan te spreken. Per verordening kunnen gemeenten regels en/of een termijn stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren. Kosten en baten in verhouding Bij het stellen van eisen aan perceelseigenaren staat redelijkheid centraal. Zo dienen bij het afdwingen van afkoppelen de kosten en baten in redelijke verhouding tot elkaar te staan. De gemeente wil graag dat de percelen afgekoppeld worden, maar zal per woning bekijken wat een doelmatige oplossing is. Als de eigenaren van de percelen mee moeten betalen aan een oplossing kan dit voor verschillende situaties zeer uiteenlopende kosten met zich meebrengen. Vandaar het advies om de kosten voor rekening te laten komen van de gemeenschap. Door deze opstelling blijft de gemeente altijd redelijk, ook als zij kiest voor een handhavingstraject op basis van de nieuwe hemel- en grondwaterverordening. Extra berging noodzakelijk (15,4 ha afkoppelen) Om het watersysteem, zoals in het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Regionaal Bestuursakkoord Water is vastgelegd, robuust te maken is de realisatie van extra berging noodzakelijk. De omvang van die berging volgt uit de stedelijke wateropgave ( SWO). Een belangrijke afspraak hierin was dat er geen extra randvoorziening gemaakt hoefde te worden als er extra verhard oppervlak afgekoppeld zou worden. Het afkoppelen van hemelwater is eveneens een maatregel die volgt uit de Kader Richtlijn Water. ( KRW) De maatregel om 15,4 ha af te koppelen is opgenomen in het Stroomgebiedbeheersplan en kadert de zorgplicht voor het hemelwater van de gemeente Noordenveld. Investering 1,8 miljoen euro Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden wordt bestaande bebouwing afgekoppeld. Hierbij gaat het alleen om die bebouwing waarbij de inspanning in verhouding staat tot de opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan worden voor de komende

22 Kosten gezamenlijk opbrengen De investeringen vanuit de stedelijke wateropgave stoelen op de gedachte dat het water, dat valt op verhard oppervlak, zoveel mogelijk vastgehouden dan wel geborgen moet worden. De eerder genoemde bestuurs-akkoorden bepalen dat de kosten gezamenlijk opgebracht worden. De gemeente investeert samen met het waterschap in de maatregelen. Geredeneerd vanuit dit principe beperkt de gemeentelijke wateropgave zich tot het compenseren van de (extra) aangelegde vierkante meters verhard oppervlak. Immers, het waterschap had in het verleden de taak om te zorgen voor "droge voeten". Waterberging in Roden en Nietap. Voor de komende planperiode gaat het om de meest noodzakelijke investeringen. Voor de kern Roden is het de bedoeling aan de kant van Terheyl een waterberging van circa m3 te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is het de bedoeling om bij de Zulther Bitse een waterberging van circa m3 aan te leggen. De investering daar is geraamd op en ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Voor de kern Nietap is het de bedoeling om een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap te realiseren. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Het Piepke wordt nu als een knelpunt ervaren. Met de aanleg van het parkeerterrein dient er extra berging gecreëerd te worden om in Leek wateroverlast te voorkomen. Verordening Om de maatregelen ten behoeve van de in het komende GRP vastgestelde hemel- en grondwaterbeleid te kunnen uitvoeren moet de gemeente Noordenveld beschikken over een verordening afvoer hemelwater en grondwater. Deze verordening kan worden vastgesteld nadat de Raad heeft ingestemd met het nieuwe GRP In bijlage 6 van het GRP is in concept de opzet van de 'Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld' weergegeven. Zorgplicht voor grondwater Onze zorgplicht voor het grondwater houdt in dat de gemeente in het openbaar gebied maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Bij structureel nadelige gevolgen op zowel particulier als openbaar terrein streeft de gemeente naar een gezamenlijke en doelmatige oplossing. Grondwateroverlast wordt als structureel beschouwd als er én te hoge grondwaterstanden zijn én meldingen over grondwateroverlast. Structureel te hoge grondwaterstanden treden op als de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) of de representatieve hoogste grondwaterstand (RHG) gedurende meerdere aaneengesloten jaren hoger is dan de gewenste grondwatersituatie. Als richtlijn voor de grondwaterstand stellen we de volgende ontwateringdieptes voor: Openbare wegen: 0,7 meter Bouwgrond: 0,7 meter Openbare groenvoorzieningen: 0,5 meter Deze richtlijnen worden nu voor het bouwrijp maken van woongebieden gebruikt. 7

23 Verbreed Gemeentelijk Rioleringspian Het aantal locaties waar sprake is van mogelijke (grond) wateroverlast is volgens de uitgevoerde inventarisatie van het Waterplan Gemeente Noordenveld beperkt. Gezien de grondslag ( veen en klei) in die gebieden is het ontwateren ( droogmaken) van de grond met behulp van de hemelwaterafvoer de meest geëigende oplossing. Als de percelen afgekoppeld worden zal zoveel als mogelijk getracht worden om eventuele grondwaterproblemen die er spelen mee te nemen. Is er daadwerkelijk sprake van structurele grondwateroverlast kan de aan te leggen hemelwateraansluiting ook gebuikt worden voor de afvoer van overtollig grondwater. Maatregelen en kostendekkingsplan voor GRP Naast de normale investeringen die gepaard gaan met de vervanging van oude kapotte rioolstrengen en rioolgemalen worden in het nieuwe GRP alleen de genoemde investeringen uit dit advies meegenomen. De bijgevoegde overzichten laten zien dat de totaal be re kening van de heffing de komende 4 jaar leidt tot een stabiele ontwikkeling van de verbrede rioolheffing. Het kostendekkingsplan voor de komende jaren met alle maatregelen vertaalt zich in de volgende stijging van de opbrengst van de rioolheffing. De stijging blijft beperkt de komende tien jaar. Vooralsnog is het dekkingsplan voor de komende 4 jaar neutraal te noemen. Gezien de ervaringen vanuit het verleden en het beperkte zicht op de gebiedsontwikkelingen met betrekking tot de verdere uitwerking van de stedelijke wateropgave, adviseren wij deze opzet te accorderen. Tabel 1 Totaal overzicht lasten Totaal overzicht lasten Kapitaallasten Totaal exploitatie +schouwsloten Totalen investeringen BTW compensatie Mutatie reserve Totaal opbrengst verbrede rioolheffing Stijging percentage 0,0 0,0 0,8 1,8 3,7 Communicatie paragraaf Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De door ons voorgestelde burgerparticipatie zoals feitelijk bedoeld op basis van de nota gaat niet verder dan in eerste instantie informeren en in tweede instantie raadplegen. De mogelijkheden om actief mee te denken over de wijze waarop de doelen van het GRP behaald dienen te worden, zijn beperkt. Het GRP is een wettelijk verplicht plan. De nieuwe ontwikkelingen in dit vgrp hebben betrekking op de uitbreiding van de gemeentelijke watertaken en hebben een wettelijke basis. Het verbrede GRP is gebaseerd op veranderde wetgeving en de samenwerkingsakkoorden die in het verleden gesloten zijn. De gemeente dient zich te houden aan deze uitgangspunten. 8

24 als mogelijk getracht worden om eventuele grondwaterproblemen die er spelen mee te nemen. Is er daadwerkelijk sprake van structurele grondwateroverlast kan de aan te leggen hemelwateraansluiting ook gebuikt worden voor de afvoer van overtollig grondwater. Maatregelen en kostendekkingsplan voor GRP Naast de normale investeringen die gepaard gaan met de vervanging van oude kapotte rioolstrengen en rioolgemalen worden in het nieuwe GRP alleen de genoemde investeringen uit dit advies meegenomen. De bijgevoegde overzichten laten zien dat de totaalberekening van de heffing de komende 4 jaar leidt tot een stabiele ontwikkeling van de verbrede rioolheffing. Het kostendekkingsplan voor de komende jaren met alle maatregelen vertaalt zich in de volgende stijging van de opbrengst van de rioolheffing. De stijging blijft beperkt de komende tien jaar. Vooralsnog is het dekkingsplan voor de komende 4 jaar neutraal te noemen. Gezien de ervaringen vanuit het verleden en het beperkte zicht op de gebiedsontwikkelingen met betrekking tot de verdere uitwerking van de stedelijke wateropgave, adviseren wij deze opzet te accorderen. Tabel 1 Totaal overzicht lasten Kapitaallasten Totaal exploitatie +schouwsloten Totalen investeringen BTW compensatie Mutatie reserve Communicatie paragraaf Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De door ons voorgestelde burgerparticipatie zoals feitelijk bedoeld op basis van de nota gaat niet verder dan in eerste instantie informeren en in tweede instantie raadplegen. De mogelijkheden om actief mee te denken over de wijze waarop de doelen van het GRP behaald dienen te worden, zijn beperkt. Het GRP is een wettelijk verplicht plan. De nieuwe ontwikkelingen in dit vgrp hebben betrekking op de uitbreiding van de gemeentelijke watertaken en hebben een wettelijke basis. Het verbrede

25 De inspraak op het geformuleerde beleid is beperkt omdat de taakuitbreiding voor het grootste gedeelte geregeld is in de wet. Het vgrp dient verplicht zes weken ter inzage te liggen. De bedoeling is om naast de burger- participatie zoals bedoeld in de communicatienota, het vgrp 6 weken ter inzage te leggen. Aan de andere kant bevat het vgrp ook een aantal maatregelen die deze ontwikkelingen praktisch vertalen zoals het afkoppelen van verhard oppervlak en het creëren van bergingen in Roden en Nietap voor afgekoppeld hemelwater. Deze maatregelen hebben voor sommige bewoners directe gevolgen in hun leefomgeving. Een van de voornaamste maatregelen in dit GRP is het afkoppelen van 2500 particuliere percelen. De participatie kent hier een individueel belang waarbij de inspraak niet zozeer is gericht op het plan, maar op de uitvoering van de voorgenomen maatregel. Met andere woorden de zogenaamde beïnvloedingsruimte is beperkt, hoewel het belang van de individuele burger groot kan zijn. Het afkoppelen van particuliere percelen heeft voor een groot aantal burger/eigenaren rechtstreekse gevolgen. Vandaar ook dat we voorstellen om eerst te informeren en daarna in de uitvoering de mensen te raadplegen. Participatieladder : Informeren en raadplegen De bedoeling is om in eerste instantie een informatieavond te organiseren met het overkoepelende orgaan van de wijkverenigingen. De informatieronde betreft een algemene uitleg over de nieuwe zorgplichten van de gemeente en de maatregelen (o.a. afkoppelen percelen) die dat tot gevolg heeft. Daarna zal vooraf aan de uitvoering van bijvoorbeeld het realiseren van een berging met de omliggende bewoners direct gecommuniceerd over de voorliggende plannen. De inspraak van de burgers is in deze situatie groter omdat het direct betrekking heeft op hun leefomgeving en de gemeente het te behalen doel misschien ook op een iets andere manier kan halen dan gepland. 9

26 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente is wettelijk verplicht een gemeentelijk rioleringsplan op te stellen.1 Vroeger was de gemeente alleen verantwoordelijk voor een goede werking van de riolering. Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 in werking is getreden, is dit veranderd. De wet geeft de gemeente extra zorgplichten ten aanzien van het beheer van hemelen grondwater. Zorgplichten waarvoor de gemeente beleid moet ontwikkelen. In dit gemeentelijke water- en rioleringsplan is weergegeven hoe de gemeente Noordenveld haar zorg voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater, de afvoer van het hemelwater, de grondwaterproblematiek en het duurzaam en integraal waterbeheer in de planperiode 2013 t/m 2017 vorm wil geven. Voor het verkrijgen van inzicht in de nieuwe taken betreffende de afvoer van het hemelwater, de grondwater-problematiek en eventuele maatregelen voortvloeiend uit de Kaderrichtlijn Water en WB21e eeuw is overleg gevoerd met het waterschap Noorderzijlvest over afstemming van taken en eventuele oplossingsrichtingen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het nemen van een aantal maatregelen zowel voor de stedelijke wateropgave als voortvloeiend uit de KRW op basis van bestaand beleid noodzakelijk is. Dit verbreed Gemeentelijk Water- en RioleringsPlan (vgrp) stelt de kaders en geeft inzicht in de beheercyclus, de kwaliteit en kosten van alle facetten van de gemeentelijke watertaken voor de planperiode Met het vgrp is de gemeente Noordenveld beter in staat een bijdrage te leveren aan watervraagstukken in bebouwd gebied. Voor het kunnen uitwerken van de zorgplicht voor het hemelwater was het nodig om de Stedelijk Wateropgave (SWO) te bepalen. Het bepalen van deze SWO als basis voor dit vgrp heeft veel tijd gekost. De afgelopen twee jaren tussen het oude GRP en dit voorliggende plan zijn daarom overbrugd met twee jaarprogramma's. Inmiddels is de SWO bepaald en ligt dit verbreed GRP voor u. Wij gaan er vanuit dat de gevonden balans tussen de beleidsuitgangspunten, voorgestelde maatregelen en voorgestelde stijging van de rioolheffing uw goedkeuring kan wegdragen. 1.2 Leeswijzer Dit gemeentelijk water- en rioleringsplan is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering (ref.1) opgezet en bestaat uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 bevat de aanleiding, de geldigheidsduur en de gevolgde procedure. Hoofdstuk 2 gaat in op de wetgeving en plannen die over riolering en waterbeheer gaan. Met name wordt de nieuwe waterwet onder loep genomen. In hoofdstuk 3 komt de evaluatie van het gemeentelijk rioleringsplan en de jaarprogramma's aan de orde. Dit is de beginsituatie voor het vgrp ' Wet Milieubeheer artikel

27 ï.i Aameiaing De gemeente is wettelijk verplicht een gemeentelijk rioleringsplan op te stellen.1 Vroeger was de gemeente alleen verantwoordelijk voor een goede werking van de riolering. Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 in werking is getreden, is dit veranderd. De wet geeft de gemeente extra zorgplichten ten aanzien van het beheer van hemelen grondwater. Zorgplichten waarvoor de gemeente beleid moet ontwikkelen. In dit gemeentelijke water- en rioleringsplan is weergegeven hoe de gemeente Noordenveld haar zorg voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater, de afvoer van het hemelwater, de grondwaterproblematiek en het duurzaam en integraal waterbeheer in de planperiode 2013 t/m 2017 vorm wil geven. Voor het verkrijgen van inzicht in de nieuwe taken betreffende de afvoer van het hemelwater, de grondwater-problematiek en eventuele maatregelen voortvloeiend uit de Kaderrichtlijn Water en WB21e eeuw is overleg gevoerd met het waterschap Noorderzijlvest over afstemming van taken en eventuele oplossingsrichtingen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het nemen van een aantal maatregelen zowel voor de stedelijke wateropgave als voortvloeiend uit de KRW op basis van bestaand beleid noodzakelijk is. '4 Dit verbreed Gemeentelijk Water- en RioleringsPlan (vgrp) stelt de kaders en geeft inzicht in de beheercyclus, de kwaliteit en kosten van alle facetten van de gemeentelijke watertaken voor de planperiode Met het vgrp is de gemeente Noordenveld beter in staat een bijdrage te leveren aan watervraagstukken in bebouwd gebied. Voor het kunnen uitwerken van de zorgplicht voor het hemelwater was het nodig om de Stedelijk Wateropgave (SWO) te bepalen. Het bepalen van deze SWO als basis voor dit vgrp heeft veel tijd gekost. De afgelopen twee jaren tussen het oude GRP en dit voorliggende plan zijn daarom overbrugd met twee jaarprogramma's. Inmiddels is de SWO bepaald en ligt dit verbreed GRP voor u. Wij gaan er vanuit dat de gevonden balans tussen de beleidsuitgangspunten, voorgestelde maatregelen en voorgestelde stijging van de rioolheffing uw goedkeuring kan wegdragen. 1.2 Leeswijzer Dit gemeentelijk water- en rioleringsplan is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering (ref.1) opgezet en bestaat uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 bevat de aanleiding, de geldigheidsduur en de gevolgde procedure. Hoofdstuk 2 gaat

28 In hoofdstuk 4 worden voor de komende planperiode (en de periode daarna) de te behalen doelen beschreven en uitgewerkt. Er wordt een toetsingskader gecreëerd waarmee op een praktische manier de geformuleerde doelen getoetst kunnen worden. In het vijfde hoofdstuk wordt de huidige situatie getoetst en wordt de opgave voor de komende periode bepaald en vertaald in operationele maatregelen. Daarmee wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In het financiële hoofdstuk 6 wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven opgave vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wet milieubeheer, artikel 4.22 lid e). Tot slot geeft hoofdstuk 7 een samenvatting en bevat het uiteindelijke besluit. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe de communicatie opgepakt wordt. 1.3 Geldigheidsduur Op basis van onderzoeken en informatie uit het gemeentelijk rioleringsbeheersysteem kan een goed beeld worden gegeven van de, voor de invulling van de "rioleringszorg." te verrichten activiteiten en de te nemen maatregelen in het kader van de gemeentelijke watertaken. De geldigheidsduur van dit vgrp is gesteld op de periode van 2013 tot en met Procedure De totstandkoming van dit gemeentelijk water- en rioleringsplan is in nauwe samenwerking met medewerkers van diverse afdelingen van de gemeente Noordenveld opgesteld. Dit is inclusief de financiële paragrafen. Verder zijn medewerkers van het waterschap Noorderzijlvest en de provincie Drenthe betrokken bij het opstellen van dit plan. Na vaststelling door de raad wordt het definitieve gemeentelijk rioleringsplan aan deze instanties toegezonden en aan het ministerie van Landbouw en Milieu. Ook zal het vastgestelde gemeentelijk rioleringsplan ter inzage worden gelegd in het kader van de openbaarmaking besluit vaststelling gemeentelijk rioleringsplan. In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer is aangegeven dat verschillende instanties bij de voorbereiding van het gemeentelijke rioleringsplan moeten worden betrokken. Het conceptplan is voor advies en beoordeling toegestuurd aan het waterschap Noorderzijlvest. De reactie op het conceptplan is opgenomen in bijlage 1. 11

29 2 Wetgeving en plannen 2. 1 Inleiding De afgelopen jaren is de frequentie en intensiteit van hevige regenbuien toegenomen. Met als gevolg een stijgende kans op wateroverlast in bebouwd gebied. Daarnaast zijn in ongeveer 40% van de gemeenten grondwaterproblemen aanwezig. De oude wetgeving was onvoldoende geschikt voor een adequate aanpak van deze opgaven door gemeenten. Niet geregeld was bijvoorbeeld de rol van de gemeente bij grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Ook ontbrak een geschikt heffingsinstrument waarmee de investeringen volgend uit de nieuwe agenda bekostigd kunnen worden. Daarnaast was de wettelijke basis van het gemeentelijke rioleringsplan als planningsinstrument te beperkt voor de invulling van de bovenstaande vraagstukken waarvoor de gemeenten staan. Vandaar dat diverse wetten gewijzigd zijn. Om de opgave voor het (stedelijk) waterbeheer efficiënter uit te voeren is het noodzakelijk gebleken het wettelijk instrumentarium te stroomlijnen en te moderniseren. Daarbij staat integraal waterbeheer centraal. Hiervoor is de Waterwet ontwikkeld. Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken als voorloper op de nieuwe Waterwet in werking getreden. Deze wijzigingswet heeft de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewater en de Gemeentewet veranderd. Door zorgplichten voor stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater te introduceren verbreedt de Wet gemeentelijke watertaken de scope van traditioneel rioleringsbeheer naar (stedelijk) waterbeheer. Voor bekostiging van de gemeentelijke watertaken is het rioolrecht gewijzigd in een bestemmingsheffing, de zogenaamde verbrede rioolheffing. Vervolgens is op 22 december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze wet voegt acht bestaande waterbeheerwetten samen (waaronder o.a. de Wet verontreiniging oppervlakte- water en de Wet op de waterhuishouding). De nieuwe Waterwet heeft geleid tot nieuwe verhoudingen tussen de verschillende partijen die annex zijn met het beheer van het watersysteem. 2.2 De Waterwet De nieuwe wetgeving stelt gemeenten beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft middels deze wet de zorgplichten gekregen voor hemel- en grondwater binnen bebouwd gebied. Ook verduidelijkt de nieuwe wetgeving de taakverdeling tussen gemeente en burger. Gemeenten zijn geen waterbeheerders in de zin van de Waterwet, maar zijn op grond van art. 3.5 en 3.6 Waterwet wel belast met de uitvoering van de hemelwaterzorgplicht en de grondwater(peil)-zorgplicht. Deze zorgplichten waren voorheen al opgenomen in de Wet op de waterhuishouding (via de Wet gemeentelijke watertaken). Wetgeving kader zorgplicht hemelwater Voor het eerst wordt nu in de wetgeving een onderscheid gemaakt tussen het 'echte' afvalwater en hemelwater. De oude zorgplicht is in de nieuwe wetgeving opgesplitst in twee nieuwe zorgplichten: Een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater. Stedelijk afvalwater is in de nieuwe terminologie huishoudelijk afvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel vermengd wordt. 12

30 . l inieiaing De afgelopen jaren is de frequentie en intensiteit van hevige regenbuien toegenomen. Met als gevolg een stijgende kans op wateroverlast in bebouwd gebied. Daarnaast zijn in ongeveer 40% van de gemeenten grondwaterproblemen aanwezig. De oude wetgeving was onvoldoende geschikt voor een adequate aanpak van deze opgaven door gemeenten. Niet geregeld was bijvoorbeeld de rol van de gemeente bij grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Ook ontbrak een geschikt heffingsinstrument waarmee de investeringen volgend uit de nieuwe agenda bekostigd kunnen worden. Daarnaast was de wettelijke basis van het gemeentelijke rioleringsplan als planningsinstrument te beperkt voor de invulling van de bovenstaande vraagstukken waarvoor de gemeenten staan. Vandaar dat diverse wetten gewijzigd zijn. Om de opgave voor het (stedelijk) waterbeheer efficiënter uit te voeren is het noodzakelijk gebleken het wettelijk instrumentarium te stroomlijnen en te moderniseren. Daarbij staat integraal waterbeheer centraal. Hiervoor is de Waterwet ontwikkeld. Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken als voorloper op de nieuwe Waterwet in werking getreden. Deze wijzigingswet heeft de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewater en de Gemeentewet veranderd. Door zorgplichten voor stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater te introduceren verbreedt de Wet gemeentelijke watertaken de scope van traditioneel rioleringsbeheer naar (stedelijk) waterbeheer. Voor bekostiging van de gemeentelijke watertaken is het rioolrecht gewijzigd in een bestemmingsheffing, de zogenaamde verbrede rioolheffing. Vervolgens is op 22 december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze wet voegt acht bestaande waterbeheerwetten samen (waaronder o.a. de Wet verontreiniging oppervlakte- water en de Wet op de waterhuishouding). De nieuwe Waterwet heeft geleid tot nieuwe verhoudingen tussen de verschillende partijen die annex zijn met het beheer van het watersysteem. 2.2 De Waterwet De nieuwe wetgeving stelt gemeenten beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft middels deze wet de zorgplichten gekregen voor hemel- en grondwater binnen bebouwd gebied. Ook verduidelijkt de nieuwe wetgeving de taakverdeling tussen gemeente en burger. Gemeenten zijn geen waterbeheerders in de zin van de Waterwet, maar zijn op grond van art. 3.5 en 3.6 Waterwet wel belast met de uitvoering van de hemelwaterzorgplicht en de grondwater(peil)-zorgplicht. Deze zorgplichten waren voorheen al opgenomen in de Wet op de waterhuishouding (via de Wet gemeentelijke watertaken). Wetgeving kader zorgplicht hemelwater Voor het eerst wordt nu in de wetgeving een onderscheid gemaakt tussen het 'echte' afvalwater en

31 Een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater, dat de perceelseigenaar niet redelijkerwijs zelf kan verwerken. De nieuwe wetgeving en bijbehorende zorgplichtformulering geven aan dat hemelwaterverwerking uit twee stappen bestaat: 1. Omgaan met hemelwater op het perceel waar het valt (de bron). Bij het omgaan met hemelwater aan de bron moet de gemeente beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. 2. Verdere verwerking van hemelwater door de gemeente (zorgplicht), na het oordeel van de gemeente dat verdere afvoer van hemelwater via een gemeentelijk systeem nodig is omdat de perceelseigenaar in redelijkheid het hemelwater niet zelf kan verwerken. De nieuwe wetgeving maakt een duidelijk onderscheid tussen de eigen verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar enerzijds en de verantwoordelijkheid van de gemeente anderzijds. Het hemelwater dat valt op particulier terrein, zou bij voorkeur door de particulier zelf verwerkt moeten worden. Hierbij dient gedacht te worden aan infiltratie op eigen terrein, het regenwater opvangen met een regenton of de afvoer van regenwater op de sloot achter het huis. De gemeenten moeten beoordelen in hoeverre van de perceelseigenaar gevraagd kan worden of deze het afvloeiend hemelwater zelf kan verwerken. Als de perceeleigenaar het hemelwater niet op eigen terrein kan verwerken dient de gemeente een voorziening aan te bieden, zodat de perceeleigenaar zich kan ontdoen van het hemelwater. In sommige gevallen kan dit tot verschillen van inzicht leiden tussen perceeleigenaar en de gemeente. In die gevallen is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorgplicht; om de zorgplicht van hemelwater te borgen, heeft de gemeente de mogelijkheid om de perceelseigenaar op zijn verantwoordelijkheid aan te spreken. Per verordening kunnen gemeenten regels en/of een termijn stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren. Bij het stellen van eisen richting perceelseigenaren staat redelijkheid centraal. De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als van de perceelseigenaar niet redelijkerwijs gevraagd kan worden zelf het hemelwater te verwerken. De gemeente bepaalt zelf via welke systeem (gemengd of gescheiden) het hemelwater wordt ingezameld. Doelmatigheid en vergelijking van kosten en baten zijn daarbij de centrale uitgangspunten. Zo dienen bij het afdwingen van afkoppelen de kosten en baten in redelijke verhouding tot elkaar te staan. Afdwingen van afkoppelen is niet redelijk als dit tot hoge kosten leidt. Of als de baten beperkt zijn of daarover twijfels zijn. Het is ook niet redelijk perceelseigenaren tot afkoppelen te dwingen, als verharde oppervlakken niet schoon zijn en/ of redelijkerwijs niet schoon gehouden kunnen worden. Baten van afkoppelen kunnen liggen in het verminderen van de lozing van vuil via overstorten, doordat minder hemelwater het riool in stroomt. Baten kunnen ook betrekking hebben op het verkleinen van het risico op waterhinder in bebouwd gebied, doordat dit de afvoer van hemelwater vertraagd. Voorwaarde voor het halen van beide doelen via afkoppelen, is wel dat de afvoercapaciteit in het afvalwatersysteem hetzelfde blijft. 13

32 Wettelijk kader zorgplicht voor grondwater De grondwaterzorgplicht houdt in dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied (dus niet op het terrein van de perceelseigenaar) maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit geldt voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en dit niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoort. / Bij het voorkomen en beperken van grondwaterproblemen is onderscheid tussen aanpakken in de bestemmings-, inrichtings- en beheerfase. De nieuwe wetgeving heeft vooral gevolgen voor de aanpak van grondwaterproblemen in de beheersfase. De taken van andere partijen en de gemeentelijke rol bij het bestemmen en inrichten van nieuw bebouwd gebied blijven ongewijzigd. De wetgeving geeft aan dat een perceeleigenaar met grondwateroverlast bij de gemeente terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de burger. Ook is de gemeente regisseur van het proces, waarin oplossingen van structurele problemen worden verkend. Van de perceeleigenaar mag worden verwacht dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt om grondwaterproblemen te voorkomen of te bestrijden, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een ander, particulier of overheid. Daarbij horen ook eigen wensen ten aanzien van het object, zoals wonen in de kelder. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De zorgplicht heeft alleen betrekking op waterhuishoudkundige maatregelen. In de praktijk komt het erop neer dat de gemeente dan zorgt voor een voorziening, waarop de perceelseigenaar het overtollig grondwater kan lozen. De gemeentelijke zorgplicht begint als er sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Bij incidentele grondwaterproblemen (bijvoorbeeld bij extreme regenval) heeft de gemeente dus geen taak en zal de perceeleigenaar zelf de benodigde maatregelen moeten nemen. De gemeente bepaalt wanneer gesproken kan worden van structurele problemen. Voorwaarde voor maatregelen is dat de grondwaterstanden negatieve gevolgen moeten hebben voor de bestemming (bijvoorbeeld woonfunctie). Er moet dus een probleem zijn. In de afweging van gemeentelijke maatregelen moeten de financiële implicaties, de omvang en de duur van de problemen meegenomen worden, alsmede de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan (beïnvloeden van het grondwaterpeil in probleemgebieden versus laten nemen van bouwkundige maatregelen). De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. 14

33 van de perceelseigenaar) maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit geldt voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en dit niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoort. Bij het voorkomen en beperken van grondwaterproblemen is onderscheid tussen aanpakken in de bestemmings-, inrichtings- en beheerfase. De nieuwe wetgeving heeft vooral gevolgen voor de aanpak van grondwaterproblemen in de beheersfase. De taken van andere partijen en de gemeentelijke rol bij het bestemmen en inrichten van nieuw bebouwd gebied blijven ongewijzigd. De wetgeving geeft aan dat een perceeleigenaar met grondwateroverlast bij de gemeente terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de burger. Ook is de gemeente regisseur van het proces, waarin oplossingen van structurele problemen worden verkend. Van de perceeleigenaar mag worden verwacht dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt om grondwaterproblemen te voorkomen of te bestrijden, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een ander, particulier of overheid. Daarbij horen ook eigen wensen ten aanzien van het object, zoals wonen in de kelder. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd-gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De zorgplicht heeft alleen betrekking op waterhuishoudkundige maatregelen. In de praktijk komt het erop neer dat de gemeente dan zorgt voor een voorziening, waarop de perceelseigenaar het overtollig grondwater kan lozen. De gemeentelijke zorgplicht begint als er sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Bij incidentele grondwaterproblemen (bijvoorbeeld bij extreme regenval) heeft de gemeente dus geen taak en zal de perceeleigenaar zelf de benodigde maatregelen moeten nemen. De gemeente bepaalt wanneer gesproken kan worden van structurele problemen. Voorwaarde voor maatregelen is dat de grondwaterstanden negatieve gevolgen moeten hebben voor de bestemming (bijvoorbeeld woonfunctie). Er moet dus een probleem zijn. In de afweging van gemeentelijke maatregelen moeten de financiële implicaties, de omvang en de duur van de problemen meegenomen worden, alsmede de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan (beïnvloeden van het grondwaterpeil in probleemgebieden versus laten nemen van bouwkundige maatregelen). De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor

34 Het "stand-still-beginsel" wordt gehanteerd voor het watersysteem. Dit principe betekent dat de aanwezige berging voor opvang van afval- en hemelwater in het systeem zeker niet minder mag worden. Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn en is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door het aanpakken van lozingen.. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in De KRW stelt voor alle wateren een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Met name voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden, dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. De toekomstige invulling van het waterkwaliteitsspoor zal sterk gerelateerd worden aan de implicaties van de KRW. Aansluitend op de rijksnotitie betreffende de KRW is de nota "Schoon en gezond water in Noord Nederland" uitgebracht. Deze nota beschrijft de doelen en maatregelen die voortvloeien uit KRW in Noord-Nederland. Uit de overlegsituaties tussen gemeenten en het waterschap is bepaald dat de meest geëigende maatregel voor de gemeente het afkoppelen van afvoerend hemelwater is. De gemeente Noordenveld heeft de stedelijke wateropgave vastgesteld en heeft afgesproken in dit kader tot ,42 ha af te koppelen 4, naast de reeds behaalde basisinspanning. Waterketen In het Bestuursakkoord Waterketen NBW willen alle partijen in de waterketen gezamenlijk een extra impuls geven aan de ontwikkeling van een meer doelmatige en transparante waterketen, met behoud en versterking van de goede prestaties op het gebied van volksgezondheid, milieu en leveringszekerheid. Belangrijke speerpunten uit dit akkoord zijn: doelmatigheid en transparantie. Een instrument hiervoor is de Benchmark. In navolging op het Bestuursakkoord Waterketen uit 2007 heeft de gemeente Noordenveld ingestemd het Bestuursakkoord Water (2011). Door deelname aan het Samenwerkingsverband Waterketenakkoord voor Groningen en Noord-Drenthe wordt hieraan invulling gegeven. Waterplan Noordenveld In 2005 heeft gemeente Noordenveld samen met het waterschap Noorderzijlvest het "Waterplan Noordenveld" opgesteld. Het doel van dit waterplan is het verkrijgen van een gezamenlijke visie van gemeente en waterschap op het stedelijke en landelijke waterbeheer, het afstemmen van waterbeleid tussen de gemeente het waterschap en andere partijen en het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen en het bekostigen daarvan. De noodzakelijke activiteiten zijn opgenomen in een projectenplan. In het waterplan Noordenveld is de missie voor water in de gemeente Noordenveld verwoordt. Deze luidt als volgt: Door een duurzame en integrale benadering van water een optimale situatie scheppen voor een hoogwaardige, leefbare en economisch gezonde gemeente, nu en in de toekomst. 17

35 Belangrijkste ingrediënten: de kwantitatieve drietrapsstrategie vasthouden, bergen en dan pas afvoeren van water. de kwalitatieve drietrapsstrategie schoonhouden, scheiden en dan pas zuiveren van waterstromen. toepassen van de watertoets bij ruimtelijke planvorming t Vasthouden- berg en-afvoeren Maatregelen in het kader van het waterplan blijken voornamelijk binnen projecten te vallen van andere disciplines, waaronder riolering. In het Milieubeleidsplan is ook nader ingegaan op het aspect water. De actualisatie van het waterplan wordt meegenomen in dit vgrp Noordenveld, passend binnen de bestaande watervisie en aansluitend aan bestaand beleid (milieubeleidsplan, strategische visie ). 18

36 scheiden en dan pas zuiveren van waterstromen, toepassen van de watertoets bij ruimtelijke planvorming Vasthouden- bergen-afvoeren Maatregelen in het kader van het waterplan blijken voornamelijk binnen projecten te vallen van andere disciplines, waaronder riolering. In het Milieubeleidsplan is ook nader ingegaan op het aspect water. De actualisatie van het waterplan wordt meegenomen in dit vgrp Noordenveld, passend binnen de bestaande watervisie en aansluitend aan bestaand beleid (milieubeleidsplan, strategische visie ).

37 3 Evaluatie 3.1 Inleiding Het gemeentelijke rioleringsplan heeft een duidelijke rol vervuld: er is een beleidsmatig kader voor de rioleringszorg; er is een planning vastgesteld voor de noodzakelijke maatregelen; er zijn structureel middelen ter beschikking gesteld voor het onderhoud en beheer van het riool. Het GRP was in eerste plaats vooral gericht op een doelmatige rioleringszorg. In de tweede plaats was het GRP een GRP plus. Dit hield in dat al rekening werd gehouden met de invoering van de zorgplichten, waarbij een inschatting was gemaakt van de te verwachten opgaven voor grondwater en stedelijk water. Deze opgaven werden betiteld als de spreekwoordelijke " plus "van het GRP. Het begrip "doelmatige rioleringszorg" is vormgegeven middels onderstaand toetsingskader. Een doelmatige rioleringszorg wordt gekenmerkt door: 1. Inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater; 2. Inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; 3. Transport van het ingezamelde water naar een daarvoor bestemd lozingspunt, waarbij: 4. Ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater worden voorkomen; en 5. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de brede zin van het woord). 6. Effectief rioleringsbeheer. Dit toetsingskader is de basis van het vorige GRP. Hiervan is de opgave voor het oude GRP van afgeleid. Dit toetsingskader voor de rioleringszorg in Noordenveld is opgebouwd uit vier componenten te weten: doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (DoFeMaMe). De doelen geven aan wat de gemeente wilde bereiken. Vanuit deze doelen zijn de eisen afgeleid, die aan het functioneren van de riolering als systeem of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, randvoorzieningen) worden gesteld, de zogenaamde functionele eisen. De functionele eisen zijn vervolgens verder geconcretiseerd via maatstaven en/ of meetmethoden In deze evaluatie wordt gekeken in hoeverre de maatregelen uitgevoerd zijn en of de maatregelen conform financiële planning uitgevoerd zijn. Daarnaast vindt er tegelijkertijd een toetsing plaats aan de hand van het geformuleerde toetsingskader voor doelmatige rioleringszorg. 19

38 3.2 Evaluatie doelen GRP Inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater; 2. Inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; Deze doelen hebben betrekking op een optimale inzameling van het geproduceerde afvalwater en hemelwater. Met het behalen van de basisinspanning en het voldoen aan het waterkwaliteitsspoor wordt voldaan aan deze doelen. De basisinspanning is behaald, doordat alle geplande randvoorzieningen gerealiseerd zijn. De basisinspanning is een maat voor het hydraulisch functioneren van het riool. De overstort capaciteit is daarbij gerelateerd aan een regenbui die gemiddeld genomen twee keer per jaar voorkomt. De bedoeling is dat het systeem in een dergelijke omstandigheid niet meer overstort; er in feite genoeg berging in het systeem is om deze bui te kunnen opvangen. Als met de basisinspanning de gewenste waterkwaliteit niet kan worden gehaald kan het waterschap aanvullende eisen stellen. Dit wordt het waterkwaliteitsspoor genoemd. In het verlengde hiervan is de afgelopen jaren getracht om zoveel mogelijk percelen in de gemeente aan te sluiten op de riolering, opdat zoveel mogelijk afvalwater via de riolering afgevoerd wordt. Daarnaast is het sinds lange tijd beleid om het hemelwater bij vervanging van de riolering zoveel mogelijk af te koppelen om te voorkomen dat het schone hemelwater vermengd wordt met afvalwater. De in het GRP+ voorgestelde maatregelen zijn bijna allemaal uitgevoerd. De belangrijkste maatregel betrof de aanleg van diverse bergbezinkbassins (BBB). Dit is een grote ondergrondse kelder waar overtollig rioolwater tijdelijk kan worden geborgen, zodat het niet in een (overstort)vijver terechtkomt. Is er weer genoeg ruimte in het riool dan kan het water daar alsnog heen. Zo vinden er minder overstorten plaats. Het milieu wordt dus door een afname van het aantal overstorten van afvalwater dusdanig minder verontreinigd, dat de basisinspanning behaald is. Bij een aantal kernen is gelijktijdig met de basisinspanning een extra inspanning geleverd omdat er wordt geloosd op een water met een verhoogde kwaliteitsdoelstelling. In het kader van het kwaliteitsspoor is daarom bij de meeste bergbezinkbassins extra berging gerealiseerd, zodat de overstortfrequentie nog verder is gedaald. Tabel 2 Nieuw aangelegde bergbezinkbassins aantal jaar aanleg BBB Roden zuid BBR Norgerweg, Een BBB Vogelwikke, Roden BBB Langelo BBR Tichelwerk, Altena BBR Poelakkers, Peize BBR Lieveren BBB Steenbergen Daarnaast zijn de laatste niet gerioleerde percelen aangesloten, waaronder de percelen van het recreatieterrein "de Natuurvrienden". Voor 19 percelen heeft de gemeente Noordenveld ontheffing van de zorgplicht aangevraagd bij de provincie Drenthe. 20

39 Deze doelen hebben betrekking op een optimale inzameling van het geproduceerde afvalwater en hemelwater. Met het behalen van de basisinspanning en het voldoen aan het waterkwaliteitsspoor wordt voldaan aan deze doelen. De basisinspanning is behaald, doordat alle geplande randvoorzieningen gerealiseerd zijn. De basisinspanning is een maat voor het hydraulisch functioneren van het riool. De overstort capaciteit is daarbij gerelateerd aan een regenbui die gemiddeld genomen twee keer per jaar voorkomt. De bedoeling is dat het systeem in een dergelijke omstandigheid niet meer overstort; er in feite genoeg berging in het systeem is om deze bui te kunnen opvangen. Als met de basisinspanning de gewenste waterkwaliteit niet kan worden gehaald kan het waterschap aanvullende eisen stellen. Dit wordt het waterkwaliteitsspoor genoemd. In het verlengde hiervan is de afgelopen jaren getracht om zoveel mogelijk percelen in de gemeente aan te sluiten op de riolering, opdat zoveel mogelijk afvalwater via de riolering afgevoerd wordt. Daarnaast is het sinds lange tijd beleid om het hemelwater bij vervanging van de riolering zoveel mogelijk af te koppelen om te voorkomen dat het schone hemelwater vermengd wordt met afvalwater. De in het GRP+ voorgestelde maatregelen zijn bijna allemaal uitgevoerd. De belangrijkste maatregel betrof de aanleg van diverse bergbezinkbassins (BBB). Dit is een grote ondergrondse kelder waar overtollig rioolwater tijdelijk kan worden geborgen, zodat het niet in een (overstort)vijver terechtkomt. Is er weer genoeg ruimte in het riool dan kan het water daar alsnog heen. Zo vinden er minder overstorten plaats. Het milieu wordt dus door een afname van het aantal overstorten van afvalwater dusdanig minder verontreinigd, dat de basisinspanning behaald is. Bij een aantal kernen is gelijktijdig met de basisinspanning een extra inspanning geleverd omdat er wordt geloosd op een water met een verhoogde kwaliteitsdoelstelling. In het kader van het kwaliteitsspoor is daarom bij de meeste bergbezinkbassins extra berging gerealiseerd, zodat de overstortfrequentie nog verder is gedaald. Tabel 2 Nieuw aangelegde bergbezinkbassins BBB Roden zuid 2006 BBR Norgerweg, Een BBB Vogelwikke, Roden BBB Langelo BBR Tichelwerk, Altena BBR Poelakkers, Peize BBR Lieveren

40 Tabel 3 Overzicht vervanging/aanleg riolering periode Relining gemengd VWA 3,8 km Vervangen gemengd VWA 19,6 km Aangelegd gescheiden DWA 8,1 km RWA 20,3 km Met het vervangen van riolering zijn voor een groot gedeelte de bestaande gemengde rioolstelsel vervangen door gescheiden stelsels. Er is circa 7,2 ha aan verhard oppervlak afgekoppeld. Als gevolg van het afkoppelen is het aantal regenwateruitlaten gestegen met 17 stuks tot een aantal van 28. Het aantal overstortputten is mede om diezelfde reden gedaald met 4 stuks tot een aantal van 29. In de bijlage 2 is het overzicht opgenomen van de overstorten vuilwater en uitlaten/overstorten regenwater. Per nieuwbouw of inbreidingslocatie is de afgelopen jaren bepaald hoe met het afval- en regenwater moet worden omgegaan. Hierbij is rekening gehouden met de stand van de techniek van dat moment en de relatie met de omliggende rioolstelsels, waarbij het scheiden van afval- en regenwater telkens is gerealiseerd. De afgelopen jaren zijn alle locaties gescheiden aangelegd waaronder Roderveld IV (Roden) en Lange Streeken II (Peize). 3. Transport van het ingezamelde water naar een daarvoor bestemd lozingspunt, waarbij: 4. Ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater worden voorkomen; en 5. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de brede zin van het woord). Deze doelen hebben betrekking op een doelmatig transport en het voorkomen van ongewenste emissies. Hiervoor dienen alle vergunning goedgekeurd te zijn en moet de gemeente zelf toezien op ongewenste lozingen. Daarnaast dienen de gemalen adequaat te functioneren om zorg te dragen voor het verpompen van het ingezamelde water. Lozingen op de riolering worden op basis van de Wet milieubeheer geregeld. In het kader van de Wet milieubeheer is de gemeente de vergunningverlenende en toezichthoudende instantie. Controles zijn regelmatig uitgevoerd. Hiermee wordt voldaan aan de maatstaven met betrekking tot het terugdringen van ongewenste lozingen op de riolering. Controle op de lozing van bedrijfsafvalwater is een onderdeel van de integrale milieucontrole. Daarnaast vinden controles plaats naar aanleiding van klachten of problemen met de riolering. De gemeente Noordenveld beschikt over een aansluitvergunning van het Waterschap Noorderzijlvest voor de aansluiting van de diverse rioolstelsels op de rioolwater zuiveringsinstallaties (RWZI) Eelde en Tolbert. De gemeente heeft voor alle rioolstelsels een Wvo-vergunning voor het lozen van overstortwater op oppervlaktewater. In die zin voldoet de gemeente aan de oude situatie. Met de invoering van de nieuwe waterwet is de gemeente autonoom verantwoordelijk voor een correcte lozing van het afvalwater en hoeft het waterschap geen vergunning meer af te geven. Uiteraard vindt er nog wel afstemming plaats tussen beide overheden. 21

41 Qua maatregelen heeft de gemeente in het afgelopen GRP+ gekozen voor een integrale, duurzame aanpak in het nemen van maatregelen aan de gemeentelijke riolering. De voorgestelde maatregelen (milieu- en verbeteringsmaatregelen) in het kader van het waterkwaliteitspoor en verbetering van de afvoercapaciteit zijn geheel uitgevoerd. In dit kader zijn er een viertal gemalen bijgekomen. Tabet 4 Nieuw aangelegde gemalen Locatie Aantal Jaar van aanleg Haarveen, Roden Korvemaker, Peize Natuurvrienden, Norg Het beheer en onderhoud van de bestaande pompgemalen is conform GRP+ uitgevoerd. In het rioolstelsel bevinden zich 537 minigemalen en 93 rioolgemalen. Gemalen worden door de gemeente zelf beheerd en onderhouden. 6. Effectief rioleringsbeheer. Effectief rioleringsbeheer is een afgeleid doel van de voorgaande doelen. Effectief rioleringsbeheer heeft betrekking op de wijze waarop de gemeente de werking van de riolering monitoort en onderhoudt De afdeling OW&A voldoet aan de gestelde eisen en voert conform gesteld toetsingskader een effectief rioleringsbeheer. De gemeente Noordenveld beschikt over een klachtenregistratie. De afgelopen planperiode zijn er haast geen klachten geweest met betrekking tot wateroverlast. Een uitzondering is de wijk de Vijfde Verloting in Roden. Naar aanleiding van de klachten is er een nieuw gemaal geplaatst. Voor het overige betreffen de klachten vooral grondwaterwateroverlast in Peize en Nietap. Op verschillende plaatsen is deze reeds opgelost. Op de andere plaatsen wordt het gevolgd en bekeken of maatregelen noodzakelijk zijn. Monitoring en onderhoud Het gegevensbestand is nagenoeg volledig actueel en betrouwbaar. De geplande inspecties van het vrijverval rioolstelsel met behulp van een camera zijn uitgevoerd (16 km/jaar). De inspecties zijn per woonkern uitgevoerd om een goed inzicht te krijgen. Reiniging van de riolering en kolken heeft conform de voorgestelde frequenties plaats gevonden; De belangrijkste rioolgemalen en pompinstallaties zijn voorzien van telemetrie. Het telemetrie systeem geeft via een dataverbinding informatie door aan de beheerder over storingen en werking van de installatie. - De basisrioleringsplannen (BRP's) van alle kernen zijn grotendeels nog actueel. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van alle bemalingsgebieden en het jaar dat er een BRP is opgesteld. 22

42 bijgekomen. Tabel 4 Nieuw aangelegde gemalen K ü M i Haarveen, Roden Korvemaker, Peize Natuurvrienden, Norg Het beheer en onderhoud van de bestaande pompgemalen is conform GRP+ uitgevoerd. In het rioolstelsel bevinden zich 537 minigemalen en 93 rioolgemalen. Gemalen worden door de gemeente zelf beheerd en onderhouden. i^mmmmmm' v. m-ct». i -1 Effectief rioleringsbeheer is een afgeleid doel van de voorgaande doelen. Effectief rioleringsbeheer heeft betrekking op de wijze waarop de gemeente de werking van de riolering monitoort en onderhoudt De afdeling OW&A voldoet aan de gestelde eisen en voert conform gesteld toetsingskader een effectief rioleringsbeheer. De gemeente Noordenveld beschikt over een klachtenregistratie. De afgelopen planperiode zijn er haast geen klachten geweest met betrekking tot wateroverlast. Een uitzondering is de wijk de Vijfde Verloting in Roden. Naar aanleiding van de klachten is er een nieuw gemaal geplaatst. Voor het overige betreffen de klachten vooral grondwaterwateroverlast in Peize en Nietap. Op verschillende plaatsen is deze reeds opgelost. Op de andere plaatsen wordt het gevolgd en bekeken of maatregelen noodzakelijk zijn. Monitoring en onderhoud Het gegevensbestand is nagenoeg volledig actueel en betrouwbaar. De geplande inspecties van het vrijverval rioolstelsel met behulp van een camera zijn uitgevoerd (16 km/jaar). De inspecties zijn per woonkern uitgevoerd om een goed inzicht te krijgen. Reiniging van de riolering en kolken heeft conform de voorgestelde frequenties plaats gevonden; De belangrijkste rioolgemalen en pompinstallaties zijn voorzien van telemetrie. Het telemetrie systeem geeft via een dataverbinding informatie door aan de beheerder over storingen en werking van de installatie. De basisrioleringsplannen (BRP's) van alle kernen zijn grotendeels nog actueel. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van alle bemalingsgebieden en het jaar dat er een BRP is opgesteld.

43 Tabel 5 Overzicht kernen en jaar van berekeningen (BRP) Kern jaartal BRP Herberekenen Roderwolde Roden 2011 Norg 2012 Een 2003 Nietap Roderesch 2004 Veenhuizen Peize 2009 Steenbergen 2006 Lieveren 2006 Langelo 2006 Altena 2006 Westervelde 2004 Zuidvelde 2004 Peest Evaluatie financiën Het GRP is over de periode tot en met 2012 uitgevoerd. Feitelijk zijn de kredieten die specifiek bedoeld waren voor de reductie van de vuiluitworp en het af te koppelen verhard oppervlak over een langere periode dan aanvankelijk gedacht uitgevoerd. De redenen hiervoor zijn divers. De belangrijkste reden was dat de projecten qua participatie en communicatie ingewikkelder waren dan gedacht. Daarnaast bleken allerlei technische oplossingen duurder uit te vallen dan verwacht, zodat een bijstelling van het GRP in 2007 nodig was. In 2007 is het GRP middels een raadsvoorstel geactualiseerd en bijgesteld. Er zijn een aantal extra subsidies verkregen voor het afkoppelen van verhard oppervlak. Deze subsidies zijn ingezet om de overschrijdingen op een aantal projecten te egaliseren (zie bijlage 3, raadsvoorstellen stand van zaken en actualisatie GRP). Vanaf dat moment zijn de projecten over het algemeen conform planning uitgevoerd. In 2009 is de financiële onderbouwing van het GRP gecorrigeerd omdat met de invoering van Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken de voorziening Riolering niet meer negatief mochten worden, terwijl dat gezien de planning van het GRP wel de bedoeling was. De voorziening is aangevuld met één miljoen euro vanuit de egalisatievoorziening afvalinzameling. Er is met de invoering van de "Notitie Riolering" in 2009 voor een andere boekhoudkundige methodiek gekozen. De voorziening is een bestemmingsreserve geworden. Voor de jaren 2010 en 2011 heeft de Raad een jaarprogramma geaccordeerd. Deze jaarprogramma's hadden betrekking op het verder uitvoeren van het GRP Uiteindelijk is de totale planning uitgevoerd. Van rioolrecht naar rioolheffing Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken was heffing van het rioolrecht vanaf 2010 niet meer mogelijk. In plaats van rioolrecht moest de gemeente vanaf 1 januari 2010 overgaan tot invoering van de rioolheffing. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. ( Zie bijlage 3) Het belangrijkste verschil tussen het rioolrecht en de rioolheffing is dat het rioolrecht gebaseerd was op het leveren van een prestatie aan de individuele perceeleigenaar, namelijk het verwerken van op het perceel geproduceerde afvalwater en de rioolheffing niet. 23

44 De verbrede rioolheffing is een heffing die samenhangt met een prestatie die gericht is op het collectief in de gemeente, zoals het verwerken van al het regenwater in de gemeente. Om de taakverbreding te kunnen financieren is het rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing. Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Dit impliceert dat het beginsel "de vervuiler betaalt" niet meer maatgevend is. Door de rioolheffing worden de kosten voor de verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater verhaald op de belastingplichtigen. Bij het rioolrecht konden alleen de kosten voor de verwerking van afvalwater verhaald worden. Dit houdt in dat er vanaf 2010 dus ook objecten worden aangeslagen voor de rioolheffing die geen afvalwater afvoeren zoals garageboxen en loodsen omdat het dakoppervlak van deze objecten mede een bijdrage leveren aan de omvang van de regenwaterproblematiek in de gemeente. Daarnaast heeft de gemeenteraad deze wijziging aangegrepen om de heffingsystematiek op 2 punten te veranderen. Vanaf 1 januari 2010 wordt de eigenaar van onroerende zaken aangemerkt als belastingplichtige voor de rioolheffing. Bij het rioolrecht was dit de gebruiker. Verder wordt het tarief afhankelijk gesteld van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De WOZ-waarden worden in klassen gedeeld en bij elke klasse hoort een ander tarief. Van de gebruiker wordt alleen nog een rioolheffing geheven als het waterverbruik meer dan 500 m3 bedraagt. Alleen grootverbruikers komen hiervoor in aanmerking. Het tarief is vanaf 2005 tot en met 2009 conform planning elk jaar met tien euro verhoogd. Met de invoering van de verbrede rioolheffing waren de tarieven bij een gemiddelde woningwaarde als volgt: jaar Tarief , , ,00 Er is twee keer een verhoging van 8 % gemiddeld doorgevoerd vanwege het opnemen van de post schouwsloten onder de kostendekkendheid van het tarief. Het onderhoud van de schouwsloten heeft immers betrekking op een verbetering van de ontwatering van het stedelijk hemelwater. 24

45 Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Dit impliceert dat het beginsel "de vervuiler betaalt" niet meer maatgevend is. Door de rioolheffing worden de kosten voor de verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater verhaald op de belastingplichtigen. Bij het rioolrecht konden alleen de kosten voor de verwerking van afvalwater verhaald worden. Dit houdt in dat er vanaf 2010 dus ook objecten worden aangeslagen voor de rioolheffing die geen afvalwater afvoeren zoals garageboxen en loodsen omdat het dakoppervlak van deze objecten mede een bijdrage leveren aan de omvang van de regenwaterproblematiek in de gemeente. Daarnaast heeft de gemeenteraad deze wijziging aangegrepen om de heffingsystematiek op 2 punten te veranderen. Vanaf 1 januari 2010 wordt de eigenaar van onroerende zaken aangemerkt als belastingplichtige voor de rioolheffing. Bij het rioolrecht was dit de gebruiker. Verder wordt het tarief afhankelijk gesteld van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De WOZ-waarden worden in klassen gedeeld en bij elke klasse hoort een ander tarief. Van de gebruiker wordt alleen nog een rioolheffing geheven als het waterverbruik meer dan 500 m3 bedraagt. Alleen grootverbruikers komen hiervoor in aanmerking. Het tarief is vanaf 2005 tot en met 2009 conform planning elk jaar met tien euro verhoogd. Met de invoering van de verbrede rioolheffing waren de tarieven bij een gemiddelde woningwaarde als volgt: jaar Tarief , , ,00 Er is twee keer een verhoging van 8 % gemiddeld doorgevoerd vanwege het opnemen van de post schouwsloten onder de kostendekkendheid van het tarief. Het onderhoud van de schouwsloten heeft immers betrekking op een verbetering van de ontwatering van het stedelijk hemelwater.

46 4. Toetsingskader en beleid 4.1 Inleiding Wat willen we nu met de riolering als we daar de nieuwe zorgplichten bij betrekken? De Wet Gemeentelijke Watertaken is het kader voor de gemeente waarbinnen zij beleid voor de uitvoering van de zorgplichten moet ontwikkelen. In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de nieuwe zorgplichten zoals uitgelegd in hoofdstuk 2. Dit betekent dat het toetsingskader zoals in het verleden ontwikkeld, uitgebreid moet worden met doelen ten aanzien van de zorgplichten voor hemel- en grondwater. In dit hoofdstuk is het toetsingskader uitgebreid met de doelen van de nieuwe gemeentelijke watertaken en zijn er eisen en maatstaven aan gekoppeld conform de gebruikelijk methodiek. 4.2 Toetsingskader Zoals in het verleden wordt ook nu riolering aangelegd om:. de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor het tegengaan van overlast door neerslag in de bebouwde omgeving door naast het afvalwater ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem of oppervlaktewater voorkomen. Vanwege de nieuwe waterwet wordt het oude toetsingskader voor de rioleringszorg van het GRP uitgebreid met de doelen die gericht zijn op de uitvoering van de nieuwe zorgplichten. De zorg voor de gemeentelijke watertaken dient de volgende doelen: Doelen gemeentelijke watertaken: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. 4. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. 5. Voorkomen van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord). De eerste twee doelen omvatten feitelijk het oude toetsingskader van het vorige GRP. Het begrip doelmatig dient om aan te geven dat de riolering zo ingericht moet zijn dat er zoveel mogelijk afvalwater en hemelwater ingezameld wordt. De doelen drie en vier hebben betrekking op de nieuwe zorgplichten voor de verwerking van het hemelwater en het voorkomen van grondwateroverlast. Doel vijf betreft het voorkomen of beperken van overlast door een voldoende afvoercapaciteit van de betreffende rioolstelsels. Ook o.a. overlast door uitval van rioolgemalen, stank, instorting van riolen met als gevolg wegverzakkingen, overlast door werkzaamheden en overlast door grondwater hebben betrekking op dit doel. Ten aanzien van de doelen 3, 4 en 5 heeft de gemeente veel beleidsruimte om te bepalen hoe met de verantwoordelijkheid van particulieren wordt omgegaan: variërend van communicatie tot opleggen van maximale hoeveelheden regen- en grondwater die mogen worden afgevoerd naar het gemeentelijk rioolstelsel. 25

47 De voorkeursvolgorde geeft hierbij richting aan de afwegingen die de gemeente maakt bij het omgaan met afvalwater, hemelwater en grondwater. Op basis van het begrip "doelmatigheid" kan de gemeente, uiteraard beargumenteerd van de voorkeursvolgorde afwijken. Voorkeursvolgorde voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater bij de bron. 1. Het ontstaan van afvalwater wordt beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater. 4. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 5. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 wordt hergebruikt (zo nodig na zuivering bij de bron). 6. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 (in de praktijk dus met name hemelwater) wordt lokaal in het milieu teruggebracht (zo nodig na zuivering bij de bron). 7. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. (bron samenvatting wet gemeentelijke watertaken VNG) Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld. In hoofdstuk vijf vindt de toetsing aan deze maatstaven plaats. De opgestelde functionele eisen en maatstaven zijn weergegeven in bijlage 4. Uitvoerend beleid zorgplicht afvalwater. Het uitvoerend beleid ten aanzien van de zorgplicht voor het afvalwater is in de afgelopen GRP's vormgegeven. De oude GRP's zijn voornamelijk gericht geweest op het behalen van de basisinspanning. In het verlengde hiervan is de afgelopen jaren getracht om zoveel mogelijk percelen in de gemeente aan te sluiten op de riolering, opdat zoveel mogelijk afvalwater via de riolering afgevoerd wordt. Daarnaast is het sinds lange tijd beleid om het hemelwater bij vervanging van de riolering zoveel mogelijk af te koppelen om te voorkomen dat het schone hemelwater vermengd wordt met afvalwater. De bedoeling is om dit beleid verder te continueren aan de hand van de eerste twee punten van de nieuw gestelde doelen. 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). Voor de bestaande bebouwing is de basisinspanning behaald. Dit betekent dat het beleid feitelijk alleen nog van toepassing is bij de aanleg van nieuwe percelen. De aanleg van nieuwe riolering dient minimaal te voldoen aan de ontwerpeisen die samenhangen met de basisinspanning en de verplicht gestelde watertoets. 26

48 Voorkeursvolgorde voor omgaan met hemelwater en ander afvalwater bij de bron. 1. Het ontstaan van afvalwater wordt beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater. 4. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 5. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 wordt hergebruikt (zo nodig na zuivering bij de bron). 6. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 (in de praktijk dus met name hemelwater) wordt lokaal in het milieu teruggebracht (zo nodig na zuivering bij de bron). 7. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. (bron samenvatting wet gemeentelijke watertaken VNG) Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld. In hoofdstuk vijf vindt de toetsing aan deze maatstaven plaats. De opgestelde functionele eisen en maatstaven zijn weergegeven in bijlage 4. Uitvoerend beleid zorgplicht afvalwater. Het uitvoerend beleid ten aanzien van de zorgplicht voor het afvalwater is in de afgelopen GRP's vormgegeven. De oude GRP's zijn voornamelijk gericht geweest op het behalen van de basisinspanning. In het verlengde hiervan is de afgelopen jaren getracht om zoveel mogelijk percelen in de gemeente aan te sluiten op de riolering, opdat zoveel mogelijk afvalwater via de riolering afgevoerd wordt. Daarnaast is het sinds lange tijd beleid om het hemelwater bij vervanging van de riolering zoveel mogelijk af te koppelen om te voorkomen dat het schone hemelwater vermengd wordt met afvalwater. De bedoeling is om dit beleid verder te continueren aan de hand van de eerste twee punten van de nieuw gestelde doelen. 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). Voor de bestaande bebouwing is de basisinspanning behaald. Dit betekent dat het beleid feitelijk alleen nog van toepassing is bij de aanleg van nieuwe percelen. De aanleg van nieuwe riolering dient minimaal te voldoen aan de ontwerpeisen die samenhangen met de basisinspanning en de verplicht gestelde watertoets.

49 Uitvoerend beleid zorgplicht hemelwater. De nieuwe wetgeving geeft gemeenten een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater, dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. In de oude wetgeving was de gemeente ook al impliciet voor hemelwaterinzameling verantwoordelijk. De perceelseigenaar blijft ook in de nieuwe wetgeving verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van hemelwater op eigen terrein. De gerelateerde doelen zijn: 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. Bij gemengde rioolstelsels wordt de neerslag die valt op daken en wegen vermengd met afvalwater van huishoudens en bedrijven getransporteerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het transporteren en zuiveren van relatief 'schoon' regenwater is geen duurzame oplossing. Een groot deel van het 'schone' regenwater verdwijnt op deze wijze in de riolering. Hierdoor wordt de waterzuivering onnodig belast en wordt onnodig energie verbruikt. Nadat het hemelwater is ingezameld kan het worden verwerkt. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging van hemelwater; het transport van hemelwater; nuttige toepassing van hemelwater; het, al dan niet na zuivering, terugbrengen van hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Het hemelwaterbeleid in de gemeente Noordenveld is sinds jaar en dag gericht op het afkoppelen en afvoeren (transporteren) van hemelwater. Tot nu toe is in de gemeente Noordenveld met betrekking tot verwerking van het hemelwater altijd gekozen voor een pragmatische, faciliterende aanpak. Op hoofdlijnen probeert de gemeente de wettelijke volgorde 'vasthouden, bergen, afvoeren' zoals vastgelegd in de nieuwe Waterwet te volgen. Dit betekent dat ten eerste wordt gestreefd naar hergebruiken en infiltreren waar het kan, ten tweede bergen en vertraagd afvoeren waar infiltratie niet kan en als laatste afvoeren naar een andere bergings- of afvoervoorziening. In de gemeente Noordenveld is het belangrijk om flexibel om te gaan met de voorkeursvolgorde. Het is maatwerk. Gebleken is dat bijvoorbeeld infiltreren lang niet altijd tot de mogelijkheden behoort omdat de grondslag het niet toelaat. Daarnaast is er in het verleden veel gebouwd zonder rekening te houden met het watersysteem. Sterker nog in het verleden zijn veel oude sloten en stroompjes dichtgegooid ten faveure van bebouwing. Dit maakt het moeilijk voor de gemeente om verplichtend op te treden als dat al de manier zou moeten zijn. Vanuit dit hemelwaterbeleid wordt naar redelijkheid een inspanning gevraagd van bewoners, bedrijven en overheid. Hiervoor wordt bij ontwikkelingen onderscheid gemaakt naar een toename van het verhard oppervlak en een ontwikkeling zonder toename van verhard oppervlak. Onder dit 27

50 laatste valt het opbreken van verharding, terugplaatsen van dezelfde of nieuwe verharding en sloop en nieuwbouw van gebouwen. In die zin zijn er drie situaties te onderscheiden voor de omgang met hemelwater: 1. Afkoppelen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een reeds bebouwde locatie; 2. Afkoppelen /bergen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een nieuw aangelegde locatie; 3. Afkoppelen van hemelwater afkomstig van bestaande bebouwing. Het afkoppelen/bergen van hemelwater is geregeld voor de eerste twee situaties. Het afkoppelen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een reeds bebouwde locatie is een verplichting die volgt uit de aan te vragen bouwvergunning. Het afkoppelen/bergen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een nieuw aangelegde locatie is een verplichting op basis van de watertoets die gekoppeld is aan de ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie. Voor de derde situatie geldt nog geen regime. De gemeente heeft de keuze om de burger te verplichten om af te koppelen (en ook de kosten voor rekening te laten nemen) of om de burger te facititeren en feitelijk de kosten van het afkoppelen collectief af te wenden op de rioolheffing. Wij stellen het tweede alternatief voor omdat dit de meest pragmatische manier is om de perceeleigenaren mee te krijgen. Het is dan wel de bedoeling dat uiteindelijk iedereen verplicht wordt om mee te doen middels de hemel- en grondwaterverordening. Met andere woorden: doordat de kosten voor rekening zijn van de gemeenschap is er een verplichting om mee te doen. De bedoeling is om zoveel mogelijk te investeren in de vrijwillige bereidheid van de burgers en bedrijven om het hemelwater op eigen terrein af te koppelen. De bijgevoegde verordening voorziet uiteindelijk wel in verplichting om af te koppelen. Echter alleen als de gemeente in voldoende mate getracht heeft om de perceeleigenaar op vrijwillige basis mee te laten doen. In Roderesch is een pilot-project uitgevoerd waarbij de perceeleigenaren kosteloos hun perceel konden afkoppelen. De basisgedachte van het project was om zoveel mogelijk faciliterend te werk te gaan zodat de bewoners vrijwillig meedoen en het aantal foute aansluitingen tot een minimum beperkt blijft. (Een foute aansluiting is een aansluiting van het afvalwater op de hemelwaterafvoer.) Het project heeft een aantal jaren geduurd en is een groot succes gebleken. Het percentage geslaagde aansluitingen is meer dan 95 procent. Door de bank genomen moeten we een bedrag van 750 rekenen per afgekoppeld perceel. Het rendement is milieutechnisch gezien hoog als de gemeente op deze manier de burger tegemoet komt. Een andere reden om te investeren in vrijwillige medewerking is dat de gemeente niet overal gaat afkoppelen. Er is een regenwaterstructuurplan gemaakt voor de kernen Nietap en Roden. In dit plan voor de komende jaren wordt niet elke buurt afgekoppeld. Met andere woorden het in te zetten hemelwaterbeleid geldt niet voor alle bewoners tegelijkertijd. Het afkoppelen van regenwater is alleen maar een middel om het zuiveringssysteem te ontlasten. Een initiële verplichting om mee te doen kan leiden tot een gevoel van rechtsongelijkheid. ( zie bijlage bijgevoegd regenwaterstructuurplan) De laatste reden voor een pragmatische aanpak is het begrip redelijkheid. De gemeente wil graag dat de percelen afgekoppeld worden, maar zal per woning bekijken wat een doelmatige oplossing is. Als de eigenaren van de percelen mee moeten betalen aan een oplossing kan dit voor verschillende eigenaren zeer verschillende kosten met zich meebrengen. 28

51 1. Afkoppelen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een reeds bebouwde locatie; 2. Afkoppelen /bergen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een nieuw aangelegde locatie; 3. Afkoppelen van hemelwater afkomstig van bestaande bebouwing. Het afkoppelen/bergen van hemelwater is geregeld voor de eerste twee situaties. Het afkoppelen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een reeds bebouwde locatie is een verplichting die volgt uit de aan te vragen bouwvergunning. Het afkoppelen/bergen van hemelwater afkomstig van nieuwbouw op een nieuw aangelegde locatie is een verplichting op basis van de watertoets die gekoppeld is aan de ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie. Voor de derde situatie geldt nog geen regime. De gemeente heeft de keuze om de burger te verplichten om af te koppelen (en ook de kosten voor rekening te laten nemen) of om de burger te faciliteren en feitelijk de kosten van het afkoppelen collectief af te wenden op de rioolheffing. Wij stellen het tweede alternatief voor omdat dit de meest pragmatische manier is om de perceeleigenaren mee te krijgen. Het is dan wel de bedoeling dat uiteindelijk iedereen verplicht wordt om mee te doen middels de hemel- en grondwaterverordening. Met andere woorden: doordat de kosten voor rekening ziin van de gemeenschap is er een verplichting om mee te doen. De bedoeling is om zoveel mogelijk te investeren in de vrijwillige bereidheid van de burgers en bedrijven om het hemelwater op eigen terrein af te koppelen. De bijgevoegde verordening voorziet uiteindelijk wel in verplichting om af te koppelen. Echter alleen als de gemeente in voldoende mate getracht heeft om de perceeleigenaar op vrijwillige basis mee te laten doen. In Roderesch is een pilot-project uitgevoerd waarbij de perceeleigenaren kosteloos hun perceel konden afkoppelen. De basisgedachte van het project was om zoveel mogelijk faciliterend te werk te gaan zodat de bewoners vrijwillig meedoen en het aantal foute aansluitingen tot een minimum beperkt blijft. (Een foute aansluiting is een aansluiting van het afvalwater op de hemelwaterafvoer.) Het project heeft een aantal jaren geduurd en is een groot succes gebleken. Het percentage geslaagde aansluitingen is meer dan 95 procent. Door de bank genomen moeten we een bedrag van 750 rekenen per afgekoppeld perceel. Het rendement is milieutechnisch gezien hoog als de gemeente op deze manier de burger tegemoet komt. Een andere reden om te investeren in vrijwillige medewerking is dat de gemeente niet overal gaat afkoppelen. Er is een regenwaterstructuurplan gemaakt voor de kernen Nietap en Roden. In dit plan voor de komende jaren wordt niet elke buurt afgekoppeld. Met andere woorden het in te zetten hemelwaterbeleid geldt niet voor alle bewoners tegelijkertijd. Het afkoppelen van regenwater is alleen maar een middel om het zuiveringssysteem te ontlasten. Een initiële verplichting om mee te doen kan leiden tot een gevoel van rechtsongelijkheid. ( zie bijlage bijgevoegd regenwaterstructuurplan) De laatste reden voor een pragmatische aanpak is het begrip redelijkheid. De gemeente wil graag

52 Vandaar het advies is om de kosten voor rekening te laten komen van de gemeente. Door deze opstelling blijft de gemeente altijd redelijk, ook als zij kiest voor een handhavingstraject op basis van de nieuwe hemel- en grondwaterverordening als een bewoner weigert. Uitvoerend beleid zorgplicht grondwater. 4. Voorkomen dat grondwater de doel van een gebied structureel belemmert. Dit doel vormt de invulling van de zorgplicht voor het grondwater. Grondwater speelt tenslotte een belangrijke rol binnen de stedelijke openbare ruimte. De ruime omschrijving van dit doel is noodzakelijk omdat de oorzaken en oplossingen van grondwaterproblemen liggen op het grensvlak van stedelijk waterbeheer en ruimtelijke ordening. Op eigen terrein heeft de burger nadrukkelijk zelf een verantwoordelijkheid om het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. Grondwateroverlast wordt generiek veroorzaakt door een slechte ontwatering. Om grondwateroverlast te definiëren zijn er criteria nodig. Tot op heden ontbreekt het aan heldere criteria die aangeven wanneer sprake is van te hoge grondwaterstanden, wanneer wel of niet grondwater wordt ingezameld en hoe het overtollige grondwater vervolgens wordt verwerkt. Bij nieuwbouw bestaat vaak nog de mogelijkheid om een nieuwe ontwateringdiepte in te stellen. Voor grondwaterstanden bestaan echter geen wettelijke normen. Dit is begrijpelijk, omdat het grondwatersysteem complex is en zich niet eenvoudig laat sturen. Het vaststellen van de gewenste grondwaterstand is een bouwkundige, civieltechnische en financiële afweging. Dit verschilt als gevolg van de lokale omstandigheden en ambities per project. De gemeente Noordenveld hanteert voor het bouwrijp maken van nieuwe gebieden richtlijnen. Deze richtlijnen zijn gericht op het voorkomen van grondwateroverlast en het vasthouden van water in de bodem. Als ontwateringdiepte geldt: Openbare wegen: 0,7 meter Bouwgrond: 0,7 meter Openbare groenvoorzieningen: 0,5 meter wegas ' 2 0 m trottoir I 1 uocioir ^ vloer 0,20 m 0,70 m kruipruimte 0,50 m 0,90 m 0,20 m hoogst toelaatbare grondwaterstand (is gelijkgesteld aan GHG) 29

53 De ontwateringdiepte is het verschil tussen het maaiveld en de grondwaterstand tussen twee drainbuizen. Het bepalen van de lokale ontwateringdiepte is maatwerk, zo dient bijvoorbeeld ook rekening te worden gehouden met de bovenliggende beplanting. Het voorstel is om deze criteria als ook uitgangspunt te hanteren voor het bepalen van grondwateroverlast in bestaande situaties. Grondwater dat zich structureel boven deze gestelde ontwateringdiepte bevindt kan leiden tot structurele grondwateroverlast. Grondwateroverlast wordt als structureel beschouwd als er én te hoge grondwaterstanden zijn én meldingen over grondwateroverlast. Structureel te hoge grondwaterstanden treden op als de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) of de representatieve hoogste grondwaterstand (RHG) gedurende meerdere aaneengesloten jaren hoger is dan de gewenste grondwatersituatie. Voorwaarde voor het nemen van maatregelen is dat er negatieve gevolgen zijn. Er moet dus overlast worden ervaren door bewoners, bedrijven of gemeente (als beheerder van de openbare ruimte). Indien geen sprake is van structurele overlast, gaat de gemeente in beginsel geen structurele maatregelen treffen. Bijvoorbeeld indien door hevige regenbuien de grondwaterstand tijdelijk is gestegen waarbij overlast is opgetreden. In elk geval zijn ook in de gemeente Noordenveld locaties waarbij er misschien sprake is van grondwateroverlast. Bijvoorbeeld omdat er gebouwd is op (pot) kleigrond en het water niet weg kan. De ontwateringdiepte is een criterium om overlast te definiëren. Gezien de wijze waarop in het verleden gebouwd is, heeft de gemeente ook maar beperkte mogelijkheden om met terugwerkende kracht allerlei 'verkeerde' ontwateringdieptes te herstellen. Vandaar dat de gemeente niet met terugwerkende kracht verantwoordelijk is voor allerlei bestaande situaties. Alhoewel een aantal voorgestelde maatregelen wel positief ingrijpen op dergelijke bestaande situaties. Uitvoerend beleid grondwaterproblemen. Via een voorkeursvolgorde richt de gemeente zich op het zo min mogelijk verplaatsen van grondwater, ofwel een zogenaamde hydrologisch neutrale inrichting. De ontwikkelende partij moet bij (her)inrichting van het terrein naast het Bouwbesluit in een zo vroeg mogelijk stadium rekening houden met de voorkeursvolgorde. Rekening houden met de voorkeursvolgorde betekent dat ten eerste wordt gestreefd naar verhogen waar het kan, bouwkundige aanpassingen waar mogelijk en als laatste afvoeren waar nodig. Het bouwen op locaties met een goede ontwatering geniet uiteraard de voorkeur. De voorkeursvolgorde voor grondwater. 1. Verhogen waar het kan en verbeteren waar nodig Bij volledige (her)inrichting van de bovengrond is het terrein via geheel of gedeeltelijke ophoging hydrologisch neutraal ingericht. De bodem is zo optimaal mogelijk opgebouwd en storende lagen zijn vermeden. De omstandigheden bevorderen een vlot watertransport zodat geen kunstmatige voorzieningen nodig zijn. 2. Bouwkundig aanpassen waar mogelijk. Als verhogen of verbeteren niet kan of onvoldoende effect heeft zijn bouwkundige maatregelen nodig. Hierbij valt te denken aan kruipruimteloos bouwen, het aanbrengen van waterdichte vloeren of de beplanting aanpassen aan de ontwateringsituatie. Uitgangspunt is dat wordt voldaan aan het Bouwbesluit. 30

54 Het voorstel is om deze criteria als ook uitgangspunt te hanteren voor het bepalen van grondwateroverlast in bestaande situaties. Grondwater dat zich structureel boven deze gestelde ontwateringdiepte bevindt kan leiden tot structurele grondwateroverlast. Grondwateroverlast wordt als structureel beschouwd als er én te hoge grondwaterstanden zijn én meldingen over grondwateroverlast. Structureel te hoge grondwaterstanden treden op als de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) of de representatieve hoogste grondwaterstand (RHG) gedurende meerdere aaneengesloten jaren hoger is dan de gewenste grondwatersituatie. Voorwaarde voor het nemen van maatregelen is dat er negatieve gevolgen zijn. Er moet dus overlast worden ervaren door bewoners, bedrijven of gemeente (als beheerder van de openbare ruimte). Indien geen sprake is van structurele overlast, gaat de gemeente in beginsel geen structurele maatregelen treffen. Bijvoorbeeld indien door hevige regenbuien de grondwaterstand tijdelijk is gestegen waarbij overlast is opgetreden. In elk geval zijn ook in de gemeente Noordenveld locaties waarbij er misschien sprake is van grondwateroverlast. Bijvoorbeeld omdat er gebouwd is op (pot) kleigrond en het water niet weg kan. De ontwateringdiepte is een criterium om overlast te definiëren. Gezien de wijze waarop in het verleden gebouwd is, heeft de gemeente ook maar beperkte mogelijkheden om met terugwerkende kracht allerlei 'verkeerde' ontwateringdieptes te herstellen. Vandaar dat de gemeente niet met terugwerkende kracht verantwoordelijk is voor allerlei bestaande situaties. Alhoewel een aantal voorgestelde maatregelen wel positief ingrijpen op dergelijke bestaande situaties. Uitvoerend beleid grondwaterproblemen. Via een voorkeursvolgorde richt de gemeente zich op het zo min mogelijk verplaatsen van grondwater, ofwel een zogenaamde hydrologisch neutrale inrichting. De ontwikkelende partij moet bij (her)inrichting van het terrein naast het Bouwbesluit in een zo vroeg mogelijk stadium rekening houden met de voorkeursvolgorde. Rekening houden met de voorkeursvolgorde betekent dat ten eerste wordt gestreefd naar verhogen waar het kan, bouwkundige aanpassingen waar mogelijk en als laatste afvoeren waar nodig. Het bouwen op locaties met een goede ontwatering geniet uiteraard de voorkeur. De voorkeursvolgorde voor grondwater. 1. Verhogen waar het kan en verbeteren waar nodig Bij volledige (her)inrichting van de bovengrond is het terrein via geheel of gedeeltelijke ophoging hydrologisch neutraal ingericht. De bodem is zo optimaal mogelijk opgebouwd en storende lagen zijn vermeden. De omstandigheden bevorderen een vlot watertransport zodat geen kunstmatige voorzieningen nodig zijn. 2. Bouwkundig aanpassen waar mogelijk. Als verhogen of verbeteren niet kan of onvoldoende effect heeft zijn bouwkundige maatregelen nodig. Hierbij valt te denken aan kruipruimteloos bouwen, het aanbrengen van waterdichte vloeren of de beplanting aanpassen aan de ontwateringsituatie. Uitgangspunt is dat wordt voldaan aan het

55 3. Afvoeren waar nodig. Afvoer van grondwater is een laatste middel om het grondgebruik niet te belemmeren. Ervan uitgaande dat het grondwater van voldoende kwaliteit is wordt de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd voor de lozing ervan: 1. Bovengronds afvoeren naar oppervlaktewater. 2. Via hemelwaterriolering afvoeren naar oppervlaktewater. Als er geen andere mogelijkheid is blijft de lozing op een gemengd of vuilwaterriool over. Dit is de minst wenselijke situatie omdat dit grondwater bij de RWZI terechtkomt en het zuiveringsproces onnodig belast. Beleidsregels grondwaterproblemen. Voor de verschillende situaties, bestaand/nieuw, hanteert de gemeente de volgende beleidsregels. Bestaande situatie In geval van mogelijke grondwaterproblemen voert de gemeente een analyse uit aan de hand van het grondwatermeetnet of de gemiddeld hoogste gemeten grondwaterstand (GHG) boven of onder het gewenste ontwateringniveau ligt. Hierbij wordt de ontwateringrichtlijn voor nieuwbouw aangehouden. Ook wordt bekeken of het een incidentele melding betreft of dat meerdere meldingen een bepaald verband vertonen. Als de GHG lager is dan de ontwateringrichtlijn en de meldingen een incidenteel karakter hebben verricht de gemeente geen nader onderzoek. Indien de GHG hoger is dan de ontwateringrichtlijn of meldingen een structureel verband vertonen stelt de gemeente een onderzoek in. In dit onderzoek worden aspecten als de duur van de overschrijding, type bebouwing, wijze van isolatie, funderingstype en dergelijke in beschouwing genomen. Ook wordt de staat van de openbare voorzieningen onderzocht. Op basis van dit onderzoek beoordeelt de gemeente of sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand op particulier en/of openbaar terrein. Onder structureel nadelige gevolgen verstaat de gemeente: een omstandigheid die voor een langere termijn geldt en geen incidentele situatie betreft die bijvoorbeeld kan optreden na extreme neerslag. Bij een structureel grondwaterprobleem op particulier terrein wordt van de perceelseigenaar verwacht dat deze zelf de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt. De gemeente stelt de perceelseigenaar dan in staat om het overtollige grondwater te lozen op een openbare voorziening. Hierbij wordt de voorkeursvolgorde zoals beschreven in de vorige paragraaf aangehouden. Desgewenst adviseert en faciliteert de gemeente de perceelseigenaar om te komen tot een doelmatige oplossing. In geval van een structureel grondwaterprobleem op openbaar terrein treft de gemeente maatregelen tenzij een andere partij (waterschap, provincie, particulier) verantwoordelijk is voor het probleem, (zie hoofdstuk 2) Bij structureel nadelige gevolgen op zowel particulier als openbaar terrein streeft de gemeente naar een gezamenlijke en doelmatige oplossing. Bij herontwikkeling is er sprake van gedeeltelijke of gehele sloop en komt er vervangende nieuwbouw voor terug. De grondwaterhuishouding wijzigt mogelijk als gevolg van de ingreep in het gebied. De beleidsregels voor een herontwikkeling zijn in eerste instantie gelijk aan de beleidsregels voor nieuwbouw. Via een doelmatige afweging wordt per project bepaald of minder strenge ontwateringnormen noodzakelijk of mogelijk zijn. Vaker dan bij nieuwe ontwikkelingen zullen bouwkundige maatregelen nodig zijn om nieuwe overlastsituaties te voorkomen. 31

56 Omvang van de grondwaterproblematiek Het aantal locaties waar sprake is van mogelijke (grond-) wateroverlast is volgens de uitgevoerde inventarisatie van het Waterplan Gemeente Noordenveld beperkt. Op de 'Overzichtskaart (grond)wateroverlast Noordenveld' zijn de gebieden waar mogelijk sprake is van grondwateroverlast aangegeven (zie bijlage 5). Om grondwateroverlast te voorkomen houdt de gemeente een vinger aan de pols via de monitoring van de beschikbare grondwatermeetpunten en het meldingensysteem. Verder wordt ervan uitgegaan dat gemeente, waterschap en provincie elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen die de grondwaterstand significant beïnvloeden. Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld. Om de maatregelen ten behoeve van de in het komend GRP vastgestelde hemel- en grondwaterbeleid te kunnen uitvoeren moet de gemeente Noordenveld beschikken over een verordening afvoer hemelwater en grondwater. Deze verordening kan worden vastgesteld nadat de Raad heeft ingestemd met het komende GRP. In de 'Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld' is in concept de opzet van deze verordening weergegeven(zie bijlage 6). Uitvoerend beleid inzake het voorkomen van overlast in de breedste zin van het woord. 5. Voorkomen van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord). Het klimaat in Nederland veranderd. De zomers worden natter en de onweersbuien heviger. De capaciteit van de rioolstelsels is en blijft beperkt en als gevolg van deze klimaatsverandering zal er dus vaker sprake zijn van water op straat. Bewoners accepteren water op straat wanneer er sprake is van extreme regenval. Deze acceptatie is echter aan grenzen gebonden. Wateroverlast is de situatie waarbij er sprake is van aantasting van een of meer gebruiksfuncties waarbij er sprake is van ernstige hinder of schade. Wateroverlast is in de gemeente Noordenveld als volgt gedefinieerd: Er is sprake van (afval)wateroverlast indien: (afval)water afkomstig uit een rioolstelsel langer dan 4 uur op straat of in een tuin staat of indien dit in ernstige mate stinkt en/of er veel toiletpapier en andere visuele verontreinigingen in aanwezig zijn(volksgezondheidrisico); (afval)water via de straat huizen of gebouwen instroomt; (afval)water via toiletten overloopt; (afval)water doorgaande wegen en tunnels meer dan twee uur blokkeert; 32

57 grondwateroverlast aangegeven (zie bijlage 5). Om grondwateroverlast te voorkomen houdt de gemeente een vinger aan de pols via de monitoring van de beschikbare grondwatermeetpunten en het meldingensysteem. Verder wordt ervan uitgegaan dat gemeente, waterschap en provincie elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen die de grondwaterstand significant beïnvloeden. Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld. Om de maatregelen ten behoeve van de in het komend GRP vastgestelde hemel- en grondwaterbeleid te kunnen uitvoeren moet de gemeente Noordenveld beschikken over een verordening afvoer hemelwater en grondwater. Deze verordening kan worden vastgesteld nadat de Raad heeft ingestemd met het komende GRP. In de 'Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld' is in concept de opzet van deze verordening weergegeven(zie bijlage 6). Uitvoerend beleid inzake het voorkomen van overlast in de breedste zin van het woord. 5. Voorkomen van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord). Het klimaat in Nederland veranderd. De zomers worden natter en de onweersbuien heviger. De capaciteit van de rioolstelsels is en blijft beperkt en als gevolg van deze klimaatsverandering zal er dus vaker sprake zijn van water op straat. Bewoners accepteren water op straat wanneer er sprake is van extreme regenval. Deze acceptatie is echter aan grenzen gebonden. Wateroverlast is de situatie waarbij er sprake is van aantasting van een of meer gebruiksfuncties waarbij er sprake is van ernstige hinder of schade. Wateroverlast is in de gemeente Noordenveld als volgt gedefinieerd: Er is sprake van (afval)wateroverlast indien: (afval)water afkomstig uit een rioolstelsel langer dan 4 uur op straat of in een tuin staat of indien dit in ernstige mate stinkt en/of er veel toiletpapier en andere visuele verontreinigingen in aanwezig zijn(volksgezondheidrisico); (afval)water via de straat huizen of gebouwen instroomt; (afval)water via toiletten overloopt; (afval)water doorgaande wegen en tunnels meer dan twee uur blokkeert;

58 5. Toetsing huidige situatie en opgave Inleiding In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Daarna wordt de opgave beschreven die volgt uit het gestelde beleid. De toetsing van de huidige situatie is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen De huidige situatie is bepaald op basis van: het gemeentelijk rioleringsplan en de op grond daarvan uitgevoerde onderzoeken; beschikbare informatie over het functioneren van het watersysteem; de in het rioleringsbeheersysteem opgenomen gegevens van riolen, putten en inspecties. Zoals gezegd dient de zorg voor de gemeentelijke watertaken de volgende doelen: Doelen gemeentelijke watertaken. 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt. 2. Doelmatig inzamelen van regenwater (daar waar de perceelseigenaar redelijkerwijs niet in staat is dit zelf te doen). 3. Doelmatig verwerken van het ingezameld regenwater. 4. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. 5. Voorkomen van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord). Naast het meer juridisch beleidsmatig karakter van deze doelen, zoals in het vorige hoofdstuk weergegeven, moet ook een praktische uitvoering aan deze doelen gegeven worden. Feitelijk de kern van dit vgrp. In het voortraject van dit vgrp zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd om de maatregelen te bepalen. Het gaat hierbij om: 1. De onderzoeken die in het kader van de uitvoering van het RBW en de KRW gehouden zijn. Deze zijn leidend voor de invulling van de nieuwe zorgplichten. Het gaat hierbij om de stedelijke wateropgave (SWO) die laat zien waar mogelijk sprake is van wateroverlast/overstromingsgevaar in de toekomst en een globale inventarisatie van de grondwaterproblematiek in Noordenveld. 2. De basisrioleringplannen die gemaakt worden om het hydraulisch functioneren van het rioleringssysteem te beoordelen en aan te passen. 3. De invulling van de voor het regenwaterstructuurplan opgestelde afkoppelmaatregelen. De focus van de opgave van dit vgrp ligt op het gebied Roden- Nietap. Dit heeft twee redenen. In de eerste plaats zijn in Roden de meeste problemen te constateren aan het watersysteem. Met name de stedelijke wateropgave laat zien dat Roden het meest kwetsbaar is voor wateroverlast. In de tweede plaats is het de komende jaren de bedoeling om in het kader van de Intergemeentelijke Structuurvisie Leek- Roden (IGS) het landgoed Terheijl en haar omgeving te ontwikkelen. De waterparagraaf speelt hierin een belangrijke rol. Vanuit de zorgplichten dient dit vgrp faciliterend te zijn aan deze ontwikkeling. Op strategisch niveau is het de bedoeling om, in samenwerking met het waterschap Noorderzijlvest, een optimalisatiestudie uit te voeren. Het huidige afvalwater wordt getransporteerd naar de zuiveringinstallaties (RWZI's) van Tolbert en Eelde. Met behulp van een optimalisatiestudie wordt bekeken of de huidige inzamelstructuur moet worden aangepast. De uitkomsten van deze studie zijn belangrijk voor het volgende GRP. 33

59 5.2 Huidige situatie en opgave t.a.v. de zorgplicht van de inzameling van afvalwater Algemeen De huidige situatie is dat de gemeente bij is met haar rioleringsbeheer en dat de basisinspanning is behaald. Dit betekent voor de opgave ook een continuering van het bestaande beleid. Enerzijds betekent continuering van beleid dat bij nieuwbouw en vervanging van riolering de riolering gescheiden wordt aangelegd, anderzijds gaat het om het voortzetten van het zogenaamd effectief rioleringsbeheer. Tabel 6 Overzicht huidig stelsel Kentallen riolering Noordenveld 2012 Aantal Eenheid Vrijverval riolering gemengd VWA 188 km Vrijverval riolering gescheiden DWA 70 km Vrijverval riolering gescheiden RWA 43 km Totaal 301 km Riool inspectieputten st Overstorten 29 st Regenwater uitlaten 28 st Bergbezinkbassins 14 st Bergingsbassins 2 st Regenwaterbassins 2 st Drukriolering inzamelpersleiding 127 km Pompunits drukriolering 535 st Drukriolering transportleiding 11 km Rioolgemalen transport 49 st IB A's 68 st Straat en trottoirkolken st De gemeente beschikt over 301 km aan riolering met circa 6900 controleputten. De meest voorkomende diameter is 300mm. De diameter wordt bepaald aan de hand van berekeningen. Van de riolering is nog geen 1% ouder dan 60 jaar is. Aangezien elke buis na 60 jaar wordt vervangen staat de kwaliteit van de rioolbuizen er in Noordenveld goed voor. De rioolbuizen die nog wel ouder zijn dan 60 jaar, zijn voldoende van kwaliteit en zullen indien nodig conform de vervangingsplanning vervangen worden. Bij het vervangen van bestaand riool wordt zoveel mogelijk afvoerend verhard oppervlak afgekoppeld. Van de totale lengte aan riolering is 64% een gemengd stelsel (VWA), 13% RegenWaterAfvoer 5 (RWA) stelsel, 22% DroogWeerAfvoer (DWA) 6 stelsel en 7% persleidingen. Meer dan de helft van de rioolbuizen is gemaakt van beton. Beton is het materiaal met de meeste draagkracht. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van de riolering. In de gemeente Noordenveld ligt 138 km aan persleidingen. Persleidingen zijn buisleidingen waardoor het water met behulp van pompen wordt geperst. Het overgrote deel is gemaakt van PVC, omdat dit materiaal zich het beste leent voor persleidingen. In totaal zijn er kolken. Circa 2/3 van alle kolken is een trottoirkolk en 1/3 een straatkolk. 5 6 rioolstelsel waarmee uitsluitend regenwater wordt afgevoerd. rioolstelsel waarmee uitsluitend afvalwater wordt ingezameld en afgevoerd. 34

60 betekent continuering van beleid dat bij nieuwbouw en vervanging van riolering de riolering gescheiden wordt aangelegd, anderzijds gaat het om het voortzetten van het zogenaamd effectief rioleringsbeheer. Tabel 6 Overzicht huidig stelsel ' Vrijverval riolering gemengd VWA Vrijverval riolering gescheiden DWA Aantal] Eenheid [vwiljjs E?.ï??ffjffl Vrijverval riolering gescheiden RWA fefaflm km Totaal EHHI km k m Riool inspectieputten B W st Overstorten BwBl st Regenwater uitlaten EjSSfflffJ Bergbezinkbassins fc SlMM st EasM - Bergingsbassins Regenwaterbassins KsMMB st st Drukriolering inzamelpersleiding Im^9H km Pompunits drukriolering BMTËw Drukriolering transportleiding M M km Rioolgemalen transport RmflIB st IBA's Ü H st Straat en trottoirkolken mmkaai st De gemeente beschikt over 301 km aan riolering met circa 6900 controleputten. De meest voorkomende diameter is 300mm. De diameter wordt bepaald aan de hand van berekeningen. Van de riolering is nog geen 1% ouder dan 60 jaar is. Aangezien elke buis na 60 jaar wordt vervangen staat de kwaliteit van de rioolbuizen er in Noordenveld goed voor. De rioolbuizen die nog wel ouder zijn dan 60 jaar, zijn voldoende van kwaliteit en zullen indien nodig conform de vervangingsplanning vervangen worden. Bij het vervangen van bestaand riool wordt zoveel mogelijk afvoerend verhard oppervlak afgekoppeld. Van de totale lengte aan riolering is 64% een gemengd stelsel (VWA), 13% RegenWaterAfvoer 5 (RWA) stelsel, 22% DroogWeerAfvoer (DWA) 6 stelsel en 7% persleidingen. Meer dan de helft van de rioolbuizen is gemaakt van beton. Beton is het materiaal met de meeste draagkracht. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van de riolering. In de gemeente Noordenveld ligt 138 km aan persleidingen. Persleidingen zijn buisleidingen waardoor het water met behulp van pompen wordt geperst. Het overgrote deel is gemaakt van PVC, omdat dit materiaal zich het beste leent voor

61 5.2.2 Organisatie Het onderhoud en beheer van de riolering en is georganiseerd bij de binnendienst van de afdeling Openbare Werken. De maatregelen ten behoeve van het beheer, onderhoud, vervanging en verbetering van de riolering worden gepland door deze afdeling. De beheersystemen met betrekking tot het beheer van de riolering worden ook door deze afdeling bijgehouden. De organisatie rondom riolering en waterbeheer bestaat uit: een beleidsmedewerker; een beheerder en 4 man in de buitendienst; De mensen in de buitendienst houden zich bezig met het onderhoud aan de pompen en de gemalen. Daarnaast voert de gemeente Noordenveld het klachtenonderhoud voor het grootste gedeelte ook in eigen beheer uit (bijvoorbeeld als er een riool ontstopt moet worden). De beheerder houdt zich bezig met het uitbesteden van inspecties en onderhoud van de riolering en is inhoudelijk degene die het onderhoudswerk voor de buitendienst regelt. Daarnaast regelt de beheerder de vervanging van de riolering en zorgt ervoor dat dit afgestemd wordt met wegenonderhoud en de maatregelen die uitgevoerd moeten worden in het kader van de verkeersveiligheid. De beleidsmedewerker coördineert de speciale projecten en onderhoud als contactpersoon de contacten met onder andere het waterschap. Tevens verzorgt de beleidsmedewerker de rapportages. De klachtenregistratie is georganiseerd in het zogenaamde waterloket. Dit loket maakt deel uit van Gemeentelijk contact centrum (GCC) Maatregelen inzameling afval-en hemelwater Vervanging, renovatie, reparatie van vrijvervalriolen. Het tijdstip waarop de vrijvervalriolen moeten worden gerenoveerd of vervangen wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Op basis van de uitgevoerde inspecties en de verwerking van de inspectieresultaten in het rioolbeheersysteem is door de gemeente een vervangingsplanning opgesteld. In deze planperiode wordt naar verwachting ca.13 kilometer riool vervangen. De investering in deze planperiode is bepaald op gemiddeld per jaar. Bij vervanging van riolering zal per project worden onderzocht of het mogelijk is afvoerend oppervlak af te koppelen of om grondwatermaatregelen uit te voeren om zo bij te dragen aan het verminderen van de aanvoer van regenwater naar de zuivering. Verder wordt (voor zover mogelijk) afstemming gezocht met wegbeheer om zo efficiënt mogelijk te werken. Dit levert een kostenbesparing op. 35

62 3000 Prognose vervanging vrijvervalriolen S00 e i t! looo % c M G1S-J '20H 2Qï5'2Q QW periode Figuur: Prognose vervanging of reparatie vrijvervalriolering Onderhoud van drukriolering. In deze planperiode zal extra aandacht worden besteed aan het opsporen van aansluitingen van hemelwater op drukriolering. Dit veroorzaakt onnodige draaiuren van pompen en een extra belasting van ontvangende rioolstelsels. Drukriolering is een systeem dat niet bedoeld is voor het transport van hemelwater. Voor de vervanging van het bouwkundig deel van gemalen, druk- en vacuümriolering en persleidingen is uitgegaan van een technische levensduur van 40 jaar. Het mechanisch/elektrisch deel van pompen gaat gemiddeld 15 jaar mee. Dit is wat gunstiger dan in het voorgaande GRP werd aangenomen. Gemalen en drukunits worden tenminste 1 maal per jaar gecontroleerd en gereinigd. De Individuele systemen voor Behandeling van het Afvalwater (IBA's) zijn in beheer en onderhoud bij het waterschap. Klein onderhoud. Om een goede afstroming in de vrijvervalriolen te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud nodig. Gemiddeld wordt gemiddeld 1x per 7 jaar de riolering gereinigd, dit betekent ruim 33 kilometer per jaar. Regenwaterriolen worden eveneens 1 x per 7 jaar worden gereinigd. De kolken worden 2 maal per jaar gereinigd. Het riool- en kolkenslib wordt volgens de daarvoor geldende regels verwerkt. Stortkosten voor rioolslib vrijgekomen bij reiniging en inspectie zijn meegenomen in de kostenberekening. De kosten voor het reinigen van persleidingen zijn PM gesteld omdat dit in de praktijk slechts zelden voorkomt. Naast de bovengenoemde maatregelen zijn er diverse kleinschalige maatregelen die het functioneren van het rioleringssysteem moeten waarborgen. Het betreft bijvoorbeeld het vervangen van kapotte putdeksels, het gangbaar houden van schuiven en kleppen, energiekosten, telefoonkosten, personele kosten, etc. Deze kosten vallen onder de post exploitatiekosten. Verbetering hydraulisch en milieutechnisch functioneren. Dit betreft investeringen die noodzakelijk zijn om de rioolstelsels te optimaliseren. Die zijn namelijk op basis van theoretische modellering ontworpen. In de praktijk blijken er altijd optimalisaties aan het functioneren van de rioolstelsels mogelijk en noodzakelijk. Als de basisinspanning is gerealiseerd hoeft dit niet te betekenen dat er vervolgens geen maatregelen meer aan het rioolstelsel hoeven te worden genomen. Als met de basisinspanning de gewenste 36

63 5-S tl» I- I 1500? Kit* i * 1000 *V*3^Tw>J^tVThft>\1f»rri friixat*ii*'é*j soo, Ï periode f Figuur: Prognose vervanging of reparatie vrijvervalriolering Onderhoud van drukriolering. In deze planperiode zal extra aandacht worden besteed aan het opsporen van aansluitingen van hemelwater op drukriolering. Dit veroorzaakt onnodige draaiuren van pompen en een extra belasting van ontvangende rioolstelsels. Drukriolering is een systeem dat niet bedoeld is voor het transport van hemelwater. Voor de vervanging van het bouwkundig deel van gemalen, druk- en vacuümriolering en persleidingen is uitgegaan van een technische levensduur van 40 jaar. Het mechanisch/elektrisch deel van pompen gaat gemiddeld 15 jaar mee. Dit is wat gunstiger dan in het voorgaande GRP werd aangenomen. Gemalen en drukunits worden tenminste 1 maal per jaar gecontroleerd en gereinigd. De Individuele systemen voor Behandeling van het Afvalwater (IBA's) zijn in beheer en onderhoud bij het waterschap. Klein onderhoud. Om een goede afstroming in de vrijvervalriolen te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud nodig. Gemiddeld wordt gemiddeld 1x per 7 jaar de riolering gereinigd, dit betekent ruim 33 kilometer per jaar. Regenwaterriolen worden eveneens 1 x per 7 jaar worden gereinigd. De kolken worden 2 maal per jaar gereinigd. Het riool- en kolkenslib wordt volgens de daarvoor geldende regels verwerkt. Stortkosten voor rioolslib vrijgekomen bij reiniging en inspectie zijn meegenomen in de kostenberekening. De kosten voor het reinigen van persleidingen zijn PM gesteld omdat dit in de praktijk slechts zelden voorkomt. Naast de bovengenoemde maatregelen zijn er diverse kleinschalige maatregelen die het functioneren van het rioleringssysteem moeten waarborgen. Het betreft bijvoorbeeld het vervangen van kapotte putdeksels, het gangbaar houden van schuiven en kleppen, energiekosten, telefoonkosten, personele kosten, etc. Deze kosten vallen onder de post exploitatiekosten. Verbetering hydraulisch en milieutechnisch functioneren. Dit betreft investeringen die noodzakelijk zijn om de rioolstelsels te optimaliseren. Die zijn

64 waterkwaliteit niet kan worden gehaald kan het waterschap aanvullende eisen stellen. Het totaal van de investeringen t.b.v. verbeteringsmaatregelen is bepaald op jaarlijks ,-- Beheer. Rioleringsbeheer houdt onder andere in dat er regelmatig onderzoeken gedaan wordt naar het hydraulisch functioneren. Hydraulische berekeningen zijn nodig om inzicht te krijgen in het functioneren van het rioolstelsel tijdens hevige regenval. Deze planperiode is herziening van de basisrioleringplannen Nietap en Veenhuizen gepland. Met de komst van de nieuwe Waterwet vervalt de meetverplichting op grond van de Wvo-vergunning voor de individuele gemeente om de overstort frequenties te registreren. Meten en monitoren in de afvalwaterketen wordt daarmee een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten en de waterschappen. Goede meetdata zijn belangrijk voor studies gericht op ketenoptimalisaties. De gemeente maakt deel uit van de projectgroep Meetplan Drenthe II. Deze bestaat uit zeven Drentse gemeenten, drie waterschappen en de provincie Drenthe. De bedoeling van dit project is een gezamenlijk meetplan. Voor inspectie vanuit het riool met de rijdende tv-camera wordt een frequentie aangehouden van 1x per 14 jaar. Hierbij vindt afstemming plaats met de reiniging van de riolering, waarvan de frequentie 1x per 7 jaar bedraagt. Inspectie zal zich richten op riolen ouder dan 30 jaar en riolen die in combinatie met wegreconstructies mogelijk gelijktijdig kunnen worden vervangen. In deze planperiode betreft het naar schatting ca.72 kilometer te inspecteren riool. 5.3 Inventarisatie en opgave hemelwater zorgplicht De zorgplicht voor het hemelwater dient praktisch vormgegeven te worden. In de bestuursakkoorden (NBW/RBW7) is vastgelegd dat moet worden ingespeeld op de verwachte klimaatsverandering: Het watersysteem moet robuust worden gemaakt. Daarom is de realisatie van extra berging, de stedelijke wateropgave, noodzakelijk. In het verleden zijn de afspraken voor de gemeente volgend uit de Kader Richtlijn Water als uitgangspunt gekozen voor het te volgen beleid. De gemeente Noordenveld heeft een verplichting op zich genomen om de komende jaren 15.4 ha af te koppelen om te voldoen aan de Kader Richtlijn Water. In principe is het al standaard beleid om bij vervanging van gemengd riool, meteen een gescheiden riool aan te leggen. ( per jaar) Echter vanwege de resultaten die volgden uit de berekende stedelijke wateropgave is gebleken dat een intensivering van het hemelwaterbeleid vooral in de kern van Roden nodig is om in de toekomst wateroverlast situaties te voorkomen. Vooralsnog richten de maatregelen zich de komende jaren op de meest noodzakelijke investeringen. De overzichtskaart "Stedelijke wateropgave Roden" geeft aan om welke hoeveelheden water het gaat. ( zie bijlage 7) Voor de overige kernen hebben de resultaten van de SWO niet zulke grote gevolgen dat deze direct wateroverlast tot gevolg zouden hebben. Dit heeft met name te maken met ligging van een oud dorp zoals Norg, dat gelegen is op een zandkop. Ondanks dat er wel degelijk sprake is van een bergingsopgave is de kans op economische schade veel beperkter. Ten aanzien van het dorp Roden is het van belang om zoveel mogelijk meters verhard oppervlak effectief af te koppelen, mede omdat de mogelijkheden voor berging beperkt zijn. Deze investeringen betreffen de maatregelen voor waterberging volgend uit het aantal percelen dat naar 37

65 aanleiding van het opgestelde regenwater-structuurplan afgekoppeld wordt. Immers afgekoppeld hemelwater moet geborgen worden in eerste instantie. Voor de kern Roden is aan de kant van Ter Heyl voorzien in de aanleg van een waterberging van circa m3 Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is bij de Zulther Bitse voorzien in de aanleg van een waterberging van circa m3. De investering is geraamd op Ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden zal bestaande bebouwing worden afgekoppeld. Hierbij zal alleen die bebouwing worden afgekoppeld waarbij de inspanning in verhouding staat tot opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan voor nog af te koppelen bestaande bebouwing worden voor de komende jaren geschat op een totaal van 1,8 miljoen euro. Zie onderstaand schema. Tabel 7 Afkoppelgebieden Roden en Nietap Kern WIJK aantal percelen Kosten bij 750 /perceel Jaar van uitvoering Gerelateerd bebouwd opp m2 Nietap Nietap Roden A. Schweitzerpltsn / Roden Bomenbuurt Noord Roden Bomenbuurt Zuid Roden Zultherveld Roden Zultherveld Roden Zultherveld Roden Boslaan e.o Roden Oudgenoegstr e.o Roden Naardingpltsn e.o Roden Nieuw Roden deel Roden v.d. Leeuw pltsn e.o Roden Rozenhof de Hullen Roden Groenestein e.o Een investering die regelrecht volgt uit de SWO is het maken van een berging voor de kern Nietap. Dit punt wordt nu al als een knelpunt ervaren. Bij hevige regenval is er nu al sprake van "natte voeten". De toekomst voorspeld erger, zeker met de in aanbouw zijnde parkeerplaats. De investering betreft de aanleg van een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Tot slot is er voor een aantal jaren extra per jaar opgenomen voor het uitvoeren van de stedelijke wateropgave. Het totale overzicht met betrekking tot de maatregelen volgend uit de stedelijke wateropgave is er nog niet. Een en ander hangt samen met de geplande strategische optimalisatiestudie waar gemeenten en waterschap gezamenlijk optrekken. Het waterschap Noorderzijlvest heeft met betrekking tot de stedelijke wateropgave haar plannen tot op provinciaal niveau opgeschaald. Men wil in samenwerking met alle Drentse en Groningse gemeenten die tot haar stroomgebied behoren samenwerken om de totale stedelijke wateropgave 38

66 circa m3 Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is bij de Zulther Bitse voorzien in de aanleg van een waterberging van circa m3. De investering is geraamd op Ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden zal bestaande bebouwing worden afgekoppeld. Hierbij zal alleen die bebouwing worden afgekoppeld waarbij de inspanning in verhouding staat tot opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan voor nog af te koppelen bestaande bebouwing worden voor de komende jaren geschat op een totaal van 1,8 miljoen euro. Zie onderstaand schema. Tabel 7 Afkoppelgebieden Roden en Nietap jpss! Nietap Nietap Roden A. Schweitzerpltsn / Roden Bomenbuurt Noord Roden Bomenbuurt Zuid Roden Zultherveld Roden Zultherveld Roden Zultherveld Roden Boslaan e.o Roden Oudgenoegstr e.o Roden Naardingpltsn e.o Roden Nieuw Roden deel Roden v.d. Leeuw pltsn e.o Roden Rozenhof de Hullen Roden Groenestein e.o SST Een investering die regelrecht volgt uit de SWO is het maken van een berging voor de kern Nietap. Dit punt wordt nu al als een knelpunt ervaren. Bij hevige regenval is er nu al sprake van "natte voeten". De toekomst voorspeld erger, zeker met de in aanbouw zijnde parkeerplaats. De investering betreft de aanleg van een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Tot slot is er voor een aantal jaren extra per jaar opgenomen voor het uitvoeren van de stedelijke wateropgave. Het totale overzicht met betrekking tot de maatregelen volgend uit de

67 in het gebied op te pakken. In die zin heeft het waterschap haar horizon verlegd naar Om toch te kunnen voorzien in de meest noodzakelijke projecten, die mogelijk nog opkomen is er per jaar extra opgenomen. 5.4 Inventarisatie en opgave grondwater zorgplicht. Tijdens het opstellen van het Waterplan is geconstateerd dat in de gemeente Noordenveld (grond)wateroverlast in een aantal gebieden als probleem wordt ervaren door bewoners. Er is als onderdeel van het waterplan een inventarisatie van (grond)wateroverlast uitgevoerd. Op basis van de aard van de klachten zijn voor de kernen Roden, Peize en Veenhuizen de locaties en de mogelijke oorzaken van wateroverlast geïnventariseerd. Op de bijgevoegde kaart in bijlage 5 zijn de kernen weergegeven met daarop de knelpunten ten aanzien van wateroverlast. Ook is op de kaarten aangegeven waar de gemeente reeds maatregelen heeft getroffen om de wateroverlast te verminderen. Op basis van de bevindingen van de inventarisatie kan geconcludeerd worden dat voor de gebieden Roden, Peize en Veenhuizen verschillende oorzaken aan de aard van de klachten ten grondslag liggen. De belangrijkste oorzaken zijn: het voorkomen van ondiepe keileem in Roden en Peize; de verstoorde oppervlaktewater/ greppelsystemen in de bestaande wijken demping van watergangen en greppels; slecht onderhoud van de watergangen en greppels door bewoners; verstoring van de bodem in nieuwbouwwijken opbrenging van slechtdoorlatende grond; verstoring van de aanwezige drainage tijdens het bouwrijp maken. Uit analyse van de grondwaterstanden is geen stijgende of dalende trend waar te nemen van de regionale grondwaterstand in de gebieden de afgelopen 50 jaar. Er is dus geen sprake van grondwateroverlast, maar van schijngrondwaterstanden. Gebleken is dat sloten en greppels veelal op particuliere terreinen liggen en dat de gemeente slecht kan toezien op het onderhoud van de watergangen en greppels door de bewoners. Het is de taak van de bewoners zelf om de greppels te onderhouden voor een goede afwatering van de percelen. Bij de gemeente is een aantal klachten met betrekking tot grondwater geregistreerd. Het gaat hierbij om zeer verschillende klachten. Voor het bepalen van gerichte oplossingen is nader gebiedsgericht onderzoek nodig. Hierbij kan gedacht worden aan het uitvoeren van bodemkundig hydrologisch onderzoek naar de verstoorde/storende lagen. Voor een groot deel van Roden is leem en klei binnen 2 meter onder het maaiveld aangetroffen. Door de aanwezigheid van keileem kan regenwater niet infiltreren in de bodem. Op een aantal locaties heeft de gemeente maatregelen getroffen om wateroverlast te beperken. In een aantal wijken is drainage aangelegd (Peize) en zijn drainagegemalen geplaatst en in Veenhuizen is een wadisysteem aangelegd ter plaatse van de gedempte afwateringssloot. Daarnaast worden bij herstructureringsplannen zoveel mogelijk gescheiden rioolstelsels aangelegd en regenwater afgekoppeld van het rioolstelsel. 39

68 Uiteraard zullen zoveel mogelijk maatregelen gecombineerd worden. Als percelen afgekoppeld worden za! zoveel mogelijk getracht worden om eventuele grondwater problemen die er spelen mee te nemen. In het geval er wordt geconstateerd dat er daadwerkelijk sprake is van structurele grondwateroverlast zal bekeken worden of het perceel onderdeel is van een af te koppelen gebied. Als dit het geval is kan de aan te leggen hemelwateraansluiting ook gebuikt worden voor de afvoer van overtollig grondwater. 40

69 gebied. Als dit het geval is kan de aan te leggen hemelwateraansluiting ook gebuikt worden voor de afvoer van overtollig grondwater.

70 6. Middelen en kostendekkingsplan vgrp Inleiding Op basis van hetgeen besproken is in de vorige hoofdstukken wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe het kostendekkingsplan van dit vgrp eruit ziet als alle zaken zoals besproken geëffectueerd worden. Het kostendekkingsplan bestaat uit een aantal onderdelen. Dit zijn de reguliere exploitatie, de te realiseren investeringen en de financieel technische afwikkeling waaronder de compensatie voor het btw gedeelte en de ontwikkeling van de reserve. De bijgevoegde overzichten laten zien dat de totaal berekening van de heffing de komende 4 jaar leidt tot een stabiele ontwikkeling van de verbrede rioolheffing. Naast de normale investeringen die gepaard gaan met de vervanging van oude kapotte rioolstrengen en rioolgemalen worden alleen de genoemde investeringen in dit vgrp meegenomen voor de komende vier jaar. O De basis van de nieuwe rioolheffing is de nieuwe Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Belangrijk verschil is echter dat de nieuwe verbrede rioolheffing niet het karakter heeft van een individuele dienstverlening zoals dat bij het rioolrecht wel het geval was. De verbrede zorgplicht is gericht op collectieve maatregelen. Gemeenten hebben zoals bekend, een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om de taakverbreding te kunnen financieren is het rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. 6.2 De exploitatie De exploitatie bestaat uit diverse onderdelen. De exploitatie richt zich op de uitgaven die te maken hebben met het operationeel beheer van het rioleringssysteem. Met de invoering van de nieuwe rioolheffing zijn de kosten die te maken hebben met het beheren van de schouwsloten ook onder de nieuwe heffing gebracht. Dit levert het volgende plaatje op voor de komende jaren. Tabel 8 Overzicht exploitatie inspectie en reiniging vrijverval Klein onderhoud vrijverval Inspectie en reiniging drukriool Klein onderhoud drukriool Inspectie en reinigina aemalen Klein onderhoud gemalen Inspectie en reiniging randvoorz Klein onderhoud randvoorz onderhoud iba's onderhoud kolken service taken riolering overige taken en beleidsadv Schouwsloten De meeste posten betreffen onderhoudsposten voor de verschillende onderdelen van het rioleringsysteem. 41

71 De post service taken riolering heeft betrekking op het klachtenonderhoud. Uit de post overige taken en beleidsadvisering worden de onderzoeken en de hydraulische berekeningen voor het maken van bijvoorbeeld de BRP's en de stedelijke wateropgave bekostigd Voor het overige bestaan de kosten voornamelijk het doen van inspecties, reiniging en klein onderhoud. De toelichting op deze posten is weergegeven in de paragraaf Maatregelen inzameling afvalen hemelwater en het kostendekkingsplan bijlage De investeringen Het kostendekkingsplan bestaat uit diverse onderdelen waarin geïnvesteerd moet worden. Het gaat om de bedragen die zowel verband houden met de vervanging van riolering, als ook de bedragen die gerelateerd zijn aan de nieuwe zorgplichten. De bedragen van de diverse onderdelen zijn op zich al afgestemd op hetgeen verantwoord is in het kader van effectief rioolbeheer. Anderzijds is er ook rekening gehouden met het gewenste werkvolume dat door de afdeling Openbare werken gerealiseerd kan worden. De onderdelen betreffen: Onderdeel vrijverval Dit betreft de noodzakelijke investeringen voor het vervangen van bestaande vrijvervalriolering. Met behulp van het beheersysteem (GBI) wordt voor elk jaar een vervangingsprogramma opgesteld. De jaarschijf fluctueert altijd rond de per jaar. Onderdeel gemalen, drukriolering en IBA's: Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en incidenteel bouwkundige onderdelen van drukrioolpompunits en IBA's in het buitengebied. Tabel 9 Investeringen gemalen Investeringsbedrag Afschrijving ( 15 j) vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen Tabel 10 Investeringen drukriolering en IBA's Investeringsbedrag Afschrijving ( 15 j) vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen Onderdeel afkoppelen afvoerend oppervlak. Ter invulling van de Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft de gemeente een afkoppelopgave. In veel gevallen worden hiervoor regenwaterriolen aangelegd in combinatie met de vervanging van bestaande riolering. Elk jaar wordt voor eenzelfde bedrag ( ) meegelift met de jaarschijf voor het vervangen van de riolering. Ook worden er los van het vervangingsprogramma projecten uitgevoerd om verhard oppervlak af te koppelen. Alle afgekoppelde en af te koppelen gebieden zijn voor Roden en Nietap in kaart gebracht in het bijgevoegde regenwaterstructuurplan. In deze gebieden zal bestaande bebouwing worden afgekoppeld. Hierbij zal alleen die bebouwing worden afgekoppeld waarbij de inspanning in verhouding staat tot opbrengst. De investeringen volgend uit het Regenwaterstructuurplan voor 42

72 toelichting op deze posten is weergegeven in de paragraaf Maatregelen inzameling afvalen hemelwater en het kostendekkingsplan bijlage De investeringen Het kostendekkingsplan bestaat uit diverse onderdelen waarin geïnvesteerd moet worden. Het gaat om de bedragen die zowel verband houden met de vervanging van riolering, als ook de bedragen die gerelateerd zijn aan de nieuwe zorgplichten. De bedragen van de diverse onderdelen zijn op zich al afgestemd op hetgeen verantwoord is in het kader van effectief rioolbeheer. Anderzijds is er ook rekening gehouden met het gewenste werkvolume dat door de afdeling Openbare werken gerealiseerd kan worden. De onderdelen betreffen: Onderdeel vrijverval Dit betreft de noodzakelijke investeringen voor het vervangen van bestaande vrijvervalriolering. Met behulp van het beheersysteem (GBI) wordt voor elk jaar een vervangingsprogramma opgesteld. De jaarschijf fluctueert altijd rond de per jaar. Onderdeel gemalen, drukriolering en IBA's: Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en incidenteel bouwkundige onderdelen van drukrioolpompunits en IBA's in het buitengebied. Tabel 9 Investeringen gemalen vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen Tabel 10 Investeringen drukriolering en IBA's vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen vervangingen Onderdeel afkoppelen afvoerend oppervlak. Ter invulling van de Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft de gemeente een afkoppelopgave. In veel gevallen worden hiervoor regenwaterriolen aangelegd in combinatie met de vervanging van bestaande riolering. Elk jaar wordt voor eenzelfde bedrag ( ) meegelift met de jaarschijf voor het vervangen van de riolering. Ook worden er los van het vervangingsprogramma projecten iiitno\/norh nm vprharh nnnerulak af tp knnnfilen

73 nog af te koppelen bestaande bebouwing worden voor de komende jaren geschat op een totaal van 1,8 miljoen euro. Tabel 11 Investeringen afkoppelen Afkoppelen particulier verhard oppervlak Investeringsbedrag Afschrijving ( 40 j) Roden Roden Roden Roden Roden Roden Roden/ Norg/Peize Onderdeel stedelijke wateropgave/grondwater. Het hemelwater dat afgekoppeld wordt, dient opgevangen te worden, zodat het gradueel opgenomen wordt in het watersysteem. Voor de kern Nietap is in deze planperiode voorzien in de aanleg van een waterberging van circa 3000 m3 aan de zuidkant van Nietap. Het project wordt gezamenlijk met de gemeente Leek en waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Voor de kern Roden is aan de kant van Terheijl voorzien in de aanleg van een waterberging van circa m3 Het project wordt gezamenlijk met waterschap Noorderzijlvest opgezet en de investering is geraamd op Ook voor de kern Roden is bij de Zulther Bitse voorzien in de aanleg van een waterberging van circa m3. De investering is geraamd op en ook hier wordt samengewerkt met het waterschap. Tabel 12 Stedelijke wateropgave / grondwater Investeringsbedrag Afschrijving ( 40 j) Leek /Nietap Waterberging Roden Waterberging Roden Het waterschap Noorderzijlvest heeft met betrekking tot de stedelijke wateropgave haar plannen tot op provinciaal niveau opgeschaald. Men wil in samenwerking met alle Drentse en Groningse gemeenten die tot haar stroomgebied behoren samenwerken om de totale stedelijke wateropgave in het gebied op te pakken. In die zin heeft het waterschap haar horizon verlegd naar Om toch te kunnen voorzien in de meest noodzakelijke projecten, die mogelijk nog opkomen is er per jaar extra opgenomen. Onderdeel hydraulische maatregelen. Dit betreft investeringen die noodzakelijk zijn om de rioolstelsels te optimaliseren. Die zijn namelijk op basis van theoretische modellering ontworpen. In de praktijk blijken er altijd optimalisaties aan het functioneren van de rioolstelsels mogelijk en noodzakelijk. Hiervoor wordt er onder andere een bedrag van per jaar meegenomen in dit vgrp. 43

74 Tabel 13 Totaaloverzicht lasten Totaal overzicht lasten Kapitaallasten Totaal exploitatie +schouwsloten Totalen investeringen BTW compensatie Mutatie reserve Totaal opbrengst verbrede rioolheffing Stijging percentage 0,0 0,0 0,8 1,8 3,7 De stijging blijft beperkt alhoewel er wel sprake is van een continue bijdrage van de egalisatievoorziening aan de exploitatie de komend 10 jaar. Vooralsnog is het dekkingsplan voor de komende 4 jaar neutraal te noemen. Gezien de ervaringen vanuit het verleden en het beperkte zicht op de gebiedsontwikkelingen met betrekking tot de verdere uitwerking van de stedelijke wateropgave, kiezen we voor deze opzet. 6.4 Het kostendekkingsplan GRP Het kostendekkingsplan is opgebouwd uit de optelsom van: De kapitaallasten volgend uit de gerealiseerde investeringen; De exploitatiekosten (incluis de kosten onderhoud schouwsloten); De kapitaallasten volgend uit de geplande investeringen van dit vgrp; De verplichte component als gevolg van het instellen van het BTW compensatiefonds. Deze optelsom wordt geëgaliseerd doormiddel van mutaties op de bestemmingsreserve riolering. Het kostendekkingsplan is toegevoegd als bijlage 8 44

75 Kapitaallasten Totaal exploitatie +schouwsloten Totalen investeringen BTW compensatie Mutatie reserve ,525 De stijging blijft beperkt alhoewel er wel sprake is van een continue bijdrage van de egalisatievoorziening aan de exploitatie de komend 10 jaar. Vooralsnog is het dekkingsplan voor de komende 4 jaar neutraal te noemen. Gezien de ervaringen vanuit het verleden en het beperkte zicht op de gebiedsontwikkelingen met betrekking tot de verdere uitwerking van de stedelijke wateropgave, kiezen we voor deze opzet. 6.4 Het kostendekkingsplan GRP Het kostendekkingsplan is opgebouwd uit de optelsom van: De kapitaallasten volgend uit de gerealiseerde investeringen; De exploitatiekosten (incluis de kosten onderhoud schouwsloten); De kapitaallasten volgend uit de geplande investeringen van dit vgrp; De verplichte component als gevolg van het instellen van het BTW compensatiefonds. Deze optelsom wordt geëgaliseerd doormiddel van mutaties op de bestemmingsreserve riolering. Het kostendekkingsplan is toegevoegd als bijlage 8

76 Verklarende woordenlijst Aansluitvergunning Vergunning voor het overdragen van het op gemeentelijk gebied ingezamelde rioolwater op een zuiveringstechnisch werk van de waterkwaliteitsbeheerder. Aantasting Een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen. Afkoppelen Het hemelwater, afkomstig van verhard oppervlak, niet langer lozen op de riolering, maar op een andere wijze verwerken (hergebruik, infiltratie, lozing op oppervlaktewater). Afvalwater Verontreinigd water dat wordt geloosd door huishoudens, bedrijven en instellingen. Afvalwatersysteem Stelsel via welke uitsluitend afvalwater wordt ingezameld en afgevoerd. Ook wel 'dwa-stelsel' of vuilwaterstelsel genoemd. Afzetting Aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur. Basisinspanning De minimumeisen waaraan een rioolstelsel moet voldoen op het gebied van berging (inclusief randvoorzieningen) en pompovercapaciteit. De richtlijnen worden door de waterkwaliteitsbeheerder vastgesteld. Basisrioleringsplan Plan (BRP) waarin op gedetailleerde wijze wordt aangegeven hoe de inzameling en afvoer van afvalwater en neerslag binnen een bepaald gebied dient te geschieden. Bemalingsgebied Een gebied dat door één rioolgemaal wordt bemalen. Bij drukriolering het totale gebied dat op het systeem van pompputjes is aangesloten. Bergbezinkbassin (BBB) Vuilreducerende randvoorziening met zowel een bergings- als een bezinkingsfunctie, in de vorm van een betonnen bassin, gelegen achter de overstorten. Berging Nuttige inhoud van een rioolstelsel uitgedrukt in m3, of uitgedrukt in relatie tot het aangesloten afvoerend oppervlak (mm). Onderscheid wordt gemaakt tussen statische berging, dynamische berging, verloren berging en berging op straat Droogweerafvoer (dwa) Het totaal aan afvalwater dat via de riolering wordt afgevoerd. Duurzaam waterbeheer Problemen in de waterhuishouding mogen niet doorgeschoven worden naar de toekomst, naar andere ruimten of andere milieucompartimenten (bijvoorbeeld: waterzuivering mag geen lucht- of bodemverontreiniging veroorzaken). Drie invalshoeken worden gebruikt om de verschillende aspecten van een duurzaam waterbeheer inzichtelijk te maken. Stromen: het volgen van de 45

77 waterstroom van bron, gebruiker tot en met afvoer. De gemeente kan op lokaal niveau de stromen beïnvloeden door het voorkomen van vervuiling van waterbronnen en een goed functionerend rioolstelsel. Gebieden: beïnvloeden van de waterhuishouding door inrichting en beheer van gebieden. Voorbeelden op wijkniveau zijn de inrichting van een goed functionerend rioolstelsel, retentiemogelijkheden om piekaf voeren tegen te gaan en groenvoorzieningen. Actoren: collega-waterbeheerders en 'gebruikers'. Een goede organisatie en afstemming tussen organisaties en instellingen die betrokken zijn bij het watersysteem bevordert een effectieve en efficiënte samenwerking. Drukriolering Inzameling van afvalwater, via een systeem van pompputten en persleidingen. Hierbij wordt uitsluitend afvalwater door pompunits via (kleine) persleidingen naar het dichtstbijzijnde vrijvervalriool geperst. Toepassingen hoofdzakelijk in buitengebieden. Hemelwater van percelen in het buitengebied mag niet via drukriolering worden afgevoerd, maar moet ter plaatse worden opgevangen. Het hemelwater mag worden hergebruikt, geïnfiltreerd in de bodem of rechtstreeks worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Dynamische berging De hoeveelheid water die in de riolering kan worden geborgen, gelegen boven het niveau van de laagst gelegen overstortdrempel en dat niet via de overstort tot afstroming (overstorting) komt. Emissiespoor Onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terug brengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit. Externe overstort Rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel. Gemengd rioolstelsel Rioolstelsel waarbij afvalwater en hemelwater door hetzelfde buizenstelsel wordt ingezameld en afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Gescheiden rioolstelsel Rioolstelsel waarbij afvalwater en hemelwater door afzonderlijke buizenstelsels (of andere systemen) wordt ingezameld. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of (al dan niet vertraagd) afgevoerd naar oppervlaktewater. Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeenten zijn volgens de Wet milieubeheer verplicht een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) op te stellen. In dit plan is de visie van de gemeente vastgelegd met betrekking tot het aanleggen van een geoptimaliseerd rioolstelsel en het zorgvuldig beheren van dit stelsel. Hemelwaterafvoer (hwa) Het totaal aan hemelwater dat via de riolering wordt afgevoerd. 46

78 inrichting en beheer van gebieden. Voorbeelden op wijkniveau zijn de inrichting van een goed functionerend rioolstelsel, retentiemogelijkheden om piekafvoeren tegen te gaan en groenvoorzieningen. Actoren: collega-waterbeheerders en 'gebruikers'. Een goede organisatie en afstemming tussen organisaties en instellingen die betrokken zijn bij het watersysteem bevordert een effectieve en efficiënte samenwerking. Drukriolering Inzameling van afvalwater, via een systeem van pompputten en persleidingen. Hierbij wordt uitsluitend afvalwater door pompunits via (kleine) persleidingen naar het dichtstbijzijnde vrijvervalriool geperst. Toepassingen hoofdzakelijk in buitengebieden. Hemelwater van percelen in het buitengebied mag niet via drukriolering worden afgevoerd, maar moet ter plaatse worden opgevangen. Het hemelwater mag worden hergebruikt, geïnfiltreerd in de bodem of rechtstreeks worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Dynamische berging De hoeveelheid water die in de riolering kan worden geborgen, gelegen boven het niveau van de laagst gelegen overstortdrempel en dat niet via de overstort tot afstroming (overstorting) komt. Emissiespoor Onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terug brengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit. Externe overstort Rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel. Gemengd rioolstelsel Rioolstelsel waarbij afvalwater en hemelwater door hetzelfde buizenstelsel wordt ingezameld en afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Gescheiden rioolstelsel Rioolstelsel waarbij afvalwater en hemelwater door afzonderlijke buizenstelsels (of andere systemen) wordt ingezameld. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of (al dan niet vertraagd) afgevoerd naar oppervlaktewater. Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeenten zijn volgens de Wet milieubeheer verplicht een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) op te stellen. In dit plan is de visie van de gemeente vastgelegd met betrekking tot het

79 Hwa-stelsel Rioolstelsel via welke uitsluitend hemelwater wordt afgevoerd. IBA Individuele Behandeling Afvalwater. Een alternatief voor een aansluiting op de riolering in de vorm van een lokale zuivering op perceelsniveau. Inspectie Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand van een object. Integraal waterbeheer Samenhangend beleid en beheer dat de verschillende overheidsorganen met strategische (beheers)taken op het gebied van waterbeheer voeren in het perspectief van de watersysteembenadering Ledigingstijd Tijd waarbinnen en gemengd of verbeterd gescheiden stelsel wordt geledigd na afloop van een overstortbui. Leidraad Riolering. Verzamelwerk, opgesteld door de Stichting RIONED, waarin advies wordt gegeven voor het opstellen van rioleringsplannen. NWO Nationaal Wateroverleg voorheen Commissie Integraal Waterbeheer(CWI) of Commissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewater(CUWVO) OAS Optimalisatiestudie afvalwatersystemen. Onderdrempelberging Inhoud van het rioolstelsel gelegen beneden het niveau van de laagste overstort drempel. Onderhoud Het handhaven van het goed functioneren van het rioolstelsel. Oppervlaktewater Water in rivieren, kanalen, meren, plassen, vennen, singels, vijvers, watergangen en sloten. Overstort Voorziening door middel waarvan bij regen het teveel aan rioolwater(hemelwater, al dan niet gemengd met stedelijk afvalwater) dat niet in het stelsel wordt geborgen, kan worden geloosd op oppervlaktewater. Overstortvergunning Vergunning binnen het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater voor het incidenteel lozen van rioolwater op oppervlaktewater. Te verlenen door de waterkwaliteitsbeheerder aan de beheerder van de overstort. Pompcapaciteit (pc) Som van de droogweerafvoer (dwa) en de pompovercapaciteit (poe). Pompovercapaciteit (poe) De theoretische hemelwaterafvoercapaciteit (pompcapaciteit minus de droogweerafvoer). Randvoorziening Een tot de riolering behorend, op reductie van de vuilemissie gerichte voorziening in of achter een rioolstelsel (veelal ter plaatse van een overstort). 47

80 Referentiestelsel Een fictief stelsel conform CUWVO Vl-voorstellen, bedoeld als "meetlat" om verschillende stelsels met elkaar te kunnen vergelijken. RIONED Stichting Platform Buitenriolering Nederland. Organisatie waarin onder andere overheden en adviesbureaus zitting hebben, die zich onder meer bezighoudt met vraagstukken op het gebied van riolering en tevens een standaardisatie aan wil brengen in berekeningen, beheersystematiek en dergelijke. RTC Real Time Control. Het beïnvloeden van het gedrag van de riolering met behulp van regelbare schuiven, stuwen of gemalen op basis van actuele metingen in het stelsel. Rioolheffing Doelheffing bij eigenaren of gebruikers (huurders) van onroerend goed. De inkomsten worden direct aangewend voor rioleringsdoeleinden. RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze installatie reinigt afvalwater afkomstig van de riolering. Statische berging Zie Onderdrempelberging. Stedelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater (definitie volgens art Wm). Stedelijke wateropgave De stedelijke Wateropgave (SWO) is het totaal aan maatregelen die getroffen moet worden om wateroverlast in bebouwd gebied te voorkomen. Hierbij gaat het zowel om huidige wateroverlast knelpunten als toekomstige knelpunten als gevolg van klimaatverandering. Telemetriesys teem Met een telemetriesysteem kan een op afstand gelegen rioolinstallatie (riool-gemaal/pomp,bergbezinkbassin) worden bediend en gecontroleerd op zijn werking. Bij storing wordt er vanuit de rioolinstallatie een alarm doorgegeven aan de beheerder. Verbeterd gemengd stelsel Gemengd stelsel voorzien van een bergbezinkvoorziening. Verbeterd gescheiden stelsel Gescheiden rioolstelsel waarbij middels een koppeling tussen het hwa-stelsel en het dwa-stelsel wordt bewerkstelligd dat het eerste afstromende en verontreinigde hemelwater naar het dwa-stelsel wordt afgevoerd. Pas na vulling van zowel dwa- als hwa-riolering stort het in de hwa-riolering aanwezige relatief schone rioolwater over op oppervlaktewater. De vervuiling van oppervlaktewater als gevolg van afvloeiend hemelwater afkomstig van (potentieel) verontreinigde oppervlakken, wordt zo beperkt. 48

81 RIONED Stichting Platform Buitenriolering Nederland. Organisatie waarin onder andere overheden en adviesbureaus zitting hebben, die zich onder meer bezighoudt met vraagstukken op het gebied van riolering en tevens een standaardisatie aan wil brengen in berekeningen, beheersystematiek en dergelijke. RTC Real Time Control. Het beïnvloeden van het gedrag van de riolering met behulp van regelbare schuiven, stuwen of gemalen op basis van actuele metingen in het stelsel. Rioolheffing Doelheffing bij eigenaren of gebruikers (huurders) van onroerend goed. De inkomsten worden direct aangewend voor rioleringsdoeleinden. RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze installatie reinigt afvalwater afkomstig van de riolering. Statische berging Zie Onderdrempelberging. Stedelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater (definitie volgens art Wm). Stedelijke wateropgave De stedelijke Wateropgave (SWO) is het totaal aan maatregelen die getroffen moet worden om wateroverlast in bebouwd gebied te voorkomen. Hierbij gaat het zowel om huidige wateroverlast knelpunten als toekomstige knelpunten als gevolg van klimaatverandering. Teleme triesys teem Met een telemetriesysteem kan een op afstand gelegen rioolinstallatie (riool-gemaal/pomp,bergbezinkbassin) worden bediend en gecontroleerd op zijn werking. Bij storing wordt er vanuit de rioolinstallatie een alarm doorgegeven aan de beheerder. Verbeterd gemengd stelsel Gemengd stelsel voorzien van een bergbezinkvoorziening. Verbeterd gescheiden stelsel Gescheiden rioolstelsel waarbij middels een koppeling tussen het hwa-stelsel en het dwa-stelsel wordt bewerkstelligd dat het eerste afstromende en verontreinigde hemelwater naar het dwa-stelsel wordt afgevoerd. Pas na vulling van zowel dwa- als hwa-riolering stort het in de hwa-riolering aanwezige relatief schone rioolwater

82 Verhard oppervlak Alle verharde oppervlakken, inclusief hemelwater wordt afgevoerd naar oppervlaktewater. daken, waarvan het de riolering en/of Vrijvervalstelsel Stelsel van rioleringsbuizen waarbij het afvalwater onder invloed van de zwaartekracht van hoger gelegen buizen naar lagere stroomt. Vuilemissie Hoeveelheid vuil welke per tijdseenheid of per gebeurtenis wordt geloosd op het oppervlaktewater (via de overstort). Water-op-straat Het verschijnsel waarbij enige tijd water op straat blijft staan (of vanuit putten uit het rioolstelsel terugstroomt naar straat) ten gevolge van hevige regenval. Waterplan Plan van een gemeente waarin wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met alle aspecten van het water. Een gemeentelijk waterplan wordt vaak samen met de waterkwaliteitsbeheerder(s) opgesteld en gefinancierd. Watersysteem Het samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater. Ook oever, waterbodems en de technische infrastructuur die hiervoor nodig zijn, worden hiertoe gerekend. Watertoets Verplichting van gemeenten en provincies om bij het maken van (ruimtelijke) plannen de gevolgen voor het water expliciet in beeld te brengen. Waterkwaliteitsspoor Voor het waterkwaliteitsspoor geldt dat na het bereiken van de basisinspanning (zie emissiespoor) de resterende vuiluitworp uit het rioolstelsel op het oppervlaktewater geen belemmering mag zijn voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit. Is dit toch het geval, dan moeten boven op de basisinspanning nog aanvullende maatregelen worden getroffen. WB21 Waterbeheer 21e eeuw 49

83 Bijlage 1 Reacties op het conceptplan 50

84

85 Waterschap NOORDERZIJLVEST llllllllllllilill Gemeente Noordenveld De heer R. van der Schaaf' Postbus \ W 9300 AC RODEN Gemeente NOORDENVELD Class.nr... 6 NOV. 20t2 Nr *7«AC Coningtn P«CltM AA Gfonlnften TclHoon (050) 30* f«: (OWI104 I? 2* (-mail: B»1aM>nnor4arijlvrv1 nl Uw txlef van Uw kgrwntr* Onderwwp adv lesbrief GRP Groningen, ] 5 november Ons Kenmerk Behandeld door H R (Hans) de Vries Bi lagt(n) Geachte heer Van der Schaaf, Op 1 7 oktober 2012 heb ik per mail ccn conceptversie van het GRP ontvangen. Dit met verdoek hier als waterschap advies over uil te brengen. In dc totstandkoming van het plan is het waterschap nauw betrokken geweest. Dn is door ons /eer gewaardeerd. De/.e betrokkenheid heeft geleid tot een plan waarvan wij vinden dat de gemeente op goede en verantwoorde wij/e invulling geeft in de haar opgedragen zorgplichten. Deze invulling leidt er toe dat dc waterkwaliteit, waar wij voor wat betreft de boezem beheerder van iijn. op een positieve wij/e wordt gediend Knkclc opmerkingen zou ik toch willen maken. Landelijk is vastgesteld dat er veel winst in de (afval water'lkclcn is te realiseren als gemeenten onderling, maar ook de gemeenten samen niet het waterschap, doen aan investeringsprogrammering en waar mogelijk samen optrekken in beheer en onderhoud. Over de manier waarop hebben de VNG en dc Unie van Waterschappen afspraken gemaakt die later zijn opgenomen in het Bestuursakkoord Water (2011) Eén van deze afspraken is dat dc regio zelf invulling mag geven aan hoe zij invulling willen geven aan de noodzakelijke doelmatigheidsverbetering. Hiertoe is in on/e regio het Samenwerkingsverband Waterketen Groningea'Noord-Drenthe opgericht. In het plan ontbreekt mijn inziens de link naar dit samenwerkingsverband, maar ook hoe dc gemeente staat tegenover samenwerking met omliggende gemeenten. In het plan wordt daarentegen, onder het kopie 'Waterketen' (pag wel verwezen naar het Bestuursakkoord Walerketen uit maar niet naar het eerder genoemde Bestuursakkoord Water Len tweede opmerking die ik /.ou willen maken gaal over het volgende De VNG en de Unie hebben onlangs, dc ' Vssiebrochure Atvalwaterkclcn tot 2030' vastgesteld en aangeboden aan dc Staatssecretaris. I let is de overtuiging van de hele sector dat de atvalwaterkclcn fundamenteel gaat veranderen als gevolg van dc gewenste verduurzarning van de samenleving MtdclAdM WMe chv*li>l<nv «57» BTW ldenti<icat!enu«t!r>*r NlSOtf B 01 I 51

86 Waterschap Noörderzïjlvest Waterschappen en gemeenten streven ernaar om afvalwater om te zetten in schone grondstoffen, energie en schoon water. Het waterschap zou graag zien dat elementen, of minimaal de verwijzing naar deze visie, in het plan zou zijn meegenomen. En dat te nemen maatregelen een aanwijsbare link hebben naar deze visie. Met het opnemen en verwijzen naar deze 'waterketenvisic' toont de gemeente Noordenveld naar mijn mening nog meer haar eigen visie en ambitie in de keten. Wij rekenen erop dat het plan zoals het voor ligt, met alle gemaakte opmerkingen en suggesties van stakeholders, wordt meegenomen in het definitieve plan. De samenwerking tussen gemeente cn waterschap is in on2e ogen al jaren constructief en goed te noemen. Als het aan ons ligt is dit ook de komende planperiode het geval. ïk ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke F. (Fred) Klein Woolthuïs, procesmanager Afvalwaterketenbeheer namens het Dagelijks Bestuur van het waterschap Noorderzij Ivcst 52

87 Waterschappen en gemeenten streven ernaar om afvalwater om te zenen in schone grondstoffen, energie en schoon water. Het waterschap zou graag zien dat elementen, of minimaal de verwijzing naar deze viste, in het plan zou zijn meegenomen. En dat te nemen maatregelen een aanwijsbare link hebben naar deze visie. Met het opnemen en verwijzen naar deze 'waterketenvisie' toont de gemeente Noordenveld naar mijn mening nog meer haar eigen visie en ambitie in de keten. Wij rekenen erop dat het plan zoals het voor ligt, met alle gemaakte opmerkingen en suggesties van stakeholders, wordt meegenomen in het definitieve plan. De samenwerking tussen gemeente en waterschap is in onze ogen al jaren constructief en goed te noemen. Als het aan ons ligt is dit ook de komende planperiode het geval. Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke F. (Fred) Klein Woolthuis, procesmanager Afvalwaterketenbeheer namens het Dagelijks Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest 2... i anfa

88 Bijlage 2 Overzicht overstorten en regenwateruitlaten 53

89 V 3' is n V \ \ \ i : i P i r i. J \ i V 2 \ \ V 'Y f- / V \ 4 > 1 r 4- is* 7 V r 7- V i V \ J V V Cv I v \ \ / \ Ad* I 1 V -1 \ I /.1? \ \ \ r Gemeents Noordenve d v \ Vuilwaler ovsrslart Regenwater uitlaai % 54

90 / A * Overzicht overstort en regenwater uitlaten Gemeente Noordenveld 0 Vulwater overstort Regenwater uitlaat

91 Volg nummer Uitlaten/overstorten RWA Kern Locatie kenmerken (Uniek) Putnummer gemeente Locatie (ter hoogte van adres ) 1 Peize 647A Havenstraat nabij 9 Gem Gescheiden 2 Peize 1518 de Steiger nabij 1 WsN Gescheiden 3 Peize 1149A Geelsterlaan nabij 15 Gem Gescheiden 4 Peize 1415B Geelsterlaan nabij 21 Gem Gescheiden 5 Peize 387A Roderweq nabij 19 WsN Gescheiden 6 Peize 972 kerkstraat 12 Gem Gescheiden 7 Roderwolde RD 0146 Bovenland nabij 17 Gem Gescheiden 8 Nietap NA 0176 Natuurschoonweg nabij 15 Gem Gemengd 9 Roden/Nw.Roden AA 0120 Burg. Bloemerstraat nabij 15A Gem Gescheiden 10 Roden/Nw.Roden AC 0424 Lanqewiik nabij 2c Gem Gescheiden 11 Roden/Nw.Roden 5Y 0RU1 Elzenslag nabij 16 Gem Verb.Gesch. 12 Roden/Nw.Roden 5Y 0RU2 Helsterland nabij 24 Gem Verb.Gesch. 13 Roden/Nw.Roden 5Y 0RU3 Slotlaan nabij 14A Gem Gescheiden 14 Roden/Nw.Roden BA 1628 Statenlaan nabij 37 Gem Gescheiden 15 Roden/Nw.Roden YB 0607 Borqlaan nabij 1A WsN Gescheiden 16 Roden/Nw.Roden YB 1572 Spijkerzoom nabij 7 Gem Gescheiden 17 Roden/Nw.Roden CC 2344 klimop nabij 4 Gem Gescheiden 18 Roderesch ES 0126 Giezenstraat nabij 12 Gem Gescheiden 19 Een EN 0147 Veldkampen nabij 14 Gem Gescheiden 20 Een EN 0148 Veldkampen nabij 13 Gem Gescheiden 21 Een EN 0RU1 Nogerweg nabij 25 Gem Gescheiden 22 Veenhuizen VH 0507 Lijnbaan nabij 1 Gem Verb.Gesch. 23 Veenhuizen VH 5002A Campererf nabij 1 Gem Gescheiden 24 Veenhuizen VH 5030A Campererf nabij 32 Gem Gescheiden 25 Veenhuizen VH 5058 A Smeulerhof nabij 8 Gem Gescheiden 26 Norg NN 0902 Disselwand nabij 2 Gem Gescheiden 27 Norg NN 1010 Hulststraat nabij 14 Gem Gescheiden 28 Norg NN0672 Ordel nabij 1 Gem Verb.Gesch. Waterbeheerder lozing spunt X-coördinaat Y-coördinaat Opmerkingen Stelseltype 55

92 Volg nummer Overstorten vuil water Kern Locatie kenmerken [Uniek) Putnummer gemeente Locatie (ter hoogte van adres ) 1 Peize 545 Joest Lewelaan nabij 8 WsN Registratie op MMB Gemenqd 2 Peize 552 A Achteromweq nabij 2 WsN Registratie op MMB Gemengd 3 Peize 796 F Altenaweq nabij 1 WsN Registratie op Aquaweb Gemengd 4 Peize 879 Oostinqslaan nabij 4 WsN Gemenqd 5 Altena 789 F Tichelwerk nabij 28 Gem Reqistratïe op MMB Gemenqd 6 Roderwolde RD 0056 Hoofdstraat nabij 31 Gem Gemenqd 7 Sandebuur RD 0007 Sandebuur nabij 14 WsN Gemenqd 8 Nietap NA 0107 Natuurschoonweg nabij 15 WsN Registratie op MMB Gemengd 9 Roden/Nw.Roden DE 0302 Exportweg nabij 12 WsN Verb.Gesch. 10 Roden/Nw.Roden YB 1350F Mensinqheweq nabij 6a WsN Gemenqd 11 Roden/Nw.Roden YA 0375 A.Schweitzerpltsn nabij 64 Gem Gemenqd 12 Roden/Nw. Roden AG 1464 Pinksterbloem nabij 112 WsN Reqistratie op MMB Gemenqd 13 Roden/Nw.Roden YB 1709 F Borqlaan nabij 1a WsN Registratie op MMB Gemenqd 14 Roden/Nw. Roden DE 1454 a.d. Vaart nabij 1 WsN Registratie op MMB Gemenqd 15 Roden/Nw.Roden CC 0194 de Hulst nabij 65 WsN Reqistratie wenselijk Gemenqd 16 Roden/Nw.Roden 5X 0062 Gravenmaat nabij 11 WsN Reqistratie wenselijk Gemenqd 17 üeveren L10025 Nijlandseweg nabij 4a WsN Reqistratie op MMB Gemenqd 18 Roderesch ES 0079 Giezenstraat nabij 2 Gem Gescheiden 19 Steenberqen ST 0040F Markeweq nabij 4 Gem Reqistratie op MMB Gemenqd 20 Een EN 0062 F Norgerweo nabij 33 WsN Reqistratie op MMB Gemenqd 21 Lanqelo LA 0056 F Steea nabij 3 WsN Reqistratie op MMB Gemenqd 22 Peest PE0010 Brinkweg nabij 5 Gem Gemenqd 23 Westervelde WV 0017 Schoolstraat nabij 30 WsN Gemenqd 24 Zuidvelde ZV 0054 Brink nabij 1 WsN Gemenqd 25 Veenhuizen VH 0412A Limietweq nabij 1 Staat Gemenqd 26 Veenhuizen VH 0254A Kerklaan nabij 16 Gem Gemengd 27 Veenhuizen VH 0206 Gen. V.d. Boschweg nabij 6 Staat Gemengd 28 Veenhuizen VH 0077A Hospitaallaan nabij 4 Staat Gemengd 29 Norg NN 0656 F Entinge nabij 64 WsN Reqistratie op MMB Gemengd Waterbeheerder lozlngspunt X-coördinaat Y-coördinaat Opmerkingen «O. >. SS 9> 9) m 56

93 E 3 e 5 a. I c 3 C O C 0 e i o

94 Bijlage 3 Raadsvoorstellen stand van zaken en actualisatie GRP 57

95 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Paraaf secretaris Paraaf afdelingshoofd ADVIES VAN Datum 2'? Afdeling Opsteller JF tqf/3.cm 2ff1ebruan 2008 OW&A L. Heeren Telefoon 440 ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Registratie BW / ONDERWERP Stand van zaken GRP. / EERDERE BESLUFTVORMING VOORSTEL 0 A OPENBAAR ja nee actief i/j passief VastsfetöngGRP / INFORMEREN BETROKKENEN / BIJLAGEN ' INFORMATIE RAAD ACTIEF fa Qnee VOORGESTELD BESLUIT I -Stand van zaken GRP ter kennisgeving aannemen; T - De melding van de verkiegen subsidies in het kader van fiole rings werken voor kennisgeving aannemen: 4 - Volgende kredieten door de Raad beschikbaar t«stellen: Realisatie bergbezinkvooiziening Achteromweg Peize ad » Realisatie bergbezinkvoorziening Artena ad Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren ad Afkoppelen (0, 2530 Ha) Peest ad ; Afkoppelen (0,1 Ha) Langelo ad Vervanging riool Boskamp ad Vervanging riool Kerkstraat De aan de gemeente toegekende subsidies an overgebleven restanten van kredieten gebruiken ter dekking van de totale resterende opgave inclusief bovengenoemde kredieten OR MfDDELENINZET Investering i Jaarlast « j Dekking GRP/verkregen subsidies : BEHANDELING IN Vergadering B&W d.d. 26 februari 2008 I Raadscommissie d.d., ' i i 13 maan 2008 ; Raad d.d. 27 maart 2008 I / BESLUIT BSW Besluit d.d. PARAFEN B&W Burgemeester J. Kemkers G. Wotters J. Dam Conform Bespreken ' i / I I O.L Keizer! / ADVIES COMMISSIE Advies commissie d.d. * ARCHIEF Paraaf verzending Verzonden d.d.

96 ADVIES VAN Datum 2.' " 201ebruari 2008 Afdeling OW&A ADVIES AAN BURGEMEESTER IH1HI1I1II1I EN WETHOUDERS Opsteller L. Heeren Telefoon 440 Registratie BW / ONDERWERP Stand van zaken GRP. VOORSTEL A / EERDERE BESLUITVORMING OPENBAAR ja actief [ y^] passief nee Vaststelling GRP / BULAGEN ' INFORMEREN BETROKKENEN ja 0 nee ' INFORMATIE RAAD ACTIEF 1 ia nee / VOORGESTELD BESLUIT I -Stand van zaken GRP ter kennisgeving aannemen; 9 - De melding van de verkregen subsidies in het kader van rioleringswerken voor kennisgeving aannemen; Volgende kredieten door de Raad beschikbaar te stellen: 3 Realisatie bergbezinkvoorziening Achteromweg Peize ad Realisatie bergbezinkvoorziening Altena ad Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren ad Afkoppelen (0, 2530 Ma) Peest ad ; Afkoppelen (0,1 Ha) Langelo ad Vervanging riool Boskamp ad VervangingrioolKerkstraat li De aan de gemeente toegekende subsidies en overgebleven restanten van kredieten t gebruiken ter dekking van de totale resterende opgave inclusief bovengenoemde kredieten. ' OR O ' MIDDELENINZET Investering i Jaarlast j Dekking GRP/verkregen subsidies, BEHANDELING IN Vergadering B&W d.d. 26 februari 2008 j Raadscommissie d.d. 13 maart 2008 j Raad d.d. 27 maart 2008 j I / BESLUIT B&W 1 PARAFEN B«W Besluit d.d. 2.6^jê.\orux>*^ 2 o o 8 Burgemeester Conform Bespreken 1 1 J. Kemkers G. Wotters i J. Dam! O.L Keizer 1 ADVIESCOMMISSIE Advies commissie d.d. ' ARCHIEF Paraaf verzending Verzonden d.d.

97 Aangekomen d.d. / OVERWEGINGEN 59

98 Samenvatting. Vorig jaar is in de maand juni het GRP vastgesteld. Sinds vorig jaar is er veel veranderd, vandaar achtereenvolgens een stand van zaken en een actualisatie van het GRP noodzakelijk wordt geacht. De bedoeling is tevens om het GRP op financieel gebied te evalueren en de overschrijdingen te verrekenen met de onderschrijdingen en de verkregen subsidies. Op basis van het totaaloverzicht kan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opzichte van het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Hoofddoel van het GRP is te voldoen aan de basisinspanning. Met het behalen van de basisinspanning wordt verondersteld dal het aantal keren water op straat tol een aanvaardbaar niveau is gedaald en dat de overstort van rioolwater beperkt blijft tot een beperkt aantal maten per jaar. De planning is enigszins uilgelopen. De verwachting is dat de uiteindelijke doelstelling deze planperiode behaald wordt. De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet 2006 overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van zaken worden deze nadelen verrekend met de nog te benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om een totaalbedrag van ,00 ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. Voorts melden wij: dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezinkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van miiieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijke en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.{aanleg van drukriolering) De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in bet kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. De subsidie voor de bergbezinkvoorziening in Roden bij de aula was al gemeld bij de kredietvotering en wordt in het totaal overzicht niet meegenomen in de verrekening. Het exploitatie resultaat heeft een structurele meevaller van Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen als dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en een daarom de voorgestlede kredieten beschikbaar te stellen. 60

99 Samenvatting. Vorig jaar is in de maand juni het GRP vastgesteld. Sinds vorig jaar is er veel veranderd, vandaar achtereenvolgens een stand van zaken en een actualisatie van het GRP noodzakelijk wordt geacht. De bedoeling is tevens om het GRP op financieel gebied te evalueren en de overschrijdingen te verrekenen met de onderschrijdingen en de verkregen subsidies. Op basis van het totaaloverzicht kan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opzichte van het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Hoofddoel van het GRP is te voldoen aan de basisinspanning. Met het behalen van de basisinspanning wordt verondersteld dat het aantal keren water op straat tot een aanvaardbaar niveau is gedaald en dat de overstort van rioolwater beperkt blijft tot een beperkt aantal malen per jaar. De planning is enigszins uitgelopen. De verwachting is dat de uiteindelijke doelstelling deze planperiode behaald wordt. De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet 2006 overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van zaken worden deze nadelen verrekend met de nog te benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om een totaalbedrag van ,00 ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. Voorts melden wij: dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezinkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.(aanleg van drukriolering) De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. De subsidie voor de bergbezinkvoorziening in Roden bij de aula was al gemeld bij de kredietvotering en wordt in het totaal overzicht niet meegenomen in de verrekening. Het exploitatie resultaat heeft een structurele meevaller van Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen als dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en een daarom de voorgestlede kredieten beschikbaar te stellen.

100 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Inleiding. Vorig jaar is in de maand juni het GRP vastgesteld. Sinds vorig jaar is er veel veranderd, vandaar achtereenvolgens een stand van zaken en een actualisatie van het GRP noodzakelijk wordt geacht. De veranderingen hebben betrekking op de invoering de wet gemeentelijk watertaken, de invoering van de daaruit volgende verbrede rioolheffing en de invoering van een nieuwe boekhoudkundige opzet die door de landelijk commissie Besluit Begroting en Verantwoording verplicht wordt gesteld. Een gevolg van die laatste wijziging is dat de dekkingstructuur voor het GRP behoorlijk veranderd moet worden. Vandaar U halverwege de periode van het GRP hierbij geïnformeerd wordt over de stand van zaken. De bedoeling is tevens om het GRP op financieel gebied te evalueren en de overschrijdingen te verrekenen met de onderschrijdingen en de verkregen subsidies. Dit saldo is positief. Aan het eind zullen een aantal extra voorstellen gedaan worden, waarbij dit saldo en de restanten van bestaande kredieten ter dekking ingezet worden. In het voorjaar van 2008 wordt middels de actualisatie van het GRP een schot voor de boeg gedaan betreffende de komende veranderingen. Dit betekent dat de investeringen en de hoogte van de investeringen voor de komende twee jaren ook opnieuw ter besluitvorming gebracht worden. Basisinspanning. Hoofddoel van het GRP is te voldoen aan de basisinspanning. Dit houdt in dat het hydraulisch functioneren van het riool in de pas loopt met het milieubeleid dat landelijk is vastgesteld. Met het behalen van de basisinspanning wordt verondersteld dat het aantal keren water op straat tot een aanvaardbaar niveau is gedaald en dat de overstort van rioolwater beperkt blijft tot een beperkt aantal malen per jaar. (de zg. vuiluitworp) De basis voor deze veronderstelling is een modelmatige doorberekening van het rioolstelsel. Het totaal aan investeringen t.b.v de basisinspanning en verbeteringsmaatregelen was bepaald op ,00. De planning is enigszins uitgelopen. De verwachting is dat de uiteindelijke doelstelling deze planperiode behaald wordt. In financiële zin is het volgende overzicht van toepassing. In het kader van de basisinspanning zijn de volgende kredieten tot nu toe uitgevoerd of in uitvoering. Omschrijving Origineel GRP Gevoteerd Krediet. Uitgegeven krediet Subsidies Bergbezinkvoorziening Roden (Vogeiwikke) Bergbezinkvoorziening Een Bergbezinkvoorziening Roden (bij aula) BBB Oosterzoom Bergbezinkvoorzieningen Steenbergen. Lieveren en Langelo De gevoteerde kredieten wijken af van het GRP vanwege onvoorziene omstandigheden, stijgende prijzen en voorschrijdend inzicht. De bergbezinkvoorziening Oosterzoom is nog niet gerealiseerd, omdat de aanvankelijke oplossing door de bewoners werd afgekeurd. Na een aantal gesprekken is gebleken dat de gemeente naar andere technische oplossingen moet zoeken. De keuzes hierover zijn in voorbereiding. De voorzieningen Steenbergen, Lieveren en Langelo worden voor 1 januari 2009 afgerond. De overige projecten zijn afgerond. De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. De subsidie voor de bergbezinkvoorziening in Roden bij de aula was al gemeld bij de kredietvotering en wordt in het totaal overzicht niet meegenomen in de verrekening. 61

101 I Het onderstaande overzicht geeft inzichl in de kredietvotering t.o.v. GRP. Omschrijving Oorspronkelijk GRP Gevoteerd krediet Uitgegeven krediet Toegezegde subsidie Hiocrtvervangingskrediet 2005 RioolvBwangingskrediet 2006 Vervangingsinvesteringen riolering Het vervangingskrediet 2007 is opgehoogd mei twee jaarschijven ten behoeve van de stedelijke wateropgave (2 * ,-) en twee jaarschijven ten behoeve van het specifiek afkoppelen van regenwater (2 * ,-)- De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van 2aken worden deze nadelen verrekend met de nog ie benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om een totaalbedrag van ,00 ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. Tot slot melden wij dat ten aanzien van de projecten Bremstraal en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk ,- en 14,500,-. Voor het overig is er nog sprake van een krediet voor het vervangen van de electro-mechantsche units in de pompgemalen. Dit krediet i's onlangs verstrekt en is afdoende voor de vervanging van de units. Lozingen besluit. Het project saneren lozingen buitengebied is afgerond. Het project kwam voort uit het nieuwe lozingenbesluit in het kader van de wet verontreiniging oppervlaktewater. Het resultaat is dat in het buitengebied bijna alle percelen op een IBA of drukriolering zijn aangesloten. In fase 1 en 2 zijn er 147 rioolaansluitingen en 22 IBA's gerealiseerd. In fase 3 zijn 47 IBA's en 39 rioolaansluitingen gerealiseerd. In totaal 186 rioolaansluitingen en 69 IBA's. Krediet Riolering buitengebied fase lil Krediet GRP Stand krediet Beschikbaar T.o.v. GRP Subsidies Qe subsidies { ) zijn toegekend door de provincie en de EU in het kader van de plattelandsontwikkeling. De subsidies van het waterschap zijn toegekend vanwege het stimuleren van een gepaste, milieuvriendelijke uitvoering van het lozingen besluit in dit kwetsbare gebied. Het waterschap heeft onlangs nog een subsidie van ,- toegekend in verband met de aanleg van drukriolering in plaats van IBA's door de gemeente. In totaal is op dit project een bedrag van aan extra, niet geraamde subsidies toegekend. 62

102 Het onderstaande overzicht geeft inzicht in de kredietvotering t.o.v. GRP. Omschrijving Rioolvervangingskrediet 2005 Rioolvervangingskrediet 2006 Vervangingsinvesteringenriolering2007 Oorspronkelijk GRP Gevoteerd krediet Uitgegeven krediet Toegezegde subsidie Het vervangingskrediet 2007 is opgehoogd met twee jaarschijven ten behoeve van de stedelijke wateropgave (2 * ,-) en twee jaarschijven ten behoeve van het specifiek afkoppelen van regenwater (2 * ,-). De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van zaken worden deze nadelen verrekend met de nog te benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om een totaalbedrag van ,00 ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. Tot slot melden wij dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk ,- en ,-. Voor het overig is er nog sprake van een krediet voor het vervangen van de electro-mechanische units in de pompgemalen. Dit krediet is onlangs verstrekt en is afdoende voor de vervanging van de units. Lozingen besluit Het project saneren lozingen buitengebied is afgerond. Het project kwam voort uit het nieuwe lozingenbesluit in het kader van de wet verontreiniging oppervlaktewater. Het resultaat is dat in het buitengebied bijna alle percelen op een IBA of drukriolering zijn aangesloten. In fase 1 en 2 zijn er 147 rioolaansluitingen en 22 IBA's gerealiseerd. In fase 3 zijn 47 IBA's en 39 rioolaansluitingen gerealiseerd. In totaal 186 rioolaansluitingen en 69 IBA's. Krediet Riolering buitengebied fase III Krediet GRP Stand krediet Beschikbaar T.o.v. GRP Subsidies De subsidies ( ) zijn toegekend door de provincie en de EU in het kader van de plattelandsontwikkeling. De subsidies van het waterschap zijn toegekend vanwege het stimuleren van een gepaste, milieuvriendelijke uitvoering van het lozingen besluit in dit kwetsbare gebied. Het waterschap heeft onlangs nog een subsidie van ,- toegekend in verband met de aanleg van drukriolering in plaats van IBA's door de gemeente. In totaal is op dit project een bedrag van aan extra, niet geraamde subsidies toegekend.

103 Totaal overzicht Bovenstaande texji tot hel volgende totaaloverzicht. Er is een kolom ingevoegd "verschil i o.v. GRP" Dit is het verschil tussen de geraamde kredieten in het GRP en de daadwerkelijk gevoteerde kredieten. In totaal ievert dit een negatief resultaat op, wat 'eitelijk weer gecompenseerd wordt door het behaalde aanbesteding voordeel en de toekenning van de subsidies. De toegekende subsidies vormen eveneens de dekking voor de nieuwe investeringen riool vervanging Boskamp en de Kerkstraat. In totaal bfijkt dat na de totale verrekening van subsidies met de nieuw te voteren kredieten er in de exploitatie een voordeel overblijft van op jaarbasis Datum Omschrijving Oorspronkelijk Gevoteerde Uitgegeven Beschikbaar Beschikbaar nul geraamde' Verloop raads GRP kredieten GRP krediet TOV T.o v gevot hogere kapilaal lasten besluit GRP krediet subsidies Af i«sluiten Kredieten Boc4 vervanging?; hied iet R Roolvorvangingskrediet i ! Rolenng buitengebied fase lil Bergbezinkvoorziening Roden (Vi.-gelwikkel 2005 Qb-?o Borgbüi-inkvooEZiening Een 8ergbezrrikvoorziening ftoöt-r, r,tji aula) 200?-i O Z :<0 518 Mos in uitvoering. VE'vangingsinve&lpnr-ijpfi roi»»ri",j 200' ' ' 1 54 ooo BS8 Oosterzoom 8er g be ;ink voorz ien i n ge n Steenbergen LIEVEREN en Lnngoio Mofl t«voteren OOO B U O6-Ü2-23 Afkoppelen Langelo Te voteren Afkoppelen Lioveren Te volden Afkoppelen Peest TE voteren 38L. Achteromweg PAIZE 45!K ISO OOO To voteren BBL All EN a OOO Si-oioiaa 1 omnen GRP Boskamp { Ie voteren extra krediet; Te voteren Ketkstraat ( te voleren extra *redie!i Tollen

104 Voorstel. Op basis van het totaaloverzicht kan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opzichte van het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Het exploitatie resultaat heeft een structurele meevaller van Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen als dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en een daarom de volgende kredieten beschikbaar te stellen: Realisatie bergbezinkvoorziening Achteromweg Peize ad Realisatie bergbezinkvoorziening Altena ad Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren ad Afkoppelen (0, 2530 Ha) Peest ad Afkoppelen Langelo (0,1 Ha) ad Vervanging riool Boskamp ad Vervanging riool Kerkstraat Voorts melden wij: dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezinkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op atierfei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.(aanleg van drukriolering) OVERLEG Afdeling OW&A OW&A CC Naam Henk Blaauw Lex Heeren P.B. Hovrnga RESULTAAT Conform SE Anders 64

105 Op basis van het totaaloverzicht kan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opuuue v<m het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Het exploitatie resultaat heeft een structurele meevaller van Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen ais dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en een daarom de volgende kredieten beschikbaar te stellen: Realisatie bergbezinkvoorziening Achteromweg Peize ad Realisatie bergbezinkvoorziening Altena ad Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren ad Afkoppelen (0, 2530 Ha) Peest ad Afkoppelen Langelo (0,1 Ha) ad VervangingrioolBoskamp ad Vervanging riool Kerkstraat Voorts melden wij: - dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezïnkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.(aanleg van drukriolering) OVERLEG RESULTAAT Afdeling Naam Conform Anders OW&A Henk Blaauw MR) 0 OW&A LexHeeren CC P.B. Hovinga

106 Aan de gemeenteraad Agendapunt * Documentnr.: RV Roden, woensdag 14 november 2007 Onderwerp Stand van zaken GRP Voorstel -Stand van zaken GRP ter kennisgeving aannemen; - De melding van de verkregen subsidies in het kader van rioleringswerken voor kennisgeving aannemen; - Volgende kredieten beschikbaar te stellen: Realisatie bergbezinkvoorziening Achteromweg Peize Realisatie bergbezinkvoorziening Altena Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren Afkoppelen (0, 2530 Ha) Peest Afkoppelen ( 0,1 Ha) Langelo Vervanging riool Boskamp Vervanging riool Kerkstraat - De aan de gemeente toegekende subsidies en overgebleven restanten van kredieten gebruiken ter dekking van de totale resterende opgave inclusief bovengenoemde kredieten. Motivering Vorig jaar is in de maand juni het GRP vastgesteld. Sinds vorig jaar is er veel veranderd, vandaar achtereenvolgens een stand van zaken en een actualisatie van het GRP noodzakelijk wordt geacht. De veranderingen hebben betrekking op de invoering de wet gemeentelijk watertaken, de invoering van de daaruit volgende verbrede rioolheffing en de invoering van een nieuwe boekhoudkundige opzet die door de landelijk commissie Besluit Begroting en Verantwoording verplicht wordt gesteld. Een gevolg van die laatste wijziging is dat de dekkingstructuur voor het GRP behoorlijk veranderd moet worden. Vandaar U halverwege de periode van het GRP hierbij geïnformeerd wordt over de stand van zaken. De bedoeling is tevens om het GRP op financieel gebied te evalueren en de overschrijdingen te verrekenen met de onderschrijdingen en de verkregen subsidies. Dit saldo is positief. Aan het eind zullen een aantal extra voorstellen gedaan worden, waarbij dit saldo en de restanten van bestaande kredieten ter dekking ingezet worden. 1 65

107 I In het voorjaar van 2008 wordt middels de actualisatie van het GRP een schot voor de boeg gedaan betreffende de komende veranderingen. Dit betekent dat de investeringen en de hoogte van de investeringen voor de komende twee jaren ook opnieuw ter besluitvorming gebracht worden. Hoofddoel van het GRP is te voldoen aan de basisinspanning. Met het behalen van de basisinspanning wordt verondersteld dat het aantal keren water op straat tot een aanvaardbaar niveau is gedaald en dat de overstort van rioolwater beperkt blijft tof een beperkt aantal malen per jaar. De planning is enigszins uitgelopen. De verwachting is dat de uiteindelijke doelstelling deze planperiode behaald wordt. De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet 2006 overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van zaken worden de2e nadelen verrekend met de nog te benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet binnen bestaande krediet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om alsnog formeel het krediet ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. De dekking voor de kredieten wordt onder andere gevonden in de aanbestedingsvoordelen en de extra verkregen subsidies. Voorts melden wij: dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezinkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.{aanleg van drukriolering) De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. De subsidie voor de bergbezinkvoorziening in Roden bij de aula was al gemeld bij de kredietvotering en wordt in het totaal overzicht niet meegenomen in de verrekening. Op basis van het totaaloverzicht (zie b&w adviesjkan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opzichte van het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Daarnaast kunnen de ontbrekende kredieten binnen de totale opzet gevoteerd worden. Uiteindelijk zal voor het exploitatie resultaat een structurele meevaller van op jaar basis overblijven. Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen als dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en daarom de voornoemde kredieten beschikbaar te stellen. a 66

108 In het voorjaar van 2008 wordt middels de actualisatie van het GRP een schot voor de boeg gedaan betreffende de komende veranderingen. Dit betekent dat de investeringen en de hoogte van de investeringen voor de komende twee jaren ook opnieuw ter besluitvorming gebracht worden. Hoofddoel van het GRP is te voldoen aan de basisinspanning. Met het behalen van de basisinspanning wordt verondersteld dat het aantal keren water op straat tot een aanvaardbaar niveau is gedaald en dat de overstort van rioolwater beperkt blijft tot een beperkt aantal malen per jaar. De planning is enigszins uitgelopen. De verwachting is dat de uiteindelijke doelstelling deze planperiode behaald wordt. De kredieten van 2005 en 2006 zijn feitelijk ook gebruikt voor dergelijke activiteiten. Dit heeft geleid tot een aantal investeringen die voor een gedeelte weer met genoemde kredieten gedekt behoren te worden. Onder andere wordt het vervangingskrediet 2006 overschreden door een nadelige aanbesteding van de Bomenbuurt. Er is veel meerwerk op het project veroorzaakt door het aanbrengen van het regenwaterriool. Dit meerwerk had feitelijk gedekt moeten worden uit de gescheiden jaarschijven voor het afkoppelen. Met deze stand van zaken worden deze nadelen verrekend met de nog te benoemen voordelen. Een ander nadeel is dat een aantal projecten vanwege de overschrijdingen niet binnen bestaande krediet uitgevoerd kunnen worden, terwijl deze wel op de planning stonden. Het betreft de rioolvervanging aan de Boskamp en de Kerkstraat. Voorstel is om alsnog formeel het krediet ter beschikking ter stellen om deze projecten alsnog te kunnen uitvoeren. De dekking voor de kredieten wordt onder andere gevonden in de aanbestedingsvoordelen en de extra verkregen subsidies. Voorts melden wij: dat ten aanzien van de gerealiseerde bergbezinkvoorzieningen de Vogelwikke en Roden Zuid( bij de aula) subsidies verkregen zijn van achtereen volgens en De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. dat ten aanzien van de projecten Bremstraat en Esweg te Nieuw Roden er afkoppelsubsidies door het waterschap zijn toegekend van respectievelijk en dat de aanvraag voor de bijdrage van positief beoordeeld is door het waterschap. De bijdragen hebben betrekking op enerzijds de aangelegde gemeentelijke IBA's en anderzijds op de uitgevoerde rioleringswerken.(aanleg van drukriolering) De verkregen subsidies hebben betrekking op allerlei stimuleringsregelingen in het kader van milieu en waterbeheer. Met name voor het creëren van extra berging in beschermd gebied. De subsidie voor de bergbezinkvoorziening in Roden bij de aula was al gemeld bij de kredietvotering en wordt in het totaal overzicht niet meegenomen in de verrekening. Op basis van het totaaloverzicht (zie b&w advies)kan geconcludeerd worden dat ondanks een aantal tegenvallers ten opzichte van het GRP tot nu toe een positief resultaat is geboekt. Daarnaast kunnen de ontbrekende kredieten binnen de totale opzet gevoteerd worden. Uiteindelijk zal voor het exploitatie resultaat een structurele meevaller van op jaar basis overblijven. Dit resultaat wordt beïnvloed door de verkregen subsidies die aan de gemeente verstrekt zijn. De subsidies zijn niet meegenomen als dekkingsmiddel in het GRP. Feit is dat een aantal kredieten overschreden zijn als gevolg van de subsidie eisen die door het waterschap gesteld zijn. Bijvoorbeeld zijn een extra aantal aansluitingen in het buitengebied gerealiseerd als gevolg van het subsidie beleid van het waterschap Noorderzijlvest. Het voorstel is dan ook om de subsidies die binnen het product riolering verstrekt zijn aan de gemeente Noordenveld aan te wenden voor het definitieve resultaat van het huidige GRP en daarom de voornoemde kredieten beschikbaar te stellen. 2

109 Ter inzage liggende stukken B&W voorstel: Stand van zaken GRP Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester A.H. Doornbos, secretaris Overleg Raadscommissie Dit voorstel is besproken in de vergadering van c e Raadscommissie op De Commissie <kan zich in het voorstel vinden>. A.J. Russchen, voorzitter W.F.C Damman, griffier No.: Onderwerp: De Raad van de gemeente Noordenveld, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van ; gelet op de bepalingen van de ; BESLUIT -Stand van zaken GRP ter kennisgeving aannemen; - De melding van de verkregen subsidies in het kader van rioleringswerken voor kennisgeving aannemen; - Volgende kredieten beschikbaar te stellen: Realisatie bergbezinkvoorziening Achteromweg Peize Realisatie bergbezinkvoorziening Altena Afkoppelen (0,1235 Ha) Lieveren Afkoppelen (0, 2530 Ha) Peest Afkoppelen ( 0,1 Ha) Langelo Vervanging riool Boskamp Vervanging riool Kerkstraat De aan de gemeente toegekende subsidies en overgebleven restanten van kredieten gebruiken ter dekking van de totale resterende opgave inclusief bovengenoemde kredieten. Roden. 3 iiiiiiiiigiiuwunn 67

110 De Raad van de gemeente Noordenveld, voorzitter, griffier, 68

111 De Raad van de gemeente Noordenveld, voorzitter, griffier,

112 G E M E E N T E t N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris Paraat afdelingshoofd ADVIES VAN Datum 18 maart 2008 Afdeling OW&A IIIWIigilHillllllUI ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Opsteller L. Heeren Telefoon 440 Registratie BW / ONDERWERP VOORSTEL Actualisatie GRP / EERDERE BESLUITVORMING OPENBAAR ja actief y^j passief - Grp Stand van zaken GRP BIJLAGEN nee ' INFORMEREN BETROKKENEN ETROC ja yf \ nee ' INFORMATIE INF! RAAD ACTIEF O nee VOORGESTELD BESLUIT 1. Kennisnemen van de actualisatie en de planning akkoord verklaren.; 2. Het voorstel is nu om de Raad te vragen de volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems Onderzoek wateropgave voor de invoering van de gemeenteii ke waleriaken; 3 De Raad te vragen om het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek te voteren voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken 4 De Raad te vragen het protect rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen tn het GRP ad ,- beschikbaar Ie stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. ' OR,a MIDDELENINZET Investering ,- Jaarlast ,- Dekking GRP BEHANDELING IN Vergadering B&W d.d. 22 april 2008 Raadscommissie d.d 14 mei 2008 Raad d.d. 29 mei 2008 / BESLUIT B&W Besluit d.d. PARAFEN B&W Burgemeester J. Kemkers G Wolters J, Dam Conform Bespreken CV O.L Keizer / ADVIES COMMISSIE Advies commissie d d. ' ARCHIEF Paraaf verzending 69

113 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Verzonden d.d. Aangekomen / OVERWEGINGEN" * " -' d.d. Inleiding. In het kader van de onderstaande drietrap wordt u bij deze de actualisatie van het GRP aangeboden. De drietrap betreft. o Stand van zaken per van het GRP ; o Actualisatie restant GRP (periode 2008 en 2009) ; o Opstellen nieuwe GRP (voor ?). - komt 2 e helft Manleiding om te komen tot een actualisatie van de resterende periode is gelegen in een aantal zaken: De komst van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken; De verplichte invoering van de verbrede rioolheffing; En het feit dat het handig is om even na de stand van zaken het bestaande GRP voor het resterende gedeelte te herijken Deze actualisatie heeft dus feitelijk betrekking op de vraag "Hoe nu verder met het huidige GRP voor betreft de periode ? ". De resterende planning is gebaseerd op een tweetal thema's. De resterende opgave uit het GRP; De invoering van de wet gemeentelijke watertaken; De resterende opgave. De resterende opgave van het GRP bestaat naast de reguliere vervangingsinvesteringen uit de volgende onderdelen. Aanleg rwa-riool Kanaalstraat - Ceintuurbaan-Noord In het kader van het afkoppelen van verharding en dakoppervlakken van gemengde rioolstelsels is bij het realiseren van het Masterplan een rwa-riool in de Kanaalstraat meegelegd. De afvoer van dit rwa-riool is richting de Rodervaart gepland. Tussen het bestaande rwa-riool in de Kanaalstraat, vanaf inspectieput DE0275 nabij de voormalige Zuivelfabriek, tot aan inspectieput DE266 van het bestaande rwa-riool in de Ceintuurbaan Noord, moet een verbinding worden gerealiseerd (volgens het aangegeven tracé in tekeningbijlage). De investeringen voor de aanleg van alleen het rwa-riool vanaf de Kanaalstraat tot aan de Ceintuurbaan Noord zijn in het huidige GRP opgenomen. Het investeringsbedrag zoals in het GRP is opgenomen, is gebaseerd op een opgestelde budgetraming d.d. november Het investeringsbedrag bedraagt ,-. Dit project wordt in overleg met de buurt (o.a. de Vrijbuiter) besproken. Naar aanleiding van die besprekingen wordt er een definitief plan gemaakt met een definitieve raming. Over de uitvoering kan nog geen uitspraak gedaan worden. Afkoppelen Schlpmeer In het opgestelde waterstructuurplan Norg is een oplossingrichting voorgesteld om het waterhuishoudkundig knelpunt voor het Schipmeer op te lossen. In de huidige situatie wordt bij een neerslagoverschot een deel van de neerslag vanuit het Schipmeer afgevoerd naar het rioleringssysteem Norg. Deze situatie is ongewenst.

114 / OVERWEGINGEN Verzonden Aangekomen d.d. d.d. Inleiding. In het kader van de onderstaande drietrap wordt u bij deze de actualisatie van het GRP aangeboden. De drietrap betreft. o Stand van zaken per van het GRP ; o Actualisatie restant GRP (periode 2008 en 2009) ; o Opstellen nieuwe GRP (voor ?). - komt 2" helft Manleiding om te komen tot een actualisatie van de resterende periode is gelegen in een aantal zaken: De komst van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken; De verplichte invoering van de verbrede rioolheffing; En het feit dat het handig is om even na de stand van zaken het bestaande GRP voor het resterende gedeelte te herijken Deze actualisatie heeft dus feitelijk betrekking op de vraag "Hoe nu verder met het huidige GRP voor betreft de periode ? ". De resterende planning is gebaseerd op een tweetal thema's. De resterende opgave uit het GRP; De invoering van de wet gemeentelijke watertaken; De resterende opgave. De resterende opgave van het GRP bestaat naast de reguliere vervangingsinvesteringen uit de volgende onderdelen. Aanleg rwa-riool Kanaalstraat - Ceintuurbaan-Noord In het kader van het afkoppelen van verharding en dakoppervlakken van gemengde rioolstelsels is bij het realiseren van het Masterplan een rwa-riool in de Kanaalstraat meegelegd. De afvoer van dit rwa-riool is richting de Rodervaart gepland. Tussen het bestaande rwa-riool in de Kanaalstraat, vanaf inspectieput DE0275 nabij de voormalige Zuivelfabriek, tot aan inspectieput DE266 van het bestaande rwa-riool in de Ceintuurbaan Noord, moet een verbinding worden gerealiseerd (volgens het aangegeven tracé in tekeningbijlage). De investeringen voor de aanleg van alleen het rwa-riool vanaf de Kanaalstraat tot aan de Ceintuurbaan Noord zijn in het huidige GRP opgenomen. Het investeringsbedrag zoals in het GRP is opgenomen, is gebaseerd op een opgestelde budgetraming d.d. november Het investeringsbedrag bedraagt ,-. Dit project wordt in overleg met de buurt (o.a. de Vrijbuiter) besproken. Naar aanleiding van die besprekingen wordt er een definitief plan gemaakt met een definitieve raming. Over de uitvoering kan nog geen uitspraak gedaan worden. Afkoppelen Schipmeer In het opgestelde waterstructuurplan Norg is een oplossingrichting voorgesteld om het waterhuishoudkundig knelpunt voor het Schipmeer op te lossen. In de huidige situatie wordt bij een neerslagoverschot een deel van de neerslag vanuit het Schipmeer afgevoerd naar het rioleringssysteem Norg. Deze situatie is ongewenst.

115 De voorgestelde oplossing kan worden gecombineerd met de afwatering van het te realiseren bestemmingsplan Oosterveld. Om het knelpunt Schipmeer op te lossen is een investeringsbedrag a , - opgenomen in het GRP. Dit project wordt in samenhang met het project Oosterveld welke onlangs is opgestart uitgevoerd. Daarnaast is voor de oplossingsrichting samenhang en samenwerking met de landinrichting Roden-Norg van groot belang. In het kader van het project Oosterveld stellen wij voor het krediet beschikbaar te stellen voor het afkoppelen van het Schipmeer. Aanbrengen rioolgemaal Nietap in combinatie met rioolgemaal Leek In de huidige situatie is het rioolstelsel Nietap d.m.v. een stuwconstructie verbonden met het rioolstelsel van Leek. Het afvalwater vanuit Nietap en het afvalwater vanuit het bemalingsgebied centrum Leek wordt door het rioolgemaal Leek op de Dam verpompt naar de RWZI Leek. i het BRP Nietap is geadviseerd het rioolstelsel Nietap los te koppelen van het rioolstelsel Leek zodat beide rioolstelsels elkaar niet meer kunnen beïnvloeden. Er zijn in het verleden contacten geweest tussen beide gemeenten en het Waterschap Noorderzijlvest om één gezamenlijke rioolgemaal met twee compartimenten aan te brengen nabij de parkeerplaats van het winkelcentrum de Liekeblom aan de Thedemalaan Aan het aanvankelijk plan zitten de nodige haken en ogen. De besprekingen tussen de gemeenten moeten leiden tot een definitieve oplossing. Aangezien er grote kans is dat van daadwerkelijke uitvoering pas sprake is als het huidige GRP afgelopen is, stellen wij voor het beschikbare bedrag in het GRP in te zetten voor een ander project, namelijk "Verplaatsing rioolgemaal Slotlaan". De investeringen worden in het volgende GRP meegenomen. Uitvoering kan in dat geval gekoppeld worden aan de mogelijke realisat/e van de uitbreiding van het parkeerterrein bij de Liekeblom De investering voor het realiseren van een rioolgemaal Nietap bedraagt ,-. Verplaatsing rioolgemaal Slotlaan Bij de gemeente zijn herhaaldelijk klachten (sinds jaar 2000) binnengekomen dat bij het aanslaan van de pompen in het rioolgemaal Slotlaan trillingen door bewoners worden waargenomen in woning Elswout 1. Deze woning is direct naast het rioolgemaal gesitueerd. Gesteld kan worden dat het hier een terechte klacht betreft. Volgens de swoners zijn door de gemeente toezeggingen gedaan het rioolgemaal Slotlaan te verplaatsen richting de rotonde Maailanden/ Slotlaan. Voor verplaatsen van het rioolgemaal is geen bedrag in het huidige GRP opgenomen. De investeringskosten voor het verplaatsen van het rioolgemaal met de bijkomende werkzaamheden worden geraamd op ,--. Afkoppelen Roderesch Bij het opstellen van het Basisrioleringplan Roderesch is door de gemeente gekozen om de basisinspanning en de aanvullende inspanning in kader van het waterkwaliteitspoor te realiseren door middel van afkoppelen van aangesloten verhard oppervlak van het bestaande gemengde rioolstelsel. In het huidige GRP is een investeringsbedrag opgenomen a ,-. Het maakt onderdeel uit van het rioleringsplan "Kleine kernen" De bedoeling is om in 2009 te starten met uitvoering. Het krediet zal in 2009 aangevraagd worden. Meetregistratie Riooloverstorten In kader van de afgegeven W.v.O.-vergunningen wordt aan de gemeenten een verplichting opgelegd om in principe alle externe overlaten te monitoren. Uit de berekeningsresultaten van de monitoring kan een goed inzicht worden verkregen over het functioneren van de rioolstelsels. Tevens kunnen de gehanteerde berekeningsmodellen worden getoetst aan de uitkomsten van de monitoring. 71

116 Op basis van deze uitkomsten kunnen berekeningsmodellen worden gekalibreerd zodat de gemeenten steeds een beter inzicht krijgen in het functioneren van haar rioolstelsels. Voor inrichten van een meetplan en het inslalleren van dataloggers voor 39 externe riooloverstorten is een bedrag a in het GRP opgenomen. De bedoeling is om in 2009 het krediet aan ie vragen en te starten met de werkzaamheden. Onderzoek waterbodems Dit onderzoek moet worden uitgevoerd op laste van de afgegeven W.v.O.-vergunningen door het Waterschap Noorderzijlvesl. "tij de externe overlaten vanuit de gemengde rioolstelsels is de kans aanwezig, dat bij neerslagsituaties de externe overlaten in werking treden waarbij verdund afvalwater vanuit de rioolstelsels op oppervlaktewater wordt geloosd. Voorts kunnen bij neerslagsituaties lozingen plaats vinden vanuit regenwaterstelsels van gescheiden- en verbeterd gescheiden rioolstelsels. Alle genoemde onderzoeken hebben als doel te bepalen wat de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem is ter plaatse van de riooloverlaten en riool uitlaten, etc. Het onderzoek betreft een oriënterend^ waterbodemonderzoek waarbij er een inventarisatie plaatsvindt van de eventuele verontreinigingen in de waterbodem. In het huidige GRP is een bedrag opgenomen a ,- De kosten blijven beperkt tot ,- Wij stellen voor om de resterende ,- mede te gebruiken voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. (zie toelichting verderop.) Kosten sanering waterbodems Uit het onderzoek van de waterbodems kunnen maatregelen worden voorgesteld, die tot sanering van de aterbodems kunnen leiden. In het huidige GRP is hiervoor een bedrag opgenomen a ,-- In het kader van het ondertekenen van de Intentieverklaring Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems is voor atte oppervlaktewateren (vijvers, Kanalen, Leekstermeer) in eigendom van de gemeente een Baggerplan opgesteld. Hierbij is niet expliciet gekeken naar overstorten. In het kader van het GRP vindt hiervoor een apart onderzoek plaats (zie boven). De uitkomsten van dit Baggerplan, gecombineerd met de uitkomsten van het Onderzoek waterbodems in het kader van het GRP, kunnen leiden tot het ondertekenen van het Uitvoeringsconvenant Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems. Indien dit akkoord wordt ondertekend ontstaan er mogelijkheden zwaar vervuilde bagger af te voeren en/of depots in de gemeente te realiseren. Eventuele sanering kan dan bekostigd worden uit het huidige GRP zoals aangegeven. Het Baggerplan wordt dan onderdeel van het Onderzoek waterbodems. De bedoeling is om de beschikbare ,- in 2009 in te zetten om de waterbodems rondom de diverse oude overstort locaties te saneren. In het kader van het opzetten van een nieuw GRP zijn de volgende kredieten opgenomen m het huidige GRP voor onderzoelépr^en. Wij stellen voor om deze kredieten in te zetten voor de invoering van de wet gemeentelijke watertaken en het opstellen van maatregelen voor in het nieuwe GRP. 72

117 Op basis van deze uitkomsten kunnen berekeningsmodellen worden gekalibreerd zodat de gemeenten steeds een beter inzicht krijgen in het functioneren van haar rioolstelsels. Voor inrichten van een meetplan en het installeren van dataloggers voor 39 externe riooloverstorten is een bedrag a ,- in het GRP opgenomen. De bedoeling is om in 2009 het krediet aan te vragen en te starten met de werkzaamheden. Onderzoek waterbodems Dit onderzoek moet worden uitgevoerd op laste van de afgegeven W.v.O.-vergunningen door het Waterschap Noorderzijlvest. "<ij de externe overlaten vanuit de gemengde rioolstelsels is de kans aanwezig, dat bij neerslagsituaties de externe overlaten in werking treden waarbij verdund afvalwater vanuit de rioolstelsels op oppervlaktewater wordt geloosd. Voorts kunnen bij neerslagsituaties lozingen plaats vinden vanuit regenwaterstelsels van gescheiden- en verbeterd gescheiden rioolstelsels. Alle genoemde onderzoeken hebben ais doel te bepalen wat de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem is ter plaatse van de riooloverlaten en riooluitlaten, etc. Het onderzoek betreft een oriënterend^ waterbodemonderzoek waarbij er een inventarisatie plaatsvindt van de eventuele verontreinigingen in de waterbodem. In het huidige GRP is een bedrag opgenomen è ,- De kosten blijven beperkt tot ,- Wij stellen voor om de resterende ,- mede te gebruiken voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. (zie toelichting verderop.) Kosten sanering waterbodems Uit het onderzoek van de waterbodems kunnen maatregelen worden voorgesteld, die tot sanering van de aterbodems kunnen leiden. In het huidige GRP is hiervoor een bedrag opgenomen a ,- In het kader van het ondertekenen van de Intentieverklaring Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems is voor alle oppervlaktewateren (vijvers, kanalen, Leekstermeer) in eigendom van de gemeente een Baggerplan opgesteld. Hierbij is niet expliciet gekeken naar overstorten. In het kader van het GRP vindt hiervoor een apart onderzoek plaats (zie boven). De uitkomsten van dit Baggerplan, gecombineerd met de uitkomsten van het Onderzoek waterbodems in het kader van het GRP, kunnen leiden tot het ondertekenen van het Uitvoeringsconvenant Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems. Indien dit akkoord wordt ondertekend ontstaan er mogelijkheden zwaar vervuilde bagger af te voeren en/of depots in de gemeente te realiseren. Eventuele sanering kan dan bekostigd worden uit het huidige GRP zoals aangegeven. Het Baggerplan wordt dan onderdeel van het Onderzoek waterbodems. De bedoeling is om de beschikbare ,- in 2009 in te zetten om de waterbodems rondom de diverse oude overstort locaties te saneren. In het kader van het opzetten van een nieuw GRP zijn de volgende kredieten opgenomen in het huidige GRP voor onderzoekihf en. Wij stellen voor om deze kredieten in te zetten voor de invoering van de wet gemeentelijke watertaken en het opstellen van maatregelen voor in het nieuwe GRP.

118 Uitvoeren hydraulische berekeningen Door wijzigingen in rioleringssystemen door bv. uitbreidingen in bestaande woonkernen, afkoppelen of toename van het afvoerend oppervlak, wordt gebruikelijk 1 x per 10 jaar een noleringsplan geactualiseerd om het rioolstelsel te toetsen aan het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren. Als de riolering onvoldoende blijkt te zijn, worden er maatregelen geformuleerd, die in het nieuwe GRP opgenomen worden. Voor het uitvoeren van hydraulische berekeningen is in het huidige GRP een bedrag opgenomen van ,-. Onderzoek wateropgave In kader van het nieuwe beleid dienen kosten te worden gemaakt om een eerste aanzet te geven voor het opstellen van een maatregelplan in het kader de Stedelijke Wateropgave. Het inventariseren van de Stedelijke Wateropgave is een opdracht die voortvloeit uit het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) welke door de emeente is ondertekend. Doel van de Stedelijke Wateropgave is om wateroverlast nu en in de toekomst te voorkomen in relatie tot de te verwachten klimaatveranderingen. Hierbij worden plannen ontwikkeld voor o.a. het afkoppelen van afvoerend oppervlak, bergen van water, oplossingrichtingen voor oplossen grondwateroverlast, maatregelen te nemen die voortkomen uit Kader Richting Water de Kaderrichtlijn Water, etc. Voor dit onderzoek is een bedrag in het GRP opgenomen a ,-- Opstellen nieuw GRP. In het huidige GRP is een bedrag beschikbaar van ,- voor het opstellen van een nieuw GRP. In het verleden is het maken van een GRP uitbesteed. Afhankelijk van de personele invulling binnen OW&A zal bekeken moeten worden in hoeverre een bureau apart belast moet worden met het opstellen van het GRP. In elk geval zal de uitvoering in 2009 geschieden nvoering wet gemeentelijke watertaken. Kort samengevat bestaat de invoering van de wet uit twee onderdelen. Zorgplicht voor hemelwater; Zorgplicht voor grondwater; De bestaande zorgplicht voor het afvalwater wordt uitgebreid met de zorgplicht voor het hemelwater. De zorgplicht met betrekking tot grondwaterproblematiek houdt verband met de uitbreidingsplannen van veel gemeenten. Deels is het de bedoeling dat de gemeente woningbouw pleegt om ervoor te zorgen dat woningen, vooral nieuwbouw, geen last hebben van grondwater. Daarnaast wordt de gemeente ook in staat gesteld om vanuit haar verantwoording eisen te stellen aan de verantwoordelijkheid van perceeleigenaren in de gemeente. Dit moet juridisch middels een verordening vastgelegd worden Naast de invoering van de gemeentelijke watertaken is de gemeente Noordenveld met het waterschap bezig om in het kader van de WB21 en het bestuursakkoord water haar waterhuishouding te organiseren. Het waterschap is als counterpart verantwoordelijk voor het afwaterend oppervlakte water. In gezamenlijkheid wordt de stedelijke wateropgave bepaald. Aan de hand van de stedelijke wateropgave wordt de eventuele problematiek geanalyseerd en worden in het vervolgtraject maatregelen geformuleerd. De maatregelen worden in het vernieuwde GRP opgenomen. 73

119 Een kenmerk van de maatregelen is dat ze ook ruimtelijke gevolgen kunnen hebben. Denk aan het creëren van extra bergingsruimte voor afgekoppeld hemelwater. Met ander vanuit de maatregelen wordt ook een ruimtelijke claim gelegd. Deze ruimtelijke claim dient vastgelegd te worden in de bestemmingsplannen. Naast de stedelijke wateropgave zal de klimatologische verandering tot gevolg hebben dat In de komende jaren rekening gehouden moet worden met een 10 procent stijging van de hoeveelheid regenwater dat neerdaalt op onder andere ons rioolstelsel. Het rioolstelsel moet aangepast worden. De aanpassing betreft in veel gevallen het afkoppelen van regenwater. Gevolg is dat er sowieso afvoer en berging georganiseerd moet worden. Hoe? Middels een regenwaterstructuurplan. In dit plan moet de strategie voor de komende tijd neergelegd worden als het gaat om plaatsing van het afgekoppelde regenwater in de omgeving. Uitgaande van het rioolstelsel zoals et er nu bij ligt. Hierbij zal de grondwaterproblematiek ook in beeld gebracht moeten worden. Immers, de uiteindelijke maatregelen volgend uit een dergelijk plan zullen ook uitwerking kunnen hebben op de grondwaterstand van gebieden. Het creëren van extra oppervlakte water of infiltratiepunten kan bijvoorbeeld leiden tot een verlaging van het grondwaterpeil. De bedoeling is nu de gelden die in het GRP zijn opgenomen voor het doen van hydraulische berekeningen en het onderzoek van de wateropgave in te zetten om de maatregelenset te bepalen voor het nieuwe GRP. De bedoeling is dit geld te gebruiken om een regenwaterstructuur op te stellen voor de hele gemeente. Het totaal plaatje moet vervat worden in een nieuw GRP. Een zogenaamd Verbreed GRP. Het GRP wordt onder andere gebruikt om de rioolheffing te bepalen. Met de invoering van de gemeentelijke watertaken wordt de kostendekking van de heffing verbreed. Dit moet formeel geregeld worden. Er moet beleidsmatig een keuze gemaakt worden op welke wijze hieraan vorm gegeven moet worden. Met andere woorden welke kosten nemen we mee in de nieuwe heffing en hoe moet die nieuwe heffing eruit gaan 2ien? De bedoeling is om in 2009 een voorstel te doen over de invoering van de verbrede rioolheffing, zodat per 1 nuari 2010 het verbreed GRP en de verbrede rioolheffing ingevoerd is in de gemeente. De planning van de verschillende onderdelen betreft: 1. De bepaling en de uitwerking van de stedelijke wateropgave. ( 2008); 2. Het opstellen van een regenwaterstructuurplan. { 2008) ; 3. De uitwerking van de juridische implementatie van de nieuwe wet. ( 2008/begin 2009); 4. De invoering van de verbrede rioolheffing ( najaar 2009) ; 5. Opstellen van een verbreed GRP.( najaar 2009). 74

120 Een kenmerk van de maatregelen is dat ze ook ruimtelijke gevolgen kunnen hebben. Denk aan het creëren van extra bergingsruimte voor afgekoppeld hemelwater. Met ander vanuit de maatregelen wordt ook een ruimtelijke claim gelegd. Deze ruimtelijke claim dient vastgelegd te worden in de bestemmingsplannen. Naast de stedelijke wateropgave zal de klimatologische verandering tot gevolg hebben dat in de komende jaren rekening gehouden moet worden met een 10 procent stijging van de hoeveelheid regenwater dat neerdaalt op onder andere ons rioolstelsel. Het rioolstelsel moet aangepast worden. De aanpassing betreft in veel gevallen het afkoppelen van regenwater. Gevolg is dat er sowieso afvoer en berging georganiseerd moet worden. Hoe? Middels een regenwaterstructuurplan. In dit plan moet de strategie voor de komende tijd neergelegd worden als het gaat om plaatsing van het afgekoppelde regenwater in de omgeving. Uitgaande van het rioolstelsel zoals et er nu bij ligt. Hierbij zal de grondwaterproblematlek ook in beeld gebracht moeten worden. Immers, de uiteindelijke maatregelen volgend uit een dergelijk plan zullen ook uitwerking kunnen hebben op de grondwaterstand van gebieden. Het creëren van extra oppervlakte water of infiltratiepunten kan bijvoorbeeld leiden tot een verlaging van het grondwaterpeil. De bedoeling is nu de gelden die in het GRP zijn opgenomen voor het doen van hydraulische berekeningen en het onderzoek van de wateropgave in te zetten om de maatregelenset te bepalen voor het nieuwe GRP. De bedoeling Is dit geld te gebruiken om een regenwaterstructuur op te stellen voor de hele gemeente. Het totaal plaatje moet vervat worden in een nieuw GRP. Een zogenaamd Verbreed GRP. Het GRP wordt onder andere gebruikt om de rioolheffing te bepalen. Met de invoering van de gemeentelijke watertaken wordt de kostendekking van de heffing verbreed. Dit moet formeel geregeld worden. Er moet beleidsmatig een keuze gemaakt worden op welke wijze hieraan vorm gegeven moet worden. Met andere woorden welke kosten nemen we mee In de nieuwe heffing en hoe moet die nieuwe heffing eruit gaan zien? De bedoeling is om in 2009 een voorstel te doen over de invoering van de verbrede rioolheffing, zodat per 1 nuari 2010 het verbreed GRP en de verbrede rioolheffing ingevoerd is in de gemeente. De planning van de verschillende onderdelen betreft: 1. De bepaling en de uitwerking van de stedelijke wateropgave. ( 2008); 2. Het opstellen van een regenwaterstructuurplan. ( 2008); 3. De uitwerking van de juridische implementatie van de nieuwe wet. ( 2008/bagin 2009); 4. De invoering van de verbrede rioolheffing ( najaar 2009); 5. Opstellen van een verbreed GRP.( najaar 2009).

121 Samenvatting en financieel resumé. In het kader van de onderstaande drietrap wordt u bij deze de actualisatie van het GRP aangeboden. De drietrap betreft. o Stand van zaken per van het GRP ; o Actualisatie restant GRP (periode 2008 en 2009) ; o Opstellen nieuwe GRP (voor ?). - komt 2 e helft Aanleiding om te komen tot een actualisatie van de resterende periode is gelegen in een aantal zaken: De komst van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken; De verplichte invoering van de verbrede rioolheffing; En het feit dat het handig is om even na de stand van zaken het bestaande GRP voor het resterende gedeelte te herijken eze actualisatie heeft dus feitelijk betrekking op de vraag "Hoe nu verder met het huidige GRP voor betreft de periode ? ". De resterende planning is gebaseerd op een tweetal thema's. De resterende opgave uit het GRP; De invoering van de wet gemeentelijke watertaken; Kort samengevat bestaat de invoering van de wet uit twee onderdelen. Zorgplicht voor hemelwater; Zorgplicht voor grondwater; De invoering van de wet bestaat uit de volgende onderdelen: De bepaling en de uitwerking van de stedelijke wateropgave. ( 2008); Het opstellen van een regenwaterstructuurplan. ( 2008) ; De uitwerking van de juridische implementatie van de nieuwe wet. ( 2008/begin 2009); De invoering van de verbrede rioolheffing ( najaar 2009) ; Opstellen van een verbreed GRP.( najaar 2009). Voor de invoering van de wet moeten een aantal onderzoeken en plannen opgesteld worden, waarvoor de nodige iddelen beschikbaar gesteld kunnen worden. De bedragen maken onderdeel uit van het GRP. In het bijgevoegd schema staan alle kredieten benoemd. Totaal restant kredieten GRP Investeringen resterende opgave. GRP bedrag Planning Restant Aanleg rwa-riool Kanaalstraat - Ceintuurbaan-Noord. Afkoppelen Schipmeer Aanbrengen rioolgemaal Nietap Afkoppelen Roderesch Meetregistratie Riooloverstorten. Onderzoek waterbodems Kosien sanering waterbodems In overleg 2008 Uitstellen Investeringen invoering gemeentelijke watertaken. Uitvoeren hydraulische berekeningen Onderzoek wateropgave Opstellen GRP e In overleg

122 In de kolom GRP staan de bedragen zoals ze in hel GRP opgenomen zijn. In de kolom planning staat kort aangegeven wat de status is van de geplande uitvoering. m de kolom restant staat aangegeven welke bedragen overblijven. Voorstel. 1. Kennisnemen van de actualisatie; 2. Het voorstel is nu om de Raad te vragen de volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer Onderzoek waterbodems ,- Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken; 3. De Raad te vragen om het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek te voteren voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 4. De Raad te vragen het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. OVERLEG RESULTAAT Afdeling Naam Conftffe, s Anders OW&A Henk Blaauw - CC Peter Hovinga 76

123 In de kolom GRP staan de bedragen zoals ze in het GRP opgenomen zijn. In de kolom planning staat kort aangegeven wat de status is van de geplande uitvoering. In de kolom restant staat aangegeven welke bedragen overblijven. Voorstel. 1. Kennisnemen van de actualisatie; 2. Het voorstel is nu om de Raad te vragen de volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems ,- Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken; 3. De Raad te vragen om het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek te voteren voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 4. De Raad te vragen het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. OVBRLEQ RESULTAAT Afdeling Naam Conf«t.s Anders OW&A Henk Blaauw CC Peter Hovinga

124 BEGELEIDINGSFORMULIER KREDIETVOTERING Kredietaanvraag t.b.v.: Investeringen GRP. Budgethouder: Projectverantwoordelijke: H. Feiken H. Blaauw Benodigd krediet: ,- Opbouw krediet: A. Interne kosten B. Externe kosten ,- Toelichting ad A: Toelichting ad B: Kosten van de investeringen ,- Een bedrag van ,- wordt in één keer ten laste gebracht van de exploitatie. Het resterende bedrag van ,- wordt afgeschreven met een looptijd van 30 jaar. "lekking krediet: GRP Jaarlijkse lasten: Planning uitvoering: Kapitaal last Investenng t.lv. exploitatie ,- Totaal ,- Aanvang medio 2008 Einde eind 2009 Tussentijdse rapportage middels afdelings en concernmarap 77

125 Aan de gemeenteraad G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Agendapunt Documentor.: RV Roden, 18 maart 2008 Onderwerp Actualisatie GRP Onderdeel programmabegroting: JA Voorstel 1. Kennisnemen van de actualisatie en de planning akkoord verklaren. 2. De volgende kredieten conlorm GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems ,- Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken; 3. Het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 4. Het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. Motivering Inleiding In het kader van de onderstaande drietrap wordt u bij deze de actualisatie van het GRP aangeboden. De drietrap betreft. o Stand van zaken per van het GRP ; o Actualisatie restant GRP (periode 2008 en 2009) ; o Opstallen nieuwe GRP (voor ?). - komt 2" helft Aanleiding om te komen tot een actualisatie van de resterende periode is gelegen in een aantal zaken: De komst van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken; De verplichte invoering van de verbrede rioolheffing; En het feit dat het handig is om even na de stand van zaken het bestaande GRP voor het resterende gedeelte te herijken Deze actualisatie heeft dus feitelijk betrekking op de vraag "Hoe nu verder met het huidige GRP voor betreft de periode ? ". Doelstelling. De doelstelling van dit stuk is om naast de resterende uitvoering, de wet gemeentelijke watertaken binnen het GRP tot uitvoering te brengen. In dat kader leggen wij uit welke zaken voor 2008 en 2009 nog op de rol staan als het gaat om riolering en de invoering van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken. HIllHinVlllllllillHIl 78

126 Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV Roden, 18 maart 2008 Onderwerp Actualisatie GRP Onderdeel programmabegroting: JA Voorstel 1. Kennisnemen van de actualisatie en de planning akkoord verklaren. 2. De volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems ,- Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken; 3. Het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 4. Het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. Motivering Inleiding In het kader van de onderstaande drietrap wordt u bij deze de actualisatie van het GRP aangeboden. De drietrap betreft. o Stand van zaken per van het GRP ; o Actualisatie restant GRP (periode 2008 en 2009) ; o Opstellen nieuwe GRP (voor ?). - komt 2' helft Aanleiding om te komen tot een actualisatie van de resterende periode is gelegen in een aantal zaken: De komst van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken; De verplichte invoering van de verbrede rioolheffing; En het feit dat het handig is om even na de stand van zaken het bestaande GRP voor het resterende gedeelte te herijken Deze actualisatie heeft dus feitelijk betrekking op de vraag "Hoe nu verder met het huidige GRP voor betreft de periode ? ". Doelstelling. De doelstelling van dit stuk is om naast de resterende uitvoering, de wet gemeentelijke watertaken binnen het GRP tot uitvoering te brengen. In dat kader leggen wij uit welke zaken voor 2008 en 2009 nog op de rol staan als het gaat om riolering en de invoering van de nieuwe wet gemeentelijke watertaken. IMIIIillIllliilllllll

127 Daarnaast wordt voorgesteld naar aanleiding van de uitleg om een aantal kredieten conform GRP beschikbaar te stellen. Hoe bereiken we het doel? De resterende opgave van het GRP bestaat naast de reguliere vervangingsinvesteringen uit de volgende onderdelen. Aanleg rwa-riool Kanaalstraat - Ceintuurbaan-Noord In het kader van het afkoppelen van verharding en dakoppervlakken van gemengde rioolstelsels is bij het realiseren van het Masterplan een rwa-riool in de Kanaalstraat meegelegd. De afvoer van dit rwa-riool is richting de Rodervaart gepland. Tussen het bestaande rwa-riool in de Kanaalstraat, vanaf inspectieput DE0275 nabij de voormalige Zuivelfabriek, tot aan inspectieput DE266 van het bestaande rwa-riool in de Ceintuurbaan Noord, moet een verbinding worden gerealiseerd (volgens het aangegeven tracé in tekeningbijlage). De investeringen voor de aanleg van alleen het rwa-riool vanaf de Kanaalstraat tot aan de Ceintuurbaan Noord zijn in het huidige GRP opgenomen. Het investeringsbedrag zoals in het GRP is opgenomen, is gebaseerd op een opgestelde budgetraming d.d. november Het investeringsbedrag bedraagt ,-. Dit project wordt in overleg met de buurt (o.a. de Vrijbuiter) besproken. Naar aanleiding van die besprekingen wordt er een definitief plan gemaakt met een definitieve raming. Over de uitvoering kan nog geen uitspraak gedaan worden. Afkoppelen Schipmeer In het opgestelde waterstructuurplan Norg is een oplossingrichting voorgesteld om het waterhuishoudkundig knelpunt voor het Schipmeer op te lossen. In de huidige situatie wordt bij een neerslagoverschot een deel van de neerslag vanuit het Schipmeer afgevoerd naar het rioleringssysteem Norg. Deze situatie is ongewenst. De voorgestelde oplossing kan worden gecombineerd met de afwatering van het te realiseren bestemmingsplan Oosterveld. Om het knelpunt Schipmeer op te lossen is een investeringsbedrag a opgenomen in het GRP. Dit project wordt in samenhang met het project Oosterveld welke onlangs is opgestart uitgevoerd. Daarnaast is voor de oplossingsrichting samenhang en samenwerking met de landinrichting Roden-Norg van groot belang. In het kader van het project Oosterveld stellen wij voor het krediet beschikbaar te stellen voor het afkoppelen van het Schipmeer. Aanbrengen rioolgemaal Nietap in combinatie met rioolgemaal Leek In de huidige situatie is het rioolstelsel Nietap d.m.v. een stuwconstructie verbonden met het rioolstelsel van Leek. Het afvalwater vanuit Nietap en het afvalwater vanuit het bemalingsgebied centrum Leek wordt door het rioolgemaal Leek op de Dam verpompt naar de RWZI Leek. In het BRP Nietap is geadviseerd het rioolstelsel Nietap los te koppelen van het rioolstelsel Leek zodat beide rioolstelsels elkaar niet meer kunnen beïnvloeden. Er zijn in het verleden contacten geweest tussen beide gemeenten en het Waterschap Noorderzijlvest om één gezamenlijke rioolgemaal met twee compartimenten aan te brengen nabij de parkeerplaats van het winkelcentrum de Liekeblom aan de Thedemalaan. Aan het aanvankelijk plan zitten de nodige haken en ogen. De besprekingen tussen de gemeenten moeten leiden tot een definitieve oplossing. Aangezien er grote kans Is dat van daadwerkelijke uitvoering pas sprake is als het huidige GRP afgelopen is, stellen wij voor het beschikbare bedrag in het GRP in te zetten voor een ander project, namelijk "Verplaatsing rioolgemaal Slotlaan". De investeringen worden in het volgende GRP meegenomen. De investering voor het realiseren van een rioolgemaal Nietap bedraagt ,--. 79

128 Verplaatsing rioolgemaal Slotlaan Bij de gemeente zijn herhaaldelijk klachten (sinds jaar 2000) binnengekomen dat bij het aanslaan van de pompen in het rioolgemaal Slotlaan trillingen door bewoners worden waargenomen in woning Elswout 1. Deze woning is direct naast het rioolgemaal gesitueerd. Volgens de bewoners zijn door de gemeente toezeggingen gedaan het rioolgemaal Slotlaan te verplaatsen richting de rotonde Maatlanden/ Slotlaan. Voor verplaatsen van het rioolgemaal is geen bedrag in het huidige GRP opgenomen. De investeringskosten voor het verplaatsen van het rioolgemaal met de bijkomende werkzaamheden worden geraamd op ,--. Afkoppelen Roderesch Bij het opstellen van het Basisrioleringplan Roderesch is door de gemeente gekozen om de basisinspanning en de aanvullende inspanning in kader van het waterkwaüteitspoor te realiseren door middel van afkoppelen van aangesloten verhard oppervlak van het bestaande gemengde rioolstelsel. In het huidige GRP is een investeringsbedrag opgenomen a ,-. Het maakt onderdeel uit van het rioleringsplan "Kleine kernen" De bedoeling is om in 2009 te starten met uitvoering. Het krediet zal in 2009 aangevraagd worden. Meet registratie Riooloverstorten In kader van de afgegeven W.v.O.-vergunningen wordt aan de gemeenten een verplichting opgelegd om in principe alle externe overlaten te monitoren. Uit de berekeningsresultaten van de monitoring kan een goed inzicht worden verkregen over het functioneren van de rioolstelsels. Tevens kunnen de gehanteerde berekeningsmodellen worden getoetst aan de uitkomsten van de monitoring. Op basis van deze uitkomsten kunnen berekeningsmodellen worden gekalibreerd zodat de gemeenten steeds een beter inzicht krijgen in het functioneren van haar rioolstelsels. Voor inrichten van een meetplan en het installeren van dataloggers voor 39 externe riooloverstorten is een bedrag a ,-- in het GRP opgenomen. De bedoeling is om in 2009 het krediet aan te vragen en te starten met de werkzaamheden. Onderzoek waterbodems Dit onderzoek moet worden uitgevoerd op laste van de afgegeven W.v.O.-vergunningen door het Waterschap Noorderzijlvest. Bij de externe overlaten vanuit de gemengde rioolstelsels is de kans aanwezig, dat bij neerslagsituaties de externe overlaten in werking treden waarbij verdund afvalwater vanuit de rioolstelsels op oppervlaktewater wordt geloosd. Voorts kunnen bij neerslagsituaties lozingen plaats vinden vanuit regenwaterstelseis van gescheiden- en verbeterd gescheiden rioolstelsels. Alle genoemde onderzoeken hebben als doel te bepalen wat de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem is ter plaatse van de riool overlaten en riool uitlaten, etc. Het onderzoek betreft een oriënterende waterbodemonderzoek waarbij er een inventarisatie plaatsvindt van de eventuele verontreinigingen in de waterbodem. In het huidige GRP is een bedrag opgenomen a ,-- De kosten blijven beperkt tot ,- Wij stellen voor om de resterende ,- mede te gebruiken voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 80

129 Bij de gemeente zijn herhaaldelijk klachten (sinds jaar 2000) binnengekomen dat bij het aanslaan van de pompen in het rioolgemaal Slotlaan trillingen door bewoners worden waargenomen in woning Elswout 1. Deze woning is direct naast het rioolgemaal gesitueerd. Volgens de bewoners zijn door de gemeente toezeggingen gedaan het rioolgemaal Slotlaan te verplaatsen richting de rotonde Maatlanden/ Slotlaan. Voor verplaatsen van het rioolgemaal is geen bedrag in het huidige GRP opgenomen. De investeringskosten voor het verplaatsen van het rioolgemaal met de bijkomende werkzaamheden worden geraamd op ,--. Afkoppelen Roderesch Bij het opstellen van het Basisrioleringplan Roderesch is door de gemeente gekozen om de basisinspanning en de aanvullende inspanning in kader van het waterkwaüteitspoor te realiseren door middel van afkoppelen van aangesloten verhard oppervlak van het bestaande gemengde rioolstelsel. In het huidige GRP is een investeringsbedrag opgenomen a ,-. Het maakt onderdeel uit van het rioleringsplan "Kleine kernen" De bedoeling is om in 2009 te starten met uitvoering. Het krediet zal in 2009 aangevraagd worden. Meetregistratle Riooloverstorten In kader van de afgegeven W.v.O.-vergunningen wordt aan de gemeenten een verplichting opgelegd om in principe alle externe overlaten te monitoren. Uit de berekeningsresultaten van de monitoring kan een goed inzicht worden verkregen over het functioneren van de rioolstelsels. Tevens kunnen de gehanteerde berekeningsmodellen worden getoetst aan de uitkomsten van de monitoring. Op basis van deze uitkomsten kunnen berekeningsmodellen worden gekalibreerd zodat de gemeenten steeds een beter inzicht krijgen in het functioneren van haar rioolstelsels. Voor inrichten van een meetplan en het installeren van dataloggers voor 39 externe riooloverstorten is een bedrag a ,- in het GRP opgenomen. De bedoeling is om in 2009 het krediet aan te vragen en te starten met de werkzaamheden. Onderzoek waterbodems Dit onderzoek moet worden uitgevoerd op laste van de afgegeven W.v.O.-vergunningen door het Waterschap Noorderzijlvest. Bij de externe overlaten vanuit de gemengde rioolstelsels is de kans aanwezig, dat bij neerslagsituaties de externe overlaten in werking treden waarbij verdund afvalwater vanuit de rioolstelsels op oppervlaktewater wordt geloosd. Voorts kunnen bij neerslagsituaties lozingen plaats vinden vanuit regenwaterstelsels van gescheiden- en verbeterd gescheiden rioolstelsels. Alle genoemde onderzoeken hebben als doel te bepalen wat de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem is ter plaatse van de riooloverlaten en riooluitlaten, etc. Het onderzoek betreft een oriënterende waterbodemonderzoek waarbij er een inventarisatie plaatsvindt van de eventuele verontreinigingen in de waterbodem. In het huidige GRP is een bedrag opgenomen a ,- De kosten blijven beperkt tol ,- Wij stellen voor om de resterende ,- mede te gebruiken voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken.

130 Kosten sanering waterbodems Uit het onderzoek van de waterbodems kunnen maatregelen worden voorgesteld, die tot sanering van de waterbodems kunnen leiden. In het huidige GRP is hiervoor een bedrag opgenomen a ,- In het kader van het ondertekenen van de Intentieverklaring Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems is voor alle oppervlaktewateren (vijvers, kanalen, Leekstermeer) in eigendom van de gemeente een Baggerplan opgesteld. Hierbij is niet expliciet gekeken naar overstorten. In het kader van het GRP vindt hiervoor een apart onderzoek plaats (zie boven). De uitkomsten van dit Baggerplan, gecombineerd met de uitkomsten van het Onderzoek waterbodems in het kader van het GRP, kunnen leiden tot het ondertekenen van het Uitvoeringsconvenant Regionaal Bestuursakkoord Waterbodems. Indien dit akkoord wordt ondertekend ontstaan er mogelijkheden zwaar vervuilde bagger af te voeren en/of depots in de gemeente te realiseren. Eventuele sanering kan dan bekostigd worden uit het huidige GRP zoals aangegeven. Het Baggerplan wordt dan onderdeel van het Onderzoek waterbodems. De bedoeling is om de beschikbare ,- in 2009 in te zetten om de waterbodems rondom de diverse oude overstort locaties te saneren. In het kader van het opzetten van een nieuw GRP zijn de volgende kredieten opgenomen in het huidige GRP voor onderzoekingen. Wij stellen voor om deze kredieten in te zetten voor de invoering van de wet gemeentelijke watertaken en het opstellen van maatregelen voor in het nieuwe GRP. Uitvoeren hydraulische berekeningen Door wijzigingen in rioleringssystemen door bv. uitbreidingen in bestaande woonkernen, afkoppelen of toename van het afvoerend oppervlak, wordt gebruikelijk 1 x per 10 jaar een rioleringsplan geactualiseerd om het rioolstelsel te toetsen aan het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren. Als de riolering onvoldoende blijkt te zijn, worden er maatregelen geformuleerd, die in het nieuwe GRP opgenomen worden. Voor het uitvoeren van hydraulische berekeningen is in het huidige GRP een bedrag opgenomen van ,-. Onderzoek wateropgave In kader van het nieuwe beleid dienen kosten te worden gemaakt om een eerste aanzet te geven voor het opstellen van een maatregelplan in het kader de Stedelijke Wateropgave. Het inventariseren van de Stedelijke Wateropgave is een opdracht die voortvloeit uit het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) welke door de gemeente is ondertekend. Doel van de Stedelijke Wateropgave is om wateroverlast nu en in de toekomst te voorkomen in relatie tot de te verwachten klimaatveranderingen. Hierbij worden plannen ontwikkeld voor o.a. het afkoppelen van afvoerend oppervlak, bergen van water, oplossingrichtingen voor oplossen grondwateroverlast, maatregelen te nemen die voortkomen uit Kader Richting Water de Kaderrichtlijn Water, etc. Voor dit onderzoek is een bedrag in het GRP opgenomen a Opstellen nieuw GRP. In het huidige GRP is een bedrag beschikbaar van ,- voor het opstellen van een nieuw GRP. In het verleden is het maken van een GRP uitbesteed. Afhankelijk van de personele invulling binnen OW&A zal bekeken moeten worden in hoeverre een bureau apart belast moet worden met het opstellen van het GRP. In elk geval zal de uitvoering in 2009 geschieden. 81

131 Invoering wet gemeentelijke watertaken. Kort samengevat bestaat de invoering van de wet uit twee onderdelen. Zorgplicht voor hemelwater; Zorgplicht voor grondwater; De bestaande zorgplicht voor het afvalwater wordt uitgebreid met de zorgplicht voor het hemelwater. De zorgplicht met betrekking tot grondwaterproblematiek houdt verband met de uitbreidingsplannen van veel gemeenten. Deels is het de bedoeling dat de gemeente woningbouw pleegt om ervoor te zorgen dat woningen, vooral nieuwbouw, geen last hebben van grondwater. Daarnaast wordt de gemeente ook in staat gesteld om vanuit haar verantwoording eisen te stellen aan de verantwoordelijkheid van perceeleigenaren in de gemeente. Dit moet juridisch middels een verordening vastgelegd worden. Naast de invoering van de gemeentelijke watertaken is de gemeente Noordenveld met het waterschap bezig om in het kader van de WB21 en het bestuursakkoord water haar waterhuishouding te organiseren. Het waterschap is als counterpart verantwoordelijk voor het afwaterend oppervlakte water. In gezamenlijkheid wordt de stedelijke wateropgave bepaald. Aan de hand van de stedelijke wateropgave wordt de eventuele problematiek geanalyseerd en worden in het vervolgtraject maatregelen geformuleerd. De maatregelen worden in het vernieuwde GRP opgenomen. Een kenmerk van de maatregelen is dat ze ook ruimtelijke gevolgen kunnen hebben. Denk aan het creëren van extra bergingsruimte voor afgekoppeld hemelwater. Met ander vanuit de maatregelen wordt ook een ruimtelijke claim gelegd. Deze ruimtelijke claim dient vastgelegd te worden in de bestemmingsplannen. Naast de stedelijke wateropgave zal de klimatologische verandering tot gevolg hebben dat in de komende jaren rekening gehouden moet worden met een 10 procent stijging van de hoeveelheid regenwater dat neerdaalt op onder andere ons rioolstelsel. Het rioolstelsel moet aangepast worden. De aanpassing betreft in veel gevallen het afkoppelen van regenwater. Gevolg is dat er sowieso afvoer en berging georganiseerd moet worden. Hoe? Middels een regenwaterstructuurplan. In dit pian moet de strategie voor de komende tijd neergelegd worden als het gaat om plaatsing van het afgekoppelde regenwater in de omgeving. Uitgaande van het rioolstelsel zoals het er nu bij ligt. Hierbij zal de grondwaterproblematiek ook in beeld gebracht moeten worden. Immers, de uiteindelijke maatregelen volgend uit een dergelijk plan zullen ook uitwerking kunnen hebben op de grondwaterstand van gebieden. Het creëren van extra oppervlakte water of infiltratiepunten kan bijvoorbeeld leiden tot een verlaging van het grondwaterpeil. De bedoeling is nu de gelden die in het GRP zijn opgenomen voor het doen van hydraulische berekeningen en het onderzoek van de wateropgave in te zetten om de maatregelenset te bepalen voor het nieuwe GRP. De bedoeling is dit geld te gebruiken om een regenwaterstructuur op te stellen voor de hele gemeente. Het totaal plaatje moet vervat worden in een nieuw GRP. Een zogenaamd Verbreed GRP. Het GRP wordt onder andere gebruikt om de rioolheffing te bepalen. Met de invoering van de gemeentelijke watertaken wordt de kostendekking van de heffing verbreed. Dit moet formeel geregeld worden. Er moet beleidsmatig 82

132 Invoering wet gemeentelijke watertaken. Kort samengevat bestaat de invoering van de wet uit twee onderdelen. Zorgplicht voor hemelwater; Zorgplicht voor grondwater; De bestaande zorgplicht voor het afvalwater wordt uitgebreid met de zorgplicht voor het hemelwater. De zorgplicht met betrekking tot grondwaterproblematiek houdt verband met de uitbreidingsplannen van veel gemeenten. Deels is het de bedoeling dat de gemeente woningbouw pleegt om ervoor te zorgen dat woningen, vooral nieuwbouw, geen last hebben van grondwater. Daarnaast wordt de gemeente ook in staat gesteld om vanuit haar verantwoording eisen te stellen aan de verantwoordelijkheid van perceeleigenaren in de gemeente. Dit moet juridisch middels een verordening vastgelegd worden. Naast de invoering van de gemeentelijke watertaken is de gemeente Noordenveld met het waterschap bezig om in het kader van de WB21 en het bestuursakkoord water haar waterhuishouding te organiseren. Het waterschap is als counterpart verantwoordelijk voor het afwaterend oppervlakte water. In gezamenlijkheid wordt de stedelijke wateropgave bepaald. Aan de hand van de stedelijke wateropgave wordt de eventuele problematiek geanalyseerd en worden in het vervolgtraject maatregelen geformuleerd. De maatregelen worden in het vernieuwde GRP opgenomen. Een kenmerk van de maatregelen is dat ze ook ruimtelijke gevolgen kunnen hebben. Denk aan het creëren van extra bergingsruimte voor afgekoppeld hemelwater. Met ander vanuit de maatregelen wordt ook een ruimtelijke claim gelegd. Deze ruimtelijke claim dient vastgelegd te worden in de bestemmingsplannen. Naast de stedelijke wateropgave zal de klimatologische verandering tot gevolg hebben dat in de komende jaren rekening gehouden moet worden met een 10 procent stijging van de hoeveelheid regenwater dat neerdaalt op onder andere ons rioolstelsel. Het rioolstelsel moet aangepast worden. De aanpassing betreft in veel gevallen het afkoppelen van regenwater. Gevolg is dat er sowieso afvoer en berging georganiseerd moet worden. Hoe? Middels een regenwaterstructuurplan. In dit plan moet de strategie voor de komende tijd neergelegd worden als het gaat om plaatsing van het afgekoppelde regenwater in de omgeving. Uitgaande van het rioolstelsel zoals het er nu bij ligt. Hierbij zal de grondwaterproblematiek ook in beeld gebracht moeten worden. Immers, de uiteindelijke maatregelen volgend uit een dergelijk plan zullen ook uitwerking kunnen hebben op de grondwaterstand van gebieden. Het creëren van extra oppervlakte water of infiltratiepunten kan bijvoorbeeld leiden tot een vedaging van het grondwaterpeil. De bedoeling is nu de gelden die in het GRP zijn opgenomen voor het doen van hydraulische berekeningen en het onderzoek van de wateropgave in te zetten om de maatregelenset te bepalen voor het nieuwe GRP. De bedoeling is dit geld te gebruiken om een regenwaterstructuur op te stellen voor de hele gemeente. Het totaal plaatje moet vervat worden in een nieuw GRP. Een zogenaamd Verbreed GRP. Het GRP wordt onder andere gebruikt om de rioolheffing te bepalen. Met de invoering van de gemeentelijke watertaken wordt de kostendekking van de heffing verbreed. Dit moet formeel geregeld worden. Er moet beleidsmatig

133 een keuze gemaakt worden op welke wijze hieraan vorm gegeven moet worden. Met andere woorden welke kosten nemen we mee in de nieuwe heffing en hoe moet die nieuwe heffing eruit gaan zien 7 De bedoeling is om in 2009 een voorstel te doen over de invoering van de verbrede rioolheffing, zodat per 1 januari 2010 het verbreed GRP en de verbrede rioolheffing ingevoerd is in de gemeente. De planning van de verschillende onderdelen betreft: 1. De bepaling en de uitwerking van de stedelijke wateropgave. ( 2008); 2. Het opstellen van een regenwaterstructuurplan. ( 2008) ; 3. De uitwerking van de juridische implementatie van de nieuwe wet. ( 2008/begin 2009); 4. De invoering van de verbrede rioolheffing ( najaar 2009) ; 5. Opstellen van een verbreed GRP.( najaar 2009). Maatschappelijk draagvlak (Is er contact geweest met evt. belangengroeperingen? Zo ja, wat is hun standpunt?) Er is geen contact geweest met belangengroeperingen. In het vervolg traject van deze nota is dit misschien wel het geval. Terzijnertijd zal dit worden afgestemd. Kosten en tijdspad. Voor de invoering van de wet moeten een aantal onderzoeken en plannen opgesteld worden, waarvoor de nodige middelen beschikbaar gesteld kunnen worden. De bedragen maken onderdeel uit van het GRP. In principe moeten alle projecten in gang zijn gezet voor 1 januari De invoering van de nieuwe wet watertaken moet per 1 januari 2010 een feit zijn op basis van een nieuw GRP. In het bijgevoegd schema staan alle kredieten benoemd met jaar van uitvoering Totaal restant kredieten GRP Investeringen resterende opgave. GRP bedrag Planning Restant Aanleg rwa-riool Kanaalstraat - Ceintuurbaan-Noord. Afkoppelen Schipmeer Aanbrengen rioolgemaal Nietap Afkoppelen Roderesch Meetregistratie Riooloverstorten. Onderzoek waterbodems Kosten sanering waterbodems In overleg 2008 Uitstellen Investerinqen invoering gemeentelijke watertaken. Uitvoeren hydraulische berekeningen Onderzoek wateropgave Opstellen ÜRP In overleg In de kolom GRP staan de bedragen zoals ze in het GRP opgenomen zijn. In de kolom planning staat kort aangegeven wat de status is van de geplande uitvoering. In de kolom restant staat aangegeven welke bedragen overblijven. Het voorstel is nu om de volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken: 83

134 Het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. Het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. Ter inzage liggende stukken Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester A.H. Doornbos.secretaris Overleg Raadscommissie Dit voorstel is besproken in de vergadering van de Raadscommissie op De Commissie «kan zich met het voorstel verenigen??» A.J. Russchen. voorzitter W.F.C. Damman, griffier 84

135 net resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. Het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. Ter Inzage liggende stukken Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester A.H. Doornbos.secretaris Overleg Raadscommissie Dit voorstel is besproken in de vergadering van de Raadscommissie op De Commissie «kan zich met het voorstel verenigen??» A.J. Russchen, voorzitter W.F.C Damman, griffier

136 No: J Onderwerp: Actualisatie GRP De Raad van de gemeente Noordenveld, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van : 16 april 2008; gelet op de bepalingen van de : gemeentewet; BESLUIT 1. Kennisnemen van de actualisatie en de planning akkoord verklaren. 2. De volgende kredieten conform GRP voor 2008 beschikbaar te stellen. Afkoppelen Schipmeer ,- Onderzoek waterbodems ,- Onderzoek wateropgave ,- voor de invoering van de gemeentelijke watertaken; 3. Het resterende bedrag ad ,- bedoeld voor waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen voor onderzoek in het kader van de invoering van de wet gemeentelijke watertaken. 4. Het project rioolgemaal Nietap uit te stellen en het krediet opgenomen in het GRP ad ,- beschikbaar te stellen voor het verplaatsen van het gemaal aan de Slotlaan. Roden, 16 april 2008 De Raad van de gemeente Noordenveld, Voorzitter, griffier, 85

137 5 KV* 3, 1 r r 3 * _J 7 C-1 jij :!'* i i r / / / Ad / \ s \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ V I'! Hl 5 Gemeente to F rakring Roden Noordenveld > Grontmij X! 86

138 I* L Is i«j.1 I i«j* i / anas. wam / WOW 't 1 I KMI sis M \ \ S*5 «ra* ill ul «BH 1 NH>W Riolering Roden Gemeente w>wdenveld antn 1 n GrantmlJ m«h.hij

139 G E M E E N T E t N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris Paraaf afdelingshoofd ADVIES VAN Datum Afdeling Z 13 Uli 2009 M&O 31/ 3.01 Opsteller E. Nieboer Telefoon 232 ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Registratie BW / ONDERWERP VOORSTEL Invoering rioolheffing met ingang van 2010 / Eerdere Besluitvorming OPENBAAR ja passief nee ' INFORMEREN BETROKKENEN ta nee / Bijlagen Notitie van rioolrecht naar rioolheffing Memo tussentijdse analyserioolheffing2010 Preadvies en besluit / Voorgesteld Besluit ' ' INFORMATIE RAAD ACTIEF ja \^\ nee OR O MIDDELENINZET Heffing van de eigenaar Heffing van gebouwde eigendommen Heffingsmaatstaf, van de WOZ-waarde naar klassenindeling Heffing van de gebruiker naar waterverbruik meer dan 500 m3 Investering Jaarlast Dekking BEHANDELING IN Vergadering B&W d.d. 14 juli 2009 Raadscommissie d.d. 12 augustus 2009 Raad d.d. 26 augustus 2009 / BESLUIT B&W Besluit d.d. Ju!*/ ICTÜ PARAFEN B&W Conform Burgemeester! Bespreken J. Kemkers G. Wolters vu J. Dam O.L. Keizer I ADVIES COMMISSIE Advies commissie d.d ARCHIEF Paraaf verzending Verzonden Aangekomen d.d. d.d. 87

140 / OVERWEGINGEN Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is heffing van het huidige rioolrecht vanaf 2010 niet meer mogelijk. In plaats van rioolrecht moet de gemeente vanaf 1 januari 2010 overgaan tot invoering van de rioolheffing. Alvorens te kunnen overstappen op de nieuwe heffing is het noodzakelijk om beleidskeuzes te maken over de wijze van uitvoering daarvan. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Belangrijk verschil is echter dat de nieuwe verbrede rioolheffing niet het karakter heeft van een individuele dienstverlening zoals dat bij het huidige rioolrecht wel het geval is. De verbrede zorgplicht is gericht op collectieve maatregelen. Gemeenten krijgen een sterkere regierol in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om de taakverbreding te kunnen financieren "ordt het huidige rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing. Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Dit impliceert dat het beginsel "de vervuiler betaalt" niet meer maatgevend is. Wij vragen u om op basis van de overwegingen in de bijgevoegde notitie 'Van Rioolrecht naar Rioolheffing' een beleidskeuze te maken in de volgende 3 zaken: de heffingsmaatstaf voorde rioolheffing de belastingplichtige voor de rioolheffing het belastbare feit voor de rioolheffing In de notitie worden de mogelijkheden aan u voorgelegd en uitgewerkt. Om tot een uiteindelijke keuze te komen, moeten de voor- en nadelen in overweging worden genomen. De nieuwe heffing moet zo goed mogelijk voldoen aan de volgende 3 belangrijkste criteria: De heffing moet het karakter van de nieuwe rioolheffing verwoorden. De gemeente levert diensten op het gebied van afvoeren van afval- en hemelwater en zorgt voor een leefbare situatie met betrekking tot grondwater. Deze kosten moeten verhaald worden op de belastingplichtigen die van deze diensten het genot hebben. De heffing moet uitvoerbaar zijn. De perceptiekosten en uitvoeringskosten moeten zo laag mogeiijk zijn zodat de burger niet gaat betalen voor een onwerkbaar systeem. Dit is niet te beargumenteren richting burger en niet efficiënt. De heffing moet evenredig zijn. Hoe groter het genot, hoe hoger de heffing. Wanneer deze 3 criteria moeten worden gemaximaliseerd komen wij tot de volgende keuzes: De WOZ-waarde als heffingsmaatstaf voldoet het beste aan de hierboven gestelde eisen. In afwijking van de notitie wordt het tarief bepaald aan de hand van een klassenindeling van de WOZ-waarde (zie de memo). Heffen van eigenaren is de meest logische keuze. Zij worden de belastingplichtigen. Heffing van alle gebouwde eigendommen welke profiteren van de door de gemeente geleverde diensten, sluit goed aan bij de wensen waaraan de nieuwe heffing moet voldoen. De keuze voor dit belastbare feit is het beste te onderbouwen richting burgers. Wij adviseren dus een rioolheffing van eigenaren te heffen. Alle gebouwde eigendommen welke profiteren van de door de gemeente geleverde diensten, worden in de heffing betrokken. De hoogte van de heffing wordt bepaald met behulp van een klassenindeling van de WOZ-waarde. 88

141 / OVERWEGINGEN Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is heffing van het huidige rioolrecht vanaf 2010 niet meer mogelijk. In plaats van rioolrecht moet de gemeente vanaf 1 januari 2010 overgaan tot invoering van de rioolheffing. Alvorens te kunnen overstappen op de nieuwe heffing is het noodzakelijk om beleidskeuzes te maken over de wijze van uitvoering daarvan. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Belangrijk verschil is echter dat de nieuwe verbrede rioolheffing niet het karakter heeft van een individuele dienstverlening zoals dat bij het huidige rioolrecht wel het geval is. De verbrede zorgplicht is gericht op collectieve maatregelen. Gemeenten krijgen een sterkere regierol in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om de taakverbreding te kunnen financieren vordt het huidige rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing. Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Dit impliceert dat het beginsel "de vervuiler betaalt" niet meer maatgevend is. Wij vragen u om op basis van de overwegingen in de bijgevoegde notitie Van Rioolrecht naar Rioolheffing' een beleidskeuze te maken in de volgende 3 zaken: de heffingsmaatstaf voor de rioolheffing de belastingplichtige voor de rioolheffing het belastbare feit voor de rioolheffing In de notitie worden de mogelijkheden aan u voorgelegd en uitgewerkt. Om tot een uiteindelijke keuze te komen, moeten de voor- en nadelen in overweging worden genomen. De nieuwe heffing moet zo goed mogelijk voldoen aan de volgende 3 belangrijkste criteria: De heffing moet het karakter van de nieuwe rioolheffing verwoorden. De gemeente levert diensten op het gebied van afvoeren van afval- en hemelwater en zorgt voor een leefbare situatie met betrekking tot grondwater. Deze kosten moeten verhaald worden op de belastingplichtigen die van deze diensten het genot hebben. De heffing moet uitvoerbaar zijn. De perceptiekosten en uitvoeringskosten moeten zo laag mogelijk zijn zodat de burger niet gaat betalen voor een onwerkbaar systeem. Dit is niet te beargumenteren richting burger en niet efficiënt. De heffing moet evenredig zijn. Hoe groter het genot, hoe hoger de heffing Wanneer deze 3 criteria moeten worden gemaximaliseerd komen wij tot de volgende keuzes: De WOZ-waarde als heffingsmaatstaf voldoet het beste aan de hierboven gestelde eisen. In afwijking van de notitie wordt het tarief bepaald aan de hand van een klassenindeling van de WOZ-waarde (zie de memo). Heffen van eigenaren is de meest logische keuze. Zij worden de belastingplichtigen. Heffing van alle gebouwde eigendommen welke profiteren van de door de gemeente geleverde diensten, sluit goed aan bij de wensen waaraan de nieuwe heffing moet voldoen. De keuze voor dit belastbare feit is het beste te onderbouwen richting burgers. Wij adviseren dus een rioolheffing van eigenaren te heffen. Alle gebouwde eigendommen welke profiteren van de door de gemeente geleverde diensten, worden in de heffing betrokken. De hoogte van de heffing wordt bepaald met behulp van een klassenindeling van de WOZ-waarde.

142 Aanvullend op het hiervoor gestelde met betrekking tot de invoering van een eigenarenheffing stelen wij voor een gebruikersbelasting naar waterverbruik te heffen bij een verbruik van meer dan 500 m3. De bedoeling is om de grootverbruikers in de heffing te betrekken met dezelfde systematiek zoals we deze nu ook al hanteren. OVERLEG RESULTAAT Afdeling Conform Anders VU v w - 89

143 Bijlage 4 Doelen,functionele eisen en maatstaven (DoFeMa) 90

144

145 c o> o O <s E c o < o O ^ M ï O 01 Cü O) o CJ "O Oi c CD c E CD CD O) C a> CD ca "O em van c 0) CO O an en Met rst ove ai oï c OJ -o w O) O to c > 03 ca QJ to tn co o> a> cc c a> o o z (11 S 3 a. 2 ra T?> = -5 - w vt, > < "O -O r- E a -o ) c O) cz 13) 5i 01 oi had esc mo tromin CO o> co -O n o CC o CD 0. oi Z üï cfl > tz S cii CD to co O) O > OJ E -* 0 Q. cb O Ol O) c c o CÜ _É c= O 3 g > o rpl ibb mei ior afs en aa eei CU oor g> > c o cn OJ c.q 0 ~(D có üó 5 > CD "O O O c CD T3 O CD Oï n O) E ' co Qï E ^_ o ~ QJ o_ X3 "5 o C 3 > po CÜ > CD CO > CD rz _ 0J cc CL 5 CL CD Q O 1/1 ni b I Q. O ü 'N < co c ^- 7\ ^ t O Dl O O) O CD o 0) O a t. E _ cj m d > 01 u c cn ai 2 3 I TJ 2 ra 3 2 ra E CO CD ~ O) O CD c a> O Q c O ü n> «c o CD P O 01 C -O O O).? ai g = _ 0) co co 01 C3. ^ ra O CD 2 O Q = CO o.. < s CD Q 5 -o 2 o O ~ : Q co Q. O 3 CD O 91

146 c O c O ^ c CD CD O) 0} fc ro ra E "D O c O c 'N 0) ci ra ~.y ra CD ra o cl g 0) 03 O)CD cn cn ^ o n Z Z LU LU \= (o to o 3> = SS to CO CD c rr ra Q. ra o o o 2 CD in = I s\l s =, O)!5 = ra E N 0> co =9 C 0! I E ra ra cp c -o O ra S co " c o O rr CD w Ui CD Q en ho N en > o tu 3 O).E «E u 2 ö E E CD ra 5 N w ra = E o ra E ï ra 2 ra o. ra ==* U CD m "O ID CL 92

147 CD CD CC CM <=? c TO c ^ (B CD c e» O 0) CD "O stelsel classil CO $ o cö to O) CD c c O a> 'w. cr> co CD CD a> co ai m CD co co Z z > Ui LIJ CL O z z co co O c c CD CD CD o> o> O) CD $ O O > > an isp CD 11 _ i o. > CO o cu! 2 'C J s 8 72 CJ> > 2 : co co cdc ca cu i o CA CA c CD o> O > Q. CD CO Ë «5, -C CD E -5 CO 3 O) CD > CD T3 C _ CO E CD O) 8 È N o ~o c ff 1 co O >.O 2 ra CD co s I ^ O) CD CD N ~ CO CO ' S E o ct> CD ; Q c is i "D C3) CO i CO IS CD O) CD Q co CD ec SU C D CD CD CA ma ing E E CD o5 15 c o. _co o o CD > O) Q. CD i se. := -C 3 09 O co o CO w C CD 2 E co * co.a N C CD CD O CD c T3 CD C > CO CO.c o c CO CD.C E o CD co c ' E E có cfl kb B CD w CD!< n,. C CD TJ O), C CD O T3 C CO co c CD T3 CD -CZ E :«i co N JÉ CD S co ue E * E ê 2 CO ra CD CD Q. > O o be "a : CO 2 'CD CD o CD O $ ü> c.2 O rr Q) ca i CD ca [ c CD i S i > I 8 I s E O CD 0 ** c c CO CO _ CD N c 0) <D <= CS 1 s? N a> N cuj> T3. E CD < o ca E 5 CO 2 CO! O- I CO ]= i CJ CD C CU "S CD ii» 5 co 5! CD ca CD I Q CO CA ra o c CD O) c 'c E CO CD o ca k. ; n e o co r> o. Z <B. E Z CA u «3 CD O 2 III CD O) O E ~ CD <A = co ca E i S J CO > CVI.ü co SS 3 CD Ingr V00I CD > CD T3 O) c O c CO CO CD <z a> 'N ra E CU T3 CD > O) O O a CD ca T3 ca ew ZO co c CD TO C3) aj ra om CA ra CD Q CM en CO > X co

148 CO CD O) X) C X) CD elei <t> T3 O CU 0) s c CU O S TJ o 8 O u.o CD CD = CC CL.O c CD cn c O CD F 6 *cü c 0> nei ra C/) ra cg O c c O CD O) 3 CD ^: CD T3 1 O E > E < 1 co 3 C 0 CD Ol n c a 'c o CD O s ra lach JC CD rö "O c ^ c ra ra CD CD CL Ol CL CD > O ó "O CD igele aar )est ca ra ver ass CL toe mi rne co Wa 5 o -~ -O i 5 oi ra 0J Q. CD CD 3 v ra XL a> ra ^ Q. 'i- CD g o if =., 2 O <D 5 -o E CU CD 5 CD 3 co 5 < -o -c CL CU J= CD C z I ~ 3 m > ~ ~ 3 O 3 ^ CD Cü tf - O 0> ^ 0> ja ra o -c o co 3 _ E a ca ai o ra c c 5» o cu n I 5 Cp CD O) E CU CD "- CO _ ra > u c a> CU CD E = ^ 3.E E 2 o O) CD O O E 2 u. cvi < JC 4) o >- O OJ E < Q CD CO CL 93

149 O! i- o 9 C CM 3 3 r- O.2 c ii n m h E S E!" <D 13 «"ö *~ O) "5 o cn. <D = CO :TJ -*.2 <5 ' <U CD O. 5 OJ CD o O CD co *. i 5 * O. ai ai 2! 5» 11 O 0) J= T5 O o </> _o ra 55 O) Q. 'Ë "ES > ^ T3 3 E 0) a> E CL c O FT S,? O) - <D ra ü CL 'r- XI 4) 4> ra S -5 ^ te 5 c i> <D o 5 oi» a) c ^ O Q) -Q c O = 5 E c QJOJ 2> 1 3 C Ol <= CD o E o) CD Q CL O > X) oj o O o; * E S* E D o 3 o CO T3» * -? CD CD r- E O CD ffl ö CÖ QJ CO O CL 94

150 c 0 Q O C O E 0 C _ o E? I O 3.. c O a> co CU O CM '3 C ü U.O JJ O) a> CC c E co 0) O CM II ir a> 1- T3 S nis CO 0 g CU c CO n > T3 ui.2 CO "f5 '5 o> ' ^ U3 _i e= cz O CU C 3 ^ O a> "S ë 2 "c O ai ca O n is o- 3 3 = >- 5 := C «0 2 * 3 S c E & 2 & 1 J Oï o Z. w o a> C "O O o 0> "cb 0 "O «c 0 «o = 0 < O) 11 a a. c 2 N g c 2! a> s S g i C O <B z» f S a c 3 2 c c -a 8. - > g 1 2 C C CO 5 >. I 1 5 ï -D a > O.CO = B 1 I S 0 1 O a co a> 2 CT O Ol co ie ; c ;OJ CD 2 ^ O CO ü) 1 I CO O E 2 0!9 2 E» 0 Q. O o ai -Q a> CD Ö5 g. 0 g CD -Q ai Q CD 0 c x: ca < E & c O ê CO "D 0 0 c = CO CO > "O co Q- O - ^ - fl O _ <o 35 a 8 0 co -g o 0 ca o _ o c 0 N 0 CO 2 1 E 3 O có E <D 0 E 2 51 ZJ T3 0 0 «2 3 ±= 0 S E 5 c s 0 I 0 -S 0 s 73 co ca oi ij c 0! c 3 l i O) O > > je O «5 o- 0 ca ai 3 "S -o 0 "O cz ï l c 0 cz CD o M w O ai ra & E.0 CO -o 0 0 E sa 0 0 x ui TT 0 O E CO! 0 CO ; a o.;

151 c CD T3 O.C CD E «3 0) 2 "O ra V) o ca co co 3 g CD n CD T3 c CO CD O O O P in o> cn p c cn CD CD CD O cn c E CD.c CD co c cn 0 2 ra CD CD 3 O 1 o) O.O X) 1- paa en :en lac aa CD E E p 5 a> o "O 5 o "O ï CD «S t.o r- co CD ^ O)CD cr ï co CD CD C ~ 5 E w.o CD CD O O) CO "O CD CD CD c CD > C 2 CD CD CD CD CD "t; S P X) P t c 3 CD o CD X) cn f= c CD CD CD Q ti O oi CD.O CD T3 * I O P o> "O CD E o JÉ O O >.Q 3 1 I cn o E Cö CO i? S" CD i_ ra 3 "O CD O ^ 95

152 N Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan z* CP <J c CD c OJ to oi co cn 2 co «Z Z LU LU CD i? CD % O CD cd ra «c := 00 ± : > > -Q CO ' ~ --+- E Q) Q> Ui O O c- O CU ïï» S <D CD S CD O) C ffl <TJ C CD a> "O I jz: 4! N O C Q> CJ> <D ÏE A «ai I o a ra ««.» S i_ o c a> ca CL CJ CÖ E CD ^ O o ~ O N Z 2 <D > SI O w oo. o> CT E CO CO IE w cd "5 E E 5 Q. Q) "O ra c O) I co a> l i I S S C CD* O i «s m co co JS > 5 T, (O II T3 cd O 5 I O) c» S? co > g "O W CP en <D O N CO o) ca ^ 3 i- CD "S» X) Q> CD CO Q 'N E N CD Q) cd M ii CD 5 CD = <D 0) 0) 5 1 O s C TD CD C CD O E c CD CO : O) CO O E 96

153 0 o O O E ** 0 <s > «co 2 (9 «CD 0 0 C O o c 3 O n c 0 E co o CC a> c a> CD CU CD O CD CD O) =!ö C O a c 0) *?> > '2 S 2 2 e 1 o S c CACO O >, <D i j? '5 T» S c co S "g 0 10 c * CD Ol CD i có CO E T3 7^ 2 C Cf» = > N i f f? &i 1 Ti «> In <0 I cn O I c 0 e ;«co? ' O T> _C0 JC CO CO E c CD CD C CO "O CD o co CD "2 ai c 3 CT * CD 3 C N D I E CU Dl O CD > ;j= 5 s > O c 0 0 O CD CD CD 'S Q O 0 O r a co E CD C ca co 5 CD M O- i " co c E <" CD C o> 0 CD c Q_ t "~ CD <0 W CS CD CD O tö c ca CD cc E l CD 'ö c co cn CD C >» CD tn CD ine: U8 aat CD o E C TJ E cu CD O st tel< do iemal OOI of no N zijn C JÉ 2 CD 3 M C 0 in d CO CD > ë C o co CD w a. O 5 8 CO co 4 CD Ol O CD T> C j? CO E 0 ai o ilpe T3 <= E. 5 N!2-0 TJ E E> o JÉ.o N CO CO CO 1 * O 0 0 CO O E oj 2 l i s o SS o» co co z z LU LU z z co co O CD (D 0 CL cn a > > E co co. a> oi co c co 3 S to có E S I SS 5 i= 0 > O ri ca ca 5 0 oi c 0 x> c 0 o 0 "O a N I o Z CD O. 10 co c c '? s» Ol 5 ü 0 0 CO "ca E. H CD Q. oi aj C 0 :=» SZ N 0 QO cn co o co a. 0 CO f i CO = co E 12 g ; c-!<b > 11-0 I 0 JZ "O XI c c ca 0.c E S t c E n E S E.O 2 5 < JO E N CO 0 CO u 0 a 0 J3 CD H5 to oi m.e cb 0 > ö a rr O 0 > o a> co 5 0 O cn 0 a. ro ca 3 c i 0 p. ^ co 3 0 ^3 JÉ wel c O > CO c 0 Ol O) 0 > 0 O l_ 0 < co > ra «3 ï! i "O o i. 0 g o o 0 > JÉ ~0 T3 j W j 1 '3 ra 1 o 0 *- > i O ; 0 0 ' 0 CO 0 0 c: T3 0 C 0 O E c 0 ca Ol ca t5 De LO 10 ver

154 Bijlage 5 Overzichtskaart (grond)wateroverlast Noordenveld 97

155 'il Ter he ijl 'VS Sl>**A* Nieuw ^^eizerwofd Nw Berg ïikampen 'r 'Groninger; Erf Veerthuizén LEGENDA Wateroverlast door Maatregelen gemeente Od rainage gemaal ophoging slee hl doorlat en de verstoorde op pervla kleaanleg wadi s Overzichtskaart inventarisatie (grond)wateroverlast in Roden, Peize en Veenhuizen in de gemeente Noordenveld. "S-ijï'il grond voor nieuwboirw *' verstoord drainagesystee aanleg niew/ I waterdicht! aanleg gescheiden rioolstelsel afkoppelen geaempïe schoonwaier- afw a teri ngssl oot riool te krap (water op rioolstelsel straat) overzichtskaart wateroverlast gem Noordenveld 2012 weinig klachten 98

156 . T e r h e i I Nieuw-Roden ::::::::t^ - ^ * * Jat**' \ * " f f v -,. I PeizerwoW 9.0 i:(u?r Erf Veerhuizen > /,-*.-'t W * J LEGENDA Wateroverlast door: Maatregelen gemeente: Witte Overzichtskaart inventarisatie (grond)wateroverlast in Roden, Peize en Veenhuizen in de aemeente Noordenveld J verstoorde drainage gemaal oppervlakteve^fo^ra^rëppelsyst e e m Y//SA i 1 - aanleg wadi's ophoging slechtdoorlatende K&SÏ;Ï] grond voor nieuwbolw CTïTJI a a n l e a..... tlïlil gescheiden verstoord dramagesysteem^*"* 1 n o o s t e s e aanleg nieuw

157 Bijlage 6 Hemelwaterverordening Noordenveld 99

158 Verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld De raad van de gemeente Noordenveld Gezien het voorstel van het college; gezien het advies van ; gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer; overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een rioolvoorziening en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een rioolvoorziening voor afvalwater; overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool. BESLUIT: I De verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld vast te stellen; II Te starten met het voorbereiden van de gebiedsaanwijzing. 100

159 Gezien het voorstel van het college; gezien het advies van ; gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer; overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een rioolvoorziening en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een rioolvoorziening voor afvalwater; overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool. BESLUIT: I De verordening afvoer hemelwater en grondwater Noordenveld vast te stellen; II Te starten met het voorbereiden van de gebiedsaanwijzing.

160 Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Noordenveld Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. b. beheerder van het openbaar riool: het college. Artikel 2 Plicht tot afkoppelen 1. De beheerder van het openbaar riool kan een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is een hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool. Eenzelfde gebiedsaanwijzing kan door genoemde beheerder worden gedaan ten aanzien van het vrijkomende grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen. 2. De beheerder kan de wijze bepalen waarop het afkoppelen plaatsvindt. 3. De gebiedsaanwijzing heeft geen betrekking op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare weg. 4. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan. 5. De gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van de 4e week na de dag waarop zij bekend is gemaakt. 6. De beheerder kan ontheffing verlenen van de verplichting tot afkoppelen die voortvloeit uit de gebiedsaanwijzing, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater kan worden gevergd. 7. Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Artikel 3 Strafbepaling Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 4 Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de 4e week na de dag waarop zij bekend is gemaakt. Artikel 6 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Noordenveld. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Noordenveld (datum). De voorzitter, De griffier, 101

161 Toelichting Algemeen Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 is o.a. de Wet milieubeheer gewijzigd. In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenteraden een nieuwe bevoegdheid hebben en in het belang van de bescherming van het milieu bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvalwater op de riolering. Hiermee hebben gemeenten een nieuw instrument gekregen om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van afvalwater op de riolering te hebben. Het rioleringsbeleid is neergelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2003 (BB) en de (Model-)bouwverordening (MBV). De onderhavige verordening is aanvullend en komt niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling - het Bouwbesluit - voorgaan. Situatie /: Nieuwbouw in een bestaand bebouwd gebied waar een gebiedsaanwijzing geldt {art. 2 van deze verordening). Voor nieuwbouw bestaat niet de plicht - wel een kunnen - om de afvoer van hemelwater aan te sluiten op de openbare riolering (art. 3.43, lid 2 BB). Zodra een aanwijzingsbesluit geldt met de bepaling dat het riool uitsluitend is bestemd voor afvalwater en fecaliën waarop geen hemelwater mag worden geloosd, is het 'kunnen' feitelijk niet meer aanwezig. De wijze waarop het hemelwater wordt afgevoerd dient te voldoen aan het doelvoorschrift van art. 3.41, lid 1 BB: een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. In art MBV is dit verwerkt met alternatieven voor gemengd en gescheiden rioolstelsel. Situatie li: Bestaande bouw is aangesloten op het openbaar gemengd rioolstelsel in een gebied waar een gebiedsaanwijzing geldt (art.2 van deze verordening). Voor de bestaande bouw geldt enkel een plicht de aansluiting aan het riool aanwezig te hebben en te houden voor de afvoer van afvalwater en fecaliën (art BB). Een plicht tot het afkoppelen van het hemelwater als bedoeld in deze verordening komt hiermee niet in strijd. De wijze waarop het hemelwater wordt afgevoerd nadat dit is afgekoppeld, dient te voldoen aan het doelvoorschrift van art. 3.36, lid 1 BB: een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. Art MBV verwijst naar art BB en is enkel van toepassing op de daarin verplicht gestelde voorzieningen. Artikel 1 Begripsbepalingen Bouwwerk Een definitie van het begrip bouwwerk geeft de Wet milieubeheer niet, de VNG houdt in de model bouwverordening (MBV) een in de jurisprudentie aanvaarde definitie aan: bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Deze omschrijving is in deze verordening overgenomen. De plicht een bouwwerk aan te sluiten aan het openbaar riool staat in de MBV (art en 5.3.4). Aan de hand van de vier elementen van de definitie van het begrip bouwwerk: 1) constructie, 2) van enige omvang, 3) met de grond verbonden, 4) bedoeld om ter plaatse te functioneren, wordt bepaald op een object een bouwwerk is of niet. Over het begrip bouwwerk bestaat een uitgebreide jurisprudentie, het is niet zonder meer duidelijk wanneer aan de vier voorwaarden wordt voldaan om tot de conclusie te komen dat een object een bouwwerk is. Een uitgebreide opsomming van jurisprudentie kunt u vinden in de toelichting op de Model-bouwverordening van de 'Standaardregelingen in de bouw' (Sdu uitgevers bv, Den Haag). - beheerder openbaar riool De in artikel 2 genoemde beheerder van het openbaar riool is het college van burgemeester en wethouders. 102

162 gemeenteraden een nieuwe bevoegdheid hebben en in het belang van de bescherming van het milieu bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvalwater op de riolering. Hiermee hebben gemeenten een nieuw instrument gekregen om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van afvalwater op de riolering te hebben. Het rioleringsbeleid is neergelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2003 (BB) en de (Model-)bouwverordening (MBV). De onderhavige verordening is aanvullend en komt niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling - het Bouwbesluit - voorgaan. Situatie I: Nieuwbouw in een bestaand bebouwd gebied waar een gebiedsaanwijzing geldt (art. 2 van deze verordening). Voor nieuwbouw bestaat niet de plicht - wel een kunnen - om de afvoer van hemelwater aan te sluiten op de openbare riolering (art. 3.43, lid 2 BB). Zodra een aanwijzingsbesluit geldt met de bepaling dat het riool uitsluitend is bestemd voor afvalwater en fecaliën waarop geen hemelwater mag worden geloosd, is het 'kunnen' feitelijk niet meer aanwezig. De wijze waarop het hemelwater wordt afgevoerd dient te voldoen aan het doelvoorschrift van art. 3.41, lid 1 BB: een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. In art MBV is dit verwerkt met alternatieven voor gemengd en gescheiden rioolstelsel. Situatie II: Bestaande bouw is aangesloten op het openbaar gemengd rioolstelsel in een gebied waar een gebiedsaanwijzing geldt (art.2 van deze verordening). Voor de bestaande bouw geldt enkel een plicht de aansluiting aan het riool aanwezig te hebben en te houden voor de afvoer van afvalwater en fecaliën (art BB). Een plicht tot het afkoppelen van het hemelwater als bedoeld in deze verordening komt hiermee niet in strijd. De wijze waarop het hemelwater wordt afgevoerd nadat dit is afgekoppeld, dient te voldoen aan het doelvoorschrift van art. 3.36, lid 1 BB: een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. Art MBV verwijst naar art BB en is enkel van toepassing op de daarin verplicht gestelde voorzieningen. Artikel 1 Begripsbepalingen Bouwwerk Een definitie van het begrip bouwwerk geeft de Wet milieubeheer niet, de VNG houdt in de model bouwverordening (MBV) een in de jurisprudentie aanvaarde definitie aan: bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Deze omschrijving is in deze verordening overgenomen. De plicht een bouwwerk aan te sluiten aan het openbaar riool staat in de MBV (art en 5.3.4). Aan de hand van de vier elementen van de definitie van het begrip bouwwerk: 1) constructie, 2) van enige omvang, 3) met de grond verbonden, 4) bedoeld om ter plaatse te functioneren, wordt bepaald op een object een bouwwerk is of niet. Over het begrip bouwwerk bestaat een uitgebreide jurisprudentie, het is niet zonder meer duidelijk wanneer aan de vier voorwaarden wordt voldaan om tot de conclusie te komen dat een object een

163 Een begripsbepaling voor open erf en terrein is niet opgenomen. Met het besluit tot gebiedsaanwijzing en de bijbehorende kaart heeft het college voldoende mogelijkheden om open erven en terreinen al dan niet onder de werking van het besluit en daarmee de plicht tot afkoppelen te brengen. Artikel 2 Plicht tot afkoppelen Inleiding Dit artikel biedt de mogelijkheid om een eigenaar van een bouwwerk, die niet uit vrije wil meewerkt aan de uitvoering van een rioleringsplan, te dwingen de hemelwaterafvoer los te koppelen van het vuilwaterriool. Een dergelijke verplichting voor bestaande bouwwerken is enkel mogelijk indien een andere wijze van afvoeren of verwerken van hemelwater redelijk is. Een afweging tussen de kosten van het afkoppelen en het treffen van voorzieningen die daarmee verband houden in relatie tot de voordelen die hiervan worden verwacht (o.a. het milieurendement en mogelijke reductie van wateroverlast) en de relatie met de ouderdom van het bouwwerk waarin of waaraan de voorzieningen worden getroffen, dient plaats te vinden en inzichtelijk te worden gemaakt bij het effectief maken van de bedoelde verplichting. Voor grondwater dat vrijkomt bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen of ontwateren geldt een gelijke situatie. Ook hier kan het wenselijk zijn dat het water op een andere wijze wordt afgevoerd dan via het vuilwaterriool. Het artikel werkt pas nadat met betrekking tot de riolering in een bepaalde kern, buurt, wijk of straat een situatie is ingetreden, waardoor het naar het oordeel van de beheerder van het rioleringsstelsel nodig wordt het loskoppelen en het op andere wijze afvoeren van het hemelwater te verlangen. Meestal zal dit zijn na een renovatie, groot onderhoud, geheel vernieuwen van het rioolstelsel, waarbij hetzij een gemengd stelsel wordt vervangen door een gescheiden rioolstelsel, hetzij een mogelijkheid bestaat af te voeren op andere wijze. Het is echter ook mogelijk het afkoppelen op te leggen zonder renovatie of aanleg van een gescheiden openbaar rioolstelsel, bijvoorbeeld in geval van wateroverlast als gevolg van een beperkte capaciteit van de riolering. Het kunnen beschikken over dit nieuwe artikel is van belang voor het handhaven van de plicht tot afkoppelen bij huishoudens. De gemeenteraad is verplicht een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) vast te stellen ingevolge artikel 4.22 Wet milieubeheer. Dit plan bevat beleid en normering voor het rioleringsstelsel in de gemeente en geeft aan wanneer vernieuwing en onderhoud plaatsvindt. Daarnaast zal de gemeente uiterlijk voor eind 2012 de zorgplichten voor het afvalwater, hemelwater en grondwater in het (verbreed) GRP moeten hebben geformuleerd. De basis voor de verplichting tot afkoppeling - inclusief de afweging van de redelijkheid en de kosten - ligt in het GRP. Indien het GRP geen beleidsvoornemen bevat over het afkoppelen, kan dit artikel niet worden toegepast. Redelijkheid Art a, tweede lid Wet milieubeheer luidt: Van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt geen gebruikgemaakt, indien van degene bij wie afvloeiend hemelwater of grondwater vrijkomt redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat water kan worden gevergd. Dit legt een beperking op aan de toepassing van de bevoegdheid uit art A, en geeft een plicht tot een motivering over de redelijkheid van het opleggen of althans het effectueren van de verplichting. De redelijkheid tot het invoeren van een plicht tot afkoppelen in een bepaald gebied wordt overwogen en gemotiveerd bij het opstellen van het GRP. Daarnaast is voor gevallen waarin de plicht onredelijk uitwerkt een mogelijkheid tot ontheffing opgenomen. Ontluchting De ontluchting van het rioleringsstelsel verdient bijzondere aandacht. Gebruikelijk is de ontluchting van de riolering te doen plaatsvinden via een bovendakse uitmonding. Er kunnen zich situaties voordoen dat het afkoppelen van de hemelwaterafvoer leidt tot het niet of minder effectief ontluchten. Indien valt te voorzien dat ontluchtingsproblemen ontstaan in het hoofdriool ten gevolge van het afkoppelen en er geen goede oplossing beschikbaar is dan wel deze onevenredig 103

164 hoge kosten veroorzaakt, is de gebiedsaanwijzing niet mogelijk. In het GRP dient aandacht te worden besteed aan deze problematiek. Lid 1 Het eerste lid geeft de plicht tot afkoppelen van de hemelwaterafvoerleiding van het openbaar vuilwaterriool of voorzover nog geen aansluiting aan het openbaar vuilwaterriool bestaat, deze niet aan te brengen. Het gaat hier zowel om de afvoerleidingen die direct zijn aangesloten op het openbaar vuilwaterriool alsmede leidingen die op het perceel of binnen de woning/het gebouw zijn aangesloten op een gemengde leiding die op het openbaar vuilwaterriool is aangesloten. De plicht tot afkoppelen geldt voor alle eigenaren van bouwwerken, open erven en terreinen, voor zover deze zijn gelegen binnen de gebiedsaanwijzing en het desbetreffende besluit geen uitzondering bevat. Eenzelfde situatie geldt voor het grondwater. Een gebiedsaanwijzing is een besluit van algemene strekking. Dit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan. De beheerder van het openbaar vuilwaterriool is de gemeente, vertegenwoordigd door het college. De plicht tot afkoppelen is niet beperkt tot het bouwwerk, maar betreft ook open erf of terrein Bedoeld is zowel het afvloeiend hemelwater dat afkomstig is van een bouwwerk en via een dakgoot, regenpijp, afvoerbuis enz. het openbaar vuilwaterriool bereikt als het afvloeiend hemelwater dat afkomstig is van een open erf of terrein en via goten, putten, afvoerbuis enz. het openbaar vuilwaterriool bereikt te omvatten. Een open erf of terrein waarin goten en putten zijn aangebracht is onder meer een terras, een oprit, een parkeerterrein, een laad- en losperron. Het is mogelijk in de gebiedsaanwijzing een onderscheid te maken in het afkoppelen van de aansluiting die zich bevindt aan de voorkant (wegzijde) van het bouwwerk en de achterkant. Dit is een gevolg van het redelijkheidscriterium uit het tweede lid van art a Wm. Dit zal meestal voor een hele straat of een rij woningen hetzelfde zijn. Lid 2 Evenals bij de eerste aansluiting aan het riool (art Model Bouwverordening) is ook in dit artikel opgenomen dat door of vanwege de beheerder de wijze van (technisch) aansluiten wordt aangegeven. Ten aanzien van het afkoppelen kan eveneens worden aangegeven op welke wijze dit (technisch) moet gebeuren. Indien na het afkoppelen de hemelwaterafvoerleiding moet worden aangesloten aan het openbaar schoonwaterriool, biedt de bouwverordening de mogelijkheid aan te geven op welke wijze deze aansluiting (technisch) moet plaatsvinden. Lid 3 Aan een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer kunnen via de milieuvergunning of de direct werkende (maatwerk)voorschriften eisen worden gesteld. Deze kunnen betrekking hebben op het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van het vuilwaterriool. Daarom zijn deze inrichtingen uitgezonderd van de gebiedsaanwijzing over het afkoppelen. Bedrijven, werkplaatsen, scholen, winkels enz die niet vallen onder de Wm, vallen wel onder de verplichting van dit artikel. Dit betekent dat ook scholen, buurthuizen e.d.. onder de verordening vallen, waardoor eventuele kosten van het afkoppelen voor de gemeenten zelf zijn. Een redelijke uitvoering van dit artikel brengt met zich mee, dat in het geval woningen en bedrijven onder één dak zijn gelegen en een gezamenlijke hemelwaterafvoer bezitten, het besluit omtrent de gebiedsaanzijzing betrekking heeft op het hele bouwwerk en op alle (deel-/appartements-) eigenaren. De openbare weg waarin zich normaliter goten en putten voor de afvoer van hemelwater bevinden, is uitgesloten van de plicht tot afkoppelen. Dit komt pas aan de orde wanneer de riolering in de straat wordt gesplitst in een vuilwaterriool en een schoonwaterriool. Indien aan de voorzijde van een bouwwerk het hemelwater wordt afgekoppeld van het vuilwaterriool en niet afzonderlijk wordt opgevangen of afgevoerd, komt dit vanzelf op de straat en vandaar in het vuilwaterriool. Dan heeft afkoppelen geen zin. 104

165 vuilwaterriool of voorzover nog geen aansluiting aan het openbaar vuilwaterriool bestaat, deze niet aan te brengen. Het gaat hier zowel om de afvoerleidingen die direct zijn aangesloten op het openbaar vuilwaterriool alsmede leidingen die op het perceel of binnen de woning/het gebouw zijn aangesloten op een gemengde leiding die op het openbaar vuilwaterriool is aangesloten. De plicht tot afkoppelen geldt voor alle eigenaren van bouwwerken, open erven en terreinen, voor zover deze zijn gelegen binnen de gebiedsaanwijzing en het desbetreffende besluit geen uitzondering bevat. Eenzelfde situatie geldt voor het grondwater. Een gebiedsaanwijzing is een besluit van algemene strekking. Dit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan. De beheerder van het openbaar vuilwaterriool is de gemeente, vertegenwoordigd door het college. De plicht tot afkoppelen is niet beperkt tot het bouwwerk, maar betreft ook open erf of terrein Bedoeld is zowel het afvloeiend hemelwater dat afkomstig is van een bouwwerk en via een dakgoot, regenpijp, afvoerbuis enz. het openbaar vuilwaterriool bereikt als het afvloeiend hemelwater dat afkomstig is van een open erf of terrein en via goten, putten, afvoerbuis enz. het openbaar vuilwaterriool bereikt te omvatten. Een open erf of terrein waarin goten en putten zijn aangebracht is onder meer een terras, een oprit, een parkeerterrein, een laad- en losperron. Het is mogelijk in de gebiedsaanwijzing een onderscheid te maken in het afkoppelen van de aansluiting die zich bevindt aan de voorkant (wegzijde) van het bouwwerk en de achterkant. Dit is een gevolg van het redelijkheidscriterium uit het tweede lid van art a Wm. Dit zal meestal voor een hele straat of een rij woningen hetzelfde zijn. Lid 2 Evenals bij de eerste aansluiting aan het riool (art Model Bouwverordening) is ook in dit artikel opgenomen dat door of vanwege de beheerder de wijze van (technisch) aansluiten wordt aangegeven. Ten aanzien van het afkoppelen kan eveneens worden aangegeven op welke wijze dit (technisch) moet gebeuren. Indien na het afkoppelen de hemelwaterafvoerleiding moet worden aangesloten aan het openbaar schoonwaterriool, biedt de bouwverordening de mogelijkheid aan te geven op welke wijze deze aansluiting (technisch) moet plaatsvinden. Lid 3 Aan een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer kunnen via de milieuvergunning of de direct werkende (maatwerk)voorschriften eisen worden gesteld. Deze kunnen betrekking hebben op het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van het vuilwaterriool. Daarom zijn deze inrichtingen uitgezonderd van de gebiedsaanwijzing over het afkoppelen. Bedrijven, werkplaatsen, scholen, winkels enz die niet vallen onder de Wm, vallen wel onder de verplichting van dit artikel. Dit betekent dat ook scholen, buurthuizen e.d.. onder de verordening vallen, waardoor eventuele kosten van het afkoppelen voor de gemeenten zelf zijn. Een redelijke uitvoering van dit artikel brengt met zich mee, dat in het geval woningen en bedrijven onder één dak zijn gelegen en een gezamenlijke hemelwaterafvoer bezitten, het besluit omtrent de gebiedsaanzijzing betrekking heeft op het hele bouwwerk en op alle (deel-/appartements-) eigenaren. De openbare weg waarin zich normaliter goten en putten voor de afvoer van hemelwater

166 Bij het vaststellen van de verordening kan een gemeenteraad besluiten de uitzondering in dit artikellid voor inrichtingen Wet milieubeheer weg te laten. Het gevolg hiervan is dat in een gebied waarvoor een gebiedsaanwijzing geldt als bedoeld in het eerste lid de plicht tot afkopppelen eveneens geldt voor bedrijven. Lid 4 In het vierde lid is een relatie gelegd met het gemeentelijk rioleringsplan. Dit plan bezit een wettelijke basis en is in elke gemeente aanwezig, omdat de Wet milieubeheer dit in artikel 4.22 verplicht stelt. Andere plannen, waarin mogelijk ook beleidsvoornemens staan over de riolering, hebben niet deze status, tenzij deze zijn vastgesteld door de gemeenteraad als onderdeel van het gemeentelijk rioleringsplan. Lid 5 Artikel 10.32a Wm geeft aan dat de termijn waarbinnen de lozing van het hemelwater moet zijn beëindigd in de verordening wordt genoemd. Hieraan is in het derde lid voldaan. De nog in te vullen termijn dient voldoende ruimte te laten voor de eventuele bezwaarfase tegen de gebiedsaanwijzing en dient voldoende ruimte te laten voor de aannemer om planmatig in het bedoelde gebied - na verkregen opdracht van de individuele eigenaren - de werkzaamheden te kunnen verrichten. Lid 6 Er is behoefte aan een ontheffing die kan worden toegepast in uitzonderingssituaties waarin toepassing van gebiedsaanwijzing een bijzondere onbillijkheid met zich brengt die niet behoort tot de normaal beoogde gevolgen van het de gebiedsaanwijzing. Enig nadeel is aanvaardbaar. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een voorschrift kan betrekking hebben op onder meer een uitstel van de plicht tot afkoppelen en op het treffen van een alternatieve (tijdelijke) voorziening. Lid 7 De uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb, is van toepassing verklaard. De voorbereiding van een besluit duurt iets langer. Daar staat tegenover dat de bezwaarschriftenfase na het nemen van het besluit vervalt. Artikel 3 Strafbepaling De Wet milieubeheer kent geen strafbepaling voor overtreding van een verordening als bedoeld in artikel 10.32a. Deze wet bevat een uitgebreid systeem van bestuurlijke boete, maar dit is niet gekoppeld aan art a. Daarom is in deze verordening een zelfstandige strafbepaling opgenomen, gekoppeld aan de geldboetecategorieën van art. 23 Wetboek van Strafrecht. Gekozen is voor de geldboete van de tweede categorie als bedoeld in art. 23 Wetboek van Strafrecht. Momenteel bedraagt de geldboete van de tweede categorie max 2250,- (voor een rechtspersoon 4500,-) Voor het handhaven van gemeentelijke verordeningen geldt altijd de mogelijkheid van dwangsom en bestuursdwang. De dwangsom komt voor dit type overtreding het eerst in aanmerking. Artikel 4 Toezicht op de naleving In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt. In dit verband is tevens artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Het college wijst in de regel een gemeentelijke afdeling of dienst aan waarvan de ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening. Voorts kan het college (in termen van de komende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: bevoegd gezag) ambtenaren aanwijzen van andere afdelingen of diensten. Aanwijzing betekent niet dat zij tevens opsporingbevoegd zijn. 105

167 Een bepaling over buitengewone opsporingsambtenaren is overbodig en in strijd met Aanwijzing 92 van de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving. Immers, in artikel 142, eerste lid, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering, is onder meer bepaald dat met de opsporing van strafbare feiten als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn belast de personen die bij verordeningen zijn belast met het toezicht op de naleving daarvan, een en ander voor zover het die feiten betreft en de personen zijn beëdigd. Aangezien buitengewone opsporingsambtenaren hun aanwijzing aan het Wetboek van Strafvordering ontlenen, is een nadere regeling niet nodig. De aanwijzing als toezichthouder is de grondslag voor de aanwijzing als buitengewoon opsporingsambtenaar. De opsporingsbevoegdheid van de buitengewone opsporingsambtenaren beperkt zich tot die zaken waarvoor zij toezichthouder zijn. Zij dienen op grond van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar aan eisen van vakbekwaamheid en betrouwbaarheid te voldoen en te zijn beëdigd door de procureur-generaal. Artikel 5 Inwerkingtreding De inwerkingtreding van de verordening is in beginsel acht dagen na de bekendmaking; zie artikel 142 van de Gemeentewet. De gemeenteraad kan een ander tijdstip van inwerkingtreding in de verordening vaststellen of burgemeester en wethouders in de verordening de bevoegdheid geven om de inwerkingtreding van de verordening op een nader tijdstip te bepalen. Artikel 6 Citeertitel De tekst van artikel 10.32a Wet milieubeheer geeft de verordening geen naam. De naamgeving staat dus vrij. De naam waterverordening lijkt minder geschikt, omdat in sommige provincies een waterverordening - met geheel andere inhoud - bestaat. De naam Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater geeft het beste aan waarover de verordening gaat. Overgangsrecht Overgangsrecht is niet nodig, omdat niet eerder en dergelijke verplichting tot het afkoppelen bestond. In gemeenten waar dit wel het geval is, kan bij het nemen van een gebiedsaanwijzing ingevolge art. 2 van deze verordening (= een besluit van algemene strekking) hiermee rekening worden gehouden. De gebiedsaanwijzing betreft dan niet die gebieden, bouwwerken, erven en terreinen waarvoor eerder een soortgelijke verplichting is gegeven. 106

168 verordeningen zijn belast met het toezicht op de naleving daarvan, een en ander voor zover het die feiten betreft en de personen zijn beëdigd. Aangezien buitengewone opsporingsambtenaren hun aanwijzing aan het Wetboek van Strafvordering ontlenen, is een nadere regeling niet nodig. De aanwijzing als toezichthouder is de grondslag voor de aanwijzing als buitengewoon opsporingsambtenaar. De opsporingsbevoegdheid van de buitengewone opsporingsambtenaren beperkt zich tot die zaken waarvoor zij toezichthouder zijn. Zij dienen op grond van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar aan eisen van vakbekwaamheid en betrouwbaarheid te voldoen en te zijn beëdigd door de procureur-generaal. Artikel 5 Inwerkingtreding De inwerkingtreding van de verordening is in beginsel acht dagen na de bekendmaking; zie artikel 142 van de Gemeentewet. De gemeenteraad kan een ander tijdstip van inwerkingtreding in de verordening vaststellen of burgemeester en wethouders in de verordening de bevoegdheid geven om de inwerkingtreding van de verordening op een nader tijdstip te bepalen. Artikel 6 Citeertitel De tekst van artikel 10.32a Wet milieubeheer geeft de verordening geen naam. De naamgeving staat dus vrij. De naam waterverordening lijkt minder geschikt, omdat in sommige provincies een waterverordening - met geheel andere inhoud - bestaat. De naam Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater geeft het beste aan waarover de verordening gaat. Overgangsrecht Overgangsrecht is niet nodig, omdat niet eerder en dergelijke verplichting tot het afkoppelen bestond. In gemeenten waar dit wel het geval is, kan bij het nemen van een gebiedsaanwijzing ingevolge art. 2 van deze verordening (= een besluit van algemene strekking) hiermee rekening worden gehouden. De gebiedsaanwijzing betreft dan niet die gebieden, bouwwerken, erven en terreinen waarvoor eerder een soortgelijke verplichting is gegeven.

169 Bijlage 7 Stedelijke wateropgave Roden 107

170

171 Ir s S ï ï lis 1 >1 f*3_s

172 Bijlage 8 Kostendekkingsplan 109

173 13 dj CO tfl l i SS * "5 El 'Ö s s. 5 S 'S "2.3 c?c "5 S s i 1' 110

174 ass SS8S S888 pi Is i

175 S3 33 as 81 SS 'i fel!r > co f" cd SS "B 1 _ D SS li 5 i 5 5 S S 5 S S 5 S S S w 8 c W S CM 8 S S 5 S) Sl ê) Si SI S)! c5 cb ^! 8.. c6 S è I O) C» S 5 i I 1?? li o o o o o o ^ % V ^ V V C CCU d n x n S S! S i '- S 5 ï s s i lï t5 ce m s s s s j 5 I i S S ï 1 1 1

Gemeente Noordenveld november 2012

Gemeente Noordenveld november 2012 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Gemeente Noordenveld november 2012 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Gemeente Noordenveld november 2012 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Samenvatting...4

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid Portefeuillehouder(s) : F.J.W. Saelman, Afdelingshoofd/hoofd OW: F. Hottinga Paraaf : Paraaf:

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp:

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Pagina 1 van 5 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Besteding uitvoeringsbudget wateroverlast Zijlkwartier. Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord te gaan met het toedelen van

Nadere informatie

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 -

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 - Notitie Contactpersoon Gwendolijn Vugs Datum 1 mei 2015 Kenmerk N001-1229319GBV-avd-V02-NL Visiedocument GRP/BRP Brummen 1 Inleiding Het huidig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Brummen

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Gemeentelijk Rioleringsplan 2013 t/m 2017 VOORSTEL 1. De geformuleerde doelen, 2. Het voorgenomen onderzoek 3. De voorgenomen beheermaatregelen 4. De rioolheffing in 2013

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Stedelijke wateropgave - waterberging Musselkanaal Nummer: Bestuursstukken\1836 Agendapunt: 9 DB: Ja 7-4-2015 BPP: Ja 24-4-2015 FAZ: ja 24-4-2015 VVSW: Nee AB: Ja 13-5-2015 Opsteller: Robert

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^ GerneenteHeerde ^ Ae**^ ^u?olueffï^ Raadsvoorstel Raadsvergadering Afdeling en opsteller 7 september 2009 Ruimte / G. Liefers/ (0578) 699 534 Commissie Ruimte Portefeuille 17 augustus 2009 W. van Ommen

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen. Raadsvoorstel Gemeente Mook en Middelaar Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d. d. Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 23 februari 2017 Samenleving

Nadere informatie

Stand van zaken riolering.

Stand van zaken riolering. 1 Stand van zaken riolering. Eind 2004 is het GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) 2005-2009 vastgesteld door de gemeenteraad. Het GRP is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van een goede integrale beleidsafweging

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) 2014-2017 1. Inleiding Een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) beschrijft het beleid voor de drie gemeentelijke zorgplichten

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging Stedelijke wateropgave (van traditionele rioolvervanging i naar duurzame leefomgeving) Landelijke bijeenkomst waterambassadeurs 21-09-2010 Inhoud: Wettelijk kader en doelen Stand van zaken invulling sted.

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 10 november 2010 onderwerp: Verordening Rioolheffing 2011 bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel tot

Nadere informatie

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries, (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries, (t.a.v. J. Koomans van den Dries) Vergadering: 11 september 2012 Agendanummer: 5 Status: Informerend Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries, 0595 447784 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. Koomans

Nadere informatie

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp Vergadering 4 december 2007 Gemeenteraad Onderwerp : Vaststellen Waterplan 2006-2010 inclusief de nota van zienswijzen en reacties. B&W vergadering : 30 oktober 2007 Dienst / afdeling : SB.BOR.WA Aan de

Nadere informatie

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage OPENBAAR Adviseur: C.A. Brunt (VROM, tst. 813) Portefeuillehouder: E. Mackay 11.01305 1 ADVIESNOTA Politieke Ronde d.d. 17 maart 2011 Raadsvergadering d.d. 31 maart 2011 Voorstel nr. Programma en product

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017. Nummer: 6f. AAN de raad van de gemeente Boxmeer

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

MPGAD

MPGAD Bezoekadres De Blom boogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.n1 I www.waterschaprivierenland.n1 Bank IBAN NL93 NWAB 0636 7572 69 BIC NWABNL2G

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Raadsvoorstel Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Samenvatting Dit voorstel geeft aan waarom de intrede van een grondwaterbeleidsplan

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Anne Mollema IGWR Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Inhoud Water in de stad, hoe zit dat in elkaar Wie is waarvoor verantwoordelijk Wanneer is er een probleem Grondwaterstanden gemeten Wat kunt

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING Zanddijk, Dingeman OG S1 RAD: RAD121212 2012-12-12T00:00:00+01:00 BW: BW121106 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 12 december 2012 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Mogelijkheden rioolheffing Stein

Mogelijkheden rioolheffing Stein Van den Bosch & partners Mogelijkheden rioolheffing Stein 9 maart 2015 de heer mr. R.M.M. (Robert) Duits Mogelijkheden rioolheffing Stein Overzicht onderwerpen: 1. Zorgplichten (brede) rioolheffing 2.

Nadere informatie

1. Wettelijke grondslag. 2. Fusie. Aan de Gemeenteraad.

1. Wettelijke grondslag. 2. Fusie. Aan de Gemeenteraad. Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2009 Nummer : 16 Commissie : Commissie Bestuur en Middelen Portefeuillehouder : wethouder T. Kokke Afdeling : IV- Financiën en Facilitaire zaken / Belastingen

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016. Nummer: 8d. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Nadere informatie

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Afspraak Rijkswaterstaat over basisinspanning. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Afspraak Rijkswaterstaat over basisinspanning. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling Advies B&WA dvies B&W Afspraak Rijksw aterstaat ov er basisinspanni ngv oor de ver gaderi ng v ana dvies B&W Afspraak Rijksw aterstaat over basisinspanning voor de v ergadering van 6 maart 2018 Afdelingshoofd

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee gemeente Assen Verbouwing woning 9402GM ASSEN Algemeen Betrokkenheid waterschap Voor de verdere procedurele afhandeling

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 13 maart 2012, revisie Verantwoording

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht

Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 voor de gemeente Bussum Concept Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting en Beheer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 14 april 2009 Verantwoording

Nadere informatie

A1j. / ja nee NOORDENVELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende. Datum. 6 juni Afdeling R&S. Noël Weisenbach. Opsteller.

A1j. / ja nee NOORDENVELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende. Datum. 6 juni Afdeling R&S. Noël Weisenbach. Opsteller. G E M E E N T E t NOORDENVELD Paraaf secretaris Paraaf direct leidinggevende Datum 6 juni 2013 Afdeling R&S ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Opsteller Telefoon Registratie Noël Weisenbach 461 BW13.0611

Nadere informatie

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen 4. Lokale Heffingen Kader De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken de burgers heel

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 juni 2012, revisie Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Planperiode 2012-2016 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 2 augustus 2012 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Rvs Gemeentelijk Rioleringsplan januari 2014 Pagina 1 van 11

Rvs Gemeentelijk Rioleringsplan januari 2014 Pagina 1 van 11 Raadsavond : 13 januari 2014 Agendapunt : 5 Registratienummer : 14.001 Portefeuillehouder(s) : A.J.M. van Velzen Opsteller : R. Damink E-mail : rdamink@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) 3327 363 Onderwerp:

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert Vergadering: 4. ADV/M/18/11409 Z/M/18/61250 Sociaal Domein/Werk en Inkomen machtiging tot vertegenwoordiging De in dit voorstel genoemde kwaliteitsmedewerkers bezwaar en beroep van de Afdeling Sociaal

Nadere informatie

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Verantwoording Titel : Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015 Subtitel : Ontwerp Projectnummer

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing Raadsvergadering: 16 november 2010 Agendapunt: 8 Kenmerk: Datum voorstel: 29 juni 2010 Portefeuillehouder: Wethouder K. Brand en wethouder S. de Jong Informant: De heer J. Herms Onderwerp: Wijziging heffingssystematiek

Nadere informatie

Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 2 (11-07-2012) Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 14 bladzijden. Ons kenmerk: 22012RA-MH-LED

Nadere informatie

~7\ ja nee. AD^ES^' ; *j31. 20 0*t«ju4tu/*?OlZ NOORDENVELD. Datum fj/<f 6 au gustus2013. ' gvoorstellfe M. llpörixties^lctief.

~7\ ja nee. AD^ES^' ; *j31. 20 0*t«ju4tu/*?OlZ NOORDENVELD. Datum fj/<f 6 au gustus2013. ' gvoorstellfe M. llpörixties^lctief. 1 G E M E E N T E t NOORDENVELD Paraaf secretaris *1 Paraaf direct leidinggev ende AD^ES^' ; *j31 Datum fj/

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP gemeente Vlissingen 01-04-2013 eindconcept rapport Colofon: Titel : Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP Status : Gegevens

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Ommen. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Ommen. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Ommen 2014-2018 Colofon Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Ommen Planperiode: 2014 2018 Opdrachtgever: Opgesteld door: Gemeente Ommen Bestuursdienst Ommen

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Actualisatie Hemelwaterbeleid DATUM 16-10-2017 PROJECTNUMMER C03071.000332.011 ONZE REFERENTIE 079548640 B VAN Bram van Mol AAN Paul Smeets KOPIE AAN Bas Bierens 1.1 Aanleiding In Nederland ligt

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie