Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan"

Transcriptie

1 Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 juni 2012, revisie

2 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan Subtitel : planperiode 2013 t/m 2017 Projectnummer : Referentienummer : Revisie : Datum : 20 juni 2012 Auteur(s) : ing. A.E. Swets adres : arie.swets@grontmij.nl Contact : Grontmij Nederland B.V. Robijnstraat RB Alkmaar Postbus AE Alkmaar T F revisie Pagina 2 van 56

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Procedure Leeswijzer Functies GRP 2013 t/m Termen en definities Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden Inleiding Samenwerking met derden Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Provincie Noord-Holland Gemeenten Milieudienst Waterland Evaluatie GRP 2007 t/m Inleiding Rol GRP binnen gemeente Procedures totstandkoming GRP 2007 t/m Resultaten planperiode 2007 t/m Financiële middelen Personele middelen Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg Inleiding Invulling zorgplichten stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater Stedelijk afvalwater Hemelwater Doel ontvlechting Wijze van ontvlechting Rol particulier Klimaatverandering Grondwater Samenvatting beleidsuitgangspunten Doelen rioleringszorg Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer Toetsing huidige situatie Inleiding Algemeen Aanwezige voorzieningen Toestand van de objecten Stedelijk afvalwater Nog niet-aangesloten bestaande bebouwing Functioneren van de voorzieningen Onderhoud van de voorzieningen... 33, revisie Pagina 3 van 56

4 Inhoudsopgave (vervolg) 5.4 Hemelwater Overzicht van aanwezige voorzieningen Functioneren van de voorzieningen Onderhoud van de voorzieningen Grondwater Vergunningen Klachtenafhandeling en voorlichting Bestrijding diffuse bronnen De opgave Inleiding Aandachtspunten Aanleg voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater Aanleg bij bestaande bebouwing Aanleg bij nieuwbouw Aanleg grondwatervoorzieningen bij bestaande bebouwing en nieuwbouw Beheer van de bestaande voorzieningen Onderzoek Algemeen Stedelijk afvalwater Hemelwater Grondwater Samenvatting uit te voeren onderzoeken Maatregelen Algemeen Stedelijk afvalwater Grondwater Samenvatting uit te voeren maatregelen Organisatie en financiën Inleiding Personele middelen Financiële middelen Totale uitgaven Huidige inkomsten Kostendekking Kanttekeningen bij geschetste ontwikkeling rioolheffing Besluitvorming Referentielijst Bijlage 1: Bijlage 2: Woordenlijst Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg Bijlage 3: Evaluatie resultaten planperiode 2007 t/m 2011 Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Streefbeelden kwaliteit vrijvervalriolen Emissiegegevens riooloverstorten gemengd stelsel Uitgangspunten kostendekkingsplan Personele aspecten gemeentelijke watertaken Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan, revisie Pagina 4 van 56

5 Inhoudsopgave (vervolg) Bijlage 9: Reacties hoogheemraadschap en provincie op concept-grp Bijlage 10: Risico van niet-inspecteren van vrijvervalriolen, revisie Pagina 5 van 56

6 Inhoudsopgave (vervolg), revisie Pagina 6 van 56

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te stellen. In artikel 4.22 van de Wet milieubeheer is aangegeven dat de gemeenteraad, voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Het GRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken voor de vastgestelde planperiode en de langere termijn weergeeft. De geldigheidsduur van het GRP 2008 t/m 2011 van de gemeente Oostzaan is verstreken. De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het nieuwe GRP vast. Voor dit GRP is een looptijd van 5 jaar aangehouden: 2013 t/m De beheerplannen van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna te noemen: HHNK) en de provincie Noord-Holland lopen door t/m Het waterplan Oostzaan heeft een looptijd t/m Het GRP 2013 t/m 2017 is een verbreed GRP, waarin aandacht is besteed aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. 1.2 Procedure In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer is aangegeven wie de gemeente bij de voorbereiding van het GRP moet betrekken. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de invulling van de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. In december 2009 is de Waterwet in werking getreden, waarmee het accent wordt gelegd op samenwerking in de waterketen. De waterpartners voor de OVER-gemeenten zijn het HHNK en de provincie Noord-Holland. Het ontwerp-grp is ter becommentariëring aan beide partijen voorgelegd. De reacties op het concept-grp zijn in bijlage 9 opgenomen. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? 1.3 Leeswijzer Het GRP 2013 t/m 2017 is opgezet conform de Leidraad Riolering en bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en de gevolgde procedure. 2. Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden, met wet- en regelgeving en ontwikkelingen. 3. Evaluatie GRP 2007 t/m Met de conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie is rekening gehouden bij het opstellen van het GRP 2013 t/m Visie op zorgplichten en doelen rioleringszorg. Hierin zijn de doelen beschreven en geeft de gemeente aan wat zij voor de eigen lokale situatie met de zorgplichten wil bereiken. 5. Toetsing huidige situatie. De huidige situatie is getoetst aan de doelen en er is gekeken in hoeverre de gestelde doelen zijn gerealiseerd. In dit hoofdstuk is tevens een overzicht gegeven van de aanwezige voorzieningen. 6. De opgave. Hierin zijn de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. 7. Organisatie en financiën. Hierin is de opgave vertaald naar benodigde personele en financiële middelen. Besluitvorming (H8), revisie Pagina 7 van 56

8 Inleiding 1.4 Functies GRP 2013 t/m 2017 Het GRP 2013 t/m 2017 is opgesteld conform de module A1050 GRP: Planvorming gemeentelijke watertaken. Volgens de module heeft het GRP vier functies: 1. Het kader voor invulling van de gemeentelijke zorgplichten. Het GRP bevat de hoofdlijnen voor de gemeentelijke zorgtaken voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. In het plan geeft de gemeente aan welke beleidskeuzes zijn gemaakt, zoals voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verwerking van hemel- en grondwater en de rol van de particulier hierbij. 2. Interne afstemming zorgplichten met overige gemeentelijke beleidsvelden en taken. De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit vereist integraal beheer en onderlinge afstemming tussen sectoren, zoals wegbeheer, groenbeheer en ruimtelijke ordening. De gemeente moet een afweging maken over wat zij wel en niet wil inzamelen (bv. hemelwater) en hoe zij dat gaat doen (bv. al dan niet gemengd). De raakvlakken tussen rioleringszorg en de milieuvergunningverlening en -handhaving nemen daarmee toe. Het GRP kan worden gebruikt voor de toekenning van budgetten. De uitwerking van het GRP op projectbasis, wordt in jaarprogramma s gedaan. 3. Externe afstemming gemeentelijke zorgplichten met andere overheden. De gemeente moet haar rioleringsbeleid afstemmen met andere overheden. Op het gebied van grondwater is er een relatie met het HHNK en de provincie. Verder heeft de provincie een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en heeft zij een aanwijzingsbevoegdheid (zie artikel 4.24 Wet milieubeheer). De externe afstemming is vooral gericht op het omgaan met hemel- en grondwater. De Waterwet is van toepassing op lozingen die direct in het oppervlaktewater plaatsvinden en lozingen direct op de RWZI. Alle overige lozingen vallen onder de Wet milieubeheer. Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen. Een van de uitvoeringsbesluiten die mede zal worden gebaseerd op de Waterwet, is het Besluit lozen buiten inrichtingen. In dit besluit zijn lozingen vanuit de openbare ruimte opgenomen. Na de inwerkingtreding van dit besluit (per 1 juli 2011) is het vergunninginstrument voor overstorten veranderd. Dit besluit voorziet in algemene regels. De verstrekte Wvo-vergunning blijft van kracht als Watervergunning, totdat het HHNK heeft ingestemd met het verbrede GRP 2013 t/m Een van de voorwaarden in het Besluit lozen buiten inrichtingen is dat de riooloverstorten als voorziening moeten zijn opgenomen in het verbreed GRP. Het in 2012 opgestelde basisrioleringsplan voor de gemeente Oostzaan is als bijlage bij het GRP gevoegd. Hierin is het functioneren van de overstorten van het gemengd stelsel beschreven. De coördinaten van de overstorten van het gemengd stelsel en de hemelwateruitlaatpunten op het oppervlaktewater zijn eveneens in het BRP weergegeven. 4. Continuïteit in de invulling van de gemeentelijke zorgplichten. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater, hebben een relatief lange levensduur. De effecten van wijzigingen in de aanpak en afstemming met andere beleidsterreinen zijn vaak pas op langere termijn zichtbaar. Het GRP heeft daarbij een belangrijke functie omdat het ook de lange termijn in hoofdlijnen zichtbaar maakt. Een beeld van de ontwikkeling op langere termijn wordt verkregen door in het GRP een evaluatie van de vorige planperiode op te nemen en door toetsing aan een referentiekader (doelen). 1.5 Termen en definities Het GRP 2013 t/m 2017 is een gemeentelijk beleidsplan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven maar ook voor overleg met de in de Wet milieubeheer genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP 'vaktaal' wordt gebruikt. In bijlage 1 van dit GRP is een verklarende woordenlijst opgenomen. Voor de definitie van begrippen wordt naar deze woordenlijst verwezen., revisie Pagina 8 van 56

9 2 Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden 2.1 Inleiding Dit GRP heeft relaties met andere plannen van de gemeente en andere overheden. Die relaties bepalen voor een deel de eisen die worden gesteld aan de invulling van de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. De gemeente is primair verantwoordelijk voor het te voeren rioleringsbeleid maar andere overheden drukken voor een niet onbelangrijk deel een stempel op het door de gemeente te voeren beleid. In 2009 is de Waterwet in werking getreden, waarmee het accent wordt gelegd op samenwerking in de waterketen. Ook de voorgenomen overheidsbezuinigingen vragen om (meer) samenwerking tussen gemeenten en de waterpartners. In de volgende paragraaf is ingegaan op de diverse samenwerkingsverbanden. Een overzicht van de actuele wet- en regelgeving op het gebied van de rioleringszorg is weergegeven in bijlage Samenwerking met derden In deze paragraaf zijn de relaties met derden en plannen van derden toegelicht. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Het beleid van het HHNK is vastgelegd in het Waterbeheersplan Van veilige dijken tot schoon water (WBP4). Hierin is de langetermijnvisie op het gebied van de afvalwaterketen vastgelegd. De komende jaren wil het HHNK de samenwerking in de waterketen met gemeenten intensiveren. De notitie Omgaan met regenwater en riolering 2010 van het HHNK bevat uitgangspunten voor de samenwerking tussen het HHNK en de gemeenten en de invulling van de gemeentelijke zorgplichten. Daarnaast bevat de notitie informatie over het overnamepuntenbeleid, de sanering van de ongezuiverde lozingen, rioolvreemd water en discrepantieonderzoek. In samenwerking met het HHNK wordt invulling gegeven aan de verschillende afspraken, zoals hierna is beschreven. De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Kaderrichtlijn Water In het beheergebied van het HHNK hebben de gemeenten ingestemd met het maatregelenpakket voor de KRW voor het oppervlaktewater, zoals vastgelegd in de nota Samen werken aan Schoon Water (2008). Hieruit blijkt dat de meeste fysieke maatregelen door het HHNK worden genomen. Het gaat daarbij vooral om maatregelen op het gebied van inrichting en beheer van het watersysteem. Gemeenten hoeven weinig extra maatregelen te nemen voor de KRW, bovenop hun bestaande beleid. Van alle partijen wordt verwacht dat zij hun bestaande waterkwaliteitsbeleid blijven uitvoeren. Daarnaast ondersteunen gemeenten het HHNK met eventuele ruimtelijke maatregelen bij de uitvoering en betalen ze mee aan het onderzoeksprogramma., revisie Pagina 9 van 56

10 Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden Waterplan In samenwerking met het HHNK heeft de gemeente in 2006 het Waterplan Oostzaan 2007 t/m 2016 opgesteld. De gemeente Oostzaan bestaat uit een kleine, stedelijke kern en een viertal lintbebouwingen. Dit stedelijke gebied is omgeven door een uitgestrekt waterrijk veenweidegebied. De gemeente beslaat delen van de polder Oostzaan en polder t Twiske. Uit berekeningen is gebleken dat de polder Oostzaan en t Twiske geen wateropgave hebben en dat maatregelen op dit onderdeel niet nodig zijn. Het peil in de polder Oostzaan wordt zo hoog mogelijk gehouden om inklinking van het veenweidegebied tegen te gaan. In Oostzaan is de drooglegging gering en er is weinig ruimte voor peilstijgingen. Daarom wordt extra verharding in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gecompenseerd met de aanleg van extra open water. In de kern Oostzaan ligt overwegend gemengde vrijvervalriolering, met overstorten naar het oppervlaktewater. Ongelijkmatige verzakkingen van rioolleidingen vormen een probleem omdat in de lagere delen vuil bezinkt. Ook drempels van riooloverstorten zijn verzakt waardoor vaker overstortingen plaatsvinden en oppervlaktewater het rioolstelsel instroomt. In het kader van de optimalisatiestudie is geconcludeerd dat er geen optimalisatiekansen zijn voor de afvalwaterketen Zaanstad-Oost. De beleidslijn uit de waterkwaliteitsspoorstudie om verhard oppervlak af te koppelen, wordt voortgezet. In de kern van Oostzaan is de waterkwaliteit onvoldoende. Een aantal riooloverstorten komt uit op een watergang met (semi-)stagnant water en veroorzaken lokaal waterkwaliteitsproblemen. Afkoppelen biedt kansen om het hemelwater te benutten voor het extra circuleren van water. Gemeenteambassadeur Water Om de samenwerking tussen gemeenten onderling en gemeenten met andere overheden op het gebied van water binnen het beheergebied van het HHNK, te versterken, is een Gemeenteambassadeur Water in het leven geroepen. De rol van de ambassadeur bestaat uit: het versterken van de samenwerking door deze te faciliteren; het opkomen voor de belangen van de gemeenten in de waterwereld; het versterken van de aandacht voor water (en leefomgeving) bij de gemeenten. De samenwerking is gericht op een goede en spoedige uitvoering van het bestaande beleid en het geven van een samenhangend antwoord op nieuwe vragen vanuit klimaatontwikkeling. Monitoring gemengd rioolstelsel Oostzaan In 2010 is een meetplan opgesteld, in samenwerking met het HHNK en 9 gemeenten in Laag Holland. In 2012 is de meetopstelling operationeel. Doel van de metingen is meer inzicht verkrijgen in het werkelijk functioneren van de riolering en de omvang van de water op straat - situaties. Het meetplan voorziet in het meten van 8 gemalen (debiet) en 12 overstorten (overstorthoogte). Er wordt met 10 sensoren gemeten, die periodiek worden verplaatst. Gezamenlijke doelgerichte aanpak afvalwaterketen (UvW en VNG) De verantwoordelijkheden rond het (afval)waterbeheer zijn in de afgelopen jaren herverdeeld en verankerd in de Wet milieubeheer (2008), de Waterwet (2009) en verschillende uitvoeringsbesluiten (AMvB s). Daarbij is samenwerking het uitgangspunt. De komende jaren moet de overheid veel bezuinigen, ook gemeenten en waterschappen. Bij een ongewijzigde aanpak zullen de beheerkosten van de afvalwaterketen (riolering en afvalwaterzuivering) de komende jaren stijgen. Als gemeenten en waterschappen op beleids- en, revisie Pagina 10 van 56

11 Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden operationeel niveau intensief gaan samenwerken, is een flinke kostenbesparing te realiseren. Mede daarom hebben de VNG en UvW besloten de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen nog verder te intensiveren en minder vrijblijvend te maken. Hiervoor hebben zij een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen uitgewerkt. Naast kostenbesparing beoogt deze aanpak de uitvoering van de beheertaken in de afvalwaterketen minder kwetsbaar te maken voor lage personeelsbezetting en de kwaliteit te verbeteren. De essentie is nu samenwerken op basis van afspraken. De samenwerking in de afvalwaterketen wordt vanaf medio 2011 verkend in regionale groepen, waarbij wordt gezocht naar mogelijkheden om de regionale samenwerking inhoudelijk vorm te geven. De OVER-gemeenten nemen deel in de samenwerkingsgroep Laag Holland. De resultaten van de verkenning zijn bij het tot stand komen van het GRP 2013 t/m 2017 nog niet bekend. Voorlopig is afgesproken dat de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Schermer, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang en het HHNK samenwerken op het gebied van het monitoren van de rioolstelsels Provincie Noord-Holland Het beleid van de provincie Noord-Holland is verwoord in het Waterplan van de Provincie Noord-Holland (Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren). Het waterplan is in 2009 vastgesteld en geeft duidelijkheid over de strategische waterdoelen tot 2040 en de acties tot Het doel voor de lange termijn (2040) is dat alle steden robuust en klimaatbestendig zijn ingericht, waardoor er geen structurele wateroverlast of -onderlast is in het stedelijk gebied voorkomt. De rol van de provincie en de gemeenten hierin, is in het waterplan vastgelegd (zie bijlage 2) Gemeenten De gemeenten Oostzaan en Wormerland werken vanaf 1 januari 2010 ambtelijk samen in één gezamenlijke werkorganisatie OVERgemeenten. Beide gemeenten houden een eigen college van burgemeester en wethouders en een eigen gemeenteraad. De gemeenteraden blijven verantwoordelijk voor het uitzetten van de beleidskaders. Het college blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid binnen de door de raad gestelde kaders. Het doel van de samenwerking is het verder verbeteren van de dienstverlening. De OVER-gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte in Oostzaan en Wormerland. Dit vereist integraal beheer en onderlinge afstemming tussen de verschillende sectoren. De afdeling Gebied- en Wijkzaken is verantwoordelijk voor de uitvoering van het rioleringsbeleid. Projecten worden zo veel mogelijk integraal opgepakt met de beleidsterreinen wegen, groen en ruimtelijke ordening Milieudienst Waterland De gemeenten Landsmeer, Oostzaan, Waterland en Wormerland voeren hun gemeentelijke milieutaken gezamenlijk uit, onder de naam Milieudienst Waterland. De organisatie wordt gefaciliteerd door de Milieudienst IJmond. De groeiende specialisering op milieugebied en de hogere eisen aan de handhaving van milieuwetgeving hebben de vier gemeenten ertoe aangezet samen te werken. Op grond van de Wet milieubeheer geeft de Milieudienst Waterland vergunningen af en behandelt zij meldingen. Daarnaast controleert de milieudienst op naleving van de, in de wet opgenomen, voorschriften. De milieudienst informeert bedrijven bij het terugdringen van de milieubelasting en bij het beperken van risico's voor mens en milieu. De Milieudienst Waterland heeft in 2007 het Milieubeleidsplan gemeente Oostzaan opgesteld, waarin de hoofdlijnen van het gemeentelijk milieubeleid in de komende jaren is geschetst., revisie Pagina 11 van 56

12 Relaties rioleringszorg en samenwerking met derden, revisie Pagina 12 van 56

13 3 Evaluatie GRP 2007 t/m Inleiding Een eerste stap in het opstellen van het GRP 2013 t/m 2017 is een terugblik op het GRP 2007 t/m Bij de evaluatie is een aantal invalshoeken onderscheiden, zoals de rol van het GRP zelf, de totstandkomingprocedure en het resultaat van het GRP. Deze invalshoeken zijn in de volgende paragrafen nader belicht. 3.2 Rol GRP binnen gemeente Het accent in het GRP 2007 t/m 2011 lag op de verbetering van de waterkwaliteit door het afkoppelen van verhard oppervlak van het gemengd stelsel en verbetering van de kwaliteit van het rioolstelsel door het aantal verzakkingen van het rioolstelsel te verminderen. Daarnaast was het voornemen een aantal onderzoeken uit te voeren, waar onder het opstellen van beleid voor de nieuwe zorgplicht voor het grondwater. In het GRP 2007 t/m 2011 is een duidelijk beeld gegeven wat er van de gemeente wordt verwacht op het gebied van de rioleringszorg. De uit te voeren maatregelen en de financiële consequenties daarvan, zijn helder gepresenteerd. Het GRP 2007 t/m 2011 was een onderliggend document voor de gemeenteraad om in te kunnen stemmen met rioleringskredieten. Het heeft tevens gediend als basis voor de berekende rioolheffing. Het GRP 2007 t/m 2011 is gedurende de planperiode een goede leidraad gebleken voor de dagelijkse rioleringszorg. 3.3 Procedures totstandkoming GRP 2007 t/m 2011 Het GRP is opgesteld op basis van de in de Wet milieubeheer vastgestelde procedure. Het concept-grp is ter beoordeling toegestuurd aan het HHNK en de provincie Noord-Holland. De reacties zijn in het GRP 2007 t/m 2011 verwerkt. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) 3.4 Resultaten planperiode 2007 t/m 2011 In de tabel in bijlage 3 zijn de voorgenomen maatregelen en onderzoeken uit het GRP 2007 t/m 2011 beschreven en is aangegeven in hoeverre de voornemens zijn gerealiseerd. De voorgenomen maatregelen uit het GRP 2007 t/m 2011 zijn voor een groot deel uitgevoerd. Op het gebied van afkoppelen zijn de voorgenomen doelstellingen nog niet bereikt. Door onderbezetting is een aantal onderzoeken niet uitgevoerd. Concreet zijn de volgende resultaten bereikt: a) In de planperiode 2007 t/m 2011 is 2,0 ha verhard oppervlak afgekoppeld, in de Molenbuurt (1,1 ha) en in de Burgemeestersbuurt (0,9 ha). Het afkoppelen is uitgevoerd in combinatie met vervanging van vrijvervalriolering. Volgens het basisrioleringsplan van 2006 moest 4,8 ha worden afgekoppeld om aan de basisinspanning voor het gemengd rioolstelsel te voldoen. b) Reparatie van vrijvervalriolering heeft plaatsgevonden. In het GRP 2007 t/m 2011 zijn geen concrete maatregelen voor de vervanging van vrijvervalriolen beschreven. In 2008 is het hoofdriool in de Kerkbuurt gerenoveerd. Het stamriool over het tracé Kerkbuurt - Jacob Corneliszstraat - Burgemeester Bratstraat - Burgemeester Teerstraat, tot aan de brand-, revisie Pagina 13 van 56

14 Evaluatie GRP 2007 t/m 2011 weerkazerne, is goed onderheid. In 2008, tijdens de herinrichting van de weg, is dit riool gerelined en voorzien van een kunststofkous. c) De voorgenomen maatregelen voor de sanering van de ongezuiverde lozingen in het buitengebied (15 percelen aansluiten op de drukriolering of voorzien van een IBA) zijn niet uitgevoerd. Er is ook geen saneringsplan opgesteld. In de planperiode 2013 t/m 2017 wordt een inventarisatie gemaakt van de te saneren lozingen en wordt onderzocht op welke wijze de ongezuiverde lozingen op een doelmatige wijze kunnen worden gesaneerd. De gemeente is voornemens om de percelen aan te sluiten op de riolering. Als dit niet doelmatig is, biedt de gemeente een IBA-klasse II aan, als gelijkwaardig alternatief. d) Er zijn geen inspecties van vrijvervalriolen uitgevoerd. De laatste inspecties dateren van In 2012 wordt een inspectieplan opgesteld en wordt een start gemaakt met de inspectie van de vrijvervalriolen. Aan de eventuele risico s die verbonden zijn aan het niet-inspecteren van de vrijvervalriolen, is verder ingegaan in bijlage 10 van dit GRP. e) In samenwerking met het HHNK en 9 gemeenten in Laag Holland is een meetplan opgesteld voor het monitoren van het gemengd rioolstelsel. Het meetplan voorziet in het meten van 8 gemalen (debiet) en 12 overstorten (overstorthoogte). Er wordt met 10 sensoren gemeten, die periodiek worden verplaatst. In 2012 is de meetopstelling operationeel. Figuur 1 Renovatie (relinen) hoofdriool Kerkbuurt (februari 2008) 3.5 Financiële middelen De financiële middelen zijn beschikbaar gesteld op basis van het maatregelenpakket uit het GRP 2007 t/m Uit de evaluatie van de investeringsuitgaven blijkt dat de beschikbare financiële middelen grotendeels zijn benut. Het saldo van de bestemmingsreserve riolering bedraagt ,- (geschatte stand per 1 januari 2013). Als gevolg van een wetswijziging had de gemeente tot 31 december 2009 de mogelijkheid om rioolrecht te heffen. Vanaf 1 januari 2010 wordt alleen rioolheffing geheven. Per saldo komt er geen extra heffing bij. De omzetting van rioolrecht naar rioolheffing heeft in 2009 plaatsgevonden (voor toelichting: zie bijlage 2, punt 9, Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken, onderdeel Bekostiging ). De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een pand dat is aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. Het voor 2012 vastgestelde tarief bedraagt 273,50 per heffingseenheid. In de planperiode is het tarief per heffingseenheid gestegen van 230,00 in 2007 naar 248,50 in 2011., revisie Pagina 14 van 56

15 Evaluatie GRP 2007 t/m Personele middelen Voor de rioleringszorg in de gemeente zijn 2,4 fte beschikbaar: 0,4 fte voor de binnendienst en 2,0 fte voor de buitendienst. De gemeente Oostzaan is een regiegemeente, waarbij de uitvoering van gemeentelijke activiteiten zo veel mogelijk aan derden wordt overgelaten. De gemeente voert daarbij wel de regie met de daarbij behorende verantwoordelijkheden. De voorbereiding, uitvoering en begeleiding van rioleringsprojecten wordt grotendeels uitbesteed aan derden. Ook werkzaamheden die te specialistisch van aard zijn en waarvan de omvang van het specialistische werk te klein is om dergelijke kennis effectief binnen de gemeente zelf op te bouwen en te onderhouden, worden uitbesteed aan derden. Door onderbezetting is een aantal taken en onderzoeken blijven liggen, zoals het opstellen van een operationeel jaarplan en onderzoek naar het voorkomen van foutieve rioolaansluitingen. 3.7 Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek In artikel 213a van de Gemeentewet is vastgesteld dat het college periodiek onderzoek doet naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. De gemeente Oostzaan heeft in 2007 geparticipeerd in de Benchmark Rioleringszorg. In figuur 2 is het gemeenteprofiel van de gemeente Oostzaan weergeven als resultaat van deze Benchmark Rioleringszorg. Figuur 2 Profiel gemeente Oostzaan uit Benchmark Rioleringszorg (2007) Op basis van de resultaten van de benchmark, zijn de volgende aanbevelingen gedaan: a. Start met de monitoring van overstorten van het rioolstelsel. b. Kritisch kijken naar de totale inzet van personeel en middelen, vooral op het gebied van beheer en onderhoud van het stelsel. c. Opzetten projectregistratie waarmee de tijdsbesteding, kostenbesteding en planning worden bijgehouden. Dit bevordert het projectmatig werken. d. Financiële administratie aanpassen, zodanig dat de bestedingen op de diverse onderdelen van de rioleringszorg beter inzichtelijk worden. e. Snellere verwerking van de revisiegegevens in het rioolbeheersysteem. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de benchmark zijn de volgende acties ondernomen: ad. a) In samenwerking met het HHNK en 9 gemeenten in Laag Holland is in 2010 een meetplan riolering opgesteld voor het monitoren van het gemengd stelsel. In 2012 is het meetsysteem operationeel. ad. b t/m d) De gemeenten Oostzaan en Wormerland werken vanaf 1 januari 2010 ambtelijk samen in één gezamenlijke werkorganisatie OVER-gemeenten. In het kader hiervan worden de acties uitgevoerd. ad. e) In het kader van het opgestelde basisrioleringsplan (2012) is het rioolbeheerbestand bijgewerkt., revisie Pagina 15 van 56

16 Evaluatie GRP 2007 t/m 2011 De gemeente Oostzaan heeft in 2010 meegedaan aan het landelijk benchmarkonderzoek over de rioleringszorg. Het onderzoek is een landelijke prestatievergelijking, waarmee gemeenten inzicht geven en krijgen in kenmerken en prestaties van de rioleringszorg. Hoofdonderwerpen waarop de vergelijking heeft plaatsgevonden zijn: stelselkenmerken en organisatie, kwaliteit en technisch functioneren en financiën. In de benchmark 2010 is de gemeente als volgt getypeerd: Oostzaan is een zeer kleine, weinig stedelijke gemeente, voornamelijk gelegen op zeer slechte grond (veen). Er ligt relatief veel gescheiden en een gangbare hoeveelheid mechanische riolering. De rioolheffing 2010 per meerpersoonshuishouden is hoger dan gemiddeld. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in vervanging en verbetering van het stelsel en de beheerkosten zijn hoger dan gemiddeld. Oostzaan kende afgelopen jaren geen gevallen van wateroverlast. Figuur 3 Beheerkosten gemeente Oostzaan (uit Benchmark Rioleringszorg 2010), revisie Pagina 16 van 56

17 4 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg 4.1 Inleiding Het verbreed GRP 2013 t/m 2017 beschrijft de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar wettelijke zorgplicht voor gemeentelijke watertaken. Om dit eenduidig vast te leggen, is de systematiek van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden toegepast. Met de doelen en functionele eisen wordt de gewenste situatie beschreven en vastgelegd over de toestand en het functioneren van bestaande en nieuwe voorzieningen voor de gemeentelijke watertaken. Door het formuleren van maatstaven en de daarbij behorende meetmethoden, wordt de zorg voor de gemeentelijke watertaken geconcretiseerd en toetsbaar gemaakt. Alvorens de doelen en de functionele eisen worden beschreven, is eerst aangegeven op welke wijze de gemeente Oostzaan de komende planperiode invulling geeft aan de zorgplichten voor de gemeentelijke watertaken. 4.2 Invulling zorgplichten stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater In deze paragraaf is ingegaan op de invulling van de zorgplichten. De concrete acties die hieruit volgen, zijn uitgewerkt in hoofdstuk 6 van dit GRP (De opgave). Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Stedelijk afvalwater De gemeente mag zelf kiezen met welke voorzieningen ze haar zorgplicht invult, zowel voor de bebouwde kom als voor het buitengebied. In plaats van een openbaar vuilwaterriool, zijn andere systemen toegestaan, mits een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. In het buitengebied van Oostzaan zijn 111 percelen aangesloten op de riolering en zijn 7 percelen voorzien van een IBA klasse III. Voor deze percelen is geen ontheffing aangevraagd van de zorgplicht. Er zijn 15 percelen in het buitengebied die het afvalwater ongezuiverd lozen op het oppervlaktewater, waaronder 4 woonboten. In de planperiode 2013 t/m 2017 wordt onderzocht op welke wijze de ongezuiverde lozingen op een doelmatige wijze kunnen worden gesaneerd. De gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning voor het gemengd rioolstelsel. De gemeente heeft de ambitie de basisinspanning te realiseren door het afkoppelen van verhard oppervlak. Beleidsvoornemens zorgplicht stedelijk afvalwater In het buitengebied worden alle percelen aangesloten op de riolering, tenzij een IBA is geoorloofd met het oog op doelmatigheid. Binnen de bebouwde kom wordt bij nieuwbouw altijd riolering aangelegd., revisie Pagina 17 van 56

18 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg Hemelwater De zorgplicht voor het hemelwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting en houdt in dat de gemeente zorg moet dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van het hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiende hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. De particulier krijgt in de wet nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft de zorgplicht ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. De hemelwaterzorgplicht omvat het, door de gemeente, aanbieden van een voorziening waarin het hemelwater geloosd kan worden. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoewel er beleidsmatig een voorkeur bestaat voor gescheiden rioleren. Het is niet wettelijk verplicht om afvalwaterstromen te scheiden. Een groot deel van het rioolstelsel van Oostzaan bestaat uit een gemengd stelsel. Daarnaast zijn er ook (verbeterd) gescheiden stelsels aanwezig. Voor het gemengd stelsel moeten voor het opstellen van het GRP 2013 t/m 2017, in relatie tot de zorgplicht voor het hemelwater, drie belangrijke vragen worden beantwoord: 1. in hoeverre streeft de gemeente ontvlechting van afvalwater en schoon hemelwater na en welk doel wil men daarmee bereiken? 2. op welke manier wordt de ontvlechting uitgevoerd, bijvoorbeeld boven- of ondergrondse afvoer naar het oppervlaktewater? 3. welke rol krijgt de particulier hierbij? Op deze drie vragen is in de volgende subparagrafen verder ingegaan, Doel ontvlechting Het is wenselijk het hemel- en grondwater zo weinig mogelijk te vermengen met afvalwater. In de wet wordt dit aangeduid met de term ontvlechting. Het scheiden van hemel- en afvalwater is geen doel op zich maar een bewuste keuze. In Oostzaan is er voor gekozen de basisinspanning voor het gemengd stelsel te realiseren door het afkoppelen van verhard oppervlak. Het afkoppelen (ontvlechten) lift in beginsel mee met reguliere rioolvervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Het afkoppelen in Oostzaan dient verschillende doelen: 1. Het leidt tot een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater, doordat het aantal overstortingen en ook de overstortingshoeveelheden afnemen. Er wordt in de planperiode 2013 t/m 2017 nog circa 1,3 ha afgekoppeld, opdat aan de basisinspanning voor het gemengd stelsel wordt voldoen. 2. Het draagt bij aan een duurzamer rioleringssysteem, doordat er minder hemelwater naar de RWZI wordt afgevoerd. 3. Het hydraulisch ontlasten van het gemengd stelsel om de gevolgen van de klimaatsverandering op te kunnen vangen. Het rioolstelsel moet minimaal een afvoercapaciteit hebben om een theoretische bui te kunnen verwerken die eenmaal per twee jaar valt. Het huidige rioolstelsel voldoet hier niet op alle locaties aan. 4. Het bevorderen van de doorstroming van het stedelijk watersysteem, door het lozen van schoon hemelwater op oppervlaktewater (zie ook Waterplan Oostzaan) Wijze van ontvlechting Volgens de huidige praktijk worden wegen afgekoppeld en waar mogelijk ook de voorkanten van de woningen. Bij het afkoppelen wordt een hemelwaterafvoerstelsel (hierna te noemen: HWA-stelsel) aangelegd tot aan de woning. De bewoners hoeven niet zelf de aansluiting op het HWA-stelsel te verzorgen. Foutieve aansluitingen worden hiermee voorkomen. Tevens wordt de gemengde huisaansluitleiding vervangen. Bij het afkoppelen wordt zo veel mogelijk samengewerkt met de plaatselijke woningbouwvereniging. Aanvullende waterberging in de openbare ruimte is nauwelijks mogelijk. Infiltratie in de bodem is niet mogelijk, vanwege de zeer geringe ontwateringsdiepte in het stedelijk gebied. In principe mag het afvloeiende hemelwater van daken en wegen zonder restricties in het oppervlaktewater worden geloosd. De effecten van afkoppelen worden in overleg met het HHNK kwalitatief ingeschat en op projectniveau besproken., revisie Pagina 18 van 56

19 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg Rol particulier De gemeente krijgt meer mogelijkheden om de perceelseigenaar op zijn verantwoordelijkheid aan te spreken. Per verordening kan de gemeente regels en een termijn stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren. De gemeente moet beoordelen of redelijkerwijs van de perceelseigenaar gevraagd kan worden het afvloeiend hemelwater zelf in de bodem of het oppervlaktewater te brengen. De wetgeving gaat er vanuit dat hemelwater in de meeste gevallen schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te brengen. Van de particulier wordt verwacht dat hij zijn stedelijk afvalwater loost op de gemeentelijke riolering, tenzij er door de gemeente ontheffing van de zorgplicht is verkregen van de provincie. Van burgers en bedrijven wordt op grond van het Lozingenbesluit afvalwater huishoudens en het Activiteitenbesluit verder verwacht dat zij zodanig lozen dat er geen schade aan riolering, milieu en/of zuiveringinstallaties ontstaat. Artikel 4 Besluit lozing afvalwater huishoudens 1. Onverminderd het bij of krachtens hoofdstuk 3 bepaalde wordt vanuit een particulier huishouden uitsluitend geloosd, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid van de lozing de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de bodem en het oppervlaktewater zoveel mogelijk worden beperkt en de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater niet wordt belemmerd. De gemeente heeft er voor gekozen om particulieren in bestaand stedelijk gebied, die lozen op een vrijvervalstelsel, niet te verplichten het hemelwater op het eigen terrein te verwerken. De huidige lozingssituatie wordt gehandhaafd. De redenen voor het niet verplicht stellen van het verwerken van het hemelwater op het eigen terrein, zijn: verwerking van hemelwater op eigen perceel is beperkt of nauwelijks mogelijk; de risico s voor het milieu worden beperkt, in verband met het gebruik van onkruidbestrijdings- en schoonmaakmiddelen door particulieren; het gescheiden aanbieden van afvalwater en hemelwater brengt vaak hoge kosten voor de perceeleigenaar met zich mee, waardoor de maatschappelijke kosten en baten niet in redelijke verhouding tot elkaar staan; de handhavende taak van de gemeente blijft hierdoor beperkt. Bij nieuwbouw en renovatie wordt, waar mogelijk, van de particulier geëist het hemelwater wel op eigen terrein te verwerken, in het geval het perceel direct grenst aan oppervlaktewater. Dit kan in de bouwverordening worden vastgelegd Klimaatverandering Het is de ambitie van de gemeente om in te spelen op de klimaatverandering. De gemeente doet al het nodige om te anticiperen op de klimaatverandering, door de aanleg van extra HWAriolen en het afkoppelen van verhard oppervlak van het gemengd rioolstelsel. Hierdoor wordt het bestaande rioolstelsel minder zwaar belast en ontstaat er meer ruimte voor het opvangen van de voorspelde toename van de neerslagintensiteit. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen gewaarborgd wordt. Verstoppingen worden daarmee zo veel mogelijk voorkomen. Aanpak van verstoppingen is een effectieve maatregel voor het voorkomen en verminderen van wateroverlast. Beleidsvoornemens zorgplicht hemelwater In de planperiode wordt de huidige werkwijze voor het afkoppelen van verhard oppervlak voortgezet. Om aan de basisinspanning te voldoen, moet nog circa 1,3 ha verhard oppervlak worden afgekoppeld. Het afkoppelen wordt gecombineerd met de vervanging van de vrijvervalriolering en de herinrichting van de openbare ruimte. De haalbaarheid van het afkoppelen zal per project worden onderzocht. In bestaand stedelijk gebied wordt de particulier niet verplicht het hemelwater op het eigen terrein te verwerken. Bij nieuwbouw en renovatie wordt, waar mogelijk, van de particulier geëist het hemelwater op eigen terrein te verwerken, in het geval het perceel direct grenst aan oppervlaktewater. Er wordt geen lozingsverordening voor grond- en hemelwater opgesteld., revisie Pagina 19 van 56

20 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg In bestaande situaties worden de aanwezige rioleringssystemen gehandhaafd en uitgebreid met een HWA-stelsel, daar waar wordt afgekoppeld. Bij nieuwbouw wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast in het stedelijk gebied toe. Om te anticiperen op de klimaatverandering, worden HWA-riolen aangelegd en verhard oppervlak afgekoppeld, waardoor het bestaand gemengd stelsel minder zwaar wordt belast en er meer ruimte ontstaat voor het opvangen van de voorspelde toename van de neerslagintensiteit Grondwater Grondwater speelt een belangrijke rol binnen de gemeentelijke openbare ruimte. In de nieuwe wetgeving is een deel van de zorg voor het grondwater bij de gemeente neergelegd. De zorgplicht voor het grondwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Het stedelijk gebied van Oostzaan is omgeven door een uitgestrekt en waterrijk veenweidegebied. Het peil in de omliggende polder wordt zo hoog mogelijk gehouden om inklinking van het veenweidegebied tegen te gaan. In het stedelijk gebied is daardoor de drooglegging en de ontwateringsdiepte zeer gering. Op een aantal locaties wordt grondwateroverlast ervaren, vooral in de vorm van natte kruipruimten. Er is geen grondwaterplan opgesteld voor het stedelijk gebied. De gemeente Oostzaan wil in haar gebied een grondwaterstand hebben, die geen structurele overlast veroorzaakt bij de bewoners en bedrijven. Een maatregel die wordt genomen om grondwateroverlast te beperken of te voorkomen, is de aanleg van drainage bij de vervanging van oude of aanleg van nieuwe riolering. De drainage watert direct, onder vrijverval, af op de omringende watergangen. Dit acht de gemeente een doelmatige manier om de overlast tegen te gaan. Sinds 1998 wordt drainage aangelegd. De aanleg van drainage mag niet leiden tot zodanige verlaging van de grondwaterstand, dat houten paalfundering droog kan komen te staan (grondwateronderlast). Gelet op de geringe ontwateringsdiepte is de kans hierop zeer klein. De grondwaterstand wordt ter plaatse van één peilbuis gemeten (in de Wakerstraat). Dit levert nauwelijks inzicht in het verloop van de grondwaterstand in het stedelijk gebied. De gemeente wil daarom een grondwatermeetnet in gebruik nemen om inzicht te krijgen in het verloop van de grondwaterstanden. Het grondwatermeetnet zal pas na de planperiode (2013 t/m 2017) in gebruik worden genomen. Het is de ambitie van de gemeente om invulling te geven aan een grondwaterloket en regie te voeren bij het oplossen van structurele grondwaterproblemen. Op eigen terrein heeft de burger zelf een verantwoordelijkheid om het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. Bij de invulling van de grondwaterzorgplicht heeft de gemeente er voor gekozen alleen dat te doen wat wettelijk verplicht is. Dit houdt concreet in: a) Het grondwaterloket wordt geïntegreerd in het reeds aanwezige gemeentelijk servicepunt. Het grondwaterloket wordt gepromoot via de gemeentelijke website. Er worden geen overige communicatiemiddelen ingezet. b) Onderzoek na melding van een klacht, vindt alleen telefonisch plaats. Er worden geen huisbezoeken gebracht. c) Er worden alleen dan maatregelen getroffen voor het opheffen van grondwateroverlast in de openbare ruimte, als daar aanleiding voor is. De gemeente beschouwt het nemen van maatregelen als doelmatig, als deze zo veel mogelijk worden gecombineerd met rioolvervangingswerkzaamheden of herinrichting van de openbare ruimte. d) Op eigen terrein heeft de burger zelf de verantwoordelijkheid het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. Bouwtechnische maatregelen en aanleg van drainage op particulier terrein worden niet door de gemeente gefinancierd. Als verwerking op eigen perceel niet mogelijk is, zal de gemeente aan particulieren de mogelijkheid bieden zich te ontdoen van grondwater door dit bijvoorbeeld aan te laten sluiten op het aanwezige of nieuw aan te leggen gemeentelijk drainagesysteem of op het HWA-stelsel., revisie Pagina 20 van 56

21 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg e) Bij het bouw- en woonrijp van toekomstige stedelijke ontwikkelingen hanteert de gemeente een ontwateringsdiepte van 0,70 m beneden het straatpeil (zie figuur 4). Dit wordt bij voorkeur gerealiseerd door ophoging van het te bebouwen terrein. Figuur 4 Toetsingscriteria voor grondwaterstanden Beleidsvoornemens zorgplicht grondwater De gemeente Oostzaan wil in haar gebied een grondwaterstand hebben, die geen structurele overlast veroorzaakt bij de bewoners en bedrijven. Voor de invulling van de grondwaterzorgplicht heeft de gemeente er voor gekozen alleen dat te doen wat wettelijk verplicht is. De gemeente beschouwt het nemen van maatregelen als doelmatig, als deze zo veel mogelijk worden gecombineerd met rioolvervangingswerkzaamheden of uitvoering van overige maatregelen in de openbare ruimte. Opstellen grondwaterbeheerplan, met als doel: de bestaande grondwatersituatie in beeld brengen en duidelijkheid scheppen over de taken en verantwoordelijkheden van gemeente, HHNK en particulieren bij het voorkomen en oplossen van grondwateroverlast. 4.3 Samenvatting beleidsuitgangspunten Voor de concrete invulling van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater, zijn de in tabel A weergegeven beleidsuitgangspunten gehanteerd. Tabel A Beleidsuitgangspunten voor invulling zorgplichten thema onderdeel uitgangspunt beleid planperiode 2013 t/m 2017 zorgplicht afvalwater buitengebied In het buitengebied worden alle percelen aangesloten op de riolering, tenzij een IBA is geoorloofd met het oog op doelmatigheid. zorgplicht hemelwater binnen de bebouwde kom afkoppelen verhard oppervlak verordening Binnen de bebouwde kom wordt bij nieuwbouw altijd riolering aangelegd. In de planperiode verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd stelsel. Om aan de basisinspanning voor het gemengd stelsel te voldoen, wordt er circa 1,3 ha van het gemengd stelsel afgekoppeld. Het afkoppelen wordt gecombineerd met de vervanging van de vrijvervalriolering en de herinrichting van de openbare ruimte. Er wordt geen lozingsverordening door de gemeente opgesteld. rol particulier In bestaand stedelijk gebied wordt de particulier niet verplicht het hemelwater op het eigen terrein te verwerken. Bij nieuwbouw en renovatie wordt, waar mogelijk, van de particulier geëist het hemelwater op eigen terrein te verwerken, in het geval het perceel direct grenst aan oppervlaktewater., revisie Pagina 21 van 56

22 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg thema onderdeel uitgangspunt beleid planperiode 2013 t/m 2017 gemeentelijke voorzieningen voor inzameling hemelwater In bestaande situaties worden de aanwezige rioleringssystemen gehandhaafd en uitgebreid met een hemelwaterafvoerstelsel, daar waar wordt afgekoppeld. Bij nieuwbouw wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast in het stedelijk gebied toe. Om te anticiperen op de klimaatverandering, worden de volgende maatregelen getroffen: aanleg van hemelwaterafvoerriolen en afkoppelen van verhard oppervlak, waardoor het bestaande stelsel minder zwaar wordt belast en er meer ruimte ontstaat voor het opvangen van de voorspelde toename van de neerslagintensiteit; het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, waardoor de afstroming naar en in de riolen wordt gewaarborgd. zorgplicht grondwater grondwaterloket structurele grondwateroverlast maatregelen opheffen grondwateroverlast nieuwbouw Het grondwaterloket wordt geïntegreerd in het reeds aanwezige gemeentelijk servicepunt. In de planperiode wordt een grondwaterbeheerplan opgesteld. Voor het vaststellen van structurele grondwateroverlast maakt de gemeente geen gebruik van ontwateringscriteria maar wordt deze gebaseerd op het aantal en type meldingen en klachten. Het nemen van maatregelen bij bestaande bebouwing wordt als doelmatig beschouwd, als deze zo veel mogelijk worden gecombineerd met rioolvervangingswerkzaamheden of herinrichting van de openbare ruimte. Bij nieuwbouw wordt een ontwateringsdiepte van 0,70 m beneden het straatpeil gehanteerd. 4.4 Doelen rioleringszorg Het doel van de rioleringszorg is meerledig: 1. de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; 2. de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving, door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige hemelwater van daken, pleinen, wegen e.d. en overtollig grondwater in te zamelen en af te voeren; 3. de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater in bodem of oppervlaktewater voorkomen. De wetgever heeft de gemeentelijke taken nader omschreven in de Wet Milieubeheer (art ) en in de Waterwet (artt. 3.5 en 3.6). Vanuit deze nieuwe wettelijke formuleringen, zijn de volgende doelen voor de gemeentelijke watertaken geformuleerd: 1. zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater; 2. zorgen voor transport van stedelijk afvalwater; 3. zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door particulier); 4. zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater; 5. zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. De doelen geven de gewenste situatie weer voor het beheer van de bestaande en de aanleg van nieuwe voorzieningen. Uit de doelen voor de komende planperiode zijn eisen afgeleid, die aan het functioneren van de riolering als systeem of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, rioolgemalen) worden gesteld. Om de doelen te halen, moet de riolering aan die functionele eisen voldoen. Maatstaven zijn vastgesteld om te bepalen of aan de functionele eisen wordt voldaan., revisie Pagina 22 van 56

23 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg In tabel B zijn de doelen, functionele eisen en maatstaven voor de gemeente Oostzaan weergegeven. De komende planperiode moeten de functionele eisen en maatstaven worden getoetst op basis van de uitkomsten van de onderzoeken die worden uitgevoerd om het beleid voor de zorgplichten voor het hemel- en grondwater te formuleren (zie hoofdstuk 6). Tabel B Doelen, functionele eisen en maatstaven gemeentelijke watertaken doel functionele eis maatstaf 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. a. Alle percelen binnen het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling doelmatiger is. b. De huisaansluitleidingen moeten in goede staat verkeren. c. Er mogen geen ongewenste lozingen op de riolering plaatsvinden. d. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodat de hoeveelheden uittredend rioolwater en intredend a. Alle percelen binnen of buiten de bebouwde kom zijn aangesloten op de riolering, tenzij lokale behandeling van het afvalwater een zelfde graad van milieubescherming biedt. b. Geen klachten over het functioneren van de gemeentelijke huisaansluitleidingen. c. Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wet Milieubeheer. Foutieve aansluitingen mogen niet leiden tot een significante afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater. d. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. grondwater beperkt blijven. 2. Zorgen voor a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij a. Optimaal stelselontwerp volgens Leidraad transport van stedelijk afvalwater. droog weer het aanbod van afvalwater te verwerken. b. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod van stedelijk afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. c. De vuiluitworp door overstortingen uit gemengde rioolstelsels op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. d. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rioolwaterzuiveringsinstallatie te bereiken. e. De afstroming dient gewaarborgd te zijn. Riolering. b. Gemiddeld mag maximaal eenmaal per twee jaar water op straat optreden (theoretisch). Water op straat mag niet leiden tot wateroverlast: het onderlopen van woningen en gebouwen. Water op straat mag geen blokkade zijn voor doorgaande verkeersroutes. c. De vuiluitworp mag de waterkwaliteitsdoelstelling niet in gevaar brengen. De vuiluitworp moet voldoen aan de eenduidige basisinspanning van het CIW en eventuele aanvullende eisen vanuit het waterkwaliteitsspoor. d. De ledigingstijd van het stelsel en de randvoorzieningen bedraagt maximaal 10 uur. De verloren berging bedraagt maximaal 10%. e. De inslagpeilen van rioolgemalen moeten onder de binnenonderkant van het laagst inkomend riool liggen. Persleidingen moeten in of zo dicht mogelijk bij ontvangende gemalen uitmonden. Alle putten zijn voorzien van een stroomprofiel. f. De objecten moeten in goede staat verkeren. f. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Voor overige objecten naar eigen inzicht en volgens specificaties van leveranciers. g. De vervuilingstoestand van de riolering moet acceptabel zijn. h. De bedrijfszekerheid van rioolgemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. g. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. h. Grote hoofdgemalen moeten van een automatische storingsmelding worden voorzien. Storingen moeten binnen 6 uur na signalering worden verholpen, afhankelijk van de prioriteit, revisie Pagina 23 van 56

24 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg doel functionele eis maatstaf van het gemaal. De pompen in hoofdgemalen dienen elkaars reserve te zijn. i. De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht te zijn dat overlast door stank wordt i. Geen klachten over overlast door stank vanuit de gemeentelijke riolering. voorkomen. j. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. j. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven. Bereikbaarheid percelen handhaven. 3. Zorgen voor a. Alle percelen binnen het gemeentelijke a. Alle percelen zijn voorzien in een aansluiting inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. grondgebied zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking van hemelwater kan voorzien. b. De objecten moeten in goede staat verkeren. c. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden. d. Geen afvoer van drainagewater via gemengd stelsel of droogweerafvoerriool. a. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. b. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod van hemelwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. c. De objecten moeten in goede staat verkeren. d. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. a. Adequate afvoer van overtollig grondwater, bij te hoge grondwaterstanden. op de riolering, tenzij men zich niet van hemelwater wil ontdoen maar voor de lokale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken óf wanneer directe lozing geoorloofd is. Nieuwe bebouwing mag niet worden aangesloten op het gemengd rioolstelsel. Als bij nieuwbouw het perceel grenst aan oppervlaktewater, dan voorziet de particulier, in overleg met de waterbeheerder, in de afvoer van hemelwater van daken, rechtstreeks op het oppervlaktewater b. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. c. Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn en mag niet leiden tot wateroverlast. d. Drains zijn niet aangesloten op het gemengde stelsel, op een droogweerafvoerriool of een hemelwaterafvoerriool van een verbeterd gescheiden stelsel. a. Verontreinigingen door uitwerpselen, bouwmaterialen, straatmeubilair, bestrijdingsmiddelen, strooibeleid en straatvegen moeten geminimaliseerd worden. De vuiluitworp mag de doelstelling voor de kwaliteit van het oppervlaktewater niet in gevaar brengen. b. Gemiddeld mag maximaal eenmaal per twee jaar water op straat optreden (theoretisch). Water op straat mag niet leiden tot wateroverlast: het onderlopen van woningen en gebouwen. Water op straat mag geen blokkade zijn voor doorgaande verkeersroutes. c. Waterdichtheid en stabiliteit moeten voldoen aan de kwaliteitsdoelstellingen. d. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven. Bereikbaarheid percelen handhaven. a. Maatregelen worden opgesteld naar aanleiding van klachten en meldingen. b. Bij nieuwbouw wordt een ontwateringsdiepte van 0,70 m beneden het straatpeil gehanteerd., revisie Pagina 24 van 56

25 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg 4.5 Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer De rioolbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling en transport te kunnen realiseren. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan, is een effectieve besturing niet mogelijk en kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet milieubeheer (artikel 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat deze verkeren. De voorwaarden zijn op een vergelijkbare manier als de doelen toetsbaar te maken door ze nader te specificeren in concrete maatstaven. Tabel C Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer voorwaarde maatstaf 1. Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken. a. In het GRP moet de relatie met overige gemeentelijke taken inzichtelijk worden gemaakt; b. In operationele programma s samenhang aangeven. 2. De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. a. Naleving en actueel houden vergunningen; b. Eenmaal per jaar bestand controleren; c. Geen illegale en foutieve aansluitingen; d. Actueel bestand aansluitingen op de riolering. 3. Inzicht in kosten op langere termijn. a. Alle kosten van de rioleringszorg minimaal één keer in beeld. 4. Er dient inzicht te bestaan in de toestand van het functioneren van de riolering, en hemel- en grondwatervoorzieningen. a. Directe toegankelijkheid en beschikbaarheid gegevens (van riolering en grondwatervoorzieningen). Digitaal uitwisselbaar t.b.v. WION; b. Jaarlijkse, visuele inspectie van de riolering; c. Herberekening bij significante wijzigingen in rioolstelsel; d. Verwerking van revisie- en meetgegevens binnen drie maanden. 5. Er dient zo veel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. a. Maken van duurzaamheidsafweging bij het toepassen van bouwmaterialen en straatmeubilair; b. Bij alle grotere bouwprojecten wordt de toepassing van duurzaam bouwen afgewogen en worden ambities voor duurzaam bouwen geformuleerd en doorvertaald naar bouwplanniveau. 6. Er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd. a. Behandeling van klachten en een reactie naar de klager binnen één werkdag; b. Voldoende voorlichting en informatie naar belanghebbenden., revisie Pagina 25 van 56

26 Beleidsuitgangspunten en doelen rioleringszorg, revisie Pagina 26 van 56

27 5 Toetsing huidige situatie 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen (hoofdstuk 6). De huidige situatie is bepaald op basis van: het GRP 2007 t/m 2011 en de (op grond daarvan) uitgevoerde onderzoeken; beschikbare informatie over het functioneren van de riolering; de in het rioolbeheersysteem opgenomen gegevens van riolen, putten en inspecties. Per paragraaf zijn de bijbehorende doelen en/of functionele eisen genoemd. In dit hoofdstuk is onderscheid gemaakt in de drie zorgplichten: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. 5.2 Algemeen Aanwezige voorzieningen Voor de inzameling en verwerking van stedelijk afvalwater en hemelwater binnen de gemeente Oostzaan, is 50 km vrijvervalriolering aanwezig. Het rioolstelsel van Oostzaan bestaat uit één hoofdbemalingsgebied dat onder vrijverval afstroomt naar het eindgemaal van het HHNK in de Kerkstraat. Op dit hoofdbemalingsgebied zijn 10 bemalingsgebieden aangesloten (zie figuur 5). De meeste bemalingsgebieden hebben een gemengd stelsel. Er zijn 3 verbeterd gescheiden en 2 gescheiden stelsels aanwezig. Het buitengebied ten noorden van Oostzaan is voorzien van een drukrioleringssysteem dat inprikt op het hoofdbemalingsgebied. In het zuiden eindigt het stelsel bij Zuideinde. De panden ten zuiden daarvan lozen het afvalwater op het rioolstelsel van Amsterdam-Noord. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Figuur 5 Eindgemaal van het HHNK Het afvalwater van het hoofdbemalingsgebied wordt via het eindgemaal van het HHNK afgevoerd naar de RWZI Zaandam-Oost. De capaciteit van het eindgemaal van het HHNK bedraagt 460 m³/uur. Het gemengd stelsel van Oostzaan heeft bij elkaar 40 overstorten op het oppervlaktewater. In totaal is er ongeveer 30 ha verhard oppervlak op het gemengd stelsel aangesloten., revisie Pagina 27 van 56

28 lengte (m) lengte (m) In figuur 6 op de volgende pagina, zijn de voorkomende typen rioolstelsels weergegeven, alsmede alle voorkomende hydraulische constructies. In totaal heeft de gemeente Oostzaan 50 km vrijvervalriolering in beheer: 24 km gemengd, 25 km gescheiden rioolstelsel en 1 km Infiltratie-Transportriool (drainage). Verder is er ruim 16 km persleiding aanwezig (zie figuur 7). In figuur 8 zijn de jaren van aanleg van de vrijvervalriolen weergegeven gemengd HWA-riool DWA-riool IT-riool persleiding Figuur 7 Lengte voorkomende stelsels in gemeente Oostzaan (uit beheerbestand juli 2011) jaar van aanleg Figuur 8 Jaar van aanleg vrijvervalriolering In het gemengd rioolstelsel is één randvoorziening aanwezig, in de vorm van een bergbezinkbassin (in de Bloemenbuurt). Het bassin heeft een inhoud van 63 m³. De gemeente beschikt over een digitaal rioolbeheersysteem, waarin de gegevens van de riolering en drainage zijn vastgelegd. De revisie- en inspectiegegevens van de vrijvervalriolen zijn in 2011 bijgewerkt, in het kader van het opstellen van het basisrioleringsplan. De gegevens zijn digitaal uitwisselbaar t.b.v. de WION. De gegevens worden periodiek bijgewerkt met de laatste revisies en inspectiegegevens. Het systeem is een goed toegankelijke informatiebron. Aan de maatstaf voor de beschikbaarheid van de gegevens is voldaan., revisie Pagina 28 van 56

29

30 Toetsing huidige situatie Toestand van de objecten Bijbehorende doelen: inzameling en transport van stedelijk afvalwater (doelen 1 en 2). Vrijvervalriolering Het doel van inspectie is inzicht verkrijgen in de kwaliteit van de vrijvervalriolen. De inspectiegegevens zijn opgeslagen in het rioolbeheersysteem. Volgens het beheersysteem zijn, behoudens oplevering van nieuw aangelegde riolen, nauwelijks inspecties uitgevoerd. De laatste inspecties dateren van In verband met de zakkingsgevoeligheid van het stelsel mag worden verondersteld dat de resultaten van de destijds uitgevoerde inspecties geen representatief beeld vormen van de werkelijke toestand van het stelsel. Hierdoor is er momenteel geen goed beeld van de kwaliteit van het rioolstelsel. In de planperiode wordt een inspectieplan opgesteld en worden inspecties uitgevoerd, waarbij jaarlijks gemiddeld 20% van het rioolstelsel wordt geïnspecteerd. Inspectie vindt alleen plaats van het gemengd rioolstelsel en het droogweerafvoerriool. De strengen worden geïnspecteerd middels tv-inspectie, waarbij met een videocamera door de riolen wordt gereden en de toestand digitaal wordt vastgelegd. De waarnemingen van de inspectie worden geclassificeerd volgens de Europese Norm NEN 3399 (2004). Dit houdt in dat gekeken wordt naar 28 verschillende toestandsaspecten, die in hoofdgroepen waterdichtheid, stabiliteit en afstroming zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld. Met de, voor de situatie in de gemeente Oostzaan, vastgestelde maatstaven, wordt op basis van de visuele inspectie bepaald of de aangetroffen toestand afwijkt van de vereiste toestand, en zo ja, in welke mate. In bijlage 4 zijn de streefbeelden voor de kwaliteit van de vrijvervalriolen weergegeven. De uitgevoerde inspecties worden in detail beoordeeld. Hierbij worden, daar waar nodig, per straat en per streng de maatregelen bepaald om de waargenomen toestandsaspecten te repareren. Tevens wordt het tijdspad aangegeven waarbinnen de maatregelen moeten worden uitgevoerd en worden de kosten van de maatregelen geraamd. Op basis van de beoordelingen wordt vervolgens een reparatieplan opgesteld en uitgevoerd. Hierdoor wordt de technische staat van de objecten gewaarborgd. In de praktijk blijkt dat veel van de schadebeelden kunnen worden gerepareerd zonder het riool middels opgraven te vervangen. In plaats van vervanging worden verschillende renovatietechnieken ingezet. Deze zijn in de meeste gevallen goedkoper dan vervanging en geven minder overlast voor de omwonenden. Na de aanleg van nieuwe riolering, vindt een opleveringsinspectie plaats. In de meeste gevallen worden bij oplevering geen waarschuwings- en/of ingrijpmaatstaven geconstateerd. Als deze wel worden geconstateerd, is dit aanleiding tot het herstellen hiervan. Gemalen, persleidingen en drukrioolunits Het functioneren en de onderhoudstoestand van de gemalen, de persleidingen en de drukrioolunits, wordt niet vastgelegd. Geconstateerde gebreken worden direct verholpen of opgenomen in het programma voor vervanging. Er is geen calamiteitenplan voor gemalen en persleidingen opgesteld. Conclusies: aan de functionele eis dat inzicht moet bestaan in de toestand van de riolen is niet voldaan. 5.3 Stedelijk afvalwater Nog niet-aangesloten bestaande bebouwing Bijbehorend doel: inzameling van stedelijk afvalwater (doel 1). In het buitengebied zijn 111 percelen aangesloten op de drukriolering. Bij 7 percelen is een IBA klasse III geplaatst. De IBA s zijn eigendom van de gemeente maar in beheer en onderhoud bij het HHNK. In het buitengebied zijn 15 percelen aanwezig, waaronder 4 woonboten, die het afvalwater ongezuiverd lozen op oppervlaktewater en niet zijn aangesloten op de riolering of zijn voorzien van een IBA. Voor deze percelen is geen ontheffing verleend door de provincie., revisie Pagina 30 van 56

31 Toetsing huidige situatie In de planperiode 2013 t/m 2017 wordt een inventarisatie gemaakt van de te saneren lozingen en wordt onderzocht op welke wijze de ongezuiverde lozingen op een doelmatige wijze kunnen worden gesaneerd. Conclusie: de gemeente voldoet niet aan de maatstaf voor inzameling van afvalwater (1a) Functioneren van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (doel 2). Milieutechnisch functioneren gemengd stelsel In 2012 is het basisrioleringsplan (hierna te noemen: BRP) voor Oostzaan opgesteld. In het BRP is het theoretisch functioneren in de huidige en toekomstige situatie (na doorvoeren van stelselwijzigingen) van het gemengd rioolstelsel beschreven. Dit geldt zowel voor het hydraulisch als ook voor het milieutechnisch functioneren van het gemengd stelsel. Uit de emissieberekeningen blijkt dat niet wordt voldaan aan de basisinspanning voor het gemengd stelsel. De theoretisch berekende vuilemissie is 13% hoger dan die van het referentiestelsel. Om aan de basisinspanning te voldoen, moet er nog 1,3 ha verhard oppervlak van het gemengd stelsel worden afgekoppeld. Hierbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het Wegenbeheerplan 2013 t/m 2018 van de gemeente Oostzaan. Aanvankelijk is getracht het afkoppelen zo veel mogelijk te concentreren in Veenbraak-Noord en -Zuid. In de afgelopen planperiode is gebleken dat afkoppelen in dit deel van het stelsel op grote praktische bezwaren stuit en daardoor niet doelmatig is. Door het afnemende inwoneraantal en doordat een deel van het verhard oppervlak wordt afgekoppeld, neemt de normcapaciteit van de meeste rioolgemalen af. Met het HHNK is afgesproken dat er geen aanpassingen aan de gemaalcapaciteit worden uitgevoerd. Hierbij spelen de volgende overwegingen een rol: De gemeente Oostzaan voldoet in de nieuwe situatie (inclusief afkoppelen van 1,3 ha), met de oude (hogere) normcapaciteiten maar net aan de basisinspanning. Verlagen van de pompcapaciteit leidt tot meer vuiluitworp. Het vermoeden bestaat dat er meer verloren berging in het stelsel aanwezig is dan in het rekenmodel is aangehouden. De vuilemissie zou dan hoger zijn dan berekend. In de aansluitvergunning is een maximum gesteld van 468 m³/h voor het hoofdgemaal en 37 m³/h voor bedrijventerrein Ambacht. De berekende normcapaciteit in 2012 is 402 m³/h voor het hoofdgemaal en 15,5 m³/h voor bedrijventerrein Ambacht. De berekende capaciteiten voldoen dus aan de eisen in de vergunning. De aansluitvergunning wordt op termijn vervangen door een afvalwaterakkoord. Bij het opstellen daarvan wordt de pompcapaciteit ter discussie gesteld, mede op basis van de meetgegevens die tegen die tijd beschikbaar moeten zijn Hydraulisch functioneren gemengd stelsel Uit de berekeningen die zijn uitgevoerd voor het BRP blijkt dat het hydraulisch functioneren van het gemengd stelsel in theorie niet voldoet aan de maatstaf. Het stelsel is op een aantal locaties gevoelig voor water op straat (zie figuur 9). In het basisrioleringsplan is dit verder toegelicht. Het in figuur 9 gepresenteerde overzicht van gevoelige locaties voor water op straat komt niet geheel overeen met de praktijkwaarnemingen. In het BRP zijn maatregelen voorgesteld om water op straat bij de in de praktijk bekende locaties, in de toekomst te verminderen, revisie Pagina 31 van 56

32 Toetsing huidige situatie Figuur 9 Berekende waking, in de huidige situatie, bij bui 08 Monitoring gemengd stelsel Het basisrioleringsplan geeft inzicht in het theoretisch functioneren van het gemengd rioolstelsel. Inzicht in het werkelijk functioneren van het gemengd stelsel wordt verkregen door het uitvoeren van metingen aan de randen van het stelsel (overstorten en gemalen). In 2010 is een meetplan opgesteld, in samenwerking met het HHNK en 9 gemeenten in Laag Holland. In 2012 is de meetopstelling operationeel. Doel van de metingen is meer inzicht verkrijgen in het werkelijk functioneren van de riolering en de omvang van de water op straat - situaties. Het meetplan voorziet in het meten van 8 gemalen (debiet) en 12 overstorten (overstorthoogte). Er wordt met 10 sensoren gemeten, die periodiek worden verplaatst. Rioolgemalen en drukrioolunits Een groot aantal rioolgemalen en drukrioolunits is voorzien van telemetrie. Het streven is om in de toekomst alle gemalen en drukrioolunits van telemetrie te voorzien. In de praktijk wordt telemetrie aangebracht als de mechanisch / elektrische delen van een gemaal of drukrioolunit worden vervangen. Het functioneren en de onderhoudstoestand van de gemalen en de drukrioolunits, wordt vastgelegd in rapportages. Onderhoud en inspectie van de gemalen wordt uitgevoerd door derden. Op basis van de uitgevoerde inspecties wordt een plan opgesteld voor de uitvoering van kleine reparaties en het doorvoeren van aanpassingen. In het kader van het door het HHNK gevoerde beleid, zoals uiteengezet in de beleidsnotitie Overnamepunt Afvalwater (Taakovereenkomst), vindt een herverdeling plaats van taken in de afvalwaterketen tussen de gemeente en het HHNK. In het kader hiervan is in het verleden één rioolgemaal van de gemeente in eigendom overgedragen aan het HHNK, namelijk het gemaal aan de Kerkstraat. De gegevens van de door HHNK overgenomen hoofdgemaal kunnen niet via de hoofdpost door de gemeente worden ingezien., revisie Pagina 32 van 56

33 Toetsing huidige situatie Foutieve aansluitingen op drukriolering Bekend is dat op een aantal locaties in het buitengebied hemelwater op de drukriolering wordt geloosd. De gemeente gaat hier in de planperiode 2013 t/m 2017 nader onderzoek naar doen. Aanpassing hoofdriool Kerkstraat Het afvalwater van de kern Oostzaan wordt via het hoofdriool in de Kerkstraat onder vrijverval afgevoerd naar het eindgemaal van het HHNK. Dit gemaal is het overdrachtspunt van het stedelijk afvalwater van de gemeente aan het HHNK. Het hoofdriool moet de komende jaren worden vervangen. Door de ligging van het riool, aan de achterzijde van de woningen in de Kerkstraat, is het riool slecht bereikbaar (zie figuur 10). Hoewel het hoofdriool kwalitatief nog in redelijke staat verkeert, is door verzakking van een aantal strengen de afstroming naar het eindgemaal van het HHNK niet optimaal. Het hoofdriool is niet onderheid en is aangelegd op bodem van een gedempte watergang. Gevolg is dat dit riool zeer ongelijkmatig is verzakt. Om de afstroming te verbeteren, wordt ter plaatse van het diepste punt in het hoofdriool, het afvalwater opgepompt middels een tussengemaal. Door de optredende verzakkingen en de slechte afstroming is veel onderhoud aan het hoofdriool nodig. De hierboven beschreven situatie is beheertechnisch ongewenst. Het hoofdriool zal daarom in de komende jaren worden vervangen. De gemeente wil onderzoeken op welke wijze dit het beste kan gebeuren. In 2011 is hiertoe een aantal varianten uitgewerkt. De definitieve keuze moet nog worden gemaakt. Voorlopig wordt uitgegaan van de variant waarbij het hoofdriool (vrijverval- of persleiding) in de Kerkstraat wordt aangelegd en de huisaansluitleidingen van de woningen aan de Kerkstraat lozen op een aan te leggen verzamelleiding, eveneens in de Kerkstaat. Figuur 10 Bebouwing op gemeentelijk terrein, op en nabij tracé hoofdriool naar eindgemaal HHNK Conclusies: het gemengd stelsel voldoet niet aan de basisinspanning. Uit de theoretische berekeningen en ook in de praktijk blijkt dat het gemengd stelsel, wat betreft het hydraulisch functioneren, niet overal voldoet aan de gestelde eisen. Door metingen in en aan het gemengd rioolstelsel te verrichten, wordt inzicht verkregen in het werkelijk functioneren van het rioolstelsel Onderhoud van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor transport van het stedelijk afvalwater (doel 2). Op veel plaatsen in het rioolstelsel is sprake van ongelijkmatige verzakking. Op een aantal strengen na, is het rioolstelsel van Oostzaan niet onderheid. Als gevolg daarvan treden ongelijkmatige zettingen op. Hierdoor ontstaat verloren berging in het gemengd stelsel, waardoor slib tot bezinking komt. Dit heeft verschillende negatieve effecten: de effectieve berging neemt af, de overstortingsfrequentie en -hoeveelheden nemen toe, het bezonken slib kan leiden tot, revisie Pagina 33 van 56

34 Toetsing huidige situatie slechtere kwaliteit van het overstortingswater, de kans op verstopping neemt toe, waardoor stankoverlast kan optreden en de hydraulische capaciteit wordt verminderd. Het vrijvervalriool wordt gereinigd met een frequentie van eenmaal per 5 jaar. Dit wordt door derden uitgevoerd. In de praktijk blijkt dat door het reinigen van het riool, het aantal klachten van bewoners vermindert. Het streven is ook de frequentie van de rioolinspectie te verhogen naar eenmaal per 5 jaar. Voorafgaand aan het reinigen en inspecteren van de vrijvervalriolen, wordt een hoogtemeting uitgevoerd, waarbij de putdekselhoogte, de binnenonderkant van de buis en de diameter van de buis worden opgemeten. Vervolgens worden de meetresultaten verwerkt in het rioolbeheerbestand. De hoofdgemalen en de drukrioolunits (minigemalen) worden eenmaal per jaar gereinigd en geïnspecteerd, door derden. Het oplossen van storingen wordt eveneens door derden uitgevoerd. Persleidingen worden niet onderhouden. Kolken worden jaarlijks gereinigd. De wegen worden regelmatig geveegd, met een frequentie van 10x per jaar. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen wordt gewaarborgd. De bergbezinkvoorziening is zelfreinigend en wordt niet additioneel gereinigd en onderhouden. Wel vindt jaarlijks inspectie plaats. Conclusie: de afstroming van de vrijvervalriolen en de afvoer van rioolgemalen en drukrioolunits wordt gewaarborgd en waar nodig verbeterd. 5.4 Hemelwater Overzicht van aanwezige voorzieningen Voorwaarden voor effectief beheer: overzicht van de in beheer zijnde voorzieningen. Inzameling en verwerking van hemelwater vindt plaats via het HWA-stelsel. Op een aantal locaties wordt hemelwater bovengronds afgevoerd via de berm. Infiltratievoorzieningen worden niet toegepast. In totaal is er 25 km vrijvervalriolering voor de inzameling en verwerking van hemelwater aangelegd. HWA-stelsels zijn en worden aangelegd bij nieuwbouwprojecten. De gegevens van de HWA-stelsels zijn opgeslagen in het rioolbeheersysteem. Revisiegegevens van recent aangelegde of vervangen vrijvervalleidingen worden hierin verwerkt. HWA-riolen worden niet planmatig geïnspecteerd. Maatgevend is de toestand van het droogweerafvoerriool dat er naast ligt. Als deze aan vervanging toe is, wordt gelijktijdig het HWA-riool vervangen Functioneren van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (doel 4). Het hydraulisch functioneren van het HWA-stelsel is theoretisch getoetst aan de maatstaven. Het HWA-stelsel blijkt niet aan de maatstaven voor het hydraulisch functioneren te voldoen. In de praktijk wordt, bij hevige neerslag, water op straat geconstateerd, zoals bij de Hooiijzer. Dit wordt echter niet gestaafd door de berekeningen. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van foutieve aansluitingen van vuilwater op het HWA-stelsel. In de planperiode wordt onderzoek hier naar uitgevoerd. Conclusie: aan de functionele eis dat er inzicht moet zijn in het functioneren van de hemelwaterafvoerstelsels, wordt voldaan Onderhoud van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (doel 4). Het HWA-stelsel wordt door derden gereinigd met een frequentie van eenmaal per 5 jaar. De kolken van het HWA-stelsel worden jaarlijks gereinigd. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de HWA-riolen en in de riolen wordt gewaarborgd. Conclusie: de afstroming van de HWA-riolen wordt gewaarborgd en waar nodig verbeterd. 5.5 Grondwater Bijbehorend doel: zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert (doel 5). Voorwaarden voor effectief beheer: overzicht van de in beheer zijnde voorzieningen., revisie Pagina 34 van 56

35 Toetsing huidige situatie Er wordt van grondwateroverlast gesproken als er hinder of schade in de woning, erf of tuin optreedt, als gevolg van een te hoge grondwaterstand. In het stedelijk gebied van de gemeente Oostzaan wordt op enkele locaties grondwateroverlast ervaren. Dit manifesteert zich in de meeste gevallen door de aanwezigheid van grondwater in de kruipruimten. Maatregelen die nu worden genomen om grondwateroverlast te beperken of te voorkomen, is de aanleg van drainage bij de vervanging van oude of aanleg van nieuwe riolering. De drainage watert direct, onder vrijverval, af op de omringende watergangen. Dit acht de gemeente een doelmatige manier om de overlast te beperken. De grondwaterstand wordt ter plaatse van één peilbuis gemeten (in de Wakerstraat). In het stedelijk gebied ligt circa 1 km drainage in openbaar gebied. De locatie van de drainage is digitaal (in het rioolbeheersysteem) vastgelegd. Veel gegevens over de drainage ontbreken, zoals toegepast materiaal (buis en omhulling), type buis, onderhoudstoestand etc. Deze gegevens worden de komende jaren geïnventariseerd en vastgelegd in het rioolbeheersysteem. Op basis hiervan wordt een onderhouds- en vervangingsplanning opgesteld en kan een inschatting worden gemaakt van de benodigde financiële en personele middelen. Omdat dit overzicht nu nog ontbreekt, is (in hoofdstuk 6) op basis van kengetallen een financiële planning opgesteld voor het onderhoud en de vervanging van de ontwateringsmiddelen op de langere termijn. Drainageleidingen worden gemiddeld eenmaal per 7 jaar schoongemaakt. De drainageleidingen in de Doktersbuurt (zuidelijke deel) worden minimaal tweemaal per jaar doorgespoten, vanwege overmatige vervuiling van de buis. Het noordelijke deel wordt eenmaal per jaar schoongemaakt. Een vervangingsplanning voor de ontwateringsmiddelen is er niet. Vervanging van bestaande of aanleg van nieuwe drainage wordt zo veel mogelijk gecombineerd met vervanging van de vrijvervalriolering. In de planperiode wordt een grondwaterbeheerplan opgesteld, met als doel het verminderen van de bestaande grondwaterproblemen en het voorkomen van problemen in nieuw te ontwikkelen gebieden. Bovendien brengt het grondwaterbeheerplan de bestaande grondwatersituatie in beeld en geeft het plan duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden die zowel de gemeente, het HHNK en de particulieren hebben bij het voorkomen en oplossen van grondwateroverlast. Conclusies: binnen het stedelijk gebied wordt op een aantal locaties grondwateroverlast ervaren. De gemeente heeft grondwatervoorzieningen in beheer. Er is geen inzicht in het verloop van de grondwaterstanden in het stedelijk gebied. In de planperiode wordt een grondwaterbeheerplan opgesteld. 5.6 Vergunningen Bijbehorend doel: zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (doel 1). Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer: de gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen (voorwaarde 2). Het voorkómen van nadelige gevolgen, die bedrijven of instellingen kunnen veroorzaken aan de gemeentelijke riolering, is een gemeentelijke taak. In de gemeente zijn inrichtingen aanwezig waarop toezicht moet worden uitgeoefend in het kader van de Wet milieubeheer. De controlerende taak heeft de gemeente uitbesteed aan de Milieudienst Waterland. Met het van kracht worden van de Waterwet vervalt de Wvo. De Wvo-vergunning voor het overstorten op oppervlaktewater vanuit het gemengd stelsel en het lozen van hemelwater via uitlaten, is na de inwerkingtreding van de Waterwet automatisch overgegaan in de watervergunning. Vanaf dat moment zijn ook de indirecte lozingen, waarvoor het HHNK voorheen bevoegd gezag was, onder het Wm-bevoegd gezag komen te vallen. Voor de gemeente Oostzaan betekent dit dat er 2 bedrijven zijn overgedragen en nu onder het bevoegd gezag van de gemeente vallen. Het handhaven van deze lozingen is door de gemeente gemandateerd aan de Milieudienst Waterland. Het HHNK blijft het bevoegd gezag voor de directe lozingen op oppervlaktewater., revisie Pagina 35 van 56

36 Toetsing huidige situatie Per 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. De regels voor lozingen vanuit inrichtingen zijn zoveel mogelijk ondergebracht in het Activiteitenbesluit. Dat wil zeggen dat een groot deel van de voorkomende lozingen met de algemene regels uit het Activiteitenbesluit wordt geregeld, uitgezonderd de IPPC-inrichtingen (grote milieuvervuilende bedrijven). De gemeente beschikt zelf over een Wvo-vergunning, voor het overstorten op oppervlaktewater vanuit het gemengd stelsel en het lozen van hemelwater via uitlaten. Deze vergunning is in 2007 door het HHNK verleend. In de Wvo-vergunning is aangegeven dat uiterlijk in 2015 aan de afkoppelverplichtingen (voor het behalen van de basisinspanning) moet worden voldaan. De gemeente voldoet per 1 januari 2012 nog niet aan de basisinspanning. Conclusie: er is enig inzicht in de lozingen van de bedrijven binnen de gemeente. Voor zover nodig beschikken alle bedrijven, als ook de gemeente, over de noodzakelijke vergunningen. 5.7 Klachtenafhandeling en voorlichting Voorwaarde voor effectief rioleringsbeheer: er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd (voorwaarde 6). De gemeente heeft een registratiesysteem waarin meldingen en klachten op gebied van riolering en grondwater worden geregistreerd. De meest voorkomende klachten betreffen problemen als gevolg van verzakking en verstopte of gebroken huisaansluitleidingen. De gemeente heeft een eigen buitendienst (totaal 2,0 fte) die deze problemen (ook in het weekend) verhelpt. De gemiddelde reactietijd bedraagt één halve dag. Klachten worden gemiddeld binnen één werkdag opgelost Bij rioolwerkzaamheden, die overlast voor de burger kunnen veroorzaken, worden de betrokkenen vooraf geïnformeerd door middel van een mededeling op de gemeentelijke website, een huis-aan-huisbrief voor direct aanwonenden en een persbericht in de locale bladen. Bij reiniging van riolering worden de bewoners schriftelijk ingelicht over de werkzaamheden. Conclusie: voor klachtenafhandeling en voorlichting wordt voldaan aan de maatstaf. 5.8 Bestrijding diffuse bronnen Bijbehorende doelen: zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (doel 4). Diffuse verontreiniging uit het stedelijk gebied kan een belemmering vormen om de gewenste oppervlaktewaterkwaliteit te halen. Belangrijke bronnen zijn het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen en op verhardingen en het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in de bouw en het straatmeubilair. De gemeente tracht de verontreiniging door diffuse bronnen zo veel mogelijk te beperken door: De aanpak van zwerfafval en het regelmatig vegen van straten. Duurzaam bouwen. Vanaf 2008 is duurzaam-bouwenbeleid van kracht in de gemeente. Bij alle grotere bouwprojecten wordt de toepassing van duurzaam bouwen afgewogen en worden ambities voor duurzaam bouwen geformuleerd en vertaald naar bouwplanniveau. Toepassing van uitlogende materialen die de bodem en/of het oppervlaktewater kunnen verontreinigen, wordt hiermee grotendeels voorkomen. Aangepast gladheidsbestrijdingsbeleid. Er wordt op advies van het HHNK gewerkt met een maximale hoeveelheid zout per m². Aansturen op naleven opruimplicht hondenpoep. Foutieve aansluitingen bij gescheiden stelsels worden zo veel mogelijk voorkomen door toepassing van verschillende kleuren van de buizen, controle van de bouwaanvragen en intensiever toezicht bij de aanleg van riolering. Geconstateerde foutieve aansluitingen worden hersteld. Conclusie: aan de functionele eis dat de vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater beperkt dient te zijn, wordt invulling gegeven door verontreiniging door diffuse bronnen zo veel mogelijk te beperken., revisie Pagina 36 van 56

37 6 De opgave 6.1 Inleiding De opgave geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van de gestelde doelen. Het is een combinatie van onderzoek (inspectie, studie) en maatregelen (onderhoud, verbetering en vervanging), geplaatst in de tijd. In de volgende paragrafen komt achtereenvolgens aan de orde: aanleg van riolering bij bestaande bebouwing buiten de bebouwde kom en bij nieuwbouw (paragraaf 6.3); het beheer van de bestaande voorzieningen bestaande uit onderzoek en maatregelen (paragraaf 6.4). Alle in dit hoofdstuk genoemde geldbedragen zijn op prijspeil 2012, inclusief bijkomende kosten en exclusief btw. 6.2 Aandachtspunten Uit de toetsing van de huidige situatie (hoofdstuk 5) aan de gewenste situatie (hoofdstuk 4) komt een aantal aandachtspunten naar voren. De belangrijkste speerpunten voor de planperiode 2013 t/m 2017 zijn: Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? 1. Samenwerking in afvalwaterketen Samenwerking in de afvalwaterketen staat volop in de belangstelling. Volgens het Bestuursakkoord Water moeten gemeenten en waterschappen invulling geven aan de regionale samenwerking. De komende jaren zal er ook binnen de OVER-gemeenten worden bezuinigd op de uitgaven voor het rioleringsbeheer. Ook de personele bezetting is naar verwachting ontoereikend voor een adequate uitvoering van de zorgplichten. Dit heeft consequenties voor het beheer en de planvorming: de vragen die op de gemeente afkomen worden steeds breder (uitbreiding takenpakket); vragen of problemen zijn vaak te specialistisch van aard om kennis effectief binnen de gemeente op te bouwen; in het kader van de bezuinigingsopgave zal meer tijd en energie aan voorbereiding en begeleiding van projecten moeten worden besteed. De bezuinigingen en de mogelijke onderbezetting maken de noodzaak voor samenwerking alleen maar groter. Op korte termijn zal de samenwerking tussen de beoogde samenwerkingspartners vorm moeten worden gegeven. De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) 2. Afkoppelen verhard oppervlak De gemeente Oostzaan voldoet niet aan de basisinspanning voor de gemengde stelsels. De gemeente heeft er voor gekozen om aan de basisinspanning te gaan voldoen door de huidige werkwijze voor het afkoppelen van verhard oppervlak door te zetten: bij vervanging van het gemengd stelsel, wordt verhard oppervlak aangesloten op een aan te leggen HWA-riool. De doelmatigheid van het afkoppelen van het verhard oppervlak wordt per project onderzocht., revisie Pagina 37 van 56

38 De opgave 3. Sanering ongezuiverde lozingen buitengebied In de planperiode wordt een plan opgesteld voor de sanering van de ongezuiverde lozingen in het buitengebied. Er zijn 15 percelen in het buitengebied die het afvalwater ongezuiverd lozen op oppervlaktewater. 4. Invulling zorgplicht hemelwater Voor de invulling van de zorgplicht voor het hemelwater verandert er in praktische zin niets. De huidige praktijk wordt voortgezet. 5. Invulling zorgplicht grondwater Er moet meer inzicht worden verkregen in de grondwaterstand in het stedelijk gebied van Oostzaan. In de planperiode 2013 t/m 2017 wordt een grondwaterbeheerplan opgesteld. 6. Gericht uitvoeren inspecties en reiniging De inspectie wordt in de komende planperiode voortgezet voor met name de oudere riolen (ouder dan 30 jaar) om een beeld te krijgen in de mate van degeneratie van het stelsel. De inspectiefrequentie, voor vooral de oude riolen, wordt verhoogd van eenmaal per 10 jaar naar eenmaal per 5 jaar. 7. Meten en monitoren In 2012 is het nieuwe meetsysteem voor de riolering operationeel. 8. Functioneren rioolstelsel en effect op bovengrondse infrastructuur tijdens extreme neerslag Het basisrioleringsplan van de gemeente Oostzaan is in 2012 opgesteld. Er is voldoende inzicht in het functioneren van de rioolstelsels. De afgelopen jaren is er meer aandacht voor het functioneren van het rioolstelsel en het effect op de bovengrondse infrastructuur tijdens extreme neerslagomstandigheden. Inzicht in mogelijke wateroverlast bij extreme neerslagomstandigheden is nog niet aanwezig. Hiernaar moet de komende jaren nader onderzoek worden uitgevoerd. 6.3 Aanleg voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater Bijbehorende doelen: alle doelen (1 t/m 5) Aanleg bij bestaande bebouwing In het buitengebied zijn 15 percelen aanwezig die het afvalwater ongezuiverd lozen op oppervlaktewater. In de planperiode wordt een plan opgesteld voor de sanering van deze ongezuiverde lozingen in het buitengebied. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de te saneren lozingen en onderzocht wordt op welke wijze de ongezuiverde lozingen op een doelmatige wijze kunnen worden gesaneerd. De gemeente is voornemens om in de planperiode 2013 t/m 2017 de percelen aan te sluiten op de riolering. In beginsel worden alle percelen aangesloten op de riolering. Als dit niet doelmatig is, biedt de gemeente een IBA-klasse II aan, als gelijkwaardig alternatief. Bij de beoordeling van de doelmatigheid van de aanleg van riolering, wordt een omslagbedrag gehanteerd van ,-. In dit GRP is een bedrag gereserveerd van ,- voor de aanleg van riolering Aanleg bij nieuwbouw De geplande toekomstige ontwikkelingen voor woningbouw en bedrijventerrein in Oostzaan, zijn weergegeven in tabel D en in figuur 11. De voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorgelegd aan het HHNK. Hiermee kan rekening worden gehouden bij de prognose van de hoeveelheid afvalwater dat aan de RWZI Zaandam-Oost wordt aangeboden., revisie Pagina 38 van 56

39 De opgave Tabel D Prognose ruimtelijke uitbreidingen gemeente Oostzaan nr. plangebied type netto toename 1 De Haal 8 woningen 12 2 Noordeinde 68 woningen hoek Kerkbuurt - Kerkstraat woningen 25 4 Wakerstraat 7 woningen 30 5 Zuideinde 67 woningen 16 6 Zuideinde 101 woningen 20 7 Zuideinde woningen 8 8a Bombraak 2e fase bedrijventerrein - fase 1 1 8b Bombraak 2e fase bedrijventerrein - fase Zuideinde 210a woningen 7 TOTAAL Figuur 11 Toekomstige bouwplannen gemeente Oostzaan, revisie Pagina 39 van 56

40 De opgave Voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater wordt bij in- en uitbreidingen altijd riolering aangelegd. Bij de aanleg van riolering bij nieuwbouw wordt bewust nagegaan hoe er met hemelwater wordt omgegaan. In uitbreidingsgebieden voor woningbouw worden gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsels aangelegd. Daarbij wordt sterk gelet op het voorkomen van risico s van vervuiling van het afstromende hemelwater. Randvoorwaarde voor de lozing van hemelwater is dat het geloosde hemelwater kwantitatief door het ontvangend oppervlaktewatersysteem kan worden verwerkt en lozing van hemelwater niet leidt tot knelpunten in de waterkwaliteit. Uitgangspunt is dat afstromend hemelwater schoon genoeg is om zonder zuivering in het milieu te worden teruggebracht. Als er geen knelpunten in het ontvangend oppervlaktewater of in de bodem worden verwacht, kan het hemelwater worden geloosd zonder toepassing van een zuiverende voorziening. Als later blijkt dat er toch knelpunten optreden, wordt in overleg met het HHNK gezocht naar een oplossing. De effecten van een bepaalde ingreep worden in overleg met het HHNK kwalitatief ingeschat en op projectniveau besproken. Bij de voorbereiding van rioleringsplannen voor nieuwbouwgebieden wordt het HHNK betrokken en wordt de watertoets doorlopen. Percelen in inbreidingsgebieden worden, vooral bij geringe omvang, aangesloten op het bestaande stelsel. De kosten voor het ontwerp, het besteksgereedmaken en de aanleg van de riolering voor nieuwbouw worden niet verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. De lengte te beheren riolering zal toenemen. De gegevens van nieuw aan te leggen riolering worden in het rioleringsbeheersysteem opgenomen Aanleg grondwatervoorzieningen bij bestaande bebouwing en nieuwbouw Bestaande bebouwing In het stedelijk gebied wordt op een aantal locaties grondwateroverlast ervaren. Het nemen van maatregelen voor het opheffen van de grondwateroverlast wordt zo veel mogelijk gecombineerd met de vervanging van de vrijvervalriolering. Grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden wordt tegengegaan door het aanleggen van horizontale drainage. Op particulier terrein is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor de aanleg van drainage of andere grondwaterverlagende maatregelen. De gekozen methode kan invloed hebben op de grondwaterstand van aangrenzende percelen. Daarom is overleg met de gemeente nodig. Hierbij kan de gemeente adviseren en beoordelen of de gekozen methode gewenst is en hoe de perceeleigenaar het overtollige grondwater het beste kan afvoeren. Nieuwbouw Bij nieuwbouw wordt cunetdrainage aangelegd. Daarnaast wordt bekeken of aanvullende drainage in de openbare ruimte nodig is om te voldoen aan de criteria voor ontwatering. De aangelegde drainage wordt vastgelegd op revisietekeningen. Laaggelegen, te ontwikkelen woningbouwgebieden worden opgehoogd, opdat een goede ontwatering kan worden gegarandeerd en, indien doelmatig, wordt er drainage aangelegd. De kosten voor de aanleg van de drainage worden verrekend via de grondexploitatie. Het beheer en onderhoud worden verrekend via de rioolheffing. De lengte te beheren drainage zal toenemen. De gegevens van de aangelegde drainage worden in het beheersysteem opgenomen., revisie Pagina 40 van 56

41 De opgave 6.4 Beheer van de bestaande voorzieningen In het beheer van de bestaande voorzieningen wordt onderscheid gemaakt in het uitvoeren van onderzoek en het uitvoeren van maatregelen (zowel object- als systeemgericht) Onderzoek Beheer vraagt een actieve rol van de beheerder. Om te bepalen welke activiteiten waar moeten worden uitgevoerd, moet informatie worden verzameld over het functioneren van de riolering en de toestand van de objecten (onderzoek). Dit GRP is gebaseerd op gedetailleerde informatie, opgenomen in het rioolbeheersysteem. Op enkele onderdelen is echter nader onderzoek noodzakelijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in jaarlijks en incidenteel onderzoek. In deze paragraaf zijn de in dit GRP opgenomen onderzoeken nader toegelicht Algemeen 1. Bijhouden beheerbestand (voor riolering en grondwater) De gegevens van riolering en drainage worden continu geactualiseerd, zodat actuele systeem- en objectinformatie beschikbaar is. Gegevens zijn voor het beheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. De reguliere, terugkerende werkzaamheden zijn: het periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervanging van riolering en drainage); toevoegen van nieuw aangelegde riolering en drainage (nieuwbouw); invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens. De in het beheersysteem opgenomen gegevens zijn digitaal uitwisselbaar in verband met de verplichte aanlevering van de leidinggegevens, in het kader van de WION. Bovengenoemde werkzaamheden worden door derden uitgevoerd. In de exploitatieuitgaven zijn kosten opgenomen voor het actueel houden van het beheerbestand. 2. Opstellen operationeel jaarplan Aan het doelmatig organiseren van de zorgplicht voor de riolering wordt invulling gegeven door, na vaststelling van dit GRP, jaarlijks een operationeel programma op te stellen. Hierin wordt het in het GRP omschreven beleid vertaald in een operationeel rioleringsprogramma, waarin aanleg, onderzoek en maatregelen voor het komende jaar worden opgenomen. Het rioleringsbeheer wordt daarbij zo goed mogelijk afgestemd op andere gemeentelijke taken. Belangrijk aandachtspunt hierin is de beoordeling van inspectieresultaten van de vrijvervalriolering en de vertaling daarvan in een renovatie- en vervangingsplanning. Het opstellen van een operationeel jaarplan wordt in eigen beheer uitgevoerd. 3. Opstellen calamiteitenplan riolering In de planperiode wordt een calamiteitenplan opgesteld. In dit plan worden de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van gemeente, het HHNK en derden, bij calamiteiten met de riolering vastgelegd. Het calamiteitenplan wordt opgesteld door derden. De kosten voor het opstellen van het calamiteitenplan zijn geraamd op 7.500,-. 4. Opstellen afvalwaterakkoord In samenwerking met het HHNK wordt een afvalwaterakkoord opgesteld. Dit akkoord is de leidraad voor de verdere samenwerking en werkt door in beleidsontwikkeling, vergunningverlening en beheer. In dit akkoord staan onder meer afspraken over het afkoppelen van verhard oppervlak en het beheer en onderhoud van riolen, gemalen en persleidingen. 5. Onderhoud meetnet riolering In samenwerking met het HHNK en de 9 gemeenten in Laag Holland is in 2010 een meetplan riolering opgesteld voor het monitoren van het gemengd stelsel. In 2012 is het meetsysteem operationeel. Voor de dekking van de jaarlijkse kosten voor het beheer en onderhoud van het meetnet is een bedrag van ,- per jaar gereserveerd. Daarnaast is voor de evaluatie en de analyse van de meetgegevens een bedrag van 2.500,- per jaar gereserveerd., revisie Pagina 41 van 56

42 De opgave 6. Opstellen verbreed GRP In 2017 wordt een nieuw GRP opgesteld. Hierin wordt aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. Tevens wordt in 2017 een nieuw basisrioleringsplan opgesteld. De kosten voor het opstellen van het verbreed GRP en het BRP zijn geraamd op ,-. 7. Onderzoekskosten Kaderrichtlijn Water In het beheergebied van het HHNK hebben de gemeenten ingestemd met het maatregelenpakket voor de Kaderrichtlijn Water voor het oppervlaktewater, zoals vastgelegd in de nota Samen werken aan Schoon Water (2008). Hierin is afgesproken dat gemeenten meebetalen aan het onderzoeksprogramma; met een bijdrage van 5.500,- per jaar, tot Gemeenteambassadeur Water Voor de inzet van de gemeenteambassadeur Water wordt jaarlijks 2.000,- bijgedragen. 9. Overige, externe advisering Voor overige, externe advisering is in het GRP rekening gehouden met een bedrag van 5.000,- per jaar Stedelijk afvalwater 10. Inspectie vrijvervalriolen De laatste inspecties van de vrijvervalriolen dateren van Er is daardoor geen inzicht in de huidige technische toestand van de vrijvervalriolen. In 2012 wordt een inspectieplan voor de vrijvervalriolen opgesteld en wordt een start gemaakt met de inspectie van de riolen. Het doel is om aan het eind van de planperiode, in 2017, alle riolen die ouder zijn dan 30 jaar, te hebben geïnspecteerd. De inspectie wordt daarna voortgezet voor met name de oudere riolen (ouder dan 30 jaar) om een beeld te krijgen in de mate van degeneratie en verzakking van het rioolstelsel. Hiertoe wordt de inspectiefrequentie, voor vooral de oude riolen, verhoogd van eenmaal per 10 jaar naar eenmaal per 5 jaar. Er worden eveneens inspecties uitgevoerd bij de voorbereiding van renovatieprojecten, calamiteiten en oplevering van aangelegde riolering. Voorafgaand aan de inspectie wordt het riool gereinigd. Na het inspecteren van de riolering worden de resultaten beoordeeld om eventuele maatregelen te kunnen vaststellen. Tijdens de inspectie van de vrijvervalriolen worden de b.o.b.-maten en putdekselhoogten ingemeten. De gegevens worden in het rioolbeheerbestand verwerkt. Op deze manier wordt inzicht verkregen in de mate van verzakking van het rioolstelsel. Voor het inspecteren van de vrijvervalriolen is een jaarlijks bedrag gereserveerd van ,- per jaar (zie tabel E). Tabel E Opbouw kosten voor reiniging en inspectie vrijvervalriolen lengte maatregel frequentie hoeveelheid eenheidsprijs kosten (km) (1x per n jaar) ( ) ( ) 37,8 reinigen 5 7,6 km 1,20 / m stortkosten 10 ton per km 60 / ton inspectie 5 7,6 km 1,20 / m TOTAAL (inclusief afronding) Alleen het gemengd stelsel (23,9 km) en het droogweerafvoerriool (13,9 km) van de (verbeterd) gescheiden stelsels worden gereinigd en geïnspecteerd. +, revisie Pagina 42 van 56

43 De opgave 11. Beoordeling inspectiegegevens Alle inspectiegegevens worden opgeslagen in het rioolbeheersysteem. De uitgevoerde inspecties worden in detail beoordeeld, waarbij de maatregelen worden vastgesteld om de waargenomen toestandsaspecten te repareren, een planning wordt opgesteld en de kosten van de maatregelen worden geraamd. Op basis van de beoordelingen wordt een reparatieplan opgesteld en uitgevoerd. Hierdoor wordt de technische staat van de objecten gewaarborgd. Deze werkzaamheden worden uitbesteed aan derden. Voor het uitvoeren van de beoordeling is een jaarlijks bedrag gereserveerd van 5.000, Voorkomen aansluiting verhard oppervlak op drukriolering In de planperiode wordt onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van aangesloten verhard oppervlak op de drukriolering in het buitengebied. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is een bedrag gereserveerd van 5.000, Hemelwater 13. Inspectie vrijvervalriolen HWA-riolen worden niet planmatig geïnspecteerd. Alleen die strengen worden geïnspecteerd die uit oogpunt van operationeel beheer of op basis van klachten nader moeten worden onderzocht. Voorafgaand aan de inspectie wordt het riool gereinigd. Na inspectie worden de resultaten beoordeeld om eventuele maatregelen te kunnen vaststellen Grondwater 14. Opstellen meetplan voor monitoren grondwaterstanden Om inzicht te krijgen in het verloop van de grondwaterstanden in het stedelijk gebied van Oostzaan, wordt een grondwatermeetnet ingericht. In 2013 wordt een meetplan opgesteld. In het GRP is rekening gehouden met een bedrag van 4.000,- voor het opstellen van een meetplan. 15. Opstellen grondwaterbeheerplan In 2013 wordt een grondwaterbeheerplan opgesteld, met als doel het verminderen van de bestaande grondwaterproblemen en het voorkomen van problemen in nieuw te ontwikkelen gebieden. Het grondwaterbeheerplan brengt tevens de bestaande grondwatersituatie in beeld en het plan geeft duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden die zowel de gemeente, het HHNK en de particulieren hebben bij het voorkomen en oplossen van grondwateroverlast. Voor het opstellen van een grondwaterbeheerplan is in dit GRP rekening gehouden met een bedrag van 6.000,-., revisie Pagina 43 van 56

44 De opgave Samenvatting uit te voeren onderzoeken In tabel F zijn alle onderzoeksactiviteiten voor de planperiode 2013 t/m 2017 samengevat (zie tabel 6.1 Onderzoeksuitgaven in bijlage 8). Voor zover de kosten voor deze onderzoeken niet zijn opgenomen in de exploitatie-uitgaven, zijn deze vermeld in tabel G. Tabel F Samenvatting uit te voeren onderzoeken (periode 2013 t/m 2017) nr onderzoek uitgaven ( ) totaal 2013 t/m bijhouden rioolbeheersysteem opstellen operationeel jaarplan opstellen calamiteitenplan riolering opstellen afvalwaterakkoord meetnet riolering a onderhoud meetnet riolering b analyse meetgegevens riolering opstellen verbreed GRP en BRP onderzoekskosten KRW gemeenteambassadeur Water externe advisering reiniging en inspectie vrijvervalriolen beoordeling inspectiegegevens onderzoek foutieve aansluitingen grondwaterbeheer a opstellen meetplan b opstellen grondwaterbeheerplan TOTAAL Betreft bedragen die niet in de exploitatie-uitgaven zijn opgenomen Maatregelen Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. In bijlage 1 zijn de verschillende begrippen nader verklaard. De volgende maatregelen worden uitgevoerd Algemeen 1. Reparatie, renovatie en vervanging vrijvervalriolen Door reparatie, renovatie en vervanging wordt de technische staat van de objecten in de vrijvervalstelsels gewaarborgd. Om te voldoen aan de maatstaven (waarborgen stabiliteit, waterdichtheid en afstroming), is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Voor vervanging en reparatie van de vrijvervalriolering is uitgegaan van een gelijkmatige verdeling van de benodigde investering. De gemiddelde vervangingsinvestering bedraagt 506,- per m riool. Uitgaande van een levensduur van de vrijvervalriolen van 60 jaar, moet gemiddeld, op jaarbasis, voor circa ,- aan rioolvervanging en -reparatie worden geïnvesteerd. De totale vervangingswaarde van het vrijvervalstelsel is geraamd op 24,8 miljoen, exclusief btw. De planning van de reparatie of vervanging van de vrijvervalriolen wordt afgestemd op andere activiteiten in de openbare ruimte. De werkelijke uitvoeringsplanning zal in de toekomst worden aangepast op basis van nieuwe ontwikkelingen, nadere afstemmingen en de resultaten van periodiek uit te voeren inspecties en beoordeling daarvan. De levensduur van de vrijvervalriolen kan sterk uiteenlopen. Het tijdstip waarop de vrijvervalriolen moeten worden gerenoveerd of vervangen, wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Bij het vertalen van de strategische planning naar operationele jaarprogramma s, worden ook de onderhoudstoestand van de boven- en ondergrondse infrastructuur, evenals de, revisie Pagina 44 van 56

45 De opgave overige noodzakelijke ingrepen, meegenomen. De werkzaamheden aan boven- en ondergrondse infrastructuur worden op elkaar afgestemd Stedelijk afvalwater 2. Afkoppelen verhard oppervlak De riolering van Oostzaan voldoet in de huidige situatie niet aan de basisinspanning. Om aan de basisinspanning te voldoen, moet nog 1,3 ha verhard oppervlak van het gemengd stelsel worden afgekoppeld. Bij het afkoppelen wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het Wegenbeheerplan 2013 t/m 2018 van de gemeente Oostzaan. De afkoppelmaatregelen voor de planperiode 2013 t/m 2017 zijn weergegeven in tabel G. Voor het berekenen van de benodigde investering is gerekend met een bedrag van 20,- per m² af te koppelen oppervlak. Tabel G Afkoppellocaties en benodigde investering voor afkoppelen straat af te koppelen areaal (ha) investering ( ) uitvoering Strekel 0, Hooivork 0, Hooispaad 0, Hooiijzer 0, totaal 1, Aanpassing hoofdriool Kerkstraat Het hoofdriool in de Kerkstraat moet de komende jaren worden vervangen. In 2011 is onderzocht op welke wijze vervanging het beste kan gebeuren. Voorlopig wordt uitgegaan van de variant waarbij een nieuw riool wordt aangelegd in de rijbaan van de Kerkstraat en een tussengemaal wordt geplaatst nabij de brandweerkazerne. Voor de vervanging van het hoofdriool is in het GRP een bedrag gereserveerd van 1,58 miljoen. Uitvoering van de maatregel zal naar verwachting pas ná de planperiode plaatsvinden. Figuur 12 Impressie Kerkstraat (kijkend in richting A8) 4. Onderhoud vrijvervalriolering, gemalen en drukrioolunits Op veel plaatsen in het rioolstelsel is sprake van ongelijkmatige verzakking. Hierdoor ontstaat verloren berging, waardoor slib tot bezinking komt. Om overlast ten gevolge hiervan zo veel mogelijk te voorkomen, wordt het vrijvervalriool gereinigd met een frequentie van eenmaal per 5 jaar. Dit wordt gecombineerd met de inspectie van de vrijvervalriolen. Reiniging en inspectie worden door derden uitgevoerd. In de praktijk blijkt dat door het reinigen van het riool, het aantal klachten van bewoners vermindert. Reiniging van vrijvervalriolering vindt ook plaats, voorafgaand aan de inspectie van vrijvervalriolen. De hoofdgemalen worden jaarlijks gereinigd en geïnspecteerd, evenals de drukrioolunits. Het oplossen van storingen wordt door derden uitgevoerd. Dit geldt eveneens voor het gemaal van de bergbezinkvoorziening. In de exploitatie-uitgaven zijn de kosten opgenomen voor het onderhoud van vrijvervalriolering, gemalen en drukrioolunits., revisie Pagina 45 van 56

46 De opgave 5. Reparatie, renovatie en vervanging gemalen, persleidingen en drukrioolunits Jaarlijks worden door derden inspecties uitgevoerd naar de toestand van de mechanisch / elektrische installatie van de rioolgemalen. Gebreken worden direct verholpen en benodigde aanpassingen uitgevoerd. Voor de vervanging van rioolgemalen, drukrioolunits en persleidingen is in dit GRP uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Voor de mechanische en elektrische componenten van een rioolgemaal en drukrioolunit is gemiddeld 15 jaar aangehouden; voor het bouwkundige deel 45 jaar. Een persleiding wordt gemiddeld na 45 jaar vervangen. In de planperiode is, op basis van de standaardlevensduren, vervanging voorzien van: de mechanisch / elektrische onderdelen van 11 hoofdrioolgemalen; 60 pompen van minigemalen (zie bijlage 8, tabellen 5.1 en 5.3). Een groot aantal rioolgemalen en drukrioolunits is voorzien van telemetrie. Het streven is om in de toekomst alle gemalen en drukrioolunits van telemetrie te voorzien. Telemetrie wordt aangebracht als de mechanisch / elektrische delen van een gemaal of drukrioolunit worden vervangen. Voor de vervanging van gemalen en drukrioolunits is in de planperiode van het GRP een bedrag gereserveerd van ,-. Hierbij is tevens rekening gehouden met de kosten voor het aanbrengen van telemetrie van de gemalen en drukrioolunits Grondwater 6. Vervanging, beheer en onderhoud drainage Aanleg van drainage vindt plaats in combinatie met rioolvervangingswerkzaamheden of herinrichting van de openbare ruimte. Als gevolg van het verdwijnen van de drainerende functie van het te vervangen riool, kan de grondwaterstand stijgen. Bij rioolvervanging moet daarom worden nagegaan of drainage moet worden meegelegd. Daarnaast moet bij gebieden met grondwateroverlast worden onderzocht of het leggen van horizontale drainage een afdoende maatregel is voor het oplossen van de grondwateroverlast. De drains moeten op gezette tijden worden onderhouden, c.q. doorgespoten. De onderhoudsfrequentie is onder meer afhankelijk van de hoeveelheid ijzer in het grondwater. De richtlijn voor het onderhoud is eenmaal in de drie tot vijf jaar. De kosten hiervoor bedragen 1,00 per m. De kosten voor het onderhoud van de drainage zijn meegenomen in de exploitatie-uitgaven Samenvatting uit te voeren maatregelen In tabel H zijn alle uit te voeren maatregelen voor de planperiode 2013 t/m 2017 samengevat. Tabel H Samenvatting uit te voeren maatregelen (periode 2013 t/m 2017) nr maatregel investering ( ) totaal 2013 t/m aanleg riolering in buitengebied reparatie, renovatie en vervanging vrijvervalriolen 3 verbeteringsmaatregelen vrijvervalstelsel a aanpassing hoofdriool Kerkstraat b afkoppelen verhard oppervlak onderhoud vrijvervalriolering, gemalen en drukrioolunits 5 reparatie, renovatie en vervanging gemalen 6 aanleg drainage TOTAAL Betreft bedragen die niet in de exploitatie-uitgaven zijn opgenomen., revisie Pagina 46 van 56

47 7 Organisatie en financiën 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de personele en financiële middelen gekwantificeerd. Deze middelen zijn nodig om de in dit plan gestelde doelen, met de in hoofdstuk 6 beschreven strategie, te kunnen realiseren. Alle in dit hoofdstuk genoemde geldbedragen zijn op prijspeil 1 januari 2012, inclusief bijkomende kosten en exclusief btw. 7.2 Personele middelen In deze paragraaf is aandacht besteed aan de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de gestelde doelen voor de rioleringszorg te kunnen halen. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de module Personele aspecten van gemeentelijke watertaken van de Leidraad Riolering. Deze deeltaken zijn: planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en facilitair. Voor het bepalen van de benodigde formatie voor de uitvoering van deze taken, wordt verwezen naar bijlage 7. Hieruit blijkt dat voor de uitvoering van de in het GRP beschreven strategie 1,35 fte nodig is. Voor de rioleringszorg in de gemeente is momenteel 0,40 fte beschikbaar. Uit de raming van de benodigde formatie blijkt dat met de huidige personele bezetting gedeeltelijk kan worden volstaan. Het tekort aan capaciteit wordt gecompenseerd door uitbesteding en verdergaande samenwerking in de afvalwaterketen, met omliggende gemeenten en het HHNK. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? 7.3 Financiële middelen Op korte termijn (planperiode 2013 t/m 2017) enerzijds en op de Besluitvorming (H8) lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) anderzijds, worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen. Deze activiteiten worden volgens de beschreven aanpak uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf zijn de benodigde financiële middelen samengevat en is aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. De uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van het kostendekkingsplan zijn weergegeven in bijlage 6. De bijbehorende financiële gegevens zijn weergegeven in de tabellen in bijlage Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over een periode van 60 jaar is gemoeid, is samengevat in de figuren 13 en 14 en in tabel J. De periode van 60 jaar is gehanteerd omdat dan alle te verwachten uitgaven in beeld zijn gebracht. Het door de rioolheffing te dekken bedrag, over een periode van 60 jaar, is 66 miljoen. Dit is gemiddeld 1,1 miljoen per jaar., revisie Pagina 47 van 56

48 kosten ( * 1.000,-) uitgaven en investeringen ( * 1.000,-) Organisatie en financiën Tabel J Overzicht totale uitgaven (* 1.000,-) Planperiode Jaarlijkse uitgaven Investeringen kosten van Kapitaal Onderzoek Exploitatie Vervanging / Grondwater investeringen verbetering maatregelen jaar Overige milieumaatregelen lasten verleden TOTAAL excl. BTW EURO totaal planperiode Totaal renovatie / vervanging vrijvervalriolen aanleg grondwatermaatregelen exploitatie vervanging gemalen onderzoek Figuur 13 Jaarlijkse investeringen en uitgaven (prijspeil januari 2012) onderzoek kapitaallasten nieuwe investeringen exploitatie kapitaallasten oude investeringen Figuur 14 Jaarlijkse kosten (prijspeil januari 2012), revisie Pagina 48 van 56

49 Organisatie en financiën Uit de bovengenoemde figuren blijkt duidelijk dat, vooral in de planperiode 2013 t/m 2017, de kapitaallasten van de in het verleden gedane investeringen een relatief grote kostenpost vormen (zie ook figuur 15). verdeling kosten in planperiode 2013 t/m 2017 verdeling kosten in periode 2013 t/m % 40% 35% 57% 3% onderzoek en exploitatie kapitaallasten nieuwe investeringen kapitaallasten oude investeringen 51% onderzoek en exploitatie kapitaallasten nieuwe investeringen kapitaallasten oude investeringen Figuur 15 Aandeel kostenposten Huidige inkomsten De inkomsten zijn als volgt opgebouwd: a. Rioolheffing per 1 januari 2012 Het voor 2012 vastgestelde tarief bedraagt 273,50 per aansluiting. De inkomsten uit de rioolheffing in 2012 bedragen ,-. Het aantal rekeneenheden bedraagt b. Bestemmingsreserve riolering De geschatte stand van de reserve per 1 januari 2013, bedraagt , Kostendekking In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange termijn aan de orde. Er is uitgegaan van de kosten voor de periode 2013 t/m 2072, zoals die in de vorige paragraaf zijn weergegeven. Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering komen verschillende bronnen in aanmerking. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering en van aanleg van riolering en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden worden gedekt uit de rioolheffing. In het kostendekkingsplan is uitgegaan van één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten. Om over de gehele beschouwde periode van 2013 t/m 2072 kostendekkend te zijn, zou het benodigde, gemiddelde tarief per 1 januari 2013 moeten stijgen tot 338,37 per jaar. Dit is aanzienlijk hoger dan het voor 2012 vastgestelde tarief van 273,50. Directe invoering van een op deze manier berekende rioolheffing, is maatschappelijk niet aanvaardbaar. Daarom is uitgegaan van een geleidelijke stijging van het tarief: van het huidige niveau naar een op langere termijn kostendekkend niveau. Hiervoor is een scenario doorgerekend, waarbij is uitgegaan van een stijging van het tarief van 2,5% per jaar, gedurende de planperiode. In tabel K zijn de berekende tarieven weergegeven. In figuur 16 is de ontwikkeling van het tarief op de langere termijn weergegeven., revisie Pagina 49 van 56

50 egalisatievoorziening (* 1.000,-) tarief ( per eenheid) Organisatie en financiën Tabel K Ontwikkeling rioolheffing bij stijging tarief met 2,5% in planperiode 2013 t/m 2017 jaar tarief stijging tarief ( / eenheid) ( ) (%) , ,34 6,84 2, ,35 7,01 2, ,53 7,18 2, ,89 7,36 2, ,44 7,55 2,50 Stijging van het tarief is noodzakelijk om zo snel mogelijk op een kostendekkend niveau te komen en de voorziening (bestemmingsreserve riolering) over een niet al te lange periode (gedurende enkele jaren) negatief te laten zijn saldo bestemmingsreserve riolering te dekken kosten per eenheid mutatie bestemmingsreserve riolering tarief per eenheid Figuur 16 Ontwikkeling tarief en bestemmingsreserve riolering bij stijging tarief met 2,5% gedurende de planperiode, exclusief inflatiecorrectie Het volgende wordt opgemerkt: De berekende tarieven moeten jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Per begrotingsjaar wordt bekeken met welk percentage de rioolheffing zal stijgen of dalen, boven de inflatie. Bij de vaststelling van de begroting wordt dit definitief bepaald. Dit is mede afhankelijk van de financiële en economische ontwikkelingen., revisie Pagina 50 van 56

51 Organisatie en financiën 7.5 Kanttekeningen bij geschetste ontwikkeling rioolheffing Voor het opstellen van het kostendekkingsplan is een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van alle te nemen maatregelen en de daarbij behorende investeringen. Om in het GRP alle te verwachten uitgaven in beeld te brengen en daardoor langetermijnverrassingen zo veel mogelijk uit te sluiten, is een planningshorizon van het GRP en het kostendekkingsplan aangehouden van 60 jaar. Voor een dergelijk lange periode kunnen niet alle gebeurtenissen exact worden ingeschat. Daarom wordt benadrukt dat het GRP in principe wordt vastgesteld voor de planperiode (2013 t/m 2017), maar dat dit gebeurt in het licht van de lange termijn. Naast de in dit GRP genoemde maatregelen, zijn in de nabije toekomst mogelijk extra maatregelen te verwachten, waarvan de financiële consequenties op dit moment niet kunnen worden ingeschat. De marges en onzekerheden in de financiële aspecten zijn vaak groot. Rente en inflatie kunnen in grote mate fluctueren. Het kostendekkingsplan wordt daarom gemiddeld om de vijf jaar bijgesteld. Bovengenoemde onzekerheden maken het niet mogelijk een exacte beschrijving van de kostenontwikkeling en de ontwikkeling van de rioolheffing in de komende jaren te maken. De geschetste ontwikkeling van de rioolheffing moet daarom als indicatief worden beschouwd., revisie Pagina 51 van 56

52 Organisatie en financiën, revisie Pagina 52 van 56

53 8 Besluitvorming Dit plan is het derde GRP van de gemeente Oostzaan. De gemeente voldoet met dit plan aan de planverplichting (Wet milieubeheer artikel 4.22). Met de strategie zoals die in dit GRP is verwoord, worden de doelen voor de rioleringzorg bereikt. Hierdoor wordt in de gemeente Oostzaan, op het gebied van de rioleringsen grondwaterzorg, een goed woon-, leef- en werkklimaat gehandhaafd. Burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan verzoeken de gemeenteraad het GRP Oostzaan 2013 t/m 2017 vast te stellen door: in te stemmen met de in dit GRP geformuleerde doelen (zie paragraaf 4.4); in te stemmen met het voorgenomen onderzoek 2013 t/m 2017, welke nodig is om een doelmatige rioleringszorg te realiseren (zie paragraaf 6.4.1); in te stemmen met de voorgenomen maatregelen 2013 t/m 2017 (zie paragrafen en 6.4.2); in te stemmen met de voorgestelde wijze van kostendekking 2013 t/m 2017 (zie paragraaf 7.4). Het concept-grp is voorafgaand aan de vaststelling door de gemeenteraad, ter beoordeling toegezonden aan het HHNK en de provincie Noord-Holland. Na vaststelling wordt in één of meer dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid én middels een publicatie op de gemeentelijke website, bekend gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit GRP. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8), revisie Pagina 53 van 56

54 Besluitvorming, revisie Pagina 54 van 56

55 Referentielijst 1. Basisrioleringsplan kern Oostzaan. Royal Haskoning, december Basisrioleringsplan Gemeente Oostzaan. Grontmij, Benchmark Rioleringszorg, Gemeenterapport 2010 Oostzaan. In opdracht van Stichting Rioned, Benchmark Rioleringszorg, Individueel rapport gemeente Oostzaan. In opdracht van Stichting Rioned, mei Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan 2007 t/m Royal Haskoning, januari Leidraad Riolering; Stichting RIONED en ministerie van VROM, modules a. GRP: Planvorming gemeentelijke watertaken (A1050), 2007; b. Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (A1100), 2007; c. Kostenkengetallen rioleringszorg (D1100), 2007; d. Personele aspecten van gemeentelijke watertaken (D2000), Onderzoek naar mogelijkheden vervanging hoofdriool Kerkstraat te Oostzaan. Grontmij, mei 2011., revisie Pagina 55 van 56

56 Referentielijst, revisie Pagina 56 van 56

57 Bijlage 1 Woordenlijst

58 Bijlage 1 : Woordenlijst AFKORTINGEN AMvB AWZI BRP BBB BBV BLBI DWA GRP HWA HHNK IBA IBOR KRW NEN NPR RWA RWZI VNHG WION Wm Wvo Algemene Maatregel van Bestuur afvalwaterzuiveringsinrichting basisrioleringsplan bergbezinkbassin bergbezinkvoorziening Besluit lozen buiten inrichtingen droogweerafvoer gemeentelijk rioleringsplan hemelwaterafvoer Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier installatie voor individuele behandeling van afvalwater Integraal Beheer Openbare Ruimte KaderRichtlijn Water Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenwaterafvoerriool rioolwaterzuiveringsinrichting Vereniging NoordHollandse Gemeenten Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren TERMEN EN DEFINITIES De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit: Beter Bouw- en Woonrijp Maken, GD112-7 Publicatie Ontwatering in stedelijk gebied, definitief 2 d.d. 20 april 2007; NEN 3300 Buitenriolering - Termen en definities. aangroei aansluitvergunning aantasting afkoppelen afvoerend oppervlak afwatering afzetting ander afvalwater basisinspanning verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het waterschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen Afkoppelen is het niet langer afvoeren van hemelwater via de riolering naar de RWZI maar op omgevingsverantwoorde wijze brengen van hemelwater in bodem of oppervlaktewater. Omgevingsverantwoord wil zeggen zonder overlast of nadelige gevolgen voor bewoners, gebruikers, waterpeilbeheer, ecologie en water- en bodemmilieu het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater. het naar de riolering afwaterende oppervlak de afvoer van water via een stelsel van open waterlopen naar een lozingspunt van het afwateringsgebied aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur Datgene wat niet onder een van de volgende begrippen is te vatten: huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater, bedrijfsafvalwater of stedelijk afvalwater. Een voorbeeld van ander afvalwater is zwembadwater bij een particulier huishouden dat geloosd moet worden. Te lozen zwembadwater van een professioneel zwembad is bedrijfsafvalwater. term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren

59 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 1) basisrioleringsplan bedrijfsafvalwater bemalingsgebied beoordelen bergbezinkkelder berging bergingsverlies bouwtechnische maatregelen bouwrijpmaken classificatie doorlatendheid drainage drooglegging voor een Wvo- of aansluitvergunningaanvraag opgesteld document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden de inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen maatregelen in de woning (in de kruipruimte of kelder, of in de woonruimte), met als doel vochtoverlast te beperken een terrein zodanig inrichten dat aanleg van infrastructuur, woningen, recreatievoorzieningen en dergelijke mogelijk wordt de indeling van toestandsaspecten in klassen het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten een systeem van doorlatende, geperforeerde kunststof pijpen in de bodem, waarin opvang en afvoer van overtollig grondwater plaatsvindt, waardoor de grondwaterstand beheerst kan worden afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld droogweerafvoer (dwa) drukriolering DWA-rioolstelsel emissiespoor externe overstort foutieve aansluiting freatisch grondwater gemengd rioolstelsel de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd riolering waarbij het transport plaatsvindt via pompen en persleidingen zie vuilwaterrioolstelsel onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater Het aansluiten van een vuilwaterriool op een regenwaterriool of omgekeerd. Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel. stelsel waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door één leidingstelsel wordt getransporteerd

60 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 2) gescheiden rioolstelsel geohydrologie grondwater grondwateronderlast grondwateroverlast huishoudelijk afvalwater hydraulisch hydraulische berekening hydrologisch neutraal ontwikkelen infiltratie ingrijpmaatstaf inhangend voegmateriaal inhangende rubberring inrichting inspectie kruipruimte kwel lekkage lozing maaiveld maatstaf niet-inrichting obstakels rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd leer van de grondwaterstroming en de dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de grondwaterspiegel problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden, bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand wateroverlast door hoge grondwaterstanden, bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimtes afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel Deze term geeft invulling aan het niet afwentelen -principe, zoals door de commissie waterbeheer 21e eeuw (WB21) is gegeven, en heeft vooral betrekking op het zo veel mogelijk (binnen de ontwikkeling) neutraliseren van de negatieve hydrologische gevolgen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in ruimte en tijd. De ontwikkeling mag geen hydrologische achteruitgang aan de randen van het plangebied ten opzichte van de referentiesituatie tot gevolg hebben. intreding van water in de bodem grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand ruimte onder de begane-grondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning het uittreden van grondwater het in- of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand Lozingen zijn te verdelen in directe en indirecte lozingen op oppervlaktewater. Lozingen op de riolering zijn per definitie indirecte lozingen. Bij directe lozingen wordt het afvalwater direct in het milieu, oppervlaktewater of bodem gebracht. Indirecte lozingen vinden plaats in een rioolstelsel waarmee het afvalwater wordt ingezameld. grondoppervlak, bovenzijde van de bodem grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan Alles wat geen inrichting is. Naast huishoudens gaat het vooral om activiteiten die vanwege het niet-begrensde of tijdelijke karakter niet als inrichting worden beschouwd (bv. gevelreiniging, evenementen, op locatie wassen van auto s). voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom

61 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 3) onderhoud onderzoek ontwatering ontwateringsdiepte herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen met als functie afwatering afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld onverhard oppervlak opbolling openbaar hemelwaterstelsel openbaar ontwateringsstelsel openbaar vuilwaterriool oppervlaktewater overstorting overstortput peilbuis pompovercapaciteit (poc) randvoorziening regenwaterriool regenwaterrioolstelsel oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater kan infiltreren (plantsoenen, tuinen, bermen) maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast water dat stroomt over of verblijft op het aardoppervlak de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater rioolput voorzien van een overstortdrempel algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten Het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer. vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag

62 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 4) relinen Eer renovatietechniek waarbij een met kunststof hars geïmpregneerde kous in de bestaande rioolleiding wordt geblazen of uitgerold. De buizen worden hierbij van binnenuit bekleed. Ook wel kousmethode genoemd. renovatie reparatie herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuw aangelegd herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd riolering riool rioolput rioolwaterzuiveringsinrichting RWA-riool RWA-rioolstelsel scheuren stedelijk afvalwater stijghoogte streng verbeterd gescheiden rioolstelsel verbeteren verhard oppervlak vervangen visuele inspectie het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater zie regenwaterriool zie regenwaterrioolstelsel het geheel van scheuren, barsten en breuken huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onderin de peilbuis. rioolbuizen tussen twee inspectieputten Gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater niet kan infiltreren, maar oppervlakkig afstroomt (huizen, straten, en dergelijke) herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand

63 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 5) vrijvervalriool vuilemissie vuiluitworp vuilwaterriool vuilwaterrioolstelsel waarschuwingsmaatstaf wadi riool waardoor afvalwater door de zwaartekracht wordt getransporteerd zie vuiluitworp Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen. riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie waterkwaliteitsdoelstelling doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen water op straat waterketen wateroverlast wegzijging wortelingroei zandinloop zand- en vuilophoping zetting het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau De waterstroom vanaf het drinkwaterbedrijf, via de gebruikers en het rioolstelsel naar de RWZI (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering). het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden neerwaartse stroming van grondwater de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren opgehoopt materiaal met een losse structuur bodemdaling als gevolg van inklinking, krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen

64 Bijlage 1 : Woordenlijst (Vervolg 6)

65 Bijlage 2 Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg

66 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg In deze bijlage zijn de belangrijkste ontwikkelingen geschetst op het gebied van wet- en regelgeving en rioleringszorg. 1. Volksgezondheid en Water in de stad Riolering is belangrijk voor de volksgezondheid. Het zorgt ervoor dat vuil water en overtollig water uit de stedelijke leefomgeving wordt afgevoerd. De hoeveelheid en plaats van overstorten is daarbij belangrijk. Bij afkoppelen moet goed worden gekeken welke oppervlakken kunnen worden afgekoppeld en of die al dan niet verontreinigd zijn. Bij afkoppelen verdwijnt het water veelal uiteindelijk uit het zicht in de bodem of het verdwijnt zichtbaar in het oppervlaktewater. Hierbij moet rekening worden gehouden met volksgezondheidsaspecten. 2. Kwaliteit leefomgeving Kwaliteit van de leefomgeving en integraal beheer van de openbare ruimte hebben een sterke relatie. Ook in de openbare ruimte staat riolering niet op zichzelf. Maatregelen aan de riolering moeten worden afgestemd op andere maatregelen aan de openbare ruimte om overlast voor burgers en bedrijven te minimaliseren en een efficiënte besteding van middelen te garanderen. Ook het voorkomen van wateroverlast en het zorgen voor schoon oppervlaktewater verhogen de kwaliteit van de leefomgeving. Bij het verwerken en afvoeren van de heviger wordende neerslag, gaat de openbare ruimte een eigen rol spelen. Niet alles kan meer ondergronds worden afgevoerd. 3. Rijksvisie op de waterketen en de omgang met regenwater en grondwater De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat het waterbeleid de nodige aandacht vraagt. Riolering speelt in het waterbeleid, zeker op lokaal niveau, een belangrijke rol. De aandacht voor hoe met de regenwatercomponent moet worden omgegaan zal de komende jaren de nodige inspanning vergen. Afkoppelen van schone oppervlakken zodat relatief schoon regenwater niet meer naar de rioolwaterzuiveringsinrichting wordt getransporteerd is een aanpak die past in deze ontwikkelingen. Het ministerie van VROM heeft in 2004 een beleidsbrief regenwater en riolering uitgebracht die aangeeft hoe de regenwaterproblematiek bij gemeenten het best kan worden aangepakt. Er worden vier pijlers van het regenwaterbeleid benoemd: 1. aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; 2. regenwater vasthouden en bergen; 3. regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; 4. integrale afweging op lokaal niveau. De gemeente is de regisseur om dit regenwaterbeleid op lokaal niveau vorm te geven. De trits vasthouden-bergen-afvoeren is daarbij leidraad (zie figuur 2.1). Maatwerk is onontbeerlijk. De watertoets is een belangrijk instrument om bij ruimtelijke plannen vroegtijdig samen te werken met de waterbeheerder die nieuwbouwplannen hierop beoordeeld. Figuur 2.1 Vasthouden-bergen-afvoeren 4. Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen zijn grote inspanningen nodig.

67 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 1) Om de samenwerking tussen gemeenten onderling en gemeenten met andere overheden op het gebied van water binnen het beheergebied van het HHNK, te versterken, wordt een gemeenteambassadeur Water in het leven geroepen. De rol van de ambassadeur bestaat uit: het versterken van de samenwerking door deze te faciliteren; het opkomen voor de belangen van de gemeenten in de waterwereld; het versterken van aandacht voor water (en leefomgeving) bij de gemeenten, onder andere door agendering ervan. De samenwerking richt zich op een goede en spoedige uitvoering van het bestaande beleid (KRW, WB21 en watertoets) en het geven van een samenhangend antwoord op nieuwe vragen vanuit klimaatontwikkeling en het Deltaprogramma. 5. Waterwet Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland zijn eind 2009 vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het watersysteembeheer (oppervlaktewater en grondwater in stroomgebieden). De wet regelt verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Gemeente en waterschap moeten afspraken maken over taken en bevoegdheden met betrekking tot de afvalwaterketen. Door de Waterwet zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. In de Waterwet zijn voor de gemeente twee zorgplichten opgenomen: een hemelwaterzorgplicht en een grondwaterzorgplicht. Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen. Een van de uitvoeringsbesluiten die mede zal worden gebaseerd op de Waterwet, is het Besluit lozen buiten inrichtingen. In dit besluit zijn lozingen vanuit de openbare ruimte opgenomen. Na de inwerkingtreding van dit besluit (per 1 juli 2011) is het vergunninginstrument voor overstorten veranderd. Het Besluit lozen buiten inrichtingen voorziet in algemene regels. De verstrekte Wvo-vergunning blijft van kracht als Watervergunning, totdat het HHNK heeft ingestemd met het GRP 2013 t/m Een van de voorwaarden in het Besluit lozen buiten inrichtingen is dat de riooloverstorten als voorziening moeten zijn opgenomen in het verbreed GRP. In de bijlage van het GRP zijn daarom de ligging en het functioneren (emissiegegevens) van de overstorten van het gemengd stelsel weergegeven. Tevens zijn de coördinaten van de overstorten van het gemengd stelsel en de hemelwateruitlaatpunten op het oppervlaktewater in een tabel gepresenteerd. 6. Wet Milieubeheer De gemeente heeft de zorgplicht voor stedelijk afvalwater op basis van de Wet milieubeheer. Lozingen op de riolering worden ook op basis van de Wet milieubeheer geregeld. De gemeente is bevoegd gezag voor de lozingen op de riolering. Lozingen op de riolering zijn alleen toegestaan als daarmee de doelmatige werking van de riolering en de zuiveringstechnische werken niet nadelig wordt beïnvloed en de lozing geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Bij Wet milieubeheer-controles bij bedrijven moet ook de rioleringscomponent worden meegenomen. Een aantal relevante artikelen uit de Wet milieubeheer is hieronder weergegeven. Artikel 4.22 De gemeente is wettelijk verplicht een GRP op te stellen (Wet milieubeheer art. 4.22). In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad telkens voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Artikel 4.22 Wet milieubeheer 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat ten minste: a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet, en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a; c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd;

68 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 2) d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. Artikel 4.23 Dit artikel geeft aan wie de gemeente bij de voorbereiding van het plan moet betrekken. Artikel 4.23 Wet milieubeheer 1. Het gemeentelijk rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a. gedeputeerde staten; b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd; c. de beheerders van het oppervlaktewater waarop het ingezamelde water wordt geloosd. 2. Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending aan de in het eerste lid, onder a tot en met c genoemde organen, en Onze Minister. 3. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden verkregen van de inhoud van het plan. Artikel 4.24 De gemeente moet haar rioleringsbeleid afstemmen met andere overheden. Op het gebied van grondwater is er een relatie met het waterschap en de provincie. Verder heeft de provincie een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en heeft zij een aanwijzingsbevoegdheid. Artikel 4.24 Wet milieubeheer 1. Gedeputeerde staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht. 2. Bij het geven van een aanwijzing houden gedeputeerde staten rekening met het geldende provinciale waterhuishoudingsplan. 7. Besluit lozingen afvalwater huishoudens, Activiteitenbesluit en Besluit lozingen buiten inrichting (wet) Met het opgaan van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in de Waterwet, is de Wvovergunning komen te vervallen. Hiervoor in de plaats zijn algemene regels opgesteld met betrekking tot lozingen. Deze regels zijn opgenomen in AMvB s, de lozingenbesluiten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen lozingen vanuit huishoudens, vanuit bedrijven en lozingen buiten inrichtingen, zoals gedefinieerd in de Wet milieubeheer. In speciale gevallen kunnen maatwerkvoorschriften worden opgelegd. Met het Activiteitenbesluit zijn zowel de lozingen vanuit milieuvergunningplichtige bedrijven onder algemene regels gebracht, als een groot aantal Wvo-vergunningplichtige lozingen vervangen door algemene regels, waarin regels staan voor de lozingen vanuit bedrijven. In het Besluit lozingen buiten inrichtingen komen algemene regels te staan voor het lozen via bijvoorbeeld overstorten. Dit besluit is 1 juli 2011 in werking getreden. In de gemeente zijn inrichtingen aanwezig waarop toezicht moet worden uitgeoefend in het kader van de Wet milieubeheer. Met het van kracht worden van de Waterwet vervalt de Wvo. De Wvo-vergunning voor het overstorten op oppervlaktewater vanuit het gemengd stelsel en het lozen van hemelwater via uitlaten, is door de inwerkingtreding van de Waterwet automatisch overgegaan in de watervergunning. Vanaf dat moment zijn ook de indirecte lozingen, waarvoor het HHNK bevoegd gezag was, onder het Wm-bevoegd gezag komen te vallen. Voor de OVER-gemeenten betekent dit dat er een aantal bedrijven is overgedragen en onder het bevoegd gezag van de gemeente vallen.

69 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 3) 8. Nationaal Waterplan Ik leef met water (richtlijn) Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid, vastgesteld in december Het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 2010 t/m 2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt, te benutten. Het NWP is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het NWP voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Naast veiligheid is ook de samenwerking tussen de waterpartijen een belangrijk aandachtspunt. Solidariteit, flexibiliteit en duurzaamheid zijn hierbij leidende basiswaarden. Een gebiedsgerichte aanpak wordt de standaard voor het uitwerken van maatregelen. Dit betekent niet alleen vanuit het watersysteem bepalen wat nodig is, maar vooral met alle betrokken partijen een ontwikkelingsgerichte aanpak hanteren en kansen benutten. 9. Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (2008) Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Op grond hiervan moet de gemeente in het GRP expliciet aandacht besteden aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater. Deze wet is in 2009 opgegaan in de nieuwe Waterwet. Zorgplicht stedelijk afvalwater De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. De gemeente kan zelf kiezen hoe ze haar zorgplicht invult, zowel voor de bebouwde kom als voor het buitengebied. In plaats van een openbaar vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan, mits een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. Zorgplicht hemelwater De hemelwaterzorgplicht omvat het door de gemeente aanbieden van een voorziening waarin het hemelwater geloosd kan worden. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoewel er beleidsmatig een voorkeur bestaat voor gescheiden rioleren. Het is wenselijk het hemel- en grondwater zo weinig mogelijk te vermengen met afvalwater. In de wet wordt dit aangeduid met te term ontvlechting. De gemeente moet in het verbreed GRP aangeven in hoeverre zij een ontvlechting van stedelijk afvalwater en hemelwater nastreeft en welke rol zij hierbij de particulier geeft. Op particulier terrein is primair de eigenaar verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van hemelwater, bij voorkeur naar oppervlaktewater of in de bodem. Wanneer de particulier redelijkerwijs hiervoor niet kan zorg dragen, is de gemeente verplicht een voorziening aan te bieden voor de afvoer van hemelwater van particuliere percelen. De gemeente heeft beleidsvrijheid in de keuze van de aard en omvang van de voorziening.

70 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 4) Zorgplicht grondwater Gemeenten hebben een zorgplicht voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover gemeentelijke maatregelen doelmatig zijn en het niet de verantwoordelijkheid van het hoogheemraadschap of de provincie is om maatregelen te nemen. De gemeente moet de begrippen structureel, nadelige gevolgen en doelmatig nader in gemeentelijk beleid (GRP) uitwerken. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht; de gemeente is niet verantwoordelijk voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. Bij grondwateroverlast is de gemeente het eerste aanspreekpunt voor de burger. De gemeente richt daarvoor een loket in en beoordeelt vervolgens of andere partijen (hoogheemraadschap, provincie) moeten worden ingeschakeld. Kortom: de gemeente is het aanspreekpunt voor de burger, zij behandelt eventuele klachten en zorgt voor een doelmatige aanpak van grondwaterproblemen. Belangrijk uitgangspunt is de verantwoordelijkheid die de perceelseigenaar op eigen terrein heeft voor maatregelen tegen grondwaterproblemen. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel en is ook zelf verantwoordelijk voor het op eigen perceel treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van derden. De verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar voor de staat van zijn eigen woning en perceel komt neer op het voldoen aan de bouwregelgeving uit de Woningwet en de daarop gebaseerde regelgeving. De particulier moet er zelf voor zorgen dat zijn gebouw voldoet aan de wensen die hij daar bovenop zelf heeft ten aanzien van het object. De particulier lost in eerste instantie zijn probleem zelf op. Pas als van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zelf te doen, komt de gemeente in beeld. Er is dus sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid. Bij structurele grondwaterproblemen in bebouwd gebied, is de nieuwe zorgplicht nadrukkelijk van belang bij het gemeentelijk optreden. Hierbij is de gemeente de regisseur van het proces, waarin problemen en oplossingen worden verkend. Een eerste stap in dit proces is het krijgen van duidelijkheid over de oorzaken van problemen. Eventueel kan hier onderzoek naar worden verricht. Vervolgens is het verkennen van mogelijke oplossingen aan de orde. Maatregelen worden uiteindelijk genomen door de partij die daarvoor (wettelijk) verantwoordelijk is. Voor gemeenten geldt dus dat er sprake kan zijn van waterhuishoudkundige maatregelen in de openbare ruimte. In de praktijk zal dit vaak neerkomen op de aanleg van drainage. Verlaging van de grondwaterstand in de openbare ruimte via aanleg van drainage heeft in veel gevallen een gunstig effect op de grondwaterstand van private percelen. Verordening grond- en hemelwater Uitgangspunt in de nieuwe wetgeving is dat afstromend hemelwater schoon genoeg is om zonder zuivering in het milieu te worden teruggebracht. In sommige situaties is toch extra beleid nodig. De gemeente krijgt vanuit de regelgeving nieuwe bevoegdheden om eventueel aanvullende eisen te stellen: via een maatwerkvoorschrift en via een gebiedsgerichte verordening. Via een verordening kan de gemeente ook regels stellen aan de aanbieding van overtollig grondwater. De gemeente mag regels stellen aan de aanbieding van hemelwater, wanneer dat voor de bescherming van het milieu of de doelmatige werking van het gemeentelijk stelsel nodig is. De voorschriften moeten gericht zijn op het voorkomen van bovenmatige verontreiniging van het hemelwater. Concreet mag de gemeente maatregelen voorschrijven, die de perceelseigenaar moet nemen vóór het lozen van hemelwater. De gemeente mag ook een termijn stellen waarbinnen perceelseigenaren lozing van hemelwater op een gemeentelijk systeem moeten beëindigen.

71 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 5) Bekostiging Vanaf 1 januari 2008 heeft de gemeente de mogelijkheid om de kosten voor de uitvoering van de zorgplichten te verhalen via een nieuwe rioolheffing. De wet regelt de verbreding van het gemeentelijke rioolrecht tot een bestemmingsheffing. Hiermee kunnen gemeenten ook voorzieningen bekostigen voor hemelwaterinzameling én aanpak van grondwaterproblemen. Vanaf 2010 moeten gemeenten overgeschakeld zijn op de nieuwe heffing en kunnen alleen op basis van de nieuwe heffing kosten worden verhaald. Gemeenten kunnen de kosten voor inzameling van huishoudelijk afvalwater apart bij de burger in rekening brengen. Dat wil zeggen apart van de kosten voor inzameling van overtollig hemelwater en grondwater, maar dit is niet verplicht. 10. Bestuursakkoord Waterketen 2007 (afspraak) Op 5 juli 2007 heeft de VNG samen met andere betrokken partijen een bestuursakkoord waterketen afgesloten. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het samenwerkingsproces tussen gemeenten, waterschappen en waar zinvol drinkwaterbedrijven. Aandachtspunten voor de gemeenten uit het bestuursakkoord waterketen zijn met name Benchmarking rioleringszorg, intergemeentelijke samenwerking en permanente samenwerking met het waterschap. Het Rijk monitort de ontwikkeling van de doelmatigheid en transparantie ten opzichte van het referentiejaar In 2007 is de eerste monitor uitgevoerd. In 2009 en 2011 zijn de tweede en de derde, de laatste, monitor uitgevoerd. 11. Bestuursakkoord water april 2011 (afspraak) In april 2011 is het Bestuursakkoord Water gesloten. Dit bestuursakkoord vervangt de voorgaande afspraken op het gebied van water. Kern van dit bestuursakkoord is dat door regionale samenwerking op het gebied van watertechnologie en innovatie, kwaliteits- en efficiëntieverbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Bij waterschappen en gemeenten kan in de waterketen 380 miljoen euro aan doelmatigheidswinst worden behaald. Een doelmatig beheer van de waterketen zorgt er niet alleen voor dat de taken worden uitgevoerd tegen de laagst maatschappelijke kosten, maar draagt ook bij aan het verbeteren van de kwaliteit van oppervlaktewater, vooral in de stedelijke gebieden. Gezamenlijke doelgerichte aanpak afvalwaterketen (UvW en VNG) De verantwoordelijkheden rond het (afval)waterbeheer zijn in de afgelopen jaren herverdeeld en verankerd in de Wet milieubeheer (2008), de Waterwet (2009) en verschillende uitvoeringsbesluiten (AMvB s). Daarbij is samenwerking het uitgangspunt. De komende jaren moet de overheid veel bezuinigen; ook gemeenten en waterschappen. Bij een ongewijzigde aanpak zullen de beheerkosten van de afvalwaterketen (riolering en afvalwaterzuivering) de komende jaren stijgen. Als gemeenten en waterschappen op beleids- en operationeel niveau intensief gaan samenwerken, is een flinke kostenbesparing te realiseren. Mede daarom hebben de VNG en UvW besloten de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen nog verder te intensiveren en minder vrijblijvend te maken. Hiervoor hebben zij een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen uitgewerkt. Naast kostenbesparing beoogt deze aanpak de uitvoering van de beheertaken in de afvalwaterketen minder kwetsbaar te maken voor lage personeelsbezetting en de kwaliteit te verbeteren. De essentie is nu samenwerken op basis van afspraken. 12. Beleid provincie Noord-Holland Het beleid van de provincie is verwoord in het Waterplan van de Provincie Noord- Holland (Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren). Het waterplan is in 2009 vastgesteld en geeft duidelijkheid over de strategische waterdoelen tot 2040 en de acties tot Het doel voor de lange termijn (2040) is dat alle steden robuust en klimaatbestendig zijn ingericht, waardoor er geen structurele wateroverlast of -onderlast is in het stedelijk gebied voorkomt. De rol van de provincie hierin is: beschermen bovenlokaal belang bij goed stedelijk waterbeheer; stimuleren gezamenlijke aanpak van taken en verantwoordelijkheden tussen gemeente en waterschap, leidend tot bestuursakkoorden; bemiddelen bij afstemming tussen waterschap en gemeenten; bewaken samenwerking tussen gemeenten en waterschappen bij opstellen van het GRP;

72 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 6) toetsen van concept-grp aan Rijks-, provinciaal- en waterschapsbeleid. Indien geen rekening is gehouden met dit beleid of geen overleg is gevoerd, wordt de aanwijzingsbevoegdheid gebruikt; onderzoeken en inventariseren hoe stedelijk water klimaatbestendiger kan worden gemaakt; uitvoeren acties die voortvloeien uit het Actieprogramma Uitwerking convenant Samenwerking waterketen Noord-Holland en bewaken voortgang van uitvoering Actieprogramma. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij: in 2013 een verbreed GRP hebben opgesteld volgens de Leidraad Riolering; kansen benut om de omgevingskwaliteit in de stad te verbeteren door inpassen van water; rekening houden met en anticiperen op klimaatverandering; bij bestemmingsplanwijzigingen vroegtijdig de watertoets doorlopen; bij het opstellen van het GRP het waterschap en de provincie betrekken en rekening houden met Rijks-, provinciaal en waterschapsbeleid; waar mogelijk samenwerken met andere gemeenten; in 2012 een werkplan hebben opgesteld voor samenwerking in de waterketen; acties uitvoeren uit het Actieprogramma Uitwerking convenant Samenwerking waterketen Noord-Holland ; in 2012 een bestuursakkoord aanleg en beheer Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) hebben gesloten met het waterschap; in 2015 de optimalisatiemogelijkheden van de uitvoering van beheerstaken van het stedelijk water hebben onderzocht; geen ongesaneerde lozingen meer hebben; in 2015 een bestuursakkoord heeft met het waterschap (en waar mogelijk met gemeenten onderling) over de kwantiteit, de kwaliteit en het beheer van het stedelijk water. 13. Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Omgaan met regenwater en riolering 2010 De Kadernotitie regenwater en riolering (2007) is vervangen door de notitie Omgaan met regenwater en riolering Deze notitie bevat uitgangspunten voor de samenwerking tussen het HHNK en de gemeenten en de invulling van de gemeentelijke zorgplichten. Daarnaast bevat de notitie informatie over het overnamepuntenbeleid, de sanering van de ongezuiverde lozingen, rioolvreemd water en discrepantieonderzoek. Nieuwe beleidsthema s in deze notitie zijn: afkoppelen en compensatieplicht en monitoren watersysteem. Waterbeheersplan Van veilige dijken tot schoon water (WBP4) In 2009 is het WBP4 vastgesteld. Hieronder zijn de voor de rioleringszorg relevante aspecten uit het plan beschreven. Grondwaterbeheer Met het van kracht worden van de Waterwet heeft het HHNK het operationele grondwaterbeheer overgenomen van de provincie. Het HHNK is verantwoordelijk voor de vergunningverlening en handhaving voor het rechtstreeks infiltreren in de grond en voor de grondwateronttrekkingen anders dan de onttrekkingen waarvoor de provincie het bevoegd gezag blijft.

73 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 7) Het HHNK wil in de planperiode bereiken dat er geen nieuwe grondwateroverlast- en grondwateronderlastsituaties ontstaan. Om dit te bereiken, is samenwerking tussen het HHNK, de provincie en gemeenten nodig. Van gemeenten en het HHNK wordt een goede informatieuitwisseling verwacht. Gemeenten leggen de reikwijdte van hun grondwaterzorgplicht vast in het GRP. Het HHNK streeft ernaar om afspraken met gemeenten over het stedelijk grondwaterbeheer vast te leggen in de GRP s en desgewenst in de waterplannen. Voor zowel overlast- als onderlastsituaties, wordt in 2011 onderzocht wat de omvang van de bestaande grondwaterproblematiek betekent en hoe die aangepakt kan worden. In 2012 wordt, in samenwerking met de provincie en gemeenten, een integraal grondwaterbeleidskader ontwikkeld. Beheersing van lozingen op het watersysteem Strategisch doel: in 2015 wordt de verontreiniging van het watersysteem door directe, indirecte en overige lozingen voorkomen en/of beheersbaar gehouden, zodat de (ecologische) waterkwaliteitsdoelstellingen conform de KRW worden gehaald. De focus is gericht op de afvalwaterketen en op de directe, indirecte lozingen via het riool en de overige verontreinigingsbronnen. Voor het oppervlaktewater gelden harde chemische doelstellingen, die binnen de planperiode gerealiseerd moeten worden. Bovendien mag de chemische toestand van het watersysteem geen beperking vormen voor de ecologie. Het operationele monitoringsproces van het HHNK brengt eventuele knelpunten in kaart voor het voldoen aan of behalen van de waterkwaliteitsdoelstellingen. Allereerst wordt nagegaan of deze knelpunten zijn op te lossen door de bronnen van verontreiniging aan te pakken. Als blijkt dat de aanpak van deze bronnen niet doelmatig is, wordt gekozen voor effectgerichte maatregelen (bv. inrichtingsmaatregelen en verandering van beheer). Binnen het kader van de Waterwet zal het HHNK de lozing van probleemstoffen beperken. De instrumenten voorlichting, subsidie, vergunningverlening en handhaving worden ingezet om gedragsverandering van lozers te stimuleren. Het beheer van RWZI s, persleidingen en rioolgemalen zal zodanig zijn dat de lozing van het effluent geen knelpunt veroorzaakt. Het HHNK en de gemeenten zijn samen de beheerders van de afvalwaterketen. Het is voor de goede werking van de RWZI s en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater van belang dat gemeenten toezien op de kwaliteit van lozingen op het riool. Het HHNK zal samen met de gemeenten hierover afspraken maken in afvalwaterakkoorden. Uitgangspunt hierbij is doelmatigheid en de laagste maatschappelijke kosten voor de hele keten. De afspraken hebben betrekking op: de hoeveelheid afvalwater die het HHNK afneemt bij de overdrachtspunten; de wijze waarop de zuiveringstechnische werken worden beschermd tegen schadelijke stoffen; de maatregelen die de gemeente treft om emissie uit riooloverstorten te beperken; de manier waarop gescheiden ingezameld hemelwater gecontroleerd kan worden geloosd op het oppervlaktewater, zonder dat de waterkwaliteit verslechtert. In 2010 actualiseert het HHNK het beleid met betrekking tot de afvalwaterakkoorden. In 2015 zijn met alle gemeenten afvalwaterakkoorden afgesloten. Het Bestuursakkoord Waterketen (BWK) noemt doelmatigheid en transparantie, innovatie en de betrokken burger als speerpunten. Het BWK acht over de periode 2006 tot en met 2015 een kostenbesparing voor de burger van 10 tot 20% haalbaar. Dit betekent dat het HHNK in de planperiode samen met de gemeenten hierop actief gaat inspelen. Het Rijk beoordeelt in 2011 of de doelmatigheid en transparantie voldoende zijn toegenomen. Het HHNK gaat zelf de strategische positie in de waterketen verkennen. De verkenning gaat in op de vraag of het HHNK een samenwerkingspartner wil blijven, of bereid is om een verdergaande integratie in de waterketen na te streven.

74 Bijlage 2 : Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg (Vervolg 8) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet bevatten algemene regels voor indirecte en directe lozingen. Hierbij is het mogelijk om de lozingseisen aan te scherpen als dat vanwege waterkwaliteitsdoelstellingen noodzakelijk is. Mochten deze algemene regels met de extra voorschriften onvoldoende zijn, dan kan het HHNK bijdragen in de kosten van saneringsmaatregelen die van derden verlangd worden. Voor het stimuleren van deze bovenwettelijke saneringsmaatregelen ontwikkelt het HHNK in 2010 een subsidieregeling. De Waterwet en de daarop gebaseerde besluiten zijn het belangrijkste wettelijk kader voor het reguleren van directe lozingen op het oppervlaktewater. Het HHNK is beheerder van zuiveringstechnische werken. Het beheer zal zodanig zijn dat de lozing van het effluent geen knelpunt voor de waterkwaliteit veroorzaakt. Het HHNK dringt in de planperiode rioolwateroverstorten terug door de gemeentelijke riolering en de zuiveringstechnische werken van het HHNK zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen. Het terugdringen van overstorten door middel van afkoppelen leidt veelal tot directe hemelwaterlozingen, waarbij sprake kan zijn van diffuse verontreiniging. Waar dit tot waterkwaliteitsproblemen leidt, zal met het beschikbare instrumentarium de verontreiniging worden beperkt. Het toezicht op de indirecte lozingen (van bedrijfsafvalwater die via de riolering en de RWZI s in het oppervlaktewater terecht komen) ligt bij het bevoegd gezag: de gemeente of de provincie. Het HHNK sluit met gemeenten een afvalwaterakkoord voor een aansluiting op én het brengen van afvalwater in de persleidingen, pompen, gemalen en RWZI s. Dit gebeurt om de installaties en de kwaliteit van het oppervlaktewater te beschermen. Overeenkomstig de Waterwet en de Wabo vallen alle indirecte lozingen onder het bevoegd gezag van de gemeentelijke of provinciale overheid. Het HHNK heeft geen directe invloed op de indirecte lozingen. Het HHNK gaat het gemeentelijk en provinciaal bevoegd gezag stimuleren om deze indirecte lozingen adequaat te controleren. Het HHNK start in 2010 gezamenlijk met de gemeenten discrepantieonderzoeken, om meer grip te krijgen op indirecte lozingen en op de heffingen. Daarnaast krijgt het HHNK, door gebruik te maken van zijn adviesrol voor de gemeenten, meer grip op het influent van de RWZI. Van deze adviesrol zal het HHNK actief gebruik maken. Vooral als blijkt dat de kwaliteit van het effluent van de zuivering te wensen overlaat, als gevolg van onvoldoende gesaneerde indirecte lozingen. 14. Bestuursovereenkomst Opgave inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in Noord-Holland De provincie Noord-Holland heeft samen met de Noord-Hollandse waterschappen en de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten het ontheffingenbeleid geactualiseerd voor nieuwe lozingen en lozingen waarvoor de ontheffingstermijn van tien jaar rond 2014 zal zijn verstreken. De kern van dit beleid is voortzetting van de bestuursovereenkomst die in 2003 is ondertekend door de Noord-Hollandse waterschappen, de VNHG en de provincie Noord- Holland. In de bestuursovereenkomst Opgave inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in Noord-Holland, is aangegeven dat bij nieuwe lozingen en die waarbij de ontheffingstermijn is verstreken, in plaats van het wettelijk voorgeschreven saneringsmiddel IBA-klasse I, er door de gemeenten een IBA klasse II wordt aangeboden. De voorkeur gaat echter uit naar de aanleg van riolering. De overeenkomst heeft de status van een intentieverklaring.

75 Bijlage 3 Evaluatie resultaten planperiode 2007 t/m 2011

76 Bijlage 3 : Evaluatie resultaten planperiode 2007 t/m 2011 In tabel 3.1 zijn de voorgenomen maatregelen en onderzoeken uit het GRP 2007 t/m 2011 beschreven en is aangegeven in hoeverre de voornemens zijn gerealiseerd. Tabel 3.1 Voorgenomen maatregelen en onderzoeken uit GRP 2007 t/m 2011 nr. maatregel / gepland in GRP 2007 t/m 2011 resultaat in planperiode 2007 t/m 2011 onderzoek Maatregelen 1 Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing In totaal worden 15 percelen, waaronder 4 woonboten, aangesloten op de drukriolering of voorzien van een IBA. Deze maatregel is niet uitgevoerd. Er is ook geen plan voor opgesteld. In de planperiode 2013 t/m 2017 wordt een inventarisatie gemaakt van de te saneren lozingen en wordt onderzocht op welke wijze de ongezuiverde lozingen op een doelmatige wijze kunnen worden gesaneerd. 2 Aanleg van riolering bij nieuwbouw 3 Onderhoud vrijvervalriolen en overige objecten 4 Vervanging en reparatie van vrijvervalriolering, gemalen en persleidingen 5 Aanpak verloren berging In de planperiode worden circa 230 woningen gebouwd. De uitbreidingen worden voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Het riool in Oostzaan heeft te maken met ongelijkmatige zakkingen. Hierdoor blijft er veel slib achter in de verzakte delen van het riool. Dit wordt grotendeels opgelost door een reinigingsfrequentie aan te houden van eenmaal per 5 jaar. De kolken worden jaarlijks gereinigd. Het onderhoud van de gemalen wordt door derden uitgevoerd, op basis van een onderhoudscontract. Vervangingen of renovaties voor de korte termijn worden altijd gebaseerd op detailinspecties. Naast de kwalitatieve toestand van het riool wordt bij vervanging ook gekeken naar de maatregelen die worden uitgevoerd in de openbare ruimte. De b.o.b.-maten en putdekselhoogten worden ingemeten. Op basis van de verkregen data worden problemen met betrekking tot verloren berging aangakt. De volgende maatregelen worden getroffen voor het opheffen van de verloren berging: Bij uitbreidingen is een gescheiden stelsel aangelegd. Bij kleine inbreidingen is aangesloten op het bestaande gemengd stelsel. De in de planperiode ontwikkelde bedrijventerreinen (bedrijvenpark Skoon, Bombraak), ten zuiden van de kern Oostzaan, zijn eveneens voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Het onderhoud is op hoofdlijnen uitgevoerd conform de in het GRP genoemde onderhoudsfrequenties. Reiniging van de vrijvervalriolering is uitgevoerd. Straatvegen vindt gemiddeld 10x per jaar plaats. Gemiddeld worden de volgende reinigingsfrequenties aangehouden: vrijvervalriolen: 1x per 5 jaar kolken: 1x per jaar rioolgemalen: 1x per jaar drukrioolunits: 1x per jaar persleidingen: worden niet onderhouden. Reparatie van vrijvervalriolering heeft plaatsgevonden. In het GRP 2007 t/m 2011 zijn geen concrete maatregelen voor de vervanging van vrijvervalriolen beschreven. In 2008 is het hoofdriool in de Kerkbuurt gerenoveerd. Het stamriool over het tracé Kerkbuurt - Jacob Corneliszstraat - Burgemeester Bratstraat - Burgemeester Teerstraat, tot aan de brandweerkazerne, is goed onderheid. In 2008, tijdens de herinrichting van de weg, is dit riool gerelined en voorzien van een kunststofkous. Metingen zijn niet uitgevoerd.

77 Bijlage 3 : Evaluatie resultaten planperiode 2007 t/m 2011 (Vervolg 1) nr. maatregel / onderzoek gepland in GRP 2007 t/m 2011 resultaat in planperiode 2007 t/m 2011 rioolverbetering Kolksloot; bij rioolvernieuwingen maatregelen nemen om ongelijkmatige verzakkingen te voorkomen. 6 Afkoppelen afvoerend verhard oppervlak onderzoek 7 Invulling zorgplicht grondwater Om te voldoen aan de basisinspanning wordt 4,8 ha verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd stelsel. Het afkoppelen zal zo veel mogelijk plaatsvinden in combinatie met andere werkzaamheden, zoals vervanging van de riolering. De gemeente Oostzaan stelt een grondwaterplan op. Hierin wordt beschreven hoe de gemeente de zorgplicht voor het grondwater invult. Met de nieuwe zorgplicht voor hemelwater heeft de gemeente de regiefunctie gekregen bij de aanpak van grondwateroverlast. Dit betekent echter niet per definitie dat de gemeente ook verantwoordelijk is voor het oplossen van de wateroverlast. In de afgelopen planperiode is 2,0 ha afgekoppeld. Daarmee is de afkoppeldoelstelling van 4,8 ha niet behaald. Het afkoppelen is uitgevoerd in combinatie met vervanging van vrijvervalriolering. Alleen wegen en de voorzijde van woningen zijn afgekoppeld. Daarbij wordt een huisaansluiting voor het hemelwater tot aan de gevel aangelegd en wordt de huisaansluitleiding voor het afvalwater vervangen. Niet uitgevoerd. Er zijn in de afgelopen planperiode weinig klachten en meldingen bij de gemeente binnengekomen over grondwateroverlast. Wateroverlast manifesteert zich voornamelijk door de aanwezigheid van water in de kruipruimten. In de praktijk wordt bij aanleg van riolering, drainage meegelegd. 8 Diverse onderzoeken De volgende onderzoeken worden uitgevoerd: opsporen foutieve aansluitingen in het Ambacht; opstellen onderhouds- en vervangingsplan hoofdgemalen; opstellen onderhouds- en vervangingsplan drukrioolgemalen; opstellen operationeel jaarplan; pilotproject onderzoek rioolvreemd water; controle lozingen op drukriolering. Dit betreft lozing van afvalwater op een HWA-riool. Het aantal foutieve aansluitingen is bekend. Er is nog geen actie ondernomen deze te herstellen. Dit wordt in de planperiode 2013 t/m 2017 uitgevoerd. Onderhoudsplannen zijn niet opgesteld. Alle gemalen worden jaarlijks geïnspecteerd. Operationele jaarplannen worden niet opgesteld. Het pilotproject is niet uitgevoerd. De lozingen van hemelwater op de drukriolering zijn bekend. Hier is echter nog niets mee gedaan. 9 Bijhouden beheerbestand In planperiode wordt gewerkt aan verbetering gegevensbeheer. De gegevens worden periodiek bijgewerkt. In het kader van het op te stellen basisrioleringsplan is het rioolbeheerbestand in 2011 door derden bijgewerkt, met revisies, afwaterend verhard oppervlak e.a. De gegevens zijn digitaal uitwisselbaar

78 Bijlage 3 : Evaluatie resultaten planperiode 2007 t/m 2011 (Vervolg 2) nr. maatregel / onderzoek 10 Inspectie vrijvervalriolen gepland in GRP 2007 t/m 2011 resultaat in planperiode 2007 t/m 2011 In de planperiode zijn / worden alle riolen geïnspecteerd. Inspectie vindt plaats met een rijdende t.v.-camera. Jaarlijks wordt gemiddeld 8 km geïnspecteerd (ca. 20% van het totale stelsel). t.b.v. de WION. De laatste inspecties dateren van In de planperiode wordt een nieuw inspectieplan opgesteld. 11 Actueel inzicht in theoretisch functioneren vrijvervalriolering 12 Actueel inzicht in werkelijk functioneren vrijvervalriolering Dit betreft het theoretisch controleren van het hydraulisch en het milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel. In de planperiode wordt meetapparatuur geïnstalleerd ter plaatse van de overstorten en de gemalen. In samenwerking met het HHNK is wordt een meetplan opgesteld. In 2012 heeft een herberekening van het gemengd stelsel plaatsgevonden. Er zijn zowel milieutechnische berekeningen als hydraulische berekeningen uitgevoerd. De conclusies zijn: in de huidige situatie voldoet de gemeente Oostzaan niet aan de basisinspanning; het gemengd stelsel is op enkele plaatsen kwetsbaar voor water op straat. Om dit op te lossen, zijn maatregelen voorgesteld. In samenwerking met het HHNK is in 2010 een meetplan opgesteld voor het monitoren van het gemengd rioolstelsel. De meetopzet is in 2012 operationeel.

79 Bijlage 4 Streefbeelden kwaliteit vrijvervalriolen

80 Bijlage 4 : Streefbeelden kwaliteit vrijvervalriolen In de tabel 4.1 zijn richtlijnen gegeven voor waarschuwings- en ingrijpmaatstaven. De maatstaven hebben betrekking op geclassificeerde waarnemingen volgens NEN-EN en NEN Tabel 4.1 Overzicht van waarschuwings- en ingrijpmaatstaven voor riolen bij visuele inspectie vanuit de leiding Toelichting: De toestand die in riolen wordt aangetroffen door visuele inspectie, wordt beschreven door een systeem van standaardbeelden (toestandsaspecten). Van ieder toestandsaspect is eenduidig de aard gedefinieerd. De mate waarin ieder beeld aanwezig is wordt met een vijfpuntsschaal aangegeven. Het beschrijven van de toestand van een riool vindt met een genormaliseerd systeem plaats: NEN 3399 Classificatiesysteem bij visuele inspectie van riolen ; Onderscheid wordt gemaakt tussen waarschuwings- en ingrijpmaatstaven. Een waarschuwingsmaatstaf geeft een grenstoestand weer, waarbij nader onderzoek nodig is. Een ingrijpmaatstaf geeft een grenstoestand aan, waarbij ingrijpen in principe noodzakelijk is en maatregelen moeten worden opgesteld.

81 Bijlage 5 Emissiegegevens riooloverstorten gemengd stelsel

82 Bijlage 5 : Emissiegegevens riooloverstorten gemengd stelsel

83 Bijlage 6 Uitgangspunten kostendekkingsplan

84 Bijlage 6 : Uitgangspunten kostendekkingsplan In deze bijlage zijn de uitgangspunten voor het kostendekkingsplan weergegeven. 1. Rioolheffing Voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken, is het bekostigingsinstrument aangepast. De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken voorziet in het creëren van een nieuwe rioolheffing (Gemeentewet, artikel 228a). Uit de opbrengst hiervan kunnen de in dit wetsvoorstel bedoelde taken worden bekostigd. Artikel 228a 1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven. Gemeenten kunnen de kosten voor inzameling van huishoudelijk afvalwater apart bij de burger in rekening brengen. Dat wil zeggen apart van de kosten voor inzameling van overtollig hemelwater en grondwater, maar dit is niet verplicht. In het kostendekkingsplan, behorende bij het GRP 2013 t/m 2017 (zie hoofdstuk 7), is uitgegaan van één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn. De rioolheffing treedt in de plaats van het rioolrecht. De gemeente krijgt er per saldo geen extra heffing bij; het huidige bekostigingsinstrument wordt aangepast aan de bredere taakinvulling. Waar het huidige rioolrecht een retributiekarakter heeft voor de bekostiging van door de gemeente te verlenen diensten of het gebruik van gemeentelijke voorzieningen, heeft deze nieuwe gemeentelijke heffing het karakter van een bestemmingsheffing waarmee kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen voor hemel- en grondwater. Het uitgangspunt van de nieuwe heffing is om gemeenten in staat te stellen de kosten te verhalen die gepaard gaan met de gemeentelijke watertaken. 2. Toegepaste methode voor berekening rioolheffing op lange termijn De rioolrechtberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waardemethode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar, in de periode 2013 t/m 2072, worden contant gemaakt naar 1 januari In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per aansluiting berekend. Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen. Het inflatie- en rentepercentage wordt gebruikt voor het contant maken van de toekomstige uitgaven en inkomsten.

85 Bijlage 6 : Uitgangspunten kostendekkingsplan (Vervolg 1) 3. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Bij het opstellen van het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In het kader van het BBV moeten vervangingsinvesteringen in beginsel worden beschouwd als investeringen van economisch nut en geactiveerd worden, waaruit jaarlijkse kapitaallasten ontstaan. In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een bestemmingsreserve riolering, om ongewenste schommelingen in het rioolrecht te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt geen rente via de resultaatsbestemming aan de reserve toegevoegd. Gedurende de planningshorizon van het GRP mag de bestemmingsreserve niet negatief worden. Volgens de Notitie Riolering van de commissie BBV (20 oktober 2009) kunnen de lasten die verbonden zijn met het rioolstelsel grofweg voortkomen uit de volgende componenten: 1. de jaarlijks terugkerende lasten van beheer, klein onderhoud, energie, schoonhouden, administratie, verzekering, enz.; 2. de kosten van groot onderhoud; 3. de kosten van vervangingsinvesteringen; 4. de kapitaallasten van geactiveerde investeringen. Volgens de NEN 3300 (1996), Buitenriolering - termen en definities, wordt onderhoud als volgt gedefinieerd: herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd wordt gehandhaafd. In de Notitie Riolering van de commissie BBV wordt onderscheid gemaakt in groot en klein onderhoud: Onderhoud: dit betreft de uitvoering van preventieve dan wel correctieve maatregelen om het rioolstelsel in goede staat te houden of te brengen. Onderhoud valt uiteen in groot onderhoud en klein onderhoud. Onder groot onderhoud wordt verstaan onderhoud van veelal ingrijpende aard, ook wel lang-cyclisch onderhoud genoemd. Klein onderhoud is het onderhoud van geringe omvang dat veelal met een zekere regelmaat terugkeert. Dit wordt ook wel aangeduid met kort-cyclisch onderhoud. Het essentiële verschil met investeringen is dat onderhoud maatregelen betreft die de geplande levensduur van het rioolstelsel niet verlengen. Onder de term Vervangingsinvesteringen wordt in deze zelfde notitie verstaan: de sloop en vervanging van een deel van het bestaande rioleringsstelsel, inclusief maatregelen ter verbetering van het functioneren van het bestaande rioleringsstelsel. In het GRP kennen we geen groot onderhoud. Het onderhoud is het jaarlijkse onderhoud en is opgenomen in de exploitatielasten. Renovatie, vervanging en verbetering zijn levensduurverlengend. De investeringen zijn opgenomen onder vervanging en onder milieumaatregelen (verbetering). Het GRP is een strategisch plan op hoofdlijnen. Het hoofdstuk Organisatie en Financiën met daarin de kostendekkingsparagraaf, heeft voornamelijk als doel: het aangeven van de ontwikkeling van de kosten en de daarbij behorende dekking op de langere termijn. Het GRP kent derhalve geen groot detailniveau. In de berekening van de hoogte van de bestemmingsreserve wordt geen onderscheid gemaakt in de bijdragen voor het toekomstig groot onderhoud en de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen. De overige drie componenten (1 exploitatie en onderzoek, 3 kapitaallasten nieuwe investeringen en 4 kapitaallasten reeds gedane investeringen) worden wel apart in de berekeningsresultaten gepresenteerd.

86 Bijlage 6 : Uitgangspunten kostendekkingsplan (Vervolg 2) 4. Inkomsten en heffingseenheden in het jaar 2012 De inkomsten zijn als volgt opgebouwd: a. Rioolheffing per 1 januari 2012 Het voor 2012 vastgestelde tarief bedraagt 273,50 per aansluiting, ongeacht het waterverbruik. De inkomsten uit de rioolheffing in 2012 bedragen ,-. Het aantal rekeneenheden bedraagt dan b. Bestemmingsreserve riolering De geschatte stand van de reserve per 1 januari 2013, bedraagt ,-. 5. Planningshorizon Bij de berekening van het rioolrecht is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2013 t/m Deze termijn is gekoppeld aan de technische levensduur van de rioleringsobjecten in Oostzaan. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen. 6. Inflatie Er wordt gerekend met een inflatie van 2,0%. 7. Rentevoet Voor de berekening van kapitaallasten van vervangingsinvesteringen wordt een rente gehanteerd van 5,0%. 8. Prijspeil Alle in het GRP genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2012, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief btw. 9. Staartkosten Voor de staartkosten zijn de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post onvoorzien. 10. Kostendekkendheid De berekende rioolheffing is 100% kostendekkend. 11. Indexering rioolrecht Het in het kostendekkingsplan berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting afgehandeld. 12. Afschrijvingsmethode en -termijnen De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV, worden lineair afgeschreven. Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van het rioolrecht. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief. De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in tabel 6.1.

87 Bijlage 6 : Uitgangspunten kostendekkingsplan (Vervolg 3) Tabel 6.1 Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar) object afschrijvingstermijn technisch economisch vrijvervalriolen gemalen bouwkundig gemalen mechanisch / elektrisch persleidingen drukriolering bouwkundig drukriolering mechanisch / elektrisch grondwatermaatregelen bouwkundig grondwatermaatregelen mechanisch / elektrisch Kapitaallasten in verleden gedane investeringen In de berekening van de rioolheffing is rekening gehouden met de kapitaallasten van de in het verleden (vóór 1 januari 2013) gedane investeringen. 14. Doorlopende kapitaallasten ná 2072 In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met het doorlopen van de kapitaallasten ná Eenheidsprijzen De gehanteerde eenheidsprijzen voor de berekening van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering zijn gebaseerd op informatie van leveranciers en het MISSET-prijzenbestand. Voor de berekening van de investeringskosten van de overige rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de module Kostenkengetallen rioleringszorg (D1100), van de Leidraad Riolering. 16. Rioolrecht en btw De geraamde btw op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het tarief is inclusief de betaalde, compensabele btw. 17. Nieuwe investeringen voor nieuwbouw Nieuwe investeringen voor nieuwbouw mogen niet worden verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. Herinvesteringen komen wel ten laste van de rioolexploitatie. 18. Exploitatie-uitgaven In het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de exploitatie-uitgaven, voor beheer en onderhoud van de riolering en grondwatervoorzieningen (stroomverbruik, onderzoek, reiniging, kosten straatvegen, personeelskosten e.a.). 19. Straatvegen Van de kosten voor het straatvegen, is structureel voor een bedrag van ,- toegerekend aan de rioleringszorg.

88 Bijlage 6 : Uitgangspunten kostendekkingsplan (Vervolg 4)

89 Bijlage 7 Personele aspecten gemeentelijke watertaken

90 Bijlage 7 : Personele aspecten gemeentelijke watertaken 1. Inleiding In deze bijlage is aandacht besteed aan de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de gestelde doelen voor de rioleringszorg te kunnen halen. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie ingeschat. Hierbij is gebruik gemaakt van module D2000 Personele aspecten van gemeentelijke watertaken van de Leidraad Riolering. Deze onderscheiden deeltaken zijn: 1. Planvorming : opstellen verbreed GRP, afstemming andere plannen (waterplan, RO-plannen), opstellen jaarprogramma's; 2. Onderzoek : inventarisatie, inspectie / controle, meten, berekenen; 3. Onderhoud : riolen / kolken, gemalen / mechanische riolering, infiltratievoorzieningen / lokale zuiveringen, grondwatervoorzieningen; 4. Maatregelen : aanleg, reparatie, renovatie / vervanging, verbetering; 5. Facilitair : verwerking, vergunningen en voorlichting, klachtenanalyse en -verwerking). Nadat de huidige situatie is vastgelegd en is bepaald welke activiteiten de komende jaren moeten plaatsvinden, wordt de benodigde formatie vastgesteld. De kengetallen voor planvorming, onderzoek en facilitair zijn gerelateerd aan de gemeentegrootte. De kengetallen voor onderhoud en maatregelen zijn sterk afhankelijk van andere lokale factoren. 2. Planvorming, onderzoek en facilitair Voor de deeltaken planvorming, onderzoek en facilitair worden landelijke kengetallen gebruikt. De grootte van een gemeente speelt daarbij een rol. Daarom geeft de module D2000 de personele inzet voor deze deeltaken apart voor gemeenten van: minder dan inwoners; inwoners; meer dan inwoners. Het aantal inwoners van de gemeente Oostzaan bedraagt inwoners (1 april 2011). 2.1 Planvorming Planvorming is het gehele proces rond het vastleggen van voornemens. Dit omvat ook alle voorbereidende werkzaamheden. De planvormingstaken zijn: opstellen (verbreed) GRP. De Wet Milieubeheer verplicht de gemeente een GRP op te stellen. Hierin legt zij vast hoe de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater wordt verzorgd. Daarnaast moet aandacht worden besteed aan de zorgplicht voor hemel- en grondwater. in- en externe afstemming. De verbreding van de gemeentelijke watertaken vergt steeds méér afstemming en overleg. Jaarlijks moet meer tijd worden gereserveerd voor afstemming met andere beheerders, bijdragen aan andere plannen (zoals het waterplan) en procedures (bv. de watertoets) en overleg met het management en gemeentebestuurders. opstellen jaarprogramma s. In de jaarprogramma s worden de te verrichten onderzoeken en de voorgenomen maatregelen uit het GRP verder uitgewerkt. Vaak is een jaarprogramma geen statisch geheel maar vinden gedurende het jaar nog wijzigingen plaats. Het opstellen van een jaarprogramma bestaat uit: o beoordelen inspectieresultaten en verwerken in onderhouds- en vervangingsplanning; o beoordelen van de meetresultaten; o o bepalen te verrichten aanleg, onderzoek en maatregelen; uitwerken jaarprogramma: - aard maatregel / type onderzoek; - planning; - benodigde middelen; - overleg en afstemming met andere (in- en externe) beheerders en afdeling Financiën; - opstellen jaarbegroting.

91 Bijlage 7 : Personele aspecten gemeentelijke watertaken (Vervolg 1) 2.2 Onderzoek De onderzoekstaken bestaan uit: inventarisatie. De gemeente verzamelt gegevens en beoordeelt de kwaliteit ervan. Inventarisatie kan zowel vanaf papier (tekening) als in het veld gebeuren (bv. het inmeten van rioolputten). Om een beeld te krijgen van de grondwaterstanden in de gemeente en in hoeverre sprake is van overlast, is veel tijd nodig. Naast het plaatsen van peilbuizen (meten) is de analyse van klachten van bewoners een belangrijke informatiebron. inspectie / controle. Inspectie en controle zijn nodig om inzicht te krijgen (en te houden) in de toestand van riolen, gemalen, putten en andere voorzieningen voor stedelijk afvalwater, regen- en grondwater. Dit inzicht is erg belangrijk voor de uitvoering van andere deeltaken, zoals onderhoud en vervanging. De werkzaamheden bestaan uit: o opstellen inspectie- / controleplan; o maken bestek of werkinstructie; o uitbesteden werkzaamheden; o uitvoeren inspectie- en controlewerkzaamheden; o financiële en administratieve afwikkeling. meten. Door te meten wordt een goed beeld verkregen over het functioneren van de riolering. Hierbij zijn de werking van overstorten, gemalen en waterstanden binnen het stelsel belangrijke elementen. Voor het grondwater worden waterstanden in peilbuizen gemeten. berekenen. Berekeningen zijn nodig om het hydraulische functioneren van de riolering te toetsen aan de functionele eisen en maatstaven, alsmede om de belasting van het oppervlaktewater (vuiluitworp) te bepalen. Onder berekenen valt ook onderzoek om de werking van het totale afvalwatersysteem te optimaliseren (OAS). De werkzaamheden bestaan uit: o verzamelen gegevens; o bepalen functioneren huidige situatie; o toetsen aan maatstaven; o bepalen maatregelen; o overleg en afstemming met derden; o toetsen maatregelen: o overleg en afstemming met derden. 2.3 Facilitair Voor het invullen van de gemeentelijke watertaken, zijn ondersteunende of facilitaire activiteiten nodig: verwerking revisiegegevens: een volledig en actueel overzicht van alle voorzieningen is een van de basisvoorwaarden voor beheer; vergunningen voor en voorlichting over het gebruik: voorlichting aan burgers en bedrijven is zeer belangrijk om de goede werking van de voorzieningen te kunnen waarborgen. Zeker voor systemen die stedelijk afvalwater via individuele voorzieningen zuiveren of regenwater infiltreren of rechtstreeks afvoeren naar het oppervlaktewater; klachtenanalyse en -verwerking: klachten van burgers en bedrijven geven belangrijke informatie over de toestand en het functioneren van de voorzieningen. Binnen de module D2000 Personele aspecten van gemeentelijke watertaken van de Leidraad Riolering, is niet expliciet rekening gehouden met de inzet van de afdeling Financiën (bv. perceptiekosten). 2.4 Inschatting benodigde formatie voor planvorming, onderzoek en facilitair In tabel 7.1 is een schatting gegeven van de tijdbesteding voor de taken planvorming, onderzoek en facilitair. De tabel geeft een korte beschrijving van de gemeentelijke regie bij de uitvoering van de werkzaamheden. Per activiteit is aangegeven welk deel wordt uitbesteed. Sommige taken lenen zich niet voor uitbesteding, zoals afstemming en overleg.

92 Bijlage 7 : Personele aspecten gemeentelijke watertaken (Vervolg 2) Tabel 7.1 Inschatting benodigde formatie voor planvorming, onderzoek en facilitair gemeente inwoners tijdbesteding max. uitbesteding tijdbesteding regie Planvorming dagen/jaar uit te besteden uw situatie dagen/jaar (verbreed) GRP 45 70% 70% 14 terugkoppeling binnen gemeente, overleg, strategie en middelen afstemming en overleg eigen taak organisatie jaarprogramma's 70 40% 40% 42 overleg en afstemming andere beheerders, jaarbegroting Onderzoek inventarisatie 5-5 eigen taak organisatie inspectie/controle 90 80% 80% 18 plan, uitbesteding, finan.afwikkeling meten 30 50% 50% 15 verwerking en verantwoording functioneren (berekeningen, afkoppelplannen, OAS) Facilitair verwerken revisiegegevens 10 90% 90% 1 vergunningen en voorlichting gebruik eigen taak organisatie klachtenanalyse en -verwerking eigen taak organisatie tijdsbesteding 170 dagen/jaar fte (175 dagen/jaar) 1,0 3. Onderhoud Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: riolen, kolken, mechanische riolering en gemalen. Het betreft reiniging van de riolen, het zuigen van de kolken en onderhoud van gemalen en pompen van drukriolering. De werkzaamheden bestaan uit: o maken uitvoeringsplannen; o maken bestek of werkinstructie; o uitbesteden onderhoudswerkzaamheden; o uitvoeren onderhoudswerkzaamheden; o financiële en administratieve afwikkeling. drainage / grondwatervoorzieningen. Het onderhoud van drainage- en grondwatervoorzieningen bestaat uit het doorspuiten van de drains. Voor de onderhoudsinspanningen is het areaal bepalend. Daarom worden de onderhoudsinspanningen gebaseerd op de lengte per rioolstelseltype en het aantal gemalen, pompunits en andere bijzondere voorzieningen. In tabel 7.2 is de onderhoudstijdbesteding per jaar weergegeven. Alle onderhoudswerkzaamheden worden uitbesteed. Tabel 7.2 Inschatting benodigde formatie voor onderhoud

93 Bijlage 7 : Personele aspecten gemeentelijke watertaken (Vervolg 3) 4. Maatregelen Investeringsmaatregelen worden ingedeeld in: aanleg (voor nieuwbouw en bestaande bebouwing) en beheer (reparatie, renovatie/vervanging en verbetering). De werkzaamheden voor elk van deze maatregelen zijn in grote lijnen gelijk: o ontwerpen voorzieningen (voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater); o afstemming met derden; o in detail uitwerken voorzieningen / maken bestek; o aanvragen vergunningen en controleren op algemene regels; o aanbesteden werkzaamheden; o communicatie met bewoners; o uitvoeren werkzaamheden; o toezicht houden; o financiële en administratieve afwikkeling. reparatie. De lokale omstandigheden zijn bepalend voor de personele inzet. De benodigde personele inspanningen zijn berekend op basis van de geplande investeringen, zoals opgenomen in dit GRP. In tabel 7.3 zijn de investeringen naar personele inzet vertaald. Daarbij is gebruikt gemaakt van de werkelijke percentages voor voorbereiding en toezicht (directievoering), zoals die binnen de gemeente worden gehanteerd. Hetzelfde geldt voor de uurprijs. Voor deze raming is uitgegaan van een tarief van 85,- per uur. Ook in deze dagenraming is rekening gehouden met de hoeveelheid werk die wordt uitbesteed. Onder kale kostprijs wordt verstaan: de geraamde kosten, exclusief uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico. Tabel 7.3 Inschatting benodigde formatie voor maatregelen investeringen perc kosten maximale uitbesteding personeelsinzet "kale"kostprijs V+T personeel uit te besteden uw situatie dagen aanleg nieuwbouw % % 60% 8 bestaande bebouwing - 10% - 60% 60% - drainage - 10% - 60% 60% - reparatie - 10% - 60% 60% - renovatie - 10% - 60% 60% - vervanging % % 60% 39 verbetering 10% - 60% 60% - Totaal 47 fte (175 dagen/jaar) 0,3 5. Benodigde formatie voor uitvoeren doelen GRP 2013 t/m 2017 In tabel 7.4 is de benodigde formatie aangegeven, voor de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de gestelde doelen voor de rioleringszorg te kunnen halen. Voor de raming is er van uitgegaan dat 1,0 fte overeenkomt met een tijdsbesteding van uur. Tabel 7.4 Benodigde formatie voor uitvoering GRP 2013 t/m 2017 nr. deeltaak tijdsbesteding (uur) benodigd aantal fte (uur) (dagen) (bij uur / jaar) 1 planvorming, onderzoek en facilitair ,97 2 onderhoud ,11 3 maatregelen ,27 totaal ,35

94 Bijlage 7 : Personele aspecten gemeentelijke watertaken (Vervolg 4)

95 Bijlage 8 Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan

96 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan Gemalen Gemengd Tabel 5.1 GEM bedragen * EURO prijspeil jaar 15 jaar Nr Lokatie gemaal aanlegjaar capaciteit investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/elek deel bouwk mech/elek m³/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1116 Zuideinde (Ringweg A10) ,0 4, ,0 4, Slaperstraat ,0 0, ,0 1, Dahliasingel (Bloemenbuurt) ,0 3, ,0 4,4 2246A hevelgemaal Kerkstraat ,0 4, ,0 4, De Hoper 42 (Kolksloot B) ,0 4, ,0 4,9 D1505 Roemersloot, Noordeinde ,0 0, ,0 1,1 D29 Dr. Wijmanstraat (Doktersbuurt) ,0 0, ,0 1,1 PP1105 Zuideinde ,0 1, ,0 3,2 PP300 Draaikolk - Kolkplantsoen (Kolksloot C) ,0 5, ,0 5,3 PP500 Hooivork (Kolksloot C) ,0 5, ,0 5,3 PP 003 De Haal ,0 1, ,0 3,2 D1625 Kerkstraat ,0 5, ,0 5,3 D1656 Kerkstraat ,0 5, ,0 5,3 D1110 Zuideinde ,0 5, ,0 5,3 PP 1105 Zuideinde ,0 5, ,0 5,3 P33 Roemersloot, Jollemakersstraat ,0 0, ,0 1,1 KZ_PP1 bedrijventerrein Skoon ,0 1, ,0 3,2 bedrijventerrein Bombraak ,0 1, ,0 3,2 Lisweg, Veenbraak-zuid ,0 1, ,0 3,2 Zuideinde ,0 1, ,0 3,2 Zuideinde ,0 4, ,0 4,8 Korenaar, zijde Zwiepsingel ,0 1, ,0 3,2 Doltersbuurt, Dr. Vd Leoffstraat ,0 1, ,0 3,2 Oostzanerbron (Zuideinde 127) ,0 1, ,0 3,2 Jol ,0 1, ,0 3,2 Ambacht bedrijventerrein ,0 11, ,0 7,8 Bloemenbuurt, bergbezinkbassin ,0 3, ,0 4,4 TOTALEN BK 468,0 88,9 M/E 550,0 104,5 Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar ,13 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig mechanisch / elektrisch capaciteit factor basisprijs macht factor basisprijs macht 0-10 m³/h 1, , m³/h 0, ,00 0, , m³/h 0, ,35 0, , m³/h 0, ,00 0, ,46 Project: verbreed GRP OOSTZAAN Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: - Datum: 22-dec-11

97 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 1) Gemalen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer bedragen * EURO prijspeil 2012 Tabel 5.1 HWA+GW 45 jaar 15 jaar Nr Lokatie gemaal aanlegjaar capaciteit investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/elek deel bouwk mech/elek m³/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW R33 Dr. Wijmanstraat (Doktersbuurt) ,0 0, ,0 1,1 R4 Glazenmakerstraat ,0 0, ,0 1,1 R612 Karper (Kolksloot A) ,0 0, ,0 1,1 R757 Tureluur (Kolksloot D) ,0 0, ,0 1,1 RP0 Lisweg (Veenbraak-zuid) ,0 10, ,0 6,8 Bloemenbuurt, drainage ,0 1, ,0 3,2 Ambacht bedrijventerrein ,0 5,7 Doktersbuurt-Keizerstraat, drainage ,0 1, ,0 3,2 TOTALEN 87,0 16,5 124,0 23,6 Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar ,13 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig mechanisch / elektrisch capaciteit factor basisprijs macht factor basisprijs macht 0-10 m³/h 1, ,00 1, , m³/h 0, ,00 0, , m³/h 0, ,35 0, , m³/h 0, ,00 0, ,46 Project: verbreed GRP OOSTZAAN Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: - Datum: 19-dec-11

98 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 2) Persleidingen Gemengd bedragen * EURO prijspeil 2012 Tabel 5.2 GEM 45 jaar Nr persleiding behorend bij gemaal lengte diameter jaar 1e jaar Investering BTW (m) (mm) aanleg vervanging excl. BTW West Kolkdijk ,7 2,4 Wester Stijfselmakerspad ,2 3,6 Twiskeweg ,7 4,1 Noordeinde ,8 30,6 De Haal ,0 36,7 Doktersbuurt ,2 5,7 Roemersloot ,6 1,6 Jol ,6 1,4 Bloemenbuurt ,1 8,2 Kolksloot - vlek B ,8 1,7 Kolksloot - vlek C ,3 14,7 Kolksloot - vlek C ,9 14,6 Kolksloot - vlek D ,6 2,0 Kolksloot - vlek A ,1 3,4 Slaperstraat ,8 1,9 Veenbraak-zuid / Lisweg ,6 2,6 Kerkstraat ,6 5,4 Zuideinde ,9 1,9 Skoon ,4 21,9 Bombraak ,5 11,5 TOTALEN ,3 176,0 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,69 voor diameter mm 0,57 voor diameter mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar ,13 Project: verbreed GRP OOSTZAAN Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: - Datum: 19-dec-11

99 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 3) Mechanische riolering (Droogweerafvoer) bedragen * EURO prijspeil 2012 Tabel 5.3 DWA 45 jaar 15 jaar Nr Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/elek deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1 minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,6 19, minigemalen ,9 16, minigemalen ,9 16, minigemalen ,9 16, Aannames: - jaarlijks 1/15 deel van alle pompen vervangen - mechanisch / elektrisch om 15 jaar vervangen - pompput om 45 jaar vervangen investering voor vervanging pompen is meegenomen in exploitatie-uitgaven IBA's ,0 13, aanleg riolering buitengebied ,0 14, ,5 3, ,0 14, ,5 3, ,0 14, ,5 3,3 TOTALEN bk 1.713,7 325,6 m/e 52,5 10,0 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,13 Pompunit (bouwkundig ca.) Drukleiding per m1 58 (gemiddelde diameter 90 mm) Pompunit (mech/elek) Vrijvervalleiding per m1 230 Bufferput nvt Klep bufferput nvt Project: verbreed GRP OOSTZAAN Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: - Datum: 22-dec-11

100 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 4) Onderzoeksuitgaven Tabel 6.1 bedragen in EURO prijspeil 2010 Uitgaven Hemelwater Grondwater Gemengd excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW STRUCTUREEL, Jaarlijks 1 Externe advisering Beheer grondw atermeetnet Onderhoud meetnet overstorten en gemalen Evaluatie en analyse meetgegevens overstorten en gemalen Inspecteren en reinigen vrijvervalriolen (incl. stortkosten) INCIDENTEEL PLANPERIODE Hemelwater Grondwater Gemengd excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW 2013 Gemeenteambassadeur Water Onderzoekskosten KRW Beoordeling inspectieresultaten Inventarisatie foutieve aansluitingen Opstellen meetplan en grondw aterbeheerplan Onderzoekskosten KRW en Gemeenteambassadeur Water Opstellen calamiteitenplan Beoordeling inspectieresultaten Installatie meetnet grondw ater / aanschaf apparatuur Onderzoekskosten KRW Beoordeling inspectieresultaten Gemeenteambassadeur Water Beoordeling inspectieresultaten Gemeenteambassadeur Water Gemeenteambassadeur Water Opstellen GRP en BRP Beoordeling inspectieresultaten TOTAAL PER JAAR jaar Hemelw ater Grondw ater Gemengd TOTAAL excl. btw btw excl. btw btw excl. btw btw excl. btw TOTAAL in periode 2012 t/m

101 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 5) Exploitatieuitgaven Tabel 6.2 bedragen in EURO prijspeil 2010 Uitgaven Kosten Vuilwater Hemelwater Grondwater Gemengd plaats excl. BTW BTW excl. BTW BTWexcl. BTW BTW excl. BTW BTW Bron Riolen BTW riool Energieverbruik afwikkeling oude jaren Waterschapslasten Onderhoud gemalen Adviezen van derden Diverse kosten Kapitaallasten Doorberekening van werkorganisatie Grondroerdersregeling Diverse kosten % Als gevolg van de uitbreiding van de riolering en de daaraan gerelateerde toename van het aantal heffingseenheden, nemen de exploitatielasten per extra eenheid per jaar toe met (in euro) Vuilwater Hemelwater Grondwater Gemengd excl. BTW BTW excl. BTW BTWexcl. BTW BTW excl. BTW BTW 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 88,89 11,00 Project: GRP Iks 2011 t/m 2015 Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: GRP10-2.xls Datum: 19-dec-11

102 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 6) Vrijvervalriolen Tabel 6.4 GEM bedragen * EURO prijspeil 2012 toeslagen PLANNING BRP / Kerkstraat Aannemer V & T Totaal Totaal gem. jaar afkoppelen 0% 0% incl toesl. excl. BTW BTW Totalen Project: verbreed GRP OOSTZAAN Scenario: basis Projectnummer: Filenaam: - Datum: 28-mrt-12

103 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 7)

104 Bijlage 8 : Financiële tabellen behorende bij kostendekkingsplan (Vervolg 8)

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 13 maart 2012, revisie Verantwoording

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland

Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland met planperiode 2014 t/m 2018 Definitief Gemeente Koggenland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 12 december 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer met planperiode 2014 t/m 2018 definitief Gemeente Opmeer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 augustus 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Subtitel

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 6603. Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

GEMEENTEBLAD. Nr. 6603. Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schagen. Nr. 6603 23 januari 2015 Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen 0 Samenvatting 0.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid Portefeuillehouder(s) : F.J.W. Saelman, Afdelingshoofd/hoofd OW: F. Hottinga Paraaf : Paraaf:

Nadere informatie

Gemeentelijk RioleringsPlan. 2009 t/m 2013

Gemeentelijk RioleringsPlan. 2009 t/m 2013 Gemeentelijk RioleringsPlan 2009 t/m 2013 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009 t/m 2013 voor de gemeente Heemskerk Concept ONTWERP Pagina 1 van 40 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 voor de gemeente Bussum Concept Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting en Beheer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 14 april 2009 Verantwoording

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017 Gemeente Den Helder Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Den Helder, september 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.2 Planhorizon 4 1.3 Belangrijkste relevant beleidskader voor de

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Planperiode 2015 t/m 2017 ONTWERP Gemeente Schagen Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 maart 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Subtitel

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 21 augustus 2012 314119 Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object 1 Inleiding Eind 2011 is de rioolheffing opnieuw berekend

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) 2014-2017 1. Inleiding Een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) beschrijft het beleid voor de drie gemeentelijke zorgplichten

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater;

Nadere informatie

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Planperiode 2012-2016 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 2 augustus 2012 Verantwoording Titel

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2009-2014 Definitief Gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905 2270 AX VOORBURG Grontmij Nederland

Nadere informatie

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 -

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 - Notitie Contactpersoon Gwendolijn Vugs Datum 1 mei 2015 Kenmerk N001-1229319GBV-avd-V02-NL Visiedocument GRP/BRP Brummen 1 Inleiding Het huidig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Brummen

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP gemeente Vlissingen 01-04-2013 eindconcept rapport Colofon: Titel : Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP Status : Gegevens

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de korte

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

SONENBREUGEL GEMEENTE

SONENBREUGEL GEMEENTE GEMEENTE SONENBREUGEL De raad der gemeente van de gemeente Son en Breugel. Overwegende, dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010-2015 Definitief Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011 Pagina 1 van 51 Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Emmen Subtitel : Stedelijk

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer planperiode 2010 t/m 2013 ONTWERP Concept Gemeente Opmeer Afdeling Civiele Techniek en Wonen Spanbroek Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 15 februari 2010 Verantwoording

Nadere informatie

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterteam BMWE/NZV, 27 november 2013 Inhoud Aanleiding Ketenbenadering Maatregelen Kosten en Baten Specificatie Bedum Organisatie Aanleiding BMWE samenwerking Vier nieuwe

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland, ^ PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2011/09 Nummer 1120019 Beleidsregel ontheffing gemeentelijke zorgplicht stedelijk afvalwater 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Gemeentelijk Rioleringsplan 2013 t/m 2017 VOORSTEL 1. De geformuleerde doelen, 2. Het voorgenomen onderzoek 3. De voorgenomen beheermaatregelen 4. De rioolheffing in 2013

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.2. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: 875410 In D&H: 11-11-2014 Steller: Ir. N. Admiraal In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 5779

Nadere informatie

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12. G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR305377_1

CVDR. Nr. CVDR305377_1 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR305377_1 22 mei 2018 Verordening regelende de voorwaarden voor de aansluiting, de wijziging, het onderhoud en de instandhouding van aansluitleidingen op het

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijkerk. Nr. 87172 30 juni 2016 Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater Raadsbesluit nummer 2016-011 De raad van de gemeente Nijkerk;

Nadere informatie

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging Stedelijke wateropgave (van traditionele rioolvervanging i naar duurzame leefomgeving) Landelijke bijeenkomst waterambassadeurs 21-09-2010 Inhoud: Wettelijk kader en doelen Stand van zaken invulling sted.

Nadere informatie

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 CVDR Officiële uitgave van Overbetuwe. Nr. CVDR252238_1 13 februari 2018 Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk:

Nadere informatie

150 Doel en status Leidraad riolering Gaat over hoe u de Leidraad riolering kunt gebruiken en over de status van de informatie.

150 Doel en status Leidraad riolering Gaat over hoe u de Leidraad riolering kunt gebruiken en over de status van de informatie. 200 Inhoudsopgave 100 Voorwoord Voorwoord van de voorzitter van Stichting RIONED en de minister van VROM. 200 Inhoudsopgave Geeft een overzicht en omschrijving van de modules. 150 Doel en status Leidraad

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan Raadsvoorstel jaar stuknr. categorie agendanr. Stuknr. Raad B. en W. 2017 RA17.0069 A 5 17/575 Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan 2018 2023 Portefeuillehouder: R. van der Weide Team: Inrichting Openbare

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

Gemeente Beemster. B e l e i d s d o c u m e n t. j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P

Gemeente Beemster. B e l e i d s d o c u m e n t. j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P Gemeente Beemster B e l e i d s d o c u m e n t Gemeentelijk Rioleringsplan Beemster Planperiode 2012-2016 j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P Gemeente Beemster B e l e i d s d o c u m e n t Gemeentelijk

Nadere informatie

Nieuwe riolering in uw straat

Nieuwe riolering in uw straat R Nieuwe riolering in uw straat Vervangen riolering Binnenkort wordt de riolering in uw straat vervangen. Wat doet de gemeente en waarvoor bent u verantwoordelijk? We hopen in ieder geval dat u zo min

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2011-2015 Definitief Gemeente Leerdam Grontmij Nederland B.V. Houten, 6 december 2010 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis planperiode 2014 t/m 2018 Concept Gemeente Sluis Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 16 mei 2013 Verantwoording Titel : Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis

Nadere informatie

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden; CONCEPT Besluit gebiedsaanwijzing afvoer hemelwater (artikel 4:44 APV) Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Overwegende dat artikel 4:44, eerste lid jo artikel 4:43 van de Algemene

Nadere informatie

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 is o.a. de Wet

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Verantwoording Titel : Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015 Subtitel : Ontwerp Projectnummer

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Definitief gemeente Wijk bij Duurstede Grontmij Nederland bv Houten, 28 juli 2009 Verantwoording Titel : Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk

Nadere informatie

Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE)

Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE) agendapunt 05.03 936419 Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE) Voorstel Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 12-4-2011

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen deze verordening wordt verstaan onder: a. aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding

Nadere informatie